Officieele open ing van de jachthaven van „H.W.N."
Redle van dlem admiraal.
vroeg.
Julianadorp.
Callantsoog,
Breezand.
Schagen.
Een schitterende dag en een prachtig geslaagd feest.
Alles was In één woord in orde. Het
weer, de plechtigheid zelve, het water
tochtje, de samenwerking, de gastvrijheid,
alle® was af.
Maar laten wij bij het begin beginnen.
Verleden jaar is hier opgericht de bur-
gerwaterspcrtvereeniging „HelderW11-
lemsoordiNieuwediep", ter beoefening
van den watersport, welke zooals alle soor
ten van sport steeds meer en meer beoefe
naars gaat tellen.
De vereeniging beschikt thans over een
aantal motorvaartuigen, een paar zeil
scheepjes en dan nog tal van kleineie
vaartuigen zooals kano's enz.
Voor deze vaartuigen is In de Binnen
haven nabij den VÏsohafslag een haven
gemaakt, welke Donderdag officieel in
gebruik werd genomen.
's Morgens om ongeveer half elf was
het daar een groote drukte. De talrijke
vaartuigen, waarvan sommige gepavoi-
seerd lagen daar alle gemeerd; de manne
lijke en vrouwelijke bemanning er van
liep bedrijvig rond, verschillenden iti
kwieke sportkleeding. Op een tafel pronk
te de eerewijn die straks rondgediend zou
worden.
De nationale vlag wapperde aan der
gaffel, de nieuwe vlag van de vereeniging
lag klaar om aanstonds door den burge
meester ten top te worden geheschen,
waardoor de haven officieel geopend zou
zijn.
Dan verschijnen de officieele personen,
de admiraal, de burgemeester, de secreta
ris en wethouder Smits. Verder merkten
we op kolonel Van Duim en de heer Dot
ter, directeur van Gemeentewerken.
Eerst werd een ronde gemaakt, waarbij
de verschillende vaartuigen in oogei-
sohouw werden genomen, waarna <ie
voorzitter van „H. W. N." de luitenant
ter zee le kl. J. H. Ooolhaas van de li.
M. R, het woord nam.
Rede van Lt Coolhaax
De heer Ooolhaas heette den burgemeei-
ter, den admiraal, kolonel Van Duim ei
verder alle aanwezigen hartelijk welkom
op het terrein van den haven. Hü is er
kentelijk voor de betoonde belangstelling
Als hij' In gedachten een jaar terug gaai,
dan is hiji verheugd, da;t het zaadje d£t
toen uitgestrooid is in zulke goede aarde
is gevallen en al is opgegroeid tot zuk
een flink en plant. En hij hoopt dat h»t
mag uitgroeien tot een krachtigen boon,
die binnenkort zijn vruchten zal afwerp ei.
Op 18 April- van het vorig jaar beslotai
eenige beoefenaars van de watersport t<t
het oprichten van de vereeniging, er wss
toen hier nog niets en nu, nauwelijks eei
jaar later is er een haven die gezien nug
worden.
Helaas zijn de finantiën nog niet van
dien aard dat de toekomst zonder zog
tegemoet kan worden gezien. Hij ver
trouwt echter op dien toekomst. Wannesr
men nu beschouwt dat wat ondanks dim
minder gunstigen toestand tot stand is ge
bracht, dian is dat in de eerste plaats ie
danken aan het onvermoeide werken van
het bestuurslid, den heer Heyboer. Ook
den anderen bestuursleden past een woord
van dank.
Men hoort reeds stemmen opgaan dat de
haven al te klein is, zoo erg is het nog
wel niet, er is nog wel ruimte voor nieuwe
leden, maar steunt de vereeniging en laat
de haven spoedig te klein zijn.
Spr. verzocht daarna den burgemeester
de vlag te willen hijsdhen en daarna met
een eenvoudigen drank (dure dranken
kan niet) op den groei en bloei van de
vereeniging te willen klinken.
De vlag gaat in top.
Hierna bijscht de burgemeester de vlag;
hetgeen spontaan door een driewerf hoera
wordt begroet. Het is een wimpel, waarin
het Heldersohe wapen is verwerkt.
Toespraak van dien burgemeester,
De burgemeester iwenscht de leden ge
luk met dit ©ogenblik. Het is hem een ge
noegen geweest aan de uitnoodiging ge
volg te geven, om door het hijschen van
den vlag deze jachthaven te openen. Het
is hem een bijzondere vreugde dat nu1 ook
voor de burgerij1 een jachthaven is ge
komen.
Er kunnen nu ook vreemdelingen wor
den ondergebracht en als zoodanig zal
deze haven er ook toe bijdragen tot meer
dere bekendheid van Den Helder naar
buiten. Spr. twijfelt er dan ook niet aan,
als er een beroep op de vereeniging wordt
gedaan dat het dan tevergeefs zal zijn
en onder leiding van den heer Ooolhaas en
het verdere bestuur zal de watersport hier
dan ook ongetwijfeld toenemen.
Deze betuigt zijn dank voor de uitnoodi-
ging. Dat is een bewijs dat de burgerij
vanpen Helder altijd op goeden voet mei
de Marine staat.
Het betreft hier een sport die den mari-
nemen schep uit het hart gegrepen is ep
zyi zien lij erin geen concurrentie, zij heb
ben zich verheugd op het ontstaan van
aeze vereeniging en ziji zullen zich ook ver
heugen ui den bloei der vereeniging. De
vereeniging kan bloeien. Zij. telt in haar
midden ijverige sportbeoefenaars die den
tijd en de opoffering er voor over hebben.
Wat de finantiën betreft, dit is niet zoo
erg, vele vereenigingen lijden daaraan.
-Men moet maar denken „De oost gaet
voor de baet uit". Den moed er in houden
oan komt men er ook wel finantieel boven
op. Spr. eindigde met de beste wenschen
voor de vereeniging.
T Auf voorzitter van de Koninkl. Marine
Jachtclub
sprak kolonel Van Duim.
ooPefe hooft ook gaarne gevolg gegeven
>m +1 uitnoodiging om deze gelegenheid
ij te wonen. Hiji ziet ook geen ooncurren-
tie in deze vereeniging. De Marine voelt
slechts zusterliefde. De banden die H.W.
N. aan de K.M.J. binden, zijn bijzonder
hecht omdat de heer Ooolhaas, de voor
zitter van H.W.N. ook een der steun
pilaren der K.M.J. is. In dit feit zien we
een waarborg, dat de verhouding een
goede zal zijn. Kolonel van Duim wenscht
namens de K.M.J. de nieuwe vereeniging
alle goeds toe.
Hierna werd de eerewijn rondgediend,
benevens sigaren en cigaretten waarna
die heer Bot nog een kort woord
Hij dankte den heer Ooolhaas zeer har
telijk voor alles wat hij gedaan heeft. Als
deze er niet geweest was, was er van een
burger w'atersportvereeniging niets ge
komen. Als hij, zoo ziet hoe de jongens
bier bezig zijn met het opknappen en on
derhouden van de booten en met de sport,
waardoor zij van de straat worden weg
gehouden, dan kan hij den heer Ooolhaas
niet dankbaar genoeg zijn voor zijn
initiatief.
De tocht.
Hierna begaven de deelnemers naar hun
respectievelijke vaatruigen om ze reisvaar
dig te maken. De heer Heyboer was zoo
vriendelijk geweest aan den heer Bregman
te vragen of de pers aan boord van zijn
motorboot mee mocht varen, hetwelk met
de grootste bereidwilligheid werd toege
staan, de bereidwilligheid die men trou
wens bij alle watersportmenschen aan
treft. Want het is eigenaardig maar de
beoefenaars van een tak van sport voelen
zich allen tot elkaar aangetrokken. De
sport is epn van de groote middelen om er
toe te geraken dat de mensohen elkaar
beter leeren begrijpen. Zoo ook de water-
spo t. Vaart men, het doet er niet toe
waar, een ander schip voorbiji, dan: wor
den tusschen de mensohen die elkaar nog
nooit te voren hebben gezien, de hartelijk
ste groeten verwisselt. Wanneer men
ergens vastlegt naast een ander vaartuig,
dan spreekt men direct van buurman en
over en weer helpt men elkaar met alles
wat men noodig heeft.
Zoo stapten wij1 dan aan boord van de
„Tji", de mooie motorboot van den heer
Bregman. Daar wij het laatste de haven
uit moesten varen, keken wij; maar naar
het vertrek en de pogingen tot vertrek
van de andere booten, terwijl de heer
Bregman en zijn schipper, die heer Taeke
ma, de boel in orde brachten.
Eindelijk is het onze beurt om de haven
uit te varen. De heer Bregman aan het
stuur en de heer Taekema, die niet voor
het-eerst op het water is, wat men aan zijp
handigheid goed kan merken, loopt heen
en weer op den rand van de boot op ge
vaar af in het water te tuimelen. De reis
is echter goed afgeloopen, hoewel er reser-
vekleeren meegenomen waren, zijn ze niet
noodig geweest.
De pers, als landrat, kan hier niets doen
dan in den weg loepen. Hiji heeft daarom
een plaats gekregen in die aohterkajuit
biji de dames.
Om ongeveer twaalf uur zijn wijl buiten
de haven. Eerst defileeren wij- door de
Binnenhaven, totdat bij1 de brug keer
wordt gemaakt en de reis begonnen is.
Het is een feestelijk gezicht, de ongeveer
acht motorvaartuigen met hun diverse
sleepen te zien voorbijvaren. Wij; krijgen
een zeiljachtje achter ons bemand met
den heer Heyboer en een metgezel. De an
deren zijn al een eindje gevorderd. Met
één motorboot hebben de inzittenden
nogal last, zij blijft achter, doch haalt ons
later gelukkig weer in. Het zou jammer
geweest zijn als er een niet mee had kun
nen komen.
Wij: varen nu in het Noord-Hollandsch
fanaal. De voorbijgangers op den wal
;oonen groote belangstelling.
Om in den lijn te blijven, slaat schipper
Taekema de sleepvlag aan. Als je iets doet,
moet je het goed doen. Om een uur varen
wij de sluis in bij de Kooy. Tijdens het
schutten maken wij' een praatje met den
heer Heyboer, een oude crack op het ge
bied van de watersport, die bier zijn
sporen op heeft verdiend, getuige het hor
loge, dat hem eens door de Koningin-
Moeder, als eerst aankomende van tachtig
zeilers is uitgereikt. De H.W.N. is dan
ook een troetelkind van hem. Den gehee-
len winter heeft de heer Heyboer ge
werkt aan het opknappen der booten en
men kan hem geen grooter pleizier doen
dan door lid of donateur van H.W.N. te
worden. De geheele vloot ligt nu in de
slulsi Het is een aardig gezicht deze vaar
tuigen nu-zoo dicht bij elkaar. Er heersoht
een gezellige stemming. Na geschut te zijn
varen wij1 het BaLgzandkanaal in. Het is
een lang kanaal, mooi breed, waar we met
een flink vaartje doortuffen. Onderwijl
wordt die inwendige mensch niet vergeten.
Er wordt koffie geschonken wat zich zeer
goed laat smaken. Er was trouwens voor
een flinke hoeveelheid proviand gezorgd.
Een enkele deelnemer zet zijn zeil op en
zoo varen wij in een lange linie voort tot
den, spoorbrug die mede de verbinding
vormt tusschen het vasteland en Wierin-
gen. Voor enkele vaartuigen moet de brug
opgehaald worden, wanneer wij aankomen
gaat zij juist weder dicht, daar zij' niet lan
ger dan. een bepaalden tijd open mag
blij'ven. Daar wij echter geen mast voeren,
kunnen wij1 er gemakkelijk onder door
7 ar en en nu zijn wij in de Wieringermeer.
Links van ons zien wy het schiereiland
Wieringen Liggen met de toren van de
Haukes. De verbindingsdijk is duidelijk
te zien. De auto's en de fietsen zijn ook
goed zichtbaar. Aan den horizon is een
vage lijn te bespeuren. Dit is de dijk die
van Wieringen naar Medemblik loopt.
Waar wij thans varen, daar zal overeeni-
gen tijd grasland1 zijn. Dit is echter niet
lieelemaal juist. Wij varen tusschen staken
door die in den grond zijn gestoken, ten
teeken waar later in den polder de kanalen
zullen komen. Waar wij dus nu varen zal
later ook nog gevaren worden, echter niet
meer zoo frank en vrij. De k_. den zijn,
naar men ons mededeelde, reeds gebag
gerd. Hier en daar steekt een droog plekje
boven water uit. De voorste vaartuigen
liggen stil, zij zijn voor anker gegaan, om
den passagiers gelegenheid te geven een
stukje te eten.
Na gehouden scheepsraad met den schip
per, besluit de heer Bregman ook voor
anker te gaan. Het is hier nog vrij diep
Het anker pakt eerst niet, waardoor wij
even afdrijven, weldra echter liggen wij
vastgemeei'd. De liefhebbers van zeilen
balen nu hun hart op. Er staat een flinke
wind en het Wieringermeer is een ideale
gelegenheid om te zeilen, men kan langen
tijd over één boeg liggen. „Zoo iets moes
te wiji vlak bü Den Helder hebben", ver
zucht schipper Taekema, die een goed
zeiler is.
Eenige zeevaartscholieren roeien van
het eene vaartuig naar het andere. Wij
krijgen ook visite; de heer Jaarama komt
met pas gevangen gebakken geep, wat
zich goed laat smaken.
Zooals wij reeds zeiden was er voor den
inwendigen mensch goed gezorgd. Er
waren boterhammen in overvloed, kren
tenbrood was er ook en lekkere koffie.
Dat heeft men er van als er dames aan
boord zijn, dan behoeft men geen honger
te lijden. Na zoo'n tijd op het water lieten
de goed gemeubileerde boterhammen zich
uitstekend smaken. De vaartuigen zijn
nu begonnen heen en weer te varen. Tot
heel in de verte ziet men de scheepjes
varen. Het is een lust te zien hoe rank
een klein jolietje over het water zeilt. Wij
lichten het anker ook en zetten koers naar
de haven van de Haukea Nu eens passee-
ren we de eene motorboot, dan weer een
andere, en telkens is bet wuiven, alsof
men elkaar in geen maanden heeft ge
zien, men voelt zich vrienden van elkaar,
een groote hartelijkheid en hulpvaardig
heid bestaat onder de watersportmen
schen.
Even varen wij de haven van de Hau
kes in en varen dan weer naar buiten. Op
den wal staan zoowaar een paar Helder-
soheri, die met extra geiwuif worden be
groet.
Langzamerhand is er weer regelmaat
in de vaartuigen gekomen en circa kwart
over vier zijn wij weer op den terugreis.
Dit ging echter niet zoo vlot.
Het is op de Wieringermeer uitkijken
wat de klok slaat. Als men er niet om
denkt, zit men zoo aan den grond en dit
overkwam er nu ook een. Daarbij kwam.
nog dat een ander motorpech had. Full
speed varen wij terug met een ander om
hulp te bieden, zooals dat past en zooals
men het ons ook zou doen.
Luitenant Ooolhaas komt ook aanvaren
en strijkt zijn jol om eens poolshoogte te
nemen.
Alies is echter weer in orde gekomen,
en circa vijf uur zijn wijl weer onder den
brug. Het is een imposant gezicht deze
groote brug naar omhoog te zien gaan.
D'e vloot is nu uitgerekt tot een zeer
lange linie. Wij! hebben een buurman, de
Quirinus van den heer Langerak, en on
danks het lawaai van den motor wordt
een buurpraatje gehouden. Overal en al
tijd ontmoet men hartelijke vriendschap.
Het is een heel eind dit Balgzandlka-
naal. Onderweg pikken wij er een op die
motorpech had gekregen en zoo varen wij
weer in den sluis, waaruit wij, 's middags
waren vertrokken. Voor den sluis hadden
wij' een ontmoeting met de driehoeks- en
andere meisjes. Wuiven geen gebrek. Als
wiji uit den sluis zijln, gaan wij' ons even
vertreden aan den kant van het kanaal.
De stemming is daar, evenals zaj; den ge-
heelen dag is geweest, opperbest. Foto's
worden genomen, er wordt gelachen en
gestoeid, kortom, men voelt dat onder deze
sportmenschen de ware vriendschap
heersoht. Na een halfuurtje embarkeeren
wij weer, en daar varen wij, huistoe. Samen
zijn wij! uitgevaren, samen komen wij
weer thuis. De „Tji" meert niet in den
haven, maar bij de werf „De Lastdrager".
Om zeven uur ligt het bootje vast en het
einde van dezen heerlijken dag is ge
komen.
Het is een prachtige dag geweest voor
de Heldersche watersport. Het weer was
schitterend en alles werkte mede tot het
slagen van het feest. De dag stond in het
teeken van prettige kameraadschap.
Het is voorzeker een groote aanwinst
voor Den Helder dat deze vereeniging
er is gekomen en men kan den heer Oool
haas o.s. niet dankbaar genoeg zijn, dat
ziji hiervoor hun vrijen tijd geven en zich
hiervoor zooveel opoffering getroosten.
Daarbij komt, dat het voor de jongelui
een prachtige sport is. Zooals de heer Bot
reeds releveerde, zijn zij altijd druk bezig
met de sport zelve en het opknappen der
booten, zoodat zij zich niet in verkeerde
richting ontwikkelen.
Het is ook bevredigend te zien hoe de
vereeniging zich ontwikkelt. De heer
Heyboer denkt dat het volgend jaar er
nog een honderd meter moet worden bij
getrokken.
Ook is het een goede gelegenheid, zoo
als de burgemeester zeidie, om Den Helder
naar buiten bekend te maken. Elr is reeds
een gast geweest en Maandag wordt de
tweede verwacht, n.1. de „Tureluur", een
motorjacht uit Amsterdam.
D'e gastvrijheid van de vereeniging zal
nimmer tevergeefsoh worden ingeroepen,
de heer Ooolhaas is bovendien wateroon-
sul van den A. N. W. B., zoodat men van
alle medewerking verzekerd' kan zijn.
Wij spreken dan ook de hoop uit, dat
de vereeniging steeds in 'bloei mag toe
nemen, en raden een ieder aan die iets
voor de watersport gevoelt, en die een
vaartuigje heeft, al is het ook maar een
kano, den heer Heyboer bet plezier te
doen zich bij de vereeniging aan te slui
ten.
Nu rest ons nog een plicht, onzen dank
te betuigen aan de sportvereeniging
H. W. N. dat zij ons in staat heeft gesteld
dezen mooien dag mede te maken, en een
Êersoonljjke dankbetuiging aan den heer
■regman voor zijn gastvrijheid en voor
alles wat wij op dezen dag hebben geno
ten, en wij hopen van zijn belofte, dat wij
een volgende keer weer van de partij
mogen zijn, nog eens gebruik te mogen
maken.
DE DOOD AAN VLIEGEN EN
MUGGEN.
Een demonstratie met Shell-tox.
In tegenwoordigheid van den directeur
dor Gun. reiniging, den heer Maas, en van
wethouder Smits, had Woensdagmiddag
in den paardenstal op het beltterrein aan
den rijksweg een demonstratie plaats met
bet insecten1 verdelgend middel „ShelL
tox", een product, in den handeil gebracht
door de N.V. Bataafsche Import Mij1.
In den verdelglngisstrijd tegen vliegen,
muggen en ander gedierte, dat men liever
niet in zij'n woonkamer heeft, is „Shell-
tox" een machtig bestrijdingsmiddel, dat
vele voordeelen heeft boven de bestaande
of reeds bestaan hebbendie middelen.
SheLI-tox is het resultaat van
wetenschappelijke onderzoekingen,
speciaal daarvoor ingerichte laboratoria
en is onschadelijk voor mensch en dier.
Het heeft, en daarom gaat het tenslotte,
onvermijdelijk den dood tengevolge van
alle insecten die er mee besproeid zijn.
Daar het middel geen vlekken veroor
zaakt en onschadelijk is voor alle huis
raad en zelfs voor de fijnste stoffen, meu
belen en wandversieringen, is het uiter
mate geschikt om ook in de woonkamer
gebruikt te worden. In tegenstelling met
andere bestrijdingsimidelen beeft de
vloeistof geen onaangename geur. Door
het gebruik maken van het Sbelltox-
sproeier, verstuift de vloeistof zóó dat
men zelfs geen vochtvlekken ziet.
Wij troffen het niet erg bij1 de demon
stratie, daar door den sterken Z.Oosten
wind er weinig vliegen in den stal waren
en déze natuurlijk noodig waren om de
deugdelijkheiid van het middel aan te
toonen. Toen de vertegenwoordigers van
de Bataafsche echter hun spuiten in wer
king stelden bleken de insecten nog wel
in hoeken en gaten verborgen te zijn en
daaruit werden zij te voorschijn gehaald.
Na eenige minuten werden de dieren be
dwelmd en binnen tien minuten lagen zij
dood op den grond.
Voor boerderijen en stalhouders lijkt
ons het middel in de eerste plaats aangie-'
wezen voor de bestrijdingi van insecten,
doch ook in die huiskamer kan het uitste
kende diensten bewijzen, zooals we hier
boven zeiden, en' zij, die last hebben van
insecten in hun woonkamers, wenden
zich maar eens tot den heer v. Baaren,
Spoorstraat, die het middel in den handel
brengt.
BOOTTOCHT E.S.O.N.A NAAR DE
ZUIDERZEEWERKEN EN
HARDINGEN.
Wij vernemen van eenige passagiers,
die de boottocht op Hemelvaartsdag heb
ben meegemaakt, dat deze buitengewoon
geslaagd is. De boot was geheel bezet,
toch niet te vol, zoodat de passagiers
behoorlijk bewegingsvrijheid hadden.
Dank zij het schitterende weer kon men
de geheele reis aan dek blijven, wat met
een zeereisje niet dikwijls mogelijk is.
Nóch op de heenreis, nóch op de terug
reis, behoefde een windzeiltje gespannen
te worden.
Eerst werd in de richting Wieringen
gestoomd, daarna langs den nieuw ge-
maakten dijk en vervolgens door een
opening langs de andere zijde van den
dijk naar Kornwerderzand. Men krijgt al
varende een goede kijk op de groote
vorderingen van dit imposante werk,
waarvoor voor millioenen aan bagger
molens, bakken en andere vaartuigen in
dienst is gesteld. Men komt onder den
indruk van het geweldige kunnen van
onze Hollandsohe waterbouwkundigen.
Om half één was de boot in Harlingen,
waar tot 4 uur werd vertoefd en de pas
sagiers ruimschoots gelegenheid hadden
de stad te bezichtigen. Een wandeling
door het oude stadje met zijn kanalen
en onde gebouwen loont zeer zeker de
moeite en meer dan één passagier was
jaloersch op het kleine, maar keurig
onderhouden plantsoen. Men vroeg zich
onwillekeurig af, waarom in Harlingen,
waar de zeewind toch ook geweldig kan
blazen, een dergelijk plantsoen wel, en
hier blijkbaar niet is te maken.
Eenige ondernemende heeren hadden
nog kans gezien een bezoek te brengen
aan Franeker, ter bezichtiging van het
beroemde planetarium.
De terugreis werd precies om 4 uur
ondernomen. Hët was een lust om de
vergenoegde gezichten aan boord te zien.
De boot gleed geruischloos over het spie
gelgladde watervlak, en men genoot van
zon en zee, terwijl de aan dek opgestelde
luidspreker het concert van Hilversum
weergaf. Later kwam Vaz Dias met de
nieuwsberichten, zoodat de passagiers
zelfs tijdens hun zeereis op de hoogte
bleven van de wereldschokkende gebeur
tenissen, als auto-botsingen, voetbalwed
strijden, enz.
Het was 8.15 'savonds, dat de boot
aan het Havenhoofd meerde, verwelkomd
door zeer Veel belangstellenden. De deel
nemers hadden maar één roep het was
een heerlijke dag, dat doen we een vol
gende maal weer!
EEN ONAANGENAME GEWAAR
WORDING.
Woensdagmiddag waren eerige werk
lieden van de gemeente bezig met de
rioleering aan de Spoorgra«ht. Op een
gegeven oogenblik trok een der mannen
plotseling met een gil zijn hand terug
en ontdekte aan zijn vinger een groote
rat, die gelukkig den vinger losliet en
het hazenpad koos. Bij verder graven
vond men het nest van het dier, dat in-
tussehen een veilig heenkomen had ge
zocht aan den kaaaalkant.
WINKELNIEUW 8.
I
Heden opent de heer Hosselaar, in per
ceel Langestraat 7ïa, een nieuwe winkel.
De heer Bosselaar dreef reeds geruimen
tijd in hetzelfde peroeel een zaak ln
radio-toestellen en -artikelen. Hij had
daarvoor étalage-rnimte in zijn voorkamer
gemaakt. Nu is de voorpui echter weg
genomen en is daarvoor in de plaats ge
komen een winkelpui, waardoor het voor-
aanzicht heel wat verfraaid ia.
Behalve radio-artikelen, heeft de heer
Bosselaar nu ook electrisehe benoodigd-
heden in zijn zaak en is deze dus uitge
breid. Het peroeel werd verbouwd door
den heer v. d. Wal. De heer B. zorgde
zelf voor het sohilderwerk en het aan
leggen van de eleotrische installatie.
Het geheel maakt een prettigen indruk
en de Langestraat is hierdoor een aan-
trekkelijken winkel rijker geworden. Waar
de heer Bosselaar reeds bekendheid heeft
in de omgeving, zal zijn nieuwe «aak
zeker tal van cliënten trekken.
AANRIJDING.
Een witte beweging.
Woensdagidiag reed1 een meisje met een
emimer witkalk in de hand op de fiets in
Hoogstraat.
Zij: wilde de Spoorstraat in rijden, doch,
verzuimde hiervoor te bellen. Juist reed
in de Spoorstraat een jongen met een
flinke vaart in de richting Molenstraat.
Bij het paseeren van de Hoogstraat ver
zuimde hij ook te bellen en Let een bij
het ander veroorzaakte een aanrijding.
De witkalk werd over de straat en de
kleeren van Let meisje uitgestort, terwijl
ook het voorwiel van haar fiets werd ver
bogen. De vliegende Hollander kreeg
een gat in zijn knie.
Het geeft misschien wel niets, maar w'jji
zouden toch nog wel eens willen wijzen
op het feit, dat de verkeersregelen er zij!n
om nageleefd te worden.
De tombola, die Zondag j.1. tijdens
het jubileumfeest van de Harmonie
Kunstzin* alhier gehouden is, heeft op
gebracht f 69.70.
Het zoo gevreesde mond- en klauw
zeer heeft, naar wij vernemen, ook hier
zich weer geopenbaard, en wel op het
bedrijf van den heer P. K.
POLDER CALLANTSOOG.
Op Vrijdag 6 Juni a.s., des v,m. 10 uur
(oude tijd) zal een vergdering van stem
gerechtigde ingelanden van den piolder
Callantsoog worden gehouden, ten Luize
van den Leer P. de Haan, Dorpskoffie-
huis te Callantsoog.
De agenda vermeldt de 'volgende
punten
Opening en notulen.
Mededeelingen.
Verzoek om vernieuwing erfpacht van
H. Kooger.
Verslag der commissie tot nazien der
rekening over 1929.
Vaststelling begrooting 1930.
Rondvraag en sluiting;
CHR. MUZIEKVEREENIGING
„SOLI DEO GLORIA".
De Ohr. MuziekvereenJging „Soli Deo
Gloria" heeft op het op Hemelvaartsdag
te Wormerveer gehouden concours den
eersten prijs ibehaald met 830 punten.
Burgerlijke Stand van Schagen
van 2228 Mei 1930.
GEBOREN: Ella Jannie, d. v. J. M.
Kweldam en O. Bleek; Antonius Petrus
Miaria en Adrianus Johaunes Maria, zoons
van O. L. van Steen en O. G. Mientjes;
Oornelis Arie, z. v. J. P. Blaiuboer en G.
Smit.
Gevonden: een autoband.
Verloren: een tasohje, een porte-
monnaie met eenig geld.
De Bond van ambtenaren van het Bln-
nen'landsch Bestuur in Nederl.-Indlë
heeft den heer B. Roep, voorheen te Scha
gen thans lid van den Volksraad en Ge
delegeerde in Indië, voor de diensten' den
Bond bewezen, benoemd tot eerelid.
De le prijs voor de beste productiekioe
in Frankrijk is toegekend aan een Ne-
derlandsche koe. Het rund had in 300
dagen 9681 kilo melk en 431 kilo boter
met een gehalte van 3.49 gegeven.
WEKELIJKSCHE CAUSERIE.
Er heerscht op allerlei gebied een ge
weldige concurrentie of anders gezegid
een strijd oan het bestaan. En waar die
strijdende partijen geen kans zien de
tegenpartij te verdringen, nog liever om
hem te vernietigen, wordt om het hardst
geroepen om den steun der wetgevende
machten. Daar een ieder meent bijstand
noodig te hebben, weet de regeering van
stad en lande niet welken kant zij hulp
moet verleenen. Protectie roept de een,
die tegen de concurrentie van bet buiten
land niet bestand is, vrije handel, roept
de koopman, die van afzet en uitvoer be
staan moet, de daarbij wel weet, dat pro
tectie en tarieven alles duur maken. Wie
klappen wil uitdeelen, moet bereid zijn ze
te ontvangen. Zoo zijn er thans, die den
invoer van Deensch vleesch willen belem
meren, maar voor zichzélf den weg naar
België willen ophouden. Om dien weg
voor den Hollander te versperren heeft