C. DE BOER JR Een emigrantentehuis te Genua ingestort. Goede manieren in Amerika. tijdschriften en weekbladen Nieuwe Uitgaven. Xc riskI«:tiK 3Sis"4 had laten stoppen, een bewijs, dat zij zelf nold Rothstein een beroeps-speler en de gevaarlijkheid ervan inzag. Oon te be- dranksmokkelaar, die echter werd er- zuinigen heeft zij later de treinen weer n.oord. Ook Moran was vermoord, n.i. op door laten rijden, zij het ook met vermin- b Aug. van het vorige jaar en n t lyK vas derde snelheid. Zij heeft aidus een af- tot onhei kenbaarheid toe verbrand in de doenden maatregel door een niet afdoen- auto, waarin men hem had meege den vervangen. Zjj had, als het stoppen Am.a Urbas wist ™ie het we te duur kwam, den overweg van een be- Moran „mee uit ryden haiw hoorlijke afs.uiting moeten voorzien. Dit en van oieheden zyn ilWl iJJiVC «AOiUiting UlUtllWl -- heeft zij verzuimd, draagt dus een deel zelf omgebracht. van de schuld aan het ongeluk en wordt Al deze moort tiiusrhen een veroordeeld een vierde te vergoeden van de v®ete die er welker de schade, die de verongelukte heeft ge-«ro P dranksmokkelaars aan weneer Al deze moorden hielden verband met leden. hoofd Rothstein stond en de concurree- Met dti vonnis was de zaak nog niet uit, ^nde ^^^.j^^'^^geëfec^ocütferd want nu was het de spoor, die in hooger "j?na' beroep ging Maar het ^ksger^ht te -« dood rouwde Anna Urbas I/ftipzig, de hoogste rechterlyke instantie Jfln drie d later )i(finK» zij met 1 r-i riniittnliQ MlV hP.P.ft t.PTlSl OttP fllt j; in het Duitsche rijk, heeft tenslotte dit vonnis bekrachtigd en bovendien het ver zoek om revisie, dat de spoorwegmaat schappij had ingediend, afgewezen. Het practisch effect van dit vonnis is voorloopig, dat de koopman een vierde van zijn eisch tot schadevergoeding inge willigd krijgt, [maar dat het op den duur voor de heele kwestie van de onbewaakte overwegen van uitnemend prinoipieel ge wicht is, het behoeft geen betoog. Twee dooden en tal van gewonden. Het internationaal emigrantentehuis aan de haven van Genua is Maandagnacht door onbekend gebleven oorzaak inge stort. Er zijn reeds 50 gewonden gebor gen. Onder het puin moeten zich nog on geveer 40 menschen bevinden Betreffende de instorting van het hotel Cristoph Golumbus, wordt nog nader ge meld, dat zich 's middags ongeveer 200 emigranten in het gebouw bevonden. Be' halve de reeds genoemde nationaliteiten waren er op het tijdstip der instorting ongeveer 70 Italiaansche reizigers aan wezig. Tegen den avond, toen het grootste deel der bewoners zich ter ruste wilde begeven, stortte plotseling het dak van het huis in, even later gevolgd door de bovenste verdieping. Er ontstond een paniek en overal weerklonken de kreten der gewonden, die onder de puinhoopen lagen. Terwijl de brandweer trachtte het ruimingswerk te beginnen, stortte kort daarop het geheele gebouw in en werd ook de geheele reddingsbrigade onder het vallend gesteente bedolven. Deze kon echter gered worden. In tegenstelling met de eerste berichten zijn er tot dusverre slechts 2 dooden. Gebleken is, dat het hotel verbouwd werd. De leider van de verbouwingswerkzaamheden en de pach ter van het hotel zijn gearresteerd. LORD DEWAR'S NALATENSCHAP. De onlangs gestorven whiskymagnaat Lord Dewar heeft, voor zoover totdusver na te gaan is geweest, een vermogen van 5 millioen nagelaten. Zijn neef John Arthur Dewar, een bui tengewoon schrander zakenman, van wien de testateur erkent dat hij zijn stokerijen van veel dienst is geweest, krijgt 1 mil lioen, vrij van successie-recbten, vier van zijn landgoederen, al zijn schilderijen, huisraad, stamboekvee, enz. Van de rest komt twee derden weer aan dien neef en een derde aan Lord Dewar's nichten. Aan successie-rechten zal nog volgens de oude schaal 2 millioen betaald moe ten worden. BESTIALE OUDERS. Kind tien Jaar ln een varkens stal opgesloten. In een plaatsje van Slowakije verdween ongeveer tien jaar geleden plotseling het zesjarige zoontje uit het eerste huwelijk van den gemeenteherder. Thans is het kind door gendarmes in een varkensstal gevonden, waarin de herder het op aan stichten van zijn tweede vrouw tien Jaren geleden opsloot. Het kind bevond zich in een erbarmelijken toestand. Het is gedu rende zijn gevangenschap dusdanig ver dierlijkt, dat hij niet meer spreken kan en niemand, ook zijn vader niet, herkent. Alleen de stiefmoeder, die hem dagelijks brood, aardappelen en water bracht, her kende hij. GEEN BIOSOOOPDRAMA MAAR EEN ECHTE TRAGEDIE. Er bestaat misschien een „nlmenach de Gotha" van de Amerlkaansche mls- dadigerswereld en haar oorypheeën, al kennen wij er geen. Want er bestaat voor het doen en laten, voor de antecedenten en voor de relaties (zoowel de officieele als demorganatische") van de hee- ren- en damesbandieten in groote steden een ander, die ook weer spoedig vervan gen werd, enz. Maar voor de kringen in welke zij ver keerde praatte zij te veel en wist zij te veel. En nu Is dan haar lijk opgevisoht, omwonden met koperdraad. WAT WE DIENEN TE WETEN. De voorloopera van ons papier. In de eerste tijden, waarin 's menschen gedachten door zekere karakters of let ters uitgedrukt werden, schreef men op metalen platen of stukken ivoor. Vervol gens leenie men dunne dierenhuiden be reiden tot een soort perkament, vrijwel gelijk aan het perkament, dat ook thans nog, maar nu slechts bij uitzondering, wordt gebruikt. Later maakte men ge bruik van een stof, die door de papyrus- plant geleverd wordt. De uitvinding om van plantenvezels papier te maken, werd zoowel in de nieuwe- als in de oude wereld gedaan, want toen de Spanjaarden in Mexico kwamen, vonden ze de inboorlin gen van dat land in het bezit van een plantaardig vlies, dat ze gebruikten om er op te schrijven. Het was de gemakke lijk los te maken en af te halen huid van de dikke bladeren der Agave Americana, een plant, die veelvuldig in die streken groeit. Zeer waarschijnlijk is in de oude wereld de kunst om van plantenvezels papier te maken, door de Chineezen uitgevonden. De Perzen leerden die kunst omstreeks het jaar 650; een halve eeuw later kwam ze in het bezit van de Arabieren, en door deze laatsten werd zij naar Spanje over gebracht, vanwaar ze zich verder over Europa verspreidde. In 't eerst gebruikte men in het Oosten voor de papierbereiding slechts planten vezels of houtsplinters van zekere plan ten, zooals b.v. van bamboe's, en boven' dien ook van katoen. Nog tegenwoordig brengt China zulke papiersoorten voort, die meerendeels zeer fijn en bovendien taai en sterk zijn. Meestal met teekenin- gen en opschriften voorzien, vervangt zulk papier in vele provinciën van China onze vensterruiten. Onder den naam van rijstpapier maken de Chineezen ook veel gebruik, vooral om er met een penseel op te teekenen, van een voortbrengsel, dat eigenlijk geen gemaakt papier is: het zijn niets anders dan zeer dun gesneden blaad jes uit het merg van de „papiermakende Aralia-plant", en dit natuurlijke celweef sel heeft niet de minste of geringste be reiding ondergaan. Ook deze industrie moet reeds zeer oud zijn. De Arabieren hadden in Spanje geen enkele van de planten, waarvan de Chi neezen papier maakten, ter hunner be schikking. Zij namen toen met goed ge volg proeven om de vezel» bamboe'» en den katoenboom te vervangen door de vezels van het vlas, dat in Spanje zeer goed groeit. Het koninkrijk Valenoia, thans tot Spanje behoorend, is de eerste landstreek in Europa geweest, waar men korten tijd na de verovering door de Arabieren in het jaar 711 na Chr. papier heeft gemaakt, en waar men die kunst langen tijd met succes heeft be oofend. Omstreeks het midden der 12e eeuw was Xatavia thans San Philipe geheeten, niet ver van Valencia door zijn papierfabrieken beroemd. En Ern drlsl, een Arabisch sohrijver, zegt, dat er zulk mooi papier gemaakt werd, dat men op de geheele wereld niets vond, wat er mee te vergelijken was. In de volgende (18e) eeuw werden er op het voorbeeld van de Arabische papier fabrieken ook in Frankrijk zulke fabrie ken opgericht, eerst te Troyes en daarna te Essone. De fraaiste papiersoorten werden ge durende twee eeuwen ln ons vaderland vervaardigd, en naar onderscheidene lan den der wereld verzonden. Enveloppen, briefpapier, brie/kaarten, beiichtkaarten, rekeningen, kwitantiën, circulaires, monster- en loonzakjes, prijscouranten, al het benoodigde drulwerk voor handel en nijverheid kunt u bij ons bestellen Ons technisch geschoold personeel stelt ons ln sta& het drukwerk smaakvol en verzorgd aan u te leveren. Gaarne komen wij even ten uwent met modellen. *X\XVX X\X\X\XnXvX\XsV.X\XsXnXX-X-X>XsX XvX X^-X^s» N.V. Drukkerij voorheen Koningstraat. Den Helder. den dood van Willem III in 1702 volgde Anna hem op. Op die nederige afkomst zinspeelde Koningin Maria eens, toen zij in het par lement verklaarde: „Mijn grootmoeder wist te dienen, ik weet te heerschen". HET KONINKLIJK NAGESLACHT VAN EEN DIENSTBODE. In het jaar 1646, enkele maanden na dat koning Karei I uit Engeland naar der Unie bij een groot deel van het pu- Schotland was gevlucht, kwam een jong bliek belangstelling. En daarom willen meisje van het platteland naar Schotland wij hier even stilstaan bij het noodlottige uiteinde van Anna Urbas. Allicht is Anna Urbas den lezer niet bekend, maar in „de onderwereld" van Chicago en New York kende men haar wel, en ook de Amerikaansohe politie kende haar goed, te goed. Maar zij is nu dood. „Dezer dagen werd in de Noord Rivier, die Manhattan begrenst, het lijk gevon den van een jonge vrouw. Op de doode werden kostbare sieraden aangetroffen, o.a. een ring met diamanten steen. Aan het gebit werd de vrouw herkend. Een afdruk van de tanden kon door een tand heelkundige worden geïdentificeerd die toevallig ook zoo'n afdruk had gemaakt, toen hij Anna Urbas had behandeld. Wel had zij zich toen „mevr. John Rice" ge noemd, maar de politie wist spoedig uit te maken dat mevr. John Rice eigenlijk Anna Urbas was. Het lichaam der vrouw was zóó met koperdraad omwonden, dat zij haar ledematen niet kon bewegen. Anna Urbas was jarenlang de vriendin geweest van zekeren Eugene Moran, en om er een dienst te zoeken. Ze slaagde oorspronkelijk niet en begon reeds te wanhopen, omdat baar weinigje geld bij na verteerd was, toen ze op straat werd aangesproken door een goedhartigen brouwer, die haar bekommerde uitdruk king had waargenomen. Hij nam haar in dienst, werd verliefd en trouwde het meisje. Lang genot had hij niet van het huwelijk, want reeds na een jaar stierf hij en liet zijn aanzienlijk vermogen aan de jonge weduwe na. Deze droeg de rege ling van haar zaken op aan den beken den rechtsgeleerde Edward Hyde, die later tot graaf van Clarendom werd ver heven. De weduwe van den brouwer her trouwde met hem en schonk hem een dochter, die de eerste gemalin werd van Jacobus, hertog van York. Omdat koning Karei II stierf zonder wettige nakome lingen, volgde zijn broer Jacobus hem op. Bij zijn eerste vrouw had hij twee dochters, Maria en Anna, die beide den Engelschen troon beklommen. De eerste, gehuwd met prins Willem van Oranje, werd koningin, nadat haar vader bij de deze Moran was een handlanger van Ar- omwenteling van 1688 was gevlucht; na Ieder land heeft op het gebied van zeden, gebruiken, gewoonten, enz., zijn eigenaardig heden. Vergeleken met den Hollander, is bijvoorbeeld het Duitsche volk en wij bedoelen met dit woorc „volk" niet in de eerste plaats den arbei der, maar in het algemeen genomen, ieder met wien men op straat, in de tram, in winkels enz. in aanraking komt, in hooge mate beleefd. Geen Duitscher zal er over denken in een winkel, dien hij betreedt, zijn hoed op te houden, de Hol lander denkt er daarentegen niet aan dien af te nemen. Zoo ook heeft de Amerikaan zijn eigenaardigheden, waar-van wij er enkele zullen vertellen. Zoo zal nimmer de eene Amerikaan den hoed afnemen voor den ander. En dat is geen onbeleefdheid, zooals wij allicht ge neigd zouden zijn te denken, want zelfs voor den president zal hij het niet doen: „How do yoor do, mr. president?" (Hoe maakt u het, meneer de president), dat is de begroeting, meer niet. Een ongeschre ven wet in Amerika is, dat zoodra het zomerseizoen is aangebroken, binnen een week tijds geen mannelijk bewoner der- unie meer een vilten hoed draagt. Omge keerd zijn de stroohoeden plotseling, met één slag, verdwenen op den eersten Maandag in September, den zoogenaam- den „labour day" (dag van den arbeid). Wie na dezen dag het nog wagen zou met een strooien hoed te verschijnen, zou zich aan den spot zijner medemenschen bloot stellen. Ieder heeft dan het „recht" hem dien hoed van het hoofd te slaan (I). Nog niet zoo lang geleden moest de rechtbank ln een dergelijke zaak uitspraak doen en tot grenzenlooze verbazing der Ameri kanen zelf beslissen, dat een dergelijk „recht" in werkelijkheid1 niet bestond. In de week wordt nimmer een wandel stok gebruikt, behalve dan door ouden van dagen, zieken en kreupelen. Daaren tegen loopt men des Zondags allen met een stok, en dit Is evenzeer een ingewor teld gebruik. De verklaring is eenvoudig genoeg: in de week is men te zeer met zijn zaken bezig (althans dat wordt ver ondersteld) en kan de stok uit verstrooid heid ergens blijven ataan. Maar '«Zon dags behoort men uit te ru»ten. Een eigenaardigheid is, en dit gebruik is niet algemeen bekend, dat in Ame rika de dame den heer het eerst groet. Haar vriendelijk knikje wordt beant woord door diep den hoed af te nemen. Eigenlijk beteokent dit knikje van de dame niet zoozeer een groet dan wel het verlof aan den heer haar te mogen groe ten. Er is voor dit gebruik wel een ver klaring, maar die is voor de Amerikaan sohe niet zeer vleiend: het kon namelijk gebeuren, dat zij zich in gezelschap ber vindt van een heer tegenover wien zij bet pijnlijk vindt de bekendheid met den ander te moeten openbaren. In dat geval zal zij zonder knikje voorbijgaan en ook de heer heeft dan de verplichting haar te negeeren. In gezelschap, ln het salon, m het hotel of waar ook blijft de heer rustig zitten als een dame op hem toe komt, tenminste indien er voldoende vrije stoelen zijn is hij niet verplicht op te staan. Op straat gaat de heer nu eens rechts, dan links van zijn dame, naar gelang zich de trottoirrand uitstrekt De heer moet namelijk steeds aan den uitersten rand daarvan loopen, om aldus zijn dame te be schermen voor straatslijk en ongelukken enz. In de lift van de groote privé-wonin- gen, mag geen heer den hoed ophouder indien er eene dame zich in bevindt, ook al is deze hem volkomen onbekend. Het is amusant te zien wanneer tusschen tien, twaalf oudere heeren plotseling een spichtige zestienjarige miss de lift bin nenkomt Als op commando worden alle gryze en niet grijze hoofden ontbloot Voor de zakengebouwen geldt deze regel met. Wil men een vreemd vertrek binnen beden, dan klopt men natuurlijk aan. Bij het binnenkomen van een kantoor is dit evenwel niet noodig. Men gaat binnen en ziet daar den chef met den hoed op zï|n hoofd en een sigaar in den mond op zijn bureau zitten. Ook heeft hii in het kan toor het recht zijn beenen op tafel te leg- Als het warm is, wordt de jas uitgedaan, maar nimmer mag hii in hemdsmou ove.- straat gaan, zooals wel in Europ gesch edt (n.tt by ons). Het is wettelijk verboden zich in het openbaar een afscheidszoen te geven, zoo als bij ons wel aan de stations en by v - trekkende schepen enz. geschiedt, in oorlogsjaren is hiervoor een soldaat v e - oordeeld, die zijn mesje bij zyn vertrek naar Frankrijk pezoend had. Vóór de Amerikaan met u een gesprek over zaken begint, zal hii u een stgaai aanbieden. Indien gy uw eigen by u hebt, zegt hij beleefd: „Ik weet dat die van u betv-r zyn, maar probeert u voor afwisse ling deze eens." Ieder niet-rooker heelt op zijn kantoor een kist uitgelezeni Hava- na's om te presenteeren. Hebt gy met dadelijk trek in een sigaar, dan kunt gy haar gerust bij u steken met de woorden: „Ik zal haar straks oprooken." Dit is vel komen oorrect. Vóór de sigaar aangesto ken wordt, behoort eerst het bandje ver wijderd te worden. Dit is, zegt men, een uiting van Amerika's democratie. Niemand mag zien dat gij aen betere sigaar rookt dan uw buurman. Als een Amerikaan een restaurant be treedt en zich aan een tafeltje neerzet, zal hij nooit vragen: „Is het gepermitteerd? of zelfs maar „Goeden avond" zeggen. Hy zegt niets, negeert eenvoudig zijn buur man. Hij ziet slechts een vrijen stoel, meer niet. Nadat hy zijn honger gestild heeft, staat hij zwijgend op en gaat heen. Het woord „heil" geldt voor uiterst on fatsoenlijk en mag in Amerika in tegen woordigheid eener dame niet worden ge zegd. Evenmin het woord „nigger" vjior neger; men zegt dan „colored" (gekleurd). Inplaats van „goeden morgen", „goeden dag" en derg., zegt men by de ontmoeting steeds: „How do you do?" (Hoe maakt u het). Daarop antwoordt men „How are you?" (En u?) Onbehoorlijk Is deze vraag naar waarheid te beantwoorden; ook als een Amerikaan geen cent op zak heeft, ziek is, of een ongeluk heeft gehad, zal ht antwoorden: „Fine" (schitterend). Verschenen bij C. Mocks Czn. te Dordrecht het Mei-nummer van „Mork9 Magazijn" Albert Hahn geeft ditmaal geen spotprent maar een teekening ter herdenking van Guido Gezelle: „Nog altijd en zoolang er een Vlaan deren zal zijn, jubelt z'n stem". Onder het hoofd: „Van heinde en ver" wordt deze pries ter-dichter herdacht. Cannegieter schrijft over Prof. Dr. J. J. L. Duivendak, hoogleeraar in het Chineesch te Leiden. J. A. Bergmeyer herdenkt „Mr. P. J. Troel stra als staatsman". In Populaire Wetenschap vinden we o.a. een interessant artikeltje over „Leven ln leven", parasitisme en symbiose. Verder nog eenige schetsen, verzen, een tooneelstuk en „Zijn", waarin het slot van Famke's Nieuw-Feministische rede. Verschenen bij A. G. Schoonderbeek te Laren: de Mei-aflevering van „De Wandelaar". Rinke Tolman houdt een pleidooi tegen het uitroeien van den Hollandschen pelikaan, de aalscholver. E. Kant Jr. vertelt weer veel wetenswaar digs over de boóën, veehutten en de boöheeren (herders). Dan vinden we een aardig artikel over het „Schaapwaschen", terwijl Jac. Bouma begint u te vertellen van een tocht in „Mei in de Friesiche W)ouden". Verder noemen we nog een artikeltje over het in ons land zeldzame „Llnnaeuskruid" door Sipke», over Beuken met dior loof en jong groen door P. J. Schenk en over de Plymouth Rocka, het eerste van een pluimvee-rubriek. Wij ontvingen den zesden Luxe-reisgids van de Ver. van personeel in dienst der Ned. Sooorwegen, tot bestrijding der tuberculose. De prijs van het gidsje is teruggebracht op 50 cent, vroeger 6o cent. Het is verschenen in denzelfden omslag en hetzelfde handige for- maat als zijn voorgangers. Men zal goed doen dit gidsje te koopen, daar de netto opbrengst ten goede komt aan de bestrijding van de zoo gevreesde t.b.c. Wij ontvingen van den voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Wee- nen een exemplaar van het door deze Kamer uitgegeven boekje „Das heutige Oostenreich" (het tegenwoordige Oostenrijk). Het boekje bevat een beknopt overzicht van de voornaam ste historisch, economische en sociale gegevens aangaande dit land, benevens eenige aantee- keniingen, die niet van belang ontbloot zijn voor het internationale reizende publiek. Het bevat tal van foto's, die eenlg idee geven van de pracht van dit land, dat ook door Hollan ders steeds meer bereisd wordt. Wij ontvingen van de N.V. Hollandsche speciaal industrie, Coenenp>ark8traat te Zut- phen, een tweetal geïllustreerde prijscouran- 1'e .°7ei?icht »even van den omvang van dit bedrijf, dat dit jaar is begonnen met oe tabneage van complete rijwielen. Het is een groot en modern bedrijf in Zut- phen en te oordeelen naar den inhoud der prijscouranten, hebben de rijwielen verschil lende voordeelen boven andere merken. Men vrage d'e prijscourant aan. UiLerMhen? blj Va" ?olkema ea Warendorf'. Uitg. Mij. te Amsterdam: Een serie van 12 hl^ee^ffH6"' K6 7ip"top alle gebonden ênd «w 6n' alIen met een verschil lend gekleurd om* ag, door W. Heskes getee- kend. Prijs per deel 1. boeken enra° meisjeft- en K8 !<»*«>•- I. „Huishoudstertje" door E. de Presscnsé. 7hp ,ihJ^MJ>0ek van deze bekende Fran- Lll iL» n en daar echter wat „stijf" hif 1? ,vertaaJd' terwijl ook de tijd waar- spee^ toestanden schept, waar- ia 1 hedendaagsehe jeugd niet meer gewoon n' 8 ontbreken der leerplichtwet Van een paar der kindereii en hun •auwgezette geweten, zullen voor de heden- aagsche jeugd geen slechte voorbeelden zijn. pf' K|lfiida 1611 haar nichties" door Agatha Een boek voor grootere meisjes over een meisje met een hart van goud, een karakter- waarvan iedereen ook de meest hum» oude tante en de meest ondeugende gen. Binnenshui» mag hij dit nooit doem fen hu" l°t(S roman. Een door #n door goed boek voor bakvisschen. 3 „Constance de Wild" door Suze Andrief ^en Dit boek bevalt ons minder goed. Niet dni ons nee geen mooi karakter heeft, integen deel. Doch zij wint de liefde van haar uit Indië terugkeerenrie vader en zusje niet zoozeer door aar goede eigenschappen als wel door de ver keerde, de zeer slechte zelfs van de Duitsche huishoudster. De vader is ook wel wat erg on redelijk tegenover zijn oudste dochter. Verder komen er ook pretti/?er tiKnrcn in voor, a]g tante Scheffels, mijnheer Crooswijk en eenige eidsche profs en studenten. 4. „Augusta" door Suze Atndriessen. Een verdwenen testament, een schurk en een pa^j. helpers, die de eerste door zeer lage middelen in zijn macht heeft gekregen, een aardige dok ter en dfiens humeurige nicht-huishoudster, een paar jongelui en jonge dames, waarvan de erf- ename zonder erfenis de lieftallige heldin van dit boek is, dit alles bij elkaar vormt stof g*. nocg voor een spannend meisjesboek. Geluk kig wordt in de laatste hoofdstukken de on deugd' gestraft en de deugd beloond en alles komt nog goed terecht. 5. „De Lantaarn-opsteker" door Miss Cuin- minn.Een vertaling van een vroeger bekend Engelsch boek. Ook wat antiek in toestanden en karakters, doch niettemin wel boeiend en wel geestig af en toe bijvoorbeeld in de figuur van miss Patty Pace. De vertaling Is wat stroef, wat ouderwetsch. Als de toon van de gesprekken wat meer modern was, zou het boek prettiger leesbaar zijn, terwijl de heldin Geer trui en haar beste vriendin wel wat erg engel achtig zijn voor de hedendaagsche meisjes. Hier en daar komen onjuistheden voor: blz. 32 onderaan bijv. „dezen weg uit is al te letter lijk vertaald „fchis way"; op blz. 143 verleent iemand „een gereed oor aan smeekende blik ken"; op blz. 190 wordt van een wederzien en een herkennen door een blinde gesproken, alle maal slordigheden, die niet door den beugel kunnen. Toch geen onaardig boek al is het wat zoet voor dezen tijd. 6. „Reintje van de Watermolen" door J. P. ZoomersVermeer. Een verhaal over eenige stadsmeisjes, onder welke één hooghartig katje, i een paar jongens, van wie een wat overgevoe- lig is en een Lief, naïef heel goedhartig boeren- meisje met haar even goedhartige, verstandige stiefmoeder. Twee der stadsmeisjes zijn be vriend met het lieve Reintje, doch als Hilda, 'tet katje er bij komt loopt het even mis, tot Reina's groot verdriet. Doch kort daarna krijgt Reina gelegenheid, Hilda vurige kolen op het hoofd te 9tapelen, al begrijpt het eenvoudige meisje het zelf niet. Doch Hilda wordt tot ern stig nadenken en inkeer gebracht. Alles is heel levendig, vlot verteld. Mooi zijn ook de tafe reeltjes van het zachte kereltje Robbie en zijn moeder Een fijn boek! Hier volgt een korte besprekng der zes jon gensboeken. 1. „Door de Russische Sneeuwvelden" door G. A. Henty. Een uit het Engelsch vertaald boek, dat speelt tijdens Napoleons ovenheer- sching en val. Een boeiend en tevens interes sant geschiedkundig verhaal, een verhaal van dapperheid, van oorlogsellende, een verslag van den Russischen veldtocht, kortom een verhaal om achter elkaar uit te lezen. Alleen moet ons de opmerking van het hart, dat men achter den naam Leningrad wel had kunnen vermelden, dat deze stad Ln dien tijd nog St. Petersburg heette' 2. „Lotgevallen van twee jongens ln Trans vaal" door G. A. Henty. Een heel spannend boek vopr jongens van 1216 jaar, terwijl ze er tevens heel wat uit kunnen leeren over Zuid-Afrikaansche toestanden, bodemgesteld heid, klimaat flora en fauna. De 15-jarige kna pen, buurjongens uit goede Engelsche families, maken eerst den Zoeloe-opstand mee en de onderdrukking daarvan. Later gaan ze met een reizend koopman mee, die met een ossen- karavaan het geheele land afreist en beleven op dien tocht ook tal van avonturen met wilde dieren en met kafferstammen, terwijl de boe renoorlog het slot van het boek vormt. Daar het uit het Engelsch vertaald is, wordt dit laatste gedeelte wel *ven anders verhaald dan we het in een Hollandsch boek zouden lezen De beiwerker wijst hierop in een noot. 3. „De Ondergang van het Rijk van Monte- zuma door Mr. J. Kist. Een historiachen ro man in voor jongeren bevattelijken vorm. De sympathie is geheel aan de zijde der Azteken, een volk van hooge beschaving, dat vernietigd werd door de gouddorst der Spanjaarden en □oor het veraad van eenige verwante stam- men. Prachtig zijn de heldenfiguren van kei zers, veldjheeren en priesters geteekend, terwijl toch ook ©en eerlijke bewondering aan Cos- tez dapperheid niet onthouden wordt. Hier en daar vinden we in noten vermelding: van de bronnen, waaruit schrijver geput heeft. Jam mer alleen, dat die noten niet in het Hol landsch vertaald zijn. Een prachtig boek voor jongens, die nu eens niet aan de zijde der „blanken zullen staan, doch zich mede ver ontwaardigd zullen gjvoelen over den onge- lijken strijd van de geharnaste en van geweren slechts°I~''-1' V?P,rzienic Spanjaarden tegen de diamen. met pijlen en speren gewapende In- 4. „De Kluizenaar in het woud van Gltn- chan» door E. Molt. De bekende schrijf historische kinderboeken heeft in dit boek weer iets heel boeiends gegeven. Een kluite- ridSverte^^ kluizenaar zonder veel moeite Kweten din rol van Boudewijn oo bewe*en dtn l wlJn Zich te nemen Haar 7 Wij een aardigen kiik on +^f?' T Vens kr,1JRf ken bij de lijfeigenen u den en K«brd- lingen en ridders in He n' stftd<' alleen dat de oud NeH 7'^'^wen. Jammtr in noten vertaald ziin nl rijmpjes nid «ka k'n,kre,, Dijk»»?' lïïT °»<k«x>rd" door E echte ronde H/-i,18j'.Tlot jongensboek over dam, dié meer K--ntC7e jon«ens- m jongens ziin P 1™ eerlijk is. De ander; de bengels niet K geen engelltjes> maar wil- of eenTl; eLbangvoorwn schram, een bul avonturen. In aUc^" hutt ®evechten el waardig! opzichtten aanbevelen» vormen een aardige entourage om Fridia'i sohen";^Cn vancanrie-reisje van een Holland1 W( ,ÏÏ,en ??ar Java" door Dr. A. B. Korff roman u en boek een aardrijkskundig* uraan kunnen noemen, daar de lezers er vee ter,,^ .nen leenm over de reis naar Indië et enz -„nTover fpestandien; gebruiken, cultures' leeft j7a', Pe avonturen, die de knaap be al'. K-jC r en' daar wat bloederig zijl mat.» iJ aanval door een rooverbende - teer ba overigen» wat droge stof beter ver

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 6