MC Voor de Kinderen VOOR DE VROUWEN. BABBEUJURTJE OVER MODE. V oorj aars-tailleurs. Lange rokken. WILHELMINE. „een les Oplossingen der vorige raadsels. n. i 1 hi de krant te komen. De imode-onfrwerpers hebben een prao- tlsch Idee weer eens uit de oude doos teruggehaald, en niet eens zoo'n erg oude doos. We berinneren het ons khmers nog goed, dat het mode waa om op een geheele japon van stof een bijpassend tailleur jasje te dragen. Dit had meer dan één -voordeel. Wan neer men tijdens een bezoek het jasje uit deed, stond de japon natuurlijk geklee- der dan een blouse op rok gedaan zou hebben. Bovendien kan men bij mooi weer ook alleen in de japon utgaan mèt of zonder bont of shawl, wat met rok en blouse niet zoo ligt gaat. Ook zijn deze tailleurs er eens geweest met mouwlooze manteltjes, zoodat het mouwtje van de japon tevens dienst deed voor den mantel. Deze metbode werd veel toegepast bij zomerstofjes. (Dit was nog in den tijd dat we ons niet „gekleed" ge voelden wanneer we zonder mantel op straat liepen.) In ieder geval is de japon met korte mantel weer in eere hersteld en dit is niet onder te brengen bij' de al reeds be kende trois-pieoea Deze toch hebben als bovenstuk der japen meestentijds een soort blouse van fantasie-stof, terwijl de tailleur met japon inderdaad bestaat uit een gekleede japon met bijpassend man teltje. 't Gevolg Is dus, dat voor deze oos- tuums nooit echt mantel- of tailleur-stof fen gebruikt worden. Veel wordt hiervoor -gebruikt: de travers-stoffen, wollen po- peline, crêpe oaid, heele fijne serge, kasba en verdler dergelijke stoffen; zoo dat het meestal licht fleurige toiletten zijn. Vandaar dan ook dat deze soort fcleeding altijd zoo bijzonder gezocht ia Men heeft er voor den zomer een keurig gekleede japon aan en door er slechts een kort vlot jasje bij te maken, heeft men voor de zomersohe voorjaarsdagen een gekleed manteloostuum. Om verschillende redenen zal bet tail leur-pak dit voorjaar en ook den zomer veel meer gedragen worden^ dan de lange mantel, waarom de modehuizen dan ook met een zeer groote keuze uit komen en in overgroote variatie. Eenige van deze practische tailleur- modellen kunnen wij bewonderen op de teekening. Het eerste model was van olijf-groen wollen poelin-e. Mooi en jeugdig kleedend is het model dier japon. Het even aan sluitende lijfje heeft een diepe halsuitnij- ding, waaruti een smaakvol vestje van crêpe „Javatnais" komt kijken met een leuk kleurig lintje onder het kraagje van daan. De ceintuur, welke ongeveer 8 c.M. onder de natuurlijke taille gedragen wordt, rust op een pittig rokje, wat keu rig versneden is in stolle-plooien. Het jasje valt luchtig om de figuur heen en blijft vóór open hangen op de jurk. Go- heel in de rondte is een pLm. 8 oM. bree- de zoom gestikt, welke als afwerking maar tevens als eenigste versiering van het jasje dient Het tweede model ls van kaneelkleu rige crêpella Hierbij! heeft de japon nog het bekende lijntje: de ceintuur iets boven de heup en do blouse er zeer weinig tegen aan biousendl, waardoor het zich direct stempelt tot een jongemeisjes- draóht Het lijfje is in twee keer een groepje van vier plooitjes.gestikt, welke van voren in een scherpen punt eindigen en achter in horizontlae richting recht over den rug loopen. Het rokje heeft aan voor- en achterkant, aan linker- en rech terkant, een scherp geperste plooiengroep van drie stuks. De genopt zijden das staat achter in den nek overeind en hangt verder in losse einden over die borst neer. Deze zelfde zijden das dient ook als een soort shawl-kraag langs de voorkanten van het heel eenvoudige jasje wat geheel vrijbangend als eenige garneering heeft een paar leuke zakjes met geoireerd galon afgezet Het derde model is van padlestblauw tra- venstof. Dat is iets strenger In taiileur- vorm gehouden, wat wat men uit de veel strenger passende rugvorm kan afleiden, ook aan het rokje is veel minder „zwie righeid" verleend. Ook sluit dit jasje van voren dicht op drie knoopen. De jurk kon overigens naar verkiezing hetzelfde gemaakt worden als het eerste of tweede model. Het vierde model ls van donkerbruin (bij zwart af) heel fijn serge gemaakt Zeer sober maar toch heel fijn in het japonnetje verwerkt met wat dwarse zij- do u stikseltjes. Het lijfje is even aanslui tend en is zonder oeintuur op het alléén van voren met stolleplooien voorziene rokje gestikt Een smal wit crêpe kraagje met klein bruin zijden strikje maakt de geheele garneering uit Het jasje is recht aansluitend -met een van den schouder afioopende borstnaad en breede shawlkraag tot onder toe. Ook dit jasje hangt weer open op de japon. Het vijfde model is weer een echt leuk jongemeisjes-costuum1 van wijmroodie crê pella. De eenigste garneering zijn de ge- cordortneerde zijden lijntjes in puntige teekening. Het geheel gladde lijfje is op een ruim kiokkend rokje gezet met de tamelijk hoog geplaatste oeintuur, Het jasje ls geheel recht en krijgt z'n teeke ning door het hl aardigen vorm gebor duurd lijntje Door den buitengewonen eenvoud is dit toiletje juist zoo bijzonder geschikt voor een jong meisje. Corry Brens. Io) PARIJSCHE MODEBRIEF. Wat heeft de lange rok, letterlijk en fi guurlik, al reeds een stof opgewaaid. Iedereen spreekt er over, iedereen geeft er z'n meening over te kennen. „Denkt u heusch, dat 'deze bespottelijke mode uit Frankrijk afkomstig is", roept verontwaar digd een Pari-sienne uit „Geen sprake van. Reeds sinds 2 jaar zijn de Amerik. filmartisten op deze wijze gekleed. En als de Parijzenaarsters deze maskerade over nemen, bestaat er geen enkele reden meer, waarom de gedistingeerde vreem delingen zich in Parijs zouden komen kleeden". Van den anderen kant hooren we, hoe Amerikaansche filmsterren tegen deze mode protesteeren en beslist weige ren haar rokken te verlengen, „alleen omdat een Parijsche modeontwerper dit voorschrijft". En dan zijn er nog de kousen-fa brikanten, die ook al niet op den lan gen rok gesteld zijn. Onder lange rokken kunnep immers kousjes opgedragen wor den waar iets aan mankeert, die niet onberispelijk meer zijn. En dat is niet voordeelig voor de kousen - industrie. Toch geloof ik niet dat we bang behoeven te zijn, dat voor het ge wone dagelijksohe leven de geheel lange rok er weer in zal komen. Sinds de jaren dat de lange rok alge meen was, is het leven zóó veel veranderd. Onze jonge meisjes zijn anders opgegroeid dan het vorige geslacht, zonder oorset, zonder knellende banden, zonder prik kende haarspelden, zonder de in de be weging belemmerende lappen stof die men rokken noemt Zie doen veel aan sport, aan wandelen, aan gezonde li chaamsbeweging. Sinds die lange rok ken-periode, heeft ook de vrouw veel meer In het openlijke leven, in beroepen haar Intrede gedaan. Ze is gewend vrij te kunnen loopen,- zich gemakkelijk en vlug te bewegen, met een kwieke geste den trein op en af te stappen. Ik geloof niet, dat men haar weer krjgt in de onpractische, zware, stof op waaiend© lange rok. Vergeten we ook met dat de groote Parijsche modehuizen alleen voor de zeer rijke oliëntèle wer ken. Haar lange rokken zijn alleen be stemd voor mondaine solrée's, voor een „thé" in het Casino, een diner in een ca baret Waarom zou de meerderheid der vrouwen, die dergelijke gelegenheden niet bezoeken, zich haasten deze mode te volgen! Laten we liever blij zijn, dat er voor het dageUjksch leven nog zoo iets als een praotlsohe korte rok bestaat. Onze lezeressen, die uitvoeriger wen- achen ingelicht te worden over de laatste mode, zoowel voor dames ais kinderen, raden wij dringend aan eenatwnnment te nemen op „Het Nieuwe Modeblad Dit uiterst practische Nederlandsche modetijdschrift, hetwelk ook een schat van gegevens biedt voor handwerken! alle genres, is bij de uitgevers dezer Cou rant tegen sterk gereduceerden prijs v er- Icrii crhflör De abonnementsprijs van het Nieuwe Modeblad, 2 maal per maand verschijnende in 10 bladzijden met telkenmale 2 gratis knippatroon bladen, bedraagt slechts 0.95 pe» kwartaal, franco per post 1.25. Beste jongens en meisjes! Weer een nieuwe maand, dat beteekent weer een massa nieuwe vriendjes en vrien dinnetjes. Iedere maand komen er bij en gaan er ook wel een paar heen, die het misschien te druk hebbenzou dat eigenlijk wel waar zijn, je hebt toch altijd wel tijd om je raadsels op te lossen, zoo lang kan dat nooit duren, dus denk erom, dat ik de volgende maand geen vriendjes en vriendinnetjes verlies. De meesten van jullie sluiten de oplossingen in een en velop, dat moet je nu in het vervolg maar niet meer doen, dat spaart jullie een en velop en mij den tijd om ze open te maken. Je schrijft dus je raadsels voortaan op een stevig stukje papier, vouwt dat dicht on zet aan den buitenkant niet anders dpn het woord „raadsels". Eenvoudig, hè? Er waren deze week zooveel raadselop lossingen op rijm dat ik ze weer niet alle maal kon opnemen. Ik vind dat wel jam mer omdat jullie er natuurlijk je werk aan gehad hebt, maar heusoh, er is geen plaats voor. Dus volgenden keer krijgen anderen weer eens een beurt. Er zijn van de week ook weer heel waf eigengemaakte raadsels gestuurd en er was een oplossing ingezonden zonder naam. Wie was die domoor? Freek Nieuwland. Nou, dat was ook wat met die jongens in dat gymnastiek lokaal, Freek, hoe is dat afgeloopen, schrijf het me eens. Voor jou heeft het dus ook al minder aangename gevolgen gehad, doordat je de raadsels vergat in te zenden. Misschien had je anders wel een prijs gewonnen. Je weet nooit. Dim ik zou er voortaan maar goed om denken om ze op tijd in te zenden. En het is jammer dat je ze toen juist op rijm had gemaakt J. K. Schendelaar. Had jij zoo vast op een prijs gerekend? Ja, daar kan ik niets aan doen, want de prijzen worden eerlijk verloot en ik vind het fijn dat er tot nog toe iedere maand andere vriend jes en vriendinnetjes een prijs hebben gewonnen, als het zoo door gaat heb je spoedig allemaal een prijs in je bezit. En de prijzen zijn mooi hoor. Ik heb tenmin ste van alle prijswinnaartjes een hartelijk bedankje gehad. Zeg, met die „kracht der wanhoop" van- jou is het toch niet zoo erg, hè? Marie Verfaille. Het is aardig van je, Marie, om een eigen gemaakt raadsel in te sturen, maar je wilde het ons zeker ook op laten lossen, want je vergat de op lossing er bij te zetten. Dus volgende week moet je het dan nog maar eens hee- lemaal opnieuw inzenden. Klaas Stadtman. Het eene, door jou ingezonden raadsel, Klaas, is niet goed, want dokter schrijf je met een k en doc tor met een c, maar dan is er weer een o in. Het andere is goed. Kindervriend. Bes-te Kindervriend. Het raadsels oplossen valt niert mee, Maar ik heb ze toch alle twee-. Hoe kan je d-e bakker ook vergeten, En de k er uit, -dlat is baker, moet je wot-en, En wat het tweede raadsel zegt, Van „Waar een wil is, is een weg", Heb ik nu wel ondervonden, W ant na lang zoeken heb ik ze weer gevonden. Gerda van Straaten. Langestraart 12 a. Beste Mijnheer. Hier ben ik met die raadsels uit 't Juttertje weer, No. 1 Waar een wil is, is een weg, 'k Hoop dat 'k de raadis-els weer goed heb zeg. Ik vind die raadsels eeni heel vermaak, No. twee bakker en baker is ook wel raak. Eni nu ga ik even pauzeeren, Om een eigen raadsel te fabriceeren. Jansje Maternum. Diaconiestraat 23, Den Helder. Beste Mijnheer de Kindervriend, Ik vind, Ik moest ook maar eens beginnen, Om- een rijmpje te verzinnen. Het eerste is bakker, een aardige man, Daar krijg ik Zaterdags een- jodenkoek van. Het tweede is baker, dat is me tante, Die vent gelukkig niet met kranten. Dit is nu het eerste meneer, Op het volgende rijm ik weer. Het tweede is wel niet zoo goed, Maar ik begin nog met nieuwen moed. Want wat als ik zeg, W aar een wil is, is een weg. Nanda Visser. Schagenstraat 92. Geachte Mijnheer, De raadsels waren erg gemakkelijk dezen keer, Daarom zend ik ze u ze maar weer. De man is bakker, iemand waar we liever naar toegaan als naar een apotheker, Want een versch kadetje lusten we allen graag, dat weet ik zeker. No. II. Waar is wil is, is een weg, Zonder -wil komt er niet veel van terecht, Maar verder kan ik niet meer rijmen, Want ik behoor nog maar bij de kleinen. A.s. Dinsdag is Annie jarig mijn-heer, Ik weet zeker dat ze dhn tracteent, Dan wordt Anmie al 9 jaar, En Woensdag zijn- al haar vriendinnetjes bij elkaar, 1 Jammer hè. En ik hoop dat ze nog heel veel jaren 't vrien dinnetje is van mij. Jeantje Oostendorp. Goverstraat 47. Beste Mijnheer. Ik ben een nieuw nichtje En hier stuur ik u een gedichtje. Ik hoop, dat u er erg mee bent ingenomen, Nu zullen de raadsels van zelf wel komen. No. 1 is de bakker, En de baker is een goeie stakker. Waar een wil is, is een- weg, Mjaar ik houd niet erg van pech. Gezina de Vries. No. 1. Een hakker ia het eerste woord-, Een onmisbaar man, die ons bekoort 't Tweede dia baker, kwam van pas, Toen er bij ons een zusje was. No. 2. Waar een wil is, is een weg, Dat is een heel -goed spreekwoord ze», Dus wil ik vast dezen keer De winnaar zijn, wat u meneer? En daarom wil ik tot besluit, De weg naar 't boek en daarmee uit Beppie Zwierstra. Mijnheer, Ik heb verleden week zitten turen, Van 's morgens vroeg tot 's avonds laa-tj Ik liep bij vriendjes -en bij buren, Maar nergens vond ik eenig raad. Doch thans zal ik 't weer probeeren, Om de oplossing te loeren. Die bakker S. heeft krenten in 'n vat, Daar heeft de baker 't druk geha-di, Want dertien kind'ren dat is niet mis, Dat daar wart voor te bakken is. Waar een wil is, is een weg, Dat is een mooi spreekwoord zeg. D. Ligithart. Rijksweg 2526, Koegras. Een bakker is een man, Die brood-en bakken kan. En een baker is een vrouw, Daar weet ik niet veel meer van. Het spreekwoord zegt, En zeer -terecht, Waar een wil is, is een weg, Maar 't is moeilijk, beste vrinden, Voor een weg een wil te vinden. G. Staalman. Binnenhaven 3, Den Helder. Bes-te Kindervriend, Over een man meit 6 letters in het woord Heeft ieder kind wel eens gehoord. Hij is zoo dikwijls onze waker, Want als wij slapen is hij, de bakker, Werkend, dus altijd wakker. En laten wij die k uit hem verdwijnen, Dan kregen wij: baker, de verzorgster onzer kleinen. En hiermee is het antwoord raadsel No. I dan klaar, Van H. Kiljan, de pasbegonn-en rijmelaar. En bij het lezen zult -gij met mij- beamen, als ik zeg, Tevens het antwoord op nummer twee, Waar een wil is, is een weg. H. Kiljan. Trompstraat 25 ONZE GROOTE ZEEHELD. Ik zal u ierts vertellen over één onzer groot ste helden. Ik was nog klein en nog maar 4 jaar, en liep nog naar het Fröbelschooltje. O-p een keer kwam ik niet dadelijk thuis (wij woonden tamelijk dicht bij school, dus igjng ik mèesital -alleen naar huis). Toen werd mij'n moeder ongerust en ging naar school o-m te vragen, waar ik misschien zou zijn. De juf frouw zei toen, dat zij er niet op gelet had, maar -dat ik gewoon op tijd d-e school had verlaten. Toen ging mijn moeder -dadelijk bij den Zeedijk kijken, maar ik was er niet; toen de stadi door en niets te vinden, bij de politie w-as zij gelijk geweest om te zeggen, dat ik vermist werd. Inrtuschen was het al ruim twaalf uur eni kwam mijn vader thuis, die dacht, -dat ik met een buurman mee was naar het strand, die ging daar met paard- en- wagen dikwijls heen. Hij was dus naar het strand, ook -daar was ik niet en -moeder in de buurt vragen of zij soms mij gezien hadden, maar nergens was ik te vin-den. Intusschen- werd het uur en moest mijn vader weer weg; moeder huilen en vader ongerust weer naar zijn werk. Toen is het ongeveer half twee en daar ziet mijn moeder mij in de verte aankomen, met nog twee jongetjes, die ouder waren dan ik- Toen ik mijn moeder huilend en lachend zag aankomen, riep ik: „moe, ik heb houtjes ge- zocht voor de kachel en wij zijmi in 't schap- persboetje geweest (want wij werden zoo koud) en toen -heeft die schipper ons- een heeleboel verteld." Die schipper wees ik mijn moeder later lachend -aan en was niemand andere dan 0pa o{ Dom» Rijkers, aan wien ik noig dikwijls -denk. Het boetje is toen met een storm wegge- s agen,_ waar nu een nieuw gebouwtje voor staat Dikwijls den-k ik nog hoe die groote man onze handen warmde en zoo mooi ver tellen kon. GIERIGHEHy» In Koefa woonde eens een man, die een eer in stelde de gierigste man van het geheele landte rijn. Doch op zekeren dag hooide hij, dat er in de stad Bassora een man leefde, die nóg gieriger was dan Mj en dadelijk besloot hij, zijn collega^ te zoeken, om van dezen een lesje in gje righeid te vragen. Zoo gezegd, zoo gedaan. De gierigaard uit Koefa deed de reis naar Basso-ra te voet en stelde zich aan den daar wonen! den vrek voor als een „nieuweling in het vak", die gaarne nog wat leeren wilde. j)at is best", antwoordde de auder „Laten we dan dadelijk maar beginne^ Kom met me mee! De beide gierigaards stapten eerst een bakkerswinkel binnen. De vrek van Bas sora vroeg aan den bakker: „Hebt u goed brood mét boter. Boter is dus meer waard Ja zeker, heeren", antwoordde de bak ker beleefd. „Het brood is juist versch en zoo zacht ais boter! Hoeveel blieft mjjn. hosr?" „Op 't oogenblik nog niets", antwoord de" de vrek van Bassora en verliet met den anderen de winkel. „Hebt ge wel gehoord wat de bakker zeide?" vroeg de leermeester nu aan den leerling. „De bakker vergelijkt zijn beste brod met boter. Boter is dus meer waard dan brood. Laten we naar de markt gaan, om boter te koopen! Dit scheen den ander een vreemde zui nigheid, doch hij zweeg, daar -hij er naar snakte, weer eens boter te proeven. Op de markt gekomen vroeg de gierige van Bassora aan een boer of -hij boter had. M„, „Ja zeker, heeren", antwoordde de boer, „Ik Lob de beste boter van de geheel® markt. Ze is zoo fijn als olijfolie! Hoe- veel moet ik voor mijnheer afwegen?" „Op 't oogenblik niets", was het ant- woord en zich tot den vrek van Koefa wendend zeide die van Bassora: „Hoort ge wel, dat de boer olijfolie beter vindt dan de beste boter. Laat ons1 liever olijf- olie gaan koopen bij gindsohen koop man!" j. De gierigaards stapten nu op den oli-ekoopman toe en vroegen of hij goede olijfolie verkocht „Zeker heeren, de beste olie, die er te krijgen is", antwoordde de koopman. „Ziet u eens, ze is zoo zuiver en helder als bronwater. Blieven de -heeren een heele flesoh?" „Vandaag nog niet", gaf de vrek van Bassora ten antwoord. „Hoort ge wel, dat deze koopman helder bronwater ver kiest boven olijfolie?" vroeg hij toen aan zijn collega uit Koefa. „Nu weten we dus dat boter beter is dan brood', olijfolie beter dan boter en.... water beter dan olijf olie. Laten we spoedig naar huis terug- keeren en ons sterken met water uit (le bron in mijn tuin. Ge kunt er zooveel van gebruiken als ge maar belieft en ik geef u dit meest waardevolle voedsel voor niets". Na aldus „gesterkt" te zijn en zijn gastheer bedankt te hebben voor rj/a goede les, keerde de vrek van Koel» huiswaarts, tevreden gestemd, dat zijn dag goed besteed was, daar hij voortaan wist, hoe hij gasten het beste kon ont halen zonder „veel onkosten". ton as RAADSELS. I. Bakker baker. Waar een wil is, is een weg. Goede oplossingen van beide raadsels ontvangen van: A. A.; R. A.; K. A.; J. A.; P. B.; T. B. (Koegras); B. B.; J. Br.; J. B.; M. B.; M. BL; A. v. d. B.; T. B.; A. v. B.; H. B.; L. D.; E. D.; R. en M. v. E.; J. E.; J. F.; J. FL; W. F.; N. G.; J. G.; Betsy H.; B. H.; M. H.; T. H.; J. de J.; J. J. (Koegras); D. R. I.; C. K.; H. K.; K. en J. K. (Texel); J. K.; S. K.; H. Kr.; P. K.; A. K.; T. K; R. L.; D. L. (Koegras); J. M.; M. M.; A. M.; F. N.; J. O.; T. P.; P. v. R.; O. Ru.; O. R.; A. R.; J. R.; p. S.; W. S.; J. K. S.; K. J. S.; G. S.; G. v. S.; G. St.; J. S.; R. T.; G. v. T.; M. V. (Koegras); N. V.; O. V.; A. V.; G. de V.; J. v. V.; B. en G. V.; H. v. W.; J. en P. W.; B. Z. Zelfgemaakte raadsels ontvangen van: Kees A.; Toni B. (Koegras); Jansje M.; Freek Ng Annie R.; Gita 8.; Piet Si Klaas J. S.; Albert V. Nieuwe raadsels. L Het geheel is een spreekwoord van 8 woordon of 18 letters. 11-1-5-7-12 1b een stad in Zuid-Hol' land. Een 8 - 9 -18 -17 - 4 dient om iets dieht te rygen. Een 3 -13 -14 is een huisdier. •e 3-6-2 is een deel van je gezicht. t ik In"1 o is een meisjesnaam. io 10 - 3 is een jongensnaam. Ingez. door A. M. H. Als ik mijn jas omkeer, wat krijg ik Ingez. door B. v. H. Klaa» Joh. Stadtman. Daar vergis je je in Klaas, want de hu,„. zeeridders hebben geen ander huisje gekregen en staan nu bij weer en wind ,n de kou. Kindervriend. In zekeren zin is niets meer misleidend aan de inhoud van een dagblad. Het blad wordt verondersteld het leven in al zijn specten te schilderen en nieuws te f™ °b a^e terrein der menschelijke verkzaamheid. We behoeven echter maar /w °°Kenklik na te denken om te zien, at hetgeen een dagblad inderdaad doet, voor het grootste deel de zonderling® aingen vertellen, ons in te lichten over '"gelukken, misdaden, buitenissigheden, e absurditeiten, de sensationeele din gen. Met eerlijk, hard werk, kan een Par lementslid nauwelijks een enkelen regel verdienen; ging hij in het Parlementsge bouw op zijn hoofd staan, dan zou er een neeie kolom over hem worden gevuld- My Magazine.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 8