Voor de Kinderen VOOR DE VROUWEN. babbeluurtje over mode. het liedje van de week. raadsels. hoe ziet de wereld er tegenwoordig uit? zal nemen," begon Amy met onvaste stem, „maar door verveling gedreven, ben lk gisteravond naar een Jnblieke danspartij gegaan. Ik heb er vreeeelljk spijt van, maar Ik hoop, dat u In aan merking zult nemen, dat ik geen enkelen vriend in Londen heb, en niet wist waar ik heen zou gaan." „Wat zegt u tiaar, u bent naar een publiek danslokaal geweest, en daar mis schien gedanst met een van die sujetten, die gewoonlijk deze plaatsen bezoeken?' „Oh, Tnanr hij was een gentleman, de netste jongen, die ik ooit ontmoet heb", barstte Amy uit. „Natuurlijk in uw opinie," klonk het minachtend. „Maar u zult zeker wel begrijpen, dat ik aan een gouvernante, die publieke danslokalen bezoekt, niet de opvoeding van mijn kinderen toevertrouw. U kunt uw salaris ontvangen en hoe eerder u mijn huis verlaat, hoe beter." Zij keerde Amy den rug toe en ver dween in haar boudoir. Met looden beeneiK ging het arme meisje naar haar kamer, om haar koffers te pakken. Wat zou moeder wel zeggen? Eindelijk gereed zijnde, en de trap af gaande, zag zij een heer, in een autojas in de bal staan. Hij scheen zoo juist ge komen te zijn. Hij keek op, zag haar aan, en beiden tegelijk riepen rij uit: „U hier!" Lady Warburg, den dubbelen uitroep horende, kwam uit haar salon, en trad verbaasd op het tweetal toe. „Tanter, zei de jongeman, „wees zoo goed, mij deze jongedame voor te stellen.'' „Je vergist je, James, deze persoon is niet mijn gast, ze yas de gouvernante en gaat naar huis terug," klonk het trotsch. „Dank u voor uw inlichtingen, tante, maar wees zoo goed haar voor te stellen. „Lord Baringdorf Miss Nash," zei ze schouderophalend. „Er ia toch niemand bij u thuis ziekr vroeg hij deelnemend aan Amy. Veen, dat is niet de reden van haar vertrek," viel Lady Warburg in, „maar ik wil geen gouvernante in mijn huis hebben, die publieke danslokalen bezoekt, en met het eerste het beste sujet, wiens naam zij niet eens weet, danst. „Ze weet mijn naam nu," zei Lord Baringdorf spottend, „en wat het sujet betreft, dat staat voor u." „Jij," zei Lady Warburg, een stap achteruitgaand. „ja, ik," zei hij lachend. Ze keerde zich om en liet zonder een woord te spreken het tweetal alleen. „Miss Nash," zei Lord Barington, ter wijl hij haar zijn arm aanbood, „mijn auto wacht buiten, mag ik het genoegen heb ben u aan mjjn moeder voor te stellen?" Voorjaars-kleedlng. De vooraanstaande modemagazijnen hebben den winter al uit hun hoofd ge zet. Zt) geven reeds volop hun gedachten aan wat het voruwetlijfce deel der maat schappij het aanstaande en reeds zeer dicht-bijë voorjaar om zich heen moet plooien. Beter gezegd is: dat deze ge dachten reeds ruimen tijd geleden hier mee bezig waren, maar dat zij het ons nu al gaan toonen. En zoo onder de werkzaamheden door bemerken we wel, dat wij zelf ook ai aardig bezig zijn met in onze gedachten te werken aan mantel, toilet, pak, jurken, blouses en rokjes. AI halen wfj onzen rijk dom nog niet te voorschyn, toch gaan we in gedachten al na wat er nog van te gebruiken is en wat er nieuws bij zal moeten komen. We gaan ons al vast op de hoogte stellen van wat er al zoo on geveer gedragen zal worden aanstaande voorjaar en zomer. Waar zouden wij dat anders doenbuiten de modebladen dan lil de groote winkelstraten en de weer frissohe etalages van de imöde- magazynen. Zijn wy erg nieuwsgierig naar mode- snufjes, dan kunnen we ook nog de mode shows bezoeken, waar we dan wel bet nieuwste van het nieuwste te zien krijgen. Veel voorjaarskleeding wordt van dunne wollen stofjes vervaardigd, betzy effen, kleine ruitjes, of bemopfe Engel- sohie stof. Keurig zyn die ensembles, welke op een dun geruit japonnetje een rechte jas hebben van effen stof, welke geheel gevoerd Is met het ruitje van de jurk (zie plaat no. I)- Deze jasjes worden veelal loshangend gedragen, zoodat steeds ondier het loopen de voering van den mlantel naar buiten komt en zoo een aar dig geheel zal' iedere jonge vrouw of laatste snufje is om van dezelfde stof, waarvan het tailleur pak of mantel ge maakt wordt, ook een vry groot hand- tasohje te hebben. Dit is bewerkstelligd door voor en ach ter boven de rok een oploopende punt van stof te maken, waar de blouse na- tuurUjk bovenuit komt kykeru. Maar ook onder de punt bomt die blouse nog uit en Beste jongens en meisjes! 't Is eigeniyk wel jammer dat het laatste raadsel van de maand juist wat moeilijk is geweest, zoodat verscheidene van jullie het niet hebben opgelost. Maar ja, liet eene raadsel is nu eenmaal moeilijker dan het andere en het was in ieder geval met t e moeilyk, dat blijkt uit het groote aantal oplossingen dat is ingekomen. Hel heelt natuurüjk alleen wat meer inspanning gekost. Joh. V. Vliet schryft me tenminste: „Ik Is ,,cn g0ed middel om hoesten tegen te gaan. heb een heelen tijd moeten zoeken naar Steltloopen is een' jongensvermaak, de oplossing". Maar ze heeft ze dan toch Spitten, een tuinarbeid, is een vermoeiende goed en dat is dan ook de belooning voor werd het woord stedeHng veel voor stadsbewoner gebruikt, Soepgroente in de soep vind ik erg lekker mijn neus gaat te gast, wanneer ik het ruik. Nu heb ik ze geloof 'k allebei .goed gedaan, En zal ik mijn briefje voor zessen bezorgen gaan. B. Zwier stra. No. 2 is Chronometer. Ik heb wel eens gelezen, dat Maatschappij een ander woord voor samenleving kan wezen Wanneer wij langs het kanaal gaan1, Zien wij vischkaars in het water hKSen of op den kant staan. De haarkam is onmisbaar voor ons toilet. Een groef is een deel van een geweer, heb ik dat netr Een ons is een klein gewicht, En O is een uitroep, waarbij wij vertrekken ons gezicht. Het Emserzout, uit bad Ems vandaan, dat zoeken, hè. Dus als er nu een volgen den keer weer eens een raadsel in staat, dat niet zoo gemakkelijk is, denk er dan om, dat je het niet te gauw opgeeft, maar net zoo lang zoekt, tot je de oplossing hebt. Hieronder vinden jullie de gelukkige winnaars van de boeken vermeld. Van middag vóór 5 uur •kunnen dezen hun prys op kantoor afhalen. Aan Jo Jjmmink heb ik haar prijs al per post toegezonden. Joh. v. Vliet. Van harte gefeliciteerd met je verjaardag, hoor, Joh. Ik hoop dat het een prettige dag voor je wordt. En dat zal wel, denk ik. Joh. K. Sohendelaar. Zooals je onder de goede oplossingen ziet, waren je raad sels goed. Het is verstandig dat je het eerste raadsel nog verbeterd hebt inge stuurd, want strijdlustig was niet goed geweest. Annie v. d. Brink. Nee, Annle, km- derpost verkoopen we niet. Klaas Stadtman. Ja, dat was een zetfout, Klaas, in de krant van Zaterdag, Ik weet wel dat je 8 jaar bent, hoor. Leuk hè, dat je een prijs gewonnen hebt? O ja, dat is ook zoo, ik heb je vergeten te ant woorden op je vraag betreffende het ruilen van bonnen. Nu, voorloop ig wil ik daar mee nog niet beginnen, lp aas, want dat vraagt weer meer plaatsruimte en die kan ik niet missen. Misschien later. Gita Spaans. Je hebt je vergist, Gita, want meneer Brouwer is wel een kindervriend maar niet de kindervriend uit 't Juttertje. Ik dacht wel dat je me niet kende, en daarom vroeg ik je het de vori ge week. Je hebt je raadsels weer keurig opgelost, hoor. Nu, jongens en meisjes, tot een volgen de week. Kindervriend. Het model van onze plaat was van wollen voile gemaakt: op .witte fond een donkere cerise ruitje. De 3 c.M. b re ede zoomen waren van effen secise voile, het kraagje van wit voile. De laat ste slip der ceintuur is door een groot knoopsgat in de voorbaan van het kiok- rokje gehaald. De mantel, welke er by behoort, is van donker cerise-kleurige crêpe-„Javanais". D ze is langs den -geheelen onderrand met een keurigen rand bestikt in dezelfde tint van de stof. Tot aan ellebooghoogte is ook de mouw met dezen rand bestikt. De geruite voering is rondom met een 3 cjM. breeden zoom van oerise voiie in den mantel gezet. Een 1 Mtr. in 't vierkante lap der mantelstof wordt als echarpe om de hals gedragen. Dit van opzet eenvou dig geheel zal iederejonge vrouw of meisje zeer keurig kleeden. Het donkerblauwe oostuum is ook nog steeds in trek. By alle nieuws wat er komt, schijnt dat toch nooit tö vcrdwlj- pen, wat geen wonder is, daar het altijd keurig en gedistingeerd staat. Het model van de tweede teekening is een hupsch vlot model en aardig van op vatting. Per slot is het een kort loshan gend manteltje op een plooi-rokje, met een blouse van lichter blauw. Maar door de aardige bewerking is van blouse en rok een mooi geheel als japon gemaakt. dat geeft juist dat zeer aardige effect. Het jasje heeft kraag en manchetjes van deze liche blouse-stof en het is er boven dien ook geheel mee uitgevoerd. Als chic voorjaarstoilet geldt het ge- geheel, Chronometer, is een heel mooi ruite mantelpakje, wat op een effen ge- ding. Beste Mijnheer. 't Was dezcni keer wel heel er® moeilijk Ik dacht: „Nou 'die vind ik niet," 'k heb dan ook heel lang zitten denten, Maar toch gevonden zoo u ziet. Als kinderen bloed zien gaan ze huilen, En" 'dorstig zijn wij zomers vaak; 't Geheel dat is dan pok .bloeddorstig. Ik hoop, dat ik geen fouten inaak. 't Eerste woord zal maatschappij zijn En in een vischkaar doen wij visch, Een haarkam die kunnen wij niet missen, Als tromp het vierde woord nu is, Dan zal een onis hét vijfde wezen. Ar» uitroep krijgen We -dan O, En Ems de badplaats ligt in Duitsehland, De stelt wordt No. 8 alzoo. Spitten doet wel iedere tuinman. Die in' de stad woont is een stedeling, Soepgroente moet men in de soep doen, kleurd vest open hangt Ons model was van zaciht wollen stof, wit met bruin ruitje. Doorschynende knoopen sierden jasje en vest. Dit vest was evenals de daarby hioorende blouse van zacht-oiyf-gele stof, wat er een irfj- zonder cachet aan gaf. (Voor hen, die het minder opvallend zouden willen hebben, is zacht bruin of eenvoudig blanc aan te bevelen). Apart staan de in verticale rich ting gestikte- zakken, waar ons ooquet voorbeeld zoo heel parmantig een zyden zakdoekje uit laat wapperen. Ook zeer coqu-et staan de groote kaphandschoe- nen op de heel eenvoudige mouw. Ook by dit oostuum was een rokje rondom met stolle-plooien. Hoewel het rechte rokje nog wel moderner is, sohynt men het nu toch imaar liever eens by cle overvloedige wydte te houden, want klok-rok, plooi- en geplisseerde rok vieren boogty dit seizoen! Corry Brens. MORGENLIED. Om 's avonds te zingen. Ik ben verliefd van af den vroegen morgen Tot 's avonds laat beanin ik haar, Wanneer en waar en hoe ik immer werkte», Schonk my haar bijzijn kracht en moed en sterkte, Myn geurige sigaar. Ik ben verliefd niets buiten haar op aarde, Beman ik met zooveel vuur. Wat me ook op aarde ontznkt of moog Zy biyft getrouw, de vreugde van myn" Myn lievelingslectuur. leven, B. Loflied der clegance. Een vrouw is elegant wanneer ze een goede houding heeft, wanneer ze van on besproken gedrag is, bevalligheid bezit en wanneer vriendeiyke gevoelens haar ge laat een aangename uitdrukking verloe ren en haar lichaam zachte en waardige bewegingen. ELegance is een 'geheime deugd en een der bekoorlykste maat schappelijke deugden, welke een vrouw kan bezatten. Journal. Gita Spaans, Langiestraat 92. Bes-te Kindervriend. Hoera! ik heb mijn raadsels- voor elkaar, Op het eerste raadsel rijm ik maar, Het eerste deel, dat is bloed, Waar mijn zusje altijd vrees-elijk om huilen moet. Het tweede deel, moet dorstig zijn, In den, zomer smaakt dan een glaasje „ranja" wat fijn. Mijn geheel is bloeddorstig zoowaar, En heb ik mijn eerète raadsel voor elkaar. Nu ga ik aan het tweede beginnen, Waar ik voor noodig heb al mijn zinnen. Het gevraagde woord moet „Chronometer" zijn De hulp woorden staan onder dit rijm. Of het goed is heb ik Zaterdag wel in de gaten En zie ik mijn rijim mischien, met groeten van Gerda van Straaten. Langestraat 12 a. Geachte Mijnheer. Hier ben ik weer, 1. ia bloed, En zelf zie ik ook liever zoo zwart als roet, Als één vinger met bloed. 2. Is dorstig, alle roofdieren zijn bloeddtorstig. Het tweede was gewldig zwaar, Maar ik heb heb hem toch gevonden, reken tn aar- Een is maatschappij, Daarin behooren ook wij. Twee is vischkaar, Een kam gebruikt men vöor zijn haar. Een tromp zit aan een geweer, Van- mijn vader weet ik dat weer! Vijf qns, dat is een klein gewicht, Zes is o, dat roept men allicht. Zeven is Ems, dat heb ik in de Atlas gevonden, Op stelten loopen is geen zonde. Daar moet je, je goed op treenen1, Anders breek je, je -beenem. Negen is tuintje spitten, Tien is stedeling en kan niet veel buiten zitten. Elf is soepgroenten, Daarvan wordt de soep beter, En het geheel is Chronometer. Ziezoo mijnheer, het zit er weer op! Maar met het tweede, had ik een strop. Ik zat mijn vader en moeder maar te plagen, Met al mijn raadsel vragen. Klaas Johaimes -Stadtman, v. Galenstr. u. Geachte Mijiiheer! Ook dezen keer, ben ik maar weer met oi^losseru begonnen, 'let was lang niet gemakkelijk, d'at begreep ij., ilc weldra, nn toen had ik wel eventjes de hulp noodig M van moe en van pa. 1 I*1* zi" Wj de meeste kinderen die pas beginnen ook wel eens gebeuren, En daarom bleef ik maar niet heel lang No. 1 is bloeddorstig. treuren,. Bij liet zien van bloed, beginnen kinderen -r- X» vaak te huilen, En in- flen zomer ais het warm is, krijgen wij vaak dorst en zitten dan te pruilen. EIGEN SCHULD. Het was op een mooie zonnige dag. Jan ging 's ochtends naar school toe.. Maar hij had niet veel zin om naar school te loopen. Daar kwam juist een tram aan rijden. Jan, die zag dat de tram even stopte, 'ging gauw achter op den beugel van de tram zitten. Toen hij zoo een eindje meegereden had, kwam er een heer langs, die zei dat Jan van de tram af moest gaan. Jan lachte de heer uit, en trok zelfs nog een lange neus tegen hem. De conducteur, die dat zag, deed plotseling één van de raampjes open en zei d'at Jan er af moest gaan. Jan schrok hierdoor zoo hevig, dat hij van de tram af viel en op de rails van een andere tram af viel op de rails van een andere juist een tram aanrijden. De tram kon niet meer zoo gauwfttoppen en reed Jan over zijn been heen en Jan werd er met een, gebroken been onder vandaan gehaald. Een auto werd opgebeld en die auto bracht Jan naar het zie kenhuis. Zijn ouders werden gewaarschuwd, die hevig schrokken. Voortaan moest Jan altijd op krukken loo pen. En als andere jongens Jekker liepen te spelen en hard liepen moest hij toekijken. Nu jongens, nu kan jullie net J eens zien, hoe gevaarlijk het is achter op een tram of iets dergelijks te gaan zitten. J.- D. Jimmink. DE DRIE BROEDERS. Een vad'er had drie zoons, die alle drie nog by hem woonden in het huis, dat de eenige bezitting uitmaakte van den ouden man. Elk der drie zoons had wel lust dit huis later te erven, maar de vadea' hield van alle drie even veel en wilde strikt rechtvaardig' handelen. Hoe nu te doen. Hy had natuurlijk kunnen bepalen, dat de woning na zijn dood verkocht en de opbrengst door zyn drie zoons ge- lykelyk verdeeld zou worden, maar daar het huis al lieel lang familiebezit was 'ge weest, zag do vader lie-t niet gaarne in andere handen overgaan. Na lang na denken riep de vader zyn zoons hy zich en zeide: „Verlaat alle drie de stad en tracht je brood te verdienen door een beroep te kiezen. Over een jaar moet jullie terugkeeren en wie dan in zyn ge kozen beroep het imeest uitblinkt, die erft het huis." De zoons betuigden hun byval met deze beslissing, maakten zich reisvaardig, na men afscheid van hun vader en vertrok ken elk naar een andere richting. De oudste vond na eenige dagen werk by een smid, de tweede by een barbier, de derde nam dienst in het leger en elk deed zoo zyn best en Oefende het -geko zen beroep weldra zoo goed uit, dat hun meesters hen na een jaar noode .lieten vertrekken. Op den vastgestelden- da-g ontmoetten de drie broeders elkander weer in hun vaders huis. Toen de vreugde over het wederzien wat bedaard was en allen, ver teld hadden, wat ze in het afgeloopen jaar geleerd hadden, zeide de vader: „Nu moet je maar eens je kunsten vertoonen, zoo spoedig zich een -geschikte gelegenheid voordoet 1" Plotseling zagen ze over het veld ach- i-r f# een h&as kamen) aanhollen, die blijkbaar achtervolgd werd. „Die is myn!" riep de barbier. Ongefoof- iyk snel greep hy zyn scheerkwast, zeep en mes en sprong naar buiten-, juLst toen de haas het huis bereikte. De m'an (green het dier, zeepte het in, schoor het geheel kaal op een klein snorretje en zijn witte staartp-nntje na en liet het weer loopen, vóór de jager, die het achtervolgde het onder schot kon krygen. De vader en de broers schaterden nog om het malle ge zicht v-an de haas met een snor, toen alle scheerben-o-odigdheden reeds weer gerei mgd en opgeborgen waren en de vader zei: „Jij kent je beroep uitstekend, mijn jongen. Als je broeders niets beters doen dan zal jy het huis vast erven!" Eenige minuten later verscheen o<n den weg voor het huis een rijtuig met twee paarden ervoor in vollen draf ga" doen?"' de <ttM' "Let 0p' wat Toen het rijtuig tot vlak by het huis eene paarden terwyl bet dier lustig door eens paard en terwijl het dier lustig dWr- v-nri" zap^ flinke jongeman kans, het an vier nieuwe hoefijzers te voorzien De oude nam hij; mede naar huis waar te? D„dh K- lwm hlide toèjS ton. De barbier erkende de mJrli!!! bekwaamheid van zyn broeder, waar deze eehter mets van hooren wildé. TH w in jouw vak toch zeker even -ïit edelmoedig twistgesprek. t) r. ci id en de barbier jen zich naar binnen, doch de jongste zoon bleef buiten staan, roepende: „ya. der wilt u ook myn proefstuk zien?" Hij trok zyn zwaard uit zyn sche-ede en zwaaide het zóó snel rond boven zijn hoofd dat het scheen, of het een flik. kerend dakje Tas. De regenbui werd gaandeweg erger, totdat tenslotte de re- gen in stroomen neerviel en d¥> vader uitriep: „Kom binnen jongen, het hoeft nu lang genoeg geduurd! De zoon stapte naar binnen, steeds cirkelend met het zwaard boven zyn hoofd. Eenmaal in huis zyndo, stak hij het wapen weer in de schrede -en- zeide: „Vader, kyk. of u een druppel regen op mij kunt vinden!'' - En waarlyk, de wapenknecht was even droog gebleven of hy tydons de regenbui in hui# geweest was. De vader en de beide oudeie zoons wa ren. het eens, dat de jongste het knapste proefstuk geleverd had en dat hem- dus later he-t huis zou toekomen-, doch de jongste verklaarde, dat allen er evenveel recht op hadden en dat zij- later gezamen lijk het huis zouden blyven bewonen, vooral daar zyn beroep hem t-och meestal ver van huis zou laten zwerven. En zoo gebeurde het ook, toen de vad-eo; na een, rustigen -ouden dag eindelyk het moede hoofd voorgoed neerlegde. Oplossingen der vorig© raadsels. I. Bloeddorstig. IL maatschappy vischkaar haarkam tromp ons o Ems stelt spitten stedeling soepgroenten Goede oplossingen van beide raadsels onvangen van: A. A.; R. A.; J. A.; J. B.; H. B.; A. v. d. B.; B. B.; E. D.; S. D. (Wleringen); J. F.; N. G.; H. J. v. H.; T. H.; D. R. L; J. D. J. (Julianadorp); J. de J.; P. K.; H. K.; T. W. K.; A. K.; K. en J. K. (Texel); 0. K.; J. K.; A. M.; J. M.; M. M.; J. O.; J. J. P.; D. R.; A. R.; J. K. S.; J. S.; G. v. S.; G. S.; K. J. S.; P. S.; J. T.; S. T.; A. V.; B. en G. V.; N. V.; J. v. V.; 0. V.; J. de V.; J. en P. W.; B. Z. De prijzen zyn na loting ten deel geval len aan: Jo D. Jimmink (Julianadorp). Cornelis Koning, Emmastraat 84. Klaas Johannes Stadtman, v. Galen straat 11. Jansje en Piet Willemse, Nieuwstr. 84, Zelfgemaakte raadsels ontvangen vah* Jan A. en Klaas Johannes S. Nieuwe raadsels: I. Met zes letters ben ik een man. Doet men er in het midden een letter af, dan word ik een vrouw. II Hieronder staat een spreekwoord, dat uit zeven woorden bestaat. Maar de let ters zyn lieelemaal door elkaar geraakt. Zoek jullie het spreekwoord er weer eens uit. Om het een beetje gemakkelijker te maken, zal ik er by vertellen, dat hot eerste woordje „waar" is. i-n-e-s-e-w-l-i-a-g-r-e-w-s-e- a - i - n - e - w. Ingez. door G. S. "ik in het myne!" zoo zeide' hiib dtk^k?19 wilde nog ^at tegenw^^w' *2^ Img een regenbui een eindé maakte Zeg mij hoe gy uw hond behandelt.. Hoe kan men goed voor menschen zyn wanneer men wreed is tegenover dieren? Le Ma tin. Lees-kortademigheld. By den modernen lezer tenminste onder studenten valt het op doet zich m nu en dan een verschijnsel voor van „lees- vermoeidheid". Hy is plots het lezen beu, 1 ten deele uit onbevredigdheid, ten deele uit machteloosheid om zich in den stroom van boeken staande te houden. Dan ont staat een soort van lees-kortademigheid. A. van Dal. Vcrmechanlseerde HoogeschooL Er zyn hoogleeraren, die veel weg heb ben van een examen-machine. Prof. Kohlbrugge. Lach er maar eens om. In Internationale aangelegenheden is soms niet genoeg gelachen en te veel ge- spot. Foreign Affairs. Eén kapitein op een schip. Zeggenschap is noodzakelyk, medezeg genschap is onmogelijk voor de exploita- van een bedrijf. En deze zeggensohap kan, neen moet ieder in een bedrijf beb- mflto> waarin hij verantwoor- 18 voor den gang van zaken. Maatschappybelangen. Als een kind In het donker. De voornaamste les, welke het leven ons eeren heeft, is af te rekenen met de 7- y 0 beginnen het leven bevreesd tni," ui®8 voor P^n' maatschappeiyke lichting, voor onze zwakheid, en dom- ti u' voor armoede. voor eenzaamheid, hen nog steeds bang voor al die din- maar niet zoo erg als vroeger en in myn hart weet ik, dat er in het geheel goen reden is voor angst. Hugh Walpole.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 8