li Greep van dit en dat Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, Joi> -*■ Zonderlinge lotgevallen in het Dagelijksch leven VOOR DE VROUWEN, van ZATERDAG 12 APRIL 1930 maarniet von Nederlandsohn Blijkbaar had men hier In dlo dngen goe 'nabeeld van het belang der „groepstalen als die ven- en kramerstaal, soldnten- en studen tentaal enz, vau haar onderling verbond en haar Invloed op de algemeene taal, a 9 l j l/liS, HET LIEDJE VANOE WEEK HET TREKKEN VAN VOGELS. De gevleugelde kampioen lange baan. Ganzen over de Hlmalaya. Er zullen wel geen menschen, en anders wel heel weinig, zijn, die jaarlijks een ai- stand van ongeveer 40.000 kilometer ai- leggen, alleen met het doel, even een be zoek aan hun geboorteplaats te brengen! Het poolsterntje echter, een sierlijke zeevogel, vaak ook zeezwaluw genoemd, legt elk jaar heen en terug een afstand van 20.000 kilometer af. Deze vogel trekt dan van zijn winterverblijf in het Zuid poolgebied, naar het even ruwe Noord poolgebied, teneinde daar te broeden en zijn jongen groot te brengen. Reeds in de vroegste tijden zijn de be wegingen van trekkende vogels opgeval len. Homerus spreekt in zijn Illiade over vluchten kraanvogels, zwanen en wilde ganzen, terwijl Aristoteles het verhuizen van leeuwerikken, zwaluwen en andere vogels vermeldt. Pas in den betrekkelijk modernen tijd echter is men er een nauw keurig onderzoek naar gaan instellen. De snelheid waarmede de vogels zioh voortbewegen bij hun trek, loopt zeer sterk uiteen. De meeste van de kleinere zangvogels vliegen niet sneller dan 40 a 60 kilometer per uur, doch er zijn eenden, die een snelheid kunnen bereiken vari 100 tot 150 kilometer en valken, die ISO kilometer per uur kunnen afleggen. En kele van de groote snelvliegers brengen het zelfs wel tot 370 kilometer per uur. Deze hooge snelheden kunnen de vogels natuurlijk niet over groote afstanden vol houden en aangezien de meeste vluchten worden onderbroken door kortere of lan gere perioden van rust, is het duidelijk, dat de gemiddelde snelheid van de ge- heele reis weinig te maken heeft met de maximum snelheid, welke de vogels bij hun vlucht kunnen bereiken. Ook de hoogte, waarop de vogels bij hun trek vliegen, loopt voor de verschillende soorten zeer uiteen. Voor sommige vari eert deze hoogte tusschen 45 en 900 meter; andere gaan weer tot 1500 meter en en kele zelfs tot 4500 meter. Men heeft nagegaan dat ganzen over het Himalaya-gebergte trekken op een hoogte van ongeveer 12.000 meter. Wan neer groote troepen kleine landvogels bij hun trek onderweg onverwachts worden óvervallen door een hevigen storm, blij ven zij gewoonlijk op de plaats waar zij den storm ontmoetten, wachten tot de wind is gaan liggen. Zoo kan het voorkomen, dat in een bepaalde streek een zekere vogelsoort tijdelijk in buitengewoon groo- ten getale voorkomt. Natuurlijk ontstaat voor die vogels daardoor gebrek aan voedsel, hetgeen tot gevolg heeft dat zelfs de schuwste soorten, zioh gaan op houden in de boomen en boschjes van drukke steden en zich bijna even vrij gaan bewegen als de brutale huismusoh. De meest verbazingwekkende omstan digheid bij den trek der vogels is wel hun nooit falend instinct, dat de kleine reizi gers' over duizenden en duizenden kilo meters van den Oceaan en onbekende landstreken voert naar de winterverblijf plaats hunner voorvaderen, en terug naar het zomerverblijf van waaruit zij hun eer ste avontuurlijke reis hebben onder nomen. Aan dit instinct moeten wij ook de bijzondere gaven van onze postduiven toe schrijven. Hoe kunnen wij het anders ver klaren, dat de gedurende den zomer veel vuldig ondernomen vluchten met deze diertjes door bijna alle tot een goed ein de wordt gebracht? Wel begint men deze vluchten op betrekkelijk kleine afstan den, bijvoorbeeld voor de meer Noorde lijke provincies van ons land naar Bra bant, doch geleidelijk wordt de afstand steeds grooter genomen, tot de duiven ten slotte worden opgelaten in het Zuiden van F rankrijk. De weersomstandigheden onderweg moeten al heel ongunstig zijn, wil het daarbij voorkomen, dat meer dan een enkel exemplaar zijn hok niet na weinige uren bereikt. Bü gebrek aan een beteren naam zouden wij deze gave het zesde zintuig, het riohtingszintuig kunnen noemen, Ifoe wij echter de gave ook noe men, instinct ol zintuig, de trek der ogels blijit daardoor, een niet minder verbluffend mysterie. B. WAT HIJ GEMIST HAD.... Novelle door A. W. I: „Beste Mary, De volgende week kom ik met verlof over. Mag ik je een bezoek brengen Ik logeer in Holborn Hotel. Jan Sefton". Het waren slechts een paar woorden, waarover zij eöhter zoo in gepeins ver zonken raakte, dat haar man, die aan de andere zijde van de ontbijttafel zat, ver baasd opkeek en haar vroeg wat haar scheelde. „Jan Sefton komt naar Engeland", ant- w oord de ze eenigszins aarzelend, en hij wil mijons komen opzoeken". „Jan Sefton? O, die man, die voort durend om je heen fladderde, voordat wij trouwden? Anne kerel. Wil hi1 eens komen zien wat hij gemist heeft?" vroeg; IN HET RIJK DER DIEVENTAAL. Een kantonrechter die het Bar- gpensch kende. Overeenkomst met het plat Hebreeuwseh? Nog geen eeuw geleden schijnt men hier te lande buiten de kringen der per- nooze- of vakmannen van het bestaan ee-ierNedenandsche dieventaal geen flauw vermoeden te hebben gehad. In het jaar 1844 verscheen ni. onder den titel van „Verborgenheden van Parijs" een vertaling vau Bugène S'ue „Les Mystères de Paris". De vele argotwoorden of die ventermen waren voor den vertaler even zoovele struikelblokken en in een noot lezen we, dan ook: „Wij- Hollanders ken nen geen dieventaal: -het schijnt dat de bevolking onzer tuchthuizen niet zoo dich terlijk, zoo vol verbeeldingskracht is".... Eén althans was er die het anders wist, en wel mr. G. F. Vernée, kantonrechter t Hoorn, die het Fransohe argot uit de „Mystères" in het NederlandsChe Bar- goensch vertaalde. Naar aanleiding daar van werd er gewezen op de groote over eenkomst tusschen dat Bargoensch en de taal welke door de Joden uit den geringen stand in ons land werd gesproken en die patois-Hebreeuwsch wordt genoemd. Mr. Vernée ontving daarna een brief van -den volgenden, inhoud: „Sorrore (Mijnheer). Wij zenden u deze flep (brief) om u te doen lenzen (zien), dat gij niet de eenige goocheme vrijer (slimme kwant) in dij marwieger taal (boeventaal) zijt; wij zou den u haast voor een wiedensche knul (domme vent) aanzien; bij het opstootje (beweging) dat gij; in dien babbelaar (courant) van Haarlem gemaakt hebt, zo-udt gij ons den tantel (sleutel) van die taal geven, doch gij hebt loensoh gegokt (valsch gespeeld) gij geeft ons kajumstaal (jodentaal) in plaats van zuiver mar- wiegs; wij hebben u bot op verschut (op heeterdaad betrapt) verkrummel (ver schuil) u niet; wij' zullen u vertossen (hel pen); wij willen er niet een enkel schob betje (stuiver) aan versoheren (verdie nen); wij laten ons neref (licht) voor nop pis (niets) voor de amchen (menschen) schijnen". Deze briefschrijver was, ook blijkens het vervolg van zijn epistel goed ingelicht. De indertijd veel gelezen „Geheimen van Amsterdam" (1844), door J. de Vries, een navolger van Sue, bevatten ook Bar goensch. Wel stond deze auteur nog niet bijzonder vast in zijn schoenen, maar de belangstelling was gewekt voor „de ge heimzinnige taal" gemaakt door poëtische vagebonden, die hun gedachten in even schilderachtige lompen wisten te hullen' als hun lichamen. Het zou echter nog eenigen tijd duro., eer de taalkundigen zich met dieventaal gingen bezighouden. T-oen prof. Moltzer voor ruim vijftig jaar een lezing hield „over den omsprong der taal en de hy pothese van Darwln", gaf hij wel voor beelden van Fransohe, Duitsche, Engel- sche, zelfs van Italiaansche dieventaal, Bob lachend, terwijl hij zich weer in zijn courant verdiepte. „Wat hij' gemist heeft", herhaalde Mary bü zichzelf, terwijl zij- met iets van trots nsar 'haar knappen man keek, en haar drie gezonde, ondeugende kinderen. Ja, dat was geen onaardige manier om zich uit te drukken, en als bij tooverslag ont waakte bü Mary iets van haar oude coquetterie. Ze zou Jan laten zien wat hy gemist had Natuurlijk wilde ze hein uitnoodlgon voor de thee en bü hen te blijven eten. Ze zou alleen onet hem theedrinken, en haar rose japon aantrekken, die zoo mooi bij de tint van haar wangen kleurde. Ze nam zich voor hem in optime, forma te ontvangen en hem te laten aandienen door Janlo, het kleine dienstmeisje. Ze zouden samen in het schemerlicht, dat zoo vriendelijk de kleine rimpels en de en kele grijze haren van Mary zou verber gen, voor het haardvuur zitten, waardoor alles een romantische tint zou krijgen. En toch hield Mary van haar echtge noot'. Van hein houden?.... Ze aunbad hein en ze was Inderdaad, wat haar man ook gezegd had', een prettige kameraad, een goede moeder, en een liefhebbende echtgenoote. DE KNAPPE DOKTER. Daar was een zeer bekwaam chirurg, Die veel patiënten had. Hi1 reed den heelen langen dag Per auto door de stad. Hij legde zijn visites af, En schreef recepten voor, Hij ging als meester in zyn vak Bü zijn patiënten door. Zijn reputatie was verdiend, Zijn tijd was zeer bezet. Zijn oog was scherp, zijn hand was vast Bij 't werk met zijn lancet. Hij opereerde als een held Patiënten klein en groot En schoot zijn wetenschap te kort, Dan ging de zieke dood. Maar dat gebeurde niet zoo gauw, Want meestal won hij' 't pleit. Hij kreeg terecht een grooten naam Om zijn betrouwbaarheid. Hij was een zéér bekwaam chirurg, Vooral op één gebied: Wie blindedarm-ontsteking had, Genas hij- steeds subiet. Maar -op een dag gevoelde bü Zioh afgetobd en mat. Ook had hij pijn omdat -hij' zelf Appendicitis bad! Toen nam de koele 'arts zijn mes, Eb iedereen stond paf: Hij opereerde snel zichzelf, En 't liep uitstekend afl Maar toen hü haast genezen- was, Zond hij 't klinkt zonderling, Uit kracht van de gewoonte aan Zichzelf een rekening! Van schrik stortte -hü toen plots'ling in, En stierf van koorts en pijn. Hij scheen toch legen zóó'n bedrag Nog niet bestand te zü-nl O. B. De gemiddelde leeftijd van een kanarie is tien jaar. De vrouw begrijpt alles, alleen niet, dat gij haar niet bemint. Er sterver» nu tienmaal minder men schen aan tering, -dan vijftig jaar geleden. Iedere vrouw kcht den leeftijd van -haar vriendinnen, alleen baar eigen leeftüd kent ze niet. i Sohobne vrouw&n zijn niet langer dan een week goed; goede vrouwen zijn hun levenlang schoon. Verzet u niet, als uw vrouw iéts van u verlangt; toegeven moet gi| ten slotte toch. Een bekend Londensch fotograaf be zweert, dat Amerikaansohe vrouwen de 'schoonste oogén hebben. Volgens de waarnemingen van het Meteorologisch Instituut is er op den top van den Ben Nevis, den hoogsten berg in Engeland, gedurende -de laatste 20 jaar niet één maand voorbijgegaan/waarin daar ter plaatse niet in meerdere of min dere mate sneeuw is gevallen. Opium bevat niet minder dan 18 ver schillende alkaloïden, waarvan morphine het werkzame -deel van-opium is. De opium die in Europa over het algemeen het meest gebruikt wordt, is de Sjnyrna-soort, ^elke 8 pot. morphine bevat. Britsoh-In- üTSSj£ Malwa- en padna-opium bevat sléchts respectievelijk 41/?. en 5 pet. mor phine. Opium wordt bereid uit den wand der zaaddoos, van de papaver somniferum of slaappapaver. DE WEGWIJZER, De opvoeding door een zoon. Wü weten allen, dut we vau onze kin deren leeren kunnen, maar de daadwerr kelijke manier, waarop Balthazar Grimoa de ia Ryenlère zijn ouders trachtte te on derrichten, zal wel niet veel voorkomen. Van hem wordt verteld, dat hü eens, toen hü wist dat zün trotsohe moeder zou uitrijden, zich met een mond salade op de trappen van het bordes, zette, waar zü lnngs moest komen. Hü was üverig bezig deze salade schoon te maken, waarin hü een groote behendigheid bezat. De erger nis joeg z'n moeder een gloeiende blos naar de kaken. Z;j wikkelde zich zoo dicht mogelijk in haar sluier, en maakte een be weging alsof ze hem zonder spreken voorby wilde gaan. Dit lag echter niet in het plan van liaar zoon. „Weet u moeder", vroeg hü', „waarin deze salade zich onderscheidt van veel menschen, die we beiden kennen? Nu de salade heeft namelük een hart!" Op een andere keer moest z'n vader het ontgelden. Hij deed op het binnenplein van het hotel een menigte met lompen bedekte bedelaars te zamen komen, plaatste hen in twee rijen en noodzaakte zijn vader tusschen hen door te gaan, om zich naar buiten te begeven. De vader was diep verontwaardigd door de driestheid van zynVzoon, maar durfde bet gespuis toch niet door de lakeien te laten verjagen. Balthazar trad nix op hem toe met den hoed in de hand. „Mynheer", sprak hij, „een aalmoes als het u blie'ft voor deze arme drommels, die maar al te licht door u vergeten worden". B. Daarom daalt het geboortecijfer. Tegenwoordig komen aan een zuigeling negen menschen te pas. Arts e, van Dieren. De vrouw van zaken. Zakenmenschen willen geen vrouwen in dienst hebben, die er uitzien als en zich kleeden als een oude tang. Daily Mail. TOB NOOIT HOEKJE. WIJ KUNNEN NIET BUITEN GELD. Tijd Is gold. Tijd la geld. En ongebruikte tijd? Weg gegooid geld. Wo willen zoo graag vei gold verdienen, imanr we laten don tijd' voorbijgaan, We hopen, dat hot geld ko- utien zul, we klagen als 't niet komt, Maar we vergeten dikwijls onzen tijd In dat veel verlangde geld om te zetten. Elk „verloren oogenblikje" is een deel van ons kapitaal waard geweest. We heb ben het onachtzaam laten liggen. Tijd) is geld. Het gezegde ïs afkomstig van de Amerikanen. Ik zon haast zeggen: natuurlijk. De Amerikanen probeeren al les In geld om te zetten. Amerika is het praotlsche werelddeel. Maar hoe we hier in Europa ook mogen denken over de Amerikaansohe jacht naar geld, ver smaden doen we hier het materieele toch ook nietl Dat kunnen we niet. Geld maakt niet gelukkig, maar gebrek aan geld maakt ongelukkig. Een zeker quantum geld is noodzekelijk voor ons geluk. En daarom moeten we onzen tijd, on zen werktijd niet voorbij laten gaan. Hoe wilt ge in Uw vrijen tijd van kunst en schoonheid, van geestelijke genoegens ge nieten, als de zorgen U kwellen? Heusch, 't is niet zoo heel erg materialistisch oim in den werktijd het geld na te jagen. We mogen nè dien werktüd andere genoegens zoeken dan de bewoners van het nieuwe werelddeel, in onze werkuren kunnen we heusch een voorbeeld aan hen nemen. Hun ijver, hun yvaakzaamheid verdienen navolging. Zij doen 't niet op hun slofjes af, met telkens eens even een pauzetje, zü benutten elk „verloren oogenblikje". Juist die oogenblikjes, die wy zoo graag benutten om eens uit te blazen en een praatje te maken. Wy springen roekeloos om met den tijd. De Amerikaan zal zioh daar wel voor wa-cihten. Roekeloos om springen met tijd, tijd, die geld is? En al beteekent geld vo-o-r ons niet zoo veel, we willen er in onze werkuren, toch zooveel mogelijk van verdienen, al was1 't alleen maar om in onze vrye uren te kun nen getuigen: tijd is rust. Alles heeft zijn tijd. Aan de aardsohe eischen van het leven -ontkomen we niet. En alleen door in de drukke uren van den dag tijd als geld te beschouwen,- zullen we in de kalme avonduren tijd en geld kun nen vergeten en zal er1 rust zyn. Verwaarloos het materieele niet, omdat ge het minacht. Ge hebt het noodig voor Uw geestelijke rust en groei. Dt. jos de cock. (Nadruk verboden). BABBELUURTJE OVER MODE. PRACTTSCHE VOORJAARSKLEEDING VOOR ONZE KINDEREN. Bü ie-deren mooien zonnigen dag komen ze aanzetten, onze peuters„Oef, Mam, wat is 't warm, wat is die mantel warm en zwaar, mag ik 'm uitlaten?".... We 'ken nen het allang en zijn er tegen 'gewapend, want stel je voor dat we daar maar dade- lük „ja err amen" op zegden, we hadden ze spoedig thuis met een fiksche ver koudheid, Want de temperatuur'is nog haar vroegere aanbidders. Het is natuur lijk heerlijk bemind te worden, door „den waren man", doch wanneer een van je vroegere- bewonderaars voor je zijn schit terende positie in -Engeland heeft opgege ven en naar een ver land is vertrokken om zijn liefde voor je te trachten te ver geten, is dat tooh wel iets waar een vrouw onwillekeurig trotsch op ls. De courant Inkijkende, zag Mary, dat er een week na dato van zijn brief een boot uit Bqmbay vertrok. Niettegenstaan de Jan pas over vier weken zou aanko men, schreef Mary tooh dienzelfden avond nog naar Hotel Holborn, terwijl zü op het adres zette: „Te overhandigen bij aankomst". „Wat ls het aardig van je, mij nog te herinneren," schreef Mary. „Natuurlijk moet je ons konion bezoeken. Wat zeg je er va# om den Donderdag te kotnen, vol gende op je aankomst? Kom theedrinken en blijf dan bij ons eten.als tenminste zulk een beroemd man als jü bent gewor den, zooveel tijd vrij heeft." Drie weken later had ze het geheele be staan van Jan vergeten door een aller- ellendlgsten tüd, waarin het eene onge le k onmiddellijk gevolgd werd door een ander. Ten eerste kreeg baby Wendy maze len, hetgeen op zichzelf niets bijzonders lang niet betrouwbaar om zonder meer de mantels en jassen uit te latenWe begrijpen echter ook wel, dat, willen de kleuters eens even -heertijk profiteeren van den fynen zonnigen voorjaarsmiddag, ze buiten moeten kunnen spelen zonder jas of mantel. In dit geval komen dan de gebreide wollen kleedingstukken zoo heerlijk te pas. Deze-hebben verscheidene voordeelen te boeken: ze zün warm, ze zijn licht, ze geven vrijheid in alle be wegingen en wat ook heel veel zegt ze staan fleurig en gezellig. „Het breien is de laatste jaren weer heelemaal er „in" gekomen en vele moeders hebben dan ook al verscheidene leuke jumpers en pakjes voor hun kinde ren gebreid. Het valt echter niet te ver helen dat 't tamelijk veel tijd en geduld kost eer zoo'n stukje af is, wat voor de huismoeders, die niet over veel vrijen tijd te beschikken hebben, een onoverkomelijk bezwaar is. Natuurlijk kan men dan in dergelijke gevallen overgaan tot het koopen- van dè machinaal gebreide klee ding en dit wordt ook heel véél gedaan. Maar is men hier aan toe, dan zijn er ook nog andere mogelijkheden, -waaronder het maken van kinderkleeding van wollen „trioot-aan-'t-stuk". Dit kan men krijgen in fün en grof weefsel en in verscheidene kleuren. Daarvan zyn alleraardigste com binaties te maken, zoowel in de modelle tjes als in de kleuren. Het is tamelijk sterk en het is warm en kleedt gezellig. Onze teekening geeft eenige aardige voorbeelden die met een weinig handig heid best zelf in elkaar te maken zijn. Het eerste model is geschikt voor 4 tot 10-jarige meisjes en in diverse combina ties te maken. Ons voorbeeld was van warm-roso tricot en -gegarneerd met zig zag banden in donkerblauw en lichtblauw. Aardig en practisch is ook om deze jum per op een donkerblauw stof plooirokje was, daar de andere kinderen bü een tante in huis konden komen, en Janie, het dienstmeisje, was een uitstekende zieken- oppasseres. Doch toen werd plotseling Janie's moe der ziek, waardoor het meisje in allerül naar baar toe moest gaan. en een paar dagen later zelfs schreef, dat ze.betwijfel de of ze wel ooit weer in baar betrekking zou kunnen terugkeeren. Nadat Mary eenige verhuurkantoren had afgeloopen, slaagde zij er in een meisje in betrekking te krügen, dat er een buitengewoon genoegen in scheen te stiheppen, al het porceleln te hreken, on op het licht 'geschilderde houtwerk overal vuile vingers achter te laten. Den Donderdag voordat Jan's boot zou aankomen, werd Bob, haar man, zwaar verkouden ftn moest het bed houdon. Terwijl ze mo&terdplelaters voor den oenen zieke gereed maakte en pudding voor den anderen, en Intusschon E'llon, het nieuwe meisje, er voor den zooveel- sten keer op wees, dat zü haar vuile schort moest, afdoen, wanneer ze de deur opende, herinnerde Mary zich vang, dat het pas Donderdag was en dat zü over een week Jan eerst verwachtte. Nadat ze een mosterdpleister op Bob's borst had gelegd, en zoolang bil Wendy was gebleven, totdat zü in slaap was ge vallen, verzocht zü Ellen haar een kopje thee te brengen, Daarna viel ze op van vermoeidheid in een der fauteuils in de huiskamer neer. Op dit ongunstige ©ogenblik stak Ellen juist haar hóófd om het hoekje van de deur, eri zei met een breeden grijnslach: „Daar is een heer om u te spreken, me vrouw." Zonder verder antwoord af te wachten, verdween ze. weer naar de keu ken, vermoedelijk om door het breken van verdere kopjes en bordjes dit heug lijk feit te vieren. Het was natuurlijk Jan, die haar glim lachend tegemoet trad, terwijl Mary met een enkelen korten, angstigon blik alles om zich heen ln ©ogenschouw nam. De kamer was nog niet geveegd, half ver dorde bloemen, stonden nog in de vazen, Ellen had haar vuile schort nog voor en zwarte plekken op haar gezicht, en Mary zelf droeg een oude gehaakte japon en pantoffels. Onmiddellijk bgreep zü echter dat het dwaasheid was, excuses te maken, duar zijn aandacht hierdoor natuurlijk nog meer getrokken zou worden op alles om hem heen, „Wat ls het aardig van je, gekomen te zün," mompelde zo. „Ga zitten Olot volgt). 't Juffertje 429. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN). 4 DoCh hoe gelukkig een vrouw ook ge-, tromvd moge zijn, het ls niet meer don menschelljk, dat zij van tijd tot tijd, zool sentimenteel la, om terug te denken aan b.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 11