Ptt u m M 'S. Wa n m m m m m m, m Ut mf: m m m heldersche courant Ingezonden. de prise d'eau dek heldersche waterleiding. De mededeeling van den Directeur dei- Water- en Lichtbodrijven in de lleldtr- sche Courant van 5 Juli, dut door den geringen regenval de waterstand in de nrise d'eau enonm is gedaald, zoodat het füet mogelijk is uan het tegenwoordige groote verbruik te voldoen, doet de vraag rijzen of de toestand van onze water voorziening wed zoo gunstig ls, als van officleele zijde wordt voorgesteld. Deze mededeeling toch constateert het feit, dat de omvang van het waterver bruik dermate ls gestegen, dat de water winningsmiddelen de grens van hun ca- uuoiteit hebben bereikt. Aan een eenlgs- zins geforceerd verbruik, zooals dat bij warme zomerdagen normaal plaats vindt, kunnen de waterwinningsmiddelen dan niet meer voldoen, zoodat om de water voorziening constant te kunnen onder houden, sterk op bet verbruik moet wor den bezuinigd tot groot ongerief van de door de hitte geplaagde bevolking. Wat is nu de oorzaak, dat tot beperking van het waterverbruik moest worden over gegaan? De Directeur wijt dit aan den geringen regenval, waardoor de waterstand in de prise d'eau enonm is gedaald. Wij heb ben echter de laatste jaren een bijzonder gunstige regenperiode gehad. Bedroeg de gemiddelde regenval van 1904 t/m 1928 625 m.M., de laatste vijl jaren van deze periode bedroeg de regenval resp. 744, 598, 782, 686 en 721 m.M. of gemiddeld per jaar 686 nuM. Dat Zeus zijn plicht zou hebben ver zaakt, is met de feiten niet te bewijzen. De oorzaak is, dat onze grondwater- reserve, de hoeveelheid water, waarover de waterwinningsmiddelen bij wisselende regenkansen kunnen beschikken, tevee. Is aangetast Door den momenteel gerin gen regenval ls het chronisch gebrek in een acuut gtadlum overgegaan, waardoor tevens de mogelijkheid ontstaat de diag nose zuiver te stellen. Sinds de oprichting van het Gemeente lijk waterleidingsbedrijf in 1901 ls het waterverbruik zoowel In totaal als hoof delijk voortdurend gestegen. In 1928 was het gebruik reeds 600.785 M.8 of 56.4 L. per hoofd en per dag. Dit hoofdelijk waterverbruik is in 't algemeen nog aan den lagen kant, zoodat het waterverbruik ook, indien de bevolking zich niet uit breidt, voor sterke verhooging vatbaar is. Als gevolg van deze toename was het Gemeentebestuur genoodzaakt baast Jaar in jaar uit aan de uitbreiding der water winningsmiddelen te werken. In 1918 kwam de laatste uitbreiding Zanddijk tot stand, waardoor het beheersent opper vlak tot 80 H.A. steeg. Dooh reed* twee Jaar later constateerde de toenmalige directeur, 8. Rijkes, dat in de periode 1916—1920 het waterverbruik belangrijk grooter ls geweest dan de hoe veelheid, die uit den nuttigen regenval kan worden verkregen, zoodat aan de winplaats steeds beduidende hoeveel heden water meer onttrokken zijn dan haar vermogen bij normaal bedrijf (duur zame capaciteit) kon leveren. Het Gemeentebestuur stond dus weer voor de vraag, wat er in de gegeven om standigheden moest gedana worden om de watervoorziening duurzaam te ver zekeren. Hierbij had zij de keuze tus- schen twee oplossingen van het vraag stuk: le. Een grootsche uitbreiding der wa terwinningsmiddelen in de richting van Falga. 2e. Aansluiting aan het in 1919 opge- riohte Provinciaal Waterleidingsbedrijf Noord-Holland. Het Gemeentebestuur nam het vei standige besluit aan de tweede oplossing de voorkeur te geven. Nadat de Raad in 1922 zijn goedkeu ring had verleend aan het contract met het P.W.N. kwam de aansluiting ln 1924 tot stand. Inmiddels moest de watervoorziening met de bestaande middelen in stand wor den gehouden. Volgens de reporten van den directeur kon dit slechts geschieden door het waterverbruik tot 't uiterste te beperken. Nietfcogenstanade daalde do grondwaterstand van gemiddeld 1.46 A.P. in Jan 1920 tot 0.64 M. in Jan. 1022. Nadat do aansluiting aan hot buizen net der P.W.N. was tot stand gekomen, meenden optimisten, dat do watervoor ziening voor tientallen jaren verzekerd was. De buitengewone regenval geduren de de Jaren 1922 tot 1928 versterkte deze meening, zoodat diegenen, die den toe stand minder optimistisch inzagen, niet ernstig werden genomen. Ftinkitieele overwegingen leidden fcr- toe ana het P.W.N. dispensatie te ver zoeken betreffende de contractueel ver plichte maximum afname van 200.000 M8. Een overzicht van de wateropbrengst en regenval gedurende de jaren 1921 t/m 1928 leert ons dat ook ln deze periode, niettegenstaande er belangrijk minder water werd opgepomp, dan in de vooraf gaande Jaren, er toch teveel water aan het prise d'eau werd onttrokken Daardoor kon de normale hydrologi sche toestand, noodzakelijk voor de in- standhouidng van een duurzame oapaol- tedt, niet in voldoende mate worden her steld.. Beheersaht Aan de win- J aar. oppervlak plaats ont- in H.A. trokken 1921 80 601081 1022 80 440037 1928 80 487244 19(24 80 425992 1926 80 461750 1926 80 466270 1927 80 472596 1928 80 640071 Nuttige regenval 80% nimM. 833 478 676 478 625 469 680 677 Totaal 8774001M8. De toelaat hare opbrengst ls: 4110 4110 X 800000 8288000 M8. of gemid deld per jaar 411000 MH. Uit dit overzicht blijkt, dat volgens de gegevens ln de Jaarverlsagen vermeld, en gedurende de jaren 1921 t/im 1&-8 8.774.000 M8. aan do winplaats ls ont trokken, terwijl de toelaatbare capaciteit toedraagt 8.28N.000 M8. of gemiddeld per aar 411.000 M8. Het spreekt vanzelf, dat op deze wijze niet kon worden doorpe- gaan en dat 'bij de eerstvolgende droogte de watervoorziening zonder sterke be zuiniging niet in stand kon worden go- ïouden. <non Bij de behandeling der begrooting 1929 werd door het lid van den Raad, den heer de Zwart, deze aangelegenheid ter spruke gebracht. Deze heer zeide o.a.: „Wel heb ik in de Memorie van toelich ting op de begrooting gelezen, dat de Di recteur van het Waterleidingbedrijf van meenlng is, dat er ongestraft 460.000 M.8 water aan het duinterroin kan worden onttrokken. Misschien 4s het Ooilege ilerop niet voorbereid; Indien wel, dan zou lk gaarne van het College vernemen het deze meening deelt, n.L «f dat cwantum ongestraft uit het duinterroin can worden opgepompt of dat het van gedachte is, dat een meerdere hoevoel- ïeid boven het geraamde kwantum van 400.000 M.8 niet veiliger kan worden ge- suppleteerd van het Provinciaal bedrijf. We Wethouder, de heecr Verstegen, ant woordde daarop: „Een andere vraag van den heer de Zwart, waarop hij waar schijnlijk gesteld is een antwoord te ont- vangen is. of er ongestraft 450 ton (be doeld wordt 460.000 ton. Aq.) water uit iet duinterrein kan worden gehaald. Daarvoor kan ik mij beroepen op de tech nische adviezen, die mi) ten dienste staan en die luiden, dat dit inderdaad onge straft kan geschieden. Nu is het mogy- yk, dat wanneer wij een buitengewone droge periode tegemoet gaan, er dan wel wat aan kan haperen, dat spreekt van zelf. Doch gezien de regenval van de natste Jaren, ls daar niet veel vrees voor. Als men op bet oogenblik het duinterrein vergelijkt bij een Jaar of tien terug, zal men tot de ervaring komen, dat het duin- terrein op het oogenblik veel waterrijker s dan voorheen. Dat kan men waarn - men aan de alooten en greppels, die zich n 't duinterrein bevinden. Dat was ln 1920 of 1921 heel wat andera, ln welk jaar >esloten is om tot suppletie van het Provinciaal waterbedrijf over te gaan. Mjjn meening ls, dat het huidige kwan tum zonder gevaar aan het duinterrein can worden onttrokken." Diegenen, die het nog niet wisten, kun nen uit de woorden van den Wethouder constateeren, dat het hem aan optimisme niet ontbrak. Nu ls optimisme in het algemeen een zeer te waardeuren eigen schap. In sommige aangelegenheden kan echter optimisme, Indien niet gepaard met de noodige voorzichtigheid, een funeste werking hebben. Een zakenman, die in de gunstige conjunctuurjaren niet voldoende reserveert, gaat bij den eerst- volgenden teruggang der conjunctuur fail- iet De gemeenschap stoort zich daar niet aan. Volgens de huidige economi sche en juridische begrippen ls dat een particuliere aangelegenheid. Een waterlei- llngbedrijf vertegenwoordigt een sociaal belang van de eerste orde. Hier ls uiter ste voorzichtigheid geboden. Wat de wisseling in de economische conjunctuur beteekent voor den handel en de Indus trie, dat zjjn de afwisseling van droge en natte periodes voor een waterleiding bedrijf. De leiding van het bedrijf dient een voorultzienden blik te bezitten om tijdig de gevaren te zien en bijtijds de maatregelen te nemen deze te kunnen ondervangen. Dit klemt des te meer, om dat de te nemen maatregelen jaren van uitvoering in beslag nemen en soms het eed al is geleden voor zij tot stand rijn gekomen. Een feit van beteekenis dient nog te worden vermeld. Afgezien van de hydro logische gesteldheid van den bodem, wordt de capaciteit der waterwinnings middelen mede bepaald door de mate van vervuiling der putfilters of het filtreer- bed der draineer leidingen. Dit is een gewoon ouderdomsverachljnsel. Het ge volg is echter, dat het toestroomen van water in de putten en draineerleldlngen grooter weerstand ondervindt, waardoor het niveau van afpexmping wordt ver laagd. Afgezien van het feit, dat daar door de pompcapacitelt ongunstig wordt beïnvloed en de pomparbeid stijgt, be hoefde dit verschijnsel geen onrust te wekken, Indien het niveau der putten willekeurig kon worden verlaagd. Doch bij het lüer noodzakelijk gevolgde stelsel van ondiepe draineering, zijn aan de ver laging van het niveau zeer beperkte grenzen gestold. De moeilijkheden met de watervoorzie ning spruiten voor een groot deel mede uit deze omstandigheid voort en kunnen alleen tot oplossing worden gebracht door het boren van nieuwe putten, hetgeen uit financieele zoowel als nuttigheidsoverwe gingen geen aanbeveling verdient. Sa menvattend kunnen wij dus ooncludee»- ren, dat de prise d'eau der waterleiding een beperkte capaciteit bezit, die duur zaam niet hooger mag gesteld worden dan 400.000 M.8 per jaar. Van deze hoe veelheid gaat nog 10 15 bij do zuivering verloren, zoodat nuttig beschik baar ls pijn. 860.000 M.8. ?^Lwaterverbruik is ln 1928 gestegen tot 600.785 M.8, waarvan 46.962 M.8 door Koegras wordt verbruikt. Die watervoor ziening van Koegras geschiedt geheel door het P.W.N. Den Helder en Huisduinen verbruikte dus 664.773 M.8. Voor 1980 wordt het waterverbruik begroot p 600.000 M.8. Voor de berekening van de capaciteit dor waterwlnningnmicfdeton moet echter ÏÏWai\ ^?rdo" von bet maximaal SKKTfi?* .Ct ninxlnmal etmaal- !Ü?.7ik,Jbodpoeg ln 1928 van het EiïïïWft BiJ"c» jöorverbruik van WU.00Ü M.8 en een maximaal etmaalver- brulk van 140 van bedraagt dit gemiddelde, 600000 X 140 365 2800 M». Door de prise d'eau kan echter slechts 1000- 1100 M.8 worden geleverd, zoodat door het 1\W.N. 1200-1800 M.8 moet werden gesuppleerd. De maximale lioo- veelheid, die het P.W.N. volgens contract moet leveren, bedraagt met inbegrip van de levering aan Koegras 1000 M.8 per dag. De aansluiting aan het buizennet der P.W.N. had ten doel, niet alleen het be drijf in normale tijden te ontlasten, doch tevens een voldoende reserve te vormen bij tijden van abnormale droogte, wan neer op een voldoenden aanvoer uit onze prise u'eau niet gerekend kan worden. Uit de voorgaande berekening» blijkt, dat het P.W.N. aan deze elschen niet kan voldoen. De bezuinigingsvoorstellen, die thans door de Directie noodzakelijk wor den geacht ten einde de onafgebroken watervoorziening te verzekeren, bevesti gen practlsch de juistheid daarvan. Resumeerend constateeren wij dus twee fatale feiten: le. do winplaats van onze waterleiding ls zoodanig uitgeput, dat noodzakelijk tot vermindering der opbrengst moet wor den overgegaan; 2e. dat het P.W.N. niet in staat is, ln voldoende mate te suppleeren. Wü staan weer als ln 1020 voor het vraagstuk de watervoorziening van Den Helder op veilige basis te stellen. De electriflcatie van het pompstation, thans bij het Gemeentebestuur ln onder zoek, ls daarbij van secundair belang en dient onderzocht en ongelost te worden in verband met het geheelo probleem. Wanneer over eenlge jaren de Zuider zee zal zijn afgesloten, en zich daardoor gunstiger perspectieven voor onze ge meente openen, moeten alle beletselen worden weggenomen, die den economi scher! opbloei van onze gemeente zouden kunnen remmen. De economische positie van onze gemeente eischt daarom dat aan het watervoorzieningsvraagstuk een defi nitieve oplossing wordt gegeven. AQUARIUa een donkere kamer, waardoor ®ndar^> gemankte kiekjes kunnen worden ontwik keld, enz. Daar ls .niet» tcgen. zoo Mgt hij, mits maar niet vergeten wout,du t het grootste doel is der jeugd Iets andere te geven op hun zwerftochten door h» land dan de gewone hotels bun geven kunnen; wanneer de gedachte, we!ke voor zat om de volkshygiëne (le ^e.ttkheld en de volkssaamhoorlgheld ook te dienen, niet vergeten wordt. Dit karakter per se vast te houden, heeft zijn groote v°°rde®- len. En de sohr. eindigt zijn beschouwin gen aldus: Mits ln de lijn der oorspronkelijke ge dachte blijvende kan de Jeugherberg on- wedersprekelijk ook ten onzent op sociaal en hygiënisch en moreelgebied vee» goeds uitwerken. Daartoe moeten eobter degenen, die ln de Jeugdherbergen het toezicht hebben met alle krachten mede werken. Het zou struisvogelpolitiek we zen de schaduwzijden, welke aan de jeugdherberg verbonden zijn, niet te wil len zien. Deze echter te teekenen valt bulten het bestek, dat we ons hebben voorgesteld. Dronken man: ,,'t Zal mij me zorg jtjjn of het hard of zacht*» regent, lk het „n fijne regenjas thuis." Smlth's Weekly, Rydney, 1 I S C H A K E N. IT. 3 De oplossing van het tweede probleem van Juchli zal lk de volgende week geven. Hier volgt oen typisch hall pin thema, dat een humorb -x n tint/- l.eeft E. Pape. O. C. 1928 2e prija. NOGMAALS DE JEUGDHERBERG. Men vestigt onze aandacht op een ln „De Nederlander", het chr. hlst hoofd orgaan, van Zaterdag 19 Juli verschonen artikel over de Jeugdherbergen, in welk artikel dit vraagstuk van chr. historische zijde belicht wordt Het stuk la ln zijn ge heel te groot voor onze krant, maar wj) willen er gaarne het essentleele uit over nemen. De jeugd van den tegenwoordlgen tijd ls anders dan voor een, twee tiental Jaren geleden, aldus de sohr. ln De Ked. Men kan dat toejuichen of be treuren. We hebben dat feit eenvoudig te aanvaarden. Was het vroeger voor de rijpere jeugd vreugde om des romers met de ouders, wanneer de gelegenheid zich daartoe aanbood in het een of and"re vacantle-oord te vertoeven of bjj familie leden te logeeren, de tegenwoordige jon gelieden vinden dat maar een matig ge noegen. Gelijk op zoo menig ander ter rein des levens verlangen ze niet slechts naar vrijheid, maar ze nemen die. Vaak, in dezen de ouders zettende voor een vol- dongen feit De vrijheidsdrang openbaart zich ook ln de wjjze van hun reizen en trekken. Het min of meer geregelde van het hotel- of pensionwezen lijkt hun niet meer, Ze vragen de vrijheid. Ze nemen haar. We zien ben er op uit trekken. De rijwielen beladen met hun klein huishouden. Al het hunne met zich nemende. Trekkende Tsn de eene plaats naar de andere. Des mor gens vaak niet wetende, waar ze des avonds hun tenten zullen opslaan. Bohémiens, zigeuners van den modernen tijd. In verband met een en ander ontston den de verschillende kampen door ver- eenlgingen, welke het wel dn* rijpere Jeugd bedoelen, georganiseerd. In Pro testantse!)-Christelijke kringen ten onzent zijn de kampen der N. O. 8. V. «n van het N. J. V. zeer bekend. Hier wordt bereikt, dat gepaard gaat de noodige vrijheid met het noodige toezicht en de voor sommigen onmiskenbaar vereischte leiding. Dat dit noodig ls, vooral uit het oogpunt van het l'rotestantsch-Chrlsteiyk beginsel, mag buiten twijfel gesteld worden na de erva ringen met vrije of wilde kampen opge daan. We gaan op dezo kwestie thans niet nader in, herinneren slechts aan een von nis en de toelichting daarvan van don kan tonrechter in Zutphon, waarin zulk een vrij kamp op deugdelijke wijze onderhan den genomen werd. Dit zoo vrije reizen en trekken, dat on getwijfeld ook zijn goede zijden heeft, bracht mede, dat eerst bij onze oostelijke buren, de jeugdherbergen werden opge richt, waar tegen matige vergoeding aan de nieuwerwetsche zigeuners onder be- paalde voorwaarden onderdak werd ver schaft. De schr. zot hierna uiteen, hoe de jeugdherberggedachte ontstaan ls, en hoe de bedoeling van den stichter, Richard Sohirrmann, was, de Jeugd een aloohol- vrij nachtverblijf te geven, waar ze tevens zouden zijn onttrokken aan de zedelijke gevaren, die hen ln de meer en meer van karakter veranderende hotels ln de grooto steden bedreigden. De oorlogstijd had mede een deprtmeerenden invloed uitge oefend, en men bereikte door deze jeugd herbergen, dat de stadsjeugd eenigen tijd was onttrokken aan het groote stadsleven en in een gezonde omgeving vertoefde. I'aaruoor werd aan de volksgezondheid oen grooten dienst bewezen. Behalve de verheffing van de lichaméltyke en zede lijke volksgezondheid bevordert de jeugd herberg ook de eenheidsgedachte als volk Wj de jeugd, aldus de schrijver in „De Nederlander" verder. De sohr. wijst voorts op het meerdere comfort, dat de jeugdherbergen van don laatston tijd reeds bieden, door bijv. de inrichting van Wit begint en geeft mat ln 2 zetten. Wit: Kg2, Dh8, Tn4 en r7, Le2, Pal en gl. pi f2. g4 on hS. Zwart: Kf4, Dhü, Tb4 an cl, Lal on bl, l'c-t. pl 10, g6 en g5. Een andere speelwijze toont ons de negende partli van de match tuMohao: Capablaoca en Aljechln. Waarschijnlijk vreesde O. dat A. toch leta op den tH Lh4 bedacht bad I Capablanea. Dr. Aljechln d4 1 dl c4 2 e0 Pc8 Pf0 Lg6 4 Pbd7 e8 Do2 0 Dab Td417 Dc* Nkt goed ia nu Td7Ld7Dd7 TadSI tegenfl De zet Dc2 moet de moeilijkheden van deze opening voorkomen. cd67 Pd6: Afruil volgena Tarraach. Na ed6: volgt Ld» enz. Ut 04) De8 b» LfS: Tfdl TdSrf Da7 18 19 De7 Pc6 Lg4 Lra Tfd» Td8: Tdirt Wit probeert nog eveu wat te befwlken. e4 8 Pc8: Ld2 9 Da4 10 u6 Pf8 11 1.1)5 Del 12 0-0 a3 18 Ld2rt Dd2: 14 e6 kan De4rf. Tel 16 cd4 Te4 10 Db6 Ldl Led Dd4 Dc4 f4 Dedrt Dd& 20 27 28 29 80 remiae. Dc7 h0 fed: «6 Del Df4: Kh7 Delf Dr. P. FEEN8TRA KUIPER. D A M M E JTLf Eindspel H. d. J. Zwarteen dam op 88 en een schijf op 2. Wit: aen dam op 40 en drie schijven op 12, 27 en 48. Wit. Zwart. 12-71 2X11 (a. b.) 40-49 1 88X10 48—42 enz. wint. 88X10; 2. 40-49! wint 1. (a.) L als ln de hoofdvarlant. (b) 1.88X27 2. 40-491 wint. Wit: Probleem Robert Grandmougin. De stand was: Zwart5,10/14,17,18,20,21,22,27,80. 25, 28, 29, 82/84, 87, 88. 41, 47, 49,60. 80X89 22 31 27X88 18X29 14X8 10 19 88X40 gewonnen. 60-461 2. 83X44 29 281 4. 41-86 86X9 6. 26X14 7. 49-48 8. 45X141 Ter oplossing r*InA0e»PHrtlJ t,UMchen 9- Bizot, wit, en Dr. A. Mollmard met zwart, kwam ondor- staande stand voor MKI ft ■f, s BK P s LI £S 3 13 L I 1 au Wlt'a laatste tel was 48—881 Zwart kan nu op 42 komen, maar dan komthty belangrijk injict nadeel. Hoef In een eenlge dagen geleden te I'nrtjfl gespeelde;>nrtij. gsf de Hollandsche lleeM tor, J. de Haas, aan, dat Indien ln volgenden stand schijf 9 op 4 stond, hg een winnende combinatie zou ultvocrefl met zwart J de Haas. Zwart ïrWj j Wit L. Finance. (De Hans gaf een schijf voor). Alles betreffende deze rubriek te adr®** ••eren aan: G. L. GORTMANS ParamBrlbopleln 80 Amsterdam (Ww A cl verteeren doet verkoopen Wilt ge Uw omzet ▼ergrooten, adver teer dan la de 8 6 C0 20 21 22 28 24 26 D08: LbS 81 82 88 2. 8. 1. 8. 6.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 6