Voor de Kinderen
VOOR DE VROUWEN.
babbeluurtje over mode.
het liedje van de week.
raadsels.
hoe ziet de wereld
er tegenwoordig uit?
zal nemen," begon Amy met onvaste
stem, „maar door verveling gedreven,
ben lk gisteravond naar een Jnblieke
danspartij gegaan. Ik heb er vreeeelljk
spijt van, maar Ik hoop, dat u In aan
merking zult nemen, dat ik geen enkelen
vriend in Londen heb, en niet wist waar
ik heen zou gaan."
„Wat zegt u tiaar, u bent naar een
publiek danslokaal geweest, en daar mis
schien gedanst met een van die sujetten,
die gewoonlijk deze plaatsen bezoeken?'
„Oh, Tnanr hij was een gentleman, de
netste jongen, die ik ooit ontmoet heb",
barstte Amy uit.
„Natuurlijk in uw opinie," klonk het
minachtend.
„Maar u zult zeker wel begrijpen, dat
ik aan een gouvernante, die publieke
danslokalen bezoekt, niet de opvoeding
van mijn kinderen toevertrouw. U kunt
uw salaris ontvangen en hoe eerder u
mijn huis verlaat, hoe beter."
Zij keerde Amy den rug toe en ver
dween in haar boudoir.
Met looden beeneiK ging het arme
meisje naar haar kamer, om haar koffers
te pakken. Wat zou moeder wel zeggen?
Eindelijk gereed zijnde, en de trap af
gaande, zag zij een heer, in een autojas
in de bal staan. Hij scheen zoo juist ge
komen te zijn. Hij keek op, zag haar aan,
en beiden tegelijk riepen rij uit: „U hier!"
Lady Warburg, den dubbelen uitroep
horende, kwam uit haar salon, en trad
verbaasd op het tweetal toe. „Tanter, zei
de jongeman, „wees zoo goed, mij deze
jongedame voor te stellen.''
„Je vergist je, James, deze persoon is
niet mijn gast, ze yas de gouvernante en
gaat naar huis terug," klonk het trotsch.
„Dank u voor uw inlichtingen, tante,
maar wees zoo goed haar voor te stellen.
„Lord Baringdorf Miss Nash," zei ze
schouderophalend.
„Er ia toch niemand bij u thuis ziekr
vroeg hij deelnemend aan Amy.
Veen, dat is niet de reden van haar
vertrek," viel Lady Warburg in, „maar
ik wil geen gouvernante in mijn huis
hebben, die publieke danslokalen bezoekt,
en met het eerste het beste sujet, wiens
naam zij niet eens weet, danst.
„Ze weet mijn naam nu," zei Lord
Baringdorf spottend, „en wat het sujet
betreft, dat staat voor u."
„Jij," zei Lady Warburg, een stap
achteruitgaand.
„ja, ik," zei hij lachend. Ze keerde zich
om en liet zonder een woord te spreken
het tweetal alleen.
„Miss Nash," zei Lord Barington, ter
wijl hij haar zijn arm aanbood, „mijn auto
wacht buiten, mag ik het genoegen heb
ben u aan mjjn moeder voor te stellen?"
Voorjaars-kleedlng.
De vooraanstaande modemagazijnen
hebben den winter al uit hun hoofd ge
zet. Zt) geven reeds volop hun gedachten
aan wat het voruwetlijfce deel der maat
schappij het aanstaande en reeds zeer
dicht-bijë voorjaar om zich heen moet
plooien. Beter gezegd is: dat deze ge
dachten reeds ruimen tijd geleden hier
mee bezig waren, maar dat zij het ons nu
al gaan toonen.
En zoo onder de werkzaamheden door
bemerken we wel, dat wij zelf ook ai
aardig bezig zijn met in onze gedachten te
werken aan mantel, toilet, pak, jurken,
blouses en rokjes. AI halen wfj onzen rijk
dom nog niet te voorschyn, toch gaan
we in gedachten al na wat er nog van te
gebruiken is en wat er nieuws bij zal
moeten komen. We gaan ons al vast op
de hoogte stellen van wat er al zoo on
geveer gedragen zal worden aanstaande
voorjaar en zomer. Waar zouden wij dat
anders doenbuiten de modebladen
dan lil de groote winkelstraten en de
weer frissohe etalages van de imöde-
magazynen.
Zijn wy erg nieuwsgierig naar mode-
snufjes, dan kunnen we ook nog de mode
shows bezoeken, waar we dan wel bet
nieuwste van het nieuwste te zien krijgen.
Veel voorjaarskleeding wordt van
dunne wollen stofjes vervaardigd, betzy
effen, kleine ruitjes, of bemopfe Engel-
sohie stof. Keurig zyn die ensembles,
welke op een dun geruit japonnetje een
rechte jas hebben van effen stof, welke
geheel gevoerd Is met het ruitje van de
jurk (zie plaat no. I)- Deze jasjes worden
veelal loshangend gedragen, zoodat steeds
ondier het loopen de voering van den
mlantel naar buiten komt en zoo een aar
dig geheel zal' iedere jonge vrouw of
laatste snufje is om van dezelfde stof,
waarvan het tailleur pak of mantel ge
maakt wordt, ook een vry groot hand-
tasohje te hebben.
Dit is bewerkstelligd door voor en ach
ter boven de rok een oploopende punt
van stof te maken, waar de blouse na-
tuurUjk bovenuit komt kykeru. Maar ook
onder de punt bomt die blouse nog uit en
Beste jongens en meisjes!
't Is eigeniyk wel jammer dat het laatste
raadsel van de maand juist wat moeilijk
is geweest, zoodat verscheidene van jullie
het niet hebben opgelost. Maar ja, liet
eene raadsel is nu eenmaal moeilijker dan
het andere en het was in ieder geval met
t e moeilyk, dat blijkt uit het groote aantal
oplossingen dat is ingekomen. Hel heelt
natuurüjk alleen wat meer inspanning
gekost.
Joh. V. Vliet schryft me tenminste: „Ik Is ,,cn g0ed middel om hoesten tegen te gaan.
heb een heelen tijd moeten zoeken naar Steltloopen is een' jongensvermaak,
de oplossing". Maar ze heeft ze dan toch Spitten, een tuinarbeid, is een vermoeiende
goed en dat is dan ook de belooning voor werd het woord stedeHng veel voor
stadsbewoner gebruikt,
Soepgroente in de soep vind ik erg lekker mijn
neus gaat te gast, wanneer ik het ruik.
Nu heb ik ze geloof 'k allebei .goed gedaan,
En zal ik mijn briefje voor zessen bezorgen
gaan.
B. Zwier stra.
No. 2 is Chronometer.
Ik heb wel eens gelezen, dat Maatschappij
een ander woord voor samenleving kan wezen
Wanneer wij langs het kanaal gaan1,
Zien wij vischkaars in het water hKSen of
op den kant staan.
De haarkam is onmisbaar voor ons toilet.
Een groef is een deel van een geweer, heb
ik dat netr
Een ons is een klein gewicht,
En O is een uitroep, waarbij wij vertrekken
ons gezicht.
Het Emserzout, uit bad Ems vandaan,
dat zoeken, hè. Dus als er nu een volgen
den keer weer eens een raadsel in staat,
dat niet zoo gemakkelijk is, denk er dan
om, dat je het niet te gauw opgeeft, maar
net zoo lang zoekt, tot je de oplossing hebt.
Hieronder vinden jullie de gelukkige
winnaars van de boeken vermeld. Van
middag vóór 5 uur •kunnen dezen hun
prys op kantoor afhalen. Aan Jo Jjmmink
heb ik haar prijs al per post toegezonden.
Joh. v. Vliet. Van harte gefeliciteerd
met je verjaardag, hoor, Joh. Ik hoop dat
het een prettige dag voor je wordt. En
dat zal wel, denk ik.
Joh. K. Sohendelaar. Zooals je onder
de goede oplossingen ziet, waren je raad
sels goed. Het is verstandig dat je het
eerste raadsel nog verbeterd hebt inge
stuurd, want strijdlustig was niet goed
geweest.
Annie v. d. Brink. Nee, Annle, km-
derpost verkoopen we niet.
Klaas Stadtman. Ja, dat was een
zetfout, Klaas, in de krant van Zaterdag,
Ik weet wel dat je 8 jaar bent, hoor. Leuk
hè, dat je een prijs gewonnen hebt? O ja,
dat is ook zoo, ik heb je vergeten te ant
woorden op je vraag betreffende het ruilen
van bonnen. Nu, voorloop ig wil ik daar
mee nog niet beginnen, lp aas, want dat
vraagt weer meer plaatsruimte en die kan
ik niet missen. Misschien later.
Gita Spaans. Je hebt je vergist,
Gita, want meneer Brouwer is wel een
kindervriend maar niet de kindervriend
uit 't Juttertje. Ik dacht wel dat je me niet
kende, en daarom vroeg ik je het de vori
ge week. Je hebt je raadsels weer keurig
opgelost, hoor.
Nu, jongens en meisjes, tot een volgen
de week.
Kindervriend.
Het model van onze plaat was van
wollen voile gemaakt: op .witte fond
een donkere cerise ruitje. De 3 c.M.
b re ede zoomen waren van effen secise
voile, het kraagje van wit voile. De laat
ste slip der ceintuur is door een groot
knoopsgat in de voorbaan van het kiok-
rokje gehaald.
De mantel, welke er by behoort, is van
donker cerise-kleurige crêpe-„Javanais".
D ze is langs den -geheelen onderrand met
een keurigen rand bestikt in dezelfde tint
van de stof. Tot aan ellebooghoogte is
ook de mouw met dezen rand bestikt. De
geruite voering is rondom met een 3 cjM.
breeden zoom van oerise voiie in den
mantel gezet. Een 1 Mtr. in 't vierkante
lap der mantelstof wordt als echarpe om
de hals gedragen. Dit van opzet eenvou
dig geheel zal iederejonge vrouw of
meisje zeer keurig kleeden.
Het donkerblauwe oostuum is ook nog
steeds in trek. By alle nieuws wat er
komt, schijnt dat toch nooit tö vcrdwlj-
pen, wat geen wonder is, daar het altijd
keurig en gedistingeerd staat.
Het model van de tweede teekening is
een hupsch vlot model en aardig van op
vatting. Per slot is het een kort loshan
gend manteltje op een plooi-rokje, met
een blouse van lichter blauw. Maar door
de aardige bewerking is van blouse en
rok een mooi geheel als japon gemaakt.
dat geeft juist dat zeer aardige effect.
Het jasje heeft kraag en manchetjes van
deze liche blouse-stof en het is er boven
dien ook geheel mee uitgevoerd.
Als chic voorjaarstoilet geldt het ge- geheel, Chronometer, is een heel mooi
ruite mantelpakje, wat op een effen ge- ding.
Beste Mijnheer.
't Was dezcni keer wel heel er® moeilijk
Ik dacht: „Nou 'die vind ik niet,"
'k heb dan ook heel lang zitten denten,
Maar toch gevonden zoo u ziet.
Als kinderen bloed zien gaan ze huilen,
En" 'dorstig zijn wij zomers vaak;
't Geheel dat is dan pok .bloeddorstig.
Ik hoop, dat ik geen fouten inaak.
't Eerste woord zal maatschappij zijn
En in een vischkaar doen wij visch,
Een haarkam die kunnen wij niet missen,
Als tromp het vierde woord nu is,
Dan zal een onis hét vijfde wezen.
Ar» uitroep krijgen We -dan O,
En Ems de badplaats ligt in Duitsehland,
De stelt wordt No. 8 alzoo.
Spitten doet wel iedere tuinman.
Die in' de stad woont is een stedeling,
Soepgroente moet men in de soep doen,
kleurd vest open hangt
Ons model was van zaciht wollen stof,
wit met bruin ruitje. Doorschynende
knoopen sierden jasje en vest. Dit vest
was evenals de daarby hioorende blouse
van zacht-oiyf-gele stof, wat er een irfj-
zonder cachet aan gaf. (Voor hen, die het
minder opvallend zouden willen hebben,
is zacht bruin of eenvoudig blanc aan te
bevelen). Apart staan de in verticale rich
ting gestikte- zakken, waar ons ooquet
voorbeeld zoo heel parmantig een zyden
zakdoekje uit laat wapperen. Ook zeer
coqu-et staan de groote kaphandschoe-
nen op de heel eenvoudige mouw. Ook
by dit oostuum was een rokje rondom met
stolle-plooien. Hoewel het rechte rokje
nog wel moderner is, sohynt men het nu
toch imaar liever eens by cle overvloedige
wydte te houden, want klok-rok, plooi- en
geplisseerde rok vieren boogty dit seizoen!
Corry Brens.
MORGENLIED.
Om 's avonds te zingen.
Ik ben verliefd van af den vroegen
morgen
Tot 's avonds laat beanin ik haar,
Wanneer en waar en hoe ik immer
werkte»,
Schonk my haar bijzijn kracht en moed
en sterkte,
Myn geurige sigaar.
Ik ben verliefd niets buiten haar op
aarde,
Beman ik met zooveel vuur.
Wat me ook op aarde ontznkt of moog
Zy biyft getrouw, de vreugde van myn"
Myn lievelingslectuur. leven,
B.
Loflied der clegance.
Een vrouw is elegant wanneer ze een
goede houding heeft, wanneer ze van on
besproken gedrag is, bevalligheid bezit en
wanneer vriendeiyke gevoelens haar ge
laat een aangename uitdrukking verloe
ren en haar lichaam zachte en waardige
bewegingen. ELegance is een 'geheime
deugd en een der bekoorlykste maat
schappelijke deugden, welke een vrouw
kan bezatten.
Journal.
Gita Spaans, Langiestraat 92.
Bes-te Kindervriend.
Hoera! ik heb mijn raadsels- voor elkaar,
Op het eerste raadsel rijm ik maar,
Het eerste deel, dat is bloed,
Waar mijn zusje altijd vrees-elijk om huilen
moet.
Het tweede deel, moet dorstig zijn,
In den, zomer smaakt dan een glaasje „ranja"
wat fijn.
Mijn geheel is bloeddorstig zoowaar,
En heb ik mijn eerète raadsel voor elkaar.
Nu ga ik aan het tweede beginnen,
Waar ik voor noodig heb al mijn zinnen.
Het gevraagde woord moet „Chronometer" zijn
De hulp woorden staan onder dit rijm.
Of het goed is heb ik Zaterdag wel in de gaten
En zie ik mijn rijim mischien, met groeten
van Gerda van Straaten.
Langestraat 12 a.
Geachte Mijnheer.
Hier ben ik weer, 1. ia bloed,
En zelf zie ik ook liever zoo zwart als roet,
Als één vinger met bloed.
2. Is dorstig, alle roofdieren zijn bloeddtorstig.
Het tweede was gewldig zwaar,
Maar ik heb heb hem toch gevonden, reken
tn aar-
Een is maatschappij,
Daarin behooren ook wij.
Twee is vischkaar,
Een kam gebruikt men vöor zijn haar.
Een tromp zit aan een geweer,
Van- mijn vader weet ik dat weer!
Vijf qns, dat is een klein gewicht,
Zes is o, dat roept men allicht.
Zeven is Ems, dat heb ik in de Atlas gevonden,
Op stelten loopen is geen zonde.
Daar moet je, je goed op treenen1,
Anders breek je, je -beenem.
Negen is tuintje spitten,
Tien is stedeling en kan niet veel buiten zitten.
Elf is soepgroenten,
Daarvan wordt de soep beter,
En het geheel is Chronometer.
Ziezoo mijnheer, het zit er weer op!
Maar met het tweede, had ik een strop.
Ik zat mijn vader en moeder maar te plagen,
Met al mijn raadsel vragen.
Klaas Johaimes -Stadtman, v. Galenstr. u.
Geachte Mijiiheer!
Ook dezen keer, ben ik maar weer met
oi^losseru begonnen,
'let was lang niet gemakkelijk, d'at begreep
ij., ilc weldra,
nn toen had ik wel eventjes de hulp noodig
M van moe en van pa.
1 I*1* zi" Wj de meeste kinderen die pas
beginnen ook wel eens gebeuren,
En daarom bleef ik maar niet heel lang
No. 1 is bloeddorstig. treuren,.
Bij liet zien van bloed, beginnen kinderen
-r- X» vaak te huilen,
En in- flen zomer ais het warm is, krijgen wij
vaak dorst en zitten dan te pruilen.
EIGEN SCHULD.
Het was op een mooie zonnige dag. Jan ging
's ochtends naar school toe.. Maar hij had niet
veel zin om naar school te loopen. Daar
kwam juist een tram aan rijden. Jan, die zag
dat de tram even stopte, 'ging gauw achter op
den beugel van de tram zitten. Toen hij zoo
een eindje meegereden had, kwam er een heer
langs, die zei dat Jan van de tram af moest
gaan.
Jan lachte de heer uit, en trok zelfs nog
een lange neus tegen hem. De conducteur, die
dat zag, deed plotseling één van de raampjes
open en zei d'at Jan er af moest gaan. Jan
schrok hierdoor zoo hevig, dat hij van de
tram af viel en op de rails van een andere
tram af viel op de rails van een andere
juist een tram aanrijden. De tram kon niet
meer zoo gauwfttoppen en reed Jan over zijn
been heen en Jan werd er met een, gebroken
been onder vandaan gehaald. Een auto werd
opgebeld en die auto bracht Jan naar het zie
kenhuis. Zijn ouders werden gewaarschuwd,
die hevig schrokken.
Voortaan moest Jan altijd op krukken loo
pen. En als andere jongens Jekker liepen te
spelen en hard liepen moest hij toekijken.
Nu jongens, nu kan jullie net J eens zien,
hoe gevaarlijk het is achter op een tram of
iets dergelijks te gaan zitten.
J.- D. Jimmink.
DE DRIE BROEDERS.
Een vad'er had drie zoons, die alle drie
nog by hem woonden in het huis, dat de
eenige bezitting uitmaakte van den
ouden man. Elk der drie zoons had wel
lust dit huis later te erven, maar de vadea'
hield van alle drie even veel en wilde
strikt rechtvaardig' handelen. Hoe nu te
doen. Hy had natuurlijk kunnen bepalen,
dat de woning na zijn dood verkocht en
de opbrengst door zyn drie zoons ge-
lykelyk verdeeld zou worden, maar daar
het huis al lieel lang familiebezit was 'ge
weest, zag do vader lie-t niet gaarne in
andere handen overgaan. Na lang na
denken riep de vader zyn zoons hy zich
en zeide: „Verlaat alle drie de stad en
tracht je brood te verdienen door een
beroep te kiezen. Over een jaar moet
jullie terugkeeren en wie dan in zyn ge
kozen beroep het imeest uitblinkt, die
erft het huis."
De zoons betuigden hun byval met deze
beslissing, maakten zich reisvaardig, na
men afscheid van hun vader en vertrok
ken elk naar een andere richting.
De oudste vond na eenige dagen werk
by een smid, de tweede by een barbier,
de derde nam dienst in het leger en elk
deed zoo zyn best en Oefende het -geko
zen beroep weldra zoo goed uit, dat hun
meesters hen na een jaar noode .lieten
vertrekken.
Op den vastgestelden- da-g ontmoetten
de drie broeders elkander weer in hun
vaders huis. Toen de vreugde over het
wederzien wat bedaard was en allen, ver
teld hadden, wat ze in het afgeloopen jaar
geleerd hadden, zeide de vader: „Nu moet
je maar eens je kunsten vertoonen, zoo
spoedig zich een -geschikte gelegenheid
voordoet 1"
Plotseling zagen ze over het veld ach-
i-r f# een h&as kamen) aanhollen,
die blijkbaar achtervolgd werd.
„Die is myn!" riep de barbier. Ongefoof-
iyk snel greep hy zyn scheerkwast, zeep
en mes en sprong naar buiten-, juLst toen
de haas het huis bereikte. De m'an (green
het dier, zeepte het in, schoor het geheel
kaal op een klein snorretje en zijn witte
staartp-nntje na en liet het weer loopen,
vóór de jager, die het achtervolgde het
onder schot kon krygen. De vader en de
broers schaterden nog om het malle ge
zicht v-an de haas met een snor, toen alle
scheerben-o-odigdheden reeds weer gerei
mgd en opgeborgen waren en de vader
zei: „Jij kent je beroep uitstekend, mijn
jongen. Als je broeders niets beters doen
dan zal jy het huis vast erven!"
Eenige minuten later verscheen o<n den
weg voor het huis een rijtuig met twee
paarden ervoor in vollen draf
ga" doen?"' de <ttM' "Let 0p' wat
Toen het rijtuig tot vlak by het huis
eene paarden terwyl bet dier lustig door
eens paard en terwijl het dier lustig dWr-
v-nri" zap^ flinke jongeman kans, het
an vier nieuwe hoefijzers te voorzien
De oude nam hij; mede naar huis waar
te? D„dh K- lwm hlide toèjS
ton. De barbier erkende de mJrli!!!
bekwaamheid van zyn broeder, waar deze
eehter mets van hooren wildé. TH w
in jouw vak toch zeker even
-ïit edelmoedig twistgesprek.
t) r. ci id en de barbier
jen zich naar binnen, doch de jongste
zoon bleef buiten staan, roepende: „ya.
der wilt u ook myn proefstuk zien?"
Hij trok zyn zwaard uit zyn sche-ede en
zwaaide het zóó snel rond boven zijn
hoofd dat het scheen, of het een flik.
kerend dakje Tas. De regenbui werd
gaandeweg erger, totdat tenslotte de re-
gen in stroomen neerviel en d¥> vader
uitriep: „Kom binnen jongen, het hoeft
nu lang genoeg geduurd!
De zoon stapte naar binnen, steeds
cirkelend met het zwaard boven zyn
hoofd. Eenmaal in huis zyndo, stak hij
het wapen weer in de schrede -en- zeide:
„Vader, kyk. of u een druppel regen op
mij kunt vinden!'' -
En waarlyk, de wapenknecht was even
droog gebleven of hy tydons de regenbui
in hui# geweest was.
De vader en de beide oudeie zoons wa
ren. het eens, dat de jongste het knapste
proefstuk geleverd had en dat hem- dus
later he-t huis zou toekomen-, doch de
jongste verklaarde, dat allen er evenveel
recht op hadden en dat zij- later gezamen
lijk het huis zouden blyven bewonen,
vooral daar zyn beroep hem t-och meestal
ver van huis zou laten zwerven.
En zoo gebeurde het ook, toen de vad-eo;
na een, rustigen -ouden dag eindelyk het
moede hoofd voorgoed neerlegde.
Oplossingen der vorig© raadsels.
I.
Bloeddorstig.
IL
maatschappy
vischkaar
haarkam
tromp
ons
o
Ems
stelt
spitten
stedeling
soepgroenten
Goede oplossingen van beide raadsels
onvangen van:
A. A.; R. A.; J. A.; J. B.; H. B.; A. v. d.
B.; B. B.; E. D.; S. D. (Wleringen); J. F.;
N. G.; H. J. v. H.; T. H.; D. R. L; J. D. J.
(Julianadorp); J. de J.; P. K.; H. K.; T.
W. K.; A. K.; K. en J. K. (Texel); 0. K.;
J. K.; A. M.; J. M.; M. M.; J. O.; J. J. P.;
D. R.; A. R.; J. K. S.; J. S.; G. v. S.; G. S.;
K. J. S.; P. S.; J. T.; S. T.; A. V.; B. en G.
V.; N. V.; J. v. V.; 0. V.; J. de V.; J. en
P. W.; B. Z.
De prijzen zyn na loting ten deel geval
len aan:
Jo D. Jimmink (Julianadorp).
Cornelis Koning, Emmastraat 84.
Klaas Johannes Stadtman, v. Galen
straat 11.
Jansje en Piet Willemse, Nieuwstr. 84,
Zelfgemaakte raadsels ontvangen vah*
Jan A. en Klaas Johannes S.
Nieuwe raadsels:
I.
Met zes letters ben ik een man. Doet
men er in het midden een letter af, dan
word ik een vrouw.
II
Hieronder staat een spreekwoord, dat
uit zeven woorden bestaat. Maar de let
ters zyn lieelemaal door elkaar geraakt.
Zoek jullie het spreekwoord er weer eens
uit. Om het een beetje gemakkelijker te
maken, zal ik er by vertellen, dat hot
eerste woordje „waar" is.
i-n-e-s-e-w-l-i-a-g-r-e-w-s-e-
a - i - n - e - w.
Ingez. door G. S.
"ik in het myne!" zoo zeide' hiib dtk^k?19
wilde nog ^at tegenw^^w' *2^
Img een regenbui een eindé maakte
Zeg mij hoe gy uw hond behandelt..
Hoe kan men goed voor menschen zyn
wanneer men wreed is tegenover dieren?
Le Ma tin.
Lees-kortademigheld.
By den modernen lezer tenminste
onder studenten valt het op doet zich m
nu en dan een verschijnsel voor van „lees-
vermoeidheid". Hy is plots het lezen beu, 1
ten deele uit onbevredigdheid, ten deele
uit machteloosheid om zich in den stroom
van boeken staande te houden. Dan ont
staat een soort van lees-kortademigheid.
A. van Dal.
Vcrmechanlseerde HoogeschooL
Er zyn hoogleeraren, die veel weg heb
ben van een examen-machine.
Prof. Kohlbrugge.
Lach er maar eens om.
In Internationale aangelegenheden is
soms niet genoeg gelachen en te veel ge-
spot.
Foreign Affairs.
Eén kapitein op een schip.
Zeggenschap is noodzakelyk, medezeg
genschap is onmogelijk voor de exploita-
van een bedrijf. En deze zeggensohap
kan, neen moet ieder in een bedrijf beb-
mflto> waarin hij verantwoor-
18 voor den gang van zaken.
Maatschappybelangen.
Als een kind In het donker.
De voornaamste les, welke het leven ons
eeren heeft, is af te rekenen met de
7- y 0 beginnen het leven bevreesd
tni," ui®8 voor P^n' maatschappeiyke
lichting, voor onze zwakheid, en dom-
ti u' voor armoede. voor eenzaamheid,
hen nog steeds bang voor al die din-
maar niet zoo erg als vroeger en in
myn hart weet ik, dat er in het geheel
goen reden is voor angst.
Hugh Walpole.