Voor de Kinderen sl VOOR DE VROUWEN. 4 BABBELUURTJE OVER MODE. MANTELGARNTTUREN VAN PERSIANER EN ASTRAKAN. RAADSELS. X Op de kruisjeslijn X komt de naam van een X Nederlandsche stad. X Op de le rij een XXXXXXXXX klinker. X Op de 2e rij een ander X woord voor Grootmoe- X der. X Op de 3e rij een icT" Tot nog toe werden de vellen van Per sianer bont uitsluitend verwerkt tot man tels. Doordat bet een zeer dure bontsoort is, was zoo'n mantel natuurlijk zeer kost baar. Het zeer begrijpelijke gevolg was dat men maar heel zelden zoo'n mantel en daardoor ook de bontsoort zag. De heeren-mode-koningen hebben ech ter er wat op gevonden om dit prachtige gedistingeerde bont wat meer naar voren te brengen. Zij bedachten waarschijnlijk: dat als dit bont meer als gdrneer-mate- geen zeer apart en elegant stond. Boven dien was het slanke effect nog verhoogd door de twee omhoog gerichte punten welke van stof ingezet waren. Een zeer chique en gekleed model was de mantel van zwart Zibli-kasha. De snit was opvallend en bepaald elegant. De met schuine effecten gesneden jas had van voren een kleine „klok"-val en op den rug hing vanaf den rechterschouder als "t ware een kleine aangesneden pellerine af. Elen prachtig royaal garnituur van zwart Persianer vervolmaakte den mantel volkomen. Corry Brens. riaal toegepast werd, dan zou het per mantel veel minder kostbaar zijn en men behield evengoed het gedistingeerde ef fect. De liefhebsters van dit bont kunnen dan nu toch hun „hart-er-aan-ophalen" en 't geeft niet zoo'n geweldig gat in hun beurs zoo'n aankoop van een paar vellen voor 't garnituur. Hoewel, 't is toch in geen geval een „koopje" te noemen, want de soort Is nu eenmaal kostbaar. Maar men kan het nu kiezen als men het als soort prefereert boven skunks, marter, bisam, australisch oppossum e.d., want met deze soorten valt het gelijk te stellen, 't Heeft bovendien nog het voordeel van bijzonder sterk te zijn. Etr is op 't oogenblik ook een 2e soort in den handel welke voor geheele man tels niet gebruikt werd, maar nu voor garnituren heel geschikt zijn, daar ze iets „flossiger" iets minder „massief" toont dan de juist prima kwaliteit. Men kan deze vellen krijgen in bruin en zwart. De mantels waarop men het Persianer ver werkt ziet, loopen nogal uiteen. Zoowel op de sportjas als eenvoudgie morgenjas van Emgelsche stof, als op den chique gekleeden mantel ziet men het. Op den een wat meer, op den ander wat minder, maar 't staat altijd fijn. Ik zag een keurig sportoostuum in drie tinten beige jersey, met bijbehoorende lange cape. De drie tinten waren allen in de jumper verwerkt in aardige zig-zag figuren. Het rokgedeelte en de cape waren uitsluitend van de donkerste kleur beige. De cape had een groote shawl-kraag van beige caracul (van dit laatste zou men zeggen dat het familie van de Persiana is). Dan zag ik nog een keurige eenvoudi ge jas van gemengde donkergrijze stof. Deze jas had een kleine col en verder een paar lange smalle punten op de voor banen der jas van zwart Persianer het moelenissen eener reis ik lig versla gen op het slagveld maar gaat u zitten en vertel ons wat. Och, weest u zoo goed en geef mij eerst die kleine sprei aan, ik ben koud." Het was bijna komisch om aan te zien, hoe hij met angstig gelaat en toch met een waardige houding de sprei bracht en ze Grete met uitgestrekten arm aan reikte. Ik beschouwde die twee een beetje on gerust en ik bemerkte hoé zijn oogen schitterden van bewondering, doch lang zamerhand kon hij ook ongedwongen ant woorden op haar vroolijke opmerkingen. Toen stond zii plotseling op, reikte hem de hand en zei: „Goeden nacht, hartelijk dank voor dezen avond," waarop zé met mij de kamer verliet. Él Toen wij den volgenden morgen in het groote woonvertrek kwamen, was zij in een overmoedigen luim, wij lachten en babbelden, ik viel in een grooten leun stoel neer en zij op de divan en ik vroeg: „Nu Grete, wat denk je vandaag te doen?" „Ik ga eens naar de eenden, kippen en ganzen kijken en ik denk van Tante Elise te leeren, hoe zij die heerlijke koeken bakt Ik zal met mijn nieuw zwart rijkleed gaan rijden en vóór alles zal ik mij ten plicht stellen, den pleohtigen heer Malling eens wat te ontbolsteren. We zijn allesbe halve best met hem af! Roodharig, leelijk en linksch dat is wel een beetje te veel; maar bij gebrek aan beter...." Op dit oogenblik zweeg zij plotseling en werd bleek. Midden in ons praten en EEN WONDERBAARLIJKE REDDING. Het was een donkere stormnacht. Wild en woest gierde de wind; de sneltrein, die Ohicago met San Fransisco verbindt, had een zware taak, stampend en zwoegend vervolgde hij zijn weg. De machinist tuurde in de zwarte duisternis, heel veel had hij nu te verantwoorden. Faalde hij dan toch zouden honderden menschen verongelukken. Daarom verloor hij zoo ver hij zien kon, de rails geen oogenblik uit het oog. De wind gierde als spotte hij met de groote kracht van den trein, het scheen als of hij hem wilde verpletteren. De ramen rinkelden en schudden en menig passagier dacht: „was ik maar vei lig thuis". De trein reed het station van Salt Lake City binnen, om kolen in te nemen. Hijgend en puffend zette hij zich weer in beweging. Plotseling meende de machinist een flauwe schaduw op de rails te bemerken. Wat zou het zijn? 't Ging weer weg, eenigszins verontrust dacht de machinist na, vreemd, daar was het weer. Hij riep de hoofdoonducteur ef bij, en samen beschouwden zij de wonder lijke schaduw. Nu verdween zij weer, en de beide mannen zagen niets meer. „Niet stoppen, 't is misschien een of andere vogel geweest, die door het licht werd aangetrokken," zei de hoofdoonduc teur.. Verder ging de trein, steeds verder, weldra zouden zij de Sacramento kunnen zien liggen en dan nog een korten tijd en het eindstation zou bereikt zijn. Daar ver scheen de schaduw weer, wild fladderend als wilde zij zeggen: „Stop!" Nu trok de machinist aan de noodrem en op 't zelfde oogenblik stond de trein stil. De passa giers kwamen verschrikt aanloopen, en wat. zagen zij, daar voor hen, lag woest lachen zei ons iets ik weet nu nog niet wat dat wij niet alleen in het vertrek waren en wij keerden ons naar dien kant van het groote vertrek waar wij binnen gekomen waren. Daar stond in een hoek een oude, hooge lessenaar met geopende klap, en van die plaats stond de heer Mal ling op, met een brief in de hand! Wij hadden niet omgezien toen wij pratend waren binnengekomen en dus niet be merkt, dat hij daar zat te schrijven en nu Grete's woorden gehoord had. Hij kleurde nu niet, maar werd bleek en in de uitdrukking van zijn gelaat en in zijn houding lag een kalme waardig heid, die ik ondanks mijn schrik moest bewonderen. In dit oogenblik begreep ik, dat hij meer waard was dan al die jonge fatten, die hun vleierijen aan Grete ver kwistten. Hij zocht zijn papieren bij elkaar en zei met gedempte stem, dat hij het betreurde juffrouw Holde gestoord te hebben en eer wij het wisten was hij uit het vertrek verdwenen. Een oogenblik zat Grete als versteend, toen werd ze gloeiend nood, zag mij ont steld aan en zei: „Ach Martha, ik weet niet wat ik er voor zou willen geven, dat hij dit niet ge hoord had!" Zij voelde ook dat de heer Mailing, on danks zijn minder schoon uiterlijk en zijn onbeholpen manieren 'n man was, 'n gentleman, voor wien men respect moest hebben. Ze was ontroostbaar en met stij gende onrust zag ik hun eerste samen zijn tegemoet. Toen wij elkaar echter bij het middag maal terugzagen, was de heer Malling bruisend, de Sacramento, die door regen en storm buiten hare oevers was getre den. De spoorbrug was door den woesten 6troom geheel verbrijzeld. Maar wat was nu de oorzaak van de angstaanwekkende schaduw geweest? Een nachtvlinder was in de lantaarn opgesloten, en had door zijn fladderen de vreemde schaduw op de rails geworpen. Was dit niet een besturing GodS, waren niet door dit onschuldige diertje eenige honderden menschenlevens ge- red? R IS VERKOUDHEID TE VOORKOMEN? Nog niet In dezen natten tijd, vol van verhoud- heden en grieperigheid, vraagt men zich wel eens af, of er aan die lastige verkoud heid nu eens niets te doen is. In het Journal of Hygiëne, komt een artikeltje voor van de drie Engelsche ge leerden Ferguson, Davey en Topley, over bovenstaande vraag, en over de vraag of men verkoudheid kan voorkomen door in spuiting met een vaccin, bereid uit bac teriën, die bij verkoudheid in den neus en keel worden gevonden. Hoewel het resultaat van deze proeven, geheel negatief is geweest, is het toch de moeite waard ze te vermelden, omdat deze verkoudheidsvaccins in Engeland en Amerika veel gebruikt worden en het dus een quaestie van tijd is, dat ze ook hier burgerrecht verkrijgen. Uit het artikeltje blijkt, dat het vaccin van geen nut is geweest, ja eerder zou men zeggen dat uit de medegedeelde ge tallen blijkt, dat het vaooineeren tegen verkoudheid de patiënten meer gevoelig maakt voor deze ziekte. Intusschen zijn de verschillen tusschen de twee groepen van gevaccineerden en niet-gevaocineerden niet zoo heel groot en zij kunnen op het toeval berusten. Wel is merkwaardig, dat eenzelfde resultaat ook in Amerika is verkregen, bij eenzelfde statistiek. Men zou nu ook kun nen denken, dat alleen zij, die bijzonder gevoelig zjjn voor verkoudheid, zich had den laten inenten, maar dit bezwaar geldt niet voor deze Engelsche statistiek, daar hiermee vooruit rekening is gehouden. De schrijvers eindigen hun artikel met de hoop uit te spreken, dat er binnenkort een beter middel tegen deze lastige kwaal zal wórden gevonden; uit hun statistiek blijkt nog eens, hoe lastig zulke herhaal de lichte infecties voor de patiënten zijn. Beste jongens en meisjes! Dank je wel voor al jullie goede wen- sohen, die ik mocht ontvangen, ik hoon dat ze in vervulling gaan, want dan wordt het zeker een fijn jaar voor me. Nu, ik wensch jullie allemaal ook een prettig jaar en hoop dat jullie niet ziek worden, dat je flink je best mag doen op school, gehoorzaam je moeder mag helpen en boodschappen mag doen en.... trouw de raadsels op mag lossen. Vorige week was het moeilijk hè, ik had jullie er al voor gewaarschuwd en er waren er dan ook heel wat die de oplossing niet hebben ge vonden, terwijl ze toch flink hun best heb ben gedaan. Nu enfin, volgenden keer beter. Marie' V., (Koegras), schrijft me dat ze met een nichtje en een vriendinnetje bezig is geweest, om naar de oplossing te zoe ken, en dat ze haar niet konden vinden. Nou, dat verwondert me niets. Stel je voor, drie meisjes bij elkaar. Die babbelen natuurlijk honderd uit. Denk jullie ook niet jongens? En dan komt er immers niets van oplossen? Het was de vorige week ook de laatste keer voor de verloting en dus kan ik hier onder weer de vier gelukkige prijswin naars meedeelen, die vanmiddag vóór vijf uur hun boek op ons kantoor kunnen halen. De prijzen zijn, na loting, ten deel ge vallen aan: w Jan Bremer, Schagenstraat 78. Joh. Dienaar, Langestraat 110 a. J. de Jong, Stakmanbossestraat 24. Piet Spruit, Kanaalweg 161. We gaan dit nieuwe jaar weer met nieuwen moed beginnen, jongens en meis jes, en herinneren er nu nog eens aan, dat alle kinderen van abonné's met het op lossen van de raadsels mee mogen doen en dat, wanneer zij de geheele maand hun raadsels hebben ingezonden, zij meedoen bij de verloting van de prijzen, bestaande uit vier jongens- of meisjesboeken. De raadsels moeten Woensdagsavonds vóór zes uur op ons kantoor bezorgd worden. Oplossingen die later komen kan ik niet meer aannemen. Dus aan den slag, jongens en meisjes, en Woensdag moeten er minstens tien of twintig vriendjes meer meedoen, hoor! Denken jullie er om, kinderen die nu nog niet meedoen? Barend v. H. 't Is wel jammer, Barend, dat je deze maand niet iedere week je raadsels kon inzenden, maar ik vind het best, dat je het nu weer deed, hoor. Ben je erg ziek geweest? En knap je nu alweer op? Ik hoop het maar en wensch je het beste en een spoedige beter schap. Hieronder laat ik nog een raadsel op rijm volgen, ingezonden door een van mijn vriendinnetjes, die zelfs de jongens volkomen kalm ernstig en beleefd; Grete's wangen daarentegen gloeiden. Zij spra ken niet met elkaar en dezen keer moest ik het gesprek gaande houden. In den loop van dem dag zagen. wev elkan der meermalen, en Malling was jegens Grete steeds onberispelijk beleefd, zooals tegen ons allen, hij sprak echter slechts tot haar, wanneer de goede toon het eischte, en was voortdurend gereserveerd en kalm in zijn optreden. Ik vond dat deze kalmte en ernst hem zeer goed stonden, hij beviel mij beter dan den eersten dag, toen Grete's uitdagende manieren hem schuw en verlegen maakten. Nu. Langzamerhand begonnen zij weer met elkaar te spreken, maar Grete's hou ding was zoo volkomen veranderd, ze was niet meer zoo bruusk en levendig, ze be- heerschte zich, als haar spotlust boven kwam, maar daarmee had zij ook iets van haar betoovering ingeboet. De heer Mal ling scheen deze verandering ook op te merken, want als hij schijnbaar zat te le zen, keek hij over zijn boek, of courant haar heimelijk in haar lief gelaat, waar van de geheel veranderde uitdrukking den opmerkzamen waarnemer heel wat verried. Toen wij den morgen daarna voor de thee beneden kwamen, was hij niet in de kamer. Oom zei ons, dat hij in de stad bil een zieken vriend was geroepen. „Hij verzocht mij, de dames te groeten," voeg de Oom erbij. Wij zwegen beiden, doch toen wij al leen waren, barstte Grete eensklaps los: „Den hemel zij dank, dat hij weg is, nu beschaamd maakt door haar Ijverig oplos sen en inzenden op rijm. Kindervriend. Ik heb de oplossing gevonden1 mijnheer, Hoewel het niet erg meeviel dezen keer. Maar na lang zoeken en denkeni, Kan ik u mijn oplossing sahenken. Sylvester herinnert ons aan het einde van het jaar, Om bij 't nieuwe een goed1 begin te maken met elkaar. Sint Sylvester viert weer feest, En al wat voorbij is, is geweest, We zullen nu met blijde zinnen, Het nieuwe jaar maar weer beginnen. Ik hoop 1930 voor groot en klein Een jaar van' geluk en voorspoed moge zijn, Alsook voor u, mijnheer de redacteur, Dan stelt u ons ook vast niet met de prijzen teleur. Hartelijk gegroet, Annie v. d. Brink. -(o)- DE HELDERZIENDE RLÏNDE. Een arme blinde man, die met borstels en (manden maken een schamel stuk brood verdiende, erfde eens duizend gulden. Deze som vertegenwoordigde een schat voor den man, zoodat hij bang was, het geld in huis te bewaren. Hij wilde zoo spoedig mogelijk den notaris van het dorp raadplegen, doch daar deze een goed uur ver woonde en de blinde niet zoo spoedig wist wie hem op den tocht er heen gelei den zou, besloot hij zijn schat een poosje te verstoppen. Maar waar een veilige plaats te vinden. In het kleine huisje was geen verborgen plekje, waar iemand met goede oogen het geld niet dadelijk zou zien. Dan moest hij het miaar begraven, vanavond vóór hij ging slapen. Zoo gedacht, zoo gedaan. De blinde bleef lang aan het werk dien avond, om meer zekerheid te hebben, dat het heele dorp slapen zou en hij dus onbesoied zijn schat begraven kon. De blinde zocht een hoekje in zijn tuin, spitte heel zachtjes een diep gat, liet een sigarenkistje er in neer., waarin de duizend gulden verbor gen was, bedekte dit weer zorgvuldig met aarde en legde er een steen bovenop, om weer gemakkelijk de bergplaats te vinden. Daarna ging hij rustig slapen. Den volgenden avond wilde hij even onderzoeken, of zijn schat er nog was. Hij groef onder de plaats, waar de steen lag, doch.kon niets vinden. Daar hij zeker was blinden kunnen tastend heel juist een plaats bepalen dat hij op de zelfde plek als den vorigen avond ge graven had, begreep bij, dat zijn schat gestolen was. Diep terneergeslagen keerde hij in huis terug en bracht den nacht niet slapende, doch wakende door. ben ik tenminste bevrijd van die verwij tende oogen, die overal en altijd op mij gericht waren. En wat heb ik dan eigen lijk voor slechts gedaan?" „Je hebt hem belachelijk gemaakt, Grete". „Och, dat was immers maar scherts en ik kon toch niet vermoeden, dat hij het hooren zou en nu is hiji weg, en heeft niet eens afscheid genomen; ik zal hem nooit vergeving kunnen vragen voor mijn leelijke woorden". Ze staarde mij aan. „Ja, zeker, wou ik dat ik moest hem toch weer vroolijk trachten te maken hij mag niet rondloopen treurend over zijn leelijke haar en gelaat, waarover ik zoo graag eens met de hand zou willen strijken. Als hij nu hier was, ging ik dadelijk naar hem toe en ik. zou hem zeg gen „Wat?" „Dat ik hem liefheb en niet zonder hem kan leven dat hij in mijn oogen volstrekt niet leelijk is, dat hij knap en handig is, en de eenige onder alle mannen, die ik ken, die wat waard is. En nu is hij heen gegaan, zonder afscheid te nemen. O. Martha 1" En zij brak los in een stroom van tranen. „Hij zal toch wel terugkomen", sprak ik kalmeerend. „Ja, maar wat baat mij dat, als hij mij niet lijden mag, omdat ik lichtzinnig, coquet en oppervlakkig ben in zijn oog. „En, goedhartig en mooi en verliefd! Dit laatste zal nog wel een weinig baten, Grete". Den volgenden dag deed hij of er niets gebeurd was. Hij floot en zong onder zijn werk als gewoonlijk en toen hij gerucht hoorde in den tuin van zijn buurman, ging hij ook naar buiten en sprak na een praatje over het weer tot dezen: „Beste buurman, kunnen we even vertrouwelijk samen spreken. Zijn er geen .luisteraars in de buurt, want ik heb je een gewichtig geheim mee te doelen. „Br is geen mensch dan ik, buur," ant woordde de man. „Wat wilde je vertel len?" En de blinde fluisterde: „Je moet weten, dat ik een erfenis gekregen heb van tien duizend gulden. Eerst was ik van plan het geld op tien verschillende bergplaat sen te verstoppen, (maar ik kan in mijh huisje geen veilig plekje vinden. Nu heb ik duizend gulden ergens in mijn tuin begraven. Lijkt het joiu ook niet het beste, dat ik daar alles begraaf? Wie zal in den tuin van een armen blinde naar geld zoe ken?" De buurtman was het volmaakt met den blinde eens. Hij vond het zelfs raadzaam de erfenis zoo gauw mogelijk in veilig heid te brengen. „Er loopt tegenwoordig veel kwaad volk in de dorpen!" zei hij. De blinde bedankte voor den goeden raad en ging weer aan zijn werk, na zijn buurman nog stilzwijgendheid verzocht te hebben. Toen de blinde dien avond weer op de- zelfde plaats in den tuin groef, lag zijn schat er weer en jullie begrijpt, dat de ge lukkige man in zijn vuistje lachte om zijn slimheid, waarmee hij den valschen buur man doorzien had. De buurman groef en 'groef dien nacht, doch tevergeefs. In plaats van nog negeni duizend gulden meer te kunnen stelen dan den vorigen avond, was hij nu ook zijn eerste buit van duizend gulden weer kwijt. Oplossing van het vorige raadsel. S t I n k 0 N ij n t j 0 T t e r (of fietser) edelS tebn hockeY sti ck SINTSYLVESTER appelVent er denHE1d e r m e e S ter P e T e r p E t R Goede oplossingen ontvangen van: J. A; B. B.; J. B.; P. B.; J. B.; A^y. d. B.; A. D.; J. D.; S. D.; B. v. H.; D. R. L; J. de J.; P. K.; H. K.; T. W. K.; H. K.; S. K.; J. J. P.; O. en D. R.; O. R.; J. K. S.; P. S.; Sj. T. en J. en P. W. Zelfgemaakte raadsels ontvangen van: D. R. I. en B. v. H. Nieuwe raadsels. L Het woord bestaat uit twee letter grepen en is de naam van een oceaan bewoner. Elke lettergreep is een bijvoeglijk naam woord met een prettige beteekenis. Ingez. door F. B. H klein familielid. Op de 4e rij een ander woord voor vroolijke drukte. Op de 6e ró het gevraagde woord. Op de 6e rij een ander woord voor cy- lindervormig. Op de 7e rij een soort slang. Op de 8e rij een viervoetig dier. Op de 9e rij een medeklinker. Nu kinderen, zei de onderwijzeres, nu zal ik je wat van den hippopotamus) vertellen, maar je zult er geen denkbeeld van kunnen krijgen, hoe dat dier er Uit ziet, wanneer je niet heel goed oplet en mij aldoor aankijkt. Ik geloof wel dat Oom vermoedde wat er tusschen die twee gaande was; hij had aan Malling geschreven of hij spoedig terugkwam, want de dames misten hem zoo. De heer Malling bleef echter standvas tig en liet vier weken niets van zich hoo ren, doch toen hij op zekeren dag onver wachts de kamer binnentrad, was Grete de eerste, die hij begroette. Haar diepe oogen schitterden hem tegen, zoodat een glans van hoop en geluk over zijn ver heugd gezicht gleed. Of Grete hem werkelijk met woorden gezegd heeft wat ze mij toevertrouwde, of dat hij het in haar oogen gelezen heeft, dat weet ik niet, maar wel weet ik dat tegen het einde van den zomer, Grete en Malling zulke goede vrienden waren, dat zij voo r hun gansche leven niet meer wil den scheiden. Den volgenden zomer wer den zij een paar en ik heb nooit schoener bruid of gelukkiger bruidegom gezien. Ja zoo was dit verblijf op het landgoed voor velen gewichtig geworden", besloot tante, „voor velen!" Ik staarde in tante Martha's lief, goe dig gelaat met het weemoedig lachje om. de lippen, en ik dacht er aan, dat tante, zooals Moeder mij verteld heeft, verschei dene huwelijksaanzoeken heeft afgesla gen, omdat zij in haar jeugd een man be mind heeft, dien zii niet krijgen kon. Nu meen ik te weten, wie dat was. G. iCt «nig W If ne;$j raiami"; R[ ae<J .Iïw/1 rimsH 3 aed a rif) I ad08 uooisd 1 J19<I iü eH jaelJ 'Oihj mes; :ooS orff'j 1fiOO Lril| ïsG slq C(6V sJiq ii ii 3» -«■ ■„.S lil

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 8