SAM EN ZIJN SCHAT
In elk pakje SOPLA-cigarillos van 25 en
30 cent en in elk doosje SOPLA-sigaren
van 25 cent bevindt zich een bon. De
geschenken, die hiervoor verkrijgbaar zijn,
staan aangegeven in onze geschenken-lijst,
welke bij ons op aanvrage verkrijgbaar is.
SOPLA-Fabrieken
Amersfoort
OP EN OM HET BINNENHOF.
FE UILLETON
GEEN leugens meer in de
RECHTZAAL.
Een gevaarlijke machine,
Een voor de Huisvrouw
ZEER BELANGRIJKE
wordt a.s. Maandag ge
houden van 3 tot 5 uur
in „MUSIS SACRUM"
(Wordt vorvolfd^
Weekkronlek.
Den Haag, 8 Mei.
De werkplannen der Tweede Kaïmer. Spijbelaars en andei-
ren. Na het Paasch-reces. Verzoekschriften. Nuttige
wenk. Onze Gemeentewet.
Heelemaal aan het eind van de agenda,
welke de Tweede Kamer Dinsdag j.1. b
Mei „aansneed" in hare eerste openbare
vergadering na het jongste Paasch-recès,
staat vermeld: 't ontwerp tot wijziging
van de Gemeentewet Tot nu toe is deze
wetsvoordraoht de hoofdschotel van het
Lagerhuis-menu in vroegzomer-1930. Over
de vraag, hoe ver in Juni de Kamer dit
maal zal bijeenblijven, is reeds Dinsdag
bespiegeld. Niemand durft daar nog eem-
ge profetie over deon. Wèl beseffen allen,
dat de behandeling van de Gemeente-wet
een niet onbeduidend brokje tijd zal vor
deren. Wij moeten dus nu maar rustig
afwachten. Het eerste jaar van een nieuwe
parlementaire periode is nu eenmaal voor
een groot deel gewijd aan voorbereidenden
arbeid. Minister Verschuur heeft weet
men grootsche plannen. Aan het depar
tement van Arbeid, H. en N. wordt thans
héél druk gewerkt, 't Zou best kunnen
wezen, dat de Tweede Kamer zich genood
zaakt of verplicht zou zien om tot
tamelijk diep in den zomer ditmaal in de
afdeelingen te werken. Tuschen haakjes
merk ik op, dat zulk eene situatie stellig
aan afgevaardigden, die niet mogen gere
kend worden tot de allerijvefigsten, de
gelegenheid biedt om „onopgemerkt" de
vergaderingen van de sectiën te ontwij
ken. Laten wij gelooven, dat slechts een
kleine meerderheid zich aan zulk soort van
absenteïsme schuldig maakt, Hoe 't daar
mee ook gesteld zij, vaststaat (nogmaals
opgemerkt), dat noch het bijna nooit op
't appèl ontbreken, d. w. z. de presentie
lijst geteekend hebben!, noch haantje-
de-voorste bij de veelpraterjj als „afdoend
bewijs" mag gelden voor de beteekenis
van een Volksvertegenwoordiger voor het
geen door ons Parlement wordt tot stand
gebracht!
De eerste dag na het jongste Paasch-
recès bracht inzoover iets bijzonders, dat
er geen interpellatiën werden aangevraagd
en de regeling van werkzaamheden ver
liep zonder zweem van „beroering".
Uit het hoekje, waar de „officieele" en
de andere communist zitten, kwam ditmaal
eene verrassing in den vorm van een
initiatief-ontwerp. En wel: betreffende de
wettelijke bevoegdheid van Pacht-com-
missiën. Inhoever men hier te maken
heeft met „zelfstandig" door den
Moskou-man voortgebracht wetgevend
product, zal ook wel achteraf aan den dag
komen. Er zwemmen nog drie interpel
Uit hel Engelaah
door
P. <a. WODEHOUSB.
6)
Maar de heer Braddock schudde droef-
peinzend het hoofd.
„Ik kan niet weg van juffrouw Lippet."
Willoughby Braddock was een van die
ongelukkge vrijgezellen, die gedoemd
zijn om te zuchten onder de heerschappij
van een huishoudster of een kamerdie
naar. Zijn kruis was nu eenmaal zijn huis
houdster, aan wier diensten des te min
der te ontkomen was, omdat zij in zijn
prille jeugd al kindermeisje bij hem (ge
weest was. Er bestaan mannen, die een
vrouw kunnen staan. Er zijn mannen, die
weten om te gaan met een ouden ge
trouwe. Maar als er mannen gevonden
worden, die een oude, trouwe gedienstige
aandurven, die hen vroeger herhaaldelijk
met een haarborstel om de oorren ge
slagen heeft, dan behoorde Willoughby
Braddock daar zeker niet toe.
„Ze zou een tdeval krijgen of bezwij
men, als ik zoo iets uithaalde."
„Arme ouwe Willoughby! Het leven is
soms heel moeilijk, nietwaar? O ja, ik
kwam oom op straat tegen. Hij klaagde er
over, dat je zoo weinig gezellig was."
„Neen, heusch?"
„Hij zeide, dat je hem maar als een
goudvisch zat aan te staren.'"
laties van den heer L. de Visser in den
parlementairen vijver.
Behalve het (reeds genoemde) ontwerp
tot wijziging van de Gemeentewet stonden
ex op de lange agenda van 6 Mei nog tal
van andere „punten". Een groote collectie
conclusiën op adressen. Waarvan de
meeste onder den presidialen hamer door
glipten zonder dat iemand lust tot bespie
gelen of kritiek had. Ik zou dus eigenlijk
kunnen volstaan met naar uw verslag te
verwijzen.
Een enkel woord over het debatje* den
6en Mei in. ons Lagerhuis gevoerd over
het ontwerp inzake het sluiten van een
overeenkomst met de Bataafsohe Petro-
leum-Mij. voor een terrein aan de kust
van het eiland Oeram. De Indische Volks
raad bleek geenerlei bezwaar te hebben
tegen het ter exploitatie overlaten van dit
daarvoor bij uitstek geschikte terrein aan
de groote maatschappij. Ir. Cramer maakte
van de gelegenheid gebruik om in 't kort
te verduidelijken, gelijk deze soc.-demo-
cratische afgevaardigde meermalen heeft
gedaan, dat staatsexploitatie voorkeur
verdient, daar z.i. particuliere internatio
nale moeilijkheden kan berokkenen.
Met 6022 werd het ontwerpje goedge
keurd.
Zeer uitvoerig is Dinsdag j.1. „geboomd"
over de conclusie op het adres van den
gewezen Indischen houtvester H. J. Kos
ter. Voor den buitenstaander is 't natuur
lijk onmogelijk, de „finesses", oftewel:
het naadje van de kous te kennen van
dergelijke gevallen, waarin de Kamer
herhaaldelijk wordt gemengd door adres
santen. De heer Koster beweert, dat hem
niet voldoende gelegenheid is gelaten om
zich te verdedigen tegen hetgeen is aan
gevoerd als oorzaak van 't hem verstrekte
ontslag uit 's Rijks dienst.
De Regeering beweert, dat de man ab
soluut ongeschikt was voor de hem toe
vertrouwde functie. De vraag rees o.a.,
waarom men hem dan toch zoo lang in
dienst heeft gehouden?Ook werd de
Commissie niet duidelijk, waarom 's heeren
Koster's conduite-staten gedurende twee
jaren na zijn ontslag geheim zijn gehou
den?
De chr.-historische afgevaardigde mej.
mr. Frida Katz pleitte, evenals de
Kamer-commissie, voor: nieuw onder
zoek, waarbij de heer Koster zich zal
kunnen verdedigen. Minister De Graaff
leed hier een nederlaag, doordien de con
clusie door de Kamer met 3638 stemmen
„Neen toch," riep de heer Braddock bet-
rouwvol uit. „Het spijt ime toch zoo. Ik be
doel, hij heeft mij nu zoo vriendelijk
onderdak verleend en zoo. Ik hoop, dat je
henx hebt uitgelegd, dat ik mij, terecht
zenuwachtig maakte over mijn tafel-
speech."
„Ja, dat heb ik ook gedaan. Maar ik be
grijp niet góed, waarom je daar zenuw
achtig over bent. Het is toch zoo doodeen
voudig om een speech af te steken. Vooral
bjj zoo'n reunisten-diner, waar ze toch al
niets van je verwachten. Als ik in jouw
plaats was, zou ik opstaan, een paar mop
pen vertellen en weer gaan zitten."
„Een mop weet ik al," vertelde de heer
Braddock een beetje opgelucht „Van een
Ier."
,;Pat of Mike?"
,Jk wou hem maar Pat noemen. Hij is
in New York en hij gaat naar de dokken
en dan ziet hij een duiker te voorschijn
komen in duikersoostuum, zie je en
hij denkt, dat die vent die duiker, snap
je, den Atlantischen Oceaan heeft doorge
wandeld en wenscht, dat hij daar ook maar
aan had gedacht om zijn passage uit te
sparen, begrijp je?"
„Juist. Zioo'n zwakzinnige Ier."
„Zouden ze het leuk vinden?" vroeg de
heer Braddock zenuwachtig.
„O, ze zullen van hun stoel rollen van
het lachen."
„Heusch?" Hij hield op en stak ver
schrikt zijn hand uit. „Zeg, je wou toch
niet zoo'n nogafcoekje nemen?"
«Ja. Maar als je het liever niet hebt, zal
ik het niet doen. Zijn ze niet lekker?"
„Lekker? Maar, lieve kind," zeide de
heer Braddock ernstig, „het is het slecht
ste, wat Clara ooit geprobeerd heeft het
allerslechtste. Ik moest er wel een opeten,
werd aangenomen,
De minister van Koloniën bleek al heel
weinig lust te hebben, aan den wensch
der Kamer te voldoen. En toch zal hii de
conclusie niet zonder-meer „naast zicJa
kunnen nêerlejfgen", zooals men dat
pleegt te noemen.
Het gebeurde met het adres-Koster
toont, dat de Kamer meer aandacht geeft
klachten, waarmêe zich verongelijkt'
achtenden tot bet machtige college wen
den, dan over 't algemeen wordt ge
loofd.
Een tweede geval van debat naar aan
leiding van een verzoekschrift hield de
hooge vergadering Dinsdag bezig. Thans
betrof 't iemand, die volhoudt dat het
ooglijden, waardoor hij is aangetast,
gevolg moet heeten van een ongeval. Zoo
wel de Haagsche Raad van Beroep als de
Centrale Raad vonden, na zeer nauw
keurig onderzoek geen reden, den hier
bedoelden klager uitkeering toe te ken
nen. Hij. zocht heul en heil bij de Tweede
Kamer. En de Commissie wil den reques-
trant in 't gelijk stellen! Rente verschaft
zien volgens art. 16 Ongevallen-wet.
De sociaal-democratische afgevaardigde
Drop waarschuwde er met nadruk tegen,
dat de Kamer de taak zal gaan vervullen,
welke de R. V. B., alsook van de Beroeps
raden, moet waarnemen, namelijk uit
spraken doen over de toepassing der On
gevallen-wet.
Hier stond de heer Drop naast minister
Verschuur. In den reeds laten middag van
6 Mei was er geen mogelijkheid, nog te
laten stemmen over de conclusie, hier be
doeld, zonder dat het niet aanwezig zijn
van het „quorum" ware gebleken.
Indien de Kamer zich had laten verlok
ken om zonder zeer-dringende en over
tuigende redenen allerlei grieven aan
brengende adressanten van dienst te zijn,
weldra zou de taak der Commissie voor de
ten en inspanning vorderen!De
wenk, door den heer Drop Dinsdag gege
ven, moge dus met grooten ernst ter harte
worden genomen!....
De Eerste Kamer blijft stokkedoof voor
al de klachten over haar onzinnig gedoê
met de Dinsdagsche miniatuur-avondzit-
tinkjesVergaderingetjes van vijf mi
nuten, dewelke den Staat minstens 520
per stuk kosten, behalve wat bediening,
verlichting etc. vorderen.
Dinsdagavond jJ. hield de Senaat we
derom zulk een caricatuur-zitting, waarin
niets gebeurde dan aankondiging van een
paar dingen, dewelke reeds bekend waren.
Den 7en Mei wijdde de Senaat aan ar
beid in de afdeelingen. Van een dikken
stapel groot- en kleingoed, w.o. de Winkel
sluiting.
In den lande heeft zich weet men
een actie gevormd, erop gericht de Eerste
Kamer te vermurwen tot verwerping van
deze wetsvoordracht. Ik herhaal: de kans,
dat deze beweging succes zal hebben, lijkt
me op dit oogenblik gering.
K m M
De Tweede Kamer is verstandig genoeg
geweest, in hare zitting van Woensdag
j.1., de conclusie inzake het adres van
den ooglijder, hierboven aangeduid, te
verwerpen. Door deze beslissing is ver
hoed, dat een onafzienbare stoom van
adressen zou zijn binnengekomen, terwijl
bovendien ons Lagerhuis gelijk reeds
opgemerkt, zich zou hebben aangematigd
een 'bevoegdheid, vallend buiten de perken
zijner competentie, van zijn zeggings-
recht.
De zitting van 7 Mei is overigens nage
noeg geheel gewijd geweest aan de behan
deling van het ontwerp tot wijziging van
de Gemeentewet, tot verdediging waar
van minister Ruys aan de groene tafel
was gezeten.
Mr. v. d. Bergh heeft terecht opgemerkt
dat dit wetsvoorstel eigenlijk niet geschikt
is om er Algemeene Beschouwingen over
te houden. Men heeft hier immers te doen
met een „ratjetoe" van allerlei wijziging
gen. 't Allerbest ware geweest, indien de
Kamer dadelijk „in. medias res" ware ge
treden, zonder bespiegeling van aard
en karakter der voordracht de artikelen
had aangevat.
omdat ze naast me staan bleef en er mij
zoo toe dwong. Ik snap niet, waarom je
dat meisje de laan niet uitstuurt. Ze kan
niets van koken."
„Clara de laan uitsturen?" Kay lachte.
He zou even goed kunnen probeeren om
haar moeder op te zeggen."
He hebt, geloof ik, gelijk."
„Je kunt een Lippett niet opzeggen."
„Neen, ik begrijp, wat je zeggen wilt.
Ik wou alleen, dat ze niet zoo drommels
familiair altijd was."
„Nu, ze kent je al bijna net zoo lang als
ik. Juffrouw Lippett is altijd een soort
moeder voor je geweest, dus ik vermoed,
dat Clara zich beschouwt als Je zuster."
„Ja, er zal wel niets aan te doen zijn,"
zeide de heer Braddock dapper. Hij keek
eens op zijn horloge. „Ik moet mij gaan
verkleeden. Zie ik je nog hier, eer ik
weg ga?" t
I' „O ja."
„Nu dan ga ik maar. Zeg, zou die ge
schiedenis met dien Ier er heusch in
gaan?"
„Leukste mop, dien ik ooit gehoord
heb," zeide Kay trouwhartig.
Gedurende een paar minuten, nadat hij
van haar was weggegaan, zat ze nog ach
terover in haar stoel geleund met gesloten
oogen, stilletjes te genieten van de koele
avondrust in den tuin.
„Bent u klaar met uw thee, juffrouw
Kay?"
Kay sloeg haar oogen op. Een stevig
persoontje in een katoenen japon stond
naast haar. Een ooquet mutsje stond op
haar waskleurig haar. Ze had een bru
talen wipneus en een grooten, vriende-
iijken mond- en ze lachte Kay vriendelijk
en vertrouwelijk toe.
„Voor u meegebracht," zeide ze, een
Intusschen liepen de Algemeene Be
schouwingen zeer snel af, ^lyk ni -
weet, en werkte de Kamer Woensdag
in zulk een snel „tempo", dat den 8en nog
enkele belangrijke beslissingen in den
laten namiddag konden worden genomen.
Zij hadden betrekking op de kwestie der
onvereenigbaarheid van het Raads-lio-
maatschap met sommige andere functies.
Art 23 Gemeente-wet zal er na 't tot stand
komen van de aanhangige wijziging heel
anders uitzien dan tot nu toe 't geval was.
De Regeering had voorgesteld, dat
onderwijzers en geestelijken voortaan lid
van een Gemeenteraad zullen kunnen
worden, terwijl bezoldigde bestuurders
van vakvereenigingen van gemeente-per
soneel uitgesloten zouden worden. Boven
dien 'was bepaald, in het ontwerp, dat de
echtgenooten van niet-benoembaren dat
lot met hunne wederhelften in den echte
lijken staat zullen deelen. Eindelijk sloot
het gewijzigd art. 23 krijgslieden uit.
Er waren amendementen.
De Vrijheidsbonder mr. Boon wenschte
krijgslieden wel tot een Gemeenteraad toe
te laten. De soc.-democraat mr. v. d. Bergh
kon geen aannemelijke reden vinden om
echtgenooten van niet-benoembaren ook
uit te sluiten. Een tweede amend.-v. d.
Bergh strekte om bezoldigde vakbestuur
ders toe te laten tot het Raads-lidmaat-
schap. De heer Vliegen noemde dat
schrappen: een aanslag op het recht van
organisatie. De anti-revolutionnair mr.
De Wilde wilde de onderwijzers bij Mid
delbaar en Lager onderwijs uitsluiten. Zij,
die bet openbaar onderwijs dienen, zijn
reeds (als gemeente-ambtenaar) uitge
sloten. Mr. De Wilde wilde het verschil
in 't hierbedoelde opzicht met het bijzon
der onderwijs bestaande, bij deze gelegen
heid opheffen. Eindelijk was er een amen-
dement-ds. Lingbeek, de geestelijken en
predikanten wederom van het Raadslid
maatschap uitsluitend.
Voor het debat, over deze reeks van
voorstellen Woensdag gevoerd, verwijs ik
naar uw verslag.
Minister Ruys de Beerenbroeck diende
vrij beknopt van antwoord. Slechts één
amendement dat van mr. De Wilde
vond genade in de oogen van Z. Exc. van
Binnenl. Zaken. De beslissing daarover
liet hij aan de Kamer over. En het is
Woensdag-namiddag zelfs zonder stem
ming goedgekeurd.
Met kracht drong de minister aan op de
uitsluiting der bestuurders van vakver-
eenigingen. Hun taak is, aldus mr.
Ruys voor de belangen hunner vereeni-
gingen op te komen. Als gemeenteraads
lid zijn ze dus: rechter in zijn eigen zaak.
't Betrof hier een der belangrijkste pun
ten van het ontwerp. De vraag was zelfs
gesteld, of aanneming van het amend.-
v. d. Bergh de intrekking van het ontwerp
zou berokkenen? Te-dien-aanzien stelde
minister Ruys die, weet men niet
gauw door een nederlaag wordt ontmoe
digd of afgeschrikt de Kamer gerust.
De aanneming verduidelijkte Z. Exc.
zou hem toch prijs doen stellen op de
verdere behandeling van dewetsvoor
dracht.
En, met 4830 heeft de Kamer het
amend.-v. d. Bergh goedgekeurd, zoodat
de z.g. vrijgestelden Raadslid mogen blij
ven worden.
't Was te voorzien, dat met medewer
king van een deel der Rechterzijde deze
beslissing zou worden genomen, 's Minis
ters bestrijding van het amend.-v. d. Bergh
zal in de reeds'vooraf vaststaande aanne
ming van het amendement al heel weinig
verandering hebben gebracht!.... De
overige op art. 23 ingediende amendemen
ten zijn weet men afgewezen.
Ook in de zitting van 7 Mei j.1. deed
zich het gelukkig verschijnsel voor, dat
zelfs over art. 23 c.aniet werd ge-
replioeerd! Zou de repliek werkelijk in
ons Parlement aan kracht verliezen, al
lengs ietwat in onbruik geraken?
't Ware een zegen voor onzen nationalen
tijd en: voor het gezag van onze Volks
vertegenwoordiging!
Mr. ANTONIO.
Er breekt een kwade tijd aan voor de
menschen. Iedereen weet dat hjj met mag
^En maar iedereen doet het. In elk be-
£haafd gezelschap, in iedere organisatie,
S ?Sere zaak, bij alle handels-verkeer;
bii het onderwijs, op iedere vergadering
ninet af en toe worden gejokt. Zoo niet
door doen dan door laten. Ja indien wij
in het dagelijksch leven steeds met de
waarheid en de geheele waarheid voor
Jen da" kwamen, hield geen directeur het
uit met zijn compagnon, geen werkgever
met ziin werknemer, geen man met zijn
vrouw geen leeraar met zijn klas, geen
elftal 'met zijn aanvoerder, of met den
scheidsrechter! geen vorst met zyn minis
ters Heusch, af en toe zijn zienswijze wat
te ,,'retoucheeren", voor zij den wal zijner
tanden ontsnapt, is noodiig. t Werd anders
in de wereld haat en nijd, moord en dood
slag, meer dan dat het nu helaas reeds
Men begrijpe ons goed, wij pleiten niet
voor onoprechtheid of leugenachtigheid en
er ziin omstandigheden dat de waarheid,
niets dan de waarheid en de geheele waar
heid plicht is. En ieder behoorlijk mensoh
weet dat ook precies. Maar het heeft geen
nut om b.v. aan de bridgetafel telkens aan
uw partner (het kan een overigens ver
standige, intelligente en beminnelijke
dame zijn) steeds te zeggen hoe gy over
haar spelen denkt.
Maar staat men voor den rechter dan
moet men de waarheid spreken. Daar
van zijn wij overtuigd. Maar, eilaas, de
mensch is maar de zwakke mensoh, en er
zijn lieden die zelfs voor den rechter jok
ken. Doch daar komt een eind aan, ten- i
minste er komt misschien een eind aan in
de Ver. St. Aan de universiteit te Chicago
is een machinetje gebouwd en bij' proef
neming deugdelijk gebleken waarmee
kan worden gecontroleerd of een onder
vraagde bij het antwoorden jokt of niet
Het beginsel berust op het meten van
uiterst subtiele wijzigingen in de bloed-
druk-komme. Meer zullen wij er niet van
zeggen, ook niet, bij wie men moet wezen
om er meer van te hooren. Stelt u voor,
dat het een artikel werd, b.v. als een stof
zuiger of een naaimachine, die de dames
op afbetaling kunnen krijgen, om er mee
te controleeren waar en wat de „vergade
ring" is geweest, die meneer noodzaakte
alweer zoo laat thuis te komen!
Maar dat nu daar gelaten. De psycho
logen aan de universiteit van Chicago
hebben meegedeeld dat zij hun proeven
met den „leugenontdekker" op groote
schaal gaan voortzetten. Vallen de verde
re resultaten zoo gunstig uit als men te
Chicago verwacht en hoopt, dan zal wel
licht spoedig het instrument toepassing
gaan vinden in de rechtzaal.
Het is maar te hopen dat het dan daar
bij blijft. (Nw. Rtt' Crt.).
Gooi geen brandende lucifers of siga
retten achteloos weg in de duinen.
reisdeken, twee kussens en een' voeten-
bank op den grond gooiend, onder wel
ker last ze bijna bezweek, toen ze als een
klem pakezeltje het grasveld over stak.
Dan kunt u heerlijk gemakkelijk zitten eri
bent^ 6 d<>en' dat U doodmoe
„Dat is heel lief van je, Clara. Maar je
naa niet zooveel moeite moeten doen."
Olara Lippett, dochter van Wiloüehbv
Braddocks heenschzuchtige huishoudster,
tevens keukenmeid en (meisje-alleen op
kan Rafael, was nog een-overblijfsel van
de Midway periode. Ze was in het Derrick
gezin gearriveerd, toen ze twaalf jaar oud
vas; toentertijd waren haar plichten nog
maar vagelijk aangeduid, maar heten haar
een overvloed van tijd om met Kay, die
toen dertien was, vogelnestjes uit te halen.
Up haar achttienden verjaardag werd ze
^vord?rd tot Kay's kamenier en van dat
oogenblik had ze eigenlijk het heft in
handen. Het motto der Lippetts was:
Trouw, en zelfs de financieeie ineenstor-
met in staat geweest om deze
2£6r TaS d'at te verjagen. Vastbe
sloten volgde ze Kay in haar ballingschap
en ze was, zooals reeds is medegedeeld,
keukenmeid bij den heer Wrenn gewor
den^ En, zooais de heer Braddock zeer te
recht opmerkte een allerslechtste keuken
meid1 bovendien.
„U moest u niet zoo moe maken' iuf-
frouw Kay. U moest er meer uw gemak
van nemen."
„Maar dat doe ik toch," zeide Kay
Nu en dan vond ze, evenals de lieer
Braddock, den beschermenden toon van
de Lippetts wat al te opdringend. Ze was
een energiek meisje vol geest en wilde de
wereld te gemoet treden met een uitda
gend: „Wat doet het er toe?" En dat was
DEMONSTRATIE
(zie advertentie derde pagina).
nu niet zoo gemakkelijk, omdat Clara
baar aldoor koesterde en vertroetelde als
of ze een teer plantje was. Maar tegen
spartelen baatte niet. Niemand was er nog
ooit in geslaagd om paal en perk te stel
len aan de moederlijkheid der Lippetts en
dat zou ook wel nooit iemand gelukken.
„Alsdat ik maar zeggen wou," verklaar
de Clara, de voetenbank aan schuivend,
„dat u uwes handen niet moest vuil ma
ken, dat wou ik maar zeggen. Het is een
schandaal, dat u moet.
Ze zweeg opeens. Ze had het theeblad
opgenomen en een' grievende ontdekking
gedaan.
„U hebt mijn nogakoekjes niet ge
proefd1," zeide ze op een toon, waarin ver
wijt en teleurstelling zich gelijkelijk
mengden. „En ik heb ze nogal expres voor
u gemaakt."
,Jk wou mijn eetlust niet bederven,"
zeide Kay haastig. Clara was nogal driftig
uitgevallen en erg gevoelig voor gebrek
aan waardeering van haar kookkunst. „Je
hebt zeker iets heel lekkers."
Clara overlegde eens.
„Nou, ja en neen," zeide ze. „Als u op
de pudding rekent, dan is het al anis. Het
poesje is in de vla gevallen."
«Neen toch!"
„Heusch waar. En toen ik haar er uit
gevischt had; was de vla eigenlijk heele
maal op. Het scheen net als in een spons
in de kat te zijn getrokken. Maar, als mijn
heer Wrenn er niet van wil hebben, dan
is er nog wel genoeg voor u over."
„Neen, het doet er niets toe, heusah
niet," zeide Kay ernstig.