«II CE OUDE DOOS.
wm
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
ZATERDAG 5 JULI 1930
(auteursrechten voorbehouden).
van
441.
VAN DE GROOTEN
DER AARDE.
El
TOB NOOIT HOEKJE.
't Juttertje
OORNELIS DREBBEL.
De Hollandsche Edison,
Waarom het zoo is, zou ik niet met
zekerheid kunnen zeggen, maar niette
min is het een vaststaand feit, 'n soort
Evangelie in de wereld en vooral:
menschengeschiedenis, dat beteekenis-
volie individuen zoogoed als altijd tijdens
hun bestaan worden belachelijk gemaakt.
Ik zeg zoogoed ais altijd, omdat er uit
zonderingen zijn in den vorm van men-
sohen, die zich weg weten te stoppen van
het openbare leven. Maar zij, die door
hun geest gedreven voor den dag komen
met de resultaten hunner gedachten, wor
den belachen, getrapt, en geslagen, door
de botte publieke meening.
Altijd weer is het die stomme achter
lijke en zich toch zooveel verbeeldende
massa die zelf niets weet, doch altijd
met waanwijze gebaren do meeningen
vju anderen v egef-iiouleert, dl© voor hun
eigen ontwikkeling noodig zijnde exem
plaren verguist en minachtOntel
baar zijn de voorbeelden en de mensch-
heid vordert in dit opzicht geen stap!
delijke natuur in hem had gelegd en die
begon ook deze menschheid te geven wat
zij in de toekomst zou gaan gebnnken, bij
was 'n charlatan.
Het is ruim drie honderd jaar geleden,
dat Cornelis Drebbel werd geboren. Oor-
nelis Drebbel de Edison van Neder
land, die tweehonderdvijftig jaar geleden
dacht aan dingen, waaraan wij nu ternau
wernood denken. Die nieuwe richting
gaf aan ons modern bestaan, door het uit
vinden van verschillende instrumenten.
En nu is het geen kunst voor de na
bauwende (menigte om waardeerend te
spreken over Drebbel en zijn vernuft te
roemen. Maar in de dagen, dat Drebbel
openlijk en inspannend voor zijn omge
ving werkte en zoo duidelijk en klaar
mogelijk toonde wat hij dacht en wilde...
toen heette hij: hardop: ,,'n groote ezel
'n Alkmaarder windbuil 'n Pochhans
'n handig bedrieger 'n charlatan 'n
boersehe kerel met een eenigszins be
spiegelende geest".
En toch was het deze Alkmaarder Wind
buil, die den stoot gaf voor het maken van
eenige belangrijkheden, waarbij niet min
der zijn dan de Perpetuum Mobile, Onder
zeeboot, Microscopen, Spiegeltelescopen,
Torpedo, Stormglas, Camera Obscura en
Tooverlantaarn.
En in dezen zelfden tijd kendie men ter
nauwernood het behoorlijk gebruik van
het kompas. Redelijke uurwerken waren
er niet. Men gebruikte nog zandloopers.
Van een barometer om op storm verdacht
te zijn, was geen sprake nog minder
van een thermometer om de temperatuur
te bepalen. Kijkers aan boord kende men
niet. Men wist niets van de wetten der
natuurwetenschap, wist niet waarom een
schip dreef en waarom het op 'n gegeven
moment omsloeg. Men kende nog geen
vorken, men kende nog niet het gebruik
van het lampeglas om gevrijwaard te zijn
van olie walm. Vroegere beschavingen had
den van al deze dingen iets geweten, m«,qr
de huidige beschaving moest het uit
eigen vernuft weer opnieuw ontdekken.
En Drebbel, die niets anders deed dan
de opgave uitwerken, die de ondoorgron-
Drebbel was geboren in het jaar 1572
te Alkmaar uit een vrij' deftige familie.
Hij woonde lange jaren op den hoek van
Koningsweg en Kluft Hij leefde natuur
lijk in zijn jeugd niet al te best, omdat hij
zijn tijd zoek bracht met het maken van
bootjes uit oude masten of oude klompen.
Deswege kwam hij niet op de loopbaan
van de studie, maar werd in de leer ge
daan bij: een van de meest bekende gra
veurs uit zijn tijd. Maar Drebbel was een
zoeker en deed van allerlei Te Alkmaar
verbeterde hij het systeem schoorsteen en
begon ovens te bouwen, graveerde den
plattegrond van de stad, verbeterde er de
uurwerken, nam er verschillende van zijn
eerste proeven.
Te Middelburg imiaakte hij een door eb
en vloed van de zee gedreven zoetwater-
fontein voor rekening van de stad.
Hij trok naar Londen en werkte daar
aan een instrument, dat een eeuwigdiu-
rende beweging moest hebben: 't Perpe
tuum Mobile! Daarna schiep hij' een
Camera Obscura en een Tooverlantaarn.
Zijn naam drong door heel Europa en
hij werd aan het hof van Keizer Rudoif li
van Praag genoodigd.
Drebbel ging kalm zijn gang vond
de scharlaken kleurstof uit, waardoor de
lakenweverij een nieuwe toekomst kreeg
werkte er voor het eerst aan z.g. lensen
voor kijkers en deed daarna allerlei op
zienbarende uitvindingen aan het Oosten-
rijksche hof. Verschillende malen ging hij
heen en weer naar Engeland van Praag.
Hij genoot de gunst van koningen en
beogen en werd rijk.
Totdat er eens een proef in den vorm
van een expeditie met onderzeebooten.
mislukte.
Dit was natuurlijk genoeg voor het pu
bliek, dat al sinds langen tijd ongeloovig
toekeek, uit den band te springen. Van nu
aan was het Perpetuum Mobile 'n bagatel
en de microscoop 'n instrument om baga
tellen te kunnen zien en het vertrouwen
in de torpedo's was heelemaal weg.
Tusschen al deze bedrijven gaat de ont
dekker en zoeker rusteloos voort en be
leeft van alles wat een gewoon mensch
beleven kan en beleven moet: Hij is ge
huwd en werkt voor zijn gezin hij
krijgt dochters, die hij. keurig opvoedt en
later schitterend uithuwelijkt. Hij doet van
alles neemt dienst in het Praagsche
leger, is Staatskamerheer en Staatsraad
van Rudoif zucht twee malen in de ge
vangenis tijdens den dertig-jarigen oorlog
verliest zijn volledig vermogen en be
gint opnieuw om een ander te verdienen.
De een lacht hem uit en bespot zijn pogin
gen. Het publiek wantrouwt hem zooals
gewoonlijk en is ook als gewoonlijk
de waard, die van dezen gast denkt dat
het hem om niets dan 'n baantje te
doen is.
Daarentegen zijn er natuurlijk weer
eenige uitzonderingen, van beteekenis, die
alles beter begrijpen: De dichter Constan-
tijn Huygens schrijft verzen op hem. De
beroemde schilder Rubens zoekt zijn
vriendschap. Eenige vorsten begrijpen zijn
beteekenis. Maar het meerendeel is arg
wanend.
En eindelijk in het jaar 1634 op 62-
jarigen leeftijd sterft deze man, ter
wijl hij bezig is aan een buitengewoon
omvangrijken arbeid het regelen n.1.
van den waterafvoer van verscheidene
Emgelsche Graafschappen.
En dan volgt het slot zooals het altijd
volgt op deze levens: Versciu.'ande na
ijverige, maar handige opvolgers nemen
voor zoover mogelijk de ideeën over, en
bouwen op de oorspronkelijke gedachte
voort van den man, dien ze eerst gesmaad
hebben. Zij trachten er nu goed© munt uit
te slaan en werken verder.
En zoo krijgt dan de domme wereld
eindelijk datgene, dat de ondoorgronde
lijke natuur voor haar weggelegd heeft
in onbegrijpelijke wijsheidl en goedheid.
En ze neemt het zonder dankje en gaat
voort opnieuw te lachen en te smalen op
de Drebbels, die inmiddels zonder ophou
den door de Natuur levend naast en tus-
sohen hen worden geplaatst.Eerst een
volgend geslacht gaat zich dan met deze
Drebbels bezighouden, onderwijl ze na
tuurlijk weer.lacht op de dan levende
producten van de vooruitgang.
De verklaring.
Een toerist en zijn vriend maakten een
tochtje per auto, in de bergen. Op een
gegeven oogenblik vroeg de man aan den
chauffeur eenige bijzonderheden over den
berg waar zij juist tegen op reden.
„Bijzonderheden, bijzonderheden? die
zijn er van dezen berg niet, 't is een berg
zooals de andere, maar met niets bijzon
ders. Alleen wordt er een aardige gesohier
denis van verteld in verband met dezen
berg".
„Zoo? Vertel die dan maar!"
„Wel op een mooien dag gingen er eenp
twee menschen, die op de huwelijksreis
waren, den berg op. Honderden men
schen zagen hen gaan, hoog er en hooger,
tot ze ten slotte niet meer te zien waren.
En nooit zijn ze teruggekomen".
„Wat was er dan met hen gebeurd?"'
„Niets, Ze waren er aan den anderen
kant weer afgegaan".
LEVENSPOËZIE.
Wat maken wij het leven dor en onaan
trekkelijk, door alles uit te willen pluizen.
Wanneer men alles wil gaan analyseeren,
en het „nut" wil opzoeken van de kleine
gezelligheden die tenslotte het leven war
mer en mooier maken, ach, wat blijft er
dan weinig over!
En toch zijn er van die typen, die graag
over alles mopperen, die b.v. zeggen:
„een verjaardag, oudejaar? Wat is er
nu eigenlijk voor bijzonders aan zulke
dagen? Het zijn dagen als alle anderen,
die toevallig meer of minder prettig kun
nen verloopen?" In zekeren zin is dit na
tuurlijk waar. Maar laten wij niet ver
geten dat die overdreven neiging om voor
alles een bepaalde, logische reden te wil
len hebben, ons van heel wat levensvreug
de berooft en ons daar niets voor in de
plaats geeft.
Jaoobus had geen succes. De Pooische jjet leven bestaat uit een verstandelijk
Jeizuiten bespotten hem in Anti-Misocap- gedeelte en een gevoclsgcdeelte, en het
mus; Bcgiolsehe artjen als Gardiner or, ^omt ons even ongewenscht als ondoen-
tabaksgobruik in zijn blijspel: „Every man
in his humor", terwijl Jaoobus I in 1603
een geschrift uitgaf tegen het rooken,
„Misocapnus* (rook-vijand) getiteld. Hij
eindigde dit merkwaardige geschriftje met
de vriendelijke raadgeving: „Wanneer er
nog, o burgers, schaamtegevoel in u is,
zoo' geeft het heillooze gebruik op, dat
uit schade geboren, door dwaling aange
nomen, door verblindheid verbreid, dioor
den toorn Gods geprikkeld, de liohaaimis-
gezondheddi verwoest, het huiselijk Jeven
verstoort, het Volk In het Vaderland min
derwaardig en voor het buitenland ver
achtelijk maakt; een gebruik, dat voor
den neus onaangenaam, nadeehg voor de
heisenen, verderfelijk voor de longen is:
en wanneer ik het eens goed zal zeggen,
door de zwarte rookwolken volkomen op
de heüedamp gelijkt.''
-
HET NICOTIAANSCHE KRUID.
S2
HET VERGULDE MASKER.
Lady Dorothy voelde zich verdrietig en
eenzaam, ofschoon zij de mooiste en aan
zienlijkste dame van het gezelschap was,
en iedereen haar, een schoone van hooge
geboorte, machtig en in het bezit van een
groot fortuin, benijdde.
De bijeenkomst werd gehouden in het
atelier van een jong beeldhouwer, die
door de groote wereld beschermd en
voortgeholpen werd. Hij bewerkte voor
namelijk kostbare metalen en juweelen en
zijn schitterend talent had deze eenigszins
veronachtzaamde kunst weer in eere her
steld, zoodat hij goed op weg was een
groot fortuin te maken.
Nu stond hij temidden van zijn be
schermers in zijn eenvoudig, grijs cos-
tuum, met trotsche bruine oogen, vroolij-
ke en toch rustige gelaatstrekken en bij
zonder innemend uiterlijk.
Lady Dorothy sloeg hem met half neer
geslagen oogen gade. Zij had hem lief
en zooeven vernam ze dat hij zich met een
andere vrouw verloofd had.... Dit was
de oorzaak van haar verdriet.
En terwijl zij naar hem keek, vroeg zij
zich af, wat zij voortaan met haar leven
zou aanvangen, nu hij er uit verdwenen
was scheen haar bestaan nutteloos.
Zij was een van zijn eerste bescherm
sters geweest en aan haar dankte hij voor
het grootste deel zijn succes. De schoon
heid van zijn werken had haar het eerst
aangetrokken, daarna de charme en kracht
van den man zelf, en zij had hem in stilte
liefgehad, zooals haar edele natuur slechts
éénmaal kon beminnen.
De afstand tusschen hen beiden was
altijd groot en niet te overbruggen ge
weest: zij de rijke erfgename, die een
schitterend huwelijk zou kunnen doen,
hij de arme artist van nederige geboorte,
en hij: pad steeds een eerbiedige dankbare
houding tegenover haar aangenomen.
En nu waren in één oogenblik die hoop
en dat geloof te niet gedaan. Lady Doro
thy koesterde geen haat of wrok wanneer
zij aan zijn verloofde dacht, maar een on
eindige wanhoop en smart om het verlies,
dat nooit vergoed zou kunnen worden
Het was een groote troost, dat zij nooit
iemand in haar vertrouwen had genomen.
Zij had haar geheim trotsch en onge
schonden bewaard en nooit zichzelve door
een blik of gebaar verraden.
Mr. Bentham, een harer vrienden, kwam
naar haar toe.
„Hebt U al gehoord dat Linton gaat
trouwen? Wie had kunnen denken dat hij
zooiets doms zou doen?"
„Waarom dom?" vroeg Lady Dorothy
vriendelijk.
„Omdat het iemand van geen beteeke
nis is een juffertje van een kostschool,
de dochter van een dorpspredikant".
„Dacht u dat hij een beter huwelijk had
kunnen doen?" glimlachte de vrouw, die
Linton liefhad.
„Zeer zeker dacht ik dat, Mylady! Hij
heeft een zeldzame toekomst voor zich, en
er zal een dag komen, waarop dat dorps
meisje hem berouwen zal".
De tabak en de gezondheid.
Nioola Monardes, een beroemd medisch
hoogleeraar aan de Universiteit te Seville,
noemde eens de tabak een voortreffelijk
artsenkruid.
Warm opgelegd© versche groene
tabaksbladen zouden een goed middel zijn
tegen hoofdpijn, maagkramp, kolieken en
jicht, terwijl het tabakssap tegen kies
pijn zou helpen.
De lijfarts van Karei V, Stefanus, was
overtuigd, dat versche tabaksbladen zou
den helpen tegen kropgezwellen.
Volgens Clusius kweekten vele edel-
vrouwen in de tuinèn van Brabant tabak,
als middel tegen zweren, uitslag, schurft
en pijn aan de oogen.
De tabak werd ook als een voorbehoed
middel tegen ziekten van allerlei aard be
schouwd. Bij een griep-epidemie van 1889
in Genève bleven dan ook alle tabaks-
arbeiders vrij van de gevreesde ziekte.
Jean Nioot, de Fransche gezant te Lis
sabon, teelde in zijn tuin tabak en deed
met de bladeren allerlei genezingsproe-
ven. Het volk noemde daarom de tabak
„aanbassadeurskruid". 'Naar Jean Nioot
werd te tabak Niootiana genoemd.
Onder Lodewijk XTV gebruikten de
dames tabaksbonbons, snuif in pastavormi.
Daarmede begon het snuifgebruik. De
eerste snuiffabriek in DultscMand werd
de Röchst opgericht door den Italiaan
Bolongaro. Eigenaardig is het zeker, dat
het snuifgebruik voorafging aan het
rooken.
Bijzonder snel burgerde de rookge
woonte zich in Engeland in. Ben Johnson,
de vriend van Shakespeare, bespotte het
„Dan moet het werkelijk een huwelijk
uit liefde zijn", antwoorddde Lady Doro
thy. „En moeten we mr. Linton felicitee-
ren".
„Ah, dat noemen de dames een roman
ce daar schreien zij om bij het lezen
van de verhalen in tijdschriften. Hoe
noemt u het na een paar jaren, wanneer
de schoonheid en liefde verwelkt is', en de
welvarende echtgenoot zich over zijn dom
me burgerlijke vrouw schaamt? Ik had
Linton voor verstandiger aangezien
Heeft u van de bestelling gehoord, die de
koning van Frankrijk hem opgedragen
heeft?"
„Neen, wat is dat?"
„Hij moet een staatszwaard voor zijn
Majesteit ontwerpen, waarin de beroemde
diamant, de Fleur-de-Lis geplaatst moet
worden. Een speciale bode, heeft die steen
aan hem gebracht Linton zei, dat hij hem
naar de Bank had laten brengen, en daar
heeft hij gelijk in, want het ding is een
koninkrijk waard".
De komst van anderen onderbrak het
gesprek, en weldra ontsnapte Lady Doro
thy uit de menigte en dwaalde alleen door
de reeks studeervertrekken, waar op kas
ten en tafels het werk van George Linton
tentoongesteld was:. Hij had proeven ge
nomen met de meeste metalen, en het was
hem steeds schitterend gelukt.
Er waren teekeningen in krijt en por
tretten en landschappen, beeldjes van kiel
en terra-ootta, marmer, bronzen, gouden,
zilveren, porseleinen voorwerpen, vazen
van majolica, fijn schilderwerk op Ohi-
neesch porselein en kasten vol bewerkte
juweelen.
In een der hoeken stond) een houten
standaard met een schoone antieke Nike,
de vleugels langs het edel gevormd hoofd,
een ervan gebroken, de ander nog ge
Vaujghen verdedigden het rooken en het
tabaksverbruik nam toe, ondanks Jaoobus
en diens belasting. In Holland was de
tabak in 16lö reeds een voornaam han
delsartikel en in 1615 werdi te Amersfoort
de eerste proefneming gedaan niet de
tabaksteelt
Het gebruik is dus wel enorm toegeno
men ondanks d© schadelijke gevolgen van
rooken,. pruimen en snuiven, waarop de
tegenstanders steeds wijzen. Het beroem
de Bocarmé-proces vestigde nog eens dui
delijk de aandacht op het vergiftige der
nicotine. De graaf de Bocarmé vergiftig
de in iööo op zijn aov Bitreonont een
vrouw met nicotine. De verschijnselen
dier vergiftiging waren toen nog niet be
kend, maai- de beroemde scheikundige
Has toonde in het lichaam van het slacht
offer groote hoeveelheden Nicotine aan.
In het Fransohe jargon zegt men „avaler
ja chique" (rijn snuifje inslikken) voor
sterven. De galeiboeven deden dit nog
al eens, om zich ziek te kunnen melden.
De snuifgewoont© der aristocratie was
natuurlijk oorzaak van het ontstaan van
snuifdoozen. Uit den tijd van het Keizer
rijk bestaan er nog zeer kostbare exem
plaren .hiervan. De allermooiste is wel de
snuifdoos, die de Koningin van Engeland
na den vrede van Parijs gaf aan Graaf
Walewskl Ook Napoleon gaf er ver
scheidene zeer mooie aan zijn maarschal
ken en höfdignitarissen.
De bekende geneesheer Oomelius Bon
tekoe zegt in zijn boek „Over leven, de
gezondheid, fLe riekte en deo dood van
den mensch"11:
„Niets is er voor het leven en de ge
zondheid zoo noodig en dienstig a ls ae
rook van het koninklijk gewas, de tabak,
die het leven en de gezondheid in stand
houdt en honderd goede diensten doet,
waarmede men zich in de eenzaamheid
kan amuseeren en alle ongemakken, welke
een zittend leven gewoonlijk met each
brengt, voorkomen en afweren kan. In
't kort de niet genoeg geprezen rook is
goed en aangenaam van den vroegen
morgen tot den laten avondi, wanneer men
opstaat en nuchter is, wanneer men ge
geten heeft en voordat man eten gaat, in
één woord, altijd."
Maar voor- of tegenstander, ieder zal
moeten toegeven, dat het tabakSkruid een
levensbehoefte geworden is voor een zeer
groot deel der mannelijke en in de laatste
jaren ook der vrouwelijke bevolking der
aarde.
Het geschenk.
„Wat geef jij je man voor zijn verjaar
dag?"
„Een kistje van honderd sigaren".
„Wat heb je daarvoor betaald?"
„Niets, de laatste maanden heb ik alle
dagen een of twee sigaren uit zijn kistje
genomen. Hij heeft het niet gemerkt, en
hij zal zeker op prijs stellen, dat ik kom
met de soort die hij altijd rookt".
lijk voor, om gevoelens te willen analy
seeren.
Weten wij, waarom wij van zout houden
en niet van zoet, of omgekeerd? Van
groen meer dan van blauw? Van licht
meer dan van donker?
En, last not leest, weten wij waarom we
van iemand houden? Neen, immers! Wij
zullen op de laatste vraag voor onszelf
misschien een antwoord hebben, wij
denken misschien, dat wij van iemand
houden omdat hij (zij) deze of gene eigen
schappen bezit. Maar als dat waar was,
dan zouden wij immer* van 'fffle menschen
aie iezeiide eigenschappen bezitten,
evenveel moeten houden!
Nemen wij nu nog als laatste voorbeeld
de gewaarwording van hetzij sympathie
of antipathie die wij gevoelen wanneer
wij voor het eerst met menschen in aan
raking komen. De eene zal die gewaar
wordingen veel meer uitgesproken voelen
dan dé ander, maar een ieder heeft, bij
elke kennismaking toch min of meer be
wust het gevoel, dat de ander(e) hem aan
trekt of wel het tegenovergestelde. Hoe
komt dat? Omdat het overeenstemmende
of wel antagonistische typen zijn, die te
zamen gebracht worden? Ja; maar waar
om trekken bepaalde typen elkander aan,
en stooten anderen elkander af?
Men ziet, dat wij ook op deze zuivere
„gevoelsquestie" het antwoord schuldig
moeten blijven eoodra we er iets dieper
op ingaan.
Een verjaardag, in intiemen kring ge
vierd met wat bloemen en oprecht ge
meende gelukwenschen van een paar
goede vrienden, een oudejaarsavond
met de ouderwetsch-gezellige, een tikje
sentimenteele stemming, wat een lich
tende middelpunten vormen zulke dagen
dikwijls in een overigens eentonig leven.
Er zijn werkelijk geen groote financi
ële offers voor noodig, om wat stemming
te maken. Met wat handigheid, hartelijk
heid en goeden wil is er al gauw wat te
bereiken.
Tusschen twee haakjes, wat is stem
ming?
Maar laat ons niet opnieuw beginnen.
Wij wilden alleen maar aantoonen, dat
het uitpluizen van alle kleine genoegens
leidt tot afbreken lnplaats van opbouwen.
Wanneer U een kostbaar Zwüsersch
horloge uit elkaar neemt om eens te zien,
„wat het eigenlijk is", hebben wij ook
geen horloge meer, maar slechts een ver
zameling kleine schroefjes en onderdeel
tjes, die geen geheel meer vormen en
waarmee wij niets kunnen uitrichten.
Weesfc dankbaar voor de feestdagen,
voor alles wat „stemming" in Uw leven
brengt. Ga zorgvuldig om met Uw „Zwit-
sersch horloge" en laat het in zijn geheeL
Dr. JOS. DE COOK.
(Nadruk verboden).
Voor de lezers van dit blad geeft onze
Psychologische medewerker Dr. Jos. de
Oook, van Merlenstraat 120, Den Haag,
gratis zielkundige adviezen o.m. over de
wijze waarop zij hun geest kunnen ver-
frlsschen en hun wilskracht en energie
kunnen versterken
De vragen zullen in dit blad geregeld
worden behandeld. Mochten de beantwoor
dingen te uitvoerig worden, dan direot
schriftelijk aas de aanvragera
heven langs het trotsche droomerige ge
laat, een volmaakte oopie, die Linton
zelf vervaardigd had.
Lady Dorothy onderbrak haar wande
ling en keek op naar het beeld, alsof het
een goede vriend was. Hier kwam George
Linton naar haar toe. Langzaam keerde
zij zich om en glimlachte.
„Komt u mij vertellen, dat u verloofd
is?" vroeg zij'. „Ik heb er al van gehoord.
Het doet mij' plezier dat u gelukkig is. Ik
heb vernomen dat uw aanstaande vrouw
voor het eerst in Londen is, misschien
zou ik haar met een of ander van dienst
kunnen zijn
„U overstelpt mij met uw welwillend
heid, Mylady", antwoordde hij, „juffrouw
Heriot zal u zeer dankbaar rijn. En ik",
voegde hij er met nadruk hij, „ik dank u
ook voor mijzelf, uit den grond van mijn
hart Mylady. Ik heb alles aan u te danken.
Ik was wanhopig, en u sprak mij moed in
en hielp mij: voortalles wat ik bereikt
heb, leg ik aan uw voeten, het behoort u
toe".
Zij verbleekte ondanks haar zelfbeheer-
sching. Hoe ironisch klonken zijn woor
den, terwijl zij niets van hem had
niets.
„Ik had vertrouwen in u als artist mijn
heer", antwoordde zij. „En uw succes
heeft mijn oordeel gerechtvaardigd. Ik
voel mij wèl beloond voor mijn onder
neming Wilt u nu uw verloofde
halen".
Hjj zag haar een oogenblik oplettend
aan, boog, verwijderde zich.
Weldra keerde hij terug met een jong
meisje, dat een bijna uitdagende blik op
de dame van de groote wereld wierp.
„Dit is Grace Heriot, Mylady, en dit,
Grace, is Lady Dorothy Drummond, waar
van ik je zooveel verteld heb".
De twee vrouwen namen elkaar vlug
op. Dorothy Drummond zag een opper
vlakkig, mobi, tamelijk onbeschaamd,
trotsch schepseltje, uitgedost in zijde en
bont, dat voortdurend en opgewonden
lachte.
„Dit meisje zal al zijn geld besteden aan
kleeren en rijtuigen om te trachten een
dame van de wereld te zijn, wat haar toch
nooit zal gelukken", dacht Lady Dorothy
bedroefd.
Maar zij sprak haar vriendelijk toe en
stelde haar huis en haar vrienden ter
harer beschikking. En dat meende zij ook.
Ter wille van George Linton, zou zij zijn
vrouw beschermen tegen de minachting
en spotternijen van de Londensche
wereld.
Grace Heriot antwoordde luchtig, en
vertelde Lady Drummond met zichtbaren
trots, dat zij George al van kindsaf kende
uit haar geboorteplaats.
„U zult wel trotsch zijn op het succes
van mr. Linton", antwoordde deze.
„Ach daar weet ik niets van af', glim
lachte Heriot „Ik heb nooit veel acht op
zijn teekeningen geslagen, maar nu hij er
een fortuin aan te danken heeft, vind ik
het wat prettigI"
Dus dit was de vrouw waarmee hij ging
trouwen, zij' zou de levenslange gezellin
zijn van een vurig geniaal man!
Lady Dorothy kon de manieren en
domheden van dat buitenjuffertje niet
langer verdragen; met een buiging nam
zij afscheid. Waarom had hij dit gedaan?
Waarom? Liefde moest de reden zijn,
liefdiel
Zij ging een kleine zijkamer binnen,
waar Linton gewoonlijk werkte en zijn