KWINKSLAGEN
VOOR DE VROUWEN.
BABBELUURTJE OVER MODE.
PAHUSCHE MODEBEIEF.
Kapsels 1930.
Ook al spreekt menige kapper 't tegeu
het Is een niet te loochenen lelt dat
vele dames op het oogenblik de haren
weer laten aangroeien. Vooral ln de betere
kringen Is dit het geval en men verwacht
dat, althans voorloopig, lange haren chi
quer en modieuzer zullen staan dan korte.
Vroeger kon ik zelden in een kapsalon
komen of er was een nieuw slachtoffer
dér mode, dat zich met voldoening de
lange lokken liet afsnijden en het halsje
scheren. Op het oogenblik hoor ik steedss
hetzelfde antwoord op de vraag. „Knip
pen, Mevrouw?" „Dank u, ik laat mijn
haar weer groeien." Letterlijk iedereen
draagt hier dan ook kort haar. De juf
frouwen die in de restaurants bedienen,
dienstmeisjes, hotelpersoneel, winkeljuf
frouwen, ateliermeisjes, enz. Deze mode
is heusch te vulgair geworden, dan dat
men ln mondaine kringen niet graag naar
iets nieuws grijpt.
Nog altijd vind ik dat bij de korte,
eenvoudige japonnetjes van overdag, ten
minste voor wie het staat, niets zoo aar
dig is als een kwiek pagekopje, maar bij
de zeer gekleede namiddagjaponnen,
vooral het elegante lange avondgewaad,
gaat dit jongensachtige kapseltjo werke
lijk niet meer. Iedereen probeerde reeds
er ln te voorzien, de een schafte zich
valsche krulletjes aan, een ander een rol
achter in den nek, een dorde kocht een
kleine wrong of een vlecht. Maar veel
practlscher en eoonomisoher ls het na
tuurlijk, de eigen haren tot een behoor
lijke lengte te laten aangroeien. Men kan
dan ook meer afwisseling aanbrengen in
het kapsel. Want dit hebben de nieuwe
coiffures voor ze laten elk gezichts
type tot z'n recht komen. Het meisje met
de onregelmatige trekken en den spre
kenden neus kan, door een juist gekozen
haardracht, er even aardig uitzien als
haar meer bevoorrechte zuster met het
fijne ovale gezichtje en de groote don
kere oogen. Deze laatste zal b.v. de glan
zende zwarte haren glad naar achteren
strijken en ze diep in den hals tot een
kleine dikke knoop leggen. En de eerste
zal bij voorkeur de haren ln groote gol
ven en een weinig onregelmatig om het
hoofd schikken, ver naar voren over de
ooren, waarna ze in don nek in gezellige
dikke krulletjes vallen.
Dan is er o.a. een flatteus kapseltje
met een korte scheeve scheiding en bree-
de golven. De uiteinden der haren vor
men een smalle rol achter tegen het
hoofd.
Heel wijde golven en vrij lange haren
vraagt b.v. de coiffure van ons eerste
plaatje. In den nek wordt het haar met
een elastiekje bijeen gehouden, waarna
het een kleine ronde chignon vormt. Aan
één zijde is ln de haren een heel smalle
gouden speld gestoken.
Het meisje op de tweede teekening
heeft meer werk aan haar lokken besteed.
Boven op het hoofd' zijn ze ln een drie
dubbele kam van kleine krulletjes gelegd
en beneden in den hals dalen ze in groote
krullen neer. Een mooie, met parels be
zette spang geeft de noodige steun. Dit
aardige kapseltje is natuurlijk minder
voor alledag dan voor een feest- of dans
avondje bedoeld.
Meestal gaat de mode van hoed en kap
sel hand aan hand. Maar op het oogen
blik is dit niet het geval. De kunstwerk
jes van den kapper worden eenvoudig
door den hoed te niet gedaan. Ons kleine
moderne pothoedje over onze ooren trek
ken daar kunnen de mooie golven, de
krulletjes en de losjes geknoopte wron
gen niet tegen. En bovendien zorgt het
strookje in den hals dat er van het flat
teuze kaspeltje geen haartje te zien
komt. Een van beiden zal moeten ver
anderen, het kapsel of de hoed. Welk zal
het zijn?
WILHELMINE.
Onze lezeressen, die uitvoeriger wen-
schen ingelicht te worden over do laatste
mode, zoowel voor dames als kinderen,
raden wij dringend aan een abonnement
te nemen op „Het Nieuwe Modeblad".
Dit uiterst praotische Nederlandsóhe
modetijdschrift, hetwelk ook een schat
van gegevens biedt voor handwerken in
alle genres, is bij de uitgevers dezer Cou
rant tegen sterk gereduceerden prijs ver
krijgbaar.
De abonnementsprijs van het Nieuwe
Modeblad, 2 maal per maand verschijnende
in 16 bladzijden met telkenmale 2 gratis
knippatroonbladen, bedraagt slechts 0.95
per kwartaal, franoo per post 1.25.
HET BEWAREN VAN BONT.
Hoe hond lk de m<* uit mtfn
Als straks het zachte voorjaarsweer uw
bontmantel af bontkraag overbodig maakt,
waar zult u dan deze kleedingstukken
laten en hoe zult u ze opbergen om ze
goed te houden tot het volgende winter-
S6lz06Q?
De mot, de schrik: van de bezitsters
van het artikel bont of wol, versmaadt zij
en katoen en linnen, behalve wanneer dit
laatste vettig is. Zij geven de voorkeur
aan bont en zuiver woL Ook aan kran
tenpapier hebben zij een grooten hekel.
Wij zouden u daarom willen aanraden
uw bontstel in een massa kranten te pak
ken, uw mantel bijvoorbeeld om te kee-
ren en dan op te vullen met krantenprop-
pen.
Het vlugge vlindenmotje, dat s zomers
op eens uw raam kamt binnen vliegen,
heeft snood© plannen in zijn kleinen bol:
het zoekt het alierdonkerste hoekje op om
er een honderdtal eieren te leggen! Dat
hoekje Ja daarna vrijwel naar de maanl
Want de larven, die uit de eitjes komen,
verpoppen zich in een kokertje, gemaakt
van het materiaal van dat hoesje.
Dus, behalve dat zij zich voeden met
die stof gebruiken zij haar als woning.
Bovendien maken zij, als deze plaats
kaal gevreten is, daarnaast een nieuwe.
U kent wel, wed lk, allemaal bij zure
ondervinding, die wittige kokervormige
draadjes, waar de mottenwurm in hulst.
Binnen drie weken ls de larve volwas
sen, en dan duurt het pop-proces nog
veertien dagen door. Bij koude en bij niet
voldoende voedselvoorraad kunnen deze
perioden langer duren.
Gewoonlijk verschijnt er één generatie
per jaar en vliegt die imot van Juni tot
Augustus, maar bjj een extra warm en
lang voorjaar of zomerseizoen, kan men
op twee broedsels rekenen en zijn er
motton van April tot October.
Die infectie heeft ln don herfst plaats
maar de vroolijko ontdekking doet u
eerst maanden later zoo ongeveer in
den zaligen schoonmaaktijd!
Li hoe kouder ruimte u uwe wol of
bon bewaart, des te beter; want koude
verdragen zij niet. Bjj een temperatuur
van niet hooger dan 40 gr. Fahrenheit
blijven de schatjes rustig slapen.
Bij een voor hen gunstige temperatuur
komen zij' echter binnen de zes weken ial
te voorschijn.
LavendeMoesem, cayennepeper en
eucalyptusbladeren doen de dieren niets;
maar het zijn middeltjes, waar menige
hulsvrouw hij blijft zweren.
Het beste verdelgingsmiddel ls en
blijft: Veel uitschudden, uitkloppen en
uitsohuleren, en dikwijls bloot-stellen aan
lucht en zonnelicht.
Kamfer en naphtaline verhinderen door
hun scherpen geur den vliegenden mot
ten om daar hun eieren te leggen; maar
zij dooden de dieren of larven niet.
Pak uw bont dus eerst in veel kranten,
daarna nog ln eenige andere vellen pa
pier: dat is de allerbeste afsluiting. In het
bont dan nog wat naphtaline strooien kan
ook geon kwaad.
Gelukkig ontkomen.
,,'t Gevecht bij de Marne was kinder
spel, bij 't geen ik bij Verdun beleefd
heb," zed een oud-gediende. „Mijn regi
ment werd gelast een der forten te be
stormen. Het werd echter door den vijand
ingesloten en 't heel© regiment, van af den
kolonel tot den laatsten tamboer, werd
over de kling gejaagd. Er bleef geen
inensoh van over!"
„En jy dan?" vroeg men heim.
,A ik? Ik was thuis met groot ver
lof."
Verkeerd begrepen.
Boer Peters (tot den kellner, die hem
bij 't verlaten van het hotel de hand toe
reikt, om het verwachte douceur ln ont
vangst te nemen): ,Jk zou nie wete man,
waorveur ik jou 'n hand zou geve. Ik had
oe vroeger nog nooit gezien. Ge bint veuls
te gauw eige mennek©!"
Goed gevonden.
Klerk: „Ik ga binnenkort trouwen,
mijnheer, zoudt ge mijn salaris niet kun
nen verhoogen?"
Patroon: „Geen sprake van, maar ik
wil toch wat voor je doen. Ik zal1, de eer
ste drie maanden nadat je getrouwd bent,
je kantoortijd inkorten, dan kunt ge de
avonden bij je vrouw doorbrengen en ze
daarna weer verlengen; dan hebt ge een
goed excuus om van.thuis weg te blij
ven."
Letterlijk opgevolgd.
Een heer kwam. in groote haast bij den
houder van 't hotel Hij had nog juist tien
minuten tijd om z'n rekening te betalen,
het station te bereiken en een kaartje te
nemen. „O hemel!" riep hij uit, ik heb iets
vergeten. Hier jongen, loop zoo gauw je
kunt naar boven. Kaïmer B. 48, en kijk of
ik mijn wandelstok daar heb laten staan.
Maak voort, want ik heb nog maar 10
minuten tijd."
De jongen snelde heen. Na verloop van
vier minuten kwam hij buiten adem
terug: „Ja, mijnheer," hijgde hij, „hij staat
in den hoek."
Beste Jongens en meisjes!
Wat een verrassing was me dat, wel
twintig vriendjes en vriendinnetjes meer
dan den vorigen keer. Ik ben heusch te
vreden. Ook heb ik een massa zelfge
maakte raadsels ontvangen, wel voor
een paar maanden, denk ik. En dan nog
een dikke stapel briefjes, die ik onmoge
lijk allemaal kan beantwoorden en boven
dien nog heel wat raadsels op rijm. Ja,
hoor, ik ben heel erg tevreden over jullie,
als je iedere week zoo je best blijft doen,
dan wordt onze rubriek nog veel gezel
liger, juist omdat er nu zooveel meedoen.
Laat ik nq meteen maar beginnen jullie
te beantwoorden en dan neem ik de brief
jes zoo maar voor de hand weg.
Klaas Stadtman stuurt een rijmpje, dat
voor ons tweeën blijft en waarin hij me
een pJuimpje geeft, omdat de raadsels
nu makkelijker waren. Maar ze waren
toch heusch niet zooveel gemakkelijker,
Klaas, je hebt bepaald meer je best ge
daan dan anders. Blijf dus nu op den
goeden weg voortgaan.
Nanda Visser. Dat is verstandig van
je, Nanda, dat je m'n goeden raad opge
volgd hebt. Je raadsels waren goed opge
lost en Gita zal het ook wel leuk vinden,
dat er nu een oud-vriendinnetje van haar
meedoet.
Jan Asmn, Dat ls voor jouw dus van
daag een feestdag, Jan, nu je twaalf jaar
wordt. Ik feliciteer je wel hoor, en ik
hoop dat het een erg prettig jaar voor je
wordt. Doe ook op school maar flink je
best.
Marie O. Verfaille. Dus jij vondt de
raadsels ook nogal gemakkelijk, Marie,
maar lk merk wel uit je briefje, dat je
ook flipk je best hebt gedaan, om ze op
te lossen, en ik vind het dan ook fijn dat
je ze beide goed hebt.
Piet Smits. Had ik jon nog nooit
antwoord gegeven, Piet? Dat kwam na
tuurlijk omdat je me nog nooit iets ge
vraagd had, of me een briefje had ge
schreven. Zal je nu de groeten ook aan
Riekie doen? Dag, hoor.
Etta, Nelly en Pieter v. Reems. Jullie
met z'n drietjes hebt me dus ineens twee
vriendinnetjes en een vriendje meer be
zorgd. Dat vond lk erg aardig. Je moet
nu ook mee blijven doen. Zullen we dat
nu meteen maar afspreken?
Wicher Pot. Al heb jij nog niet veel
aan raadsels oplossen gedaan, Wioher,
dan moet je er nu juist mee beginnen,
want dan kan je het goed leeren. Je zal
eens zien, als je een paar maanden mee
doet, hoe gemakkelijk het gaat.
Jansje Maternum. De eerste keer dat
je de raadsels opgelost hebt, Jansje, zijn
ze goed ook, dus jij kan het wel en moet
ze nu ook maar iedere week trouw in
zenden, hoor.
J. de Jong. Er wordén toch verschil
lende prijzen verloot, n.1. verschillende
boeken? Vroeger kregen de kinderen
een doos bonbons en ik geloof dat de
meesten het veel fijner vinden om een
boek te krijgen, dat is tenminste iets
blijvends, iets waar je later ook nog wat
aan hebt. Vind jij een boek dan ook niet
fijn?
Nannie Grande. Nu, Nannie, ik vind
dat jij het wel netjes geschreven hebt,
hoor, als je pas zeven jaar bent en je
hebt de raadsels ook goed opgelost, maar
je vader of moeder hebben je zeker wel
even geholpen, hól Nu dat mag wel, hoor,
want jij bent nog zoo klein. Als je grooter
bent moet je het natuurlijk heelemaal
zelf doen.
Toni Breen. Dus jij hebt het goede
voorbeeld van je vriendinnetje gevolgd,
nu moet je ze voortaan ook maar trouw
opsturen, hoor, Toni.
T.- W. Klok. Dat was in de krant van
de vorige week een zetfout, jouw raadsels
waren goed en zijn ook voor goed ge
rekend.
En hieronder volgen de raadsels, op
►rijm.
DE BETOOVERDE KOE
Op zekeren dag kwam een boerin op
bezoek bij een dominee. Heel ernstig
vertelde ze hem, dat ze een koe had, die
betooverd moest wezen. Het was name
lijk een mooi gezond beest, dat altijd rij
kelijk melk gaf, doch sinds eenigen tijd
gaf ze haast niets meer, hoewel ze er even
gezond uitzag als vroeger en ook even
veel eetlust had als gewoonlijk. De koe
was niet ziek en Inoest dus wel betoo
verd zijn. „Weet dominee een middel om
het arme dier van de betoovering te ver
lossen en mij haar melk weer te verschaf
fen".
Dominee lachte eens witjes, dacht even
na en antwoordde toen: „Jawel vrouw,
ik zal een middel voor u gereed maken".
Hij sohreef wat op een vel papier, stak dit
in een enveloppe, en gaf deze, na haar
zorgvuldig verzegeld te hebben, aan de
boerin. Daarna vroeg hij: „Hoe laat wordt
de koe het eerst gemolken?"
„Om vier uur, domineel" antwoordde
de vrouw.
„Nu, dan moet ge eiken naoht om twee
uur opstaan, naar de koestal gaan en met
deze verzegelde bezwering alle staldeuren
aanraken. Daarna kunt ge weer tot vier
uur gaan slapen".
De vrouw volgde dominee's raad stipt
op. Den eersten nacht, dat zij in de stal
de ronde deed, vond zij de buitendeur
open. Denkende, dat de meid vergeten
had deze te sluiten, herstelde zij dit ver
zuim met het voornemen de meid er over
te onderhouden.
Heel benieuwd naar het resultaat van
haar nachtelijke tocht, was zijzelf bij het
melken tegenwoordig om vier uur en.
wonder boven wonderhet dier gaf
evenveel melk als ooit tevoren. In haar
vreugde hierover vergat de vrouw het
standje aan de meid.
Den volgenden nacht vond zij de stal
deur weer open en sloot deze weer. Daar
ze nu echter opzet begon te vermoeden,
sprak ze nergens over tegen de meid. De
melk^8* weer haar gewone hoeveelheid
Den derden nacht vond de boerin de
buitendeur van de stal gesloten, doch
in een hoek verborgen, ontdekte ze den
broer van de meid, die met beschaamde
kaken de stal uitgejaagd werd. De boerin
,nU*de geheele geheimzinnige ge-
schiedenis. Ze nam zich voor de ontrouwe
dienstbode op staanden voet weg te jagen
doch deze, door haar broeT gewaar
schuwd, was spoorloos verdwenen
Heelemaal verward door al deze schok
kende gebeurtenissen liep de boerin naar
de dominee, om hem alles te vertellen.
Even kwam de gedachte bij haar op dat
zelfs dominee, die nooit iets van bjjge.
loof wilde hooren, er nu toch ook inge.
vlogen was, doch hoe schaamde ze zich
toen dominee haar de verzegelde envelop
pe liet openen en de daarin gesloten brief
Liet lezen. Want wat had Dominee er op
geschreven?
Ga 's avonds het laatst naar bed, na
zelf alle deuren gesloten te hebben en doe
's nachts nog een keer de ronde. Dan zal
elke „betoovering" spoedig verbroken
^Dominee had zijn doel bereikt: de
vrouw geholpen en haar tevens voorgoed
van bijgeloof genezen!
RAADSELS.
L
Stiens.
II
Oost west, thuis best.
Goede oplossingen van beide raadsels
ontvangen van
A. A.R. A.j. A.J. B.P. B.H.
B.T. B. (Koegras)A. v. d. B.E. D.
J.D.; A. D.; S. D. (Wieringen); N. G.;
J. B. v. H.B. H.; G. v. H,T. H.
D R I.J- D- J- (Julianadorp)J. de
J.'; P. K.; H. K.;J. K. (Hippolytushoef);
T W K.; A. K.K. en J. K. (Texel);
O! K.S. K.G. L.A. M.; J. M.; M.
M. J. O.; J. P.; T. P.; J.J.P.; W.P.;
B. N. en P. v. R.D. R.O. R.T. R.
O. R.; w. R.5 J. K. s.; J.S.; P. S.; G.
S.; K. J. S.; J. T.; S. T.; A. V.; B. en
G. V.M. 0. V. (Koegras)N. V.J.
V.; O. V.; A. W.; J. en P. W.
Zelfgemaakte raadsels ontvangen van:
Piet B.Barend van H.Aard M.Oor
R.Piet S.Klaas J. S.Albert V. en
Nanda V.
Nieuwe raadsels.
L
Het geheel is een streek uit ans land,
bekend uit den 80-jarigen oorlog.
Het eerste deel is een gereedschap.
Verandert men daarvoor de beginletter
in een K, danwordt het een oylinder-
vormlge ruimte, verandert men dezelfde
letter in een P, dan wordt het een spel.
Het tweede deel is een zand-landschap.
Verandert men daarvoor de beginletter
in een W, dan wordt het een veen- of
klei-landschap; verandert men dezelfde
letter in een B, dan wordt het een tel
woord.
Wat is het geheel?
Ingez. door J.A.
H.
Waaromhebben molenaars witte mutsen P
Ingez. door J. de J.
Gepast antwoord.
Bij het huwelijk van Marie Antolnette
met den Dauphin (later koning Lodewijk
XVI) in het jaar 1770, werden er groote
en kostbar© feesten gegeven, die tonnen
gouds aan de schatkist kostten, die toch
ai niet in een goeden staat verkeerd©.
En toen de regeerende koning van
Frankrijk vroeg aan den minister van
financiën, de Terray, hoe hij het feest
gevonden had.
„Onbetaalbaar, uwe Majesteit," ant
woordde deze.
Het interview.
Redacteur: „En hebt u den beroemden
man geïnterviewd?"
Verslaggever: „Ja, mijnheer."
Redacteur: „Wat zei hij?"
Verslaggever: „Niets."
Redacteur: „Jawel, dat begrijp ik,
maar hoeveel kolom heb je noodig voor
het interview?"
Er in geloopen.
De nieuwe gast wist zich in het pension
zoo aangenaam te maken, met al z'n ver
halen, dat een der andere jongelui er
jaloersch van werd.
„U hebt ons nu al zoo veel verteld, van
al wat u kan vertel ons nou ook eens
wat u niet kaai, dan zal ik dat doen,"
'blufte hij,
„Wel," was het gevatte antwoord, „ik
kan deze week m'n pensionrekening niet
betalen, en ik ben heel blij dat u 't nou
doen zult."
Brief van een soldaat aan rifn
keukenmeid.
„Lieve Mina,
Dezen brief zal je mijn goeden vriend
otornp overbrengen. Ik ben den kerel
drie gulden schuldig, laat hjj die schuld
maar bjj jou afeten, dan kom ik deze
week niet 's avonds, maar al3 hij ie kus
sen wil, geef hem dan maar een klap om
de ooren."
Ieder oordeelt naar zijn opvoeding.
Een dandy die met glimmende over
schoenen en een fraaie pantalon langs de
straat wandelde, kort nadat het hevig
geregend had, waardoor de straten op
oen modderpoel geleken ontmoette
*men knaap, een bedelaar, dien hij
Kort te voren een paar oude schoenen1 ten
geschenke had gegeven en die nu bloot-
voste door dik en dun baadde. Onze
dandy sprak dij knaap aan en zeide:
„Hoe kan je nu zoo ezelsdom zijn om
gemodder met je bloote voeten te
„Weet uwes wat dom is? Dom is het
om zooals uwes met zulke mooie schoe
nen en kousen in de modder te loopen; ik
ben zoo gek niet en draag alleen sohoe-
nen en kousen als de straten droog zijn!"
Sealskin-mantel.
Kindervriend.
Geachte Mijnheer.
Als gewoonlijk zat ik ook gisteren weer op
het krantje te wachten,
Want bij de oplossingen en raadsels waren.
natuurlijk mijn gedachten.
Daar kwam de krant! en ik behoef u niet
te zeggen, hoe blij ik was,
Toen ik mijn vriendinnetjes en ook mijn eigen
naam bij de prijswinners las.
De maand Februari ia voor ons dus goed
begonnen,
Nu wij zoo'n prachtig boek hebben gewonnen.
Gerust vriendjes en vriendinnetjes, ik had
het nooit kunnen denken,
Dat de Kindervriend ons zulke mooie boe
ken zou schenken.
Ik wil u dan ook hartelijk danken ervoor,
En 'k zal steeds mijn best met oplossen
blijven doem hoor!
Want wisten alle kinderen, dat je zoo'n
prachtig boek kon winnen,
Vast begonnen er nog meer met blijde zinnen.
De rijmpjes waren ook weer leuk, mijnheer,
En daarom rijm ik ook dezen keer maar weer.
Al is het dan ook niet zoo lang,
Toch maak ik me om een gedichtje te ma
ken niet bang.
Ook nog mijn dank voor het plaatsen van
mijn opstel.
Ja, dat u dat doen zou begreep ik al haast wel,
Want een Kindervriend doet het altijd goed
als een kind hem wat vertelt.
Daarom bent u ook zoo op een rijmpje of
gedichtje van oms gesteld.
Dus meisjes en jongens maar weer met fris-
schen moed beginnen,
En probeer er af en toe een leuk rijmpje bij
te verzinnen,
Het vlot bij mij ook niet altijd even goed,
Maar onze Kindervriend stelt het tevree te
weten, dat je je best er voor doet.
Beste Mijnbeer.
Ik zal nu ook maar eens beginnen,
Om een rijmpje te verzinnen.
Ik las de raadsels in de krant,
Er werd gevraagd een plaats in Friesland.
Ik ben toen dadelijk gaan zoeken,
In mijn atlas en mijn boeken.
Eerst kon ik het niet vinden,
Dat vond ik wel een groote hinder.
Maar eindelijk boven aan de kaart,
Daar zag ik staan het plaatsje Stiens,
Ik heb er dus twee letters afgetrokken,
En bleef het woordje tien.
Het volgende is een heel bekend spreekwoord,
Dat heb ik tenminste dikwijls gehoord,
Het is dan ook een waar woord,
Want ik zeg het nu voor het lest:
Oost West thuis best.
Hoogstr. 24. Johaana van Vliet,
oud' 10 jaax.
Geachte Mijnheer!
't Is weer Zaterdagmiddag,
Ik kijk gauw dn de courant,
Of ik mijn raadsels goed heb,
En ja, ik ben nu uit de brand.
Nu gauw de nieuwe maken;
Die vallen nogal mee.
Het eerste dat ls Stiens,
Dat ligt niet aan de zee.
Het tweede is een spreekwoord,
Dat is voör vandaag de rest,
Ik heb 't gauw gevonden,
't I» Oost Weit Thuiabest.
Gita Spaan».
Mijnheer,
Na lang denken en zinnen,
Zal ik ook maar eens met rijmen begiimen,
Het eerste raadsel had ik gauw gezien,
Dat was Stiens, twee eraf tnaakt tien.
Het tweede dat weet lk wel,
Dat vond ik niet zoo snel,
Maar toch vond ik het op het lange lest,
Het was: Oost, West, thuis best.
Gravenstraat 48. Greta Landman.
Mijnheer de Kindervriend.
Ook ik heb ditmaal de rijmelarij gediend,
En al ging het dikwijls boven mijn pet,
Heb ik ze toch eens op rijm gezet,
Het eerste, door J. J. G. ingezonden,
Heb ik het gemakkelijkst gevonden,
Het was Stiens, tien plus 2 s'en,
En omdat ik goed potjeslatijn kan klessen,
Wist ik ook spoedig de rest,
Dit was Oost, West, thuis best
Den Helder, W. Ronde.
Gravenstraat 59-
Mijnheer,
Hier ben ik weer.
De raadsels van de courant,
Het eerste is Stiens,
Die plaats ligt in Friesland.
Nu volgt nog de rest,
Het bekende spreekwoord:
Oost, West, thuis best, v
Dat men veel in Noord-Holland hoort.
Simon Duijnker.
Koningstraat 22, Hippolytushoef (Wieringen).
Gegroet,
Annie v. d. Brink.
Oplossingen der vorige raadsels.
Waarop de knaap gebeldg antwoord©: