E Vijfde Blad DE BLINDE OP DE BRUG. GEMENGD NIEUWS VAN DINSDAB 31 DECEMBER 1929 Hippolytushoef, Westerland enz. Landbouw en veeteelt. Gemaaid en gevischt zeegras. Bevolking. Bouwen. Wegen. Wat zal 1930 brengen Den Oever in 1929. Uitbreiding van Den Oever. Kerkelijk leven. Een Chr. 'School Het Vereenlglngsleven. Het Koninklijk Bezoek. De Zuiderzeewerken. jy vroeg daarstraks op de brug, wat "HJ toch bewoog, iets aan dien blinde te geven. Toen wist ik het niet. Maar nu ben ik 61 over gaan nadenken". (Vervolg van pag. 2 van het 4e blad). 17 December. Van Ged. Staten was ingekomen de beslissing, dat de gemeente tot de stichting van de bijzondere lagere ■ohool te Den Oever hare medewerking behoort te verleenen. Besloten werd van deze beslissing in beroep te gaan bij de Kroon Adhaesie werd betuigd aan het adres van het Comité der Vereeniging van Burgemeesters en Secretarissen in de kantons Hoorn, Purmerend, Alkmaar en Schagen tot het doen vervallen van de classificatie voor de gemeenten in heft Bezoldigingsbesluit Van den heer M. Bakker werd een perceel grond, groot 95 Aren, aangekocht voor een som van 12.500.voor de stichting van een openbare lagere school te Den Oever. De kasgeldleening van 100.000.aange gaan bij de Maatschappij voor Gemeente- crediet te Amsterdam werd tot 1 Juli 1930 verlengd tegen een rentepercentage van 6 De jaarwedde van den te benoemen gemeentebode werd vastgesteld op 1000, met vier 2-jaarlJjksehe verhoogingen van 50.—, klimmende tot 1200.—. Tevens werd ingesteld de betrekking van con ciërge op een jaarwedde van 200. met vrjje woning. De te benoemen bode zal tevens onbezoldigd veldwachter wor den. Een voorstel van de Raadsfractie der S.D.A.P. om een steunregeling te tref fan voor georganiseerde arbeiders voor den komenden winter, werd na een lang durige bespreking verworpen, Wel werd besloten tot het Instellen van een com missie van advies betreffende aan onge organiseerden te verleenen onderstand. Was de teelt van diverse veldgewassen, de droge zomer in aanmerking nemende, vrij goed, daarentegen waren de prijzen veel lager dan vorig jaar. De veestapel verkeerde ondanks den langen winter van 192829 en den daar- opvolgenden drogen zomer van 1929 in vrij goede conditie. De zuivelprijzen wa ren goed alhoewel deze thans in dalende lijn gaan. De hooibouw was beneden het middelmatige; zoodat de veehouders hun beesten niet voldoende konden geven en veel krachtvoeder moesten toedienen. Weinig hooi en dure krachtvoeders ma- 1,^ r - a -*~t' menige koeboer een zwaren fmantieelen strijd doormaakte. Eigen bedrijf gaat lang mee, doch de huurboeren hebben het hard te verant woorden, om het hoofd boven water te houden, aangezien de pacht en de belas tingen in evenredigheid met de inkom sten, veel te hoog zijn. De zeegrasmaaierij voor de gemeente lijke exploitatie was zeer goed en zij, die er gebruik van maakten, hebben goed verdiend. Ook door het opgevischte zeegras, dat in den nazomer was komen aandrijven, konden velen flink verdienen. De palingvisscherij op de Zuiderzee had een kalm verloop. Er werden geen groote vangsten gemaakt, doch in den afgesloten Wieringermeerpolder zijn groote hoeveelheden gevangen en is door veel visschers goed verdiend. De overige visscherij, op wulken, mosselen en ali kruiken was afwisselend. De prijzen de zer schelpvissoherij waren flink. Door vestiging van elders nam de be volking toe, zoodat de 5000 zielen thans zijn overschreden. Ook 't vreemdelingen verkeer, vooral naar de Zuiderzeewerken, neemt toe. Komen velen met autobussen, auto's en rijwielen, de meeston worden gebracht door groote stoombooten. Dit alles brengt groote levendigheid op het schiereiland. De voord eelen voor de Wle- ringer zakenmensohen zijn echter niet groot, daar de passagiers op de booten alles kunnen bekomen en de auto-reizi gers keeren meestal zonder iets te koo- pen, terug. In 1929 zijn enorm veel woningen bij gebouwd, waarvan nog enkele onbewoond. De hooge huren zullen hiervan wel oor zaak zijn. De hoofdwegen verkeeren steeds In slechten toestand. De gemeente doet wat zij kan en heeft reeds enkele malen bij de regeering aangevraagd om subsidie uit het wegenfonds, doch alles te vergeefs. Wat zal 1930 ons brengen? Wij weten het niet, doch zeer zeker door de Zuider zeewerken weer een drukke beweging. Geven deze werken aan velen een goed stuk brood, aan anderen berokkenen zij schade, daar over den afsluitdijk verschil lende auto's van het vaste land komen om hunne waren aan te bieden, terwijl ook nog vele menschen van hier naar el ders gaan, om inkoopen te doen, zoodat tal van zakenmensohen daarvan schade hebben. Den Oever stond ook het afgeloopen jaar weder in het teeken van de Zuiderzee werken. Het vroeger zoo stille afgelegen plaatsje btaat nu in het brandpunt van de belangstelling voor de in uitvoering zijnde werken en ook in 1929 kregen wij veel bezoek van excursisten. De groote salon booten der Nederlandsche Spoorwegen brachten meerdere malen scheepsladingen belangstellenden hierheen, teneinde dezen leizigers de gelegenheid te bieden de veel besproken Zuiderzeewerken eens meer van nabij te bezichtigen. Deze bezoeken waren echter voor het overgroote deel van te korten duur en de excursisten kunnen op een dergelijke manier bezwaarlijk een juist idee krijgen van de grootschheid der verschillende werken. Het inwonertal van Den Oever is bui tengewoon snel gestegen en het is dit plaatsje dan ook wel aan te zien dat vele inwoners, in het bijzonder de winkeliers, voordeel weten te putten uit de omstan digheid, dat zoovele belanghebbenden bij de werken er hunne inkoopen doen. In den loop van het achter ons liggende jaar toch zijn weer verschillende winkelhuizen bijgebouwd of zijn reeds bestaande zaken verbouwd en uitgebreid. Hieronder zijn winkels die in een groote stad een be hoorlijk figuur zouden maken. Ook den uit den aard der omstandighe den hoog noodzakelijk geworden woning bouw werd op verschillende punten met kracht ter hand genomen. In vele dorps gedeelten zag men dan ook voortdurend nieuwe woningen verrijzen. O. a. werd in 1929 een aanvang gemaakt met de bebou wing van een zijstraat aan de Hofstraat, welke thans geheel voltooid is. Met de wegverbetering, waaraan even eens dringend behoefte ontstond door het steeds toenemende verkeer is men begon nen en, op eenige uitzonderingen na, zul len ook de werkzaamheden aan deze ver betering verbonden spoedig, althans voor- loopig, tot het verledene behooren. De; Gasthuisweg is thans eindelijk een „heu- sche" weg geworden op eenige vol tooiingswerkzaamheden na. Doordat, zooals wij reeds memoreerden, het aantal inwoners steeds grooter werd, en ook doordat verscheidene schepelin gen, werkzaam zijnde op de vaartuigen, welke bij de diverse aannemers in gebruik zijn, hun domicilie te Den Oever hebben gekozen^ is men overgegaan tot de stich ting van een Roomsch-Katholiek hulp- kerkje op bet Sluisplein, hetwelk in den afgeloopen zomer op plechtige wijze weird ingewijd. 'l- - J vi^7 n j'1 rrcijy arbeiders is gezorgd. Voor hen werd aan den Gasthuisweg het „Christelijk Tehuis voor Zuiderzee werkers" gebouwd. In dit tehuis, waar de werklieden hun vrijen tijd op aangename en nuttige wijze kunnen doorbrengen, worden des Zondags Gere formeerde Kerkdiensten gehouden. Op andere dagen geelt men er lichtbeelden en zelfs filmvoorstellingen, welke verband houden met de godsdienstige richting van hen, voor wie het tehuis is opgericht. Naast dit mooie gebouw verrees een School voor Christelijk Nationaal onder wijs, ook al omdat daaraan door de zeer veranderde omstandigheden behoefte was ontstaan. Deze school, bestaande uit twee lokalen, werd op 1 November op feeste lijke wijze in gebruik genomen. Weldra werd ook het derde leslokaal 'bijgebouwd en bevolkt, terwijl een vierde lokaal bin nenkort zal verrijzen. Wij kregen voorts aan den Sluisweg het aardige tehuis „Lan in Zicht", welk tehuis ook in een behoefte bleek te voorzien. In dit tehuisworden als regel godsdienst oefeningen gehouden en lezingen voorna melijk het geestelijk leven betreffende. De wegverlichting, welke op verschil lende punten nog veel te wensohen over liet, werd of zal binnenkort worden verbe terd. In sommige dorpsgedeelten waar in 1929 geen openbare verlichting/aanwezig was, zullen in 1930 straatlantaarns hun licht verspreiden. De visscherij, waarin een groot gedeelte der Oeversche bevolking haar bestaan vindt, ondervond het afgeloopen jaar wei nig nadeel van de uitvoering der Zuider zeewerken. Integendeel, de resultaten mogen bevredigend genoemd worden. Schokkende gebeurtenissen heeft het Oostelijk jjeel van Wieringen niet beleefd. Ernstige ohgevallen, zooals die zoo vaak by groote werken voorkomen, en waar voor terecht kon worden gevreesd, hadden sporadisch plaats. Voor zoover bekend kwamen ongevallen met doodelyken af loop by de werken niet voor. Wat de plaatseiyke vereenigingen aan gaat, kan worden vermeld, dat deze zich evenals vorige jaren in een groeiende be langstelling mochten verheugen. Het aan tal werd zelfs met eenige nieuwe vereeni gingen uitgebreid, waarvan wy o. a. noe men de afdeeling Wieringen van „Toon kunst", de Ohr. Zangvereeniging, de Chr. Jongelingsvereeniging, de „Jeugdbond voor Onthouding" en de dansclub „Spes Solutum". Een overzicht te geven van het aangename en' nuttige, hetwelk de diverse vereenigingen ons boden zou te ver voe ren, doch een uitzondering meenen wy te mogen maken voor de Vereeniging tot bevordering van het onderwys op Ooste lijk Wieringen, wier schitterend geslaagd Sint Nicolaasfeest 'hier moge worden ge memoreerd. Immers, waar in 1927 een 100-tal kinderen door deze vereeniging ■werd bedacht, in 1928 groeide dit aantal tot ongeveer 250 kleintje*, terwijl ia 1929 de vereeniging voor de taak stond 457 kinderen te bedenken, van welke taak zy zich, dank zy mede den financleelen steun der bevolking, op uitnemende wyze wist te kwyten. Vermeldden wy reeds in heft kort, dat de belangstelling voor de Zuiderzeewerken grooter was dan ooit te voren, de grootste eer welke Den Oever door de uitvoering der werken te beurt viel was wel het be zoek van Hare Majesteit onze Koningin, vergezeld door Hare Koninklyke Hoogheid Prinses Juliana. Dat de werken de hooge bezoeksters buitengewoon boeiden, bleek overduidelyk uit de omstandigheid, dat kort daarop ook Hare Majesteit de Ko ningin-Moeder van hare belangstelling deed blijken. Daarna bracht Z.K.H. Prins Hendrik by gelegenheid van een zyner zeiltochten langs de Wadden een bezoek aan Den Oever, terwyi de ex-Kroonprins Wilhelm, Wieringen niet vergetende, be halve zyn oude bekenden, ook de Zuider zeewerken met een bezoek vereerde. Tydens de herstelconferentie in Den Haag hebben verscheidene gedelegeerden biyk gegeven groote belangstelling te toó- nen voor het grootsche project van wijlen Ir. Dr. C. Lely, over de uitvoering waar van wy hier nog in bet kort een en ander laten volgen. Ondanks het feit dat een strenge winter een vroegere hervatting der werkzaamhe den dan 1 April niet gedoogde, was 1929 tot dusverre het recordjaar van een snelle uitvoering. Dit record demonstreerde zich het duidelijkst door de afsluiting van de Wieringermeer, welke twee maanden eer der dan geraamd tot stand kwam, rul. op 29 Juli, een historische datum in de ge schiedenis der Zuiderzeedroogmaking. Voor liefhebbers van cyfers is het inte ressant te weten dat aan den Wieringer- meerdyk verwerkt werden tot het tydstip der sluiting 1.634.000 M'. keileem (het kostbare bouwmateriaal, hetwelk de Zui derzee zelf levert), 1.480.000 M'. zand, 93.700 Ma. kraagstuk, terwyi 64.700 Ma. steenglooiing werd gezet. Neemt men een kyikje in den sluisput, dan kent men dezen niet meer terug, zoo veel is daar in het afgeloopen jaar ver anderd. Machtige sluislichamen hebben de plaats ingenomen van wat eens een be- slykte zeebodem waa De gemaalput kreeg een geheel ander aspect doordat het gemaal met de daarby behoorende gebouwen geheel gereed kwam en met proefmalen kon worden aangevangen. Het is thans nog een kwes tie van dagen dat met het leegmalen van de Wieringermeer van hieruit kan worden aangevangen. Van den dijk, welke eenmaal Wieringen met Friesland zal verbinden, werd reeds een lengte van 1100 Meter aan de Wierin- gerzyde ter hand genomen en op de af werking na voltooid. Aansluitend aan dit dyksgedeelte werd in Oostelyke richting een aanvang gemaakt wat de beteugeling van de waterbeweging door middel van zware zinkstufcken, waarover wy in een artikel, voorkomende in ons blad van 9 Nov. '29, reeds een uiteenzetting gaven. Laten wy hopen, dat ook het vóór ons liggende jaar èn voor Den Oever èn voor de Zuiderzeewerken wederom een gunstig verloop moge hebben. OUDEJAARSSCHETS door H. G. CANNEGIETER. (Nadruk verboden). Steven stond vast in zyn schoenen. Hij kende de wereld en was wars van senti mentaliteit. Plichtsgetrouw deed by zyn werk op het bureau van de spoorwegen en hy wilde, dat ieder ander het zyne even plichtsgetrouw zou verrichten. Zyn dag was ingedeeld naar het spoorboekje en zyn werkzaamheden kwamen en gingen met de regelmaat van de treinen. Nooit was hy een minuut te laat by zijn vrouw aan den maaltyd en hy eischte van haar ook, dat deze prompt om zes uur begin nen zou. Er was voor Steven geen moeilyker tyd dan de dagen, waarop hy vacantie had Dan liep hij stuurloos rond als 'n station chef, wiens dienstregeling door een spoor- öudêjaarsdag* taS middags maar de stad ingestuurd, omdat hy thuis met zyn ongedurig gedraai haar nerveus maakte en zy toch al haar zelf beheersching reeds noodig had voor de voorbereiding van hot Oudejaarsavond- partytje. Ze had vandaag geen gelegenheid, een behoorlyk middagmaal klaar te maken en daarom moest haar man maar ergens in de stad gaan eten. Ongezellig? Nu, van avond zou hy zyn schade aan gezelligheid wel inhalen: dan kwamen zyn beide kin deren thuis, zyn dochter met haar man en zyn zoon met zyn meisje en bovendien nog een paar broers van zyn vrouw met hun familie. Voor zoo'n groote parti, moest vandaag alles wyken. Steven had rondgeslenterd in den drui- lerigen regen en zich geërgerd aan alles en nog wat. Wat was het verkeer onhan dig geregeld en wat zorgde de reinigings dienst slecht voor de straten, En dan al die malle menschen met hun Oudejaars avondgezichten nu reeds op klaarlichten dag. Klaarlichten dagl iet leek er nog al op met dezen mieserigen regen. Het meest ergerde» Steven de bede laars. Het was, of er vandaag geen politie bestond. Ze schenen vrij spel te hebben; je struikelde over al die ongure typen met één arm of met één been of met heelemaal geen beenen tussc-hen hun krukken. Je verging van 't gekras van vioolspelers, 't gedrens van harmoricamannen en 't ge teem van met liedjes ventende vrouwen. Wat een janboel was't in de stad! Met een kwaad humeur stapte Steven de tram uit om ir een lunchroom zyn maal te gaan nemen, Daar zat er waarem- pel al weer zoo'n vort op de brug. Steven werd woedend om dk huichelachtige, zoet sappige tronie, die il maar mummelde en met de oogen draai®, als een vriendeiyk- heids-mechaniek. Zou je zoo'n kerelnietl Wat een karak terloosheid kweekte toch dat stompzinni ge geven. GEDENK DEN ILINDE stond op het bordje, dat hy aaneen riem voor zyn borst had hangen. Hoe kon de politie zoo'n uitstalling vai akeligheid toelaten; waarom stopten ze no'n vent niet in het blinden-instituut; —daar waren toch die instellingen voor... Maar natuurlijk, !e vent zou niet wil len; hy had het zoc beter, nu hij specu leerde op de sentnentaliteit van het straatpubliek. Zyn veze pet stond bol van de dubbeltjes. Juist liet met vrom gebaar een vrouw weer een geldstukjein de pet vallen. Het vriendelykheids-appraat neeg automa tisch. Bah, wat een 'algelijke vertooning! Steven passeerde levallig rakelings de vrouw, terwyl zy har barmhartige daad verrichtte. „Waarom doet u at?!", beet hy haar toe. Hy schrok, zodra 't woord er uit was. 't Ontviel hei, zonder dat hy 't eigenlijk zelf wilde wist. „Doe ik daar somsrerkeerd aan?" vroeg de vrouw, even hitsterug. „Góéd in elk geal niet!" snauwde Steven. Hij keek d vrouw in 't gezicht. Deze keek ook ha aan en verrast schoot ze in den lacl „Steven, ben jij hi Het was een kennis van hem en zyn vrouw. Anna was onderwyzeres aan een armenschool en kwam af en toe wel eens een avondje praten. „Dat is ook toevallig!" zei Anna nog eens. „Van jou had ik zooiets niet verwacht", bromde Steven, zelfs door deze verras sing niet uit het veld geslagen. „Leg me nou eens uit: wat beweegt je eigenlyk er toe, zoo'n vent geld te geven en daarmee de bedelarij aan te moedigen", Uit Anna's gezicht verdween onmiddel- lyk de lach, „Dat weet ik niet", stamelde ze, strak, „In elk geval deed ik het niet om hèm, Misschien deed ik -het meer om mezelf. TTH VlP.ItcO-'■io- l>o vredïgen. Het is zaliger te geven dan te ontvangen, bedoel je. Ja-ja, ik begryp je de heerlykheid van het weldoen 1" Anna's gezicht klaarde weer op. „Je kunt wel gelyk hebben", zei ze. „Het is niet prettig, als je op Oudejaar niemand hebt om goed voor te zyn. Jy hebt je ge zin, je kinderen. Ik hebniemand, Niemand dan deze blinde". Steven voelde zich onzeker. „Daaraan had ik niet gedacht", mom pelde hy, toeschietelyker reeds. „Ja, je bent eenzaam zoo'n avond. Maar kom met me mee, dan eten we samen. Myn vrouw kan me vandaag thuis niet gebruiken. En als je lust hebt, kun je van avond mee van de party zyn. Myn kinderen komen, elk met zyn wederhelft, en de broers van myn vrouw, 't Zal een gezellig Oudejaar worden. Doe mee, Anna, je weet, dat je hartelijk welkom bent", „Samen eten, goed", antwoordde Anna. „Als ik je daarmee een plezier doe.... Maar vanavond, nee, hoe vriendelyk ik het van je vind, daarvan kan niet komen", „En je klaagt over je eenzaamheid. Ben je dan liever vanavond alleen?" ,Jk bèn niet alleen. Ik houd Oudejaars avond met, schrik niet Steven! met den blinde!" ..-Wat vertel je me nou? Met den blinde? Met die vieze vent van de brug?" „Een vieze vent is -het niet. Heb je hem wel goed aangekeken? Beschryf me hem eens. Je bent altyd zoo secuur". „Wat wil je toch? Je praat zoo vreemd. Ik begryp er geen steek van. Maar goed dan. Jn, ik heb dien blinde met bizondere jelangstelling geobserveerd. Zyn gezicht trof mij juist omdat hy geen gezicht had. Een karaktorlooze tronie, zooals zuigelin gen ze hebben. Maar dan een zuigeling met rimpels en grijs haar. Zoetsapplg- vriendeiyk mummelmondje, maar tegelijk met een valschen, dreigenden grijns. En dan die oogen zonder licht! Dat flauwe, mistige, nietszeggende wezen. En die dor re, vragende handJa, nu merk ik toch, dat die blinde op de brug indruk op my gemaakt heeft, dat hy" mij geprikkeld heeft door het ondoorgrondelyke van zyn uiterlyk. En met dien man wou je Oudejaars avond vieren? Ken je hem dan?" „Evenmin als je hem kent. Ik zie hem vandaag voor het eerst. Maar ook op my heeft hy indruk gemaakt. Weet je aan wie hy mij onmiddeliyk deed denken? Het is.... Sylvester in eigen persoon!" „Je droomt, Anna. Houd me niet voor den mal. Laten we liever hier binnen gaan om te eten". Ze bestelden een maaltyd in de mot Kerstgroen en lichtjes versierde lunch room. Een radio-strijkje speelde een pot pourri van Kerstliederen. Maar het twee tal gasten kwam niet in de ware feest stemming. Peinzend kruimelden ze hun brood en zwijgend lepelden ze hun soep. Eindelijk hervatte Steven het gesprek. „Benijd je me niet, Anna, om den ge- zeUigen kring, die me thuis straks waentr „Er wacht my meer!" antwoordde ze ernstig. „My wacht straks de blinde". „Begin je weer over die blinde?!" „Was het toch sentimentaliteit?" „Als je 't zoo noemen wilt. Zie je: die blinde, dat is heel die duistere, onbeken de wereld, waarvan jy in je gezellig ver lichte huiskamer geen tipje te zien krygt. Toen ik dien blinde wat gaf, was 't me> alsof ik iets deed, een kleinigheid moar» voor die grauwe, naamlooze massa, die als een zwarte zee van ellende «nze vroo- ïyke versierde huizen op Oudejaarsavond omspoelt.Zeker, ik deed verkeerd met op die wyze de bedelary aan te moedigen, maar ik dacht niet aan bedelarij. Die blin de leek een symbool. „Maar waarom juist die blinde? Waar om geen van al die andere bedelaars?" „Is 't ook jou niet, Steven, of je °P Oudejaarsdag sympathie juist met blin den voelt? Zyn we zelf geen blinden °P Oudejaarsdag? Als die hulpelooze man turen ook wy heden in 't duister vooruit, strekken ook wy onze tastende handen uit. Wat zal óns in den schoot vallen?" „Anna» je bent altyd een bizondere ge weest. Maar nu wou ik toch, dat je op hield met je gefantaseer!" „Jy houdt niet van het spel met den blinde, hé? Ik begrijp het, Steven. Zóo zyn er zoovelen vanavond. Ze sluiten zich op in hun veilig huis; ze omringen zich met luidruchtig gezelschap; ze .steken alle kronen en kandelaars aan. Licht, licht, zooveel mogelyk licht! Ze willen het don ker daarbuiten vergeten..Ze willen niet denken aan dien blinden bedelaar op de brug met zyn nietszeggend gezicht en z'n vragende hand. Is 't zoo niet, Steven? „Je raakt aan 't malen daar op je een zame kamer, 't Zou goed zijn, als je inyn invitatie maar aannam. We krygen bis schop met appelbeignets. Myn vrouw bakt ze zelf...." „Maak me niets wy», Steven. Ik merk, dat ook jy in je hart niet ongevoelig bent voor den bedelaar op de brug. J© bent een man van stiptheid en orde. Je meet je weg uit, je deelt je tijd in. En daarom hindert je het gezicht van dien blinde. Hy ziet niet vooruit; hy ziet heelemaal niet. Hy weet niet wat hem wacht en hy moet maar wachten. Hij strekt de hand uit en heeft geen vermoeden van wat men hem toewerpt. Ik begrijp, dat je je aan hem ergert. Het prikkelt je, dat hy daar met een vleieuu vriendelyk gelaat zit, terwyl jy.... JÜ bent ook blind op Oudejaarsavond, Ste ven; je moet ook met de oogen dicht de hand ophouden. Maar jy kunt dit niet rustig en vriendelijk doen, want 't vloekt tegen je natuur, die een afgepast plan en een helder vooruitzicht eischt. Het maakt je zenuwachtig, dit tasten in het duister. Dit is niets voor een man van de klok, die al uit zijn humeur raakt, als hij ó*n dag in het jaar zijn geregelden maaltyd mist. Wees bly, dat je tenminste in my nog gezelschap gevonden hebt, Steven, om ,1e tepoii den blinde te beschermen". „Je bent nog al gezellig met je luguber gepraat!" „Maar nu is mijn taak voorby, want je vrouw wacht je thuis met de gasten. Ga naar huis. Steven, steek alle lichten aan, vier vroolyk Oudejaarsavond en maak morgen met je bekende stiptheid je be grooting en je program op voor 't nieuwe jaar. Ik moet je verlaten, want de blinde, met vien ik Oudejaarsavond zal vieren, wacht mij; de blinde, die jij vreest, maar die ook jy niet ontloopen zult Binnenland. UIT EEN TAXI GESPRONGEN. Stoker van de Marine gewond. Vrijdagnacht is op den Rotterdamsche- weg te Delft naby de kabelfabriek de 24-jarige W. S., stoker hy de Marine, uit een taxi gesprongen. Hy werd zeer ern stig gewond. S. is in het gasthuis opge nomen. Zyn toestand is zorgwekkend. HEVIG STORMWEER BIJ LOBITIt Zondagmiddag is op den Ry'n naby Duitsch Spyk het Duitsche Rynschip „Der Rhein" uit Ruhrort ten gevolge van den hevigen storm gezonken. Door toe vallig in de nabyheid zynde Duitsche oodsen kon de bemanning worden ge red. Een groot aantal wrakstukken al* luiken, houtwerk, het naambord en het roer dreven by Hollandseh Spyk aan. boor den Rynschipper Rennings konden vier schepen, die losgeslagen waren in veiligheid worden gebracht. Ook te Lobith woedde een hevige storm. By den landbouwer Derksen stortte het goheele achterhuis in. Verschillende tel©7 foonpalen zyn afgeknapt. EEN SCHIP IN NOOD. Met maclilneschade binnen ge- v bracht. Het Zaterdagnacht van Poortershaven naar New-York vertrokken Duitsche s.m „Regoldstein" seinde Zondagmorgen drin gend om sleepboothulp. De sleepboot „Humber" maakte het schip by het vuur schip „Maas" vast en bracht het met machmeschade behouden te Hoek v»n Holland binnen. DE „MADIOEN" NIET LEK. Sleepbooten ter assistentie ver trokken. Omtrent het stoomschip „Madioen" ver neemt „Het Volk" nog, dat uit Suez sleep- booten ter assistentie zy'n uitgevaren orU de positie van het schip op te nemen. Een Lloyds-telegram, dat de „Madioen" le* geslagen zou zyn en water zou maken, wordt door de directie van de Rotterdam-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 15