rorULtllE RUBRIEK
1 UIT DE WIJDE WERELD
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van ZATERDAG 15 MAART 1930
DE BESTE TROEVEN.
(Vervolg en slot).
Om zeker van zijn zaak te zijn, ging
Ridsdale achter Trinlay's stoel staan, en
geen twijfel mogelijk, de vijf honneurs
had hij in handen. Sybil Ayres kon zich
niet langer in houden. Ze had het bedrog
even gauw en zeker gegist als Ridsdale.
„Heb je ooit zooiets gezien!" was haar
luide uitroep.
Trinlay keek op, en vroeg ietwat kortat,
wat ze met die woorden bedoelde 1
„Het kwam mij zoo vreemd voor sta
melde het meisje. „U hebt vijf honneurs
in ruiten
„Dat is een beleediging", viel Jrmlay
haar hier in de rede. „Ge hebt toch lang
genoeg bridge gespeeld om te weten dat
toeschouwers niets verraden mogen van
de kaarten der spelenden".
„Als ik u was, Trinlay, zou ik maar
niet op zoo'n hoogen toon voortgaan",
merkte Ridsdale stijfjes op.
Toen de kolonel opkeek, trof hem iets
in de uitdrukking van Ridsdale's oogen,
wat zijn verbrand gelaat iets bleeker deed
worden.
„Ik behoef volstrekt geen excuses te
maken", zei Trinlay boos. „Integendeel, ik
vind, dat men ze mij schuldig is".
„Dat ben ik niet met u eens", was het
vlug gegeven antwoord van Ridsdale.
„Het viel me op", kwam Sybil hiertus-
scbenbeide, en haar gelaat zag doods
bleek, „dat kolonel Trinlay de vijf dia
manten op zijn sigarettenkoker met zijn
vingertoppen bedekte, juist op het oogen-
blik, dat hij bemerkte vijl honneurs in
handen te hebben".
De lont was in het kruit geworpen
iedereen voelde, dat er een uitbarstiri
moest volgen. Mrs. Lyne-Colson lachte
hysterisch. Ridsdale zag dat ze wit werd
tot aan haar lippen.
„Ik moet zeggen", smaalde Trinlay, „dat
miss Ayres een merkwaardig groot ver
beeldingsvermogen bezit. En misschien
heeft Mr. Ridsdale ook nog wel wat in te
brengen".
„Juist, dat heb ik ook," zei deze op ijs-
kouden toon. „Het valt mij als een heel
bijzonder iets op, dat het aantal diamanten
op den koker precies overeenstemt, met
het aantal honneurs bij Bridge. Ruiten
(diamonds) spreken voor.zidizelf; en dan
hebt ge onder die gouden streep vijf robij
nen, die correspondeeren met de honneurs
in de harten. Ik zeg verder niets, maar
het schijnt me toch toe, dat.
„Jack", zei Molly Colson", bedenk toch
wat je zegt".
„Zeker, die koker, die dit heel© tooneel
veroorzaakt heeft
„Heb ik in Indië gekregen", barstte
Trinlay uit.
„Werkelijk? Te oordeelen naar wat Va-
lentine me van avond vertelde, heb je
dien zeer bijzonderen koker.
Verder kwam hij; niet. Buiten zichzelf
van woede vloog Trinlay op hem af, maar
verschillende handen hielden hem in
bedwang. Mrs. Lyne-Colson scheen haar
hoofd geheel te hebben verloren. Ze gaf
een luiden gil en riep uit:
„O, waarom deed je het ook, waarom
deed' je het ook? Waarom leerde je mij
dat verschrikkelijke kwaad?" jammerde
„Zwijg toch", zei Trinlay heesch. „Heb
je dan heelemaal je bezinning verloren?"
Nu kwam Sir George Drummond zich
in de kwestie mengen.
«Trinlay, je begrijpt dat deze zaak hier
niet bij blijven kan. Als Ridsdale je nog
iets te zeggen heeft, zou ik voorstellen,
dat gij beiden naar de bibliotheek gaat en
het, samen uitmaakt. Ik behoef niet stil te
staan bij het feit, dat Mrs. Lyne-Colson
zich woorden heeft laten ontvallen, die
maar voor één uitlegging vatbaar zijn.'"
«Ge bebt volkomen gelijk, Sir George.
Ik ben gereed, Mr. Ridsdale', om met u
naar de bibliotheek te gaan".
Zonder een woord ging Ridsdale de
kamer uit. Mrs. Lyne-Colson viel op een
stoel neer, en bedekte snikkend het ge
laat met de handen.
«Ik beschuldig u van bedrog bij het
kaartspel. Ge hebt gisteren gelogen, toen
gil m;j verteldet, dat de koker een ge
schenk was van een In-disohen prins. Va-
lentlne was er toevallig bij, toen do juwe
lier in Bondstreet de opdracht kreeg dat
vernuftig uitgedacht voorwerp te vervaar
digen naar een teekening. Het is zoo
duidelijk als iets, dat de heide reeksen
steunen, boven en onder de gouden streep,
de honneurs van de beide- hoogste troeven
bij bridge vertegenwoordigen. Dadelijk,
toen ik u vanavond die steenen met de
vingers zag betasten, begreep ik dat het
dat beduidde".
„Zwijg", riep Trinlay. „Durft ge de
eer aan te tasten van mijn bloedverwante,
Mrs. Lyne-Colson?"
„Ik vrees van wel, antwoordde Ridsdale
met weerzin. „Haar naam moet toch vroe
ger of later hierin gemengd worden, want
ik weet, dat ze dezer dagen zwaar gespeeld
l1 11' waart het, die er haar toe-over-
haaJde en haar wees, hoe eenvoudig de
lage daad kon geschieden".
„Was het dat wel waard?" dreigde Trin
lay, „met zulk een bespottelijken lagen
inzet?"
„De inzet was niet laag. Ik ben vol
maakt op de hoogte, Bij het afrekenen
worden de punten vermenigvuldigd, om
zoodoende Dick Colson zand in de oogen
to strooien. Kom, sir, ik denk, dat gij nu
toch wel inziet, dat het spelletje uit is.
Als gij. dit toestemt, denk ik wel in. te
kunnen staan voor de stilzwijgendheid
van hen, die alles van deze ellendige ge
schiedenis afweten. En, als gij: onzen gast
heer dan nog alles opheldert, zijn mijn
lippen gesloten".
„En als ak weiger", vroeg Trinlay,
„wat dan?"
„Dat behoe, t gij mij natuurlijk niet te
vragen. Als gij mijn redelijk aanbod wei
gert, zal ik je, in de eerste de beste Lon-
densohe Ciub, waarin .ik je ontmoet, pu
bliek uitmaken voor een bedrieger en
vaisch speler".
Bén «ogenblik aarzelde Trinlay; een
seconde later had hij Ridsdale bij de keel
gegrepen. Een zware stoel viel om met
harden slag, een klein tafeltje met poroe-
lein werd in dien val meegesleept, en daar
op vroeg een ernstige stem, wat dit schan
delijk gedrag moest beteekenen. De twee
tegenstanders stoven snel uiteen. Lyne-
Colson stond daar, ernstig en bleek.
„Ik zou graag weten, wat dit alles té
beteekenen heeit", herhaalde bij. „Naar
bet schijnt zjjt gij beiden nuchter en tot
nog toe zag ik da heeren voor beschaafde
wezens aan. Wat is er dan toch aan de
band? Mijn vrouw komt boven in een
hoogst opgewondep toestand en geheel
van streek. Ik kom beneden om iets op
wekkends voor haar te halen en ik vind
u beiden als wilde beesten met elkaar
vechten. Ridsdale, ik ken jou bet langst.
Wil je- me hiervan een verklaring geven?"
„Voor alles ben ik er op gesteld, dat
kolonel Trinlay bevestigen zal, dat ik dit
gevecht niet begon en niet wilde".
„Ik verloor mijn bedaardheid", zei
Trinlay gemelijk; „maar ik werd er toe
getart. Mr. Ridsdale beschuldigt mij van
valsch spelen".
„Was mijn vrouw straks hier?" vroeg
hun gastheer.
„Ik geloof dat ze al heengegaan was",
antwoordde Ridsdale.
Lyne Colson sloot de kamerdeur.
„Ge speelt dit verfoeilijke spel ge
regeld", zei hij tot Trinlay gekeerd,
„maar antwoord me op je woord van eer,
is er buiten mijn weten de laatste dagen
om. grof geld gespeeld."
„Ja", stemde Trinlay half onwillig toe.'
„We hebben je allen bedrogen, je vrouw
incluis".
„Ik begin te begrijpen. Heeft mijn
vrouw den laatsten tijd veel verloren?"
,,'t Beste is je de gehee-le waarheid! te
vertellen", begon Ridsdale. „Ja, je vrouw
heeft groote sommen verloren. Ze durfde
je er niet om vragen, en was ten einde
raad, hoe aan geld te komen. Omstreeks
dien tijd kwam kolonel Trinlay uit Indië
terug en onderwees Mrs. Colson in de
kunst, om met spelen altijd te winnen.
Wilt gij zoo goed zijn, kolonel, mij: den
cigayettenkoker te geven?"
Zonder tegenstribbelen werd de koker
overhandigd, en het geheele systeem uit
gelegd door Ridsdale.
Lyne-Colson wendde zich tot Trinlay.
„Morgenochtend vroeg zal er -een rijtuig
zijn om je naar het station te brengen.
Je zult over dit alles zwijgen in je eigen
voordeel en ik zal trachten de zaak geheim
te houden, ter wille van mijzelf. Maar, op
één ding sta ik je moet je ontslag uit
den dienst nemen".
Trinlay ging weg zonder spreken en
toen hij de kamer uit was, vervolgde Col
son tot Ridsdale: „Als er iemand hier
door schade heeft geleden, verzoek .ik je
de zaak voor mij in orde te willen bren
gen. Zie te weten te komen, hoeveel geld
er door de bedrogenen ts verloren en kom
daarmee bij mij; ik zal je er een Chèque
voor geven".
De spreker draaide zich om en verliet
het vertrek.
Zich tot kalmte dwingend, ging Colson
regelrecht naar de kamer van zijn
vrouw. Ze zag direct, dat hij alles wist.
Hij kwam naar haar toe, legde zijn arm
om de bevende vrouw en haar gelaat op
heffend, kuste hij haar.
„Je bent mijn vrouw, en ik heb je lief",
zei hij' teeder. „Niets kan daar iets aan
veranderen, Molly. Ik zal je ook geen
enkel verwijt doen, geen hard woord zeg
gen; ik heb mijn best gedaan te maken
dat er niemand onder lijdt. Ik vertrouw
op onze vrienden; maar.... zooals je ge
zaaid' hebt, moet je maaien. Morgen ga ik
naar de stad om toebereidselen te maken
voor het verhuren van dit landgoed en ons
huis in Londen. Wat mijzelf betreft^ Ik ga
naar de ranch in Colorado.Als je mot
mij meegaat, beloof ik je dat je door
woord noch daad ooit bemerken zult, dat
er eenig verschil bestaat".
Molly viel op haar knieën, maar haar
man richtte haar weer op.
„O Dick, wat ben je goed, en lief voor
mij. De hemel weet, dat je nooit berouw
zult hebben over de wijze waarop Je van
nacht gehandeld hebt. En wat maak Je me
gelukkig met me mee te nemen naar je
ranch!"
Louder Oourt, is voor been aantal jaren
verhuurd aan Ridsdale en zijn vrouw,
maar, hoe ingenomen ze dok met de plaats
zijn, tooh zien ze verlangend uit naar de
aanstaande terugkomst van de Lyne-Col
sons.
B.
LEGENDARISCHE DIEREN.
De gevleugelde Draak en de
Eenhoorn.
Wanneer wij de verschillende sagen na
gaan, ontmoeten wijl daarin zeer vaak dra-
Ken, waarmede dappere ridders hevige
gevechten moeten leveren. De draak
komt- bij de Indo-Germaansche volks
groep reeds in zeer oud© tijden voor.
erscheidene helden moesten draken ver
slaan en Me-dea bezat -een met draken be
spannen t-o-overwagen.
Pas in de Middeleeuwen werd het alge
meen gewoonte deze monsters gevleugeld
v-oor te stellen.
Nog erger vervormd is de beeltenis van
den basilisk, wiens 'blik all-eep reeds vol
doend© was, om menschen en dieren te
do-oden en boomen te doen verdorren.
Hoogstwaarschijnlijk is hier sprake
van de in No-ord-Afrika veelvuldig voor
komende hoornadder, die boven elk -oog
een puntig hoorntje heeft, terwijl men
en verdikking aan de punt van den bek
vo-or een derde moet hebben aangezien.
In dez© opvatting worden wij: nog ge
sterkt d-oor het feit, dat bet dier midden
op den kop een lichte streep heeft. Het is
duidelijk dat deze zich onder het zand
verbergende giftslang voor menschen, die
slechts sandalen droegen, buitengewoon
gevaarlijk moest zijn. Door een fanatasti-
sohe overdrijving van zijn giftigheid is
hieruit tenslotte de basilisk ontstaan, die
langzamerhand is geworden tot het sym
bool van alles wat schadelijk was.
De eenhoorn uit de sagen doet in af
grijselijkheid' weinig voor den draak on
der, Meestal wordt hij Ivo-orgeisjjeld la"
eeii op een paard gelijkend wezen, dat,
midden op het voorhoofd een langen
spitsen, spiraalvormig gedraaiden hoorn
draagt, waarmede hij eventueel© tegen
standers kan doorboren. In de middel
eeuwen, was men vast overtuigd van zijn
bestaan, daar immers verschillende van
die horens in bet bezit waji'en van keizers
en koningen en zorgvuldig in de schat
kamers werden bewaard. Nog in 1569 bo
den de Venetiërs voor een buitengewoon
groot exemplaar dei sotn van 30.000
zechinen, doch het bod werd afgeslagen.
Deze, soms wel drie meter lange horens,
zijn echter holle slagtanden va-n een tand-
walvisoh, den Narval, cli© in de Noorde
lijke Poolzee niet zeldzaam is. Omstreeks
de helft van de vorige eeuw scheen de
eenhoorn ais het ware no-g eens te zullen
o-pLeven. Men had destijds namelijk aan
de Kaap op rotsen gekraste teekeningen
ontdekt, waarbij op eenhoorns gelijken
de dieren sterk de aandacht trokken. Er
is toen ook een geleerde geweest, die op
grond hiervan verklaarde, dat dergelijke
dieren daar of nog moeten leven of tot
voor kort geleefd hadden. Hij had er ech
ter niet aan gedacht, dat in die streken
antilopensoorten voorkomen, welker
mannetjes en wijfjes rechte, ongeveer een
meter lange horens dragen. Tengevolge
van de geringe kennis van perspectief
der Boschjesmannen, van wie de genoem
de teekeningen afkomstig waren, waren
deze wapens bij de afbeelding en profil
niet alleen samengevallen, doch boven
dien niet altijd op de juiste plaats terecht
gekomen. Bij nader onderzoek bleek dan
ook, dat deze teekeningen niets hadden
uit te staan met eenhoorns.
Uit deze voorbeelden bylkt wel, dat
men bij- de legendarische voorstellingen
van dieren niet uitsluitend te doen heeft
ra et een ongebreidelde fantasie, doch dat
uien oorspronkelijk is uitgegaan van de
werkelijkheid en het beeld in den loop
der tijden slechts heeft verwrongen. Zoo
doende- is het ook verklaarbaar, waarom
de waargenomen voorbeelden -ten slotte
veranderden in gedaanten, die nooit héb
ben kunnen- bestaan. Wanneer men de
zaak nauwkeurig bekijkt, gelukt het ech
ter n-og 'bijna altijd ook in de meest mis
vormde beelden een verklaring te -ont
dekken voor het o-ntstaah van deze bij
zondere wezens.
B.
BEKERS EN DRINKEBROERS UIT
OUDEN TIJD,
Het beroemde glaasje-zonde-r-
voct van onze voorouders.
Als imeest primitieve beker heeft de
holle hand dienst gedaan, welke bij de
oervolken eerst door een boomblad, eon
vruchtenschaal of een schelp- of wel de
schedel van oen dier vervangen zal zijn.
Eerst bijl verdere ontwikkeling zal de hou
ten nap, welke nog altijd door -kluize
naars en andere wereldverzakers In e-ere
wordt gehouden, in gebruik zijn gen-omen,
om later te worden vervangen door stee
nen en metalen drinkgereedschap, dat,
als gevolg van de toencimendo drinkge
woonte, gelegenheid bood tot allerlei aar
dige vari&ties. Daar ons volk langen tijd
getoond heeft zijn afstamming van de
Germanen-,'van wie gezegd is dat drinken
de lust. vnn h-un leven was, niet te verloo
chenen, verwondert het ons allerminst, dat
zij binnen onze grenzen, dank zij het hier
ook eenmaal bloeiende gjldewezen, te kust
en te keur terecht kunnen, wanneer ons
de lust bekruip-t op zoele te gaan naar
bekers in soorten, van de eenvoudigste
tot de meest gecompliceerde uitvoering.
In de catalogi van schier ieder museum
vinden wij enk-el-e nummers van bekers
en kroezen, die eenmaal dienst daden
voor dagelijlksch gebruik en in het bij
zonder bij feestelijke gelegenheden.
Dat onze voorvaderen in het ledigen
van zulke bek-ers die in de meeste ge
vallen van een respectabelen inhoud wa
ren geen bezwaar zagen, wordt be
wezen d-oor het feit, dlat de zoogenaamde
historische „drinkuits" -geen voet hadden
en derhalve in één teug moesten worden
geledigd!
Dit w-as zooals ons de historie over
dit onderwerp verhaalt het -geval met
den bekenden lui-beker, welk© den vorm
v-an een tafelschel had en waarin een gla
zen klepel hing. Zo-odra de bekers gele
digd waren-, begon bet gezelscha-p dan een
p-o-osj-e voor tijdverdrijf met de ledige be
kers te luiden.
V-an een ander -model en van een an
dere bestemming waren de zoogenaamde
sto-rte-bekers, welke van -onderen voor
zien waren van een dubbel aanhangsel:
eerstens een metalen netje waarin een
do-bi) eist een lag, en ve-rvo-lgens daaronder,
beweegbaar aan -een beugel, ©en -metalen
kommetje. -Dit kommetje werd tegelijk
en evenals de beker strijkelings gevuld
En nu imoest de drinker zijn vaardigheid
to-onen door den beker tot den bodem te
ledigen, zonder een druppel uit het kom
metje t© morsen. Dit was dus 'n soort
drinksp-el. De imede aanzittenden maak
ten er dan ook 'n spelletje- van, want zij
pr-obeerden door ali-erlei grimassen en
andere pogingen op de lachspieren van
den drinker te werken in de hoop dat de
kunstt-o-er niet zou lukken. Lukte ze inder
daad niet, dan moest bet slachtoffer voor
zijn straf nog eens zooveel bek-ers Leeg
drinken als de dobbelsteen in het netje
o-ogen aanwees.
Een 'bijzondere geschiedenis is verbon
den aan den zo-ogenaamden Spinola-beker,
welk© een -ge-wapenden Turk voorstelt, op
wiens rug zich een handvat bevindt,
waarmede 'S mans armen dichter naar el
kaar toegebracht of verder van elkander
verwijderd kunnen worden teneinde een
kleineren of grooteren bokaal te kunnen
vasthouden.
Nadat den vijfden September 11514 Mar
kies Aimbro-sius Spin-o-la, de opperbevel
hebber van het Spaansohe leger in de
Nederlanden, de Stad- Wezel- had ver
overd, noodigde hij, tijdens zijn verblijf
aldaar, op zekeren dag den predikant Du
Pré aan tafel Toen de bovenomschreven
Turk rondging -om achtereenvolgens door
de gasten op de gezondheid des Konings
te worden geledigd, verzocht de predikant
zijn beurt voorbij te mogen laten gaan.
Niet uit minachting voor den Koning,
-maar omdat hij nooit dronken was ge
weest en het ook nu liever niet wilde wor
den. Spinpl-a wist de standvastigheid van
den predikant naar w-aarde te schatten en
bood'heim ais blijk van waardeering den
„Turk" ten geschenke aan.
Wonderlijker en misschien meer in
de lijst van dien- tijd is -het verhaal van
den Rijngraaf, die aan een door hem aan
gericht feestmaal plotseling een groote
laars op tafel zette, zeggende dat deze
la-ars d-oo-r een koerier toevallig vergeten
en achtergelaten was. En hy- loofde niet
-minder dan een heel dorp uit als geschenk
aan den gast, die de met wijn gevulde
laars in één teug zou kunnen ledigen.
Inderdaad volbracht een der aanwezi
gen het kunststuk om daarna tot aller ver
ba-zing zich met deze woorden tot den
Rijngraaf te richten: „Heeft de koe
rier soms ook zijn andere laars vergeten,
dan wil ik voor 'n tweede dorp ook di-e
nog in één teug ledigen."
Ma-ar de gastheer ging op dit voorstel
niet nader in.
B.
HOE ZIET DE WERELD
ER TEGENWOORDIG UIT?
Ze Ioopen niet altijd In de gaten.
Zij die alleen aan hun eigenbelang den
ken, worden ze-er. terecht -met verachting
in goed gezelschap behandld.
Prof. J. S. Haldane.
Het heil moet van de kinder
kamer koimen.
Alleen opvoeding in den wijdsten zin
van het woord, waaronder begrepen de
vroegste opvoeding thuis, kan d-e wereld!
redden van vulgariteit.
The Sciences and Phil.
Oorzaak en gevolg1.
Om zich een goede gezondheid te ver
zekeren is hot even noodzakelijk een
juiste geestelijke houding tegenover het
leven als een gezond lichaam te hebben.
The Art of W-elL
Hebben ze daar genoeg aan?
Groote mannen helpt men alleen met
hun lieifdle te schenken.
Edda Mussollnl.
Ja, Maar hoe?
De onzekerheid van het bestaan moet
voor ied-er, die van goed'on wil is, geheel
worden weggenomen. Ban is een oude
oorzaak van ongeluk en ellende wegge
nomen, een van groot geluk geschapen.
Ziekenzorg.
TOB NOOIT HOEKJE.
WEES BLIJ MET DE BLIJDEN.
De druiven zljh zuur.
La Fontaine.
Goh, wat zijn er veel zure druiven op do
wereld. „Bah," hooren we leder oogonblik
zeggen, „ik zou dat niet willen, ik zou er
voor bedanken, 't zou mijn smaak niet
zijn". Maar er klinkt, een onderboon in die
woorden waaruit we begrijpen: je zou het
wel willen, het zou je smnaak wel zijn. als
je er maar bij kon. Want-Ue druiven lijkon
je o, zoo heerlijk zoet!
't Is ook niet verstandig om te gaan zit
ten treuren over alles wat we niet hebben,
en wat anderen wèl hebben. Treuren is
nooit verstandig. M-aar 't ie no-g veel erger
om onszelf wijs te zitten maken, dat we
het niet zouden willen hebben. Want dat
is onwaar. En zij, die alle druiven zuur
noemen, worden op het laatst zelf nog het
zuurst!
Geen onaangenamer mensch, dan die
voor alles een minachtend glimlachje
heeft, geen onaangenamer ihensoh dan
die altijd jaloersch is. Want het zwartgal
lig oordeel over de omstandigheden van
anderen komt altijd voort uit jaloezie.
Jaloersche menschen kunnen het geluk
van anderen niet aanzien. Misschien zijn
ze goede vrienden in den n-ood, maar in
het geluk zijn ze uw vijanden. Misschien
hebt ge zelf ook zoo'n neiging in u? Er
ken het dan; en bestrijd uw jaloezie.
Waarom jaloersch zijn op geluk? Probeer
het mee te leven. Als een ander u van
zijn narigheid vertelt, kunt ge dat wel
meevoelen. Ja, zoo is -het leven nu een
maal, narigheid en nog eens narigheid.
Ge kent dat. En -ge zwemt mee in de treu
righeid. Ge vertelt van uw eigen verdriet,
d kt het nog een beetje aan. Dan pas zijt
ge werkelijk in uw element.
Maar vertelt iemand u over zijn geluk,
- dan staat er dadelijk verzet in u op.
Ge hadt net voor uzelf vastgesteld, dat dé
wereld een tranendal was, wat wil die
dwaze optimist dan met zijn geluk! Heeft
u geluk, nee, en waarom hij dan? Het
geluk kunt ge niet meevoelen. Het geluk
is dwaasheid.
Maar het geluk is juist allés! Probeert
u eens één keer geluk mee te voelen. Het
zal uzelf ook gelukkiger maken.
En natuurlijk wilt ge wel gelukkig zijn!
Zeg niet nee, zeg niet, dat men hier niet
gelukkig kan zijn. Ieder m-ensoh heeft
een drang naar geluk in zich. Zegt ge:
nee, hoor, het geluk is niets voor mij, ik
ben niet zoo dwaas.dan zijn de drui
ven zuur.
Het geluk is ons doel en we moeten
dankbaar wezen voor elk sprankje geluk
dat aan de menschheid ten deel valt. En
niet afgunstig zijn op hem die het ont
vangt.
Wees blij met de blijden en u zult
zelf ook gelukkig worden. En erkennen,
dat het geluk wel voor deze wereld, wel
voor u Is.
Dr. JOS. DE COCK.
(Nadruk verboden).
Voor de lezers van dit blad geeft onze
Psychologische medewerker Dr. Jos. de
Oock, van Merlenstraat 120, Den Haag,
gratis zielkundige adviezen o.m. over de
wyze waarop zij hun geest kunnen ver-
frisschen en hun wilskracht en energie
kunnen versterken.
De vragen zullen in dit blad geregeld
worden behandeld. Mochten de beantwoor
dingen te uitvoerig worden, dan dlreot
schriftelijk aan de easavragers.
Onze geestelijke armoede.
Onze tijd kenmerkt zich d-oor -een op
vallende eigenschap, di-e vooral in Ame
rika sterk naar voren treedt: de vreugde
in sensatie.
Prof. Dr. Ing. Risoh
Het nnt der stilte,
Aan de Golgate-Universiteit Is de in
vloed van lawaai op geoefend© typisten
onderzocht. Daarbij- werden twee belang-
rijke feiten vastgesteld. Wanneer het
lawaai met 15 verminderd was, was de
arbeidsprestatie met ongeveer 25 ver
meerderd.
Wetenschappelijke Bladen.
Best betaalde auteurs.
Rudyard Kip-llng wordt in Amerika
betaald met één dollar per woord, Arn-old
B'enn-ett krijgt er één gulden vijftig per
woord, maar Lady Astor slaat de kroon.
Haar interviews worden in Aanerikaan-
sche couranten met één pond sterling per
woord betaald.
Daily Express.
Wij ook niet.
Ik heb nooit kunnen inzien waarom
een arbeider, die 26 jaar bij' miji heeft ge
werkt, -slechter zou moeten behandeld
worden dan een j-ong typiste, die een
maand bij mij; werkt, en dit werk do-et op
imiijin kantoor, dat niet half zoo belang-
rij'lt iffi-
Lo-rd Meldhott.
Het rijk van het kind.
Voor wie is het trottoir, het voetpad
bestemd? Er zij-n menschen, die meenen,
dat het voetpad bestemd is voor den
voetganger. Dat is natuurlijk dwaasheid.
Hot voetpad, In het bijzonder hot vlakke,
netjes betgel-de trottoir, is bestemd vo-or
speelplaats ter beoefening van hoepel-,
tol- en diabolo-spel, voorts voor renbaan
ten behoeve- van driewielers, auto-peds,
vliegende Hollanders, enz. Voetgangers
bohooren op hot voetpad alleen dan toe
gelaten te worden, wanneer zij! dienen
als m-otor voor eon kinderwagen.
uDe Gong.
Ongevallen ln Nederland.
In het afgeloopen jaar werden- 167,078
ongevallen ingeschreven bij de Rljksver-
zekeringbank d.i. gemiddeld 542 ongeval
len por dag.
Tijds. v. d. Rijksverz.b.
't Jutte rtje
425. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN).
zij.
Belde mannen keken elkaar recht in de
oogen. Er was een lange pauze, voordat
een van hen sprak. Ridsdale verbrak de
stilte met een hoonenden lach op het ge
laat.
Jk