MC
Voor de Kinderen
VOOR DE VROUWEN.
BABBEUJURTJE OVER MODE.
V oorj aars-tailleurs.
Lange rokken.
WILHELMINE.
„een les
Oplossingen der vorige raadsels.
n.
i
1
hi de krant te komen.
De imode-onfrwerpers hebben een prao-
tlsch Idee weer eens uit de oude doos
teruggehaald, en niet eens zoo'n erg oude
doos. We berinneren het ons khmers
nog goed, dat het mode waa om op een
geheele japon van stof een bijpassend
tailleur jasje te dragen.
Dit had meer dan één -voordeel. Wan
neer men tijdens een bezoek het jasje uit
deed, stond de japon natuurlijk geklee-
der dan een blouse op rok gedaan zou
hebben. Bovendien kan men bij mooi
weer ook alleen in de japon utgaan mèt
of zonder bont of shawl, wat met rok en
blouse niet zoo ligt gaat.
Ook zijn deze tailleurs er eens geweest
met mouwlooze manteltjes, zoodat het
mouwtje van de japon tevens dienst deed
voor den mantel. Deze metbode werd veel
toegepast bij zomerstofjes. (Dit was nog
in den tijd dat we ons niet „gekleed" ge
voelden wanneer we zonder mantel op
straat liepen.)
In ieder geval is de japon met korte
mantel weer in eere hersteld en dit is
niet onder te brengen bij' de al reeds be
kende trois-pieoea Deze toch hebben als
bovenstuk der japen meestentijds een
soort blouse van fantasie-stof, terwijl de
tailleur met japon inderdaad bestaat uit
een gekleede japon met bijpassend man
teltje. 't Gevolg Is dus, dat voor deze oos-
tuums nooit echt mantel- of tailleur-stof
fen gebruikt worden. Veel wordt hiervoor
-gebruikt: de travers-stoffen, wollen po-
peline, crêpe oaid, heele fijne serge,
kasba en verdler dergelijke stoffen; zoo
dat het meestal licht fleurige toiletten
zijn. Vandaar dan ook dat deze soort
fcleeding altijd zoo bijzonder gezocht ia
Men heeft er voor den zomer een keurig
gekleede japon aan en door er slechts
een kort vlot jasje bij te maken, heeft
men voor de zomersohe voorjaarsdagen
een gekleed manteloostuum.
Om verschillende redenen zal bet tail
leur-pak dit voorjaar en ook den zomer
veel meer gedragen worden^ dan de
lange mantel, waarom de modehuizen
dan ook met een zeer groote keuze uit
komen en in overgroote variatie.
Eenige van deze practische tailleur-
modellen kunnen wij bewonderen op de
teekening.
Het eerste model was van olijf-groen
wollen poelin-e. Mooi en jeugdig kleedend
is het model dier japon. Het even aan
sluitende lijfje heeft een diepe halsuitnij-
ding, waaruti een smaakvol vestje van
crêpe „Javatnais" komt kijken met een
leuk kleurig lintje onder het kraagje van
daan. De ceintuur, welke ongeveer 8 c.M.
onder de natuurlijke taille gedragen
wordt, rust op een pittig rokje, wat keu
rig versneden is in stolle-plooien. Het
jasje valt luchtig om de figuur heen en
blijft vóór open hangen op de jurk. Go-
heel in de rondte is een pLm. 8 oM. bree-
de zoom gestikt, welke als afwerking
maar tevens als eenigste versiering van
het jasje dient
Het tweede model ls van kaneelkleu
rige crêpella Hierbij! heeft de japon nog
het bekende lijntje: de ceintuur iets
boven de heup en do blouse er zeer
weinig tegen aan biousendl, waardoor het
zich direct stempelt tot een jongemeisjes-
draóht Het lijfje is in twee keer een
groepje van vier plooitjes.gestikt, welke
van voren in een scherpen punt eindigen
en achter in horizontlae richting recht
over den rug loopen. Het rokje heeft aan
voor- en achterkant, aan linker- en rech
terkant, een scherp geperste plooiengroep
van drie stuks. De genopt zijden das
staat achter in den nek overeind en hangt
verder in losse einden over die borst neer.
Deze zelfde zijden das dient ook als een
soort shawl-kraag langs de voorkanten
van het heel eenvoudige jasje wat geheel
vrijbangend als eenige garneering heeft
een paar leuke zakjes met geoireerd galon
afgezet
Het derde model is van padlestblauw tra-
venstof. Dat is iets strenger In taiileur-
vorm gehouden, wat wat men uit de veel
strenger passende rugvorm kan afleiden,
ook aan het rokje is veel minder „zwie
righeid" verleend. Ook sluit dit jasje van
voren dicht op drie knoopen. De jurk
kon overigens naar verkiezing hetzelfde
gemaakt worden als het eerste of tweede
model.
Het vierde model ls van donkerbruin
(bij zwart af) heel fijn serge gemaakt
Zeer sober maar toch heel fijn in het
japonnetje verwerkt met wat dwarse zij-
do u stikseltjes. Het lijfje is even aanslui
tend en is zonder oeintuur op het alléén
van voren met stolleplooien voorziene
rokje gestikt Een smal wit crêpe
kraagje met klein bruin zijden strikje
maakt de geheele garneering uit Het
jasje is recht aansluitend -met een van
den schouder afioopende borstnaad en
breede shawlkraag tot onder toe. Ook dit
jasje hangt weer open op de japon.
Het vijfde model is weer een echt leuk
jongemeisjes-costuum1 van wijmroodie crê
pella. De eenigste garneering zijn de ge-
cordortneerde zijden lijntjes in puntige
teekening. Het geheel gladde lijfje is op
een ruim kiokkend rokje gezet met de
tamelijk hoog geplaatste oeintuur, Het
jasje ls geheel recht en krijgt z'n teeke
ning door het hl aardigen vorm gebor
duurd lijntje Door den buitengewonen
eenvoud is dit toiletje juist zoo bijzonder
geschikt voor een jong meisje.
Corry Brens.
Io)
PARIJSCHE MODEBRIEF.
Wat heeft de lange rok, letterlijk en fi
guurlik, al reeds een stof opgewaaid.
Iedereen spreekt er over, iedereen geeft
er z'n meening over te kennen. „Denkt u
heusch, dat 'deze bespottelijke mode uit
Frankrijk afkomstig is", roept verontwaar
digd een Pari-sienne uit „Geen sprake
van. Reeds sinds 2 jaar zijn de Amerik.
filmartisten op deze wijze gekleed. En als
de Parijzenaarsters deze maskerade over
nemen, bestaat er geen enkele reden
meer, waarom de gedistingeerde vreem
delingen zich in Parijs zouden komen
kleeden". Van den anderen kant hooren
we, hoe Amerikaansche filmsterren tegen
deze mode protesteeren en beslist weige
ren haar rokken te verlengen, „alleen
omdat een Parijsche modeontwerper dit
voorschrijft".
En dan zijn er
nog de kousen-fa
brikanten, die ook
al niet op den lan
gen rok gesteld
zijn. Onder lange
rokken kunnep
immers kousjes
opgedragen wor
den waar iets aan
mankeert, die niet
onberispelijk meer
zijn. En dat is niet
voordeelig voor de
kousen - industrie.
Toch geloof ik
niet dat we bang
behoeven te zijn,
dat voor het ge
wone dagelijksohe
leven de geheel
lange rok er weer
in zal komen.
Sinds de jaren dat
de lange rok alge
meen was, is het
leven zóó veel
veranderd. Onze
jonge meisjes zijn
anders opgegroeid
dan het vorige geslacht, zonder oorset,
zonder knellende banden, zonder prik
kende haarspelden, zonder de in de be
weging belemmerende lappen stof die
men rokken noemt Zie doen veel aan
sport, aan wandelen, aan gezonde li
chaamsbeweging. Sinds die lange rok
ken-periode, heeft ook de vrouw veel
meer In het openlijke leven, in beroepen
haar Intrede gedaan. Ze is gewend vrij te
kunnen loopen,- zich gemakkelijk en vlug
te bewegen, met een kwieke geste den
trein op en af te stappen.
Ik geloof niet, dat men haar weer
krjgt in de onpractische, zware, stof op
waaiend© lange rok. Vergeten we ook
met dat de groote Parijsche modehuizen
alleen voor de zeer rijke oliëntèle wer
ken. Haar lange rokken zijn alleen be
stemd voor mondaine solrée's, voor een
„thé" in het Casino, een diner in een ca
baret Waarom zou de meerderheid der
vrouwen, die dergelijke gelegenheden
niet bezoeken, zich haasten deze mode te
volgen! Laten we liever blij zijn, dat er
voor het dageUjksch leven nog zoo iets
als een praotlsohe korte rok bestaat.
Onze lezeressen, die uitvoeriger wen-
achen ingelicht te worden over de laatste
mode, zoowel voor dames ais kinderen,
raden wij dringend aan eenatwnnment
te nemen op „Het Nieuwe Modeblad
Dit uiterst practische Nederlandsche
modetijdschrift, hetwelk ook een schat
van gegevens biedt voor handwerken!
alle genres, is bij de uitgevers dezer Cou
rant tegen sterk gereduceerden prijs v er-
Icrii crhflör
De abonnementsprijs van het Nieuwe
Modeblad, 2 maal per maand verschijnende
in 10 bladzijden met telkenmale 2 gratis
knippatroon bladen, bedraagt slechts 0.95
pe» kwartaal, franco per post 1.25.
Beste jongens en meisjes!
Weer een nieuwe maand, dat beteekent
weer een massa nieuwe vriendjes en vrien
dinnetjes. Iedere maand komen er bij en
gaan er ook wel een paar heen, die het
misschien te druk hebbenzou dat
eigenlijk wel waar zijn, je hebt toch altijd
wel tijd om je raadsels op te lossen, zoo
lang kan dat nooit duren, dus denk erom,
dat ik de volgende maand geen vriendjes
en vriendinnetjes verlies. De meesten van
jullie sluiten de oplossingen in een en
velop, dat moet je nu in het vervolg maar
niet meer doen, dat spaart jullie een en
velop en mij den tijd om ze open te maken.
Je schrijft dus je raadsels voortaan op
een stevig stukje papier, vouwt dat dicht
on zet aan den buitenkant niet anders dpn
het woord „raadsels". Eenvoudig, hè?
Er waren deze week zooveel raadselop
lossingen op rijm dat ik ze weer niet alle
maal kon opnemen. Ik vind dat wel jam
mer omdat jullie er natuurlijk je werk
aan gehad hebt, maar heusoh, er is geen
plaats voor. Dus volgenden keer krijgen
anderen weer eens een beurt.
Er zijn van de week ook weer heel waf
eigengemaakte raadsels gestuurd en er
was een oplossing ingezonden zonder
naam. Wie was die domoor?
Freek Nieuwland. Nou, dat was ook
wat met die jongens in dat gymnastiek
lokaal, Freek, hoe is dat afgeloopen,
schrijf het me eens. Voor jou heeft het
dus ook al minder aangename gevolgen
gehad, doordat je de raadsels vergat in te
zenden. Misschien had je anders wel een
prijs gewonnen. Je weet nooit. Dim ik zou
er voortaan maar goed om denken om ze
op tijd in te zenden. En het is jammer dat
je ze toen juist op rijm had gemaakt
J. K. Schendelaar. Had jij zoo vast
op een prijs gerekend? Ja, daar kan ik
niets aan doen, want de prijzen worden
eerlijk verloot en ik vind het fijn dat er
tot nog toe iedere maand andere vriend
jes en vriendinnetjes een prijs hebben
gewonnen, als het zoo door gaat heb je
spoedig allemaal een prijs in je bezit. En
de prijzen zijn mooi hoor. Ik heb tenmin
ste van alle prijswinnaartjes een hartelijk
bedankje gehad. Zeg, met die „kracht der
wanhoop" van- jou is het toch niet zoo
erg, hè?
Marie Verfaille. Het is aardig van
je, Marie, om een eigen gemaakt raadsel
in te sturen, maar je wilde het ons zeker
ook op laten lossen, want je vergat de op
lossing er bij te zetten. Dus volgende
week moet je het dan nog maar eens hee-
lemaal opnieuw inzenden.
Klaas Stadtman. Het eene, door jou
ingezonden raadsel, Klaas, is niet goed,
want dokter schrijf je met een k en doc
tor met een c, maar dan is er weer een o
in. Het andere is goed.
Kindervriend.
Bes-te Kindervriend.
Het raadsels oplossen valt niert mee,
Maar ik heb ze toch alle twee-.
Hoe kan je d-e bakker ook vergeten,
En de k er uit, -dlat is baker, moet je wot-en,
En wat het tweede raadsel zegt,
Van „Waar een wil is, is een weg",
Heb ik nu wel ondervonden,
W ant na lang zoeken heb ik ze weer gevonden.
Gerda van Straaten.
Langestraart 12 a.
Beste Mijnheer.
Hier ben ik met die raadsels uit 't Juttertje weer,
No. 1 Waar een wil is, is een weg,
'k Hoop dat 'k de raadis-els weer goed heb zeg.
Ik vind die raadsels eeni heel vermaak,
No. twee bakker en baker is ook wel raak.
Eni nu ga ik even pauzeeren,
Om een eigen raadsel te fabriceeren.
Jansje Maternum.
Diaconiestraat 23, Den Helder.
Beste Mijnheer de Kindervriend,
Ik vind,
Ik moest ook maar eens beginnen,
Om- een rijmpje te verzinnen.
Het eerste is bakker, een aardige man,
Daar krijg ik Zaterdags een- jodenkoek van.
Het tweede is baker, dat is me tante,
Die vent gelukkig niet met kranten.
Dit is nu het eerste meneer,
Op het volgende rijm ik weer.
Het tweede is wel niet zoo goed,
Maar ik begin nog met nieuwen moed.
Want wat als ik zeg,
W aar een wil is, is een weg.
Nanda Visser.
Schagenstraat 92.
Geachte Mijnheer,
De raadsels waren erg gemakkelijk dezen keer,
Daarom zend ik ze u ze maar weer.
De man is bakker, iemand waar we liever naar
toegaan als naar een apotheker,
Want een versch kadetje lusten we allen graag,
dat weet ik zeker.
No. II.
Waar is wil is, is een weg,
Zonder -wil komt er niet veel van terecht,
Maar verder kan ik niet meer rijmen,
Want ik behoor nog maar bij de kleinen.
A.s. Dinsdag is Annie jarig mijn-heer,
Ik weet zeker dat ze dhn tracteent,
Dan wordt Anmie al 9 jaar,
En Woensdag zijn- al haar vriendinnetjes bij
elkaar, 1 Jammer hè.
En ik hoop dat ze nog heel veel jaren 't vrien
dinnetje is van mij.
Jeantje Oostendorp.
Goverstraat 47.
Beste Mijnheer.
Ik ben een nieuw nichtje
En hier stuur ik u een gedichtje.
Ik hoop, dat u er erg mee bent ingenomen,
Nu zullen de raadsels van zelf wel komen.
No. 1 is de bakker,
En de baker is een goeie stakker.
Waar een wil is, is een- weg,
Mjaar ik houd niet erg van pech.
Gezina de Vries.
No. 1.
Een hakker ia het eerste woord-,
Een onmisbaar man, die ons bekoort
't Tweede dia baker, kwam van pas,
Toen er bij ons een zusje was.
No. 2.
Waar een wil is, is een weg,
Dat is een heel -goed spreekwoord ze»,
Dus wil ik vast dezen keer
De winnaar zijn, wat u meneer?
En daarom wil ik tot besluit,
De weg naar 't boek en daarmee uit
Beppie Zwierstra.
Mijnheer,
Ik heb verleden week zitten turen,
Van 's morgens vroeg tot 's avonds laa-tj
Ik liep bij vriendjes -en bij buren,
Maar nergens vond ik eenig raad.
Doch thans zal ik 't weer probeeren,
Om de oplossing te loeren.
Die bakker S. heeft krenten in 'n vat,
Daar heeft de baker 't druk geha-di,
Want dertien kind'ren dat is niet mis,
Dat daar wart voor te bakken is.
Waar een wil is, is een weg,
Dat is een mooi spreekwoord zeg.
D. Ligithart.
Rijksweg 2526, Koegras.
Een bakker is een man,
Die brood-en bakken kan.
En een baker is een vrouw,
Daar weet ik niet veel meer van.
Het spreekwoord zegt,
En zeer -terecht,
Waar een wil is, is een weg,
Maar 't is moeilijk, beste vrinden,
Voor een weg een wil te vinden.
G. Staalman.
Binnenhaven 3, Den Helder.
Bes-te Kindervriend,
Over een man meit 6 letters in het woord
Heeft ieder kind wel eens gehoord.
Hij is zoo dikwijls onze waker,
Want als wij slapen is hij, de bakker,
Werkend, dus altijd wakker.
En laten wij die k uit hem verdwijnen,
Dan kregen wij: baker, de verzorgster onzer
kleinen.
En hiermee is het antwoord raadsel No. I
dan klaar,
Van H. Kiljan, de pasbegonn-en rijmelaar.
En bij het lezen zult -gij met mij- beamen, als
ik zeg,
Tevens het antwoord op nummer twee,
Waar een wil is, is een weg.
H. Kiljan.
Trompstraat 25
ONZE GROOTE ZEEHELD.
Ik zal u ierts vertellen over één onzer groot
ste helden. Ik was nog klein en nog maar 4
jaar, en liep nog naar het Fröbelschooltje.
O-p een keer kwam ik niet dadelijk thuis (wij
woonden tamelijk dicht bij school, dus igjng ik
mèesital -alleen naar huis). Toen werd mij'n
moeder ongerust en ging naar school o-m te
vragen, waar ik misschien zou zijn. De juf
frouw zei toen, dat zij er niet op gelet had,
maar -dat ik gewoon op tijd d-e school had
verlaten. Toen ging mijn moeder -dadelijk bij
den Zeedijk kijken, maar ik was er niet; toen
de stadi door en niets te vinden, bij de politie
w-as zij gelijk geweest om te zeggen, dat ik
vermist werd. Inrtuschen was het al ruim
twaalf uur eni kwam mijn vader thuis, die
dacht, -dat ik met een buurman mee was naar
het strand, die ging daar met paard- en- wagen
dikwijls heen. Hij was dus naar het strand,
ook -daar was ik niet en -moeder in de buurt
vragen of zij soms mij gezien hadden, maar
nergens was ik te vin-den. Intusschen- werd het
uur en moest mijn vader weer weg; moeder
huilen en vader ongerust weer naar zijn werk.
Toen is het ongeveer half twee en daar ziet
mijn moeder mij in de verte aankomen, met
nog twee jongetjes, die ouder waren dan ik-
Toen ik mijn moeder huilend en lachend zag
aankomen, riep ik: „moe, ik heb houtjes ge-
zocht voor de kachel en wij zijmi in 't schap-
persboetje geweest (want wij werden zoo
koud) en toen -heeft die schipper ons- een
heeleboel verteld." Die schipper wees ik mijn
moeder later lachend -aan en was niemand
andere dan 0pa o{ Dom» Rijkers, aan wien ik
noig dikwijls -denk.
Het boetje is toen met een storm wegge-
s agen,_ waar nu een nieuw gebouwtje voor
staat Dikwijls den-k ik nog hoe die groote
man onze handen warmde en zoo mooi ver
tellen kon.
GIERIGHEHy»
In Koefa woonde eens een man, die
een eer in stelde de gierigste man van
het geheele landte rijn. Doch op zekeren
dag hooide hij, dat er in de stad Bassora
een man leefde, die nóg gieriger was dan
Mj en dadelijk besloot hij, zijn collega^
te zoeken, om van dezen een lesje in gje
righeid te vragen.
Zoo gezegd, zoo gedaan. De gierigaard
uit Koefa deed de reis naar Basso-ra te
voet en stelde zich aan den daar wonen!
den vrek voor als een „nieuweling in het
vak", die gaarne nog wat leeren wilde.
j)at is best", antwoordde de auder
„Laten we dan dadelijk maar beginne^
Kom met me mee!
De beide gierigaards stapten eerst een
bakkerswinkel binnen. De vrek van Bas
sora vroeg aan den bakker: „Hebt u goed
brood mét boter. Boter is dus meer waard
Ja zeker, heeren", antwoordde de bak
ker beleefd. „Het brood is juist versch en
zoo zacht ais boter! Hoeveel blieft mjjn.
hosr?"
„Op 't oogenblik nog niets", antwoord
de" de vrek van Bassora en verliet met
den anderen de winkel.
„Hebt ge wel gehoord wat de bakker
zeide?" vroeg de leermeester nu aan den
leerling. „De bakker vergelijkt zijn beste
brod met boter. Boter is dus meer waard
dan brood. Laten we naar de markt gaan,
om boter te koopen!
Dit scheen den ander een vreemde zui
nigheid, doch hij zweeg, daar -hij er naar
snakte, weer eens boter te proeven. Op
de markt gekomen vroeg de gierige van
Bassora aan een boer of -hij boter had. M„,
„Ja zeker, heeren", antwoordde de boer,
„Ik Lob de beste boter van de geheel®
markt. Ze is zoo fijn als olijfolie! Hoe-
veel moet ik voor mijnheer afwegen?"
„Op 't oogenblik niets", was het ant-
woord en zich tot den vrek van Koefa
wendend zeide die van Bassora: „Hoort
ge wel, dat de boer olijfolie beter vindt
dan de beste boter. Laat ons1 liever olijf-
olie gaan koopen bij gindsohen koop
man!" j.
De gierigaards stapten nu op den
oli-ekoopman toe en vroegen of hij goede
olijfolie verkocht
„Zeker heeren, de beste olie, die er te
krijgen is", antwoordde de koopman.
„Ziet u eens, ze is zoo zuiver en helder
als bronwater. Blieven de -heeren een
heele flesoh?"
„Vandaag nog niet", gaf de vrek van
Bassora ten antwoord. „Hoort ge wel,
dat deze koopman helder bronwater ver
kiest boven olijfolie?" vroeg hij toen aan
zijn collega uit Koefa. „Nu weten we dus
dat boter beter is dan brood', olijfolie beter
dan boter en.... water beter dan olijf
olie. Laten we spoedig naar huis terug-
keeren en ons sterken met water uit (le
bron in mijn tuin. Ge kunt er zooveel
van gebruiken als ge maar belieft en ik
geef u dit meest waardevolle voedsel
voor niets".
Na aldus „gesterkt" te zijn en zijn
gastheer bedankt te hebben voor rj/a
goede les, keerde de vrek van Koel»
huiswaarts, tevreden gestemd, dat zijn
dag goed besteed was, daar hij voortaan
wist, hoe hij gasten het beste kon ont
halen zonder „veel onkosten".
ton
as
RAADSELS.
I.
Bakker baker.
Waar een wil is, is een weg.
Goede oplossingen van beide raadsels
ontvangen van:
A. A.; R. A.; K. A.; J. A.; P. B.; T. B.
(Koegras); B. B.; J. Br.; J. B.; M. B.; M.
BL; A. v. d. B.; T. B.; A. v. B.; H. B.; L.
D.; E. D.; R. en M. v. E.; J. E.; J. F.; J.
FL; W. F.; N. G.; J. G.; Betsy H.; B. H.;
M. H.; T. H.; J. de J.; J. J. (Koegras);
D. R. I.; C. K.; H. K.; K. en J. K. (Texel);
J. K.; S. K.; H. Kr.; P. K.; A. K.; T. K;
R. L.; D. L. (Koegras); J. M.; M. M.; A.
M.; F. N.; J. O.; T. P.; P. v. R.; O. Ru.;
O. R.; A. R.; J. R.; p. S.; W. S.; J. K. S.;
K. J. S.; G. S.; G. v. S.; G. St.; J. S.; R. T.;
G. v. T.; M. V. (Koegras); N. V.; O. V.;
A. V.; G. de V.; J. v. V.; B. en G. V.;
H. v. W.; J. en P. W.; B. Z.
Zelfgemaakte raadsels ontvangen van:
Kees A.; Toni B. (Koegras); Jansje M.;
Freek Ng Annie R.; Gita 8.; Piet Si
Klaas J. S.; Albert V.
Nieuwe raadsels.
L
Het geheel is een spreekwoord van 8
woordon of 18 letters.
11-1-5-7-12 1b een stad in Zuid-Hol'
land.
Een 8 - 9 -18 -17 - 4 dient om iets dieht
te rygen.
Een 3 -13 -14 is een huisdier.
•e 3-6-2 is een deel van je gezicht.
t ik In"1 o is een meisjesnaam.
io 10 - 3 is een jongensnaam.
Ingez. door A. M.
H.
Als ik mijn jas omkeer, wat krijg ik
Ingez. door B. v. H.
Klaa» Joh. Stadtman.
Daar vergis je je in Klaas, want de hu,„.
zeeridders hebben geen ander huisje gekregen
en staan nu bij weer en wind
,n de kou.
Kindervriend.
In zekeren zin is niets meer misleidend
aan de inhoud van een dagblad. Het blad
wordt verondersteld het leven in al zijn
specten te schilderen en nieuws te
f™ °b a^e terrein der menschelijke
verkzaamheid. We behoeven echter maar
/w °°Kenklik na te denken om te zien,
at hetgeen een dagblad inderdaad doet,
voor het grootste deel de zonderling®
aingen vertellen, ons in te lichten over
'"gelukken, misdaden, buitenissigheden,
e absurditeiten, de sensationeele din
gen. Met eerlijk, hard werk, kan een Par
lementslid nauwelijks een enkelen regel
verdienen; ging hij in het Parlementsge
bouw op zijn hoofd staan, dan zou er een
neeie kolom over hem worden gevuld-
My Magazine.