gPOPULAIRE 'Ml
KUNST EN TECHNIEK
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHCL COURANT,
SI v,&ï3&23lst8S!
van ZATERDAG 26 APRIL 1930
Ohef op het kantoor: Hoor eens Ple-
tere©je eohrjjft veel te ond olijke cij
fers. hoor! Kijk nou eens ann op deze re
kening. Je schrijft 180. maar je kunt ar
heel gemakkeiyk 180 uit lozen.
Pieterse: Nu wat zou dnnr dan tegen
wezen als de rekening betaald wordt?
EEN DISTRIBUTIE-PERIODE
UIT DE OUDHEID.
De geschiedenis herhaalt zich.
De distributie-tijd. ligt ons allen nog
versoh in het geheugen. Wel gebeurt het
ons nog wel een enkele maal, dat we ons
bij het binnentreden van den winkel her
inneren, hoe we hier soans uren hebben
moeten staan wachten op niet haif vol
doende hoeveelheden, waarvoor wij een
zeer hoogen prijs te betalen hadden, maar
beginnen we over brood en andere bons,
inferieure kwaliteiten van allerlei eet
waren, dan raken we niét uitgepraat. Nog
hebben we soms te waken, dat ons geen
oorlogsfabrikaten in de banden worden
gestopt. We beredeneerden de oorzaak
van ons lijden in dien tijd: de groote
oorlog, geen voldoende invoer, het nood
zakelijk worden van een gelijkelijk ver
doelen van de bestaande voorraden, om
de minder maatschappelijk krachtige niet
te doen ondergaan.Wij Kregen dus
de distributie en meenen dat deze ge
dachte werd ingegeven door de tijdsom
standigheden en dat wel nooit menschen
in vroeger tijden zooiets hebben mee
gemaakt.
Dat echter in lang evrvlogen jaren
tot dezelfde maatregelen werd overge
gaan, leert ons het volgende stukje uit de
oude geschiedenis.
speien van Christian Weise. In Saint Cyr
richtte de betaamde Madame de Mainte-
non een theater op waarvoor Racine stuk
ken schreef. De Paltzgravin Sophie speel
de reeds op haar ellde jaar in „Medea"
van CJorneille
„Een der ongelukkigste jaren voor het
volk van Zuid-Nederland was het jaar
1126. Een voorbeeldeloos strenge winter
en de daarop volgende regen en storan
gedurende het geheele voorjaar van 1126,
vernietigde den totalen oogst en bracht
over België den zwaarsten hongersnood,
dien men ooit had gevoeld.
Gelukkig regeerde toen Karei de
Goede, die het geluk van zijn onderdanen
tot zijn levensdoel stelde. Hij wendde alles
aan, om de gevolgen van de schraalte der
levensmiddelen zoo min mogelijk te doen
gevoelen. Hij verbood ten strengste het
gebruik van granen voor die bierbrouwe
rijen, deed alle honden als onnutte brood-
verbruikers doodslaan, en ziende, dat dit
noig weinig hielp, liet hq alle zolders en
pakhuizen, waar graan geborgen was,
openen: de distributie-vorm dus.
Om de behoeftigen te helpen, waren
alle opofferingen hem niet te groot; geen
arme mocht worden weggezonden, zonder
eenig blijk van hulp. Uitsluitend om uit
te deelen en wel te doen, benoemde hij
een zekeren Tammaerd tot zijn aalmoeze
nier, die Karei overal* moest vergezellen.
Op één dag werden er in de buurt van
Yperen niet minder dan 7800 brooden
uitgedeeld.
Vrijdag's werden de armen van kleeren
voorzien, ja, d, goedheid van Graaf Karei
ging zoo ver, dat hij zijn eigen lijfgoed
onder de behoeftigen uitdeelde.
Het mag dan al geen bonnen-stelsel ge
weest zijn, als wij gekend hebben, de
distributie-gedachte heeft zeer zefc©r bij
Graaf Karei voorgezeten.
B.
DB LIEFHEBBERIJ-KOMEDIE IN
VROEGER EEUWEN.
Afgezien van het feit, dat er tegenwoor
dig heel wat liefhebberij tooneelgezel-
schappen bestaan en er ook wel vaak
wordt gedaan aan z.g. vertooningen, moet
niemand denken, dat het oomediespelen
door iedereen sléchts van onzen tijd is.
2-K modegolven. Voor veertig,
U t'g jaar was 't min of meer .shocking"
te zijn. Maar voor honderd jaar
was het een liefhebberij van geweld en
voor twee honderd jaar nog meer
Mniiz!.! van Shakespeare, Ocirneille,
Molière deed nagenoeg ieder aan oomedie
spelen voor zijn genoegen, zooals nu
iedereen aan dansen doet voor z'n
noegen. B
ledereen zocht te „spelen" tot zelfs
de Jezuïeten en de nonnen in de kloosters
toe. De Jezuïeten deden veel voor het
onderwijs door de opvoering van zg
schooldrama's, waaraan zij veel van hun
geld besteedden. En ten tijde van Paus
Innoncentius XI ontstond er in een non
nenklooster te Rome een twist tusechcn
de vrome zusters over de bezetting van
een stuk, dat zij wilden opvoeren. Deze
lleP 2oo hoog, dat het tot handtas
telijkheden kwam en een der nonnen zelfs
het leven liet!
Ook op de hoogere scholen werd ge
speeld. De gymnasiasten van Breslaü b.v.
voerden de werken van den toenmaals
bekenden dichter Lohenstein op en de
/«ïttauer scholieren speelden de treur-
De lust tot comediespelen had in die
dagen alle standen aangestoken. De
hoogere standen niet het minst., Het too-
neeispelen op deze wijze had voor vorsten
en hoog geplaatste personen de geweldige
bekoring, dat zij zich in hun rollen ais
„gewone menschen" konden voordoen.
Derhalve waren ze voor den duur van
zoo'n speelieest vrij van alle lastige eti-
ketto.
En dat was verschillenden zoo aange
naam, dat er zelfs een nieuw spel voor
werd uitgedacht Het zoogenaamde „Her-
beig-spel".
De plaats der handeling was een
herberg. De vorst was herbergier,, de
vorstin herbergierster het verdere ge
zelschap oi de rest van het hof was dan
een uitgebreide schare van kamermeis
jes, kenners en dienstknechten. En de
stemming w,as „in toon" d.w.z. als die van
een voikskoifiehuis op marktdag.
Zoo ontliep men de etikette op de
meest aangename wijs.
In het jaar 1698 trof Peter de Groote
den Duitschen keizer Leopold .eens toe
vallig op een dergelijk feest aan, terwijl
hij incognito reisde. Oogenblikkelijk ver
kleedde hij zich als boer en ging een be
zoek brengen aan de herberg. En de
beide monarchen bleven hun rol uit
stekend volhouden. Keizer Leopold als
herbergier en Peter als boer, die zich zat
kwam drinken
Naast deze herbergspelen, waren erg
in trek de z.g. hoffeesten, waarbij het gan-
sche hof zonder uitzondering meespeelde.
Het waren in den regel wijdsch opgezette
fantasiespelen, die een oi andere sym
bolische oi verheerlijkende bedoeling had
den.
In 1667 b.v. toen de Oostenrijksche Kei
zer Leopold in het huwelijk trad met de
Spaa sche In a. te Margaretha Theresia
jp een reusachtig honeest te z.e.
0sgeven de instor.e van uen inythoiog.-
sehen herdersknaap Paris, die een gouden
appel moest overreiken aan de aller
schoonste der vrouwen....
Onnoodig te vei'tellen, dat die aller
schoonste in dit geval niemand anders
kon zijn dan de bruid en dat ter harer
verheerlijking dit onderwerp was ge
kozen.
De toebereidselen voor dit feest had
den niet minder dan negen maanden in
beslag genomen. Er was doorbekende
componisten afzonderlijke ,en toepasse
lijke muziek voor geschreven. De ge
heele Oostenrijksche adel met den
keizer aan het hooid speelde mee.
In het algemeen nam men voor deze
soort.feesten gaarne de stof uit de mytho
logie, omdat deze zich hiertoe bij uitstek
eigende!
Want het gaf gelegenheid tot groot-
sche optochten van nimfen, faunen, her
ders etc. Zoo zeilde in het jaar 1608 op de
rivier de Arno een nabootsing van de
vloot der fiere Argonauten met den held
Jason aan. het hoold en op zoek naar
betGulden Vlies! In 1679 werd te
Rome ter eere van het huwelijk van
ivarel n van Spanje met een Prinses van
Jrieans de val van het Rijk der wreede
Amazonen gevierd. En Lodewijk do
Veertiende speelde ter eere van de
schoone Mlle. de la Valière, wier gunsten
hij zocht in 1664 te Versailles in mys-
tisch verlichtte grotten voor Arioste
Roger op „Het betooverde Eiland" van
Koningin Alcirie.
Het spreekt vanzelf, dat deze feesten
niet weinig vorderden van de schatkist
van Staat. En niet minder van de aandacht
en den tijd der betreffende vorsten.
In de toenmalige tijden rekende men
deze werkzaamheden echter mede bij het
„regeeren" te behooren.
En dat de kwestie van aankleeding en
hulpmiddelen bü deze spelen geen kinder
spel was, kón men leeren uit de werk
zaamheden van den architect Bertini. Bei;-
tini was een Italiaan, die geweldig voor
't tooneel voelde en er in zijn dagen ook
l.uÜmg'OM'On veel voor heelt tol stand
gebracht. Hij was de man die zich het
eerst bezig hield met de kwestie van figu
ratie en deooratie. Van de effecten, welke
hij wist te bereiken, worden ongelooflijke
dingen verteld. Zoo gaf hij op een keer
ter gelegenheid van een bovenbedoeld
feest op het tooneel de overstrooming
van den Tlber te aanschouwen. En het
effect van het woest neerstortende water
maakte in de eerste oogenblikken een
zoodanige indruk op de toeschouwers, dat
zij zich hals over hoofd in een vlucht
trachtten te reddenI....
Ik geloof stellig. Neen ik weet ze
ker dat Ik! nog eens als bedelaar zal i
imoeten sterven riep een doordraaier in
een oogenbllk van sentimentaliteit uit.
Hoor eens, beate vriend zei 'n ver
standig kameraad. Ik vrees zelfs, dat je
nog eens als bedelaar ruit moeten leven I
DE GROOTE SCHOEN.
Haroen-el-Rasohi d, de even wijze als
machtige beschermer der geloovlgen, was
een groot liefhebber van wed- en worstel
wedstrijden.
Hij was zeer rechtvaardig, wijs en goed
en maakte bij die gelegenheid nooit ver
schil in rang of stand.
Niet zoodra had de sultan een wedstrijd
uitgeschreven of uit alle deelen van het
rijk stroomde men toe, om aan den kamp
deel te nemen of er ooggetuige van te
zijn.
Velen ook trokken er heen, minder uit
liefde voor het feest of voor den mach
tigen heerscher, dan wel met het verlan
gen om imet een rijke belooning naar hun
woonplaats terug te keeren.
Onder deze laatsten behoorde ook een
jong, schoon paartje.
Ibrahim-ben-Assur was 'n reus van 'n
kerel en flink en forsch gebouwd, uit zajn
heldere oogen straalde mannelijke fier
heid. Zijn gezellin Fatma was een schoone
vrouw, krachtig en bevallig tevens, haar
handjes waren poezelig klein en haar
voetjes konden met de kleinste wedijve
ren.
Ibrahitm en Fatma beminden elkander.
Maar den jongen man ontbrak het aan
g ld; hij wa® niet in staat, Fatma van haar
vader af te koopen en deze omstandig
heid had beiden naar de hoofdstad ge
dreven.
Bij de worstelwedstrijden hoopte Ibra-
him overwinnaar te worden, en met den
prijis, dien de sultan hem zou schenken
zou hij Fatma kunnen koopen.
De strijd begon en de wakkere Ibrahim
bleef, dank zij zijn geweldige kracht en
buitengewone vlugheid, overwinnaar. De
belooning werd hem door den sultan zei
ven toegekend.
Maar hoe mild1 de gaven dikwijls waren,
thans viel de belooning Ibrahim bitter
tegen; zij stelden hem geenszins in staat
Fatma tot de zijne te maken.
Misnoegd en teleurgesteld wilden zij
weder naar hun ver-verwijderd oord terug
keeren, toen de sultan een vrouwenwed
loop aankondigde en de aanwezige jonge
meisjes opriep, die zich in het strijdperk
wilden begeven.
Een enkele blik van haar geleider was
voldoende om Fatma een besluit te doen
neunen. Ook zij zou medeloopen.
Een twintigtal jonge meisjes stonden om
den wedloop te beginnen gereed aan de
paal. De eerste die van den eindpaal
terugkeerde was Fatma. Juichend en ju
belend werd zij binnen gehaald en met
kloppend hard' wachtte zij de belooning af.
„Men vuile de ischoenen der vrouw met
goudstukken 1" klonk het eindelijk uit. den
mond van den vorst, toen de laatste van
den eindpaal was teruggekeerd.
Plotseling kreeg Fatma een inval. Als
de wind vloog zij, naar Ibrahim en fluister
de hem in 't oor, dat hij zijn schoenen met
de hare moest verruilen.
Verwonderd gehoorzaamde Ibrahim. Hij
had het bevel vian den sultan niet ge
hoord, maar overtuigd; dat alles wat zijn
Fatma deed, wijs en goed was, voldeed hij
aan haar verzoek.
Even snel als zij haar plaats verlaten
had, beerde de schoone hardloopster we
der in de rij van haar mededingsters terug
en overhandigde den schatmeester Ibra-
hiim's schoenen.
Fatma had wel kunnen gieren van pret,
toen zij de gouden schijven m de groote
schoenen verdwijnen zag. Het was im
mers meer dan genoeg voor Ibrahim om
haar te kunnen koopen van haar vader.
Toen echter den vorst gemeld werd,
welk een belangrijk bedrag er noodig was,
om d schoenen der jonge vrouw te vul
len, verlangde hij haar te zien, die op
zoo'n guooten voet leefde en nu kwam
het bedrog, uit.
Vertoornd schudde Haroen-el-Raschid
liet hoofd. Niet omdat hij bedrogen wa8,
maar het verdroot hem, dat xnen de volks
feesten, waarmede hij juist edele gevoe
lens biji het volk wilde opwekken, vooi
bedriegerijen misbruikte, en hij verlang
de, dat de bedriegster op een voorbeeldige
wijze gestraft zou worden.
Toen viel Fatma voor hem op de knieën
en smeekte hem, haar alles te vergeven,
daar zij het bedrog alleen utt liefde voor
Ibrahim had gepleegd, om hem eenmaal
toe te behooren.
„Dus," antwoordde de wijze vorst, die
door het simeeken der schoone vrouw ont
roerd was, „alleen om Ibrahlm's vrouw
te worden, hebt gij mij bedrogen en niet
uit l»ooze hebzucht.
„Ja, heer, bij het heilig© graf van den
profeet, alleen uit liefde voor Ibrahim."
„Welnu, dan moogt gjj het geld aan uw
Ibrahim gaan brengen en uw vader ervan
betalen, wat hij voor u vordert. Maar gij
imoet voor. uw straf in deze grooto schoe
nen naar uw woonplaats teruigkeeren.
Eenjge mijner mannon zullen u vergezel
len, opdat gij mij niet voor de tweede maal
bedriegt en Ibrahim u niet op zijn arimen
naar huis brengt."
Zooals de sultan bevolen had, gebeurde I
het. De weg viel de arme Fatma erg
zwaar, ln de groote schoenen van Ibrahim i
maar zij legde hem toch het tot het eind
af, en spoedig daarna was zij Ibrahlm's
vrouw.
Zonderlinge lotgevallen
het Dagelijksch leven
EEN GOED GENEESMIDDEL.
Dokter X, ter zijner tijd een van de
meest beroemd© Parijsohe geneeshoeron,
werd eens op een middag terwijl hij
op zijn gemak langs een der boulevards
te wandelen liep, staande gehouden door
een van zijn cliënten een ouden heer,
die weliswaar schatrijk, maar ln nog er
ger mate gierig was.
En in de eerste plaats hierom, maar in
de tweede plaats, omdat deze rijkaard
meende, dat hij als .goeden klant van den
doikter 'zich wel eenig© vrijheid veroor-
looven mocht durfde hij het wagen den
gezienen geneesheer op straat op onbe
leefde wijze aan te houden en hem bij'
wjjze van gratis consult een! ge vragen
omtrent zijn gezondheid te steller,.
Sinds ik den laatsten keer bij u was
zeid© hij licht verwijtend vo©l ik
mij volstrekt niet beter integendeel.
Dat spijt mij geducht antwoordde
de dokter deelnemend.mag ik eens
vragen: Waar hebt u eigenlijk de meeste
pijn?
Ja.klaagde de rijke patiënt.
im'n voeten steken, m'n rug kraakt, m'n
buik is hard, m'n maag knijpt samen, m'n
borst piept, m'n handen beven, m'n hooid
suist, m'n oogen branden
Branden uw oogen?
Ja!.
Wanneer u kijkt?.
Natuurlijk!
En beven uw handen daarbij?.
Precies zei de zie&e geïnteres
seerd.
Dan weet ik het! riep de beroem
de arts verheugd uit.Kom eens hier
in deze poort zoo hier ziet nie
mand ons. Doe nu uw oogen dicht
stijf dicht en steek uw handen ongedwon
gen vooruit. Zoo meer niet.
I oogen dicht en handen vooruit.Nu
I wachten kalm wachten, dan kan ik u
'op m'n gemak eveh onderzoeken. Niet
bewegen waarde heer.Stil blijven
.staan met uw oogen stijf dicht en uw
handen losjes vooruit tot ik zeg „ge
noeg". Niet spreiken en niet schrik
ken, want ik stop een instrument in uw
nek.
Inderdaad voelde de zieke man een
elpenbeenachtig, koel voorwerp onder z'n
pruik in zijn nek, maar durfde niets te
zeggen.
.Sssttt,sssttt.fluisterde de
dokter al zachter.
Eindelijk hoorde hij niets meer en
'wachtte, de handen voorpitgestoken en
de oogen stijf toegedrukt.
Er gebeurde niets.
Eindelijk kon hij het bijna niet langer
uithouden en werd tegelijk opgeschrikt
door een lang ingehouden, maar nu uit
barstend gejoel!
Hij. fceekt.
De dokter was weg kalm doorgewan
deld! Hij had het waardelooze instrument
in des patiënten nek laten zitten en de
zieke zelf onder de poort van het gebouw
laten staan. Binnen twee minuten was de
blinde man met de handen vooruit opge
merkt door een voorbijganger, die zonder
iets te zeggen het vreemde verschijnsel
aanstaarde.Er kwaon er nog een bij.
en nog een. tot er ten leste een wijde
kring toeschouwers om den patiënt stond,
glimlachend, grijnzend en eindelijk uit
barstend in een schaterlach om den mop,
waarvan men wel het juiste niet wist.
maar dien men gezien het ietwat
schaapachtige in de houding van het
slachtoffer wel half en half begrijpen
kon.
Van straatconsulten was Inmiddels de
rijke en vrekkige patiënt genezen!
B.
TOB NOOIT HOEKJE.
HET LEVEN IS NIET WREED, MAAB
WIJ ZIJN NIET STERK GENOEG.
Wit wij jicwoonlijk lil rijpheid
bij oen menieh te rlen krlj*fn li
hewuMe wriiamieJijkhcid.
Ze probeeren ook de hen omringenied
jeugd voor te bereiden op de komende
teleurstellingen. Ze luisteren hoofdschud
dend en medelijdend toe als jongeren hun
vol geestdrift hun toekomstplannen ver
tellen. „Die arme, domme menschen,"
denken ze, „laten we ze toch waarschu
wen".
Is het dan werkelijk zoo natuurlijk, als
we onze jeugdidealen verliezen? Moet het
leven ons dan ontgoochelen?
We zouden dan het leven zoo zien: een
verwachten, hopen, opbouwen; dan teleur
stelling, mislukking; en tenslotte een
weemoedig terugzien op een blijde jeugd,
een berusten in 's levens wreedheid.
Nee, zoo kan het niet zijn!
En als wiji het zoo zien, dan ligt dat
riet aan bet levep, maar aan ons.
Het leven komt en beproeft onze
idealen. Het komt niet om ze te vernie
tigen, juist om ze te versterken. Het roept
onsi op ter verdediging,
Maar als wij niet sterk zijn, dan ver
dedigen we 'niet, dan geven we dadelijk
over. Dan noemen wei het leven wreed,
maar we zelf zijn laf.
Eerst zijn we nog opstandig, dan be
rusten we maar. En ons leven gaal
verloren.
Het leven heeft er geen schuld aan, dat
onze blijde jeugd verloren ging. Wij zelf
dragen alle schuld.
Het is heel moeilijk onze blijheid, onze
idealen te bewaken. We zullen er dikwijls
in te kort. schieten. Maar wijt dat te kort
dan aan u zeil en niet aan het leven.
Vindt het niet natuurlijk, dat het zoo mét
u gegaan is en ontneem jonge menschen
al niet bij voorbaat den lust tot den strijd.
Het is niet „verstandig" geen idealen
te hebben en zeker niet „dom" ze wel te
hébben.
Ge kunt jongemenschen voorbereiden
op de moeilijkheden, die hen wachten.
Maar proheer ze niet hun kostbaarste be
zit af te nemen. Hun idealen.
De idealen, die ook gij had mocteh
behouden
Dr. JOS. DE COCK.
(Nadruk verboden.)
Voor de lezer» van ons blad geeft onze
psychologisohe medewerker Dr. Jos. de
Cöck, van Merlenstraat 120, 's-Graven-
hage gratis zielkundige adviezen, o.m.
over de wijze waarop zij hun geest kun
nen verfrissohen en hun wilskracht en
energie kunnen versterken.
De vragen worden geregeld ln dit blad
behandeld. Moohten de beantwoordingen
te uitvoerig worden dan direct schrifte
lijk aan de aanvragen».
GEEN SCHEEVE HAKKEN MEER
Een Amerikaansohe Fabrikant zal een
soort schoenhakken op de markt brengen,
waardoor het euvel van scheeve hakken
z.g. onmogelijk wordt. De geheele schoen
hak is van een bijzondere constructie. De
bovenste helft die vast aan de schoen
zit draagt een metalen plaat met ronde
gaatjes, die een zijdelings langwerpige
sleuf hebben. Het andere gedeelte van
den hak heeft nu aan den bovenkant een
zelfde metalen plaat niet met gleuven,
maar met knoppen en de twee gedeel
ten worden tegen elkaar gebracht: de
knoppen in de gaatjes en dan verschuiven
in de sleuven.Klaar is kees! Het sluit
aLs 'n bus. Bovendien is er een kleine on
zichtbare hefboom die de stand van de
stukken aldus vastzet, zoodat het niet kan
versohuiven. Door dien hefboom los te
maken en een klein tikje tegen den hak te
geven, laat het onderstuk onmiddellijk
weer los en kan verzet worden.
Wanneer nu de onderhak op een be
paalde plaats scheef goloopen Is, neemt
men hem eenvoudig af, zet hem 'n beetje
anders ln den bovenhak en een nieuwe
plek raakt de straatsteenen
Zoo kan men den onderhak langzaam
geheel in de rondte draaien en successie
velijk over de geheele oppervlakte af
slijten
De losse onderstukken zullen met leer,
met rubber zelfs met ijzerbeslag in
den handel komen. Bovendien zal men
vaste maten maken, zoodat men afzon
derlijk onderhakken in den winkel zal
kunnen koopen.
Dat voorziet den tijd, dat u en ik in een
schoenwinkel zullen binnengaan en zeg
gen: „Mag ik een paar schoenhakken van
U maat twee-en-veertig!"
Als iémand ook eens zooiets uitvond
ten behoeve van de zooien? Dan liepen we
ons leven lang met hetzelfde paar schoe
nen en kochten er alleen nu en dan een
paar nieuwe hakken en zooien onder
In ieder geval voorziet de uitvinder van.
deze haknieuwigheid groote dingen van
zijn vinding. Er zullen enorme hesparin
gen te maken zijn. Zoowel heeren- als
dames- en kinderhakkén zullen in den
handel komen. Het te gebruiken metaal
zal roestvrij zijn.... enz. enz
Het wachten is nu slechts op het eerste
paar omte probeeren!
Iemand, die tijdens een vrij hevigen
stonm van. Enkhulzen naar Stavoren over
stak Zei tegen den oonducteur: Hoor
eens, ik wil eerst wel eens zien of jullie
me veilig én wel aan de overzij kunt bren
gen met dit weer. Ik betaal dus als we op
onze bestemming zijn.
Meneer antwoordde de geldophai-
ler gevat. Het Is heekmaal niet zeker, dat
wjj met zoo'n storm de andere kant ha
len! Denkt u dan, dat voor 't geval we naar
don kelder'gaan lk de risico van uw pas
sage wil dragen? Denk er niet aan! Ik
moet vanavond by den bbef afrekenen.
Dus betalen, of lk zet u over boord!
Mama: Kind, kind bezin voor je bo-
gint.Het luuweiyk is zoo een ernstige
zaak en dient goed te worden overwogen.
Dochter: Ja, zeker mnma.
Mama: De mannen worden imet den dag
sleohter.
Dochter: Dan zal ik ine zelfs imet trou
wen maar wat haasten, mnana want hoe
langer lk wacht hoe slechter man ik dan
krijg!
't Juffertje
431. AUTEURSRSCHTt N tfOOHBlHUoOEN),
B.
B.
Ai hert Scbwcitxcr.
dikwijls hoornti w#tnotischcn ©pro
ton over hun Jeugd, nis over een „gulden
tjjd". Toen hadden ze nog Idealen, ze ge
loofden ln het goede, lp rechtvaardigheid
en waarheid. Ze zien daarop terug en
zuchten. Ja, 't was mooi: konden zij het
nog eens beleven! Maar dan zouden ze
weer jong en onervaren en dom worden.
Nu zijn ze oud en wijs, door het leven
gerijpt. Ze weten nu beter. Ze nemen het
aan als iets heel gewoons, dat Idealen en
hoopvol verwachten bij de jeugd hooren.
Het leven mooi en licht zien komt voort
uit onverstand.