li Greep van dit en dat
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
Joi> -*■
Zonderlinge lotgevallen
in het Dagelijksch leven
VOOR DE VROUWEN,
van ZATERDAG 12 APRIL 1930
maarniet von Nederlandsohn Blijkbaar
had men hier In dlo dngen goe 'nabeeld
van het belang der „groepstalen als die
ven- en kramerstaal, soldnten- en studen
tentaal enz, vau haar onderling verbond
en haar Invloed op de algemeene taal,
a
9 l j l/liS, HET LIEDJE VANOE WEEK
HET TREKKEN VAN VOGELS.
De gevleugelde kampioen lange
baan. Ganzen over de Hlmalaya.
Er zullen wel geen menschen, en anders
wel heel weinig, zijn, die jaarlijks een ai-
stand van ongeveer 40.000 kilometer ai-
leggen, alleen met het doel, even een be
zoek aan hun geboorteplaats te brengen!
Het poolsterntje echter, een sierlijke
zeevogel, vaak ook zeezwaluw genoemd,
legt elk jaar heen en terug een afstand
van 20.000 kilometer af. Deze vogel trekt
dan van zijn winterverblijf in het Zuid
poolgebied, naar het even ruwe Noord
poolgebied, teneinde daar te broeden en
zijn jongen groot te brengen.
Reeds in de vroegste tijden zijn de be
wegingen van trekkende vogels opgeval
len. Homerus spreekt in zijn Illiade over
vluchten kraanvogels, zwanen en wilde
ganzen, terwijl Aristoteles het verhuizen
van leeuwerikken, zwaluwen en andere
vogels vermeldt. Pas in den betrekkelijk
modernen tijd echter is men er een nauw
keurig onderzoek naar gaan instellen.
De snelheid waarmede de vogels zioh
voortbewegen bij hun trek, loopt zeer
sterk uiteen. De meeste van de kleinere
zangvogels vliegen niet sneller dan 40 a
60 kilometer per uur, doch er zijn eenden,
die een snelheid kunnen bereiken vari
100 tot 150 kilometer en valken, die ISO
kilometer per uur kunnen afleggen. En
kele van de groote snelvliegers brengen
het zelfs wel tot 370 kilometer per uur.
Deze hooge snelheden kunnen de vogels
natuurlijk niet over groote afstanden vol
houden en aangezien de meeste vluchten
worden onderbroken door kortere of lan
gere perioden van rust, is het duidelijk,
dat de gemiddelde snelheid van de ge-
heele reis weinig te maken heeft met de
maximum snelheid, welke de vogels bij
hun vlucht kunnen bereiken. Ook de
hoogte, waarop de vogels bij hun trek
vliegen, loopt voor de verschillende
soorten zeer uiteen. Voor sommige vari
eert deze hoogte tusschen 45 en 900 meter;
andere gaan weer tot 1500 meter en en
kele zelfs tot 4500 meter.
Men heeft nagegaan dat ganzen over
het Himalaya-gebergte trekken op een
hoogte van ongeveer 12.000 meter. Wan
neer groote troepen kleine landvogels bij
hun trek onderweg onverwachts worden
óvervallen door een hevigen storm, blij
ven zij gewoonlijk op de plaats waar zij
den storm ontmoetten, wachten tot de wind
is gaan liggen. Zoo kan het voorkomen,
dat in een bepaalde streek een zekere
vogelsoort tijdelijk in buitengewoon groo-
ten getale voorkomt. Natuurlijk ontstaat
voor die vogels daardoor gebrek aan
voedsel, hetgeen tot gevolg heeft dat
zelfs de schuwste soorten, zioh gaan op
houden in de boomen en boschjes van
drukke steden en zich bijna even vrij gaan
bewegen als de brutale huismusoh.
De meest verbazingwekkende omstan
digheid bij den trek der vogels is wel hun
nooit falend instinct, dat de kleine reizi
gers' over duizenden en duizenden kilo
meters van den Oceaan en onbekende
landstreken voert naar de winterverblijf
plaats hunner voorvaderen, en terug naar
het zomerverblijf van waaruit zij hun eer
ste avontuurlijke reis hebben onder
nomen. Aan dit instinct moeten wij ook de
bijzondere gaven van onze postduiven toe
schrijven. Hoe kunnen wij het anders ver
klaren, dat de gedurende den zomer veel
vuldig ondernomen vluchten met deze
diertjes door bijna alle tot een goed ein
de wordt gebracht? Wel begint men deze
vluchten op betrekkelijk kleine afstan
den, bijvoorbeeld voor de meer Noorde
lijke provincies van ons land naar Bra
bant, doch geleidelijk wordt de afstand
steeds grooter genomen, tot de duiven
ten slotte worden opgelaten in het Zuiden
van F rankrijk. De weersomstandigheden
onderweg moeten al heel ongunstig zijn,
wil het daarbij voorkomen, dat meer dan
een enkel exemplaar zijn hok niet na
weinige uren bereikt. Bü gebrek aan een
beteren naam zouden wij deze gave het
zesde zintuig, het riohtingszintuig kunnen
noemen, Ifoe wij echter de gave ook noe
men, instinct ol zintuig, de trek der
ogels blijit daardoor, een niet minder
verbluffend mysterie.
B.
WAT HIJ GEMIST HAD....
Novelle door
A. W.
I:
„Beste Mary,
De volgende week kom ik met verlof
over. Mag ik je een bezoek brengen Ik
logeer in Holborn Hotel.
Jan Sefton".
Het waren slechts een paar woorden,
waarover zij eöhter zoo in gepeins ver
zonken raakte, dat haar man, die aan de
andere zijde van de ontbijttafel zat, ver
baasd opkeek en haar vroeg wat haar
scheelde.
„Jan Sefton komt naar Engeland", ant-
w oord de ze eenigszins aarzelend, en hij
wil mijons komen opzoeken".
„Jan Sefton? O, die man, die voort
durend om je heen fladderde, voordat wij
trouwden? Anne kerel. Wil hi1 eens
komen zien wat hij gemist heeft?" vroeg;
IN HET RIJK DER DIEVENTAAL.
Een kantonrechter die het Bar-
gpensch kende. Overeenkomst met
het plat Hebreeuwseh?
Nog geen eeuw geleden schijnt men
hier te lande buiten de kringen der per-
nooze- of vakmannen van het bestaan
ee-ierNedenandsche dieventaal geen
flauw vermoeden te hebben gehad. In het
jaar 1844 verscheen ni. onder den titel
van „Verborgenheden van Parijs" een
vertaling vau Bugène S'ue „Les Mystères
de Paris". De vele argotwoorden of die
ventermen waren voor den vertaler even
zoovele struikelblokken en in een noot
lezen we, dan ook: „Wij- Hollanders ken
nen geen dieventaal: -het schijnt dat de
bevolking onzer tuchthuizen niet zoo dich
terlijk, zoo vol verbeeldingskracht is"....
Eén althans was er die het anders wist, en
wel mr. G. F. Vernée, kantonrechter t
Hoorn, die het Fransohe argot uit de
„Mystères" in het NederlandsChe Bar-
goensch vertaalde. Naar aanleiding daar
van werd er gewezen op de groote over
eenkomst tusschen dat Bargoensch en de
taal welke door de Joden uit den geringen
stand in ons land werd gesproken en die
patois-Hebreeuwsch wordt genoemd.
Mr. Vernée ontving daarna een brief
van -den volgenden, inhoud:
„Sorrore (Mijnheer).
Wij zenden u deze flep (brief) om u te
doen lenzen (zien), dat gij niet de eenige
goocheme vrijer (slimme kwant) in dij
marwieger taal (boeventaal) zijt; wij zou
den u haast voor een wiedensche knul
(domme vent) aanzien; bij het opstootje
(beweging) dat gij; in dien babbelaar
(courant) van Haarlem gemaakt hebt,
zo-udt gij ons den tantel (sleutel) van die
taal geven, doch gij hebt loensoh gegokt
(valsch gespeeld) gij geeft ons kajumstaal
(jodentaal) in plaats van zuiver mar-
wiegs; wij hebben u bot op verschut (op
heeterdaad betrapt) verkrummel (ver
schuil) u niet; wij' zullen u vertossen (hel
pen); wij willen er niet een enkel schob
betje (stuiver) aan versoheren (verdie
nen); wij laten ons neref (licht) voor nop
pis (niets) voor de amchen (menschen)
schijnen".
Deze briefschrijver was, ook blijkens
het vervolg van zijn epistel goed ingelicht.
De indertijd veel gelezen „Geheimen van
Amsterdam" (1844), door J. de Vries, een
navolger van Sue, bevatten ook Bar
goensch. Wel stond deze auteur nog niet
bijzonder vast in zijn schoenen, maar de
belangstelling was gewekt voor „de ge
heimzinnige taal" gemaakt door poëtische
vagebonden, die hun gedachten in even
schilderachtige lompen wisten te hullen'
als hun lichamen.
Het zou echter nog eenigen tijd duro.,
eer de taalkundigen zich met dieventaal
gingen bezighouden. T-oen prof. Moltzer
voor ruim vijftig jaar een lezing hield
„over den omsprong der taal en de hy
pothese van Darwln", gaf hij wel voor
beelden van Fransohe, Duitsche, Engel-
sche, zelfs van Italiaansche dieventaal,
Bob lachend, terwijl hij zich weer in zijn
courant verdiepte.
„Wat hij' gemist heeft", herhaalde Mary
bü zichzelf, terwijl zij- met iets van trots
nsar 'haar knappen man keek, en haar
drie gezonde, ondeugende kinderen. Ja,
dat was geen onaardige manier om zich
uit te drukken, en als bij tooverslag ont
waakte bü Mary iets van haar oude
coquetterie. Ze zou Jan laten zien wat hy
gemist had
Natuurlijk wilde ze hein uitnoodlgon
voor de thee en bü hen te blijven eten.
Ze zou alleen onet hem theedrinken, en
haar rose japon aantrekken, die zoo mooi
bij de tint van haar wangen kleurde.
Ze nam zich voor hem in optime, forma
te ontvangen en hem te laten aandienen
door Janlo, het kleine dienstmeisje. Ze
zouden samen in het schemerlicht, dat zoo
vriendelijk de kleine rimpels en de en
kele grijze haren van Mary zou verber
gen, voor het haardvuur zitten, waardoor
alles een romantische tint zou krijgen.
En toch hield Mary van haar echtge
noot'. Van hein houden?.... Ze aunbad
hein en ze was Inderdaad, wat haar man
ook gezegd had', een prettige kameraad,
een goede moeder, en een liefhebbende
echtgenoote.
DE KNAPPE DOKTER.
Daar was een zeer bekwaam chirurg,
Die veel patiënten had.
Hi1 reed den heelen langen dag
Per auto door de stad.
Hij legde zijn visites af,
En schreef recepten voor,
Hij ging als meester in zyn vak
Bü zijn patiënten door.
Zijn reputatie was verdiend,
Zijn tijd was zeer bezet.
Zijn oog was scherp, zijn hand was vast
Bij 't werk met zijn lancet.
Hij opereerde als een held
Patiënten klein en groot
En schoot zijn wetenschap te kort,
Dan ging de zieke dood.
Maar dat gebeurde niet zoo gauw,
Want meestal won hij' 't pleit.
Hij kreeg terecht een grooten naam
Om zijn betrouwbaarheid.
Hij was een zéér bekwaam chirurg,
Vooral op één gebied:
Wie blindedarm-ontsteking had,
Genas hij- steeds subiet.
Maar -op een dag gevoelde bü
Zioh afgetobd en mat.
Ook had hij pijn omdat -hij' zelf
Appendicitis bad!
Toen nam de koele 'arts zijn mes,
Eb iedereen stond paf:
Hij opereerde snel zichzelf,
En 't liep uitstekend afl
Maar toen hü haast genezen- was,
Zond hij 't klinkt zonderling,
Uit kracht van de gewoonte aan
Zichzelf een rekening!
Van schrik stortte -hü toen plots'ling in,
En stierf van koorts en pijn.
Hij scheen toch legen zóó'n bedrag
Nog niet bestand te zü-nl
O. B.
De gemiddelde leeftijd van een kanarie
is tien jaar.
De vrouw begrijpt alles, alleen niet, dat
gij haar niet bemint.
Er sterver» nu tienmaal minder men
schen aan tering, -dan vijftig jaar geleden.
Iedere vrouw kcht den leeftijd van -haar
vriendinnen, alleen baar eigen leeftüd
kent ze niet.
i
Sohobne vrouw&n zijn niet langer dan
een week goed; goede vrouwen zijn hun
levenlang schoon.
Verzet u niet, als uw vrouw iéts van u
verlangt; toegeven moet gi| ten slotte toch.
Een bekend Londensch fotograaf be
zweert, dat Amerikaansohe vrouwen de
'schoonste oogén hebben.
Volgens de waarnemingen van het
Meteorologisch Instituut is er op den top
van den Ben Nevis, den hoogsten berg in
Engeland, gedurende -de laatste 20 jaar
niet één maand voorbijgegaan/waarin
daar ter plaatse niet in meerdere of min
dere mate sneeuw is gevallen.
Opium bevat niet minder dan 18 ver
schillende alkaloïden, waarvan morphine
het werkzame -deel van-opium is. De opium
die in Europa over het algemeen het
meest gebruikt wordt, is de Sjnyrna-soort,
^elke 8 pot. morphine bevat. Britsoh-In-
üTSSj£ Malwa- en padna-opium bevat
sléchts respectievelijk 41/?. en 5 pet. mor
phine. Opium wordt bereid uit den wand
der zaaddoos, van de papaver somniferum
of slaappapaver.
DE WEGWIJZER,
De opvoeding door een zoon.
Wü weten allen, dut we vau onze kin
deren leeren kunnen, maar de daadwerr
kelijke manier, waarop Balthazar Grimoa
de ia Ryenlère zijn ouders trachtte te on
derrichten, zal wel niet veel voorkomen.
Van hem wordt verteld, dat hü eens,
toen hü wist dat zün trotsohe moeder zou
uitrijden, zich met een mond salade op de
trappen van het bordes, zette, waar zü
lnngs moest komen. Hü was üverig bezig
deze salade schoon te maken, waarin hü
een groote behendigheid bezat. De erger
nis joeg z'n moeder een gloeiende blos
naar de kaken. Z;j wikkelde zich zoo dicht
mogelijk in haar sluier, en maakte een be
weging alsof ze hem zonder spreken
voorby wilde gaan. Dit lag echter niet in
het plan van liaar zoon.
„Weet u moeder", vroeg hü', „waarin
deze salade zich onderscheidt van veel
menschen, die we beiden kennen? Nu de
salade heeft namelük een hart!"
Op een andere keer moest z'n vader het
ontgelden.
Hij deed op het binnenplein van het
hotel een menigte met lompen bedekte
bedelaars te zamen komen, plaatste hen
in twee rijen en noodzaakte zijn vader
tusschen hen door te gaan, om zich naar
buiten te begeven.
De vader was diep verontwaardigd door
de driestheid van zynVzoon, maar durfde
bet gespuis toch niet door de lakeien te
laten verjagen. Balthazar trad nix op hem
toe met den hoed in de hand.
„Mynheer", sprak hij, „een aalmoes
als het u blie'ft voor deze arme drommels,
die maar al te licht door u vergeten
worden".
B.
Daarom daalt het geboortecijfer.
Tegenwoordig komen aan een zuigeling
negen menschen te pas.
Arts e, van Dieren.
De vrouw van zaken.
Zakenmenschen willen geen vrouwen
in dienst hebben, die er uitzien als en zich
kleeden als een oude tang.
Daily Mail.
TOB NOOIT HOEKJE.
WIJ KUNNEN NIET BUITEN GELD.
Tijd Is gold.
Tijd la geld. En ongebruikte tijd? Weg
gegooid geld. Wo willen zoo graag vei
gold verdienen, imanr we laten don tijd'
voorbijgaan, We hopen, dat hot geld ko-
utien zul, we klagen als 't niet komt,
Maar we vergeten dikwijls onzen tijd In
dat veel verlangde geld om te zetten.
Elk „verloren oogenblikje" is een deel
van ons kapitaal waard geweest. We heb
ben het onachtzaam laten liggen.
Tijd) is geld. Het gezegde ïs afkomstig
van de Amerikanen. Ik zon haast zeggen:
natuurlijk. De Amerikanen probeeren al
les In geld om te zetten. Amerika is het
praotlsche werelddeel. Maar hoe we hier
in Europa ook mogen denken over de
Amerikaansohe jacht naar geld, ver
smaden doen we hier het materieele toch
ook nietl Dat kunnen we niet. Geld maakt
niet gelukkig, maar gebrek aan geld
maakt ongelukkig. Een zeker quantum
geld is noodzekelijk voor ons geluk.
En daarom moeten we onzen tijd, on
zen werktijd niet voorbij laten gaan. Hoe
wilt ge in Uw vrijen tijd van kunst en
schoonheid, van geestelijke genoegens ge
nieten, als de zorgen U kwellen? Heusch,
't is niet zoo heel erg materialistisch oim
in den werktijd het geld na te jagen. We
mogen nè dien werktüd andere genoegens
zoeken dan de bewoners van het nieuwe
werelddeel, in onze werkuren kunnen
we heusch een voorbeeld aan hen nemen.
Hun ijver, hun yvaakzaamheid verdienen
navolging. Zij doen 't niet op hun slofjes
af, met telkens eens even een pauzetje,
zü benutten elk „verloren oogenblikje".
Juist die oogenblikjes, die wy zoo graag
benutten om eens uit te blazen en een
praatje te maken. Wy springen roekeloos
om met den tijd. De Amerikaan zal zioh
daar wel voor wa-cihten. Roekeloos om
springen met tijd, tijd, die geld is?
En al beteekent geld vo-o-r ons niet zoo
veel, we willen er in onze werkuren, toch
zooveel mogelijk van verdienen, al was1 't
alleen maar om in onze vrye uren te kun
nen getuigen: tijd is rust.
Alles heeft zijn tijd. Aan de aardsohe
eischen van het leven -ontkomen we niet.
En alleen door in de drukke uren van den
dag tijd als geld te beschouwen,- zullen we
in de kalme avonduren tijd en geld kun
nen vergeten en zal er1 rust zyn.
Verwaarloos het materieele niet, omdat
ge het minacht. Ge hebt het noodig voor
Uw geestelijke rust en groei.
Dt. jos de cock.
(Nadruk verboden).
BABBELUURTJE OVER MODE.
PRACTTSCHE
VOORJAARSKLEEDING VOOR ONZE
KINDEREN.
Bü ie-deren mooien zonnigen dag komen
ze aanzetten, onze peuters„Oef, Mam,
wat is 't warm, wat is die mantel warm en
zwaar, mag ik 'm uitlaten?".... We 'ken
nen het allang en zijn er tegen 'gewapend,
want stel je voor dat we daar maar dade-
lük „ja err amen" op zegden, we hadden
ze spoedig thuis met een fiksche ver
koudheid, Want de temperatuur'is nog
haar vroegere aanbidders. Het is natuur
lijk heerlijk bemind te worden, door „den
waren man", doch wanneer een van je
vroegere- bewonderaars voor je zijn schit
terende positie in -Engeland heeft opgege
ven en naar een ver land is vertrokken
om zijn liefde voor je te trachten te ver
geten, is dat tooh wel iets waar een vrouw
onwillekeurig trotsch op ls.
De courant Inkijkende, zag Mary, dat
er een week na dato van zijn brief een
boot uit Bqmbay vertrok. Niettegenstaan
de Jan pas over vier weken zou aanko
men, schreef Mary tooh dienzelfden avond
nog naar Hotel Holborn, terwijl zü op
het adres zette: „Te overhandigen bij
aankomst".
„Wat ls het aardig van je, mij nog te
herinneren," schreef Mary. „Natuurlijk
moet je ons konion bezoeken. Wat zeg je
er va# om den Donderdag te kotnen, vol
gende op je aankomst? Kom theedrinken
en blijf dan bij ons eten.als tenminste
zulk een beroemd man als jü bent gewor
den, zooveel tijd vrij heeft."
Drie weken later had ze het geheele be
staan van Jan vergeten door een aller-
ellendlgsten tüd, waarin het eene onge
le k onmiddellijk gevolgd werd door een
ander.
Ten eerste kreeg baby Wendy maze
len, hetgeen op zichzelf niets bijzonders
lang niet betrouwbaar om zonder meer
de mantels en jassen uit te latenWe
begrijpen echter ook wel, dat, willen de
kleuters eens even -heertijk profiteeren
van den fynen zonnigen voorjaarsmiddag,
ze buiten moeten kunnen spelen zonder
jas of mantel. In dit geval komen dan de
gebreide wollen kleedingstukken zoo
heerlijk te pas. Deze-hebben verscheidene
voordeelen te boeken: ze zün warm, ze
zijn licht, ze geven vrijheid in alle be
wegingen en wat ook heel veel zegt
ze staan fleurig en gezellig.
„Het breien is de laatste jaren weer
heelemaal er „in" gekomen en vele
moeders hebben dan ook al verscheidene
leuke jumpers en pakjes voor hun kinde
ren gebreid. Het valt echter niet te ver
helen dat 't tamelijk veel tijd en geduld
kost eer zoo'n stukje af is, wat voor de
huismoeders, die niet over veel vrijen tijd
te beschikken hebben, een onoverkomelijk
bezwaar is. Natuurlijk kan men dan in
dergelijke gevallen overgaan tot het
koopen- van dè machinaal gebreide klee
ding en dit wordt ook heel véél gedaan.
Maar is men hier aan toe, dan zijn er
ook nog andere mogelijkheden, -waaronder
het maken van kinderkleeding van wollen
„trioot-aan-'t-stuk". Dit kan men krijgen
in fün en grof weefsel en in verscheidene
kleuren. Daarvan zyn alleraardigste com
binaties te maken, zoowel in de modelle
tjes als in de kleuren. Het is tamelijk sterk
en het is warm en kleedt gezellig.
Onze teekening geeft eenige aardige
voorbeelden die met een weinig handig
heid best zelf in elkaar te maken zijn.
Het eerste model is geschikt voor 4 tot
10-jarige meisjes en in diverse combina
ties te maken. Ons voorbeeld was van
warm-roso tricot en -gegarneerd met zig
zag banden in donkerblauw en lichtblauw.
Aardig en practisch is ook om deze jum
per op een donkerblauw stof plooirokje
was, daar de andere kinderen bü een
tante in huis konden komen, en Janie, het
dienstmeisje, was een uitstekende zieken-
oppasseres.
Doch toen werd plotseling Janie's moe
der ziek, waardoor het meisje in allerül
naar baar toe moest gaan. en een paar
dagen later zelfs schreef, dat ze.betwijfel
de of ze wel ooit weer in baar betrekking
zou kunnen terugkeeren.
Nadat Mary eenige verhuurkantoren
had afgeloopen, slaagde zij er in een
meisje in betrekking te krügen, dat er
een buitengewoon genoegen in scheen te
stiheppen, al het porceleln te hreken, on
op het licht 'geschilderde houtwerk overal
vuile vingers achter te laten.
Den Donderdag voordat Jan's boot zou
aankomen, werd Bob, haar man, zwaar
verkouden ftn moest het bed houdon.
Terwijl ze mo&terdplelaters voor den
oenen zieke gereed maakte en pudding
voor den anderen, en Intusschon E'llon,
het nieuwe meisje, er voor den zooveel-
sten keer op wees, dat zü haar vuile
schort moest, afdoen, wanneer ze de deur
opende, herinnerde Mary zich vang, dat
het pas Donderdag was en dat zü over
een week Jan eerst verwachtte.
Nadat ze een mosterdpleister op Bob's
borst had gelegd, en zoolang bil Wendy
was gebleven, totdat zü in slaap was ge
vallen, verzocht zü Ellen haar een kopje
thee te brengen, Daarna viel ze op van
vermoeidheid in een der fauteuils in de
huiskamer neer.
Op dit ongunstige ©ogenblik stak Ellen
juist haar hóófd om het hoekje van de
deur, eri zei met een breeden grijnslach:
„Daar is een heer om u te spreken, me
vrouw." Zonder verder antwoord af te
wachten, verdween ze. weer naar de keu
ken, vermoedelijk om door het breken
van verdere kopjes en bordjes dit heug
lijk feit te vieren.
Het was natuurlijk Jan, die haar glim
lachend tegemoet trad, terwijl Mary met
een enkelen korten, angstigon blik alles
om zich heen ln ©ogenschouw nam. De
kamer was nog niet geveegd, half ver
dorde bloemen, stonden nog in de vazen,
Ellen had haar vuile schort nog voor en
zwarte plekken op haar gezicht, en Mary
zelf droeg een oude gehaakte japon en
pantoffels.
Onmiddellijk bgreep zü echter dat het
dwaasheid was, excuses te maken, duar
zijn aandacht hierdoor natuurlijk nog
meer getrokken zou worden op alles om
hem heen,
„Wat ls het aardig van je, gekomen te
zün," mompelde zo. „Ga zitten
Olot volgt).
't Juffertje
429. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN).
4
DoCh hoe gelukkig een vrouw ook ge-,
tromvd moge zijn, het ls niet meer don
menschelljk, dat zij van tijd tot tijd, zool
sentimenteel la, om terug te denken aan
b.