De opening van het Suez-Kanaal.
OVERHEMDEN
GEMENGD NIEUWS
Orrigineele en moderne reclame.
RECLAME-AANBIEDING
Kledingmagazijn HERMAM NYPELS
Een eigenaardige redding.
„Een verbinding te maken tusschen de
Middellandsche Zee en de Roode Zee door
een bevaarbaar kanaal, heeft altijd de aan
dacht gehad van de groote mannen in de
wereldgeschiedenis. We noemen Sesostris,
Alexander den Groote, Julius Caesar, den
Arabischen veroveraar Amrou, Napoleon
den Grooten, en Mohammed Ali".
Aldus Ferdinand de Lesseps in zijln
„Persement de 1'isthme de Suez".
Een kanaal, dat de verbinding onder
hield van de Arabische golf met een zij
arm van den N}jl, die uitkwam, ongeveer
op de plaats waar nu Port Said ligt, heeft
reeds in de oudheid bestaan. Neco, koning
van Sais en Memphis, in de vierde eeuw
vóór Christus, was met het graven van
dit kanaal begonnen, welk kanaal in ge
bruik werd genomen onder Darius I, die
koning van Perzië Was en van 521 tot 485
vóór Christus regeerde.
„Dit kanaal, vertelt ons de Grieksche
schrijver Herodotus, had een lengte van
vier dagreizen en een breedte, waar twee
groote galeien met drie roeibanken, groote
schepen dus, gemakkelijk elkaar konden
passeeren. Het water, dat dit kanaal vulde,
kwam van den Njjl.
Het kanaal liep uit in de zee van Ery-
threa (Roode Zee) bij Patumos, een Arabi
sche stad. Het begon in de vlakte, liep
eerst naar het Westen, toen naar het Oos
ten, om in de Arabische golf te komen.
Volgens Diodorus van Sidïïië (Grieksch
geschiedschrijver uit den tijd van Alexan
der den Groote), zou 't kanaal niet eerder
gereed zijn geweest dan onder de regee
ring van Ptolemeus II, die koning was van
Egypte in de jaren 285 tot 247 vóór Chr.
Doordien de Egyptische autoriteiten het
verwaarloosden, verzandde het kanaal en
eerst onder de Romeinen weid het weer
bevaarbaar gemaakt. Onder de Arabieren,
die na de Romeinen over Egypte regeer
den, werd het kanaal nog gebruikt. Het
was de kadief uit de dynastie der Abassi-
den (deze dynastie regeerde over Bagdad
van 762 tot 1286) Abou Japhar El Mansor,
die bevel gaf het kanaal te dempen, om te
voorkomen, dat het kon dienen, om voedsel
naar Medina te vervoeren, welke stad in
opstand was gekomen tegen hem, onder
Mohammed bey-Ali-Taleb.
Moestapha III, sultan van Turkije van
1752 tot 1774, koesterde het plan de land
engte van Suez door te graven en had
baron de Tott, een Franschman, die zijn
vertrouwen had, opgedragen de voorbe
reidende studies te maken. Doch zijn dood
verhinderde de uitvoering van het plan.
Bonaparte, nauwelijks in Egypte aange
komen, droeg een commissie van geleer
den en ingenieurs op naar de middelen te
zoeken om de verbinding tusschen de twee
zeeën weer te herstellen. Het antwoord
van deze oommissie was bevestigend. De
tijd ontbrak tenslotte Bonaparte om zich
met deze zoo belangrijke aangelegenheid te
bemoeien. Op het oogehblik van zijn ver
trek, zeide hij tot den rapporteur van de
commissie: „De zaak is gewichtig, doch
ik zal er wel niet zijn, om het te volbren
gen. Doch de Tui'ksche rct,9ering zal, wel
licht, een dag vinden, om het plan te be
spreken en uit te voeren voor haar eigen
glorie".
De juiste en goéde verbinding tusschen
de twee zeeën was, intusschen, niet een
binnenlandsch kanaal, doch het doorsteken
van de landengte, waardoor het mogelijk
werd dat de schepen de Roöde Zee of de
Middellandsche Zee konden bereiken,
zonder overlading.
Langen tijd stuitte het ontwerp om de
landengte van Suez door te graven op
hardnekkigen tegenstand. Reeds in de
oudheid werd beweerd, dat een dergelijk
kanaal niet mogelijk was, als een gevolg
van een verschil in niveau van het water
in beide zeeën. Het verschil bedroeg, vol
gens een ingenieur, niet minder dan 9.9
meter.
Dit verschil werd als juist aangenomen
door de maatschappij van wetenschappen
in het jaar 1779. Een ingenieur, door Na
poleon aangewezen om dit vraagstuk te
onderzoeken, beweerde, dat het niveau van
het water in de Roode Zee inderdaad 9 M.
hooger was, dan dat van de Middf llandsohe
Zee. Reeds in 1779 had de beroemde La-
place aan de juistheid van een dergelijk
bezwaar getwijfeld. Doch eerst in 1840
constateerde een ingenieur van Mehemed
Ali, dat het niveauverschil slechts enkele
centimeters bedroeg.
Een groot deel van de technische moei
lijkheden verviel hierdoor. In 1847 werd
een commissie van Fransche ingenieurs
onder leiding van Bourdaloue benoemd,
om hetzelfde vraagstuk nog eens te onder
zoeken. En deze commissie bevestigde de
resultaten van den Egyptischen ingenieur.
Het was de politieke en economische
toestand in het midden van de 19de eeuw,
die het maken van een kanaal, als dat van
Suez noodzakelijk maakte. De technische
uitvindingen, het gebruik van stoom, de
toepassing van verschillende machines
hadden een groote omwenteling veroor
zaakt in de productie, die daardoor zeer
werd verhoogd. Het zoeken van afzetge
bieden, welke vlug konden worden be
reikt, was dringend noodig. De afstanden,
van betrekkelijk weinig belang, in een
tijd, waarin de wind de zeilen van het
schip deed zwellen, werden een levens
kwestie voor het vaartuig, dat kolen ge
bruikte.
En dat was ook in die dagen, dat de
Engelschen er op bedacht waren Indië
spoediger te kunnen bereiken, waardoor
eerder de veiligheid van de koloniën en
het bezit ervan werd verzekerd. Ze waren
in dien tijd bezig hun strategische havens
krachtiger te maken en af te bakenen.
Door het kanaal, zoo werd geredeneerd,
zou de Middellandsche Zee, die aan betee-
kenis had verloreikdoor den Atlantischen
Oceaan, meer tot haar recht komen. Ze
was eigenlijk de natuurlijke route naar
Indië.
Er bestond al een dienst om van de
Middellandsche Zee den Indischen Oceaan
te bereiken. De P. and O. Company had
een passagiersdienst georganiseerd van
Engeland naar Alexandrië en van Suez
naar Bombay. Van de Middellandsche Zee
naar de Roode Zee ging de .tocht door
middel van karavanen, had men den lang-
zamen pas van de kameelen te volgen.
Het duurde dertig dagen om van Enge
land naar Bombay te komen, terwijl de
zelfde tocht over de Kaap de Goede Hoop
minstens drie maanden vereischte.
Het was*aan een Franschman gegeven
om aan het denkbeeld van eeuwen vorm
te geven om door de zandwoestijnen het
levendragend kanaal te graven.
Het was 30 November 1854, dat Mo
hammed Said, khedive van Egypte, aan
zijn toegewijden vriend Ferdinand de
Lesseps wij volgen de officieele mede-
deeling de toestemming gaf een kanaal
te graven door de landengte van Suez.
Hierin werd, zeer terecht, door Frankrijk,
het bewijs gezien van den grooten invloed
van Frankrijk in Egypte.
Voor we verder gaan met de geschie
denis van het Suezkanaal, lijkt het vol
gende niet zonder belang.
Volgens de beweringen van een nog
levende Oostenrijksche dame, Mevrouw
Negrelli, dochter van den bekenden ridder
Alois Negrelli, ridder van Molderbe, was
het niet Ferdinand de Lesseps, die het
plan tot het doorsteken van het kanaal
ontwierp, doch haar vader.
Volgens haai; had haar vader reeds in
1856 te Parijs een plan voorgelegd, met
als gevolg, dat hij in 1858 door den onder
koning van Egypte tot generaal-inspee-
teur van de Suez-werken werd benoemd.
Doch reeds 1 October 1858 stierf bij en
volgens het beweren van zijn dochter heeft
hij geen cent gekregen voor het uitge
werkte plan, hetwelk aan de wereld een
der meest belangrijke verkeerswegen heeft
gegeven. Wat was geschied? We volgen
hier het verhaal van de vrouw. Dadeliik
na zijn dood verscheen Ferdinand.de Les
seps bij de vrouw van den gestorven in
genieur, wist het project van haar te krij
gen en al de papieren, waaruit de rechten
van Negrelli konden worden bewezen en
toen hij eenmaal de plannen had, gelukte
het hem, de Suezkanaalmaatschappij te
vormen, ofschoon met de stichting van een
dergelijke maatschappij, de Turksche re-
peering niet erg was ingenomen.
Het blijft merkwaardig, dat eerst, in
"1887 de strijd begon, om de rechten van
Negrelli en het is nog interessanter te ver
nemen, dat het niemand minder dan Poin-
caré, de latere president van Frankrijk,
is geweest hij was toen nog advocaat
die opkwam 'voor Negrelli's erfgena
men. Tot een uitspraak in dit proces is
het niet gekomen.
In 1875 verscheen er in de Punch een
teekening van den bekenden Engelschen
teekenaar John Tenniel, waarin Dlsraeli,
de latere Earl of Beaconsfield, staat afge
beeld met den sleutel van Indië in zijn
hand, terwijl hij met den vinger op den
mond den sphinx gebaart niets te zeggen.
Op den sleutel staan in het Engelsch
de woorden „Suez-Kanaal". Deze carrica-
tuur heeft 'haar geschiedenis.
We schreven reeds, dat 80 November
1864 de Lesseps de vergunning van Mo
hammed Said Pasja kreeg om de land
engte van Suez door te graven, en het
kanaal te exploiteeren voor de groóte
scheepvaart. De concessie was verleend
voor 99 jaar, te rekenen van den dag
waarop het kanaal voor de scheepvaart
werd opengesteld. Het verdrag opgesteld
tusschen de maatschappij en de Egypti
sche regeering, werd onderworpen aan de
goedkeuring van den sultan en de mach
tiging van de Verheven Porte. Voor dat
alles niet was ver-kregen, kon men niet
beginnen inetjhet graven van het kanaal.
En nu zien we Engeland optreden. Het
zag in het graven van het kanaal, geheel
onder Franschen invloed, een bedreiging
van zijn bezittingen in Indië. Het kanaal
beteekende eigenlijk, dat de koloniën dich
ter 'bij het moederland kwamen, doch dan
alleen, wanneer Engeland zulk een Invloed
had, dat het lm staat was het kanaal te
sluiten en volkomen te be'keerschen in den
tijd van oorlog of van/ een dreigenden
strijd. Door Gibraltar beheerschte het den
toegangsweg naar de Middellandsche Zee,
Malta werd tot een station, hetwelk in
staat was den ingang van het Suez-kanaal
te beheerschen en Aden was in staat den
anderen ingang te stoppen!
Een kanaal, door Fransch geld gemaakt,
onder den invloed van Frankrijk het
was in de dagen van den nogal heersch-
zuchtigen Napoleon III kon de goed
keuring van de Engelsche regeering niet
wegdragen. Men begon met politieke in-
De Engelsche diplomaten begonnen de
Turksche regeering te bewerken. Ze we
zen op de Porte, o,p het gevaar, dat haar
dreigde van den kant van Egypte. Het
doorgraven van de landengte van Suez
beteekende, aldus de Engelschen, een
voorteeken van de onafhankelijkheid van
Egypte.
Tegen de intriges van Engelsche zijde
zette Ferdinand de Lesseps zijn standpunt
uiteen. v
Liet niet na op zfjn beurt den Sultan te
bewerken.
„De macht van den sultan, de opvolger
van de khaliven, is een politieke macht en
een verheven hoogepriestersohap", schreef
hij. „De groote geer is het opperhoofd en
de beschermer van den Mohammedaan-
sohen godsdienst, tegelijkertijd is hij de
souverein over de gebieden, die den staat
vormen. Niemand kan het belang ontken
nen, welk voor de Mohammedanen ver
bonden is aan de heilige plaatsen van den
Islam, welke worden beschouwd als de
een verbinding tusschen Turkije en
Arabië.
De onherbergzame oorden, welke moe
ten worden doorkruisd om versterking te
kunnen zenden, ter handhaving van de
noodzakelijke suprematie, maken het noo
dig, dat het kanaal .werd gegraven. De
opening van het kanaal zal alle bezwaren
doen verdwijnen. Konstantinopel kan bin
nen enkele dagen met de Arabische kust
worden verbonden. Een zeeweg, steeds
bruikbaar en gemakkelijk, zal in staat zijn
alle moeilijkheden het hoofd te bieden",
Aldus de Lesseps.
En toen kwam hij met den klap op -den
vuurpijl. Hij schreef:
„Van al de groote Europeesche havens
is Constantinopel het dichtst bij China en
Indië. Het is er het oogenblik het verst
van verwijderd. Constantinopel is nu 6000
mijl van Bombay. Als het kanaal wordt
gegraven zal het niet meer dan 1800 mijl
er van verwijderd zijn. Het zal het entrepot
kunnen worden van eên groot doel van
den handel tusschen de zeeën van het
Oosten en de Zwarte Zee. Men krijgt een
denkbeeld van de toekomstige ontwikke
ling als men weet, dat Trobizonde en
Odessa niet zoo ver van Suez af zijn als
Triest en Mai-seiüe.
Het gaf niets. Tengevolge van de inbla
zingen van Engeland, gaf de Turksche
regeering last den arbeid aan het kanaal
te staken.
Dat was 19 September 1859. De Maat
schappij, onder het voorwendsel, dat het
hier slechts studievoorbereidingen betrof,
ontdook het. bevel van de Porte en de re
geering van Parijs kwam tusschenbeiden.
Laat ons de verschillende besprekingen,
onderhandelingen en intriges overslaan,
releveeren w# slechts, dat eindelijk, 12
October 1863 een overeenkomst tot stand
kwam, waardoor de neutraliteit van het
kanaal werd verzekerd, de Maatschappij
een schadevergoeding kreeg en men weer.
krachtig niet den arbeid kon beginnen.
Ismael Pasja stelde 75000 fella's voor
de verdere werken beschikbaar. Bij de
doorgraving stierven duizenden arbeiders,
die de vermoeienissen van den zwaren
arbeid in het klimaat niet konden door
staan. Voortdurend moest er een aantal
arbeiders worden aangevuld, en groote
moeilijkheden waren aan de voedselvoor
ziening voor die duizende arbeiders ver
bonden. Waren de Pyramiden geweldige
menschelijke werken, het werk der Pha-
raos werd overtroffen door den arbeid
aan het Suezkanaal.-
75 millioen kubieke meter grondwerken
en baggerwerken moesten worden uitge
voerd vóór de inwijding kon plaats heb
ben. De uitgaven waren tweemaal zoo
hoog, als weid verwacht.
De opening van het kanaal had onder
groote pronk én praal plaats.
Vijf-en-vijftig schepen gingen door het
kanaal, op één waarvan zich ook keizerin
Eugenie van Frankrijk bevond. Ook Prins
Hendrik, die zoo veel voor onze scheep
vaart deed, was bjj de. plechtige opening
tegenwoordig. Ook tal van gekroonde
hoofden en bekende figuren uit de letter
kundige en wetenschappelijke wereld
woonden de plechtigheid bij. De Sultan
bood zijn gasten schitterende feesten aan.
In het begin was het kanaal niet dieper
dan 8 meter, thans is de diepte over 100
K.M. meer dan 18 M. De breedte bedraagt
150 M. en op een diepte van 10 M. nog
60 M. Voortdurend is men bezig het ka
naal te verbeteren. Sinds men begon met
den arbeid werden niet minder dan 250
millioen kubieke meters^zand uitgegraven.
De kostprijs van het kanaal bedroeg in
1870 870 millioen francs, in 1927 tenge
volge van aangebrachte verbetering, niet
minder dan 884 millioen. In 1870 was de
toegestane diepgang van een schip, dat
door het kanaal mocht, 7.50 M. Het is
thans 9.75 meter en zal weldra 10.06 M.
bedragen.
Van groote beteekenis 1^ ook, dat men
thans veel sneller door het kanaal kan
varen. In 1870 had men nog 48 uur noo
dig om door het kanaal te komen. Thans
is het niet meer dan 15 tot 16 uur. Groote
schijnwerpers stellen de scheepvaart in
staat ook in den nacht het kanaal te be
varen.
Van welke beteekenis het Suezkanaal
voor de scheepvaart is geworden, blijkt
uit de mededteling, dat in het eerste be-
drijfsjaar, 1870, 436.609 ton door hef ka
naal gingen, thans, in 1928, niet minder
dan 81.900.000 ton.
van 190
250
850
450
600
voor 170 ets.
210 ets.
200 ets.
390 CtS.
510 ets.
geving van het Suezkanaal een groot ge
wapend kamp en de scheepvaart der neu
tralen vond het verstandig om niet het
kanaal te bevaren en ging nu om de Kaap
de Goede Hoop, de oude route naar Indië
nemend.
(Buitenland).
Het in het begin der vorige week tus-
schen Brighton en Newhaven gestrande
Italiaansche stoomschip Nimrod? heeft het
Vrijdagnacht in den storm hard te ver
antwoordden gehad en de drie man, die op
het schip waren achtergebleven, zonden
tegen elf uur noodsignalen. De kust
wacht van Newhaven schoot een lijn aan
boord, die gegrepen en vastgemaakt
werd, waarna men een boei met een,
broek liet volgen. Anderhalf uur hebben
de mannen in een slagregen op een tee-
ken van leven van het schip gewacht,
maai' niemand kwam- over. Toen is een
der helden van de kustwacht- in het holst
van den nacht langs de lijn aan boord ge
gaan, waar hij vasstelde, dat de drie man
nen nergens te vinden waren. Hij ont
dekte echter een touwladder en 's mor
gens bleek dat de mannen de lijn en
broek niet hadden vertrouwd, en aange
zien hun schip toch bij iedere zee die over
kwam, diohter op het strand geslagen
werd, hadden ze gewacht tot ze vlak bij
de rotsen zaten en waren toen langs den
touwladder naar beneden gogaan en had
den het strand van de eene klip op de
andere springende bereikt, echter op een
plek die meer dan een miljl verwijderd
was van waar de kustwachters stonden te
wachten.
Het schip is verloren.
DE ROUWPLECHTIGHEID VOOR
MEVROUW ZOEBKOFF.
Zaterdagmiddag om 5 uur is in de ka
pel van den ouden burcht te Kronberg
een plechtige rouwdienst gehouden voor
de Woensdag j.1. te Bonn overleden me
vrouw Zoebkoff, geboren prinses Victoria
van Pruisen. Onder de aanwezigen be
vonden zich o.a. graaf Friedrich Karl von
Hessen en zijn echtgenoote. De vroegere
keizerlijke dynastie werd vertegenwoor
digd door prins Adalbert van Pruisen.
De kist was bedekt met chrysanthenums
en tal van kransen. Er waren o.a. kransen
van den ex-keizer en van het vroegere
z.g. „Kronenregiment". Een geestelijke
hield een lijkrede en zegende vervolgens
het stoffelijk overschot. Met het gezang
„Wenn ich einmal soll scheiden" werd de
plechtigheid besloten.
NET BIJTIJDS.
Te Marseille is de Duitscher Karl Rei-
necker, die een Amsterdamschen houthan
del voor 67.000 had opgelicht gear
resteerd op het oogenblik, dat hij zich
naar Ned.-indië wilde inschepen.
We hebben hierboven herinnerd aan de
carricatuur van Tenniel. Deze carricatuur
brengt ons de slimme streek van de
Engelsche regeering onder leiding van
Disraeli in gedachte. Sinds Engeland het
doorgraven van de landengte van Suez
niet kon verhinderen, heeft het voortdu
rend getracht, zijn invloed in de Suez-
maatschappij te vergrooten, om tenslotte
een overwegende macht over het kanaal
tot zich te trekken. Was de politiek van
Palmerston eerst geweest, den bouw te
dwarsboomen, toen eenmaal het kanaal
gereed was, gooide men het over een an
deren boeg.
De khedive had geld noodig. Dat was in
1875. Disraeli was er achter gekomen en
nam zijn maatregelen. Hij droeg zijn ver
tegenwoordigers in Egypte op, om te on
derhandelen, in het geheim, opdat andere
mogendheden en voornamelijk Frankrijk
niet achter deze onderhandelingen kwa
men. Het gelukte. De khedive had in zijn
bezit 176602 pandeeleii van de 400.000 aan
deelen van de Suezkanaal-maatschappjj.
Tiet waren aandeelen van 500 Fransche
francs. Reeds vroeger had de Engelsche
regeering een groot aantal aandeelen in
baar bezit weten te krijgen en ook nu
kreeg ze de aandeelen van den khedive.
Ze betaalde er vier millioen pond sterling
voor. De khedive kon tevreden zijn met
bet zoete winstje, doch Engeland ook,
want het verzekerde zich de supprematie
van het Suezkanaal.
Deze supprematie werd in den wereld-
voornaamste voorwaarde voor het geeste-| oorlog bedreigd door Turkije en in de na-
lyk gezag van den Sultan. Doch men kent bijheid van het kanaal werd menigmaal
ook de moeilijkheden en dot bezwaren van1 slag geleverd. In die dagen was de om-
Eenigen tijd geleden zagen in ons blad
een tweetal artikelen het licht met als
onderwerp „De Reclame", waarin we een
overzicht gaven van hetgeen zich, tot nu
toe op dat gebied heeft voorgedaan. O. a
werden de moderne manieren van reclame
maken besproken, fnaar aangezien de
tegenwoordige tijd wordt gekenmerkt door
snelle veranderingen, hebben zich inmid
dels weer nieuwere en meer origineel©
middelen op den voorgrond geplaatst, die
alleszins waard zijn eens besproken te
worden.
In het officieele orgaan van de vennoot
schap voor reclame bespreekt de heer
L. E. Ivos onder het hoofd „Adverteer
teleferaphisch", een moderno wijze van
reclame, zooals die in Amerika meer en
meer in gebruik komt.
Schrik niet, lezer, want deze wijze van
adverteeren igoet niet letterlijk opgevat
warden. Wij zijn nog niet zoover, dat men
op zekeren dag den telegram krijgt, waar
op bijv. te lezen staat: „Gebruik toch voor
al Keg's thee" of iets dergelijks.
De schrijver van bedoeld artikel wil
slechts zeggen, dat we vooral kort in onze
reclame moeten zijn. Zeg het met een
enkel woord! Verveel de menschen niet
met uitvoerige teksten! Plaats een cliché
met scherpe Hjnen en goed uitkomende
letters in de krant, waarin ge adverteert,
zoodat die menschen bij het openvouwen
reeds zeggen: „Daar heb je-hem weer!"
Zorg er tevens voor origineel te blijven
en u trekt even sterk de aandacht als liet
sensationeels moordartikel op de vóór
pagina. Zoo Is de bedoeling van 's mans
artikel.
Werkelijk om goed te adverteeren moet
men een psycholoog zijnl
In Amerika zijn vele zakenlieden dit
ook. Bovendien gelooft men daar ook be
slist aan de noodzakelijkheid van de
reclame, daar elke zaak van eenige betee
kenis jaarlijks een aanzdenlijk bedrag op
de begrooting voor reclame uittrekt. Een
New-orksche bankier deelde onlangs
mede, dat de Amerikaansche kooplieden
en fabrikanten gedurende de laatste jaren
deer dan zeven milliard goudmarken voor
dit doel hebben uitgegeven.
Als bewijs dat deze enorme kapitalen
tegen hoogen rentevoet uitgezet waren,
voerde de bankier het voorbeeld aan van
een handelsonderneming, die zich op alle
manieren van het maken van reclame be
diende en haar omzet in dei> tijd van acht
jaar met 300 procent zag stijgen.
Door dezen omzet kon de onderneming
haar prijzen aanmerkelijk verlagen, zoo
dat weer een grootere uitbreiding het ge
volg was.
Als tweede bewijs noemde de bankier
de reclame-campugne van de^bloemenza-
ken, die overal adverteerden onder het
motto: Say it with. fldwers (Zeg het met
bloemen).
Langzamerhand kreeg het Amerikaan
sche volk een grootere voorliefde voor
bloemen en ook de arbeidersvrouw kocht
op Zaterdagavond; -een bouquetje. Het
resultaat was, dat de verkoop van losse,
afgesneden bloemen steeg tot 400 procent
in een tijdsverloop van. ongeveer zeven
jaar.
De Californische druivenkweekers heb
ben op eenzelfde manier hun omzet weten
op te voeren. Wie kent nu niet de heer
lijke „Sun-Maid rozijnen" uit het zonnige
Californië?
Uit een en ander blijkt wel, dat de re
clame een voorname factor in het maat
schappelijk leven is geworden, die onge
twijfeld voor vele zaken groote perspec
tieven opent, maar tevens heel wat kost,
Adverteer telegrafisch.
zoodat de middenstander zich afvraagt:
„Maar we kunnen van onzen omzet toch
giet de onkosten aftrekken, noodig voor
een dergelijke reclame?"
Eensdeels heeft de middenstander gelijk
het kleih-bedrijf kan onmogelijk dergelijke
groote onkosten maken, maar daartegen
over staat dat hij een veel beperkter kring
heeft te bereiken. Bovendien kan een
enkele origineele gedachte meer succes
hebben dan een dure reclame-campagne.
Welnu, kan de kleine zakenman nilet even
origineel zijn als zijn grootere collega?
't Is slechts de kwestie iets nieuws te
brengen!
Het publiekv wil nieuws hooren, de da
mes willen weten wat de nieuwste mode
kleur is, de heeren der schepping wat de
nieuwste dessins zijnl
Maar nieuws willen ze hooren, heeren
adverteerders!
Toen de groote modehuizen ln Parijs
na den oorlog verkondigden dat gebreide
jumpers enz. in de mode waren, ging dit
nieuws als een loopend vuurtje door
Europa en binnen korten tijd liep het
halve menschdom de helft van het
zwakke geslachtl met gebreide jumpers.
Waaraan was nu dit groote succes te
danken?
Zeer eenvoudig, deze dracht was niet
anders dan het alledaagsohe, dus het was
nieuw.
De modehuizen lanceerden deze dracht
echter in het geheel niet, omdat ze zoo
mooi was. Hun bedoeling was om van de
ontzaggelijke massa's wol af te komen, die
door stopzetting van de scheepvaart ge
durende de oorlogsjaren in de Z,-Ameri-
kaansche steden opgehoopt waren.
Ook Êier blijkt weer: tactiek is alles!
Deze mededeelhig zal de dames echter
wel een weinig ontnuchteren, maar voor
den adverteerder ligt er een wijze les in.
In het tijdperk, dat de spoorwegen nog
in wording waren, kwam een handige uit
gever op het idee om zijn zettersmaatje op
het perron kranten te laten verkoopen en
weldra was zijn oplaag aanzienlijk groo-
ter. Deze persoon was een denker, steeds
had hij gezocht, vele dingen liepen op een
fiasco uit, maar tenslotte kwam het succes.
Er zijn tegenwoordig geen origineele
middelen meer om reclame te maken, om
dat alles reeds geprobeerd Is, mopperen
velen, maar ze slaan de plank mis. Toen
de eerste trein op de wereld haar reis
maakte dachten de menschen ook, dat de
grens 'bereikt was.
Ook door algemeene samenwerking is
veel te bereiken en in die richting wordt
ook veel gewerkt, we denken slechts aan
de talrijke middenstandsvereenigingen, die
gezamenlijk feesten en wedstrijden orga-
niseeren.
De menschen op te wekken tot koopen
in &igen omgeving is tevens een der be
langrijkste doeleinden dezer lichamen,
maar dan dient men niet te doen als on
langs in zekere stad, waar de midden
standers zelf inkoopdagen naar de hoofd
stad organiseerden.
De reclame kan veel, zeer veel zelfs,
maar ze blijft uit den aard der zaak slechts
een middel.
Is de klant eenmaal den winkel inge
stapt, moet de bediening en de kwaliteit
van het te koop aangebodene de rest doen.
Voldoet het artikel in kwestie niet aan
de eischen, die volgens de reclame aan
haar gesteld kunnen worden, is de keus
gering, dat de klant nog eens terug komty
„Truth in advertising" is de- eenige
succesvolle wegl