C. DE BOER JR
Een emigrantentehuis te Genua
ingestort.
Goede manieren in Amerika.
tijdschriften en weekbladen
Nieuwe Uitgaven.
Xc riskI«:tiK 3Sis"4
had laten stoppen, een bewijs, dat zij zelf nold Rothstein een beroeps-speler en
de gevaarlijkheid ervan inzag. Oon te be- dranksmokkelaar, die echter werd er-
zuinigen heeft zij later de treinen weer n.oord. Ook Moran was vermoord, n.i. op
door laten rijden, zij het ook met vermin- b Aug. van het vorige jaar en n t lyK vas
derde snelheid. Zij heeft aidus een af- tot onhei kenbaarheid toe verbrand in de
doenden maatregel door een niet afdoen- auto, waarin men hem had meege
den vervangen. Zjj had, als het stoppen Am.a Urbas wist ™ie het we
te duur kwam, den overweg van een be- Moran „mee uit ryden haiw
hoorlijke afs.uiting moeten voorzien. Dit en van oieheden zyn
ilWl iJJiVC «AOiUiting UlUtllWl --
heeft zij verzuimd, draagt dus een deel zelf omgebracht.
van de schuld aan het ongeluk en wordt Al deze moort tiiusrhen een
veroordeeld een vierde te vergoeden van de v®ete die er welker
de schade, die de verongelukte heeft ge-«ro P dranksmokkelaars aan weneer
Al deze moorden hielden verband met
leden.
hoofd Rothstein stond en de concurree-
Met dti vonnis was de zaak nog niet uit, ^nde ^^^.j^^'^^geëfec^ocütferd
want nu was het de spoor, die in hooger "j?na'
beroep ging Maar het ^ksger^ht te -« dood rouwde Anna Urbas
I/ftipzig, de hoogste rechterlyke instantie Jfln drie d later )i(finK» zij met
1 r-i riniittnliQ MlV hP.P.ft t.PTlSl OttP fllt j;
in het Duitsche rijk, heeft tenslotte dit
vonnis bekrachtigd en bovendien het ver
zoek om revisie, dat de spoorwegmaat
schappij had ingediend, afgewezen.
Het practisch effect van dit vonnis is
voorloopig, dat de koopman een vierde
van zijn eisch tot schadevergoeding inge
willigd krijgt, [maar dat het op den duur
voor de heele kwestie van de onbewaakte
overwegen van uitnemend prinoipieel ge
wicht is, het behoeft geen betoog.
Twee dooden en tal van gewonden.
Het internationaal emigrantentehuis
aan de haven van Genua is Maandagnacht
door onbekend gebleven oorzaak inge
stort. Er zijn reeds 50 gewonden gebor
gen. Onder het puin moeten zich nog on
geveer 40 menschen bevinden
Betreffende de instorting van het hotel
Cristoph Golumbus, wordt nog nader ge
meld, dat zich 's middags ongeveer 200
emigranten in het gebouw bevonden. Be'
halve de reeds genoemde nationaliteiten
waren er op het tijdstip der instorting
ongeveer 70 Italiaansche reizigers aan
wezig. Tegen den avond, toen het grootste
deel der bewoners zich ter ruste wilde
begeven, stortte plotseling het dak van
het huis in, even later gevolgd door de
bovenste verdieping. Er ontstond een
paniek en overal weerklonken de kreten
der gewonden, die onder de puinhoopen
lagen. Terwijl de brandweer trachtte het
ruimingswerk te beginnen, stortte kort
daarop het geheele gebouw in en werd
ook de geheele reddingsbrigade onder het
vallend gesteente bedolven. Deze kon
echter gered worden. In tegenstelling met
de eerste berichten zijn er tot dusverre
slechts 2 dooden. Gebleken is, dat het
hotel verbouwd werd. De leider van de
verbouwingswerkzaamheden en de pach
ter van het hotel zijn gearresteerd.
LORD DEWAR'S NALATENSCHAP.
De onlangs gestorven whiskymagnaat
Lord Dewar heeft, voor zoover totdusver
na te gaan is geweest, een vermogen van
5 millioen nagelaten.
Zijn neef John Arthur Dewar, een bui
tengewoon schrander zakenman, van wien
de testateur erkent dat hij zijn stokerijen
van veel dienst is geweest, krijgt 1 mil
lioen, vrij van successie-recbten, vier van
zijn landgoederen, al zijn schilderijen,
huisraad, stamboekvee, enz.
Van de rest komt twee derden weer
aan dien neef en een derde aan Lord
Dewar's nichten.
Aan successie-rechten zal nog volgens
de oude schaal 2 millioen betaald moe
ten worden.
BESTIALE OUDERS.
Kind tien Jaar ln een varkens
stal opgesloten.
In een plaatsje van Slowakije verdween
ongeveer tien jaar geleden plotseling het
zesjarige zoontje uit het eerste huwelijk
van den gemeenteherder. Thans is het
kind door gendarmes in een varkensstal
gevonden, waarin de herder het op aan
stichten van zijn tweede vrouw tien Jaren
geleden opsloot. Het kind bevond zich in
een erbarmelijken toestand. Het is gedu
rende zijn gevangenschap dusdanig ver
dierlijkt, dat hij niet meer spreken kan
en niemand, ook zijn vader niet, herkent.
Alleen de stiefmoeder, die hem dagelijks
brood, aardappelen en water bracht, her
kende hij.
GEEN BIOSOOOPDRAMA MAAR EEN
ECHTE TRAGEDIE.
Er bestaat misschien een „nlmenach
de Gotha" van de Amerlkaansche mls-
dadigerswereld en haar oorypheeën, al
kennen wij er geen. Want er bestaat voor
het doen en laten, voor de antecedenten
en voor de relaties (zoowel de officieele
als demorganatische") van de hee-
ren- en damesbandieten in groote steden
een ander, die ook weer spoedig vervan
gen werd, enz.
Maar voor de kringen in welke zij ver
keerde praatte zij te veel en wist zij te
veel. En nu Is dan haar lijk opgevisoht,
omwonden met koperdraad.
WAT WE DIENEN TE WETEN.
De voorloopera van ons papier.
In de eerste tijden, waarin 's menschen
gedachten door zekere karakters of let
ters uitgedrukt werden, schreef men op
metalen platen of stukken ivoor. Vervol
gens leenie men dunne dierenhuiden be
reiden tot een soort perkament, vrijwel
gelijk aan het perkament, dat ook thans
nog, maar nu slechts bij uitzondering,
wordt gebruikt. Later maakte men ge
bruik van een stof, die door de papyrus-
plant geleverd wordt. De uitvinding om
van plantenvezels papier te maken, werd
zoowel in de nieuwe- als in de oude wereld
gedaan, want toen de Spanjaarden in
Mexico kwamen, vonden ze de inboorlin
gen van dat land in het bezit van een
plantaardig vlies, dat ze gebruikten om
er op te schrijven. Het was de gemakke
lijk los te maken en af te halen huid van
de dikke bladeren der Agave Americana,
een plant, die veelvuldig in die streken
groeit.
Zeer waarschijnlijk is in de oude wereld
de kunst om van plantenvezels papier te
maken, door de Chineezen uitgevonden.
De Perzen leerden die kunst omstreeks
het jaar 650; een halve eeuw later kwam
ze in het bezit van de Arabieren, en door
deze laatsten werd zij naar Spanje over
gebracht, vanwaar ze zich verder over
Europa verspreidde.
In 't eerst gebruikte men in het Oosten
voor de papierbereiding slechts planten
vezels of houtsplinters van zekere plan
ten, zooals b.v. van bamboe's, en boven'
dien ook van katoen. Nog tegenwoordig
brengt China zulke papiersoorten voort,
die meerendeels zeer fijn en bovendien
taai en sterk zijn. Meestal met teekenin-
gen en opschriften voorzien, vervangt
zulk papier in vele provinciën van China
onze vensterruiten. Onder den naam van
rijstpapier maken de Chineezen ook veel
gebruik, vooral om er met een penseel op
te teekenen, van een voortbrengsel, dat
eigenlijk geen gemaakt papier is: het zijn
niets anders dan zeer dun gesneden blaad
jes uit het merg van de „papiermakende
Aralia-plant", en dit natuurlijke celweef
sel heeft niet de minste of geringste be
reiding ondergaan. Ook deze industrie
moet reeds zeer oud zijn.
De Arabieren hadden in Spanje geen
enkele van de planten, waarvan de Chi
neezen papier maakten, ter hunner be
schikking. Zij namen toen met goed ge
volg proeven om de vezel» bamboe'»
en den katoenboom te vervangen door de
vezels van het vlas, dat in Spanje zeer
goed groeit. Het koninkrijk Valenoia,
thans tot Spanje behoorend, is de eerste
landstreek in Europa geweest, waar men
korten tijd na de verovering door de
Arabieren in het jaar 711 na Chr.
papier heeft gemaakt, en waar men die
kunst langen tijd met succes heeft be
oofend. Omstreeks het midden der 12e
eeuw was Xatavia thans San Philipe
geheeten, niet ver van Valencia door
zijn papierfabrieken beroemd. En Ern
drlsl, een Arabisch sohrijver, zegt, dat er
zulk mooi papier gemaakt werd, dat men
op de geheele wereld niets vond, wat er
mee te vergelijken was.
In de volgende (18e) eeuw werden er op
het voorbeeld van de Arabische papier
fabrieken ook in Frankrijk zulke fabrie
ken opgericht, eerst te Troyes en daarna
te Essone.
De fraaiste papiersoorten werden ge
durende twee eeuwen ln ons vaderland
vervaardigd, en naar onderscheidene lan
den der wereld verzonden.
Enveloppen, briefpapier,
brie/kaarten, beiichtkaarten,
rekeningen, kwitantiën,
circulaires,
monster- en loonzakjes,
prijscouranten,
al het benoodigde drulwerk
voor handel en nijverheid
kunt u bij ons bestellen
Ons technisch geschoold
personeel stelt ons ln sta&
het drukwerk smaakvol en
verzorgd aan u te leveren.
Gaarne komen wij even
ten uwent met modellen.
*X\XVX X\X\X\XnXvX\XsV.X\XsXnXX-X-X>XsX XvX X^-X^s»
N.V. Drukkerij voorheen
Koningstraat. Den Helder.
den dood van Willem III in 1702 volgde
Anna hem op.
Op die nederige afkomst zinspeelde
Koningin Maria eens, toen zij in het par
lement verklaarde: „Mijn grootmoeder
wist te dienen, ik weet te heerschen".
HET KONINKLIJK NAGESLACHT
VAN EEN DIENSTBODE.
In het jaar 1646, enkele maanden na
dat koning Karei I uit Engeland naar
der Unie bij een groot deel van het pu- Schotland was gevlucht, kwam een jong
bliek belangstelling. En daarom willen meisje van het platteland naar Schotland
wij hier even stilstaan bij het noodlottige
uiteinde van Anna Urbas.
Allicht is Anna Urbas den lezer niet
bekend, maar in „de onderwereld" van
Chicago en New York kende men haar
wel, en ook de Amerikaansohe politie
kende haar goed, te goed. Maar zij is nu
dood.
„Dezer dagen werd in de Noord Rivier,
die Manhattan begrenst, het lijk gevon
den van een jonge vrouw. Op de doode
werden kostbare sieraden aangetroffen,
o.a. een ring met diamanten steen. Aan
het gebit werd de vrouw herkend. Een
afdruk van de tanden kon door een tand
heelkundige worden geïdentificeerd die
toevallig ook zoo'n afdruk had gemaakt,
toen hij Anna Urbas had behandeld. Wel
had zij zich toen „mevr. John Rice" ge
noemd, maar de politie wist spoedig uit
te maken dat mevr. John Rice eigenlijk
Anna Urbas was. Het lichaam der vrouw
was zóó met koperdraad omwonden, dat
zij haar ledematen niet kon bewegen.
Anna Urbas was jarenlang de vriendin
geweest van zekeren Eugene Moran, en
om er een dienst te zoeken. Ze slaagde
oorspronkelijk niet en begon reeds te
wanhopen, omdat baar weinigje geld bij
na verteerd was, toen ze op straat werd
aangesproken door een goedhartigen
brouwer, die haar bekommerde uitdruk
king had waargenomen. Hij nam haar in
dienst, werd verliefd en trouwde het
meisje. Lang genot had hij niet van het
huwelijk, want reeds na een jaar stierf
hij en liet zijn aanzienlijk vermogen aan
de jonge weduwe na. Deze droeg de rege
ling van haar zaken op aan den beken
den rechtsgeleerde Edward Hyde, die
later tot graaf van Clarendom werd ver
heven. De weduwe van den brouwer her
trouwde met hem en schonk hem een
dochter, die de eerste gemalin werd van
Jacobus, hertog van York. Omdat koning
Karei II stierf zonder wettige nakome
lingen, volgde zijn broer Jacobus hem
op. Bij zijn eerste vrouw had hij twee
dochters, Maria en Anna, die beide den
Engelschen troon beklommen. De eerste,
gehuwd met prins Willem van Oranje,
werd koningin, nadat haar vader bij de
deze Moran was een handlanger van Ar- omwenteling van 1688 was gevlucht; na
Ieder land heeft op het gebied van
zeden, gebruiken, gewoonten, enz., zijn
eigenaardig heden. Vergeleken met den
Hollander, is bijvoorbeeld het Duitsche
volk en wij bedoelen met dit woorc
„volk" niet in de eerste plaats den arbei
der, maar in het algemeen genomen,
ieder met wien men op straat, in de tram,
in winkels enz. in aanraking komt, in
hooge mate beleefd. Geen Duitscher zal
er over denken in een winkel, dien hij
betreedt, zijn hoed op te houden, de Hol
lander denkt er daarentegen niet aan dien
af te nemen. Zoo ook heeft de Amerikaan
zijn eigenaardigheden, waar-van wij er
enkele zullen vertellen.
Zoo zal nimmer de eene Amerikaan den
hoed afnemen voor den ander. En dat is
geen onbeleefdheid, zooals wij allicht ge
neigd zouden zijn te denken, want zelfs
voor den president zal hij het niet doen:
„How do yoor do, mr. president?" (Hoe
maakt u het, meneer de president), dat is
de begroeting, meer niet. Een ongeschre
ven wet in Amerika is, dat zoodra het
zomerseizoen is aangebroken, binnen een
week tijds geen mannelijk bewoner der-
unie meer een vilten hoed draagt. Omge
keerd zijn de stroohoeden plotseling, met
één slag, verdwenen op den eersten
Maandag in September, den zoogenaam-
den „labour day" (dag van den arbeid).
Wie na dezen dag het nog wagen zou met
een strooien hoed te verschijnen, zou zich
aan den spot zijner medemenschen bloot
stellen. Ieder heeft dan het „recht" hem
dien hoed van het hoofd te slaan (I). Nog
niet zoo lang geleden moest de rechtbank
ln een dergelijke zaak uitspraak doen en
tot grenzenlooze verbazing der Ameri
kanen zelf beslissen, dat een dergelijk
„recht" in werkelijkheid1 niet bestond.
In de week wordt nimmer een wandel
stok gebruikt, behalve dan door ouden
van dagen, zieken en kreupelen. Daaren
tegen loopt men des Zondags allen met
een stok, en dit Is evenzeer een ingewor
teld gebruik. De verklaring is eenvoudig
genoeg: in de week is men te zeer met
zijn zaken bezig (althans dat wordt ver
ondersteld) en kan de stok uit verstrooid
heid ergens blijven ataan. Maar '«Zon
dags behoort men uit te ru»ten.
Een eigenaardigheid is, en dit gebruik
is niet algemeen bekend, dat in Ame
rika de dame den heer het eerst groet.
Haar vriendelijk knikje wordt beant
woord door diep den hoed af te nemen.
Eigenlijk beteokent dit knikje van de
dame niet zoozeer een groet dan wel het
verlof aan den heer haar te mogen groe
ten. Er is voor dit gebruik wel een ver
klaring, maar die is voor de Amerikaan
sohe niet zeer vleiend: het kon namelijk
gebeuren, dat zij zich in gezelschap ber
vindt van een heer tegenover wien zij bet
pijnlijk vindt de bekendheid met den
ander te moeten openbaren. In dat geval
zal zij zonder knikje voorbijgaan en ook
de heer heeft dan de verplichting haar
te negeeren. In gezelschap, ln het salon,
m het hotel of waar ook blijft de heer
rustig zitten als een dame op hem toe
komt, tenminste indien er voldoende vrije
stoelen zijn is hij niet verplicht op te
staan.
Op straat gaat de heer nu eens rechts,
dan links van zijn dame, naar gelang zich
de trottoirrand uitstrekt De heer moet
namelijk steeds aan den uitersten rand
daarvan loopen, om aldus zijn dame te be
schermen voor straatslijk en ongelukken
enz.
In de lift van de groote privé-wonin-
gen, mag geen heer den hoed ophouder
indien er eene dame zich in bevindt, ook
al is deze hem volkomen onbekend. Het
is amusant te zien wanneer tusschen tien,
twaalf oudere heeren plotseling een
spichtige zestienjarige miss de lift bin
nenkomt Als op commando worden alle
gryze en niet grijze hoofden ontbloot
Voor de zakengebouwen geldt deze regel
met.
Wil men een vreemd vertrek binnen
beden, dan klopt men natuurlijk aan. Bij
het binnenkomen van een kantoor is dit
evenwel niet noodig. Men gaat binnen en
ziet daar den chef met den hoed op zï|n
hoofd en een sigaar in den mond op zijn
bureau zitten. Ook heeft hii in het kan
toor het recht zijn beenen op tafel te leg-
Als het warm is, wordt de jas uitgedaan,
maar nimmer mag hii in hemdsmou
ove.- straat gaan, zooals wel in Europ
gesch edt (n.tt by ons).
Het is wettelijk verboden zich in het
openbaar een afscheidszoen te geven, zoo
als bij ons wel aan de stations en by v -
trekkende schepen enz. geschiedt, in
oorlogsjaren is hiervoor een soldaat v e -
oordeeld, die zijn mesje bij zyn vertrek
naar Frankrijk pezoend had.
Vóór de Amerikaan met u een gesprek
over zaken begint, zal hii u een stgaai
aanbieden. Indien gy uw eigen by u hebt,
zegt hij beleefd: „Ik weet dat die van u
betv-r zyn, maar probeert u voor afwisse
ling deze eens." Ieder niet-rooker heelt
op zijn kantoor een kist uitgelezeni Hava-
na's om te presenteeren. Hebt gy met
dadelijk trek in een sigaar, dan kunt gy
haar gerust bij u steken met de woorden:
„Ik zal haar straks oprooken." Dit is vel
komen oorrect. Vóór de sigaar aangesto
ken wordt, behoort eerst het bandje ver
wijderd te worden. Dit is, zegt men, een
uiting van Amerika's democratie. Niemand
mag zien dat gij aen betere sigaar rookt
dan uw buurman.
Als een Amerikaan een restaurant be
treedt en zich aan een tafeltje neerzet, zal
hij nooit vragen: „Is het gepermitteerd?
of zelfs maar „Goeden avond" zeggen. Hy
zegt niets, negeert eenvoudig zijn buur
man. Hij ziet slechts een vrijen stoel, meer
niet. Nadat hy zijn honger gestild heeft,
staat hij zwijgend op en gaat heen.
Het woord „heil" geldt voor uiterst on
fatsoenlijk en mag in Amerika in tegen
woordigheid eener dame niet worden ge
zegd. Evenmin het woord „nigger" vjior
neger; men zegt dan „colored" (gekleurd).
Inplaats van „goeden morgen", „goeden
dag" en derg., zegt men by de ontmoeting
steeds: „How do you do?" (Hoe maakt u
het). Daarop antwoordt men „How are
you?" (En u?) Onbehoorlijk Is deze vraag
naar waarheid te beantwoorden; ook als
een Amerikaan geen cent op zak heeft,
ziek is, of een ongeluk heeft gehad, zal ht
antwoorden: „Fine" (schitterend).
Verschenen bij C. Mocks Czn. te Dordrecht
het Mei-nummer van „Mork9 Magazijn"
Albert Hahn geeft ditmaal geen spotprent
maar een teekening ter herdenking van Guido
Gezelle: „Nog altijd en zoolang er een Vlaan
deren zal zijn, jubelt z'n stem". Onder het
hoofd: „Van heinde en ver" wordt deze pries
ter-dichter herdacht.
Cannegieter schrijft over Prof. Dr. J. J. L.
Duivendak, hoogleeraar in het Chineesch te
Leiden.
J. A. Bergmeyer herdenkt „Mr. P. J. Troel
stra als staatsman".
In Populaire Wetenschap vinden we o.a.
een interessant artikeltje over „Leven ln
leven", parasitisme en symbiose.
Verder nog eenige schetsen, verzen, een
tooneelstuk en „Zijn", waarin het slot van
Famke's Nieuw-Feministische rede.
Verschenen bij A. G. Schoonderbeek te Laren:
de Mei-aflevering van „De Wandelaar".
Rinke Tolman houdt een pleidooi tegen het
uitroeien van den Hollandschen pelikaan, de
aalscholver.
E. Kant Jr. vertelt weer veel wetenswaar
digs over de boóën, veehutten en de boöheeren
(herders).
Dan vinden we een aardig artikel over het
„Schaapwaschen", terwijl Jac. Bouma begint
u te vertellen van een tocht in „Mei in de
Friesiche W)ouden".
Verder noemen we nog een artikeltje over
het in ons land zeldzame „Llnnaeuskruid" door
Sipke», over Beuken met dior loof en jong
groen door P. J. Schenk en over de Plymouth
Rocka, het eerste van een pluimvee-rubriek.
Wij ontvingen den zesden Luxe-reisgids van
de Ver. van personeel in dienst der Ned.
Sooorwegen, tot bestrijding der tuberculose.
De prijs van het gidsje is teruggebracht op
50 cent, vroeger 6o cent. Het is verschenen in
denzelfden omslag en hetzelfde handige for-
maat als zijn voorgangers. Men zal goed doen
dit gidsje te koopen, daar de netto opbrengst
ten goede komt aan de bestrijding van de zoo
gevreesde t.b.c.
Wij ontvingen van den voorzitter van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken te Wee-
nen een exemplaar van het door deze Kamer
uitgegeven boekje „Das heutige Oostenreich"
(het tegenwoordige Oostenrijk). Het boekje
bevat een beknopt overzicht van de voornaam
ste historisch, economische en sociale gegevens
aangaande dit land, benevens eenige aantee-
keniingen, die niet van belang ontbloot zijn
voor het internationale reizende publiek. Het
bevat tal van foto's, die eenlg idee geven van
de pracht van dit land, dat ook door Hollan
ders steeds meer bereisd wordt.
Wij ontvingen van de N.V. Hollandsche
speciaal industrie, Coenenp>ark8traat te Zut-
phen, een tweetal geïllustreerde prijscouran-
1'e .°7ei?icht »even van den omvang
van dit bedrijf, dat dit jaar is begonnen met
oe tabneage van complete rijwielen.
Het is een groot en modern bedrijf in Zut-
phen en te oordeelen naar den inhoud der
prijscouranten, hebben de rijwielen verschil
lende voordeelen boven andere merken. Men
vrage d'e prijscourant aan.
UiLerMhen? blj Va" ?olkema ea Warendorf'.
Uitg. Mij. te Amsterdam: Een serie van 12
hl^ee^ffH6"' K6 7ip"top alle gebonden
ênd «w 6n' alIen met een verschil
lend gekleurd om* ag, door W. Heskes getee-
kend. Prijs per deel 1.
boeken enra° meisjeft- en K8 !<»*«>•-
I. „Huishoudstertje" door E. de Presscnsé.
7hp ,ihJ^MJ>0ek van deze bekende Fran-
Lll iL» n en daar echter wat „stijf"
hif 1? ,vertaaJd' terwijl ook de tijd waar-
spee^ toestanden schept, waar-
ia 1 hedendaagsehe jeugd niet meer gewoon
n' 8 ontbreken der leerplichtwet
Van een paar der kindereii en hun
•auwgezette geweten, zullen voor de heden-
aagsche jeugd geen slechte voorbeelden zijn.
pf' K|lfiida 1611 haar nichties" door Agatha
Een boek voor grootere meisjes over een
meisje met een hart van goud, een karakter-
waarvan iedereen ook de meest hum»
oude tante en de meest ondeugende
gen. Binnenshui» mag hij dit nooit doem fen hu" l°t(S
roman. Een door #n door goed boek voor
bakvisschen.
3 „Constance de Wild" door Suze Andrief
^en Dit boek bevalt ons minder goed. Niet dni
ons nee geen mooi karakter heeft, integen
deel. Doch zij wint de liefde van haar uit Indië
terugkeerenrie vader en zusje niet zoozeer door
aar goede eigenschappen als wel door de ver
keerde, de zeer slechte zelfs van de Duitsche
huishoudster. De vader is ook wel wat erg on
redelijk tegenover zijn oudste dochter. Verder
komen er ook pretti/?er tiKnrcn in voor, a]g
tante Scheffels, mijnheer Crooswijk en eenige
eidsche profs en studenten.
4. „Augusta" door Suze Atndriessen. Een
verdwenen testament, een schurk en een pa^j.
helpers, die de eerste door zeer lage middelen
in zijn macht heeft gekregen, een aardige dok
ter en dfiens humeurige nicht-huishoudster, een
paar jongelui en jonge dames, waarvan de erf-
ename zonder erfenis de lieftallige heldin van
dit boek is, dit alles bij elkaar vormt stof g*.
nocg voor een spannend meisjesboek. Geluk
kig wordt in de laatste hoofdstukken de on
deugd' gestraft en de deugd beloond en alles
komt nog goed terecht.
5. „De Lantaarn-opsteker" door Miss Cuin-
minn.Een vertaling van een vroeger bekend
Engelsch boek. Ook wat antiek in toestanden
en karakters, doch niettemin wel boeiend en
wel geestig af en toe bijvoorbeeld in de figuur
van miss Patty Pace. De vertaling Is wat
stroef, wat ouderwetsch. Als de toon van de
gesprekken wat meer modern was, zou het boek
prettiger leesbaar zijn, terwijl de heldin Geer
trui en haar beste vriendin wel wat erg engel
achtig zijn voor de hedendaagsche meisjes.
Hier en daar komen onjuistheden voor: blz. 32
onderaan bijv. „dezen weg uit is al te letter
lijk vertaald „fchis way"; op blz. 143 verleent
iemand „een gereed oor aan smeekende blik
ken"; op blz. 190 wordt van een wederzien en
een herkennen door een blinde gesproken, alle
maal slordigheden, die niet door den beugel
kunnen.
Toch geen onaardig boek al is het wat zoet
voor dezen tijd.
6. „Reintje van de Watermolen" door J. P.
ZoomersVermeer. Een verhaal over eenige
stadsmeisjes, onder welke één hooghartig katje, i
een paar jongens, van wie een wat overgevoe-
lig is en een Lief, naïef heel goedhartig boeren-
meisje met haar even goedhartige, verstandige
stiefmoeder. Twee der stadsmeisjes zijn be
vriend met het lieve Reintje, doch als Hilda,
'tet katje er bij komt loopt het even mis, tot
Reina's groot verdriet. Doch kort daarna krijgt
Reina gelegenheid, Hilda vurige kolen op het
hoofd te 9tapelen, al begrijpt het eenvoudige
meisje het zelf niet. Doch Hilda wordt tot ern
stig nadenken en inkeer gebracht. Alles is heel
levendig, vlot verteld. Mooi zijn ook de tafe
reeltjes van het zachte kereltje Robbie en zijn
moeder Een fijn boek!
Hier volgt een korte besprekng der zes jon
gensboeken.
1. „Door de Russische Sneeuwvelden" door
G. A. Henty. Een uit het Engelsch vertaald
boek, dat speelt tijdens Napoleons ovenheer-
sching en val. Een boeiend en tevens interes
sant geschiedkundig verhaal, een verhaal van
dapperheid, van oorlogsellende, een verslag van
den Russischen veldtocht, kortom een verhaal
om achter elkaar uit te lezen. Alleen moet ons
de opmerking van het hart, dat men achter den
naam Leningrad wel had kunnen vermelden,
dat deze stad Ln dien tijd nog St. Petersburg
heette'
2. „Lotgevallen van twee jongens ln Trans
vaal" door G. A. Henty. Een heel spannend
boek vopr jongens van 1216 jaar, terwijl ze
er tevens heel wat uit kunnen leeren over
Zuid-Afrikaansche toestanden, bodemgesteld
heid, klimaat flora en fauna. De 15-jarige kna
pen, buurjongens uit goede Engelsche families,
maken eerst den Zoeloe-opstand mee en de
onderdrukking daarvan. Later gaan ze met een
reizend koopman mee, die met een ossen-
karavaan het geheele land afreist en beleven
op dien tocht ook tal van avonturen met wilde
dieren en met kafferstammen, terwijl de boe
renoorlog het slot van het boek vormt. Daar
het uit het Engelsch vertaald is, wordt dit
laatste gedeelte wel *ven anders verhaald dan
we het in een Hollandsch boek zouden lezen
De beiwerker wijst hierop in een noot.
3. „De Ondergang van het Rijk van Monte-
zuma door Mr. J. Kist. Een historiachen ro
man in voor jongeren bevattelijken vorm. De
sympathie is geheel aan de zijde der Azteken,
een volk van hooge beschaving, dat vernietigd
werd door de gouddorst der Spanjaarden en
□oor het veraad van eenige verwante stam-
men. Prachtig zijn de heldenfiguren van kei
zers, veldjheeren en priesters geteekend, terwijl
toch ook ©en eerlijke bewondering aan Cos-
tez dapperheid niet onthouden wordt. Hier en
daar vinden we in noten vermelding: van de
bronnen, waaruit schrijver geput heeft. Jam
mer alleen, dat die noten niet in het Hol
landsch vertaald zijn. Een prachtig boek voor
jongens, die nu eens niet aan de zijde der
„blanken zullen staan, doch zich mede ver
ontwaardigd zullen gjvoelen over den onge-
lijken strijd van de geharnaste en van geweren
slechts°I~''-1' V?P,rzienic Spanjaarden tegen de
diamen.
met pijlen en speren gewapende In-
4. „De Kluizenaar in het woud van Gltn-
chan» door E. Molt. De bekende schrijf
historische kinderboeken heeft in dit boek
weer iets heel boeiends gegeven. Een kluite-
ridSverte^^
kluizenaar zonder veel moeite Kweten din
rol van Boudewijn oo bewe*en dtn
l wlJn Zich te nemen Haar 7
Wij een aardigen kiik on +^f?' T Vens kr,1JRf
ken bij de lijfeigenen u den en K«brd-
lingen en ridders in He n' stftd<'
alleen dat de oud NeH 7'^'^wen. Jammtr
in noten vertaald ziin nl rijmpjes nid
«ka k'n,kre,,
Dijk»»?' lïïT °»<k«x>rd" door E
echte ronde H/-i,18j'.Tlot jongensboek over
dam, dié meer K--ntC7e jon«ens- m
jongens ziin P 1™ eerlijk is. De ander;
de bengels niet K geen engelltjes> maar wil-
of eenTl; eLbangvoorwn schram, een bul
avonturen. In aUc^" hutt ®evechten el
waardig!
opzichtten aanbevelen»
vormen een aardige entourage om
Fridia'i
sohen";^Cn vancanrie-reisje van een Holland1
W( ,ÏÏ,en ??ar Java" door Dr. A. B. Korff
roman u en boek een aardrijkskundig*
uraan kunnen noemen, daar de lezers er vee
ter,,^ .nen leenm over de reis naar Indië et
enz -„nTover fpestandien; gebruiken, cultures'
leeft j7a', Pe avonturen, die de knaap be
al'. K-jC r en' daar wat bloederig zijl
mat.» iJ aanval door een rooverbende -
teer ba overigen» wat droge stof beter
ver