Voor de Kinderen
Ons Kinderverhaal.
t
n.
in de kleur der Japon, op elkaar en opzij
tot een vlugge strik gelegd.
Vele der fijnere wollen toiletten zijn
niet zijden borduursel versierd. Als de
iapon een licht kraagje heeft, is dit in de
ileur van het borduursel gekozen. Een
Japon van maine blauwe serge, die met
borduursel in grijs en koraalrose is ver
sierd, heeft b.v. een koraalkleurig kraagje
Zeer gekleede japonnen zijn dikwijls
met echte kant versierd. Op zwart zijden
toiletten is dit zelfs de voornaamste gar
neering. Om de fijne kant goed te doen
uitkomen wordt ze niet op, maar in de
stof gezet.
Voor avondjaponnen Is een nieuwe, met
altijd even fraaie garneering in zwang
gekomen, nJ. het aanbrengen van fijne
figuren, vruchten en bloomen door mud-
del van lint. De steeltjes zijn in kralen
geborduurd',
Wat het ondergoed betreft, hiervoor
wordt weer heel veel EngeLsch borduursel
genomen, in zijde of glansgaren uitge
voerd, voornamelijk in blauw of ro9e stof.
Langs een puntig uitgesneden hals
wordt een band van borduursel aange
bracht, die zich aan één zijde op het hemd
of de onderjurk voortzet
W ILHELM INE.
Onze lezeressen, die uitvoeriger wen-
schen ingelicht te worden over de laatste
mode, zoowel voor dames als kinderen,
raden wij dringend aan een abonnement
te nemen op „Het Nieuwe Modeblad".
Dit uiterst practische Nederlandsche
modetijdschrift, hetwelk ook een schat
van gegevens biedt voor handwerken in
alle genres, is bij de uitgevers dezer Cou
rant tegen sterk gereduceerden prijs ver-
krijebaar.
De abonnementsprijs van het Nieuwe
Modeblad, 2 maal per maand verschijnende
in 16 bladzijden met telkenmale 2 gratis
knippatroonbladen, bedraagt slechts 0.95
per kwartaal, franco per post 1.25.
wordt. Ons voorbeeld (no. 1) was bewerkt
met bruin b^'ge en geel en werd gedragen
op een samon-kleurige jurk.
Heel aardig zijn ook de strandjurkjes
gemaakt van groote bonten zakdoeken en
aangevuld met breede zoomen van effen
zachtjes „graag, mevrouw", wriï?
katoen in passende kleur. Als. men hand g ,eheel overstemd werd door
:s heeft men t oi en (h-m - ke's uitgelaten: „Dolletjes, mams. Leuk b«
een alleraardigste apparte ^andjwt jn - -
die vooral tegen het grauwe Jtand een leuk
vroolijk effect maakt. Brens.
j
de opzettèrtjes, 'dan zijn'dat de poppen
koekjes!"^—^———I
Strand-kleeding.
Hoewel ik zal 't maar eerliijk op
biechten er in m'n onmiddellijke nabij
heid een lekker zacht vuurtje brandt, ter
wijl ik over het onderwerp voor m'n
Mod'e-babbeltje zit na te denken, zegt de
datum, die de kalender aanwijst, me toch
dat we wel eens aan onze strand-kleeding
mogen gaan denken.
Voorloopig zegt de datum alléén ons
dat, maar wie weet hoe spoedig de heer
lijk verwarmende zon een woordje mee
gaat spreken: We nemen gauw afscheid
van MeL Juni heeft ons al vele jaren heel
mooie dagen gebracht en als hij nu weer
zoo vriendelijk wil zijn, dan zullen we
daar heel dankbaar voor zijn en ook voor
't feit dat onze frissche linnen strandjurk
en strandleven gedaan wordt dan vroeger,
Is het wel de moeite waard om ook hier
aan iets van onze gedachten te geven ten
opzichte van onze kleeding daarvoor.
De jonge meisjes blijven graag zóó in
hun badpak in de zon liggen piepen, maar
de meer kokette dame en ook diegene die
het enkele badpak gênant vindt, dragen
graag voor 't zelfde doel een aardige jurk.
Welnu er is moois genoeg, ieder kan
haar eigen zin volgen.
Erg in den smaak vallen de jurken met
bijpassende shawl. Als de jurk van rand-
stof gemaakt is wordt de shawl van de
effen stof gemaakt en aan de beide uit
einden gegarneerd met een stuk van den
rand.
Biji een jurk van effen stof wordt door-
al kant en klaar in onze kast hangt. Want
als we een dagje prettig frank en vrij aan
't strand willen bivakkeeren dan moeten
we niet gehiigjerd worden door angst voor
onze kleeren. Dart komt een makkelijke
waschbare jurk ons juist van pas.
En al is die jurk makkelijk en wasch-
baar, evengoed kan deze sierlijk en ge
zellig staan. Haast iedere kleur flatteert
tegen 't grauwe zand, dus men behoeft
uitsluitend rekening te houden met wat
zichzelf flatteert. En er zijn leuke kleu
rige linnens en zephirs te over en dito,
dito modelletjes evenzoo.
Nu er zooveel meer aan strandverblijf
Bij deze bemoedigende opmerking
wenkte hij; twee mannen, die naderbij
traden en mjj vastgrepen.
In weerwil van mijn verzet en onschuld-
betuigingen werd ik naar het bosch ge
sleurd, begeleid door de geheele gewapen
de bende, die zich onderweg den tijd kort
te met onderling op vrij heftigeft toon te
beraadslagen over de beste manier om inij
van kant te maken.
Enkelen waren er voor, het touw een
voudig over den tak van een boom te wer
pen en mij op te hjjschen, maar de meer
derheid verklaarde zich voor de goede
ouderwetsche methode om inij op een
paard te zetten, met het touw aan een tak
gebonden om mijn nek en dan het paard
met een paar flinke zweepstriemen onder
mij vandaan te halen.
Als in een droom liep ik voort, aan alle
kanten door de gemaskerden ingesloten.
Eindelijk commandeerde de aanvoerder
halt onder een grooten noteboom, dien hij
voor het doel uitstekend geschikt achtte.
De maan* scheen helder door hot loover,
gaans een mooi harmonieerende geruite
shawl genomen. Ookde vierkanten doek
jes worden met voorliefde gebruikt en
van de zelfde stof als de jurk en op de
zelfde manier gegarneerd, 't Spreekt van
zelf dat deze onderdeden iets gezelligs en
zwierigs aan de figuur geven.
Mjooi zijn ook de zelfbewerkte stellen
van vest, das en tasoh. Hiervoor wordt ge
bruikt jeen zeer grove tule en deze wordt
met drie a vier kleuren wol in een heel
eenvoudig patroon doorstopt. Het mooi
ste is één kleur te houden in afloqpende
tinten, in ieder geval geen sterke contras
ten, daar anders het geheel veel te bont
Beste jongens en meisjes!
Deze week heb ik niet veel tijd om jullie
te schrijven en zal je je dus met een
klein brief jé tevreden moeten stellen.
Zoo'n feestdag midden in de week is wel
heerlijk, maar ik kan eigenlijk niet zoo'n
heelen dag imissen voor mijn werk, dan
kom ik tijd te kort om klaar te komen en
schrijf dus ook wat minder aan jullie. Ik
wist dat de raadsels gemakkelijk waren
en vandaar dat ik er drie gegeven heb.
Ook deze week zijn ze niet moeilijk en
het is alweer de laatste keer voor de ver
loting. Ik ben, denk ik, wel net zoo be
nieuwd als jullie, wie er deze maand
prijswinnaars zullen worden. Nu, dat
hoor je d)e volgende week wel weer.
Jo Citteur. Jij wilde dus weten, Jo, hoe ik
er achter gekomen was, dat jij en Betsy vrien
dinnetjes waren. Nu, dat was nogal eenvoudig,
jullie hadden n.1. op een zelfde schriftvelletje
je raadsels ingezonden en nu bleek mij direct
dat deze twee velletjes aan elkaar hadden ge
zeten en was het dus vanzelf dat jullie met
elkaar omgingen en dus vriendinnetjes waren.
En hoe het kwam, dat ik veronderstelde dat
jullie in dezelfde klas zaten kan ik Je ook gauw
vertellen. Jullie schrijven bijna hetzelfde, nu
meende ik dat bij dezelfde onderwijzer schrijf-
les had. Dit laatsite was dus.niet zoo. Nu, dag
hoor, tot een volgenden keer.
Betsy Kerkhoff. Jij moet me eens schrijven
hoe jij dat geheim wist, dat wilde ik wel graag
van je weten, Betsy. Je hebt goed geraden
dat het Annie v. d. Brink was, die ik op den
Ruyghweg zag.
Als je eigengemaakte raadsels instuurt,
spreekt het vanzqlf dat je ook telt bij de
goede oplossers, als het raadsel van je in de
krant staat, anders zou toch geen enkel
vriendje of vriendinnetje meer eigen gemaakte
raadsels inzenden.
W. en C. Franse. Waarom is het deze week
voor het laatst dat jullie mei oplossen mee
doen? Ga je soms naar een andere stad ver
huizen? Schrijf me dat de volgende week eens.
Ik feliciteer jullie nog wel met den verjaardag
van je moeder.
Annie v. d1. Brink. Dat was me even een dik
ken brief, dien ik van jou kreeg, Annie. Nu ik
jou ontdekt 'heb, dacht je zeker dat je het mij
ook had, hè, maar ik ;geloof dat je. toch een
verkeerden kindervriend voorhebt, want toen
wij jou buiten zagen kwam je niet pas de deur
uit, maar was je al buiten aan het spelen.
Brpertje mag je wel eens zien, hoor, en als
we nog eens langs den Ruyghweg komen en
we zien je buiten, zal ik je wel eens roepen,
maar dat zal voorloopig wel niet gebeuren,
daar we nog een week of zes. op Huisduinen
wonen. Dat is voor broertje heerlijk. Hij heeft
al erge bruine beenen en krijgt bijna net zulke
rooie wangen als jij. Er zal dus tot mijn spijt
ook wel niet veel van komen dat ik jullie uit
voering bezoek, daar ik dan 's avonds heele-
maal van Huisduinen moet komen, en altijd
weinig tijd heb.
Nu, dag hoor, je schrijft me het evengoed
nog maar eens, wanneer de uitvoering plaats
heeft.
Gita Spaans. Je moet me eens schrijven
waar je opa woont, dan ga ik misschien wel
eens even naar hem toe, om een stukje te
schrijven, als hij tenminste een van de be
kende redders is.
Ties Pluyter. Ik zou wel eens willen weten
of jij werkelijk geen ondeugende jongen bent.
Bijna alle jongens zijn het, dus jij vast ook wel.
Fijn voor je dat je een fiets krijgt. Is je vader
al thuis uit de Oost?
Kindervriend.
VRIENDELIJKHEID BELOOND.
Een paard rustte uit voor een herberg en
had een zak haver van zijn baas gekregen. Op
een afstandje zat een mager muschje en vroeg
of het mee mocht eten. Het mocht, want het
paard had er niets tegen. Toen dc musch zijn
buikje had volgegeten bedankte het muschje
en ging in een boom zitten. Een poosje later
zag het muschje dat het paard stond te trap-
rpelen van pijn. Zijn rug zal vol vliegen. Met
een sprong was het m/iischje op den paarden
rug en hapte eenige vliegen op, tdrwijl de
anderen verschrikt wegvlogen. Het pahrd be
dankte op zijn beurt.
ALBERT TOL, 9 jaar,
Van Limburg Stirumstraat no. 25.
veranderde de lange lianen en neerhan
gende tressen van Spaansche mos in
reusachtige zilveren draperieën en over
goot het tooneel met een tooverachtigen
glans, die mij onder andere omstandig
heden zeker met verrukking zou hebben
vervuld; het eenige gevoel, dat die aan
blik nu in mij opwekte, was een aandoen
lijk gevoel van spijt bij de gedachte, hoe
schoon de aarde er in dat zachte maan
licht uitzag, en boe hard het was, dat alles
voor het laatst te zien.
Er werd mij echter niet veel tijd tot na
denken gelaten. Zij grepen mij aan, bon
den mijn handen op den rug vast, een
handdoek voor de oogen, en tilden mij op
een ongezadeld paard; daarna voelde ik
een strop over mijn hoofd, en hoorde een
man boven mij in den boom klimmen.
Nu de dOod onvermijdelijk scheen week
mijn angst om plaats te maken voor een
onverzettelijk besluit om moedig te ster
ven. Eindelijk, toen alles naar hun zin be
redderd was, richtte de woordvoerder zich
weer tot mij.
„Zie zoo, Britisher, alles is in de puntjes.
Nu zullen we je tien minuten alleen laten,
om te bidden en met de wereld af te reke
nen, en dan den ouden knol onder je van
daan ranselen. Heb je soms nog iets te
zeggen?"
Ik venvaardigde mij niet hem te ant-
w oord en en zij lieten mü alleen. Bidden!
ik kon het niet, mijn hereens waren als
verlamd, ik kon zelfs niet denken. Mijn
gedachten vlogen ii, het wild rond, van
mijn ouderlijk huis naar de kostschool,
waar ik mijn jeugd had doorgebracht; van
den boer, die mij in den landbouw had on
derwezen, naar mijn aanstaande, die in
het vaderland wachtte, totdat ik als rijk
grondbezitter haar zou komen halen als
mijn vrouw het eene oogenblik zaten
mijn gedachten reeds op de boot, die mij
in haar armen zou voeren, en het volgen
de was ik benieuwd of mijn lichaam er
zou worden afgenomen, eer de gieren zich
eraan vergastten.
Beste mijnheer.
Een school kent ieder kind
En menigeen die 't er niet kikker vindt
Een schol dat is een visch
Dat heb ik vast niet mis.
Wie goed doet, goed ontmoet
Dat is een spreekwoord, dait geeft moed
Troost is er noodig als men neeit verdriet
Een roos is een bloem, die f jfoeit niet tusschen
't riet.
GRIETJE STAALMAN.
HOE LOEKIE EEN
VRIENDINNETJE KREEG.
Loekie was een allerliefst klein meisje,
dat eigenlijk maar één gèbrek had: ze was
verlegen, heel erg verlegen. Ze voelde zich
alleen maar op haar gemak thuis bij
moeder, vader en Maria, het dienstmeisje.
Buiten spelen durfde ze niet uit angst
voor „al die vreemde kinderen". Wel in
den tuin met haar eige>n poppen en dieren
en met Miesepoes. Bij Oma en bij tante
Jeanne, Oom Tom en hun kinderen Nel
en Bert, op bezoek gaart, vond Loekie al
tijd een beproeving. Iedereen deed dan
moeite haar op haar gemak te zetten, maar
het scheen wel of Loekie dan hoe langer
hoe ineer verlegen werd. De meeste koe
ren bleef ze onbeweeglijk bij moeder staan
en verborg haar blonde krullebol in irïoe-
ders schoot, als iemiind wat tegen haar zei.
Op een keer ging Loekie verhuizen
Wat was me dat enn drukte. Loekie zelf
moaht haar poppen kinderen en haar die
ren naar het nieuwe huis brengen in een
groote trekwagen en daar allemaal weer
uitpakken en een plaatsje geven in de
serre, die Loekie'^ speelkamer zou wor
den. Moeder en Marie hadden het natuur
lijk ook erg druk met uitpakken en plaat
sen van allerlei dingen, zoodat moeder,
toen ze een briefkaart geschreven had,
aan Loekie vroeg, of ze die even in de
brievenbus wilde brengen aan het eind
van de laan. Ja, dat wilde Loekie wel: er
was niemand iri, de laan te zien eh .zoo'n
boodschap vond .ze wel gewichtig.
Daar stapte ze al heen en daar was ze
al hij de bus .„In de bovenste" had moeder
gezegd. Ze koiji er net bij. Hoor daar viel
de kaart. En tiu hard loopen terug. Wip
het tuinhekje In, langs de zijkant van het
huis, de serredeur openschuiven en dan..
„Dag! Henlk, dat je zoo gauw komt.
Heeft mams verteld, dat ik nog niet buiten
mag? Over drie dagen, zegt oom dokter.
Dan kom ik lp li jou kijken". Zoo babbelde
een meisje, ifaast even groot als Loekie.
Deze bleef verbaasd staan en vroeg toen:
„Hoe kom je hier? Wie ben je?" Zonder
verlegen te worden.
„Wel ik woon hier toch", antwoordde
het andere ineisje, op haar beurt verbaasd.
„Vlak naast jullie.. Ik heet Mieke en hoe
heet jij?"
„Loekie, maar., maar woon Ik hier
naast. Dap ben ik verkeerd geloopen. Ik
ga gauw naar huis. Dag!"
„Hè, nee/Xroekie. Blijf nou wat bij me.
Ik ben zoo alleen. Ik was net zoo blij, dat
je kwam".
„Even aeai moeder vragen dan", zei
Loekie. „Anders weet ze niet, waar ik
blijf!"
„Ja, gauw dan maar. Je komt toch dade
lijk terug hè?"
„Goed'j, antwoordde Loekie.
Vlug liëp ze nu naar huis en vertelde
opgewonden aan moeder: „Ik ben het ver
keerde h'uis ingeioopen, moeder. Dom hè.
Maar er m zoo'n leuk meisje hiernaast en
ze vraagt of ik kom. Mag ik, moeder?"
„Zeker schat", zei moeder, haar verbazing
verbergend. „Ik had juist wat opzet-
biskwietjes voor je gekocht. Neem ze maar
mee. Eh kom je om vijf uur thuis?"
Ja, moeder. Dag!" En weg was ze.
Wat speelden de nieuwe vriendinnetjes
samen heerlijk met de poppen en dieren
van Mieke en het lekkers van Loekie. Die
dacht biet aan haar verlegenheid. Het was
of ze Mieke al heel lang kende.
Na een poosje kwam Mieke's moeder
thuis.' Dat was weer even een heel moei
lijk ologenblik voor Loekie, maar toen
mevrouw heel gewoon zei: „Dag Loekie,
dag Mieke. Heb jullie ook zin om met het
theeserviesje te spelen?" toen zei Loekie
Mijn geheele leven ging tot in de klein
ste bijzonderheden in die enkele minuten
mijrt geblinddoekte oogen voorbij.
Minuten! 't waren uren, en nog steeds
lieten mijn beulen op zich wachten. Ik ver
langde er naar het gieren te hoeren van
de /zweep als het snoer door de ludht suis
de om de 11 anken te striemen van het
1 es was verkieselijker ,dan deze
onduldbare spanning, die de sterkste
zenuwen zouden hebben geschokt. I)e
angst kreeg weer de overhand.
uaf'htftli'ike stilte- al'een verbroken
dpor het verwijderd gekwaak van een
kjkvorsch, was ondraaglijk. Een paar
nkalen bewoog mijn paard zich even, maar
hft was zeker een dier cow-!x>y ponies
stil tl°j Ked?8Se®rd uren achtereen
Wil te staan, terwijl zijn ruiter de kudde
laat grazen. uuue
Eindelijk na een tijdruimte, die mii een
eeuwigheid toescheen, maar in werkeliik
Oogstens twintig minuten had ge-
iwiciv.iuo*
Nu speelden ze nog fijner dan eerst
Ze waren om beurten visite en mochten om
beurten thee schenken. 1 ee keer vulde
Mieke's moeder nog theepot, suikerpotje
en melkkannetje, terwijl ze lachend zei
dat die poppekinderen zeker erg veel zout
ia hun et n gehad hadrien, zóó dorstig
waren ze.
Toen liet vijf uur sloeg, schrok Loekie
ervan en riep uit. „Nou- moet ik al weg
Jammer hè. Maar ik kom morgen weer'
tot je heelemaal beter bent, hè. Mag pj'
mevrouw!"
„Zeker kindje. Ik ben erg blij, dat Mieke
zoo'n lief vriendinnetje heeft 'gekregen".
Loekie vertelde opgewonden aan moeder
van de theevisite en van Mieke en haar
moeder, die zoo maar wist, dat ze Loekie
heette en dat ze den volgenden dag weer
mocht komen.
Moeder lachte stilletjes en s avonds,
toen Loekie sliep vertelde ze aan vader:
Ik geloof, dat onze kleine schat haar
verlegenheid zal afleeren met hulp van
onze buren. Toen Loekie bij Mieke ging
spelen zag ik mevrouw van Manders haar
tu.n binnengaan. Ik stapte naar buiten,
0111 even kennis te maken en vroeg haar,
of ze alsjeblieft wou doen. of ze het heel
gewoon vond, dat Loekie bij haar doch
tertje speelde. Het leek met de eenige
manier, 0111 Loekie over haar verlegenheid
heen te helpen en.het schijnt prachtig
geholpen te hebben. Misschien leert Mieke
haar wel die lastige verlegenheid af!"
En zoo was het ook. Later, toen Mieke
weer buiten speelde trok ze altijd Loekie
mee in het spel en het duurde geen drie
maanden of Loekie was even vrij en
vroolijk als haar leuke vriendinnetje! j
RAADSELS.
t
Oplossingen der vorige raadsels.
1. school schol.
2. Wie goed doet, goed ontmoet.
3. troost roos.
Goede oplossingen van beide raadsels
ontvangen van:
J. A., II. A., M. B.. A. v. d. B., J. C., W.
en C. F., R. G., J. G L. H„ B. K., A. K.,
M. K., T. P., T. PI., A. R., G. S., K. J. S.,
G. H., J. K. S., A. T., J. v. d. V., J. en P.
W., B. Z.
Zelfgemaakte raadsels ontvangen van:
Annie R. en Gita S.
Nieuwe raadsels.
Mijn geheel bestaat uit 32 letters en is
een bekend spreekwoord.
I.
30, 27, 29, 28 is een heerlijke drank.
Eik kind moet zijn 4, 5, 17, 18, 9 14 lief
hebben.
Den 10, 11, 18 gaat snel voorbij.
Van 12, 21, 18, 19, 20 krijgt men bloemen.
Het koren kan men 1, 21, 22, 2, 3.
15, 16, 19, 18, 25, 20 is zwaar werk.
Mijn broertje 8, 9, 6, 7 Piet.
Met den 26, 14, 13, 31, 20 rijd ik graag.
Een 24, 21, 21, 23 kan snel loopen.
32 is een medeklinker.
Ingez. door Leen D.
Wat wordt een moor als men hem met
wann water wascht.
Ingez. door Ton^B.
De ontmoeting.
v
Een jonge man bood den redacteur van
een tijdschriit een gedicht aan.
Ik vind het buitengewoon mooi, was
de uitspraak. Hebt ge het zelf gemaakt?
Heelemaal zonder hulp.
Ja, mijnheer, zei dé jonge man, van
den eersten tot den laatsten regel.
De redacteur stond eerbiedig op.
Wel mijnheer de Genestet, zei hij,
het is me een eer u te ontmoeten, ik dacht
dat u al jaren dood was.
Een fabrieksdirecteur, die altijd op
voet van oorlog stond met den plaatse-
lijken directeur van het' postkantoor, om
dat deze in de soos altijd zoo enorm bil
jarten kon en altijd lollige moppen wist
te vertellen zou op z'n beurt deze lieve
ling van de soosmakers eens 'n hak zet
ten.
Zeg eens, Van Kruimelen zeid#
hij Nou moet je mij eens vertellern
waarom ik gisteren dat postpakket zoo
razend vlug bezorgd heb gekregen....
Iedereen weet toch dat het anders wel
dagen duurt op jouw kantoor....
Dat komt antwoordde Van Krui
melen zonder zich te bedenken, omdat
er iets in dat pakketje tikte.zie je. Ze
dachten op 't bureau, dat er 'n tijdbom
in zatl
duurd, kon ik het niet langer uithouden.
lot wanhoop vervoerd dreef ik mijn hie
len in de flanken van het paard. Het deed
een sprong voorwaarts, een oogenblik
voelde ik den strop oim mijn hals dioht-
ivnellen, daarna sleepte het touw achter
mij mee. Het gemak waarmee ik mijn ar
men bevrijdde, bewees mij dat het koord
van te voren losgemaakt of gedeeltelijk
doorgesneden was. Ik rukte de blinddoek
^an mijn oogen. Ik was alleen. De teugels
mgen los op het paard, dat ik voor een
1 an mijn eigen paarden herkende, en stap
voets den weg naar zijn stal insloeg.
Ik trad mijn hut 'binnen. Een davereno
gelach begroette mijn komst! Toen eerst
begreep ik, dat ik het slachtoffer van een
afschuwelijke wreede grap was geweest»
Ik was woedend; met gebalde vuisten
deed ik een stap voortwaarts en zeker ion
ik een moord begaan hebben, indien J*
niet op dat oogenblik bewusteloos wa
neergezegen. De reactie was te sterk ge
weest.
EINDE.