rorULtllE RUBRIEK 1 UIT DE WIJDE WERELD Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van ZATERDAG 15 MAART 1930 DE BESTE TROEVEN. (Vervolg en slot). Om zeker van zijn zaak te zijn, ging Ridsdale achter Trinlay's stoel staan, en geen twijfel mogelijk, de vijf honneurs had hij in handen. Sybil Ayres kon zich niet langer in houden. Ze had het bedrog even gauw en zeker gegist als Ridsdale. „Heb je ooit zooiets gezien!" was haar luide uitroep. Trinlay keek op, en vroeg ietwat kortat, wat ze met die woorden bedoelde 1 „Het kwam mij zoo vreemd voor sta melde het meisje. „U hebt vijf honneurs in ruiten „Dat is een beleediging", viel Jrmlay haar hier in de rede. „Ge hebt toch lang genoeg bridge gespeeld om te weten dat toeschouwers niets verraden mogen van de kaarten der spelenden". „Als ik u was, Trinlay, zou ik maar niet op zoo'n hoogen toon voortgaan", merkte Ridsdale stijfjes op. Toen de kolonel opkeek, trof hem iets in de uitdrukking van Ridsdale's oogen, wat zijn verbrand gelaat iets bleeker deed worden. „Ik behoef volstrekt geen excuses te maken", zei Trinlay boos. „Integendeel, ik vind, dat men ze mij schuldig is". „Dat ben ik niet met u eens", was het vlug gegeven antwoord van Ridsdale. „Het viel me op", kwam Sybil hiertus- scbenbeide, en haar gelaat zag doods bleek, „dat kolonel Trinlay de vijf dia manten op zijn sigarettenkoker met zijn vingertoppen bedekte, juist op het oogen- blik, dat hij bemerkte vijl honneurs in handen te hebben". De lont was in het kruit geworpen iedereen voelde, dat er een uitbarstiri moest volgen. Mrs. Lyne-Colson lachte hysterisch. Ridsdale zag dat ze wit werd tot aan haar lippen. „Ik moet zeggen", smaalde Trinlay, „dat miss Ayres een merkwaardig groot ver beeldingsvermogen bezit. En misschien heeft Mr. Ridsdale ook nog wel wat in te brengen". „Juist, dat heb ik ook," zei deze op ijs- kouden toon. „Het valt mij als een heel bijzonder iets op, dat het aantal diamanten op den koker precies overeenstemt, met het aantal honneurs bij Bridge. Ruiten (diamonds) spreken voor.zidizelf; en dan hebt ge onder die gouden streep vijf robij nen, die correspondeeren met de honneurs in de harten. Ik zeg verder niets, maar het schijnt me toch toe, dat. „Jack", zei Molly Colson", bedenk toch wat je zegt". „Zeker, die koker, die dit heel© tooneel veroorzaakt heeft „Heb ik in Indië gekregen", barstte Trinlay uit. „Werkelijk? Te oordeelen naar wat Va- lentine me van avond vertelde, heb je dien zeer bijzonderen koker. Verder kwam hij; niet. Buiten zichzelf van woede vloog Trinlay op hem af, maar verschillende handen hielden hem in bedwang. Mrs. Lyne-Colson scheen haar hoofd geheel te hebben verloren. Ze gaf een luiden gil en riep uit: „O, waarom deed je het ook, waarom deed' je het ook? Waarom leerde je mij dat verschrikkelijke kwaad?" jammerde „Zwijg toch", zei Trinlay heesch. „Heb je dan heelemaal je bezinning verloren?" Nu kwam Sir George Drummond zich in de kwestie mengen. «Trinlay, je begrijpt dat deze zaak hier niet bij blijven kan. Als Ridsdale je nog iets te zeggen heeft, zou ik voorstellen, dat gij beiden naar de bibliotheek gaat en het, samen uitmaakt. Ik behoef niet stil te staan bij het feit, dat Mrs. Lyne-Colson zich woorden heeft laten ontvallen, die maar voor één uitlegging vatbaar zijn.'" «Ge bebt volkomen gelijk, Sir George. Ik ben gereed, Mr. Ridsdale', om met u naar de bibliotheek te gaan". Zonder een woord ging Ridsdale de kamer uit. Mrs. Lyne-Colson viel op een stoel neer, en bedekte snikkend het ge laat met de handen. «Ik beschuldig u van bedrog bij het kaartspel. Ge hebt gisteren gelogen, toen gil m;j verteldet, dat de koker een ge schenk was van een In-disohen prins. Va- lentlne was er toevallig bij, toen do juwe lier in Bondstreet de opdracht kreeg dat vernuftig uitgedacht voorwerp te vervaar digen naar een teekening. Het is zoo duidelijk als iets, dat de heide reeksen steunen, boven en onder de gouden streep, de honneurs van de beide- hoogste troeven bij bridge vertegenwoordigen. Dadelijk, toen ik u vanavond die steenen met de vingers zag betasten, begreep ik dat het dat beduidde". „Zwijg", riep Trinlay. „Durft ge de eer aan te tasten van mijn bloedverwante, Mrs. Lyne-Colson?" „Ik vrees van wel, antwoordde Ridsdale met weerzin. „Haar naam moet toch vroe ger of later hierin gemengd worden, want ik weet, dat ze dezer dagen zwaar gespeeld l1 11' waart het, die er haar toe-over- haaJde en haar wees, hoe eenvoudig de lage daad kon geschieden". „Was het dat wel waard?" dreigde Trin lay, „met zulk een bespottelijken lagen inzet?" „De inzet was niet laag. Ik ben vol maakt op de hoogte, Bij het afrekenen worden de punten vermenigvuldigd, om zoodoende Dick Colson zand in de oogen to strooien. Kom, sir, ik denk, dat gij nu toch wel inziet, dat het spelletje uit is. Als gij. dit toestemt, denk ik wel in. te kunnen staan voor de stilzwijgendheid van hen, die alles van deze ellendige ge schiedenis afweten. En, als gij: onzen gast heer dan nog alles opheldert, zijn mijn lippen gesloten". „En als ak weiger", vroeg Trinlay, „wat dan?" „Dat behoe, t gij mij natuurlijk niet te vragen. Als gij mijn redelijk aanbod wei gert, zal ik je, in de eerste de beste Lon- densohe Ciub, waarin .ik je ontmoet, pu bliek uitmaken voor een bedrieger en vaisch speler". Bén «ogenblik aarzelde Trinlay; een seconde later had hij Ridsdale bij de keel gegrepen. Een zware stoel viel om met harden slag, een klein tafeltje met poroe- lein werd in dien val meegesleept, en daar op vroeg een ernstige stem, wat dit schan delijk gedrag moest beteekenen. De twee tegenstanders stoven snel uiteen. Lyne- Colson stond daar, ernstig en bleek. „Ik zou graag weten, wat dit alles té beteekenen heeit", herhaalde bij. „Naar bet schijnt zjjt gij beiden nuchter en tot nog toe zag ik da heeren voor beschaafde wezens aan. Wat is er dan toch aan de band? Mijn vrouw komt boven in een hoogst opgewondep toestand en geheel van streek. Ik kom beneden om iets op wekkends voor haar te halen en ik vind u beiden als wilde beesten met elkaar vechten. Ridsdale, ik ken jou bet langst. Wil je- me hiervan een verklaring geven?" „Voor alles ben ik er op gesteld, dat kolonel Trinlay bevestigen zal, dat ik dit gevecht niet begon en niet wilde". „Ik verloor mijn bedaardheid", zei Trinlay gemelijk; „maar ik werd er toe getart. Mr. Ridsdale beschuldigt mij van valsch spelen". „Was mijn vrouw straks hier?" vroeg hun gastheer. „Ik geloof dat ze al heengegaan was", antwoordde Ridsdale. Lyne Colson sloot de kamerdeur. „Ge speelt dit verfoeilijke spel ge regeld", zei hij tot Trinlay gekeerd, „maar antwoord me op je woord van eer, is er buiten mijn weten de laatste dagen om. grof geld gespeeld." „Ja", stemde Trinlay half onwillig toe.' „We hebben je allen bedrogen, je vrouw incluis". „Ik begin te begrijpen. Heeft mijn vrouw den laatsten tijd veel verloren?" ,,'t Beste is je de gehee-le waarheid! te vertellen", begon Ridsdale. „Ja, je vrouw heeft groote sommen verloren. Ze durfde je er niet om vragen, en was ten einde raad, hoe aan geld te komen. Omstreeks dien tijd kwam kolonel Trinlay uit Indië terug en onderwees Mrs. Colson in de kunst, om met spelen altijd te winnen. Wilt gij zoo goed zijn, kolonel, mij: den cigayettenkoker te geven?" Zonder tegenstribbelen werd de koker overhandigd, en het geheele systeem uit gelegd door Ridsdale. Lyne-Colson wendde zich tot Trinlay. „Morgenochtend vroeg zal er -een rijtuig zijn om je naar het station te brengen. Je zult over dit alles zwijgen in je eigen voordeel en ik zal trachten de zaak geheim te houden, ter wille van mijzelf. Maar, op één ding sta ik je moet je ontslag uit den dienst nemen". Trinlay ging weg zonder spreken en toen hij de kamer uit was, vervolgde Col son tot Ridsdale: „Als er iemand hier door schade heeft geleden, verzoek .ik je de zaak voor mij in orde te willen bren gen. Zie te weten te komen, hoeveel geld er door de bedrogenen ts verloren en kom daarmee bij mij; ik zal je er een Chèque voor geven". De spreker draaide zich om en verliet het vertrek. Zich tot kalmte dwingend, ging Colson regelrecht naar de kamer van zijn vrouw. Ze zag direct, dat hij alles wist. Hij kwam naar haar toe, legde zijn arm om de bevende vrouw en haar gelaat op heffend, kuste hij haar. „Je bent mijn vrouw, en ik heb je lief", zei hij' teeder. „Niets kan daar iets aan veranderen, Molly. Ik zal je ook geen enkel verwijt doen, geen hard woord zeg gen; ik heb mijn best gedaan te maken dat er niemand onder lijdt. Ik vertrouw op onze vrienden; maar.... zooals je ge zaaid' hebt, moet je maaien. Morgen ga ik naar de stad om toebereidselen te maken voor het verhuren van dit landgoed en ons huis in Londen. Wat mijzelf betreft^ Ik ga naar de ranch in Colorado.Als je mot mij meegaat, beloof ik je dat je door woord noch daad ooit bemerken zult, dat er eenig verschil bestaat". Molly viel op haar knieën, maar haar man richtte haar weer op. „O Dick, wat ben je goed, en lief voor mij. De hemel weet, dat je nooit berouw zult hebben over de wijze waarop Je van nacht gehandeld hebt. En wat maak Je me gelukkig met me mee te nemen naar je ranch!" Louder Oourt, is voor been aantal jaren verhuurd aan Ridsdale en zijn vrouw, maar, hoe ingenomen ze dok met de plaats zijn, tooh zien ze verlangend uit naar de aanstaande terugkomst van de Lyne-Col sons. B. LEGENDARISCHE DIEREN. De gevleugelde Draak en de Eenhoorn. Wanneer wij de verschillende sagen na gaan, ontmoeten wijl daarin zeer vaak dra- Ken, waarmede dappere ridders hevige gevechten moeten leveren. De draak komt- bij de Indo-Germaansche volks groep reeds in zeer oud© tijden voor. erscheidene helden moesten draken ver slaan en Me-dea bezat -een met draken be spannen t-o-overwagen. Pas in de Middeleeuwen werd het alge meen gewoonte deze monsters gevleugeld v-oor te stellen. Nog erger vervormd is de beeltenis van den basilisk, wiens 'blik all-eep reeds vol doend© was, om menschen en dieren te do-oden en boomen te doen verdorren. Hoogstwaarschijnlijk is hier sprake van de in No-ord-Afrika veelvuldig voor komende hoornadder, die boven elk -oog een puntig hoorntje heeft, terwijl men en verdikking aan de punt van den bek vo-or een derde moet hebben aangezien. In dez© opvatting worden wij: nog ge sterkt d-oor het feit, dat bet dier midden op den kop een lichte streep heeft. Het is duidelijk dat deze zich onder het zand verbergende giftslang voor menschen, die slechts sandalen droegen, buitengewoon gevaarlijk moest zijn. Door een fanatasti- sohe overdrijving van zijn giftigheid is hieruit tenslotte de basilisk ontstaan, die langzamerhand is geworden tot het sym bool van alles wat schadelijk was. De eenhoorn uit de sagen doet in af grijselijkheid' weinig voor den draak on der, Meestal wordt hij Ivo-orgeisjjeld la" eeii op een paard gelijkend wezen, dat, midden op het voorhoofd een langen spitsen, spiraalvormig gedraaiden hoorn draagt, waarmede hij eventueel© tegen standers kan doorboren. In de middel eeuwen, was men vast overtuigd van zijn bestaan, daar immers verschillende van die horens in bet bezit waji'en van keizers en koningen en zorgvuldig in de schat kamers werden bewaard. Nog in 1569 bo den de Venetiërs voor een buitengewoon groot exemplaar dei sotn van 30.000 zechinen, doch het bod werd afgeslagen. Deze, soms wel drie meter lange horens, zijn echter holle slagtanden va-n een tand- walvisoh, den Narval, cli© in de Noorde lijke Poolzee niet zeldzaam is. Omstreeks de helft van de vorige eeuw scheen de eenhoorn ais het ware no-g eens te zullen o-pLeven. Men had destijds namelijk aan de Kaap op rotsen gekraste teekeningen ontdekt, waarbij op eenhoorns gelijken de dieren sterk de aandacht trokken. Er is toen ook een geleerde geweest, die op grond hiervan verklaarde, dat dergelijke dieren daar of nog moeten leven of tot voor kort geleefd hadden. Hij had er ech ter niet aan gedacht, dat in die streken antilopensoorten voorkomen, welker mannetjes en wijfjes rechte, ongeveer een meter lange horens dragen. Tengevolge van de geringe kennis van perspectief der Boschjesmannen, van wie de genoem de teekeningen afkomstig waren, waren deze wapens bij de afbeelding en profil niet alleen samengevallen, doch boven dien niet altijd op de juiste plaats terecht gekomen. Bij nader onderzoek bleek dan ook, dat deze teekeningen niets hadden uit te staan met eenhoorns. Uit deze voorbeelden bylkt wel, dat men bij- de legendarische voorstellingen van dieren niet uitsluitend te doen heeft ra et een ongebreidelde fantasie, doch dat uien oorspronkelijk is uitgegaan van de werkelijkheid en het beeld in den loop der tijden slechts heeft verwrongen. Zoo doende- is het ook verklaarbaar, waarom de waargenomen voorbeelden -ten slotte veranderden in gedaanten, die nooit héb ben kunnen- bestaan. Wanneer men de zaak nauwkeurig bekijkt, gelukt het ech ter n-og 'bijna altijd ook in de meest mis vormde beelden een verklaring te -ont dekken voor het o-ntstaah van deze bij zondere wezens. B. BEKERS EN DRINKEBROERS UIT OUDEN TIJD, Het beroemde glaasje-zonde-r- voct van onze voorouders. Als imeest primitieve beker heeft de holle hand dienst gedaan, welke bij de oervolken eerst door een boomblad, eon vruchtenschaal of een schelp- of wel de schedel van oen dier vervangen zal zijn. Eerst bijl verdere ontwikkeling zal de hou ten nap, welke nog altijd door -kluize naars en andere wereldverzakers In e-ere wordt gehouden, in gebruik zijn gen-omen, om later te worden vervangen door stee nen en metalen drinkgereedschap, dat, als gevolg van de toencimendo drinkge woonte, gelegenheid bood tot allerlei aar dige vari&ties. Daar ons volk langen tijd getoond heeft zijn afstamming van de Germanen-,'van wie gezegd is dat drinken de lust. vnn h-un leven was, niet te verloo chenen, verwondert het ons allerminst, dat zij binnen onze grenzen, dank zij het hier ook eenmaal bloeiende gjldewezen, te kust en te keur terecht kunnen, wanneer ons de lust bekruip-t op zoele te gaan naar bekers in soorten, van de eenvoudigste tot de meest gecompliceerde uitvoering. In de catalogi van schier ieder museum vinden wij enk-el-e nummers van bekers en kroezen, die eenmaal dienst daden voor dagelijlksch gebruik en in het bij zonder bij feestelijke gelegenheden. Dat onze voorvaderen in het ledigen van zulke bek-ers die in de meeste ge vallen van een respectabelen inhoud wa ren geen bezwaar zagen, wordt be wezen d-oor het feit, dlat de zoogenaamde historische „drinkuits" -geen voet hadden en derhalve in één teug moesten worden geledigd! Dit w-as zooals ons de historie over dit onderwerp verhaalt het -geval met den bekenden lui-beker, welk© den vorm v-an een tafelschel had en waarin een gla zen klepel hing. Zo-odra de bekers gele digd waren-, begon bet gezelscha-p dan een p-o-osj-e voor tijdverdrijf met de ledige be kers te luiden. V-an een ander -model en van een an dere bestemming waren de zoogenaamde sto-rte-bekers, welke van -onderen voor zien waren van een dubbel aanhangsel: eerstens een metalen netje waarin een do-bi) eist een lag, en ve-rvo-lgens daaronder, beweegbaar aan -een beugel, ©en -metalen kommetje. -Dit kommetje werd tegelijk en evenals de beker strijkelings gevuld En nu imoest de drinker zijn vaardigheid to-onen door den beker tot den bodem te ledigen, zonder een druppel uit het kom metje t© morsen. Dit was dus 'n soort drinksp-el. De imede aanzittenden maak ten er dan ook 'n spelletje- van, want zij pr-obeerden door ali-erlei grimassen en andere pogingen op de lachspieren van den drinker te werken in de hoop dat de kunstt-o-er niet zou lukken. Lukte ze inder daad niet, dan moest bet slachtoffer voor zijn straf nog eens zooveel bek-ers Leeg drinken als de dobbelsteen in het netje o-ogen aanwees. Een 'bijzondere geschiedenis is verbon den aan den zo-ogenaamden Spinola-beker, welk© een -ge-wapenden Turk voorstelt, op wiens rug zich een handvat bevindt, waarmede 'S mans armen dichter naar el kaar toegebracht of verder van elkander verwijderd kunnen worden teneinde een kleineren of grooteren bokaal te kunnen vasthouden. Nadat den vijfden September 11514 Mar kies Aimbro-sius Spin-o-la, de opperbevel hebber van het Spaansohe leger in de Nederlanden, de Stad- Wezel- had ver overd, noodigde hij, tijdens zijn verblijf aldaar, op zekeren dag den predikant Du Pré aan tafel Toen de bovenomschreven Turk rondging -om achtereenvolgens door de gasten op de gezondheid des Konings te worden geledigd, verzocht de predikant zijn beurt voorbij te mogen laten gaan. Niet uit minachting voor den Koning, -maar omdat hij nooit dronken was ge weest en het ook nu liever niet wilde wor den. Spinpl-a wist de standvastigheid van den predikant naar w-aarde te schatten en bood'heim ais blijk van waardeering den „Turk" ten geschenke aan. Wonderlijker en misschien meer in de lijst van dien- tijd is -het verhaal van den Rijngraaf, die aan een door hem aan gericht feestmaal plotseling een groote laars op tafel zette, zeggende dat deze la-ars d-oo-r een koerier toevallig vergeten en achtergelaten was. En hy- loofde niet -minder dan een heel dorp uit als geschenk aan den gast, die de met wijn gevulde laars in één teug zou kunnen ledigen. Inderdaad volbracht een der aanwezi gen het kunststuk om daarna tot aller ver ba-zing zich met deze woorden tot den Rijngraaf te richten: „Heeft de koe rier soms ook zijn andere laars vergeten, dan wil ik voor 'n tweede dorp ook di-e nog in één teug ledigen." Ma-ar de gastheer ging op dit voorstel niet nader in. B. HOE ZIET DE WERELD ER TEGENWOORDIG UIT? Ze Ioopen niet altijd In de gaten. Zij die alleen aan hun eigenbelang den ken, worden ze-er. terecht -met verachting in goed gezelschap behandld. Prof. J. S. Haldane. Het heil moet van de kinder kamer koimen. Alleen opvoeding in den wijdsten zin van het woord, waaronder begrepen de vroegste opvoeding thuis, kan d-e wereld! redden van vulgariteit. The Sciences and Phil. Oorzaak en gevolg1. Om zich een goede gezondheid te ver zekeren is hot even noodzakelijk een juiste geestelijke houding tegenover het leven als een gezond lichaam te hebben. The Art of W-elL Hebben ze daar genoeg aan? Groote mannen helpt men alleen met hun lieifdle te schenken. Edda Mussollnl. Ja, Maar hoe? De onzekerheid van het bestaan moet voor ied-er, die van goed'on wil is, geheel worden weggenomen. Ban is een oude oorzaak van ongeluk en ellende wegge nomen, een van groot geluk geschapen. Ziekenzorg. TOB NOOIT HOEKJE. WEES BLIJ MET DE BLIJDEN. De druiven zljh zuur. La Fontaine. Goh, wat zijn er veel zure druiven op do wereld. „Bah," hooren we leder oogonblik zeggen, „ik zou dat niet willen, ik zou er voor bedanken, 't zou mijn smaak niet zijn". Maar er klinkt, een onderboon in die woorden waaruit we begrijpen: je zou het wel willen, het zou je smnaak wel zijn. als je er maar bij kon. Want-Ue druiven lijkon je o, zoo heerlijk zoet! 't Is ook niet verstandig om te gaan zit ten treuren over alles wat we niet hebben, en wat anderen wèl hebben. Treuren is nooit verstandig. M-aar 't ie no-g veel erger om onszelf wijs te zitten maken, dat we het niet zouden willen hebben. Want dat is onwaar. En zij, die alle druiven zuur noemen, worden op het laatst zelf nog het zuurst! Geen onaangenamer mensch, dan die voor alles een minachtend glimlachje heeft, geen onaangenamer ihensoh dan die altijd jaloersch is. Want het zwartgal lig oordeel over de omstandigheden van anderen komt altijd voort uit jaloezie. Jaloersche menschen kunnen het geluk van anderen niet aanzien. Misschien zijn ze goede vrienden in den n-ood, maar in het geluk zijn ze uw vijanden. Misschien hebt ge zelf ook zoo'n neiging in u? Er ken het dan; en bestrijd uw jaloezie. Waarom jaloersch zijn op geluk? Probeer het mee te leven. Als een ander u van zijn narigheid vertelt, kunt ge dat wel meevoelen. Ja, zoo is -het leven nu een maal, narigheid en nog eens narigheid. Ge kent dat. En -ge zwemt mee in de treu righeid. Ge vertelt van uw eigen verdriet, d kt het nog een beetje aan. Dan pas zijt ge werkelijk in uw element. Maar vertelt iemand u over zijn geluk, - dan staat er dadelijk verzet in u op. Ge hadt net voor uzelf vastgesteld, dat dé wereld een tranendal was, wat wil die dwaze optimist dan met zijn geluk! Heeft u geluk, nee, en waarom hij dan? Het geluk kunt ge niet meevoelen. Het geluk is dwaasheid. Maar het geluk is juist allés! Probeert u eens één keer geluk mee te voelen. Het zal uzelf ook gelukkiger maken. En natuurlijk wilt ge wel gelukkig zijn! Zeg niet nee, zeg niet, dat men hier niet gelukkig kan zijn. Ieder m-ensoh heeft een drang naar geluk in zich. Zegt ge: nee, hoor, het geluk is niets voor mij, ik ben niet zoo dwaas.dan zijn de drui ven zuur. Het geluk is ons doel en we moeten dankbaar wezen voor elk sprankje geluk dat aan de menschheid ten deel valt. En niet afgunstig zijn op hem die het ont vangt. Wees blij met de blijden en u zult zelf ook gelukkig worden. En erkennen, dat het geluk wel voor deze wereld, wel voor u Is. Dr. JOS. DE COCK. (Nadruk verboden). Voor de lezers van dit blad geeft onze Psychologische medewerker Dr. Jos. de Oock, van Merlenstraat 120, Den Haag, gratis zielkundige adviezen o.m. over de wyze waarop zij hun geest kunnen ver- frisschen en hun wilskracht en energie kunnen versterken. De vragen zullen in dit blad geregeld worden behandeld. Mochten de beantwoor dingen te uitvoerig worden, dan dlreot schriftelijk aan de easavragers. Onze geestelijke armoede. Onze tijd kenmerkt zich d-oor -een op vallende eigenschap, di-e vooral in Ame rika sterk naar voren treedt: de vreugde in sensatie. Prof. Dr. Ing. Risoh Het nnt der stilte, Aan de Golgate-Universiteit Is de in vloed van lawaai op geoefend© typisten onderzocht. Daarbij- werden twee belang- rijke feiten vastgesteld. Wanneer het lawaai met 15 verminderd was, was de arbeidsprestatie met ongeveer 25 ver meerderd. Wetenschappelijke Bladen. Best betaalde auteurs. Rudyard Kip-llng wordt in Amerika betaald met één dollar per woord, Arn-old B'enn-ett krijgt er één gulden vijftig per woord, maar Lady Astor slaat de kroon. Haar interviews worden in Aanerikaan- sche couranten met één pond sterling per woord betaald. Daily Express. Wij ook niet. Ik heb nooit kunnen inzien waarom een arbeider, die 26 jaar bij' miji heeft ge werkt, -slechter zou moeten behandeld worden dan een j-ong typiste, die een maand bij mij; werkt, en dit werk do-et op imiijin kantoor, dat niet half zoo belang- rij'lt iffi- Lo-rd Meldhott. Het rijk van het kind. Voor wie is het trottoir, het voetpad bestemd? Er zij-n menschen, die meenen, dat het voetpad bestemd is voor den voetganger. Dat is natuurlijk dwaasheid. Hot voetpad, In het bijzonder hot vlakke, netjes betgel-de trottoir, is bestemd vo-or speelplaats ter beoefening van hoepel-, tol- en diabolo-spel, voorts voor renbaan ten behoeve- van driewielers, auto-peds, vliegende Hollanders, enz. Voetgangers bohooren op hot voetpad alleen dan toe gelaten te worden, wanneer zij! dienen als m-otor voor eon kinderwagen. uDe Gong. Ongevallen ln Nederland. In het afgeloopen jaar werden- 167,078 ongevallen ingeschreven bij de Rljksver- zekeringbank d.i. gemiddeld 542 ongeval len por dag. Tijds. v. d. Rijksverz.b. 't Jutte rtje 425. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN). zij. Belde mannen keken elkaar recht in de oogen. Er was een lange pauze, voordat een van hen sprak. Ridsdale verbrak de stilte met een hoonenden lach op het ge laat. Jk

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 7