SAM EN ZIJN SCHAT In elk pakje SOPLA-cigarillos van 25 en 30 cent en in elk doosje SOPLA-sigaren van 25 cent bevindt zich een bon. De geschenken, die hiervoor verkrijgbaar zijn, staan aangegeven in onze geschenken-lijst, welke bij ons op aanvrage verkrijgbaar is. SOPLA-Fabrieken Amersfoort OP EN OM HET BINNENHOF. FE UILLETON GEEN leugens meer in de RECHTZAAL. Een gevaarlijke machine, Een voor de Huisvrouw ZEER BELANGRIJKE wordt a.s. Maandag ge houden van 3 tot 5 uur in „MUSIS SACRUM" (Wordt vorvolfd^ Weekkronlek. Den Haag, 8 Mei. De werkplannen der Tweede Kaïmer. Spijbelaars en andei- ren. Na het Paasch-reces. Verzoekschriften. Nuttige wenk. Onze Gemeentewet. Heelemaal aan het eind van de agenda, welke de Tweede Kamer Dinsdag j.1. b Mei „aansneed" in hare eerste openbare vergadering na het jongste Paasch-recès, staat vermeld: 't ontwerp tot wijziging van de Gemeentewet Tot nu toe is deze wetsvoordraoht de hoofdschotel van het Lagerhuis-menu in vroegzomer-1930. Over de vraag, hoe ver in Juni de Kamer dit maal zal bijeenblijven, is reeds Dinsdag bespiegeld. Niemand durft daar nog eem- ge profetie over deon. Wèl beseffen allen, dat de behandeling van de Gemeente-wet een niet onbeduidend brokje tijd zal vor deren. Wij moeten dus nu maar rustig afwachten. Het eerste jaar van een nieuwe parlementaire periode is nu eenmaal voor een groot deel gewijd aan voorbereidenden arbeid. Minister Verschuur heeft weet men grootsche plannen. Aan het depar tement van Arbeid, H. en N. wordt thans héél druk gewerkt, 't Zou best kunnen wezen, dat de Tweede Kamer zich genood zaakt of verplicht zou zien om tot tamelijk diep in den zomer ditmaal in de afdeelingen te werken. Tuschen haakjes merk ik op, dat zulk eene situatie stellig aan afgevaardigden, die niet mogen gere kend worden tot de allerijvefigsten, de gelegenheid biedt om „onopgemerkt" de vergaderingen van de sectiën te ontwij ken. Laten wij gelooven, dat slechts een kleine meerderheid zich aan zulk soort van absenteïsme schuldig maakt, Hoe 't daar mee ook gesteld zij, vaststaat (nogmaals opgemerkt), dat noch het bijna nooit op 't appèl ontbreken, d. w. z. de presentie lijst geteekend hebben!, noch haantje- de-voorste bij de veelpraterjj als „afdoend bewijs" mag gelden voor de beteekenis van een Volksvertegenwoordiger voor het geen door ons Parlement wordt tot stand gebracht! De eerste dag na het jongste Paasch- recès bracht inzoover iets bijzonders, dat er geen interpellatiën werden aangevraagd en de regeling van werkzaamheden ver liep zonder zweem van „beroering". Uit het hoekje, waar de „officieele" en de andere communist zitten, kwam ditmaal eene verrassing in den vorm van een initiatief-ontwerp. En wel: betreffende de wettelijke bevoegdheid van Pacht-com- missiën. Inhoever men hier te maken heeft met „zelfstandig" door den Moskou-man voortgebracht wetgevend product, zal ook wel achteraf aan den dag komen. Er zwemmen nog drie interpel Uit hel Engelaah door P. <a. WODEHOUSB. 6) Maar de heer Braddock schudde droef- peinzend het hoofd. „Ik kan niet weg van juffrouw Lippet." Willoughby Braddock was een van die ongelukkge vrijgezellen, die gedoemd zijn om te zuchten onder de heerschappij van een huishoudster of een kamerdie naar. Zijn kruis was nu eenmaal zijn huis houdster, aan wier diensten des te min der te ontkomen was, omdat zij in zijn prille jeugd al kindermeisje bij hem (ge weest was. Er bestaan mannen, die een vrouw kunnen staan. Er zijn mannen, die weten om te gaan met een ouden ge trouwe. Maar als er mannen gevonden worden, die een oude, trouwe gedienstige aandurven, die hen vroeger herhaaldelijk met een haarborstel om de oorren ge slagen heeft, dan behoorde Willoughby Braddock daar zeker niet toe. „Ze zou een tdeval krijgen of bezwij men, als ik zoo iets uithaalde." „Arme ouwe Willoughby! Het leven is soms heel moeilijk, nietwaar? O ja, ik kwam oom op straat tegen. Hij klaagde er over, dat je zoo weinig gezellig was." „Neen, heusch?" „Hij zeide, dat je hem maar als een goudvisch zat aan te staren.'" laties van den heer L. de Visser in den parlementairen vijver. Behalve het (reeds genoemde) ontwerp tot wijziging van de Gemeentewet stonden ex op de lange agenda van 6 Mei nog tal van andere „punten". Een groote collectie conclusiën op adressen. Waarvan de meeste onder den presidialen hamer door glipten zonder dat iemand lust tot bespie gelen of kritiek had. Ik zou dus eigenlijk kunnen volstaan met naar uw verslag te verwijzen. Een enkel woord over het debatje* den 6en Mei in. ons Lagerhuis gevoerd over het ontwerp inzake het sluiten van een overeenkomst met de Bataafsohe Petro- leum-Mij. voor een terrein aan de kust van het eiland Oeram. De Indische Volks raad bleek geenerlei bezwaar te hebben tegen het ter exploitatie overlaten van dit daarvoor bij uitstek geschikte terrein aan de groote maatschappij. Ir. Cramer maakte van de gelegenheid gebruik om in 't kort te verduidelijken, gelijk deze soc.-demo- cratische afgevaardigde meermalen heeft gedaan, dat staatsexploitatie voorkeur verdient, daar z.i. particuliere internatio nale moeilijkheden kan berokkenen. Met 6022 werd het ontwerpje goedge keurd. Zeer uitvoerig is Dinsdag j.1. „geboomd" over de conclusie op het adres van den gewezen Indischen houtvester H. J. Kos ter. Voor den buitenstaander is 't natuur lijk onmogelijk, de „finesses", oftewel: het naadje van de kous te kennen van dergelijke gevallen, waarin de Kamer herhaaldelijk wordt gemengd door adres santen. De heer Koster beweert, dat hem niet voldoende gelegenheid is gelaten om zich te verdedigen tegen hetgeen is aan gevoerd als oorzaak van 't hem verstrekte ontslag uit 's Rijks dienst. De Regeering beweert, dat de man ab soluut ongeschikt was voor de hem toe vertrouwde functie. De vraag rees o.a., waarom men hem dan toch zoo lang in dienst heeft gehouden?Ook werd de Commissie niet duidelijk, waarom 's heeren Koster's conduite-staten gedurende twee jaren na zijn ontslag geheim zijn gehou den? De chr.-historische afgevaardigde mej. mr. Frida Katz pleitte, evenals de Kamer-commissie, voor: nieuw onder zoek, waarbij de heer Koster zich zal kunnen verdedigen. Minister De Graaff leed hier een nederlaag, doordien de con clusie door de Kamer met 3638 stemmen „Neen toch," riep de heer Braddock bet- rouwvol uit. „Het spijt ime toch zoo. Ik be doel, hij heeft mij nu zoo vriendelijk onderdak verleend en zoo. Ik hoop, dat je henx hebt uitgelegd, dat ik mij, terecht zenuwachtig maakte over mijn tafel- speech." „Ja, dat heb ik ook gedaan. Maar ik be grijp niet góed, waarom je daar zenuw achtig over bent. Het is toch zoo doodeen voudig om een speech af te steken. Vooral bjj zoo'n reunisten-diner, waar ze toch al niets van je verwachten. Als ik in jouw plaats was, zou ik opstaan, een paar mop pen vertellen en weer gaan zitten." „Een mop weet ik al," vertelde de heer Braddock een beetje opgelucht „Van een Ier." ,;Pat of Mike?" ,Jk wou hem maar Pat noemen. Hij is in New York en hij gaat naar de dokken en dan ziet hij een duiker te voorschijn komen in duikersoostuum, zie je en hij denkt, dat die vent die duiker, snap je, den Atlantischen Oceaan heeft doorge wandeld en wenscht, dat hij daar ook maar aan had gedacht om zijn passage uit te sparen, begrijp je?" „Juist. Zioo'n zwakzinnige Ier." „Zouden ze het leuk vinden?" vroeg de heer Braddock zenuwachtig. „O, ze zullen van hun stoel rollen van het lachen." „Heusch?" Hij hield op en stak ver schrikt zijn hand uit. „Zeg, je wou toch niet zoo'n nogafcoekje nemen?" «Ja. Maar als je het liever niet hebt, zal ik het niet doen. Zijn ze niet lekker?" „Lekker? Maar, lieve kind," zeide de heer Braddock ernstig, „het is het slecht ste, wat Clara ooit geprobeerd heeft het allerslechtste. Ik moest er wel een opeten, werd aangenomen, De minister van Koloniën bleek al heel weinig lust te hebben, aan den wensch der Kamer te voldoen. En toch zal hii de conclusie niet zonder-meer „naast zicJa kunnen nêerlejfgen", zooals men dat pleegt te noemen. Het gebeurde met het adres-Koster toont, dat de Kamer meer aandacht geeft klachten, waarmêe zich verongelijkt' achtenden tot bet machtige college wen den, dan over 't algemeen wordt ge loofd. Een tweede geval van debat naar aan leiding van een verzoekschrift hield de hooge vergadering Dinsdag bezig. Thans betrof 't iemand, die volhoudt dat het ooglijden, waardoor hij is aangetast, gevolg moet heeten van een ongeval. Zoo wel de Haagsche Raad van Beroep als de Centrale Raad vonden, na zeer nauw keurig onderzoek geen reden, den hier bedoelden klager uitkeering toe te ken nen. Hij. zocht heul en heil bij de Tweede Kamer. En de Commissie wil den reques- trant in 't gelijk stellen! Rente verschaft zien volgens art. 16 Ongevallen-wet. De sociaal-democratische afgevaardigde Drop waarschuwde er met nadruk tegen, dat de Kamer de taak zal gaan vervullen, welke de R. V. B., alsook van de Beroeps raden, moet waarnemen, namelijk uit spraken doen over de toepassing der On gevallen-wet. Hier stond de heer Drop naast minister Verschuur. In den reeds laten middag van 6 Mei was er geen mogelijkheid, nog te laten stemmen over de conclusie, hier be doeld, zonder dat het niet aanwezig zijn van het „quorum" ware gebleken. Indien de Kamer zich had laten verlok ken om zonder zeer-dringende en over tuigende redenen allerlei grieven aan brengende adressanten van dienst te zijn, weldra zou de taak der Commissie voor de ten en inspanning vorderen!De wenk, door den heer Drop Dinsdag gege ven, moge dus met grooten ernst ter harte worden genomen!.... De Eerste Kamer blijft stokkedoof voor al de klachten over haar onzinnig gedoê met de Dinsdagsche miniatuur-avondzit- tinkjesVergaderingetjes van vijf mi nuten, dewelke den Staat minstens 520 per stuk kosten, behalve wat bediening, verlichting etc. vorderen. Dinsdagavond jJ. hield de Senaat we derom zulk een caricatuur-zitting, waarin niets gebeurde dan aankondiging van een paar dingen, dewelke reeds bekend waren. Den 7en Mei wijdde de Senaat aan ar beid in de afdeelingen. Van een dikken stapel groot- en kleingoed, w.o. de Winkel sluiting. In den lande heeft zich weet men een actie gevormd, erop gericht de Eerste Kamer te vermurwen tot verwerping van deze wetsvoordracht. Ik herhaal: de kans, dat deze beweging succes zal hebben, lijkt me op dit oogenblik gering. K m M De Tweede Kamer is verstandig genoeg geweest, in hare zitting van Woensdag j.1., de conclusie inzake het adres van den ooglijder, hierboven aangeduid, te verwerpen. Door deze beslissing is ver hoed, dat een onafzienbare stoom van adressen zou zijn binnengekomen, terwijl bovendien ons Lagerhuis gelijk reeds opgemerkt, zich zou hebben aangematigd een 'bevoegdheid, vallend buiten de perken zijner competentie, van zijn zeggings- recht. De zitting van 7 Mei is overigens nage noeg geheel gewijd geweest aan de behan deling van het ontwerp tot wijziging van de Gemeentewet, tot verdediging waar van minister Ruys aan de groene tafel was gezeten. Mr. v. d. Bergh heeft terecht opgemerkt dat dit wetsvoorstel eigenlijk niet geschikt is om er Algemeene Beschouwingen over te houden. Men heeft hier immers te doen met een „ratjetoe" van allerlei wijziging gen. 't Allerbest ware geweest, indien de Kamer dadelijk „in. medias res" ware ge treden, zonder bespiegeling van aard en karakter der voordracht de artikelen had aangevat. omdat ze naast me staan bleef en er mij zoo toe dwong. Ik snap niet, waarom je dat meisje de laan niet uitstuurt. Ze kan niets van koken." „Clara de laan uitsturen?" Kay lachte. He zou even goed kunnen probeeren om haar moeder op te zeggen." He hebt, geloof ik, gelijk." „Je kunt een Lippett niet opzeggen." „Neen, ik begrijp, wat je zeggen wilt. Ik wou alleen, dat ze niet zoo drommels familiair altijd was." „Nu, ze kent je al bijna net zoo lang als ik. Juffrouw Lippett is altijd een soort moeder voor je geweest, dus ik vermoed, dat Clara zich beschouwt als Je zuster." „Ja, er zal wel niets aan te doen zijn," zeide de heer Braddock dapper. Hij keek eens op zijn horloge. „Ik moet mij gaan verkleeden. Zie ik je nog hier, eer ik weg ga?" t I' „O ja." „Nu dan ga ik maar. Zeg, zou die ge schiedenis met dien Ier er heusch in gaan?" „Leukste mop, dien ik ooit gehoord heb," zeide Kay trouwhartig. Gedurende een paar minuten, nadat hij van haar was weggegaan, zat ze nog ach terover in haar stoel geleund met gesloten oogen, stilletjes te genieten van de koele avondrust in den tuin. „Bent u klaar met uw thee, juffrouw Kay?" Kay sloeg haar oogen op. Een stevig persoontje in een katoenen japon stond naast haar. Een ooquet mutsje stond op haar waskleurig haar. Ze had een bru talen wipneus en een grooten, vriende- iijken mond- en ze lachte Kay vriendelijk en vertrouwelijk toe. „Voor u meegebracht," zeide ze, een Intusschen liepen de Algemeene Be schouwingen zeer snel af, ^lyk ni - weet, en werkte de Kamer Woensdag in zulk een snel „tempo", dat den 8en nog enkele belangrijke beslissingen in den laten namiddag konden worden genomen. Zij hadden betrekking op de kwestie der onvereenigbaarheid van het Raads-lio- maatschap met sommige andere functies. Art 23 Gemeente-wet zal er na 't tot stand komen van de aanhangige wijziging heel anders uitzien dan tot nu toe 't geval was. De Regeering had voorgesteld, dat onderwijzers en geestelijken voortaan lid van een Gemeenteraad zullen kunnen worden, terwijl bezoldigde bestuurders van vakvereenigingen van gemeente-per soneel uitgesloten zouden worden. Boven dien 'was bepaald, in het ontwerp, dat de echtgenooten van niet-benoembaren dat lot met hunne wederhelften in den echte lijken staat zullen deelen. Eindelijk sloot het gewijzigd art. 23 krijgslieden uit. Er waren amendementen. De Vrijheidsbonder mr. Boon wenschte krijgslieden wel tot een Gemeenteraad toe te laten. De soc.-democraat mr. v. d. Bergh kon geen aannemelijke reden vinden om echtgenooten van niet-benoembaren ook uit te sluiten. Een tweede amend.-v. d. Bergh strekte om bezoldigde vakbestuur ders toe te laten tot het Raads-lidmaat- schap. De heer Vliegen noemde dat schrappen: een aanslag op het recht van organisatie. De anti-revolutionnair mr. De Wilde wilde de onderwijzers bij Mid delbaar en Lager onderwijs uitsluiten. Zij, die bet openbaar onderwijs dienen, zijn reeds (als gemeente-ambtenaar) uitge sloten. Mr. De Wilde wilde het verschil in 't hierbedoelde opzicht met het bijzon der onderwijs bestaande, bij deze gelegen heid opheffen. Eindelijk was er een amen- dement-ds. Lingbeek, de geestelijken en predikanten wederom van het Raadslid maatschap uitsluitend. Voor het debat, over deze reeks van voorstellen Woensdag gevoerd, verwijs ik naar uw verslag. Minister Ruys de Beerenbroeck diende vrij beknopt van antwoord. Slechts één amendement dat van mr. De Wilde vond genade in de oogen van Z. Exc. van Binnenl. Zaken. De beslissing daarover liet hij aan de Kamer over. En het is Woensdag-namiddag zelfs zonder stem ming goedgekeurd. Met kracht drong de minister aan op de uitsluiting der bestuurders van vakver- eenigingen. Hun taak is, aldus mr. Ruys voor de belangen hunner vereeni- gingen op te komen. Als gemeenteraads lid zijn ze dus: rechter in zijn eigen zaak. 't Betrof hier een der belangrijkste pun ten van het ontwerp. De vraag was zelfs gesteld, of aanneming van het amend.- v. d. Bergh de intrekking van het ontwerp zou berokkenen? Te-dien-aanzien stelde minister Ruys die, weet men niet gauw door een nederlaag wordt ontmoe digd of afgeschrikt de Kamer gerust. De aanneming verduidelijkte Z. Exc. zou hem toch prijs doen stellen op de verdere behandeling van dewetsvoor dracht. En, met 4830 heeft de Kamer het amend.-v. d. Bergh goedgekeurd, zoodat de z.g. vrijgestelden Raadslid mogen blij ven worden. 't Was te voorzien, dat met medewer king van een deel der Rechterzijde deze beslissing zou worden genomen, 's Minis ters bestrijding van het amend.-v. d. Bergh zal in de reeds'vooraf vaststaande aanne ming van het amendement al heel weinig verandering hebben gebracht!.... De overige op art. 23 ingediende amendemen ten zijn weet men afgewezen. Ook in de zitting van 7 Mei j.1. deed zich het gelukkig verschijnsel voor, dat zelfs over art. 23 c.aniet werd ge- replioeerd! Zou de repliek werkelijk in ons Parlement aan kracht verliezen, al lengs ietwat in onbruik geraken? 't Ware een zegen voor onzen nationalen tijd en: voor het gezag van onze Volks vertegenwoordiging! Mr. ANTONIO. Er breekt een kwade tijd aan voor de menschen. Iedereen weet dat hjj met mag ^En maar iedereen doet het. In elk be- £haafd gezelschap, in iedere organisatie, S ?Sere zaak, bij alle handels-verkeer; bii het onderwijs, op iedere vergadering ninet af en toe worden gejokt. Zoo niet door doen dan door laten. Ja indien wij in het dagelijksch leven steeds met de waarheid en de geheele waarheid voor Jen da" kwamen, hield geen directeur het uit met zijn compagnon, geen werkgever met ziin werknemer, geen man met zijn vrouw geen leeraar met zijn klas, geen elftal 'met zijn aanvoerder, of met den scheidsrechter! geen vorst met zyn minis ters Heusch, af en toe zijn zienswijze wat te ,,'retoucheeren", voor zij den wal zijner tanden ontsnapt, is noodiig. t Werd anders in de wereld haat en nijd, moord en dood slag, meer dan dat het nu helaas reeds Men begrijpe ons goed, wij pleiten niet voor onoprechtheid of leugenachtigheid en er ziin omstandigheden dat de waarheid, niets dan de waarheid en de geheele waar heid plicht is. En ieder behoorlijk mensoh weet dat ook precies. Maar het heeft geen nut om b.v. aan de bridgetafel telkens aan uw partner (het kan een overigens ver standige, intelligente en beminnelijke dame zijn) steeds te zeggen hoe gy over haar spelen denkt. Maar staat men voor den rechter dan moet men de waarheid spreken. Daar van zijn wij overtuigd. Maar, eilaas, de mensch is maar de zwakke mensoh, en er zijn lieden die zelfs voor den rechter jok ken. Doch daar komt een eind aan, ten- i minste er komt misschien een eind aan in de Ver. St. Aan de universiteit te Chicago is een machinetje gebouwd en bij' proef neming deugdelijk gebleken waarmee kan worden gecontroleerd of een onder vraagde bij het antwoorden jokt of niet Het beginsel berust op het meten van uiterst subtiele wijzigingen in de bloed- druk-komme. Meer zullen wij er niet van zeggen, ook niet, bij wie men moet wezen om er meer van te hooren. Stelt u voor, dat het een artikel werd, b.v. als een stof zuiger of een naaimachine, die de dames op afbetaling kunnen krijgen, om er mee te controleeren waar en wat de „vergade ring" is geweest, die meneer noodzaakte alweer zoo laat thuis te komen! Maar dat nu daar gelaten. De psycho logen aan de universiteit van Chicago hebben meegedeeld dat zij hun proeven met den „leugenontdekker" op groote schaal gaan voortzetten. Vallen de verde re resultaten zoo gunstig uit als men te Chicago verwacht en hoopt, dan zal wel licht spoedig het instrument toepassing gaan vinden in de rechtzaal. Het is maar te hopen dat het dan daar bij blijft. (Nw. Rtt' Crt.). Gooi geen brandende lucifers of siga retten achteloos weg in de duinen. reisdeken, twee kussens en een' voeten- bank op den grond gooiend, onder wel ker last ze bijna bezweek, toen ze als een klem pakezeltje het grasveld over stak. Dan kunt u heerlijk gemakkelijk zitten eri bent^ 6 d<>en' dat U doodmoe „Dat is heel lief van je, Clara. Maar je naa niet zooveel moeite moeten doen." Olara Lippett, dochter van Wiloüehbv Braddocks heenschzuchtige huishoudster, tevens keukenmeid en (meisje-alleen op kan Rafael, was nog een-overblijfsel van de Midway periode. Ze was in het Derrick gezin gearriveerd, toen ze twaalf jaar oud vas; toentertijd waren haar plichten nog maar vagelijk aangeduid, maar heten haar een overvloed van tijd om met Kay, die toen dertien was, vogelnestjes uit te halen. Up haar achttienden verjaardag werd ze ^vord?rd tot Kay's kamenier en van dat oogenblik had ze eigenlijk het heft in handen. Het motto der Lippetts was: Trouw, en zelfs de financieeie ineenstor- met in staat geweest om deze 2£6r TaS d'at te verjagen. Vastbe sloten volgde ze Kay in haar ballingschap en ze was, zooals reeds is medegedeeld, keukenmeid bij den heer Wrenn gewor den^ En, zooais de heer Braddock zeer te recht opmerkte een allerslechtste keuken meid1 bovendien. „U moest u niet zoo moe maken' iuf- frouw Kay. U moest er meer uw gemak van nemen." „Maar dat doe ik toch," zeide Kay Nu en dan vond ze, evenals de lieer Braddock, den beschermenden toon van de Lippetts wat al te opdringend. Ze was een energiek meisje vol geest en wilde de wereld te gemoet treden met een uitda gend: „Wat doet het er toe?" En dat was DEMONSTRATIE (zie advertentie derde pagina). nu niet zoo gemakkelijk, omdat Clara baar aldoor koesterde en vertroetelde als of ze een teer plantje was. Maar tegen spartelen baatte niet. Niemand was er nog ooit in geslaagd om paal en perk te stel len aan de moederlijkheid der Lippetts en dat zou ook wel nooit iemand gelukken. „Alsdat ik maar zeggen wou," verklaar de Clara, de voetenbank aan schuivend, „dat u uwes handen niet moest vuil ma ken, dat wou ik maar zeggen. Het is een schandaal, dat u moet. Ze zweeg opeens. Ze had het theeblad opgenomen en een' grievende ontdekking gedaan. „U hebt mijn nogakoekjes niet ge proefd1," zeide ze op een toon, waarin ver wijt en teleurstelling zich gelijkelijk mengden. „En ik heb ze nogal expres voor u gemaakt." ,Jk wou mijn eetlust niet bederven," zeide Kay haastig. Clara was nogal driftig uitgevallen en erg gevoelig voor gebrek aan waardeering van haar kookkunst. „Je hebt zeker iets heel lekkers." Clara overlegde eens. „Nou, ja en neen," zeide ze. „Als u op de pudding rekent, dan is het al anis. Het poesje is in de vla gevallen." «Neen toch!" „Heusch waar. En toen ik haar er uit gevischt had; was de vla eigenlijk heele maal op. Het scheen net als in een spons in de kat te zijn getrokken. Maar, als mijn heer Wrenn er niet van wil hebben, dan is er nog wel genoeg voor u over." „Neen, het doet er niets toe, heusah niet," zeide Kay ernstig.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 2