E
Vijfde Blad
DE BLINDE OP DE BRUG.
GEMENGD NIEUWS
VAN DINSDAB 31 DECEMBER 1929
Hippolytushoef, Westerland enz.
Landbouw en veeteelt.
Gemaaid en gevischt zeegras.
Bevolking.
Bouwen.
Wegen.
Wat zal 1930 brengen
Den Oever in 1929.
Uitbreiding van Den Oever.
Kerkelijk leven.
Een Chr. 'School
Het Vereenlglngsleven.
Het Koninklijk Bezoek.
De Zuiderzeewerken.
jy vroeg daarstraks op de brug, wat "HJ
toch bewoog, iets aan dien blinde te geven.
Toen wist ik het niet. Maar nu ben ik 61
over gaan nadenken".
(Vervolg van pag. 2 van het 4e blad).
17 December. Van Ged. Staten was
ingekomen de beslissing, dat de gemeente
tot de stichting van de bijzondere lagere
■ohool te Den Oever hare medewerking
behoort te verleenen. Besloten werd van
deze beslissing in beroep te gaan bij de
Kroon Adhaesie werd betuigd aan het
adres van het Comité der Vereeniging
van Burgemeesters en Secretarissen in de
kantons Hoorn, Purmerend, Alkmaar en
Schagen tot het doen vervallen van de
classificatie voor de gemeenten in heft
Bezoldigingsbesluit Van den heer M.
Bakker werd een perceel grond, groot 95
Aren, aangekocht voor een som van
12.500.voor de stichting van een
openbare lagere school te Den Oever. De
kasgeldleening van 100.000.aange
gaan bij de Maatschappij voor Gemeente-
crediet te Amsterdam werd tot 1 Juli 1930
verlengd tegen een rentepercentage van
6 De jaarwedde van den te benoemen
gemeentebode werd vastgesteld op 1000,
met vier 2-jaarlJjksehe verhoogingen van
50.—, klimmende tot 1200.—. Tevens
werd ingesteld de betrekking van con
ciërge op een jaarwedde van 200.
met vrjje woning. De te benoemen bode
zal tevens onbezoldigd veldwachter wor
den. Een voorstel van de Raadsfractie
der S.D.A.P. om een steunregeling te tref
fan voor georganiseerde arbeiders voor
den komenden winter, werd na een lang
durige bespreking verworpen, Wel werd
besloten tot het Instellen van een com
missie van advies betreffende aan onge
organiseerden te verleenen onderstand.
Was de teelt van diverse veldgewassen,
de droge zomer in aanmerking nemende,
vrij goed, daarentegen waren de prijzen
veel lager dan vorig jaar.
De veestapel verkeerde ondanks den
langen winter van 192829 en den daar-
opvolgenden drogen zomer van 1929 in
vrij goede conditie. De zuivelprijzen wa
ren goed alhoewel deze thans in dalende
lijn gaan. De hooibouw was beneden het
middelmatige; zoodat de veehouders hun
beesten niet voldoende konden geven en
veel krachtvoeder moesten toedienen.
Weinig hooi en dure krachtvoeders ma-
1,^ r - a -*~t'
menige koeboer een zwaren fmantieelen
strijd doormaakte.
Eigen bedrijf gaat lang mee, doch de
huurboeren hebben het hard te verant
woorden, om het hoofd boven water te
houden, aangezien de pacht en de belas
tingen in evenredigheid met de inkom
sten, veel te hoog zijn.
De zeegrasmaaierij voor de gemeente
lijke exploitatie was zeer goed en zij, die
er gebruik van maakten, hebben goed
verdiend.
Ook door het opgevischte zeegras, dat
in den nazomer was komen aandrijven,
konden velen flink verdienen.
De palingvisscherij op de Zuiderzee
had een kalm verloop. Er werden geen
groote vangsten gemaakt, doch in den
afgesloten Wieringermeerpolder zijn
groote hoeveelheden gevangen en is door
veel visschers goed verdiend. De overige
visscherij, op wulken, mosselen en ali
kruiken was afwisselend. De prijzen de
zer schelpvissoherij waren flink.
Door vestiging van elders nam de be
volking toe, zoodat de 5000 zielen thans
zijn overschreden. Ook 't vreemdelingen
verkeer, vooral naar de Zuiderzeewerken,
neemt toe. Komen velen met autobussen,
auto's en rijwielen, de meeston worden
gebracht door groote stoombooten. Dit
alles brengt groote levendigheid op het
schiereiland. De voord eelen voor de Wle-
ringer zakenmensohen zijn echter niet
groot, daar de passagiers op de booten
alles kunnen bekomen en de auto-reizi
gers keeren meestal zonder iets te koo-
pen, terug.
In 1929 zijn enorm veel woningen bij
gebouwd, waarvan nog enkele onbewoond.
De hooge huren zullen hiervan wel oor
zaak zijn.
De hoofdwegen verkeeren steeds In
slechten toestand. De gemeente doet wat
zij kan en heeft reeds enkele malen bij
de regeering aangevraagd om subsidie
uit het wegenfonds, doch alles te vergeefs.
Wat zal 1930 ons brengen? Wij weten
het niet, doch zeer zeker door de Zuider
zeewerken weer een drukke beweging.
Geven deze werken aan velen een goed
stuk brood, aan anderen berokkenen zij
schade, daar over den afsluitdijk verschil
lende auto's van het vaste land komen
om hunne waren aan te bieden, terwijl
ook nog vele menschen van hier naar el
ders gaan, om inkoopen te doen, zoodat
tal van zakenmensohen daarvan schade
hebben.
Den Oever stond ook het afgeloopen
jaar weder in het teeken van de Zuiderzee
werken. Het vroeger zoo stille afgelegen
plaatsje btaat nu in het brandpunt van de
belangstelling voor de in uitvoering zijnde
werken en ook in 1929 kregen wij veel
bezoek van excursisten. De groote salon
booten der Nederlandsche Spoorwegen
brachten meerdere malen scheepsladingen
belangstellenden hierheen, teneinde dezen
leizigers de gelegenheid te bieden de veel
besproken Zuiderzeewerken eens meer
van nabij te bezichtigen. Deze bezoeken
waren echter voor het overgroote deel van
te korten duur en de excursisten kunnen
op een dergelijke manier bezwaarlijk een
juist idee krijgen van de grootschheid der
verschillende werken.
Het inwonertal van Den Oever is bui
tengewoon snel gestegen en het is dit
plaatsje dan ook wel aan te zien dat vele
inwoners, in het bijzonder de winkeliers,
voordeel weten te putten uit de omstan
digheid, dat zoovele belanghebbenden bij
de werken er hunne inkoopen doen. In
den loop van het achter ons liggende jaar
toch zijn weer verschillende winkelhuizen
bijgebouwd of zijn reeds bestaande zaken
verbouwd en uitgebreid. Hieronder zijn
winkels die in een groote stad een be
hoorlijk figuur zouden maken.
Ook den uit den aard der omstandighe
den hoog noodzakelijk geworden woning
bouw werd op verschillende punten met
kracht ter hand genomen. In vele dorps
gedeelten zag men dan ook voortdurend
nieuwe woningen verrijzen. O. a. werd in
1929 een aanvang gemaakt met de bebou
wing van een zijstraat aan de Hofstraat,
welke thans geheel voltooid is.
Met de wegverbetering, waaraan even
eens dringend behoefte ontstond door het
steeds toenemende verkeer is men begon
nen en, op eenige uitzonderingen na, zul
len ook de werkzaamheden aan deze ver
betering verbonden spoedig, althans voor-
loopig, tot het verledene behooren. De;
Gasthuisweg is thans eindelijk een „heu-
sche" weg geworden op eenige vol
tooiingswerkzaamheden na.
Doordat, zooals wij reeds memoreerden,
het aantal inwoners steeds grooter werd,
en ook doordat verscheidene schepelin
gen, werkzaam zijnde op de vaartuigen,
welke bij de diverse aannemers in gebruik
zijn, hun domicilie te Den Oever hebben
gekozen^ is men overgegaan tot de stich
ting van een Roomsch-Katholiek hulp-
kerkje op bet Sluisplein, hetwelk in den
afgeloopen zomer op plechtige wijze weird
ingewijd.
'l- - J vi^7 n j'1 rrcijy
arbeiders is gezorgd. Voor hen werd aan
den Gasthuisweg het „Christelijk Tehuis
voor Zuiderzee werkers" gebouwd. In dit
tehuis, waar de werklieden hun vrijen tijd
op aangename en nuttige wijze kunnen
doorbrengen, worden des Zondags Gere
formeerde Kerkdiensten gehouden. Op
andere dagen geelt men er lichtbeelden
en zelfs filmvoorstellingen, welke verband
houden met de godsdienstige richting van
hen, voor wie het tehuis is opgericht.
Naast dit mooie gebouw verrees een
School voor Christelijk Nationaal onder
wijs, ook al omdat daaraan door de zeer
veranderde omstandigheden behoefte was
ontstaan. Deze school, bestaande uit twee
lokalen, werd op 1 November op feeste
lijke wijze in gebruik genomen. Weldra
werd ook het derde leslokaal 'bijgebouwd
en bevolkt, terwijl een vierde lokaal bin
nenkort zal verrijzen.
Wij kregen voorts aan den Sluisweg het
aardige tehuis „Lan in Zicht", welk tehuis
ook in een behoefte bleek te voorzien. In
dit tehuisworden als regel godsdienst
oefeningen gehouden en lezingen voorna
melijk het geestelijk leven betreffende.
De wegverlichting, welke op verschil
lende punten nog veel te wensohen over
liet, werd of zal binnenkort worden verbe
terd. In sommige dorpsgedeelten waar in
1929 geen openbare verlichting/aanwezig
was, zullen in 1930 straatlantaarns hun
licht verspreiden.
De visscherij, waarin een groot gedeelte
der Oeversche bevolking haar bestaan
vindt, ondervond het afgeloopen jaar wei
nig nadeel van de uitvoering der Zuider
zeewerken. Integendeel, de resultaten
mogen bevredigend genoemd worden.
Schokkende gebeurtenissen heeft het
Oostelijk jjeel van Wieringen niet beleefd.
Ernstige ohgevallen, zooals die zoo vaak
by groote werken voorkomen, en waar
voor terecht kon worden gevreesd, hadden
sporadisch plaats. Voor zoover bekend
kwamen ongevallen met doodelyken af
loop by de werken niet voor.
Wat de plaatseiyke vereenigingen aan
gaat, kan worden vermeld, dat deze zich
evenals vorige jaren in een groeiende be
langstelling mochten verheugen. Het aan
tal werd zelfs met eenige nieuwe vereeni
gingen uitgebreid, waarvan wy o. a. noe
men de afdeeling Wieringen van „Toon
kunst", de Ohr. Zangvereeniging, de Chr.
Jongelingsvereeniging, de „Jeugdbond
voor Onthouding" en de dansclub „Spes
Solutum". Een overzicht te geven van het
aangename en' nuttige, hetwelk de diverse
vereenigingen ons boden zou te ver voe
ren, doch een uitzondering meenen wy te
mogen maken voor de Vereeniging tot
bevordering van het onderwys op Ooste
lijk Wieringen, wier schitterend geslaagd
Sint Nicolaasfeest 'hier moge worden ge
memoreerd. Immers, waar in 1927 een
100-tal kinderen door deze vereeniging
■werd bedacht, in 1928 groeide dit aantal
tot ongeveer 250 kleintje*, terwijl ia 1929
de vereeniging voor de taak stond 457
kinderen te bedenken, van welke taak zy
zich, dank zy mede den financleelen steun
der bevolking, op uitnemende wyze wist
te kwyten.
Vermeldden wy reeds in heft kort, dat de
belangstelling voor de Zuiderzeewerken
grooter was dan ooit te voren, de grootste
eer welke Den Oever door de uitvoering
der werken te beurt viel was wel het be
zoek van Hare Majesteit onze Koningin,
vergezeld door Hare Koninklyke Hoogheid
Prinses Juliana. Dat de werken de hooge
bezoeksters buitengewoon boeiden, bleek
overduidelyk uit de omstandigheid, dat
kort daarop ook Hare Majesteit de Ko
ningin-Moeder van hare belangstelling
deed blijken. Daarna bracht Z.K.H. Prins
Hendrik by gelegenheid van een zyner
zeiltochten langs de Wadden een bezoek
aan Den Oever, terwyi de ex-Kroonprins
Wilhelm, Wieringen niet vergetende, be
halve zyn oude bekenden, ook de Zuider
zeewerken met een bezoek vereerde.
Tydens de herstelconferentie in Den
Haag hebben verscheidene gedelegeerden
biyk gegeven groote belangstelling te toó-
nen voor het grootsche project van wijlen
Ir. Dr. C. Lely, over de uitvoering waar
van wy hier nog in bet kort een en ander
laten volgen.
Ondanks het feit dat een strenge winter
een vroegere hervatting der werkzaamhe
den dan 1 April niet gedoogde, was 1929
tot dusverre het recordjaar van een snelle
uitvoering. Dit record demonstreerde zich
het duidelijkst door de afsluiting van de
Wieringermeer, welke twee maanden eer
der dan geraamd tot stand kwam, rul. op
29 Juli, een historische datum in de ge
schiedenis der Zuiderzeedroogmaking.
Voor liefhebbers van cyfers is het inte
ressant te weten dat aan den Wieringer-
meerdyk verwerkt werden tot het tydstip
der sluiting 1.634.000 M'. keileem (het
kostbare bouwmateriaal, hetwelk de Zui
derzee zelf levert), 1.480.000 M'. zand,
93.700 Ma. kraagstuk, terwyi 64.700 Ma.
steenglooiing werd gezet.
Neemt men een kyikje in den sluisput,
dan kent men dezen niet meer terug, zoo
veel is daar in het afgeloopen jaar ver
anderd. Machtige sluislichamen hebben de
plaats ingenomen van wat eens een be-
slykte zeebodem waa
De gemaalput kreeg een geheel ander
aspect doordat het gemaal met de daarby
behoorende gebouwen geheel gereed
kwam en met proefmalen kon worden
aangevangen. Het is thans nog een kwes
tie van dagen dat met het leegmalen van
de Wieringermeer van hieruit kan worden
aangevangen.
Van den dijk, welke eenmaal Wieringen
met Friesland zal verbinden, werd reeds
een lengte van 1100 Meter aan de Wierin-
gerzyde ter hand genomen en op de af
werking na voltooid. Aansluitend aan dit
dyksgedeelte werd in Oostelyke richting
een aanvang gemaakt wat de beteugeling
van de waterbeweging door middel van
zware zinkstufcken, waarover wy in een
artikel, voorkomende in ons blad van 9
Nov. '29, reeds een uiteenzetting gaven.
Laten wy hopen, dat ook het vóór ons
liggende jaar èn voor Den Oever èn voor
de Zuiderzeewerken wederom een gunstig
verloop moge hebben.
OUDEJAARSSCHETS
door
H. G. CANNEGIETER.
(Nadruk verboden).
Steven stond vast in zyn schoenen. Hij
kende de wereld en was wars van senti
mentaliteit. Plichtsgetrouw deed by zyn
werk op het bureau van de spoorwegen en
hy wilde, dat ieder ander het zyne even
plichtsgetrouw zou verrichten. Zyn dag
was ingedeeld naar het spoorboekje en
zyn werkzaamheden kwamen en gingen
met de regelmaat van de treinen. Nooit
was hy een minuut te laat by zijn vrouw
aan den maaltyd en hy eischte van haar
ook, dat deze prompt om zes uur begin
nen zou.
Er was voor Steven geen moeilyker tyd
dan de dagen, waarop hy vacantie had
Dan liep hij stuurloos rond als 'n station
chef, wiens dienstregeling door een spoor-
öudêjaarsdag* taS
middags maar de stad ingestuurd, omdat
hy thuis met zyn ongedurig gedraai haar
nerveus maakte en zy toch al haar zelf
beheersching reeds noodig had voor de
voorbereiding van hot Oudejaarsavond-
partytje.
Ze had vandaag geen gelegenheid, een
behoorlyk middagmaal klaar te maken en
daarom moest haar man maar ergens in
de stad gaan eten. Ongezellig? Nu, van
avond zou hy zyn schade aan gezelligheid
wel inhalen: dan kwamen zyn beide kin
deren thuis, zyn dochter met haar man
en zyn zoon met zyn meisje en bovendien
nog een paar broers van zyn vrouw met
hun familie. Voor zoo'n groote parti,
moest vandaag alles wyken.
Steven had rondgeslenterd in den drui-
lerigen regen en zich geërgerd aan alles
en nog wat. Wat was het verkeer onhan
dig geregeld en wat zorgde de reinigings
dienst slecht voor de straten, En dan al
die malle menschen met hun Oudejaars
avondgezichten nu reeds op klaarlichten
dag. Klaarlichten dagl iet leek er nog al
op met dezen mieserigen regen.
Het meest ergerde» Steven de bede
laars. Het was, of er vandaag geen politie
bestond. Ze schenen vrij spel te hebben;
je struikelde over al die ongure typen met
één arm of met één been of met heelemaal
geen beenen tussc-hen hun krukken. Je
verging van 't gekras van vioolspelers,
't gedrens van harmoricamannen en 't ge
teem van met liedjes ventende vrouwen.
Wat een janboel was't in de stad!
Met een kwaad humeur stapte Steven
de tram uit om ir een lunchroom zyn
maal te gaan nemen, Daar zat er waarem-
pel al weer zoo'n vort op de brug. Steven
werd woedend om dk huichelachtige, zoet
sappige tronie, die il maar mummelde en
met de oogen draai®, als een vriendeiyk-
heids-mechaniek.
Zou je zoo'n kerelnietl Wat een karak
terloosheid kweekte toch dat stompzinni
ge geven.
GEDENK DEN ILINDE stond op het
bordje, dat hy aaneen riem voor zyn
borst had hangen. Hoe kon de politie
zoo'n uitstalling vai akeligheid toelaten;
waarom stopten ze no'n vent niet in het
blinden-instituut; —daar waren toch die
instellingen voor...
Maar natuurlijk, !e vent zou niet wil
len; hy had het zoc beter, nu hij specu
leerde op de sentnentaliteit van het
straatpubliek. Zyn veze pet stond bol van
de dubbeltjes.
Juist liet met vrom gebaar een vrouw
weer een geldstukjein de pet vallen. Het
vriendelykheids-appraat neeg automa
tisch. Bah, wat een 'algelijke vertooning!
Steven passeerde levallig rakelings de
vrouw, terwyl zy har barmhartige daad
verrichtte.
„Waarom doet u at?!", beet hy haar
toe. Hy schrok, zodra 't woord er uit
was. 't Ontviel hei, zonder dat hy 't
eigenlijk zelf wilde wist.
„Doe ik daar somsrerkeerd aan?" vroeg
de vrouw, even hitsterug.
„Góéd in elk geal niet!" snauwde
Steven. Hij keek d vrouw in 't gezicht.
Deze keek ook ha aan en verrast
schoot ze in den lacl
„Steven, ben jij hi
Het was een kennis van hem en zyn
vrouw. Anna was onderwyzeres aan een
armenschool en kwam af en toe wel eens
een avondje praten.
„Dat is ook toevallig!" zei Anna nog
eens.
„Van jou had ik zooiets niet verwacht",
bromde Steven, zelfs door deze verras
sing niet uit het veld geslagen. „Leg me
nou eens uit: wat beweegt je eigenlyk er
toe, zoo'n vent geld te geven en daarmee
de bedelarij aan te moedigen",
Uit Anna's gezicht verdween onmiddel-
lyk de lach,
„Dat weet ik niet", stamelde ze, strak,
„In elk geval deed ik het niet om hèm,
Misschien deed ik -het meer om mezelf.
TTH VlP.ItcO-'■io- l>o
vredïgen. Het is zaliger te geven dan te
ontvangen, bedoel je. Ja-ja, ik begryp je
de heerlykheid van het weldoen 1"
Anna's gezicht klaarde weer op.
„Je kunt wel gelyk hebben", zei ze. „Het
is niet prettig, als je op Oudejaar niemand
hebt om goed voor te zyn. Jy hebt je ge
zin, je kinderen. Ik hebniemand,
Niemand dan deze blinde".
Steven voelde zich onzeker.
„Daaraan had ik niet gedacht", mom
pelde hy, toeschietelyker reeds. „Ja, je
bent eenzaam zoo'n avond. Maar kom met
me mee, dan eten we samen. Myn vrouw
kan me vandaag thuis niet gebruiken. En
als je lust hebt, kun je van avond mee
van de party zyn. Myn kinderen komen,
elk met zyn wederhelft, en de broers van
myn vrouw, 't Zal een gezellig Oudejaar
worden. Doe mee, Anna, je weet, dat je
hartelijk welkom bent",
„Samen eten, goed", antwoordde Anna.
„Als ik je daarmee een plezier doe....
Maar vanavond, nee, hoe vriendelyk
ik het van je vind, daarvan kan niet
komen",
„En je klaagt over je eenzaamheid. Ben
je dan liever vanavond alleen?"
,Jk bèn niet alleen. Ik houd Oudejaars
avond met, schrik niet Steven! met
den blinde!"
..-Wat vertel je me nou? Met den blinde?
Met die vieze vent van de brug?"
„Een vieze vent is -het niet. Heb je hem
wel goed aangekeken? Beschryf me hem
eens. Je bent altyd zoo secuur".
„Wat wil je toch? Je praat zoo vreemd.
Ik begryp er geen steek van. Maar goed
dan. Jn, ik heb dien blinde met bizondere
jelangstelling geobserveerd. Zyn gezicht
trof mij juist omdat hy geen gezicht had.
Een karaktorlooze tronie, zooals zuigelin
gen ze hebben. Maar dan een zuigeling
met rimpels en grijs haar. Zoetsapplg-
vriendeiyk mummelmondje, maar tegelijk
met een valschen, dreigenden grijns. En
dan die oogen zonder licht! Dat flauwe,
mistige, nietszeggende wezen. En die dor
re, vragende handJa, nu merk ik
toch, dat die blinde op de brug indruk op
my gemaakt heeft, dat hy" mij geprikkeld
heeft door het ondoorgrondelyke van zyn
uiterlyk.
En met dien man wou je Oudejaars
avond vieren? Ken je hem dan?"
„Evenmin als je hem kent. Ik zie hem
vandaag voor het eerst. Maar ook op my
heeft hy indruk gemaakt. Weet je aan
wie hy mij onmiddeliyk deed denken? Het
is.... Sylvester in eigen persoon!"
„Je droomt, Anna. Houd me niet voor
den mal. Laten we liever hier binnen gaan
om te eten".
Ze bestelden een maaltyd in de mot
Kerstgroen en lichtjes versierde lunch
room. Een radio-strijkje speelde een pot
pourri van Kerstliederen. Maar het twee
tal gasten kwam niet in de ware feest
stemming. Peinzend kruimelden ze hun
brood en zwijgend lepelden ze hun soep.
Eindelijk hervatte Steven het gesprek.
„Benijd je me niet, Anna, om den ge-
zeUigen kring, die me thuis straks
waentr
„Er wacht my meer!" antwoordde ze
ernstig. „My wacht straks de blinde".
„Begin je weer over die blinde?!"
„Was het toch sentimentaliteit?"
„Als je 't zoo noemen wilt. Zie je: die
blinde, dat is heel die duistere, onbeken
de wereld, waarvan jy in je gezellig ver
lichte huiskamer geen tipje te zien krygt.
Toen ik dien blinde wat gaf, was 't me>
alsof ik iets deed, een kleinigheid moar»
voor die grauwe, naamlooze massa, die
als een zwarte zee van ellende «nze vroo-
ïyke versierde huizen op Oudejaarsavond
omspoelt.Zeker, ik deed verkeerd met
op die wyze de bedelary aan te moedigen,
maar ik dacht niet aan bedelarij. Die blin
de leek een symbool.
„Maar waarom juist die blinde? Waar
om geen van al die andere bedelaars?"
„Is 't ook jou niet, Steven, of je °P
Oudejaarsdag sympathie juist met blin
den voelt? Zyn we zelf geen blinden °P
Oudejaarsdag? Als die hulpelooze man
turen ook wy heden in 't duister vooruit,
strekken ook wy onze tastende handen
uit. Wat zal óns in den schoot vallen?"
„Anna» je bent altyd een bizondere ge
weest. Maar nu wou ik toch, dat je op
hield met je gefantaseer!"
„Jy houdt niet van het spel met den
blinde, hé? Ik begrijp het, Steven. Zóo
zyn er zoovelen vanavond. Ze sluiten zich
op in hun veilig huis; ze omringen zich
met luidruchtig gezelschap; ze .steken alle
kronen en kandelaars aan. Licht, licht,
zooveel mogelyk licht! Ze willen het don
ker daarbuiten vergeten..Ze willen
niet denken aan dien blinden bedelaar op
de brug met zyn nietszeggend gezicht en
z'n vragende hand. Is 't zoo niet, Steven?
„Je raakt aan 't malen daar op je een
zame kamer, 't Zou goed zijn, als je inyn
invitatie maar aannam. We krygen bis
schop met appelbeignets. Myn vrouw
bakt ze zelf...."
„Maak me niets wy», Steven. Ik merk,
dat ook jy in je hart niet ongevoelig bent
voor den bedelaar op de brug. J© bent
een man van stiptheid en orde. Je meet
je weg uit, je deelt je tijd in. En daarom
hindert je het gezicht van dien blinde. Hy
ziet niet vooruit; hy ziet heelemaal niet.
Hy weet niet wat hem wacht en hy moet
maar wachten. Hij strekt de hand uit en
heeft geen vermoeden van wat men hem
toewerpt.
Ik begrijp, dat je je aan hem ergert. Het
prikkelt je, dat hy daar met een vleieuu
vriendelyk gelaat zit, terwyl jy.... JÜ
bent ook blind op Oudejaarsavond, Ste
ven; je moet ook met de oogen dicht de
hand ophouden. Maar jy kunt dit niet
rustig en vriendelijk doen, want 't vloekt
tegen je natuur, die een afgepast plan en
een helder vooruitzicht eischt. Het maakt
je zenuwachtig, dit tasten in het duister.
Dit is niets voor een man van de klok,
die al uit zijn humeur raakt, als hij ó*n
dag in het jaar zijn geregelden maaltyd
mist. Wees bly, dat je tenminste in my
nog gezelschap gevonden hebt, Steven, om
,1e tepoii den blinde te beschermen".
„Je bent nog al gezellig met je luguber
gepraat!"
„Maar nu is mijn taak voorby, want je
vrouw wacht je thuis met de gasten. Ga
naar huis. Steven, steek alle lichten aan,
vier vroolyk Oudejaarsavond en maak
morgen met je bekende stiptheid je be
grooting en je program op voor 't nieuwe
jaar.
Ik moet je verlaten, want de blinde, met
vien ik Oudejaarsavond zal vieren, wacht
mij; de blinde, die jij vreest, maar die
ook jy niet ontloopen zult
Binnenland.
UIT EEN TAXI GESPRONGEN.
Stoker van de Marine gewond.
Vrijdagnacht is op den Rotterdamsche-
weg te Delft naby de kabelfabriek de
24-jarige W. S., stoker hy de Marine, uit
een taxi gesprongen. Hy werd zeer ern
stig gewond. S. is in het gasthuis opge
nomen. Zyn toestand is zorgwekkend.
HEVIG STORMWEER BIJ LOBITIt
Zondagmiddag is op den Ry'n naby
Duitsch Spyk het Duitsche Rynschip
„Der Rhein" uit Ruhrort ten gevolge van
den hevigen storm gezonken. Door toe
vallig in de nabyheid zynde Duitsche
oodsen kon de bemanning worden ge
red. Een groot aantal wrakstukken al*
luiken, houtwerk, het naambord en het
roer dreven by Hollandseh Spyk aan.
boor den Rynschipper Rennings konden
vier schepen, die losgeslagen waren in
veiligheid worden gebracht.
Ook te Lobith woedde een hevige storm.
By den landbouwer Derksen stortte het
goheele achterhuis in. Verschillende tel©7
foonpalen zyn afgeknapt.
EEN SCHIP IN NOOD.
Met maclilneschade binnen ge-
v bracht.
Het Zaterdagnacht van Poortershaven
naar New-York vertrokken Duitsche s.m
„Regoldstein" seinde Zondagmorgen drin
gend om sleepboothulp. De sleepboot
„Humber" maakte het schip by het vuur
schip „Maas" vast en bracht het met
machmeschade behouden te Hoek v»n
Holland binnen.
DE „MADIOEN" NIET LEK.
Sleepbooten ter assistentie ver
trokken.
Omtrent het stoomschip „Madioen" ver
neemt „Het Volk" nog, dat uit Suez sleep-
booten ter assistentie zy'n uitgevaren orU
de positie van het schip op te nemen. Een
Lloyds-telegram, dat de „Madioen" le*
geslagen zou zyn en water zou maken,
wordt door de directie van de Rotterdam-