KWINKSLAGEN VOOR DE VROUWEN. BABBELUURTJE OVER MODE. PAHUSCHE MODEBEIEF. Kapsels 1930. Ook al spreekt menige kapper 't tegeu het Is een niet te loochenen lelt dat vele dames op het oogenblik de haren weer laten aangroeien. Vooral ln de betere kringen Is dit het geval en men verwacht dat, althans voorloopig, lange haren chi quer en modieuzer zullen staan dan korte. Vroeger kon ik zelden in een kapsalon komen of er was een nieuw slachtoffer dér mode, dat zich met voldoening de lange lokken liet afsnijden en het halsje scheren. Op het oogenblik hoor ik steedss hetzelfde antwoord op de vraag. „Knip pen, Mevrouw?" „Dank u, ik laat mijn haar weer groeien." Letterlijk iedereen draagt hier dan ook kort haar. De juf frouwen die in de restaurants bedienen, dienstmeisjes, hotelpersoneel, winkeljuf frouwen, ateliermeisjes, enz. Deze mode is heusch te vulgair geworden, dan dat men ln mondaine kringen niet graag naar iets nieuws grijpt. Nog altijd vind ik dat bij de korte, eenvoudige japonnetjes van overdag, ten minste voor wie het staat, niets zoo aar dig is als een kwiek pagekopje, maar bij de zeer gekleede namiddagjaponnen, vooral het elegante lange avondgewaad, gaat dit jongensachtige kapseltjo werke lijk niet meer. Iedereen probeerde reeds er ln te voorzien, de een schafte zich valsche krulletjes aan, een ander een rol achter in den nek, een dorde kocht een kleine wrong of een vlecht. Maar veel practlscher en eoonomisoher ls het na tuurlijk, de eigen haren tot een behoor lijke lengte te laten aangroeien. Men kan dan ook meer afwisseling aanbrengen in het kapsel. Want dit hebben de nieuwe coiffures voor ze laten elk gezichts type tot z'n recht komen. Het meisje met de onregelmatige trekken en den spre kenden neus kan, door een juist gekozen haardracht, er even aardig uitzien als haar meer bevoorrechte zuster met het fijne ovale gezichtje en de groote don kere oogen. Deze laatste zal b.v. de glan zende zwarte haren glad naar achteren strijken en ze diep in den hals tot een kleine dikke knoop leggen. En de eerste zal bij voorkeur de haren ln groote gol ven en een weinig onregelmatig om het hoofd schikken, ver naar voren over de ooren, waarna ze in don nek in gezellige dikke krulletjes vallen. Dan is er o.a. een flatteus kapseltje met een korte scheeve scheiding en bree- de golven. De uiteinden der haren vor men een smalle rol achter tegen het hoofd. Heel wijde golven en vrij lange haren vraagt b.v. de coiffure van ons eerste plaatje. In den nek wordt het haar met een elastiekje bijeen gehouden, waarna het een kleine ronde chignon vormt. Aan één zijde is ln de haren een heel smalle gouden speld gestoken. Het meisje op de tweede teekening heeft meer werk aan haar lokken besteed. Boven op het hoofd' zijn ze ln een drie dubbele kam van kleine krulletjes gelegd en beneden in den hals dalen ze in groote krullen neer. Een mooie, met parels be zette spang geeft de noodige steun. Dit aardige kapseltje is natuurlijk minder voor alledag dan voor een feest- of dans avondje bedoeld. Meestal gaat de mode van hoed en kap sel hand aan hand. Maar op het oogen blik is dit niet het geval. De kunstwerk jes van den kapper worden eenvoudig door den hoed te niet gedaan. Ons kleine moderne pothoedje over onze ooren trek ken daar kunnen de mooie golven, de krulletjes en de losjes geknoopte wron gen niet tegen. En bovendien zorgt het strookje in den hals dat er van het flat teuze kaspeltje geen haartje te zien komt. Een van beiden zal moeten ver anderen, het kapsel of de hoed. Welk zal het zijn? WILHELMINE. Onze lezeressen, die uitvoeriger wen- schen ingelicht te worden over do laatste mode, zoowel voor dames als kinderen, raden wij dringend aan een abonnement te nemen op „Het Nieuwe Modeblad". Dit uiterst praotische Nederlandsóhe modetijdschrift, hetwelk ook een schat van gegevens biedt voor handwerken in alle genres, is bij de uitgevers dezer Cou rant tegen sterk gereduceerden prijs ver krijgbaar. De abonnementsprijs van het Nieuwe Modeblad, 2 maal per maand verschijnende in 16 bladzijden met telkenmale 2 gratis knippatroonbladen, bedraagt slechts 0.95 per kwartaal, franoo per post 1.25. HET BEWAREN VAN BONT. Hoe hond lk de m<* uit mtfn Als straks het zachte voorjaarsweer uw bontmantel af bontkraag overbodig maakt, waar zult u dan deze kleedingstukken laten en hoe zult u ze opbergen om ze goed te houden tot het volgende winter- S6lz06Q? De mot, de schrik: van de bezitsters van het artikel bont of wol, versmaadt zij en katoen en linnen, behalve wanneer dit laatste vettig is. Zij geven de voorkeur aan bont en zuiver woL Ook aan kran tenpapier hebben zij een grooten hekel. Wij zouden u daarom willen aanraden uw bontstel in een massa kranten te pak ken, uw mantel bijvoorbeeld om te kee- ren en dan op te vullen met krantenprop- pen. Het vlugge vlindenmotje, dat s zomers op eens uw raam kamt binnen vliegen, heeft snood© plannen in zijn kleinen bol: het zoekt het alierdonkerste hoekje op om er een honderdtal eieren te leggen! Dat hoekje Ja daarna vrijwel naar de maanl Want de larven, die uit de eitjes komen, verpoppen zich in een kokertje, gemaakt van het materiaal van dat hoesje. Dus, behalve dat zij zich voeden met die stof gebruiken zij haar als woning. Bovendien maken zij, als deze plaats kaal gevreten is, daarnaast een nieuwe. U kent wel, wed lk, allemaal bij zure ondervinding, die wittige kokervormige draadjes, waar de mottenwurm in hulst. Binnen drie weken ls de larve volwas sen, en dan duurt het pop-proces nog veertien dagen door. Bij koude en bij niet voldoende voedselvoorraad kunnen deze perioden langer duren. Gewoonlijk verschijnt er één generatie per jaar en vliegt die imot van Juni tot Augustus, maar bjj een extra warm en lang voorjaar of zomerseizoen, kan men op twee broedsels rekenen en zijn er motton van April tot October. Die infectie heeft ln don herfst plaats maar de vroolijko ontdekking doet u eerst maanden later zoo ongeveer in den zaligen schoonmaaktijd! Li hoe kouder ruimte u uwe wol of bon bewaart, des te beter; want koude verdragen zij niet. Bjj een temperatuur van niet hooger dan 40 gr. Fahrenheit blijven de schatjes rustig slapen. Bij een voor hen gunstige temperatuur komen zij' echter binnen de zes weken ial te voorschijn. LavendeMoesem, cayennepeper en eucalyptusbladeren doen de dieren niets; maar het zijn middeltjes, waar menige hulsvrouw hij blijft zweren. Het beste verdelgingsmiddel ls en blijft: Veel uitschudden, uitkloppen en uitsohuleren, en dikwijls bloot-stellen aan lucht en zonnelicht. Kamfer en naphtaline verhinderen door hun scherpen geur den vliegenden mot ten om daar hun eieren te leggen; maar zij dooden de dieren of larven niet. Pak uw bont dus eerst in veel kranten, daarna nog ln eenige andere vellen pa pier: dat is de allerbeste afsluiting. In het bont dan nog wat naphtaline strooien kan ook geon kwaad. Gelukkig ontkomen. ,,'t Gevecht bij de Marne was kinder spel, bij 't geen ik bij Verdun beleefd heb," zed een oud-gediende. „Mijn regi ment werd gelast een der forten te be stormen. Het werd echter door den vijand ingesloten en 't heel© regiment, van af den kolonel tot den laatsten tamboer, werd over de kling gejaagd. Er bleef geen inensoh van over!" „En jy dan?" vroeg men heim. ,A ik? Ik was thuis met groot ver lof." Verkeerd begrepen. Boer Peters (tot den kellner, die hem bij 't verlaten van het hotel de hand toe reikt, om het verwachte douceur ln ont vangst te nemen): ,Jk zou nie wete man, waorveur ik jou 'n hand zou geve. Ik had oe vroeger nog nooit gezien. Ge bint veuls te gauw eige mennek©!" Goed gevonden. Klerk: „Ik ga binnenkort trouwen, mijnheer, zoudt ge mijn salaris niet kun nen verhoogen?" Patroon: „Geen sprake van, maar ik wil toch wat voor je doen. Ik zal1, de eer ste drie maanden nadat je getrouwd bent, je kantoortijd inkorten, dan kunt ge de avonden bij je vrouw doorbrengen en ze daarna weer verlengen; dan hebt ge een goed excuus om van.thuis weg te blij ven." Letterlijk opgevolgd. Een heer kwam. in groote haast bij den houder van 't hotel Hij had nog juist tien minuten tijd om z'n rekening te betalen, het station te bereiken en een kaartje te nemen. „O hemel!" riep hij uit, ik heb iets vergeten. Hier jongen, loop zoo gauw je kunt naar boven. Kaïmer B. 48, en kijk of ik mijn wandelstok daar heb laten staan. Maak voort, want ik heb nog maar 10 minuten tijd." De jongen snelde heen. Na verloop van vier minuten kwam hij buiten adem terug: „Ja, mijnheer," hijgde hij, „hij staat in den hoek." Beste Jongens en meisjes! Wat een verrassing was me dat, wel twintig vriendjes en vriendinnetjes meer dan den vorigen keer. Ik ben heusch te vreden. Ook heb ik een massa zelfge maakte raadsels ontvangen, wel voor een paar maanden, denk ik. En dan nog een dikke stapel briefjes, die ik onmoge lijk allemaal kan beantwoorden en boven dien nog heel wat raadsels op rijm. Ja, hoor, ik ben heel erg tevreden over jullie, als je iedere week zoo je best blijft doen, dan wordt onze rubriek nog veel gezel liger, juist omdat er nu zooveel meedoen. Laat ik nq meteen maar beginnen jullie te beantwoorden en dan neem ik de brief jes zoo maar voor de hand weg. Klaas Stadtman stuurt een rijmpje, dat voor ons tweeën blijft en waarin hij me een pJuimpje geeft, omdat de raadsels nu makkelijker waren. Maar ze waren toch heusch niet zooveel gemakkelijker, Klaas, je hebt bepaald meer je best ge daan dan anders. Blijf dus nu op den goeden weg voortgaan. Nanda Visser. Dat is verstandig van je, Nanda, dat je m'n goeden raad opge volgd hebt. Je raadsels waren goed opge lost en Gita zal het ook wel leuk vinden, dat er nu een oud-vriendinnetje van haar meedoet. Jan Asmn, Dat ls voor jouw dus van daag een feestdag, Jan, nu je twaalf jaar wordt. Ik feliciteer je wel hoor, en ik hoop dat het een erg prettig jaar voor je wordt. Doe ook op school maar flink je best. Marie O. Verfaille. Dus jij vondt de raadsels ook nogal gemakkelijk, Marie, maar lk merk wel uit je briefje, dat je ook flipk je best hebt gedaan, om ze op te lossen, en ik vind het dan ook fijn dat je ze beide goed hebt. Piet Smits. Had ik jon nog nooit antwoord gegeven, Piet? Dat kwam na tuurlijk omdat je me nog nooit iets ge vraagd had, of me een briefje had ge schreven. Zal je nu de groeten ook aan Riekie doen? Dag, hoor. Etta, Nelly en Pieter v. Reems. Jullie met z'n drietjes hebt me dus ineens twee vriendinnetjes en een vriendje meer be zorgd. Dat vond lk erg aardig. Je moet nu ook mee blijven doen. Zullen we dat nu meteen maar afspreken? Wicher Pot. Al heb jij nog niet veel aan raadsels oplossen gedaan, Wioher, dan moet je er nu juist mee beginnen, want dan kan je het goed leeren. Je zal eens zien, als je een paar maanden mee doet, hoe gemakkelijk het gaat. Jansje Maternum. De eerste keer dat je de raadsels opgelost hebt, Jansje, zijn ze goed ook, dus jij kan het wel en moet ze nu ook maar iedere week trouw in zenden, hoor. J. de Jong. Er wordén toch verschil lende prijzen verloot, n.1. verschillende boeken? Vroeger kregen de kinderen een doos bonbons en ik geloof dat de meesten het veel fijner vinden om een boek te krijgen, dat is tenminste iets blijvends, iets waar je later ook nog wat aan hebt. Vind jij een boek dan ook niet fijn? Nannie Grande. Nu, Nannie, ik vind dat jij het wel netjes geschreven hebt, hoor, als je pas zeven jaar bent en je hebt de raadsels ook goed opgelost, maar je vader of moeder hebben je zeker wel even geholpen, hól Nu dat mag wel, hoor, want jij bent nog zoo klein. Als je grooter bent moet je het natuurlijk heelemaal zelf doen. Toni Breen. Dus jij hebt het goede voorbeeld van je vriendinnetje gevolgd, nu moet je ze voortaan ook maar trouw opsturen, hoor, Toni. T.- W. Klok. Dat was in de krant van de vorige week een zetfout, jouw raadsels waren goed en zijn ook voor goed ge rekend. En hieronder volgen de raadsels, op ►rijm. DE BETOOVERDE KOE Op zekeren dag kwam een boerin op bezoek bij een dominee. Heel ernstig vertelde ze hem, dat ze een koe had, die betooverd moest wezen. Het was name lijk een mooi gezond beest, dat altijd rij kelijk melk gaf, doch sinds eenigen tijd gaf ze haast niets meer, hoewel ze er even gezond uitzag als vroeger en ook even veel eetlust had als gewoonlijk. De koe was niet ziek en Inoest dus wel betoo verd zijn. „Weet dominee een middel om het arme dier van de betoovering te ver lossen en mij haar melk weer te verschaf fen". Dominee lachte eens witjes, dacht even na en antwoordde toen: „Jawel vrouw, ik zal een middel voor u gereed maken". Hij sohreef wat op een vel papier, stak dit in een enveloppe, en gaf deze, na haar zorgvuldig verzegeld te hebben, aan de boerin. Daarna vroeg hij: „Hoe laat wordt de koe het eerst gemolken?" „Om vier uur, domineel" antwoordde de vrouw. „Nu, dan moet ge eiken naoht om twee uur opstaan, naar de koestal gaan en met deze verzegelde bezwering alle staldeuren aanraken. Daarna kunt ge weer tot vier uur gaan slapen". De vrouw volgde dominee's raad stipt op. Den eersten nacht, dat zij in de stal de ronde deed, vond zij de buitendeur open. Denkende, dat de meid vergeten had deze te sluiten, herstelde zij dit ver zuim met het voornemen de meid er over te onderhouden. Heel benieuwd naar het resultaat van haar nachtelijke tocht, was zijzelf bij het melken tegenwoordig om vier uur en. wonder boven wonderhet dier gaf evenveel melk als ooit tevoren. In haar vreugde hierover vergat de vrouw het standje aan de meid. Den volgenden nacht vond zij de stal deur weer open en sloot deze weer. Daar ze nu echter opzet begon te vermoeden, sprak ze nergens over tegen de meid. De melk^8* weer haar gewone hoeveelheid Den derden nacht vond de boerin de buitendeur van de stal gesloten, doch in een hoek verborgen, ontdekte ze den broer van de meid, die met beschaamde kaken de stal uitgejaagd werd. De boerin ,nU*de geheele geheimzinnige ge- schiedenis. Ze nam zich voor de ontrouwe dienstbode op staanden voet weg te jagen doch deze, door haar broeT gewaar schuwd, was spoorloos verdwenen Heelemaal verward door al deze schok kende gebeurtenissen liep de boerin naar de dominee, om hem alles te vertellen. Even kwam de gedachte bij haar op dat zelfs dominee, die nooit iets van bjjge. loof wilde hooren, er nu toch ook inge. vlogen was, doch hoe schaamde ze zich toen dominee haar de verzegelde envelop pe liet openen en de daarin gesloten brief Liet lezen. Want wat had Dominee er op geschreven? Ga 's avonds het laatst naar bed, na zelf alle deuren gesloten te hebben en doe 's nachts nog een keer de ronde. Dan zal elke „betoovering" spoedig verbroken ^Dominee had zijn doel bereikt: de vrouw geholpen en haar tevens voorgoed van bijgeloof genezen! RAADSELS. L Stiens. II Oost west, thuis best. Goede oplossingen van beide raadsels ontvangen van A. A.R. A.j. A.J. B.P. B.H. B.T. B. (Koegras)A. v. d. B.E. D. J.D.; A. D.; S. D. (Wieringen); N. G.; J. B. v. H.B. H.; G. v. H,T. H. D R I.J- D- J- (Julianadorp)J. de J.'; P. K.; H. K.;J. K. (Hippolytushoef); T W K.; A. K.K. en J. K. (Texel); O! K.S. K.G. L.A. M.; J. M.; M. M. J. O.; J. P.; T. P.; J.J.P.; W.P.; B. N. en P. v. R.D. R.O. R.T. R. O. R.; w. R.5 J. K. s.; J.S.; P. S.; G. S.; K. J. S.; J. T.; S. T.; A. V.; B. en G. V.M. 0. V. (Koegras)N. V.J. V.; O. V.; A. W.; J. en P. W. Zelfgemaakte raadsels ontvangen van: Piet B.Barend van H.Aard M.Oor R.Piet S.Klaas J. S.Albert V. en Nanda V. Nieuwe raadsels. L Het geheel is een streek uit ans land, bekend uit den 80-jarigen oorlog. Het eerste deel is een gereedschap. Verandert men daarvoor de beginletter in een K, danwordt het een oylinder- vormlge ruimte, verandert men dezelfde letter in een P, dan wordt het een spel. Het tweede deel is een zand-landschap. Verandert men daarvoor de beginletter in een W, dan wordt het een veen- of klei-landschap; verandert men dezelfde letter in een B, dan wordt het een tel woord. Wat is het geheel? Ingez. door J.A. H. Waaromhebben molenaars witte mutsen P Ingez. door J. de J. Gepast antwoord. Bij het huwelijk van Marie Antolnette met den Dauphin (later koning Lodewijk XVI) in het jaar 1770, werden er groote en kostbar© feesten gegeven, die tonnen gouds aan de schatkist kostten, die toch ai niet in een goeden staat verkeerd©. En toen de regeerende koning van Frankrijk vroeg aan den minister van financiën, de Terray, hoe hij het feest gevonden had. „Onbetaalbaar, uwe Majesteit," ant woordde deze. Het interview. Redacteur: „En hebt u den beroemden man geïnterviewd?" Verslaggever: „Ja, mijnheer." Redacteur: „Wat zei hij?" Verslaggever: „Niets." Redacteur: „Jawel, dat begrijp ik, maar hoeveel kolom heb je noodig voor het interview?" Er in geloopen. De nieuwe gast wist zich in het pension zoo aangenaam te maken, met al z'n ver halen, dat een der andere jongelui er jaloersch van werd. „U hebt ons nu al zoo veel verteld, van al wat u kan vertel ons nou ook eens wat u niet kaai, dan zal ik dat doen," 'blufte hij, „Wel," was het gevatte antwoord, „ik kan deze week m'n pensionrekening niet betalen, en ik ben heel blij dat u 't nou doen zult." Brief van een soldaat aan rifn keukenmeid. „Lieve Mina, Dezen brief zal je mijn goeden vriend otornp overbrengen. Ik ben den kerel drie gulden schuldig, laat hjj die schuld maar bjj jou afeten, dan kom ik deze week niet 's avonds, maar al3 hij ie kus sen wil, geef hem dan maar een klap om de ooren." Ieder oordeelt naar zijn opvoeding. Een dandy die met glimmende over schoenen en een fraaie pantalon langs de straat wandelde, kort nadat het hevig geregend had, waardoor de straten op oen modderpoel geleken ontmoette *men knaap, een bedelaar, dien hij Kort te voren een paar oude schoenen1 ten geschenke had gegeven en die nu bloot- voste door dik en dun baadde. Onze dandy sprak dij knaap aan en zeide: „Hoe kan je nu zoo ezelsdom zijn om gemodder met je bloote voeten te „Weet uwes wat dom is? Dom is het om zooals uwes met zulke mooie schoe nen en kousen in de modder te loopen; ik ben zoo gek niet en draag alleen sohoe- nen en kousen als de straten droog zijn!" Sealskin-mantel. Kindervriend. Geachte Mijnheer. Als gewoonlijk zat ik ook gisteren weer op het krantje te wachten, Want bij de oplossingen en raadsels waren. natuurlijk mijn gedachten. Daar kwam de krant! en ik behoef u niet te zeggen, hoe blij ik was, Toen ik mijn vriendinnetjes en ook mijn eigen naam bij de prijswinners las. De maand Februari ia voor ons dus goed begonnen, Nu wij zoo'n prachtig boek hebben gewonnen. Gerust vriendjes en vriendinnetjes, ik had het nooit kunnen denken, Dat de Kindervriend ons zulke mooie boe ken zou schenken. Ik wil u dan ook hartelijk danken ervoor, En 'k zal steeds mijn best met oplossen blijven doem hoor! Want wisten alle kinderen, dat je zoo'n prachtig boek kon winnen, Vast begonnen er nog meer met blijde zinnen. De rijmpjes waren ook weer leuk, mijnheer, En daarom rijm ik ook dezen keer maar weer. Al is het dan ook niet zoo lang, Toch maak ik me om een gedichtje te ma ken niet bang. Ook nog mijn dank voor het plaatsen van mijn opstel. Ja, dat u dat doen zou begreep ik al haast wel, Want een Kindervriend doet het altijd goed als een kind hem wat vertelt. Daarom bent u ook zoo op een rijmpje of gedichtje van oms gesteld. Dus meisjes en jongens maar weer met fris- schen moed beginnen, En probeer er af en toe een leuk rijmpje bij te verzinnen, Het vlot bij mij ook niet altijd even goed, Maar onze Kindervriend stelt het tevree te weten, dat je je best er voor doet. Beste Mijnbeer. Ik zal nu ook maar eens beginnen, Om een rijmpje te verzinnen. Ik las de raadsels in de krant, Er werd gevraagd een plaats in Friesland. Ik ben toen dadelijk gaan zoeken, In mijn atlas en mijn boeken. Eerst kon ik het niet vinden, Dat vond ik wel een groote hinder. Maar eindelijk boven aan de kaart, Daar zag ik staan het plaatsje Stiens, Ik heb er dus twee letters afgetrokken, En bleef het woordje tien. Het volgende is een heel bekend spreekwoord, Dat heb ik tenminste dikwijls gehoord, Het is dan ook een waar woord, Want ik zeg het nu voor het lest: Oost West thuis best. Hoogstr. 24. Johaana van Vliet, oud' 10 jaax. Geachte Mijnheer! 't Is weer Zaterdagmiddag, Ik kijk gauw dn de courant, Of ik mijn raadsels goed heb, En ja, ik ben nu uit de brand. Nu gauw de nieuwe maken; Die vallen nogal mee. Het eerste dat ls Stiens, Dat ligt niet aan de zee. Het tweede is een spreekwoord, Dat is voör vandaag de rest, Ik heb 't gauw gevonden, 't I» Oost Weit Thuiabest. Gita Spaan». Mijnheer, Na lang denken en zinnen, Zal ik ook maar eens met rijmen begiimen, Het eerste raadsel had ik gauw gezien, Dat was Stiens, twee eraf tnaakt tien. Het tweede dat weet lk wel, Dat vond ik niet zoo snel, Maar toch vond ik het op het lange lest, Het was: Oost, West, thuis best. Gravenstraat 48. Greta Landman. Mijnheer de Kindervriend. Ook ik heb ditmaal de rijmelarij gediend, En al ging het dikwijls boven mijn pet, Heb ik ze toch eens op rijm gezet, Het eerste, door J. J. G. ingezonden, Heb ik het gemakkelijkst gevonden, Het was Stiens, tien plus 2 s'en, En omdat ik goed potjeslatijn kan klessen, Wist ik ook spoedig de rest, Dit was Oost, West, thuis best Den Helder, W. Ronde. Gravenstraat 59- Mijnheer, Hier ben ik weer. De raadsels van de courant, Het eerste is Stiens, Die plaats ligt in Friesland. Nu volgt nog de rest, Het bekende spreekwoord: Oost, West, thuis best, v Dat men veel in Noord-Holland hoort. Simon Duijnker. Koningstraat 22, Hippolytushoef (Wieringen). Gegroet, Annie v. d. Brink. Oplossingen der vorige raadsels. Waarop de knaap gebeldg antwoord©:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 8