gPOPULAIRE 'Ml KUNST EN TECHNIEK Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHCL COURANT, SI v,&ï3&23lst8S! van ZATERDAG 26 APRIL 1930 Ohef op het kantoor: Hoor eens Ple- tere©je eohrjjft veel te ond olijke cij fers. hoor! Kijk nou eens ann op deze re kening. Je schrijft 180. maar je kunt ar heel gemakkeiyk 180 uit lozen. Pieterse: Nu wat zou dnnr dan tegen wezen als de rekening betaald wordt? EEN DISTRIBUTIE-PERIODE UIT DE OUDHEID. De geschiedenis herhaalt zich. De distributie-tijd. ligt ons allen nog versoh in het geheugen. Wel gebeurt het ons nog wel een enkele maal, dat we ons bij het binnentreden van den winkel her inneren, hoe we hier soans uren hebben moeten staan wachten op niet haif vol doende hoeveelheden, waarvoor wij een zeer hoogen prijs te betalen hadden, maar beginnen we over brood en andere bons, inferieure kwaliteiten van allerlei eet waren, dan raken we niét uitgepraat. Nog hebben we soms te waken, dat ons geen oorlogsfabrikaten in de banden worden gestopt. We beredeneerden de oorzaak van ons lijden in dien tijd: de groote oorlog, geen voldoende invoer, het nood zakelijk worden van een gelijkelijk ver doelen van de bestaande voorraden, om de minder maatschappelijk krachtige niet te doen ondergaan.Wij Kregen dus de distributie en meenen dat deze ge dachte werd ingegeven door de tijdsom standigheden en dat wel nooit menschen in vroeger tijden zooiets hebben mee gemaakt. Dat echter in lang evrvlogen jaren tot dezelfde maatregelen werd overge gaan, leert ons het volgende stukje uit de oude geschiedenis. speien van Christian Weise. In Saint Cyr richtte de betaamde Madame de Mainte- non een theater op waarvoor Racine stuk ken schreef. De Paltzgravin Sophie speel de reeds op haar ellde jaar in „Medea" van CJorneille „Een der ongelukkigste jaren voor het volk van Zuid-Nederland was het jaar 1126. Een voorbeeldeloos strenge winter en de daarop volgende regen en storan gedurende het geheele voorjaar van 1126, vernietigde den totalen oogst en bracht over België den zwaarsten hongersnood, dien men ooit had gevoeld. Gelukkig regeerde toen Karei de Goede, die het geluk van zijn onderdanen tot zijn levensdoel stelde. Hij wendde alles aan, om de gevolgen van de schraalte der levensmiddelen zoo min mogelijk te doen gevoelen. Hij verbood ten strengste het gebruik van granen voor die bierbrouwe rijen, deed alle honden als onnutte brood- verbruikers doodslaan, en ziende, dat dit noig weinig hielp, liet hq alle zolders en pakhuizen, waar graan geborgen was, openen: de distributie-vorm dus. Om de behoeftigen te helpen, waren alle opofferingen hem niet te groot; geen arme mocht worden weggezonden, zonder eenig blijk van hulp. Uitsluitend om uit te deelen en wel te doen, benoemde hij een zekeren Tammaerd tot zijn aalmoeze nier, die Karei overal* moest vergezellen. Op één dag werden er in de buurt van Yperen niet minder dan 7800 brooden uitgedeeld. Vrijdag's werden de armen van kleeren voorzien, ja, d, goedheid van Graaf Karei ging zoo ver, dat hij zijn eigen lijfgoed onder de behoeftigen uitdeelde. Het mag dan al geen bonnen-stelsel ge weest zijn, als wij gekend hebben, de distributie-gedachte heeft zeer zefc©r bij Graaf Karei voorgezeten. B. DB LIEFHEBBERIJ-KOMEDIE IN VROEGER EEUWEN. Afgezien van het feit, dat er tegenwoor dig heel wat liefhebberij tooneelgezel- schappen bestaan en er ook wel vaak wordt gedaan aan z.g. vertooningen, moet niemand denken, dat het oomediespelen door iedereen sléchts van onzen tijd is. 2-K modegolven. Voor veertig, U t'g jaar was 't min of meer .shocking" te zijn. Maar voor honderd jaar was het een liefhebberij van geweld en voor twee honderd jaar nog meer Mniiz!.! van Shakespeare, Ocirneille, Molière deed nagenoeg ieder aan oomedie spelen voor zijn genoegen, zooals nu iedereen aan dansen doet voor z'n noegen. B ledereen zocht te „spelen" tot zelfs de Jezuïeten en de nonnen in de kloosters toe. De Jezuïeten deden veel voor het onderwijs door de opvoering van zg schooldrama's, waaraan zij veel van hun geld besteedden. En ten tijde van Paus Innoncentius XI ontstond er in een non nenklooster te Rome een twist tusechcn de vrome zusters over de bezetting van een stuk, dat zij wilden opvoeren. Deze lleP 2oo hoog, dat het tot handtas telijkheden kwam en een der nonnen zelfs het leven liet! Ook op de hoogere scholen werd ge speeld. De gymnasiasten van Breslaü b.v. voerden de werken van den toenmaals bekenden dichter Lohenstein op en de /«ïttauer scholieren speelden de treur- De lust tot comediespelen had in die dagen alle standen aangestoken. De hoogere standen niet het minst., Het too- neeispelen op deze wijze had voor vorsten en hoog geplaatste personen de geweldige bekoring, dat zij zich in hun rollen ais „gewone menschen" konden voordoen. Derhalve waren ze voor den duur van zoo'n speelieest vrij van alle lastige eti- ketto. En dat was verschillenden zoo aange naam, dat er zelfs een nieuw spel voor werd uitgedacht Het zoogenaamde „Her- beig-spel". De plaats der handeling was een herberg. De vorst was herbergier,, de vorstin herbergierster het verdere ge zelschap oi de rest van het hof was dan een uitgebreide schare van kamermeis jes, kenners en dienstknechten. En de stemming w,as „in toon" d.w.z. als die van een voikskoifiehuis op marktdag. Zoo ontliep men de etikette op de meest aangename wijs. In het jaar 1698 trof Peter de Groote den Duitschen keizer Leopold .eens toe vallig op een dergelijk feest aan, terwijl hij incognito reisde. Oogenblikkelijk ver kleedde hij zich als boer en ging een be zoek brengen aan de herberg. En de beide monarchen bleven hun rol uit stekend volhouden. Keizer Leopold als herbergier en Peter als boer, die zich zat kwam drinken Naast deze herbergspelen, waren erg in trek de z.g. hoffeesten, waarbij het gan- sche hof zonder uitzondering meespeelde. Het waren in den regel wijdsch opgezette fantasiespelen, die een oi andere sym bolische oi verheerlijkende bedoeling had den. In 1667 b.v. toen de Oostenrijksche Kei zer Leopold in het huwelijk trad met de Spaa sche In a. te Margaretha Theresia jp een reusachtig honeest te z.e. 0sgeven de instor.e van uen inythoiog.- sehen herdersknaap Paris, die een gouden appel moest overreiken aan de aller schoonste der vrouwen.... Onnoodig te vei'tellen, dat die aller schoonste in dit geval niemand anders kon zijn dan de bruid en dat ter harer verheerlijking dit onderwerp was ge kozen. De toebereidselen voor dit feest had den niet minder dan negen maanden in beslag genomen. Er was doorbekende componisten afzonderlijke ,en toepasse lijke muziek voor geschreven. De ge heele Oostenrijksche adel met den keizer aan het hooid speelde mee. In het algemeen nam men voor deze soort.feesten gaarne de stof uit de mytho logie, omdat deze zich hiertoe bij uitstek eigende! Want het gaf gelegenheid tot groot- sche optochten van nimfen, faunen, her ders etc. Zoo zeilde in het jaar 1608 op de rivier de Arno een nabootsing van de vloot der fiere Argonauten met den held Jason aan. het hoold en op zoek naar betGulden Vlies! In 1679 werd te Rome ter eere van het huwelijk van ivarel n van Spanje met een Prinses van Jrieans de val van het Rijk der wreede Amazonen gevierd. En Lodewijk do Veertiende speelde ter eere van de schoone Mlle. de la Valière, wier gunsten hij zocht in 1664 te Versailles in mys- tisch verlichtte grotten voor Arioste Roger op „Het betooverde Eiland" van Koningin Alcirie. Het spreekt vanzelf, dat deze feesten niet weinig vorderden van de schatkist van Staat. En niet minder van de aandacht en den tijd der betreffende vorsten. In de toenmalige tijden rekende men deze werkzaamheden echter mede bij het „regeeren" te behooren. En dat de kwestie van aankleeding en hulpmiddelen bü deze spelen geen kinder spel was, kón men leeren uit de werk zaamheden van den architect Bertini. Bei;- tini was een Italiaan, die geweldig voor 't tooneel voelde en er in zijn dagen ook l.uÜmg'OM'On veel voor heelt tol stand gebracht. Hij was de man die zich het eerst bezig hield met de kwestie van figu ratie en deooratie. Van de effecten, welke hij wist te bereiken, worden ongelooflijke dingen verteld. Zoo gaf hij op een keer ter gelegenheid van een bovenbedoeld feest op het tooneel de overstrooming van den Tlber te aanschouwen. En het effect van het woest neerstortende water maakte in de eerste oogenblikken een zoodanige indruk op de toeschouwers, dat zij zich hals over hoofd in een vlucht trachtten te reddenI.... Ik geloof stellig. Neen ik weet ze ker dat Ik! nog eens als bedelaar zal i imoeten sterven riep een doordraaier in een oogenbllk van sentimentaliteit uit. Hoor eens, beate vriend zei 'n ver standig kameraad. Ik vrees zelfs, dat je nog eens als bedelaar ruit moeten leven I DE GROOTE SCHOEN. Haroen-el-Rasohi d, de even wijze als machtige beschermer der geloovlgen, was een groot liefhebber van wed- en worstel wedstrijden. Hij was zeer rechtvaardig, wijs en goed en maakte bij die gelegenheid nooit ver schil in rang of stand. Niet zoodra had de sultan een wedstrijd uitgeschreven of uit alle deelen van het rijk stroomde men toe, om aan den kamp deel te nemen of er ooggetuige van te zijn. Velen ook trokken er heen, minder uit liefde voor het feest of voor den mach tigen heerscher, dan wel met het verlan gen om imet een rijke belooning naar hun woonplaats terug te keeren. Onder deze laatsten behoorde ook een jong, schoon paartje. Ibrahim-ben-Assur was 'n reus van 'n kerel en flink en forsch gebouwd, uit zajn heldere oogen straalde mannelijke fier heid. Zijn gezellin Fatma was een schoone vrouw, krachtig en bevallig tevens, haar handjes waren poezelig klein en haar voetjes konden met de kleinste wedijve ren. Ibrahitm en Fatma beminden elkander. Maar den jongen man ontbrak het aan g ld; hij wa® niet in staat, Fatma van haar vader af te koopen en deze omstandig heid had beiden naar de hoofdstad ge dreven. Bij de worstelwedstrijden hoopte Ibra- him overwinnaar te worden, en met den prijis, dien de sultan hem zou schenken zou hij Fatma kunnen koopen. De strijd begon en de wakkere Ibrahim bleef, dank zij zijn geweldige kracht en buitengewone vlugheid, overwinnaar. De belooning werd hem door den sultan zei ven toegekend. Maar hoe mild1 de gaven dikwijls waren, thans viel de belooning Ibrahim bitter tegen; zij stelden hem geenszins in staat Fatma tot de zijne te maken. Misnoegd en teleurgesteld wilden zij weder naar hun ver-verwijderd oord terug keeren, toen de sultan een vrouwenwed loop aankondigde en de aanwezige jonge meisjes opriep, die zich in het strijdperk wilden begeven. Een enkele blik van haar geleider was voldoende om Fatma een besluit te doen neunen. Ook zij zou medeloopen. Een twintigtal jonge meisjes stonden om den wedloop te beginnen gereed aan de paal. De eerste die van den eindpaal terugkeerde was Fatma. Juichend en ju belend werd zij binnen gehaald en met kloppend hard' wachtte zij de belooning af. „Men vuile de ischoenen der vrouw met goudstukken 1" klonk het eindelijk uit. den mond van den vorst, toen de laatste van den eindpaal was teruggekeerd. Plotseling kreeg Fatma een inval. Als de wind vloog zij, naar Ibrahim en fluister de hem in 't oor, dat hij zijn schoenen met de hare moest verruilen. Verwonderd gehoorzaamde Ibrahim. Hij had het bevel vian den sultan niet ge hoord, maar overtuigd; dat alles wat zijn Fatma deed, wijs en goed was, voldeed hij aan haar verzoek. Even snel als zij haar plaats verlaten had, beerde de schoone hardloopster we der in de rij van haar mededingsters terug en overhandigde den schatmeester Ibra- hiim's schoenen. Fatma had wel kunnen gieren van pret, toen zij de gouden schijven m de groote schoenen verdwijnen zag. Het was im mers meer dan genoeg voor Ibrahim om haar te kunnen koopen van haar vader. Toen echter den vorst gemeld werd, welk een belangrijk bedrag er noodig was, om d schoenen der jonge vrouw te vul len, verlangde hij haar te zien, die op zoo'n guooten voet leefde en nu kwam het bedrog, uit. Vertoornd schudde Haroen-el-Raschid liet hoofd. Niet omdat hij bedrogen wa8, maar het verdroot hem, dat xnen de volks feesten, waarmede hij juist edele gevoe lens biji het volk wilde opwekken, vooi bedriegerijen misbruikte, en hij verlang de, dat de bedriegster op een voorbeeldige wijze gestraft zou worden. Toen viel Fatma voor hem op de knieën en smeekte hem, haar alles te vergeven, daar zij het bedrog alleen utt liefde voor Ibrahim had gepleegd, om hem eenmaal toe te behooren. „Dus," antwoordde de wijze vorst, die door het simeeken der schoone vrouw ont roerd was, „alleen om Ibrahlm's vrouw te worden, hebt gij mij bedrogen en niet uit l»ooze hebzucht. „Ja, heer, bij het heilig© graf van den profeet, alleen uit liefde voor Ibrahim." „Welnu, dan moogt gjj het geld aan uw Ibrahim gaan brengen en uw vader ervan betalen, wat hij voor u vordert. Maar gij imoet voor. uw straf in deze grooto schoe nen naar uw woonplaats teruigkeeren. Eenjge mijner mannon zullen u vergezel len, opdat gij mij niet voor de tweede maal bedriegt en Ibrahim u niet op zijn arimen naar huis brengt." Zooals de sultan bevolen had, gebeurde I het. De weg viel de arme Fatma erg zwaar, ln de groote schoenen van Ibrahim i maar zij legde hem toch het tot het eind af, en spoedig daarna was zij Ibrahlm's vrouw. Zonderlinge lotgevallen het Dagelijksch leven EEN GOED GENEESMIDDEL. Dokter X, ter zijner tijd een van de meest beroemd© Parijsohe geneeshoeron, werd eens op een middag terwijl hij op zijn gemak langs een der boulevards te wandelen liep, staande gehouden door een van zijn cliënten een ouden heer, die weliswaar schatrijk, maar ln nog er ger mate gierig was. En in de eerste plaats hierom, maar in de tweede plaats, omdat deze rijkaard meende, dat hij als .goeden klant van den doikter 'zich wel eenig© vrijheid veroor- looven mocht durfde hij het wagen den gezienen geneesheer op straat op onbe leefde wijze aan te houden en hem bij' wjjze van gratis consult een! ge vragen omtrent zijn gezondheid te steller,. Sinds ik den laatsten keer bij u was zeid© hij licht verwijtend vo©l ik mij volstrekt niet beter integendeel. Dat spijt mij geducht antwoordde de dokter deelnemend.mag ik eens vragen: Waar hebt u eigenlijk de meeste pijn? Ja.klaagde de rijke patiënt. im'n voeten steken, m'n rug kraakt, m'n buik is hard, m'n maag knijpt samen, m'n borst piept, m'n handen beven, m'n hooid suist, m'n oogen branden Branden uw oogen? Ja!. Wanneer u kijkt?. Natuurlijk! En beven uw handen daarbij?. Precies zei de zie&e geïnteres seerd. Dan weet ik het! riep de beroem de arts verheugd uit.Kom eens hier in deze poort zoo hier ziet nie mand ons. Doe nu uw oogen dicht stijf dicht en steek uw handen ongedwon gen vooruit. Zoo meer niet. I oogen dicht en handen vooruit.Nu I wachten kalm wachten, dan kan ik u 'op m'n gemak eveh onderzoeken. Niet bewegen waarde heer.Stil blijven .staan met uw oogen stijf dicht en uw handen losjes vooruit tot ik zeg „ge noeg". Niet spreiken en niet schrik ken, want ik stop een instrument in uw nek. Inderdaad voelde de zieke man een elpenbeenachtig, koel voorwerp onder z'n pruik in zijn nek, maar durfde niets te zeggen. .Sssttt,sssttt.fluisterde de dokter al zachter. Eindelijk hoorde hij niets meer en 'wachtte, de handen voorpitgestoken en de oogen stijf toegedrukt. Er gebeurde niets. Eindelijk kon hij het bijna niet langer uithouden en werd tegelijk opgeschrikt door een lang ingehouden, maar nu uit barstend gejoel! Hij. fceekt. De dokter was weg kalm doorgewan deld! Hij had het waardelooze instrument in des patiënten nek laten zitten en de zieke zelf onder de poort van het gebouw laten staan. Binnen twee minuten was de blinde man met de handen vooruit opge merkt door een voorbijganger, die zonder iets te zeggen het vreemde verschijnsel aanstaarde.Er kwaon er nog een bij. en nog een. tot er ten leste een wijde kring toeschouwers om den patiënt stond, glimlachend, grijnzend en eindelijk uit barstend in een schaterlach om den mop, waarvan men wel het juiste niet wist. maar dien men gezien het ietwat schaapachtige in de houding van het slachtoffer wel half en half begrijpen kon. Van straatconsulten was Inmiddels de rijke en vrekkige patiënt genezen! B. TOB NOOIT HOEKJE. HET LEVEN IS NIET WREED, MAAB WIJ ZIJN NIET STERK GENOEG. Wit wij jicwoonlijk lil rijpheid bij oen menieh te rlen krlj*fn li hewuMe wriiamieJijkhcid. Ze probeeren ook de hen omringenied jeugd voor te bereiden op de komende teleurstellingen. Ze luisteren hoofdschud dend en medelijdend toe als jongeren hun vol geestdrift hun toekomstplannen ver tellen. „Die arme, domme menschen," denken ze, „laten we ze toch waarschu wen". Is het dan werkelijk zoo natuurlijk, als we onze jeugdidealen verliezen? Moet het leven ons dan ontgoochelen? We zouden dan het leven zoo zien: een verwachten, hopen, opbouwen; dan teleur stelling, mislukking; en tenslotte een weemoedig terugzien op een blijde jeugd, een berusten in 's levens wreedheid. Nee, zoo kan het niet zijn! En als wiji het zoo zien, dan ligt dat riet aan bet levep, maar aan ons. Het leven komt en beproeft onze idealen. Het komt niet om ze te vernie tigen, juist om ze te versterken. Het roept onsi op ter verdediging, Maar als wij niet sterk zijn, dan ver dedigen we 'niet, dan geven we dadelijk over. Dan noemen wei het leven wreed, maar we zelf zijn laf. Eerst zijn we nog opstandig, dan be rusten we maar. En ons leven gaal verloren. Het leven heeft er geen schuld aan, dat onze blijde jeugd verloren ging. Wij zelf dragen alle schuld. Het is heel moeilijk onze blijheid, onze idealen te bewaken. We zullen er dikwijls in te kort. schieten. Maar wijt dat te kort dan aan u zeil en niet aan het leven. Vindt het niet natuurlijk, dat het zoo mét u gegaan is en ontneem jonge menschen al niet bij voorbaat den lust tot den strijd. Het is niet „verstandig" geen idealen te hebben en zeker niet „dom" ze wel te hébben. Ge kunt jongemenschen voorbereiden op de moeilijkheden, die hen wachten. Maar proheer ze niet hun kostbaarste be zit af te nemen. Hun idealen. De idealen, die ook gij had mocteh behouden Dr. JOS. DE COCK. (Nadruk verboden.) Voor de lezer» van ons blad geeft onze psychologisohe medewerker Dr. Jos. de Cöck, van Merlenstraat 120, 's-Graven- hage gratis zielkundige adviezen, o.m. over de wijze waarop zij hun geest kun nen verfrissohen en hun wilskracht en energie kunnen versterken. De vragen worden geregeld ln dit blad behandeld. Moohten de beantwoordingen te uitvoerig worden dan direct schrifte lijk aan de aanvragen». GEEN SCHEEVE HAKKEN MEER Een Amerikaansohe Fabrikant zal een soort schoenhakken op de markt brengen, waardoor het euvel van scheeve hakken z.g. onmogelijk wordt. De geheele schoen hak is van een bijzondere constructie. De bovenste helft die vast aan de schoen zit draagt een metalen plaat met ronde gaatjes, die een zijdelings langwerpige sleuf hebben. Het andere gedeelte van den hak heeft nu aan den bovenkant een zelfde metalen plaat niet met gleuven, maar met knoppen en de twee gedeel ten worden tegen elkaar gebracht: de knoppen in de gaatjes en dan verschuiven in de sleuven.Klaar is kees! Het sluit aLs 'n bus. Bovendien is er een kleine on zichtbare hefboom die de stand van de stukken aldus vastzet, zoodat het niet kan versohuiven. Door dien hefboom los te maken en een klein tikje tegen den hak te geven, laat het onderstuk onmiddellijk weer los en kan verzet worden. Wanneer nu de onderhak op een be paalde plaats scheef goloopen Is, neemt men hem eenvoudig af, zet hem 'n beetje anders ln den bovenhak en een nieuwe plek raakt de straatsteenen Zoo kan men den onderhak langzaam geheel in de rondte draaien en successie velijk over de geheele oppervlakte af slijten De losse onderstukken zullen met leer, met rubber zelfs met ijzerbeslag in den handel komen. Bovendien zal men vaste maten maken, zoodat men afzon derlijk onderhakken in den winkel zal kunnen koopen. Dat voorziet den tijd, dat u en ik in een schoenwinkel zullen binnengaan en zeg gen: „Mag ik een paar schoenhakken van U maat twee-en-veertig!" Als iémand ook eens zooiets uitvond ten behoeve van de zooien? Dan liepen we ons leven lang met hetzelfde paar schoe nen en kochten er alleen nu en dan een paar nieuwe hakken en zooien onder In ieder geval voorziet de uitvinder van. deze haknieuwigheid groote dingen van zijn vinding. Er zullen enorme hesparin gen te maken zijn. Zoowel heeren- als dames- en kinderhakkén zullen in den handel komen. Het te gebruiken metaal zal roestvrij zijn.... enz. enz Het wachten is nu slechts op het eerste paar omte probeeren! Iemand, die tijdens een vrij hevigen stonm van. Enkhulzen naar Stavoren over stak Zei tegen den oonducteur: Hoor eens, ik wil eerst wel eens zien of jullie me veilig én wel aan de overzij kunt bren gen met dit weer. Ik betaal dus als we op onze bestemming zijn. Meneer antwoordde de geldophai- ler gevat. Het Is heekmaal niet zeker, dat wjj met zoo'n storm de andere kant ha len! Denkt u dan, dat voor 't geval we naar don kelder'gaan lk de risico van uw pas sage wil dragen? Denk er niet aan! Ik moet vanavond by den bbef afrekenen. Dus betalen, of lk zet u over boord! Mama: Kind, kind bezin voor je bo- gint.Het luuweiyk is zoo een ernstige zaak en dient goed te worden overwogen. Dochter: Ja, zeker mnma. Mama: De mannen worden imet den dag sleohter. Dochter: Dan zal ik ine zelfs imet trou wen maar wat haasten, mnana want hoe langer lk wacht hoe slechter man ik dan krijg! 't Juffertje 431. AUTEURSRSCHTt N tfOOHBlHUoOEN), B. B. Ai hert Scbwcitxcr. dikwijls hoornti w#tnotischcn ©pro ton over hun Jeugd, nis over een „gulden tjjd". Toen hadden ze nog Idealen, ze ge loofden ln het goede, lp rechtvaardigheid en waarheid. Ze zien daarop terug en zuchten. Ja, 't was mooi: konden zij het nog eens beleven! Maar dan zouden ze weer jong en onervaren en dom worden. Nu zijn ze oud en wijs, door het leven gerijpt. Ze weten nu beter. Ze nemen het aan als iets heel gewoons, dat Idealen en hoopvol verwachten bij de jeugd hooren. Het leven mooi en licht zien komt voort uit onverstand.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 7