Officieele open ing van de jachthaven van „H.W.N." Redle van dlem admiraal. vroeg. Julianadorp. Callantsoog, Breezand. Schagen. Een schitterende dag en een prachtig geslaagd feest. Alles was In één woord in orde. Het weer, de plechtigheid zelve, het water tochtje, de samenwerking, de gastvrijheid, alle® was af. Maar laten wij bij het begin beginnen. Verleden jaar is hier opgericht de bur- gerwaterspcrtvereeniging „HelderW11- lemsoordiNieuwediep", ter beoefening van den watersport, welke zooals alle soor ten van sport steeds meer en meer beoefe naars gaat tellen. De vereeniging beschikt thans over een aantal motorvaartuigen, een paar zeil scheepjes en dan nog tal van kleineie vaartuigen zooals kano's enz. Voor deze vaartuigen is In de Binnen haven nabij den VÏsohafslag een haven gemaakt, welke Donderdag officieel in gebruik werd genomen. 's Morgens om ongeveer half elf was het daar een groote drukte. De talrijke vaartuigen, waarvan sommige gepavoi- seerd lagen daar alle gemeerd; de manne lijke en vrouwelijke bemanning er van liep bedrijvig rond, verschillenden iti kwieke sportkleeding. Op een tafel pronk te de eerewijn die straks rondgediend zou worden. De nationale vlag wapperde aan der gaffel, de nieuwe vlag van de vereeniging lag klaar om aanstonds door den burge meester ten top te worden geheschen, waardoor de haven officieel geopend zou zijn. Dan verschijnen de officieele personen, de admiraal, de burgemeester, de secreta ris en wethouder Smits. Verder merkten we op kolonel Van Duim en de heer Dot ter, directeur van Gemeentewerken. Eerst werd een ronde gemaakt, waarbij de verschillende vaartuigen in oogei- sohouw werden genomen, waarna <ie voorzitter van „H. W. N." de luitenant ter zee le kl. J. H. Ooolhaas van de li. M. R, het woord nam. Rede van Lt Coolhaax De heer Ooolhaas heette den burgemeei- ter, den admiraal, kolonel Van Duim ei verder alle aanwezigen hartelijk welkom op het terrein van den haven. Hü is er kentelijk voor de betoonde belangstelling Als hij' In gedachten een jaar terug gaai, dan is hiji verheugd, da;t het zaadje d£t toen uitgestrooid is in zulke goede aarde is gevallen en al is opgegroeid tot zuk een flink en plant. En hij hoopt dat h»t mag uitgroeien tot een krachtigen boon, die binnenkort zijn vruchten zal afwerp ei. Op 18 April- van het vorig jaar beslotai eenige beoefenaars van de watersport t<t het oprichten van de vereeniging, er wss toen hier nog niets en nu, nauwelijks eei jaar later is er een haven die gezien nug worden. Helaas zijn de finantiën nog niet van dien aard dat de toekomst zonder zog tegemoet kan worden gezien. Hij ver trouwt echter op dien toekomst. Wannesr men nu beschouwt dat wat ondanks dim minder gunstigen toestand tot stand is ge bracht, dian is dat in de eerste plaats ie danken aan het onvermoeide werken van het bestuurslid, den heer Heyboer. Ook den anderen bestuursleden past een woord van dank. Men hoort reeds stemmen opgaan dat de haven al te klein is, zoo erg is het nog wel niet, er is nog wel ruimte voor nieuwe leden, maar steunt de vereeniging en laat de haven spoedig te klein zijn. Spr. verzocht daarna den burgemeester de vlag te willen hijsdhen en daarna met een eenvoudigen drank (dure dranken kan niet) op den groei en bloei van de vereeniging te willen klinken. De vlag gaat in top. Hierna bijscht de burgemeester de vlag; hetgeen spontaan door een driewerf hoera wordt begroet. Het is een wimpel, waarin het Heldersohe wapen is verwerkt. Toespraak van dien burgemeester, De burgemeester iwenscht de leden ge luk met dit ©ogenblik. Het is hem een ge noegen geweest aan de uitnoodiging ge volg te geven, om door het hijschen van den vlag deze jachthaven te openen. Het is hem een bijzondere vreugde dat nu1 ook voor de burgerij1 een jachthaven is ge komen. Er kunnen nu ook vreemdelingen wor den ondergebracht en als zoodanig zal deze haven er ook toe bijdragen tot meer dere bekendheid van Den Helder naar buiten. Spr. twijfelt er dan ook niet aan, als er een beroep op de vereeniging wordt gedaan dat het dan tevergeefs zal zijn en onder leiding van den heer Ooolhaas en het verdere bestuur zal de watersport hier dan ook ongetwijfeld toenemen. Deze betuigt zijn dank voor de uitnoodi- ging. Dat is een bewijs dat de burgerij vanpen Helder altijd op goeden voet mei de Marine staat. Het betreft hier een sport die den mari- nemen schep uit het hart gegrepen is ep zyi zien lij erin geen concurrentie, zij heb ben zich verheugd op het ontstaan van aeze vereeniging en ziji zullen zich ook ver heugen ui den bloei der vereeniging. De vereeniging kan bloeien. Zij. telt in haar midden ijverige sportbeoefenaars die den tijd en de opoffering er voor over hebben. Wat de finantiën betreft, dit is niet zoo erg, vele vereenigingen lijden daaraan. -Men moet maar denken „De oost gaet voor de baet uit". Den moed er in houden oan komt men er ook wel finantieel boven op. Spr. eindigde met de beste wenschen voor de vereeniging. T Auf voorzitter van de Koninkl. Marine Jachtclub sprak kolonel Van Duim. ooPefe hooft ook gaarne gevolg gegeven >m +1 uitnoodiging om deze gelegenheid ij te wonen. Hiji ziet ook geen ooncurren- tie in deze vereeniging. De Marine voelt slechts zusterliefde. De banden die H.W. N. aan de K.M.J. binden, zijn bijzonder hecht omdat de heer Ooolhaas, de voor zitter van H.W.N. ook een der steun pilaren der K.M.J. is. In dit feit zien we een waarborg, dat de verhouding een goede zal zijn. Kolonel van Duim wenscht namens de K.M.J. de nieuwe vereeniging alle goeds toe. Hierna werd de eerewijn rondgediend, benevens sigaren en cigaretten waarna die heer Bot nog een kort woord Hij dankte den heer Ooolhaas zeer har telijk voor alles wat hij gedaan heeft. Als deze er niet geweest was, was er van een burger w'atersportvereeniging niets ge komen. Als hij, zoo ziet hoe de jongens bier bezig zijn met het opknappen en on derhouden van de booten en met de sport, waardoor zij van de straat worden weg gehouden, dan kan hij den heer Ooolhaas niet dankbaar genoeg zijn voor zijn initiatief. De tocht. Hierna begaven de deelnemers naar hun respectievelijke vaatruigen om ze reisvaar dig te maken. De heer Heyboer was zoo vriendelijk geweest aan den heer Bregman te vragen of de pers aan boord van zijn motorboot mee mocht varen, hetwelk met de grootste bereidwilligheid werd toege staan, de bereidwilligheid die men trou wens bij alle watersportmenschen aan treft. Want het is eigenaardig maar de beoefenaars van een tak van sport voelen zich allen tot elkaar aangetrokken. De sport is epn van de groote middelen om er toe te geraken dat de mensohen elkaar beter leeren begrijpen. Zoo ook de water- spo t. Vaart men, het doet er niet toe waar, een ander schip voorbiji, dan: wor den tusschen de mensohen die elkaar nog nooit te voren hebben gezien, de hartelijk ste groeten verwisselt. Wanneer men ergens vastlegt naast een ander vaartuig, dan spreekt men direct van buurman en over en weer helpt men elkaar met alles wat men noodig heeft. Zoo stapten wij1 dan aan boord van de „Tji", de mooie motorboot van den heer Bregman. Daar wij het laatste de haven uit moesten varen, keken wij; maar naar het vertrek en de pogingen tot vertrek van de andere booten, terwijl de heer Bregman en zijn schipper, die heer Taeke ma, de boel in orde brachten. Eindelijk is het onze beurt om de haven uit te varen. De heer Bregman aan het stuur en de heer Taekema, die niet voor het-eerst op het water is, wat men aan zijp handigheid goed kan merken, loopt heen en weer op den rand van de boot op ge vaar af in het water te tuimelen. De reis is echter goed afgeloopen, hoewel er reser- vekleeren meegenomen waren, zijn ze niet noodig geweest. De pers, als landrat, kan hier niets doen dan in den weg loepen. Hiji heeft daarom een plaats gekregen in die aohterkajuit biji de dames. Om ongeveer twaalf uur zijn wijl buiten de haven. Eerst defileeren wij- door de Binnenhaven, totdat bij1 de brug keer wordt gemaakt en de reis begonnen is. Het is een feestelijk gezicht, de ongeveer acht motorvaartuigen met hun diverse sleepen te zien voorbijvaren. Wij; krijgen een zeiljachtje achter ons bemand met den heer Heyboer en een metgezel. De an deren zijn al een eindje gevorderd. Met één motorboot hebben de inzittenden nogal last, zij blijft achter, doch haalt ons later gelukkig weer in. Het zou jammer geweest zijn als er een niet mee had kun nen komen. Wij: varen nu in het Noord-Hollandsch fanaal. De voorbijgangers op den wal ;oonen groote belangstelling. Om in den lijn te blijven, slaat schipper Taekema de sleepvlag aan. Als je iets doet, moet je het goed doen. Om een uur varen wij de sluis in bij de Kooy. Tijdens het schutten maken wij' een praatje met den heer Heyboer, een oude crack op het ge bied van de watersport, die bier zijn sporen op heeft verdiend, getuige het hor loge, dat hem eens door de Koningin- Moeder, als eerst aankomende van tachtig zeilers is uitgereikt. De H.W.N. is dan ook een troetelkind van hem. Den gehee- len winter heeft de heer Heyboer ge werkt aan het opknappen der booten en men kan hem geen grooter pleizier doen dan door lid of donateur van H.W.N. te worden. De geheele vloot ligt nu in de slulsi Het is een aardig gezicht deze vaar tuigen nu-zoo dicht bij elkaar. Er heersoht een gezellige stemming. Na geschut te zijn varen wij1 het BaLgzandkanaal in. Het is een lang kanaal, mooi breed, waar we met een flink vaartje doortuffen. Onderwijl wordt die inwendige mensch niet vergeten. Er wordt koffie geschonken wat zich zeer goed laat smaken. Er was trouwens voor een flinke hoeveelheid proviand gezorgd. Een enkele deelnemer zet zijn zeil op en zoo varen wij in een lange linie voort tot den, spoorbrug die mede de verbinding vormt tusschen het vasteland en Wierin- gen. Voor enkele vaartuigen moet de brug opgehaald worden, wanneer wij aankomen gaat zij juist weder dicht, daar zij' niet lan ger dan. een bepaalden tijd open mag blij'ven. Daar wij echter geen mast voeren, kunnen wij1 er gemakkelijk onder door 7 ar en en nu zijn wij in de Wieringermeer. Links van ons zien wy het schiereiland Wieringen Liggen met de toren van de Haukes. De verbindingsdijk is duidelijk te zien. De auto's en de fietsen zijn ook goed zichtbaar. Aan den horizon is een vage lijn te bespeuren. Dit is de dijk die van Wieringen naar Medemblik loopt. Waar wij thans varen, daar zal overeeni- gen tijd grasland1 zijn. Dit is echter niet lieelemaal juist. Wij varen tusschen staken door die in den grond zijn gestoken, ten teeken waar later in den polder de kanalen zullen komen. Waar wij dus nu varen zal later ook nog gevaren worden, echter niet meer zoo frank en vrij. De k_. den zijn, naar men ons mededeelde, reeds gebag gerd. Hier en daar steekt een droog plekje boven water uit. De voorste vaartuigen liggen stil, zij zijn voor anker gegaan, om den passagiers gelegenheid te geven een stukje te eten. Na gehouden scheepsraad met den schip per, besluit de heer Bregman ook voor anker te gaan. Het is hier nog vrij diep Het anker pakt eerst niet, waardoor wij even afdrijven, weldra echter liggen wij vastgemeei'd. De liefhebbers van zeilen balen nu hun hart op. Er staat een flinke wind en het Wieringermeer is een ideale gelegenheid om te zeilen, men kan langen tijd over één boeg liggen. „Zoo iets moes te wiji vlak bü Den Helder hebben", ver zucht schipper Taekema, die een goed zeiler is. Eenige zeevaartscholieren roeien van het eene vaartuig naar het andere. Wij krijgen ook visite; de heer Jaarama komt met pas gevangen gebakken geep, wat zich goed laat smaken. Zooals wij reeds zeiden was er voor den inwendigen mensch goed gezorgd. Er waren boterhammen in overvloed, kren tenbrood was er ook en lekkere koffie. Dat heeft men er van als er dames aan boord zijn, dan behoeft men geen honger te lijden. Na zoo'n tijd op het water lieten de goed gemeubileerde boterhammen zich uitstekend smaken. De vaartuigen zijn nu begonnen heen en weer te varen. Tot heel in de verte ziet men de scheepjes varen. Het is een lust te zien hoe rank een klein jolietje over het water zeilt. Wij lichten het anker ook en zetten koers naar de haven van de Haukea Nu eens passee- ren we de eene motorboot, dan weer een andere, en telkens is bet wuiven, alsof men elkaar in geen maanden heeft ge zien, men voelt zich vrienden van elkaar, een groote hartelijkheid en hulpvaardig heid bestaat onder de watersportmen schen. Even varen wij de haven van de Hau kes in en varen dan weer naar buiten. Op den wal staan zoowaar een paar Helder- soheri, die met extra geiwuif worden be groet. Langzamerhand is er weer regelmaat in de vaartuigen gekomen en circa kwart over vier zijn wij weer op den terugreis. Dit ging echter niet zoo vlot. Het is op de Wieringermeer uitkijken wat de klok slaat. Als men er niet om denkt, zit men zoo aan den grond en dit overkwam er nu ook een. Daarbij kwam. nog dat een ander motorpech had. Full speed varen wij terug met een ander om hulp te bieden, zooals dat past en zooals men het ons ook zou doen. Luitenant Ooolhaas komt ook aanvaren en strijkt zijn jol om eens poolshoogte te nemen. Alies is echter weer in orde gekomen, en circa vijf uur zijn wijl weer onder den brug. Het is een imposant gezicht deze groote brug naar omhoog te zien gaan. D'e vloot is nu uitgerekt tot een zeer lange linie. Wij! hebben een buurman, de Quirinus van den heer Langerak, en on danks het lawaai van den motor wordt een buurpraatje gehouden. Overal en al tijd ontmoet men hartelijke vriendschap. Het is een heel eind dit Balgzandlka- naal. Onderweg pikken wij er een op die motorpech had gekregen en zoo varen wij weer in den sluis, waaruit wij, 's middags waren vertrokken. Voor den sluis hadden wij' een ontmoeting met de driehoeks- en andere meisjes. Wuiven geen gebrek. Als wiji uit den sluis zijln, gaan wij' ons even vertreden aan den kant van het kanaal. De stemming is daar, evenals zaj; den ge- heelen dag is geweest, opperbest. Foto's worden genomen, er wordt gelachen en gestoeid, kortom, men voelt dat onder deze sportmenschen de ware vriendschap heersoht. Na een halfuurtje embarkeeren wij weer, en daar varen wij, huistoe. Samen zijn wij! uitgevaren, samen komen wij weer thuis. De „Tji" meert niet in den haven, maar bij de werf „De Lastdrager". Om zeven uur ligt het bootje vast en het einde van dezen heerlijken dag is ge komen. Het is een prachtige dag geweest voor de Heldersche watersport. Het weer was schitterend en alles werkte mede tot het slagen van het feest. De dag stond in het teeken van prettige kameraadschap. Het is voorzeker een groote aanwinst voor Den Helder dat deze vereeniging er is gekomen en men kan den heer Oool haas o.s. niet dankbaar genoeg zijn, dat ziji hiervoor hun vrijen tijd geven en zich hiervoor zooveel opoffering getroosten. Daarbij komt, dat het voor de jongelui een prachtige sport is. Zooals de heer Bot reeds releveerde, zijn zij altijd druk bezig met de sport zelve en het opknappen der booten, zoodat zij zich niet in verkeerde richting ontwikkelen. Het is ook bevredigend te zien hoe de vereeniging zich ontwikkelt. De heer Heyboer denkt dat het volgend jaar er nog een honderd meter moet worden bij getrokken. Ook is het een goede gelegenheid, zoo als de burgemeester zeidie, om Den Helder naar buiten bekend te maken. Elr is reeds een gast geweest en Maandag wordt de tweede verwacht, n.1. de „Tureluur", een motorjacht uit Amsterdam. D'e gastvrijheid van de vereeniging zal nimmer tevergeefsoh worden ingeroepen, de heer Ooolhaas is bovendien wateroon- sul van den A. N. W. B., zoodat men van alle medewerking verzekerd' kan zijn. Wij spreken dan ook de hoop uit, dat de vereeniging steeds in 'bloei mag toe nemen, en raden een ieder aan die iets voor de watersport gevoelt, en die een vaartuigje heeft, al is het ook maar een kano, den heer Heyboer bet plezier te doen zich bij de vereeniging aan te slui ten. Nu rest ons nog een plicht, onzen dank te betuigen aan de sportvereeniging H. W. N. dat zij ons in staat heeft gesteld dezen mooien dag mede te maken, en een Êersoonljjke dankbetuiging aan den heer ■regman voor zijn gastvrijheid en voor alles wat wij op dezen dag hebben geno ten, en wij hopen van zijn belofte, dat wij een volgende keer weer van de partij mogen zijn, nog eens gebruik te mogen maken. DE DOOD AAN VLIEGEN EN MUGGEN. Een demonstratie met Shell-tox. In tegenwoordigheid van den directeur dor Gun. reiniging, den heer Maas, en van wethouder Smits, had Woensdagmiddag in den paardenstal op het beltterrein aan den rijksweg een demonstratie plaats met bet insecten1 verdelgend middel „ShelL tox", een product, in den handeil gebracht door de N.V. Bataafsche Import Mij1. In den verdelglngisstrijd tegen vliegen, muggen en ander gedierte, dat men liever niet in zij'n woonkamer heeft, is „Shell- tox" een machtig bestrijdingsmiddel, dat vele voordeelen heeft boven de bestaande of reeds bestaan hebbendie middelen. SheLI-tox is het resultaat van wetenschappelijke onderzoekingen, speciaal daarvoor ingerichte laboratoria en is onschadelijk voor mensch en dier. Het heeft, en daarom gaat het tenslotte, onvermijdelijk den dood tengevolge van alle insecten die er mee besproeid zijn. Daar het middel geen vlekken veroor zaakt en onschadelijk is voor alle huis raad en zelfs voor de fijnste stoffen, meu belen en wandversieringen, is het uiter mate geschikt om ook in de woonkamer gebruikt te worden. In tegenstelling met andere bestrijdingsimidelen beeft de vloeistof geen onaangename geur. Door het gebruik maken van het Sbelltox- sproeier, verstuift de vloeistof zóó dat men zelfs geen vochtvlekken ziet. Wij troffen het niet erg bij1 de demon stratie, daar door den sterken Z.Oosten wind er weinig vliegen in den stal waren en déze natuurlijk noodig waren om de deugdelijkheiid van het middel aan te toonen. Toen de vertegenwoordigers van de Bataafsche echter hun spuiten in wer king stelden bleken de insecten nog wel in hoeken en gaten verborgen te zijn en daaruit werden zij te voorschijn gehaald. Na eenige minuten werden de dieren be dwelmd en binnen tien minuten lagen zij dood op den grond. Voor boerderijen en stalhouders lijkt ons het middel in de eerste plaats aangie-' wezen voor de bestrijdingi van insecten, doch ook in die huiskamer kan het uitste kende diensten bewijzen, zooals we hier boven zeiden, en' zij, die last hebben van insecten in hun woonkamers, wenden zich maar eens tot den heer v. Baaren, Spoorstraat, die het middel in den handel brengt. BOOTTOCHT E.S.O.N.A NAAR DE ZUIDERZEEWERKEN EN HARDINGEN. Wij vernemen van eenige passagiers, die de boottocht op Hemelvaartsdag heb ben meegemaakt, dat deze buitengewoon geslaagd is. De boot was geheel bezet, toch niet te vol, zoodat de passagiers behoorlijk bewegingsvrijheid hadden. Dank zij het schitterende weer kon men de geheele reis aan dek blijven, wat met een zeereisje niet dikwijls mogelijk is. Nóch op de heenreis, nóch op de terug reis, behoefde een windzeiltje gespannen te worden. Eerst werd in de richting Wieringen gestoomd, daarna langs den nieuw ge- maakten dijk en vervolgens door een opening langs de andere zijde van den dijk naar Kornwerderzand. Men krijgt al varende een goede kijk op de groote vorderingen van dit imposante werk, waarvoor voor millioenen aan bagger molens, bakken en andere vaartuigen in dienst is gesteld. Men komt onder den indruk van het geweldige kunnen van onze Hollandsohe waterbouwkundigen. Om half één was de boot in Harlingen, waar tot 4 uur werd vertoefd en de pas sagiers ruimschoots gelegenheid hadden de stad te bezichtigen. Een wandeling door het oude stadje met zijn kanalen en onde gebouwen loont zeer zeker de moeite en meer dan één passagier was jaloersch op het kleine, maar keurig onderhouden plantsoen. Men vroeg zich onwillekeurig af, waarom in Harlingen, waar de zeewind toch ook geweldig kan blazen, een dergelijk plantsoen wel, en hier blijkbaar niet is te maken. Eenige ondernemende heeren hadden nog kans gezien een bezoek te brengen aan Franeker, ter bezichtiging van het beroemde planetarium. De terugreis werd precies om 4 uur ondernomen. Hët was een lust om de vergenoegde gezichten aan boord te zien. De boot gleed geruischloos over het spie gelgladde watervlak, en men genoot van zon en zee, terwijl de aan dek opgestelde luidspreker het concert van Hilversum weergaf. Later kwam Vaz Dias met de nieuwsberichten, zoodat de passagiers zelfs tijdens hun zeereis op de hoogte bleven van de wereldschokkende gebeur tenissen, als auto-botsingen, voetbalwed strijden, enz. Het was 8.15 'savonds, dat de boot aan het Havenhoofd meerde, verwelkomd door zeer Veel belangstellenden. De deel nemers hadden maar één roep het was een heerlijke dag, dat doen we een vol gende maal weer! EEN ONAANGENAME GEWAAR WORDING. Woensdagmiddag waren eerige werk lieden van de gemeente bezig met de rioleering aan de Spoorgra«ht. Op een gegeven oogenblik trok een der mannen plotseling met een gil zijn hand terug en ontdekte aan zijn vinger een groote rat, die gelukkig den vinger losliet en het hazenpad koos. Bij verder graven vond men het nest van het dier, dat in- tussehen een veilig heenkomen had ge zocht aan den kaaaalkant. WINKELNIEUW 8. I Heden opent de heer Hosselaar, in per ceel Langestraat 7ïa, een nieuwe winkel. De heer Bosselaar dreef reeds geruimen tijd in hetzelfde peroeel een zaak ln radio-toestellen en -artikelen. Hij had daarvoor étalage-rnimte in zijn voorkamer gemaakt. Nu is de voorpui echter weg genomen en is daarvoor in de plaats ge komen een winkelpui, waardoor het voor- aanzicht heel wat verfraaid ia. Behalve radio-artikelen, heeft de heer Bosselaar nu ook electrisehe benoodigd- heden in zijn zaak en is deze dus uitge breid. Het peroeel werd verbouwd door den heer v. d. Wal. De heer B. zorgde zelf voor het sohilderwerk en het aan leggen van de eleotrische installatie. Het geheel maakt een prettigen indruk en de Langestraat is hierdoor een aan- trekkelijken winkel rijker geworden. Waar de heer Bosselaar reeds bekendheid heeft in de omgeving, zal zijn nieuwe «aak zeker tal van cliënten trekken. AANRIJDING. Een witte beweging. Woensdagidiag reed1 een meisje met een emimer witkalk in de hand op de fiets in Hoogstraat. Zij: wilde de Spoorstraat in rijden, doch, verzuimde hiervoor te bellen. Juist reed in de Spoorstraat een jongen met een flinke vaart in de richting Molenstraat. Bij het paseeren van de Hoogstraat ver zuimde hij ook te bellen en Let een bij het ander veroorzaakte een aanrijding. De witkalk werd over de straat en de kleeren van Let meisje uitgestort, terwijl ook het voorwiel van haar fiets werd ver bogen. De vliegende Hollander kreeg een gat in zijn knie. Het geeft misschien wel niets, maar w'jji zouden toch nog wel eens willen wijzen op het feit, dat de verkeersregelen er zij!n om nageleefd te worden. De tombola, die Zondag j.1. tijdens het jubileumfeest van de Harmonie Kunstzin* alhier gehouden is, heeft op gebracht f 69.70. Het zoo gevreesde mond- en klauw zeer heeft, naar wij vernemen, ook hier zich weer geopenbaard, en wel op het bedrijf van den heer P. K. POLDER CALLANTSOOG. Op Vrijdag 6 Juni a.s., des v,m. 10 uur (oude tijd) zal een vergdering van stem gerechtigde ingelanden van den piolder Callantsoog worden gehouden, ten Luize van den Leer P. de Haan, Dorpskoffie- huis te Callantsoog. De agenda vermeldt de 'volgende punten Opening en notulen. Mededeelingen. Verzoek om vernieuwing erfpacht van H. Kooger. Verslag der commissie tot nazien der rekening over 1929. Vaststelling begrooting 1930. Rondvraag en sluiting; CHR. MUZIEKVEREENIGING „SOLI DEO GLORIA". De Ohr. MuziekvereenJging „Soli Deo Gloria" heeft op het op Hemelvaartsdag te Wormerveer gehouden concours den eersten prijs ibehaald met 830 punten. Burgerlijke Stand van Schagen van 2228 Mei 1930. GEBOREN: Ella Jannie, d. v. J. M. Kweldam en O. Bleek; Antonius Petrus Miaria en Adrianus Johaunes Maria, zoons van O. L. van Steen en O. G. Mientjes; Oornelis Arie, z. v. J. P. Blaiuboer en G. Smit. Gevonden: een autoband. Verloren: een tasohje, een porte- monnaie met eenig geld. De Bond van ambtenaren van het Bln- nen'landsch Bestuur in Nederl.-Indlë heeft den heer B. Roep, voorheen te Scha gen thans lid van den Volksraad en Ge delegeerde in Indië, voor de diensten' den Bond bewezen, benoemd tot eerelid. De le prijs voor de beste productiekioe in Frankrijk is toegekend aan een Ne- derlandsche koe. Het rund had in 300 dagen 9681 kilo melk en 431 kilo boter met een gehalte van 3.49 gegeven. WEKELIJKSCHE CAUSERIE. Er heerscht op allerlei gebied een ge weldige concurrentie of anders gezegid een strijd oan het bestaan. En waar die strijdende partijen geen kans zien de tegenpartij te verdringen, nog liever om hem te vernietigen, wordt om het hardst geroepen om den steun der wetgevende machten. Daar een ieder meent bijstand noodig te hebben, weet de regeering van stad en lande niet welken kant zij hulp moet verleenen. Protectie roept de een, die tegen de concurrentie van bet buiten land niet bestand is, vrije handel, roept de koopman, die van afzet en uitvoer be staan moet, de daarbij wel weet, dat pro tectie en tarieven alles duur maken. Wie klappen wil uitdeelen, moet bereid zijn ze te ontvangen. Zoo zijn er thans, die den invoer van Deensch vleesch willen belem meren, maar voor zichzélf den weg naar België willen ophouden. Om dien weg voor den Hollander te versperren heeft

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 15