'n Greep van dit en dat t Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, 4 van ZATERDAG 19 JULI 1930 feestmaaltijden in de oudheid Wanneer wij in de oude kronieken de beschrijvingen naslaan van do feestmalen, die in de oudheid werden gegeven, dan valt er niet aan te twijfelen of wij hadden hier te doen met waarlijk grootsoh. opge zette feesten, waarbij zelfs de meer ver fijnde twintigste eeuwsche „partijen" in het niet verzonken. Een uitbundige weelde deed zich gei den. Als eerste versohij nsel daarvan kan men reeds dadelijk beschouwen het feit, dat de gasten, op rustbanken liggende, aan den maaltijd deelnemen een ge woonte, die bjjv. In Athene in beschaafde kringen zeer gaarne werd gevolgd en lange jaren usance.'bleefI De verfijnde keuken vond groote en warme aanhan gers in de Atheners; hun vorsten, rijke inwoners, dichters en geleerden gaven eer voorbeeld en ^elfs de Fhllosophen bleven niet achter. Al het mogelijke werd gedaan om de kunst in dienst te stellen van de gastro nomie. Het aanrichten der tafels werd een kunstenaar toevertrouwd en de genoo- digden, uitgestrekt op ligbedden, welke rijkelijk overdekt waren met purperen dekkleeden, zagen al dat fraais aan en kruidden de maaltijden met de geestigste gesprekken. Ook op het voeren van deze gesprek ken legde men zich zeer toe. Tegen het ronddienen van don derden gang begonnen de zangers op te treden! Maar het waren hiet alleen de goden, de helden of de grootste feiten der geschie denis, die men bezong; daar werd ook gezongen van de vriendschap, de vreug de, de liefde en hare genoegens De befaamde Grieksche wijn ging ln bepaalde volgorde rond en begon op tal van feesten met het onschuldigste en zachtste wijntje, dat bekend was om ver volgens geleidelijk over te gaan tot do vurigste producten van den wijnstok. Hoe beter de wijn werd, hoe grooter ook de bocalen. En ten slotte kwamen de schoone vrouwen en luisterden de feesten op met zang en dans en haar veelal be- tooverende schoonheid. Zoolang de Romeinen vijanden hadden te verslaan, om hun onafhankelijkheid te verkrijgen, was hun levenswijze sober. Maar toen ze hun beroemde veroveringen hadden gemaakt o.a. in Afrika en Griekenland en daar kennis hadden ge maakt met een verfijnde beschaving, brachten ze staaltjes daarvan naar hun edgen land. Zij zonden deputaties naar Athene, die de wetten van Solon moesten bestudeeren en zich op de hoogte moesten stellen van de Grieksche literatuur en philosophie, doch met de redenaars, de wijsgeeren, de dichters, kwamen ook de Grieksche koks met de Romeinen naar Rome. En de luxe, door de Romeinen besteed aan hun tafelgenoegens, nam bijna on gelooflijke afmetingen aan. Men bezigde vrijwel alles voor fijne schotels van het krekeltje tot den struisvogel en van de veldmuis tot het wilde zwijn toe. Van Afrika bracht men de parelhoen ders en de truffels aan, uit Spanje konij nen en fasanton, uit Griekenland weer pauwen. Men was slechts bedacht op verfijning van het menu. Het is wel nauwelijks noodig op te merken, dat dit voerdé tot uitzinnige weeldevertooningen en geld- verkwisterjjen. Menige schotel b.v. had geen andere verdienste, dan dat hij sommen gelds had gekost en dat soms honderden arme bees ten er het leven voor hadden moeten laten. Daar waren om eens iets te noemen gerechten bestaande uit toebereide hersenen van niet minder dan vijf hon derd struisvogels. Of nog erger uit de tongetjes van vijf duizend papegaaien. Bij honderden werden vaak vogeltjes en bij duizenden versohillende visohjes bij dergelijke feestmaaltijden opgediend, welke men slechts savoureerde in de blijde wetenschap dat hun vangst moei lijk was en dat zo den gastheer in letter lijken zin duur kwamen te staan. Voorwerpen van trots en glorie waren voor de aanzienlijke Romeinen hun weel derige tuinen, waarin zij oowel b.heean- sche als uit vreemde landen geïmporteer de vruchten lieten kweeken, om dan dat ooft op hun rijken disch te kunnen bren gen. Men vond er niet alleen appels, pe ren, vijgen en druiven, den Romein van oudsher bekend maar ook de abrikoos uit Armenië, de Perzische perzik, de kweepeer uit Sidon, de framboos uit de valleien en de kers, door Lucullus op een van zijn reizen „veroverd". Voorts gayen de Romeinen heel graag veel geld voor mooie visoh. Moest deze komen van verder afgelegen plaatsen, dan vervoerde men ze in met honing gevulde vazen. Als ze buitengewoon groot waren uitgevallen, konden er geweldige prijzen voor worden bedongen, want de rijke gastheeren wedijverden ernstig met elkaar in dit opzicht. Nieit minder zorg werd besteed aan de wijnen, de meest geliefde soorten waren de Grieksche, de Siciliaansche en de Ita- liaansche. En opdat men goed zou weten wat men dronk, was er een soort geboortebewijs aangebracht op iedere amphoor, die wijn bevatte. Bovendien maakte men de wijnen piquant door ze te kruiden en te paifu- meeren met geurige kruiden, bloemen, drogerijen, e.d. die in den mond brandden en de maag verhitten. Aldus ontdekten de Romeinen tegelij kertijd een soort van voorlooper van den alcohol, die toch eerst 'n vijftien eeuwen later ontdekt werd. Aan de voor feestmalen noodig zijnde meubelen, etc., werd niet minder aandacht gewijd, dan aan de gerechten. En men vergete niet het vaatwerk! Er was heel wat noodig, als men nagaat, dat op menig feestmaal n twintig gangen werden rond gediend, en men bij iederen nieuwen gang al wat bij den vorigen gebruikt was weg nam. Voor de bediening waren tallooze cate- goriën van slaven afgericht Kostbare reukwerken vulden de feestzaal met 'n soort bedwelming. En een soort herauten verkondigden met luider stemme de ver dienste van zekere schotels, die een spe ciale aandacht verdienden, kortom men vergat niets,'dat den eetlust kon prikke len, de aandacht trekken of de feestvreug de verhoogen! In dat licht beschouwd kan men wel be grijpen waaraan Lucullus een groot deel van zijn fortuin besteedde. De Chrysant Het is de ook bij ons welbekende Ghrysnt, die als bloem bij de Japanners in het hoogste aanzien staatl Deze bloem geldt namelijk als het symbool voor een lang leven. Jaarlijks op don Oen dag van de Oe maand vieren de Japanners een groot feest, op de z.g. Chrysantenberg in de provincie Kal. Bij' die gelegenheid wordt door de deelnemers aan het feest water gedronken uit een beek, in de nabijheid, die inovervloed inet deze bloemen om zoomd is en waardoor naar zij meonen de mogelijkheden voor oen lang leven in de hand worden gewerkt Berichten, brieven en waardevolle zaken in oorlogstijd door de vijandelijke linie brengen in een uitgeholde wandel stok of tusschen de schoenzolen is over bekend. Alleen de nlet-genialc spion be dient er zich van; maar de scherpzinnige vijanden hebben betere middelen bedacht Zoo zou in den oorlog, van '70 een Fran- sche spion een verkleind fotografisch be richt door de Duitsohe linies hebben ge bracht in de holte van een zijner valsche tanden. ïn een vroegeren oorlog w°rd eens eer gewichtige brief overgebracht in een gekookte kreeft. En de aanstoker van den Joniscihen op stand tegen Perzië zond zijn handlanger een vertrouwden slaaf met de mondelinge mededeeiiiig om zijn hoofd glad te sche ren. Hierop kon men daarna de noodige voorschriften lezen. Volgens vroegere onthullingen van een voormalig spion van Ex-Keizer Wilhelm II had deze b.v. bij gelegenheid van het Marokko-incident de gewoonte zijn boodschappers de mededeelingen muur vast uit het hoofd te doen leer en. ZOMERTIJD. Benjamin Dalrymple was advocaat en ging zoo in zijn werk op, dat als Violet iets tegen hem zei, hij zich dikwijls als uit een droom moest wakker schudden, vóór hij antwoord gaf. Hoewel hij een uitstekende man en een vriendelijke echtgenoot was, had zijn vroegere charme plaats gemaakt voor een zekere eenzelvigheid, en een tegenzin dat iemand het 'gezelschap van zijn vrouw deelde of haar een dienst bewees dan hijzelf. Nu was het voor John Donald nooit moeite te veel 'n taxi voor haar te halen in den regen, mijlen ver te ioopen om haar de eerste voorjaarsbloemen te verschaf fen, kortom allerlei middelen te beden- kon om haar het leven te veraangenamen. Zijn zelfverloochening was ongelooflijk, zijn intuïtie zonder weerga, zijn sympa thie onbegrensd. En hij meende het op recht, daar was geen twijfel aan. Hij vroeg, noch verwachtte er een belooning voor. Op zekeren Septemberavond stond Haardrachten. Het haar is van oudsher een zeer ge liefkoosde mogelijkheid geweest bij den mensch om zijn lust tot versieren, voor smaak, voor mode en.ijdelheid bot te vieren. De duizend en een verscheidenheden van haardracht door de eeuwen heen zijn hiervan het bewijs. Allerlei soorten prui ken hebben dienst gedaan. Allerlei soorten wijzen van opmaken doen nog dienst tot verfraaiing van den menschelijken aan schijn. En dat het niet enkel een boschavings- verschljnsel is, getuigt het feit, dat misschien meer nog dan bij de blanke vol ken bij de Oostersche en wilde rassen het haar niet minder wordt' «angmveod als middel voor pronk en schoonheid en fantasie. Ook de oude volken lieten zich veel aan het haar gelegen liggen. Keizer Nero droeg zijn haar in trapsge wijze krullen, welke manier op haar beurt vermoedelijk weer heeft gediend als imodel voor de latere Allonge-pruiken in de 17e eeuw. Hij liet evenals Koning Salomo, zijn haar met 'n soort goudpoeder bestrooien. Een van de oude koningen der Assyriërs liet in zijn hoofd- en baardharen gouden draden vlechten. Aan deze draden werden daarna kleine gouden belletjes gehangen. In verschillende streken van het Ohl- neesche rijk hebben de mannen de oude gewoonte behouden om na het huwelijk het lange haar in een knoop te dragen. Dit heet dan de huwelijksknoop en op deze wijze is het mogelijk reeds van verre te zien of een man getrouwd is of niet. De vrouwen van den Romeinsdhen hoogen adel hadden de gewoonte het haar in den vorm van een kroon op het hoofd te vlechten. Als versiering staken zij er dan zilveren en gouden naalden in den vorm van pijlen en zwaarden in. Enzoovoort enzoovoort. Men komt nu en dan tot zonderlinge gevolgtrekkingen ten opzichte van de redelijkheid in het leven, wanneer men de verschillende situaties nagnt waarin de mensch toevalligerwijs kan komen te verkeeren. Niet één enkel menscli in den tegenweordigon tijd, maar misschion in totaal eenige millioenen zijn verstoken v.an de allornoodigste middelen tot be staan en verstoken van de allernoodigste jezittingen waardoor het barre leven iets meer comfortabel zou kunnen zijn. Daarentegen zijn er meerdere voor beelden, waaruit blijkt, hoe andere men- schen te beschikken hebben over een overdaad die sprookjesachtig lijkt. Een voorbeeld daarvan is b.v. de per soon van den Keizer van het Jnpa.iBcho rijk. Terwijl op meerdere plekken van dit rijk ook schromelijke tekorten zijn, heeft deze vorst een hofhouding van meer dan vijfhonderd personen. 'lot dezen staf van vijfhonderd personen behooren niet min der dan dertig, dragers van statieparasols. Een gelijk aantal waaierdragers, dertig geneeshoeren gerecruteerd uit do ge leerdste professoren, 'n kleine vijftig sterrewicbelaars en mannen, die alle ge heime oorzaken gevolgen van hc* laven moeten bestudeeren en voorspellen, vijf en zeventig koks en aparte voedsel- bereiders en ongeveer honderd priesters, (lio de ceremoniën van lederen dag te ver vullen hebben. Eenlgszlns anders van aard, maar eigen lijk niet minder te betreuren, is een voorbeeld van overdadigheid, welke eigenlijk aan de menschheid ten goede komen kon. De vruchtboomen der gebeele wereld en in. rog maar de bij ons bekende en door ons gegeten vruchten, zooals appels, peren, noten zouden ruim vol doende ln staat zijn het goheole mensdh- iomx g< durende het gehedo jaar te voe den, wanneer alle gerijpte vruchten wer kelijk verzameld en genuttigd werden. In de onafzienbare wouden van Bra zilië b.v. groeien de eetbare en voedzame noten telkenjare ln zulk een overvloed, dat duizenden tonnen ervan warden ge bruikt voor allerlei praktische doelein den zooals hij ons zand en klezelsteonen. Men dempt er zeeinhammen meo en ge bruikt ze voor ophooging en aanleg van vaste boschwegen. Bovendien worden de allergrootste hoeveelheden nog jaarlijks weggeworpen of aan hun eigen staat van verrotting prijs gegeven. meende dat u zich uitsluitond tot don krijgsdienst bepaalde. Eat is ook zoo, was het antwoord, maar juist in don dienst beoefon ik de storrenkunde, en ik zal u zeggen hoe. Gij mijnheer zoekt sterren aan het uitspansel en ze ontglippen u, ik zoek ze op het slag veld en raap ze op hier zijn de mijne, vervolgde hij, op zijn borst wijzend, waar ztjm de uwe? Nieuwe keukenmeid (heengaand): „Nou, dag mevrouw, 't Spijt me dat ik uw naam niet weet". Passing Show, Londen. Violet bij het open raam van den salon naar de roze schemering te kijken. „O kom eens hier, Ben!" riep ze tegen haar man, die met eenige papieren op zijn schoot in een diepen armstoel zat „Het is zulk een wondermooie avond 1" Hij stond op, keek haar aan, en merkte bijna met verbazing op hoe mooi ze er uitzag met haar profiel als weggedoezeld tegen den doorschjjnenden hemel. „Ja het is prachtig eenvoudig schitterend," zei hij met ongewoon gevoel. Violet stak haar arm door den zijnen. „Het is bijna het einde van den zomertijd, nog slechts tien dagen, dan is het uit. Ik vindt het vreeselijk, dat klok een uur ach teruit te zetten een uur aan de duis ternis te moeten toevoegen. Dat geeft mij altijd een melancholiek gevoel." „Dan moeten we iets doen om je op te vroolijken, vrouwtje, een dineetje, een oomedie, wat je maar wilt.'' Ze keek hem verwonderd aan. „Bet is eeuwen geleden dat jij: mij voorstelde met jou uit te gaan, Ben." „Ik heb hét den laatsten tijd' zoo druk zie je. Bovendien ben jij er je weg om gegaan. Waar wil je graag eens heen?" Zo bedacht zich even. „Naar Paljas"1 waarin Caruso do hoofdrol zal vervullen. Als ik daarheen ga, geloof lk dat ik er het achteniitzetten van de klok door zal vergeten. En dan zal ik thuis eerst voor een fijn dinertje zorgen." „Het is Maandag over een week, niet waar? Goed, ik zal de kaartjes vooruit namen." „O, dol Ben. Hoe komt het, zeg, dat je vanavond zoo lief bent?*' „Wa at?" Hij was weer gaan zitten en in zijn papieren verdiept geraakt En Violet wist dat het gordijn van zijn beroepskwesties .tusschen hen ge vallen was, maar door het korte gesprek van zooeven nam ze het hem met kwalijk, en ging neuriënd de kamer uit, om de telefoonbel in een ander gedeelte van het huis te beantwoorden. Het was John Donald. „Ik wou eens hooren, of je Maandag over een week ook iets hebt. Zooals je weet is dat de laatste dag van den zomertijd, en ik herinner me dat je verleden jaar wat triest was.' „Hoe weet je 't nog!" „Dat kan ik niet precies zeggen. Ik dacht of je misschien graag naar naar. „Het is allerliefst van je John, maar Ben heeft imij beloofd met mü naar de „Paljas" te gaan." „Kom, dat doet mij genoegen. Ik wilde het je juist voorstellen." „Die goeie ouwe Ben," dacht John, toen hij: den hoorn ophing, „ik höop dat hij het niet vergeten zal. 't Is misschien beter dat ik in elk geval een paar plaat sen bespreek." den bepaalden avond besteedde Violet de uiterste zorg aan haar toilet. Ze had het diner tegen zeven uur besteld J. BROUWEP. DE STERRENKUNDIGE Een sterrenkundige werd eens aan een generaal, wiens borst met vele ridder orden prijkte, voorgesteld. Ah, zei de generaal, dan zijn wij zoowat half en half collega's. Pardon, sprak de astronoom, 15 DE GESTOLEN PARAPLUIE Wij zaten allen om de stamtafel en ver telden onder het drinken van een neus- wannertje, de laatste geestigheden. Toen kwe7-0 hit oorstel dal aedti.' moe,.! vertol len ..at hem den vorigen Zondag gepas seerd was. Wat de oude rentenier Slimvos vertelde, is de moeite waard oin op papier gezet te worden. Nu, mijne heeren, aldus Slimvos tot zijn vrienden. Toen ik den vorigen Zondag van hier naar huis ging ontdekte ik, dat mijn hagelnieuwe parapluie met gouden knop veixiweuen was. Dit was een zeer onaangename verrassing. Temeer omdat daarvoor ln de plaats gezet was een In strument, dat bereid was zich alle namen te laten aanleunen, behalve die van para pluie. Wat te doen? Er was maar één middeL Een adverten tie in het grootste plaatselijke blad. 's Avonds stond zij er. Zij viel op door haar duidelijkheid en ernst: De heer, die in café „Buitenkist" mijn nieuwe parapluie met gouden knop ver wisseld hoeft, wordt beleefd verzocht, deze morgen tegen belooning aan mijn adres af te geven. SLIMVOe, Nieuwstraat 838. Het is haast vanzelfsprekend, mijn pa rapluie kwam niet terug. Ik gaf de hoop evenwel niet op en adverteerde den vol genden dag: Parapluie vermist De heer die ln café „Buitenlust" mijn zeer waardevolle parapluie met gouden knop heeft verwisseld, is duidelijk her kend geworden. Voor het geval hij geen last van onaangenaamheden wil hebben, doet hij er goed aan, haar hedennacht Ln mijn tuin te plaatsen. Geschiedt zulks niet, dan zal ik strenge maatregelen moeten nemen. SLIMVOS, Nieuwstraat 838. Wat denkt u dat er gebeurde mijne hee ren? Toen ik den volgenden dag wilde uit gaan brak ik mijn boenen haast over een bosch van parapluie's, welke in mijn tuin waren opgestapeld Alle soorten en maten waren vertegen woordigd Lorren, waardelooze dingen van 1.50, lagen naast prachtige zijden over trekken en goud beknopt. Er waren exemplaren bij van twintig jaren geleden en de allernieuwste in loe ren etui. Wat mij echter het meest qpviel was: Mijn parapluie was er niet bij! Toen ik mijn voorraad' 's middags in een oude kast wilde opbergen, stond hij daar. Ik had mij vergist en mijn parapluie hee- lemaal niet mede naar „Buitenlust" ge nomen. en om tien minuten voor zeven kwam Ben langzaam en verstrooid de trap op. „Toe Ben, haast je een beetje," zei ze, hem op het portaal tegemoet gaande. ,Het eten wordt zoo (binnengebracht." „Is het vanavond dan vroeger dan ge woonlijk?" „Ja, dat heb ik Je vanmorgen toch ge zegd?" „Ja, ja, dat is waar ook. Nu, dan zal ik mij (maar niet verkleeden. Ik ben wat moe." Violet trachtte haar teleurstelling te verbergen. Hij zou de opera toch niet vergeten hebben? Natuurlijk niet dat kon ze niet gelooven. „Hoe vind je mijn nieuwe japon?" vroeg ze. Hij wilde juist antwoorden, toen de gong voor het diner luidde, waardoor zijn opmerking verloren ging. Aan tafel praatte hij, druk, maar noem de de opera niet. „Wat een lekker menu vrouwtje." Violet knikte. Ze nam niet veel deel aan het gesprek, maar Ben merkte haar zwijgen niet op. De champagne maakte zijn tang los, en hij, vertelde allerlei aneo- doton van de rechtbank, toen zij hem eensklaps in de rede viel met de woorden: „Zou je je nu niet liever kleeden Ben?" „Waarom? Ik heb nog een massa werk te doen." Ze stond op. zich op de lippen bijtend van ergernis? „Wil je mij' mtjn koffie in de studeer kamer laten brengen?" vroeg hll. „Ja goed." Toen ze de hand op den deurknop legde, hoorde ze de telefoonbel. „Ben je het Viola?" „Ja, Donald." „Ik wou je even zeggen dat ik van avond ook naar de opera ga en naar je zal uitkijken." „We gaan iet, Ben heeft het te druk." „Hè, hoe saai voor je. Ga dan met mijl Ik heb een logo en zal je met de auto ko men halen." „Ik weet niet of ik bet wel doen zal," weifelde ze. „Ik ben er niet recht voor in de stemming." „Och, kom, het zal je wat opvroolijken." „Nu, graag dan." Ze deed haar mantel om en ging naar de studeerkamer. „Wat!" zei Ben. „Ga je uit? Daar heb Ie mtt niets van gezegd. Waar ga Je een?'r „Naar de opera Paljas!" „O. nu herinner lk mij, dat je mij go- vraagd hebt daar met je heen te gaan!" „Heb je do kaartjes?" „Neen, ik heb het schandelijk vergeten. Je hadt er mij' aan moeten herinneren, Viola. Ik kan niet aan alles denken". HIJ schoof zijn paperassen weg. „Met wie ga je?" „Met iemand die toevallig wist dat jij mjj geïnviteerd had, en scheen te ver moeden dat je het vergeten zou." „De jonge Donald zeker. Je verschijnt veel te veel met hem in het publiek. Is er misschien iets in zijn gezelschap dat ln bet mijne ontbreekt?" 't Juttertje 443. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN). Kwestie van sinuak! Spionnenmethode. Bescherm onze dtHnflora. Neem oeen distels mee voos versiering van uw buit- kamer. Jongen», duinen. spaöl nooTt mót vuur Da de Een voorbeeld van weelde. Eer voorbeeld van overdaad. HET MEISJE EN DE MUSCH door Op een bankje ln 't plantsoen, Zat een meisje in bet groen, En ze builde zich de oogen rood. Met een briefje in baar hand, Met baar hoedje aan den kant, En baar schattig roode taschje in den schoot. Sprak een oude wijze musch, Met zijn kopje scheef aldus: I» 't de moeite wel, waarom je built? piet-piett Sprak het meisje op de bank: Lieve muschje, ontvang mijn dank, Maar ik heb zoo'n allervreeselijkst verdrietl Die Tc liefheb, liet m' alleen, En nu zit ik hier en ween, Ach, ons menscheüjk geluk, lief muschje, is broos I Sprak hte muschje op zijn beurt: Ook 't geknakte bloempje geurt, En steeds bloeit uit nieuwe knoppen weer de root. Para pin le vermist

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 7