Voor de Kinderen
sl
VOOR DE VROUWEN.
4
BABBELUURTJE OVER MODE.
MANTELGARNTTUREN VAN
PERSIANER EN ASTRAKAN.
RAADSELS.
X Op de kruisjeslijn
X komt de naam van een
X Nederlandsche stad.
X Op de le rij een
XXXXXXXXX klinker.
X Op de 2e rij een ander
X woord voor Grootmoe-
X der.
X Op de 3e rij een
icT"
Tot nog toe werden de vellen van Per
sianer bont uitsluitend verwerkt tot man
tels. Doordat bet een zeer dure bontsoort
is, was zoo'n mantel natuurlijk zeer kost
baar. Het zeer begrijpelijke gevolg was
dat men maar heel zelden zoo'n mantel
en daardoor ook de bontsoort zag.
De heeren-mode-koningen hebben ech
ter er wat op gevonden om dit prachtige
gedistingeerde bont wat meer naar voren
te brengen. Zij bedachten waarschijnlijk:
dat als dit bont meer als gdrneer-mate-
geen zeer apart en elegant stond. Boven
dien was het slanke effect nog verhoogd
door de twee omhoog gerichte punten
welke van stof ingezet waren.
Een zeer chique en gekleed model was
de mantel van zwart Zibli-kasha. De snit
was opvallend en bepaald elegant. De met
schuine effecten gesneden jas had van
voren een kleine „klok"-val en op den rug
hing vanaf den rechterschouder als "t
ware een kleine aangesneden pellerine
af. Elen prachtig royaal garnituur van
zwart Persianer vervolmaakte den mantel
volkomen.
Corry Brens.
riaal toegepast werd, dan zou het per
mantel veel minder kostbaar zijn en men
behield evengoed het gedistingeerde ef
fect. De liefhebsters van dit bont kunnen
dan nu toch hun „hart-er-aan-ophalen" en
't geeft niet zoo'n geweldig gat in hun
beurs zoo'n aankoop van een paar vellen
voor 't garnituur. Hoewel, 't is toch in
geen geval een „koopje" te noemen, want
de soort Is nu eenmaal kostbaar. Maar
men kan het nu kiezen als men het als
soort prefereert boven skunks, marter,
bisam, australisch oppossum e.d., want
met deze soorten valt het gelijk te stellen,
't Heeft bovendien nog het voordeel van
bijzonder sterk te zijn.
Etr is op 't oogenblik ook een 2e soort
in den handel welke voor geheele man
tels niet gebruikt werd, maar nu voor
garnituren heel geschikt zijn, daar ze iets
„flossiger" iets minder „massief" toont
dan de juist prima kwaliteit. Men kan
deze vellen krijgen in bruin en zwart. De
mantels waarop men het Persianer ver
werkt ziet, loopen nogal uiteen. Zoowel
op de sportjas als eenvoudgie morgenjas
van Emgelsche stof, als op den chique
gekleeden mantel ziet men het. Op den
een wat meer, op den ander wat minder,
maar 't staat altijd fijn.
Ik zag een keurig sportoostuum in drie
tinten beige jersey, met bijbehoorende
lange cape.
De drie tinten waren allen in de jumper
verwerkt in aardige zig-zag figuren. Het
rokgedeelte en de cape waren uitsluitend
van de donkerste kleur beige. De cape
had een groote shawl-kraag van beige
caracul (van dit laatste zou men zeggen
dat het familie van de Persiana is).
Dan zag ik nog een keurige eenvoudi
ge jas van gemengde donkergrijze stof.
Deze jas had een kleine col en verder een
paar lange smalle punten op de voor
banen der jas van zwart Persianer het
moelenissen eener reis ik lig versla
gen op het slagveld maar gaat u zitten
en vertel ons wat. Och, weest u zoo goed
en geef mij eerst die kleine sprei aan, ik
ben koud."
Het was bijna komisch om aan te zien,
hoe hij met angstig gelaat en toch met
een waardige houding de sprei bracht en
ze Grete met uitgestrekten arm aan
reikte.
Ik beschouwde die twee een beetje on
gerust en ik bemerkte hoé zijn oogen
schitterden van bewondering, doch lang
zamerhand kon hij ook ongedwongen ant
woorden op haar vroolijke opmerkingen.
Toen stond zii plotseling op, reikte hem
de hand en zei: „Goeden nacht, hartelijk
dank voor dezen avond," waarop zé met
mij de kamer verliet.
Él
Toen wij den volgenden morgen in het
groote woonvertrek kwamen, was zij in
een overmoedigen luim, wij lachten en
babbelden, ik viel in een grooten leun
stoel neer en zij op de divan en ik vroeg:
„Nu Grete, wat denk je vandaag te
doen?"
„Ik ga eens naar de eenden, kippen en
ganzen kijken en ik denk van Tante Elise
te leeren, hoe zij die heerlijke koeken
bakt Ik zal met mijn nieuw zwart rijkleed
gaan rijden en vóór alles zal ik mij ten
plicht stellen, den pleohtigen heer Malling
eens wat te ontbolsteren. We zijn allesbe
halve best met hem af! Roodharig, leelijk
en linksch dat is wel een beetje te veel;
maar bij gebrek aan beter...."
Op dit oogenblik zweeg zij plotseling
en werd bleek. Midden in ons praten en
EEN WONDERBAARLIJKE
REDDING.
Het was een donkere stormnacht. Wild
en woest gierde de wind; de sneltrein, die
Ohicago met San Fransisco verbindt, had
een zware taak, stampend en zwoegend
vervolgde hij zijn weg. De machinist
tuurde in de zwarte duisternis, heel veel
had hij nu te verantwoorden. Faalde hij
dan toch zouden honderden menschen
verongelukken. Daarom verloor hij zoo
ver hij zien kon, de rails geen oogenblik
uit het oog. De wind gierde als spotte hij
met de groote kracht van den trein, het
scheen als of hij hem wilde verpletteren.
De ramen rinkelden en schudden en
menig passagier dacht: „was ik maar vei
lig thuis". De trein reed het station van
Salt Lake City binnen, om kolen in te
nemen. Hijgend en puffend zette hij zich
weer in beweging. Plotseling meende de
machinist een flauwe schaduw op de
rails te bemerken. Wat zou het zijn?
't Ging weer weg, eenigszins verontrust
dacht de machinist na, vreemd, daar was
het weer. Hij riep de hoofdoonducteur ef
bij, en samen beschouwden zij de wonder
lijke schaduw.
Nu verdween zij weer, en de beide
mannen zagen niets meer.
„Niet stoppen, 't is misschien een of
andere vogel geweest, die door het licht
werd aangetrokken," zei de hoofdoonduc
teur..
Verder ging de trein, steeds verder,
weldra zouden zij de Sacramento kunnen
zien liggen en dan nog een korten tijd en
het eindstation zou bereikt zijn. Daar ver
scheen de schaduw weer, wild fladderend
als wilde zij zeggen: „Stop!" Nu trok de
machinist aan de noodrem en op 't zelfde
oogenblik stond de trein stil. De passa
giers kwamen verschrikt aanloopen, en
wat. zagen zij, daar voor hen, lag woest
lachen zei ons iets ik weet nu nog niet
wat dat wij niet alleen in het vertrek
waren en wij keerden ons naar dien kant
van het groote vertrek waar wij binnen
gekomen waren. Daar stond in een hoek
een oude, hooge lessenaar met geopende
klap, en van die plaats stond de heer Mal
ling op, met een brief in de hand! Wij
hadden niet omgezien toen wij pratend
waren binnengekomen en dus niet be
merkt, dat hij daar zat te schrijven en
nu Grete's woorden gehoord had.
Hij kleurde nu niet, maar werd bleek
en in de uitdrukking van zijn gelaat en
in zijn houding lag een kalme waardig
heid, die ik ondanks mijn schrik moest
bewonderen. In dit oogenblik begreep ik,
dat hij meer waard was dan al die jonge
fatten, die hun vleierijen aan Grete ver
kwistten. Hij zocht zijn papieren bij
elkaar en zei met gedempte stem, dat hij
het betreurde juffrouw Holde gestoord
te hebben en eer wij het wisten was hij
uit het vertrek verdwenen.
Een oogenblik zat Grete als versteend,
toen werd ze gloeiend nood, zag mij ont
steld aan en zei:
„Ach Martha, ik weet niet wat ik er
voor zou willen geven, dat hij dit niet ge
hoord had!"
Zij voelde ook dat de heer Mailing, on
danks zijn minder schoon uiterlijk en zijn
onbeholpen manieren 'n man was, 'n
gentleman, voor wien men respect moest
hebben. Ze was ontroostbaar en met stij
gende onrust zag ik hun eerste samen
zijn tegemoet.
Toen wij elkaar echter bij het middag
maal terugzagen, was de heer Malling
bruisend, de Sacramento, die door regen
en storm buiten hare oevers was getre
den. De spoorbrug was door den woesten
6troom geheel verbrijzeld. Maar wat was
nu de oorzaak van de angstaanwekkende
schaduw geweest? Een nachtvlinder was
in de lantaarn opgesloten, en had door
zijn fladderen de vreemde schaduw op de
rails geworpen.
Was dit niet een besturing GodS,
waren niet door dit onschuldige diertje
eenige honderden menschenlevens ge-
red? R
IS VERKOUDHEID TE VOORKOMEN?
Nog niet
In dezen natten tijd, vol van verhoud-
heden en grieperigheid, vraagt men zich
wel eens af, of er aan die lastige verkoud
heid nu eens niets te doen is.
In het Journal of Hygiëne, komt een
artikeltje voor van de drie Engelsche ge
leerden Ferguson, Davey en Topley, over
bovenstaande vraag, en over de vraag of
men verkoudheid kan voorkomen door in
spuiting met een vaccin, bereid uit bac
teriën, die bij verkoudheid in den neus en
keel worden gevonden.
Hoewel het resultaat van deze proeven,
geheel negatief is geweest, is het toch de
moeite waard ze te vermelden, omdat
deze verkoudheidsvaccins in Engeland en
Amerika veel gebruikt worden en het
dus een quaestie van tijd is, dat ze ook
hier burgerrecht verkrijgen.
Uit het artikeltje blijkt, dat het vaccin
van geen nut is geweest, ja eerder zou
men zeggen dat uit de medegedeelde ge
tallen blijkt, dat het vaooineeren tegen
verkoudheid de patiënten meer gevoelig
maakt voor deze ziekte.
Intusschen zijn de verschillen tusschen
de twee groepen van gevaccineerden en
niet-gevaocineerden niet zoo heel groot en
zij kunnen op het toeval berusten.
Wel is merkwaardig, dat eenzelfde
resultaat ook in Amerika is verkregen, bij
eenzelfde statistiek. Men zou nu ook kun
nen denken, dat alleen zij, die bijzonder
gevoelig zjjn voor verkoudheid, zich had
den laten inenten, maar dit bezwaar geldt
niet voor deze Engelsche statistiek, daar
hiermee vooruit rekening is gehouden.
De schrijvers eindigen hun artikel met
de hoop uit te spreken, dat er binnenkort
een beter middel tegen deze lastige kwaal
zal wórden gevonden; uit hun statistiek
blijkt nog eens, hoe lastig zulke herhaal
de lichte infecties voor de patiënten zijn.
Beste jongens en meisjes!
Dank je wel voor al jullie goede wen-
sohen, die ik mocht ontvangen, ik hoon
dat ze in vervulling gaan, want dan wordt
het zeker een fijn jaar voor me. Nu, ik
wensch jullie allemaal ook een prettig
jaar en hoop dat jullie niet ziek worden,
dat je flink je best mag doen op school,
gehoorzaam je moeder mag helpen en
boodschappen mag doen en.... trouw de
raadsels op mag lossen. Vorige week was
het moeilijk hè, ik had jullie er al voor
gewaarschuwd en er waren er dan ook
heel wat die de oplossing niet hebben ge
vonden, terwijl ze toch flink hun best heb
ben gedaan. Nu enfin, volgenden keer
beter.
Marie' V., (Koegras), schrijft me dat ze
met een nichtje en een vriendinnetje bezig
is geweest, om naar de oplossing te zoe
ken, en dat ze haar niet konden vinden.
Nou, dat verwondert me niets. Stel je
voor, drie meisjes bij elkaar. Die babbelen
natuurlijk honderd uit. Denk jullie ook
niet jongens? En dan komt er immers
niets van oplossen?
Het was de vorige week ook de laatste
keer voor de verloting en dus kan ik hier
onder weer de vier gelukkige prijswin
naars meedeelen, die vanmiddag vóór vijf
uur hun boek op ons kantoor kunnen
halen.
De prijzen zijn, na loting, ten deel ge
vallen aan: w
Jan Bremer, Schagenstraat 78.
Joh. Dienaar, Langestraat 110 a.
J. de Jong, Stakmanbossestraat 24.
Piet Spruit, Kanaalweg 161.
We gaan dit nieuwe jaar weer met
nieuwen moed beginnen, jongens en meis
jes, en herinneren er nu nog eens aan, dat
alle kinderen van abonné's met het op
lossen van de raadsels mee mogen doen
en dat, wanneer zij de geheele maand hun
raadsels hebben ingezonden, zij meedoen
bij de verloting van de prijzen, bestaande
uit vier jongens- of meisjesboeken. De
raadsels moeten Woensdagsavonds vóór
zes uur op ons kantoor bezorgd worden.
Oplossingen die later komen kan ik niet
meer aannemen.
Dus aan den slag, jongens en meisjes,
en Woensdag moeten er minstens tien
of twintig vriendjes meer meedoen, hoor!
Denken jullie er om, kinderen die nu nog
niet meedoen?
Barend v. H. 't Is wel jammer,
Barend, dat je deze maand niet iedere
week je raadsels kon inzenden, maar ik
vind het best, dat je het nu weer deed,
hoor. Ben je erg ziek geweest? En knap
je nu alweer op? Ik hoop het maar en
wensch je het beste en een spoedige beter
schap.
Hieronder laat ik nog een raadsel op
rijm volgen, ingezonden door een van
mijn vriendinnetjes, die zelfs de jongens
volkomen kalm ernstig en beleefd; Grete's
wangen daarentegen gloeiden. Zij spra
ken niet met elkaar en dezen keer moest
ik het gesprek gaande houden.
In den loop van dem dag zagen. wev elkan
der meermalen, en Malling was jegens
Grete steeds onberispelijk beleefd, zooals
tegen ons allen, hij sprak echter slechts
tot haar, wanneer de goede toon het
eischte, en was voortdurend gereserveerd
en kalm in zijn optreden. Ik vond dat deze
kalmte en ernst hem zeer goed stonden,
hij beviel mij beter dan den eersten dag,
toen Grete's uitdagende manieren hem
schuw en verlegen maakten.
Nu. Langzamerhand begonnen zij weer
met elkaar te spreken, maar Grete's hou
ding was zoo volkomen veranderd, ze was
niet meer zoo bruusk en levendig, ze be-
heerschte zich, als haar spotlust boven
kwam, maar daarmee had zij ook iets van
haar betoovering ingeboet. De heer Mal
ling scheen deze verandering ook op te
merken, want als hij schijnbaar zat te le
zen, keek hij over zijn boek, of courant
haar heimelijk in haar lief gelaat, waar
van de geheel veranderde uitdrukking
den opmerkzamen waarnemer heel wat
verried.
Toen wij den morgen daarna voor de
thee beneden kwamen, was hij niet in de
kamer. Oom zei ons, dat hij in de stad bil
een zieken vriend was geroepen. „Hij
verzocht mij, de dames te groeten," voeg
de Oom erbij.
Wij zwegen beiden, doch toen wij al
leen waren, barstte Grete eensklaps los:
„Den hemel zij dank, dat hij weg is, nu
beschaamd maakt door haar Ijverig oplos
sen en inzenden op rijm.
Kindervriend.
Ik heb de oplossing gevonden1 mijnheer,
Hoewel het niet erg meeviel dezen keer.
Maar na lang zoeken en denkeni,
Kan ik u mijn oplossing sahenken.
Sylvester herinnert ons aan het einde van het
jaar,
Om bij 't nieuwe een goed1 begin te maken met
elkaar.
Sint Sylvester viert weer feest,
En al wat voorbij is, is geweest,
We zullen nu met blijde zinnen,
Het nieuwe jaar maar weer beginnen.
Ik hoop 1930 voor groot en klein
Een jaar van' geluk en voorspoed moge zijn,
Alsook voor u, mijnheer de redacteur,
Dan stelt u ons ook vast niet met de prijzen
teleur.
Hartelijk gegroet,
Annie v. d. Brink.
-(o)-
DE HELDERZIENDE RLÏNDE.
Een arme blinde man, die met borstels
en (manden maken een schamel stuk brood
verdiende, erfde eens duizend gulden.
Deze som vertegenwoordigde een schat
voor den man, zoodat hij bang was, het
geld in huis te bewaren. Hij wilde zoo
spoedig mogelijk den notaris van het dorp
raadplegen, doch daar deze een goed uur
ver woonde en de blinde niet zoo spoedig
wist wie hem op den tocht er heen gelei
den zou, besloot hij zijn schat een poosje
te verstoppen. Maar waar een veilige
plaats te vinden. In het kleine huisje was
geen verborgen plekje, waar iemand met
goede oogen het geld niet dadelijk zou
zien. Dan moest hij het miaar begraven,
vanavond vóór hij ging slapen.
Zoo gedacht, zoo gedaan. De blinde
bleef lang aan het werk dien avond, om
meer zekerheid te hebben, dat het heele
dorp slapen zou en hij dus onbesoied zijn
schat begraven kon. De blinde zocht een
hoekje in zijn tuin, spitte heel zachtjes
een diep gat, liet een sigarenkistje er in
neer., waarin de duizend gulden verbor
gen was, bedekte dit weer zorgvuldig met
aarde en legde er een steen bovenop, om
weer gemakkelijk de bergplaats te vinden.
Daarna ging hij rustig slapen.
Den volgenden avond wilde hij even
onderzoeken, of zijn schat er nog was.
Hij groef onder de plaats, waar de steen
lag, doch.kon niets vinden. Daar hij
zeker was blinden kunnen tastend heel
juist een plaats bepalen dat hij op de
zelfde plek als den vorigen avond ge
graven had, begreep bij, dat zijn schat
gestolen was. Diep terneergeslagen keerde
hij in huis terug en bracht den nacht niet
slapende, doch wakende door.
ben ik tenminste bevrijd van die verwij
tende oogen, die overal en altijd op mij
gericht waren. En wat heb ik dan eigen
lijk voor slechts gedaan?"
„Je hebt hem belachelijk gemaakt,
Grete".
„Och, dat was immers maar scherts en
ik kon toch niet vermoeden, dat hij het
hooren zou en nu is hiji weg, en heeft
niet eens afscheid genomen; ik zal hem
nooit vergeving kunnen vragen voor mijn
leelijke woorden".
Ze staarde mij aan.
„Ja, zeker, wou ik dat ik moest hem
toch weer vroolijk trachten te maken
hij mag niet rondloopen treurend over
zijn leelijke haar en gelaat, waarover ik
zoo graag eens met de hand zou willen
strijken. Als hij nu hier was, ging ik
dadelijk naar hem toe en ik. zou hem zeg
gen
„Wat?"
„Dat ik hem liefheb en niet zonder hem
kan leven dat hij in mijn oogen volstrekt
niet leelijk is, dat hij knap en handig is,
en de eenige onder alle mannen, die ik
ken, die wat waard is. En nu is hij heen
gegaan, zonder afscheid te nemen. O.
Martha 1"
En zij brak los in een stroom van
tranen.
„Hij zal toch wel terugkomen", sprak ik
kalmeerend.
„Ja, maar wat baat mij dat, als hij mij
niet lijden mag, omdat ik lichtzinnig,
coquet en oppervlakkig ben in zijn oog.
„En, goedhartig en mooi en verliefd!
Dit laatste zal nog wel een weinig baten,
Grete".
Den volgenden dag deed hij of er niets
gebeurd was. Hij floot en zong onder zijn
werk als gewoonlijk en toen hij gerucht
hoorde in den tuin van zijn buurman, ging
hij ook naar buiten en sprak na een
praatje over het weer tot dezen: „Beste
buurman, kunnen we even vertrouwelijk
samen spreken. Zijn er geen .luisteraars
in de buurt, want ik heb je een gewichtig
geheim mee te doelen.
„Br is geen mensch dan ik, buur," ant
woordde de man. „Wat wilde je vertel
len?"
En de blinde fluisterde: „Je moet weten,
dat ik een erfenis gekregen heb van tien
duizend gulden. Eerst was ik van plan
het geld op tien verschillende bergplaat
sen te verstoppen, (maar ik kan in mijh
huisje geen veilig plekje vinden. Nu heb
ik duizend gulden ergens in mijn tuin
begraven. Lijkt het joiu ook niet het beste,
dat ik daar alles begraaf? Wie zal in den
tuin van een armen blinde naar geld zoe
ken?"
De buurtman was het volmaakt met den
blinde eens. Hij vond het zelfs raadzaam
de erfenis zoo gauw mogelijk in veilig
heid te brengen. „Er loopt tegenwoordig
veel kwaad volk in de dorpen!" zei hij.
De blinde bedankte voor den goeden
raad en ging weer aan zijn werk, na zijn
buurman nog stilzwijgendheid verzocht
te hebben.
Toen de blinde dien avond weer op de-
zelfde plaats in den tuin groef, lag zijn
schat er weer en jullie begrijpt, dat de ge
lukkige man in zijn vuistje lachte om zijn
slimheid, waarmee hij den valschen buur
man doorzien had.
De buurman groef en 'groef dien nacht,
doch tevergeefs. In plaats van nog negeni
duizend gulden meer te kunnen stelen
dan den vorigen avond, was hij nu ook
zijn eerste buit van duizend gulden weer
kwijt.
Oplossing van het vorige raadsel.
S
t I n
k 0 N ij n
t j 0 T t e r (of fietser)
edelS tebn
hockeY sti ck
SINTSYLVESTER
appelVent er
denHE1d e r
m e e S ter
P e T e r
p E t
R
Goede oplossingen ontvangen van:
J. A; B. B.; J. B.; P. B.; J. B.; A^y.
d. B.; A. D.; J. D.; S. D.; B. v. H.; D. R.
L; J. de J.; P. K.; H. K.; T. W. K.; H. K.;
S. K.; J. J. P.; O. en D. R.; O. R.; J. K.
S.; P. S.; Sj. T. en J. en P. W.
Zelfgemaakte raadsels ontvangen van:
D. R. I. en B. v. H.
Nieuwe raadsels.
L
Het woord bestaat uit twee letter
grepen en is de naam van een oceaan
bewoner.
Elke lettergreep is een bijvoeglijk naam
woord met een prettige beteekenis.
Ingez. door F. B.
H
klein familielid.
Op de 4e rij een ander woord voor
vroolijke drukte.
Op de 6e ró het gevraagde woord.
Op de 6e rij een ander woord voor cy-
lindervormig.
Op de 7e rij een soort slang.
Op de 8e rij een viervoetig dier.
Op de 9e rij een medeklinker.
Nu kinderen, zei de onderwijzeres,
nu zal ik je wat van den hippopotamus)
vertellen, maar je zult er geen denkbeeld
van kunnen krijgen, hoe dat dier er Uit
ziet, wanneer je niet heel goed oplet en
mij aldoor aankijkt.
Ik geloof wel dat Oom vermoedde wat
er tusschen die twee gaande was; hij had
aan Malling geschreven of hij spoedig
terugkwam, want de dames misten hem
zoo.
De heer Malling bleef echter standvas
tig en liet vier weken niets van zich hoo
ren, doch toen hij op zekeren dag onver
wachts de kamer binnentrad, was Grete
de eerste, die hij begroette. Haar diepe
oogen schitterden hem tegen, zoodat een
glans van hoop en geluk over zijn ver
heugd gezicht gleed.
Of Grete hem werkelijk met woorden
gezegd heeft wat ze mij toevertrouwde, of
dat hij het in haar oogen gelezen heeft,
dat weet ik niet, maar wel weet ik dat
tegen het einde van den zomer, Grete en
Malling zulke goede vrienden waren, dat
zij voo r hun gansche leven niet meer wil
den scheiden. Den volgenden zomer wer
den zij een paar en ik heb nooit schoener
bruid of gelukkiger bruidegom gezien.
Ja zoo was dit verblijf op het landgoed
voor velen gewichtig geworden", besloot
tante, „voor velen!"
Ik staarde in tante Martha's lief, goe
dig gelaat met het weemoedig lachje om.
de lippen, en ik dacht er aan, dat tante,
zooals Moeder mij verteld heeft, verschei
dene huwelijksaanzoeken heeft afgesla
gen, omdat zij in haar jeugd een man be
mind heeft, dien zii niet krijgen kon. Nu
meen ik te weten, wie dat was.
G.
iCt
«nig
W If
ne;$j
raiami";
R[ ae<J
.Iïw/1
rimsH
3 aed
a rif)
I ad08
uooisd
1 J19<I
iü
eH
jaelJ
'Oihj
mes;
:ooS
orff'j
1fiOO
Lril|
ïsG
slq
C(6V
sJiq
ii
ii 3»
-«■
■„.S
lil