UIT DE WIJDE WERELD.
'n Greep van dit en dat
Populair Bijvoegsel van de
HELOERSCHE COURANT,
van ZATERDAG 26 JULI 1930
444. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN).
DWAALLICHTJES.
Het dreigt zoo'n beetjo den geheelon
dag. Nu en dan regent (het pijpensteel-
tjej» en lijkt 'het of de herfst is aange
vangen. Het grommelt zoo'iu beetje;
grauw en guur ziet 't er af en toe uit en
de wind klappert met de luiken.
Dan weer scheurt het wolkenfloers
vaneen en tracht de zon haar heerschap
pij te henvinnen. Want ze meent, dat
net met haar macht nog lang niet behoeft
uit te zijn; ze vindt, dat ze nog sterk en
krachtig genoeg Is om haar scepter een
pons te blijven voeren.
Wel pogen de wolken haar weg te
moffelen achter haar zware, grauwe gor
dijnen, maar de zon heeft een bondgenoot
aan den wind, die dat wolkgordijn zoo
nu en dan van elkaar scheurt on dan
dadelijk is de zon gereed om van haar
tegenwoordigheid blijk te geven.
Dan merken wjj aardbewoners dadelijk,
dat we nog altijd waarde mogen hechten
aan het gezegds, dat achter de wolken
toch schijnt de zon.
't Zou ook wat al te bar zijn als we nu
reeds moesten twijfelen aan de macht
van ons aller vocnlster, do zon.
Wat moest er dan wel van de vacuntie
worden, die nauwelijks voor enkelen be
gonnen, voor de raeesteu zelfs nog moet
uaiua igen.
Luat ons aannemen, dat het weer .even
van streek Is en dat het straks alles weer
„reg" zal komen.
Zooals we lazen, was de zee vol kwallen
en wat ruw weer zou daaronder wat op
ruiming kunnen houden of wel zou de
aaneengesloten horde uit elkaar kunnen
raineJen.
De visschers dus schijnen dit ruwe
weer als een niet onwelkome bondge
noot te beschouwen, want behalve dat
het kwalleneuvel wat minder last veroor
zakend wordt, doch tevens zorgt de wind
er voor, dat het water goed in beroering
komt, zoodat de zee minder doorschijnend
is en de vissohen er niet van worden
weerhouden onder het. bodetuzand weg te
komen en ze bovendien niet wegvluchten
voor het aanschuivend net
Zoo heeft de keerzijde van de medaille
ook weer zijn goede zijde en kunnen we
er weer meer op vertrouwen, dat het, zoo
als het is, wel goed zal zijn.
Tot mopperen zijn we steeds bereid en
dnt mopperen houdt velen onzer steeds
fit Dat klinkt misschien gek, maar kijk
maar eens rond je, hoe welgedaan en hoe
fleurig velen er uit zien, die eigenlijk
geen woord kunnen zeggen zonder er een
mopperklank in te verwerken.
Laatst was er iemand, die meende te
moeten mopperen, dat hem de honderd
duizend was ontgaan. Nou is die honderd
duizend ook een fata morgana voor mij
en het beeld er van heb ik zelfs nog nooit
aan den horizon gezien, zoodat ik me
eenigszins kon voostellen, dat het ge
dachte verlangen zoover gaat van de
honderdduizend in je beura te voelen en
dut je dan merkt, dat ie net weer door
een gat in die beurs is ontsnapt
Maar ik vroeg aan dien man: heb je
eiken dag nog te bikken? „Ja." En
smaakt het goed? „Ja."
„Wat moet je dan eigenlijk met die
honderdduizend doen?"
Daarop krijg je in zoo'n geval geen
antwoord in den regel en ook die man
kon daar geen antwoord op geven dan
me een beetje wezenloos lachend aan te
staren alsof ie eigenlijk dacht: „nou, bij
jou is het zeker ook niet recht snik".
„Nou, man, dan heb je die honderd
duizend ook niet noodig, als je er toch
geen raad mee weet".
Eerlijk gezegd zou ik er ook geen raad
mee weten. Eigenlijk zou je er een hoop
last van hebben, geloof ik. Allemaal
schijnheilig buigende lui om je heen; een
groot huis natuurlijk, met een uitgebreid
personeel. Ais je er aan denkt, krijg je
al kippevel.
Het slot van het onderhoud was, dat
we elkaar lachend verlieten en dat we
het groote voorrecht hadden er nog om
te kunnen lachen, dat we beiden, zooals
men dat noemt, gesjochte jongens waren.
Is het nou komkommertijd of niet? De
zeeslang ontbreekt er nog aan, maar als
Ik straks uan het strand languit lig te
staren, dan zal die ook wel komen eil dan
zal ik wel in kleuren on geuren vertellen
hoe of ie d'r uiztag.
Tot kijk dus.
De amerikaansche wolken
krabbers.
Van do beroemde wolkenkrabbers aan
den helleden-11 roadwa^ is de Woolworth-
iiuilding de meest )>eroemdel
De man, die deze wolkenkrabber Liet
bouwen, was een oohto Aanerikaansoho
gelukzoeker. Hij wat» begonnen als goud
delver en geleidelijk opgeklommen tot
eigenaar van een groote petroleumbrou.
Als '■■.n-'oudig iaan verrijkte hij do we
reld met de bekende tien-oents-winkels,
die enorme zaken, waar allee een dubbel
tje kost.
Deze dubbeltjeswlhkels waren een
goudader, die onzen man meer money in
kas brachten dan de velden van Alaska;
binnen oenigo jaren wat hij multi-mil-
iionaireen ecute Amerikaansche self
made mant
De Yankee nu heeft voor zulke lieden
een onbegrensde vereering; wat zij doen
is welgedaan. En de rechtgeaarde New-
Yorker passeert met geen vreemdeling
het Woolworth-Builing, zonder trotsch te
gnuiven: ....Well old boy.... Wat zeg
je daar nu van? En dat gebouw is van
tien centsstukken opgetrokken
Zie je daardoor en door zooveel
meer nog is het Woolworth-gebouw een
van de bezienswaardigheden van New-
York geworden.Het is iets, wat elke
vreemdeling meent te moeten bekijken.
Het is te begrijpen dat de allergrootse
attractie is, dat de liften Iedereen overal
in het enorme gebouw brengen tot in
de hoogste hoogte en in den toren, van
waar men een onbeschrijfelijk vergezicht
geniet' over den Atlantischen Oceaan. En
dat al Les voor niet meer dan tien cent!
Want ook hierin is men trouw gebleven
aan het dubbeltjes-systeem van Wool-
worth!
Het gebouw zelf is natuurlijk de „held"
van ontelbare anecdoten. Zoo vertelt men
van een vrouw, die aan den beueden-
Broadway bil een hevigen storm haar hoed
erloorl Het hoofddeksel zwierde door do
lucht en bleef ten lange leste vost zitten
aan een van de versierselen, die den top
van de scy-scraper verfraaien.
Iedereen lachte om het zotte geval,
maar geen der lachers zag kans dien hoed
uit zijn netelige positie te verlossen. Ten
slotte diende de beroofde lady een aan
klacht in tegen den ouden Woolworth,
die zjj niet heelemaal ten onrechte ver
loor.
Er zijn echter nog zonderlinger geval
len gebeurd.
De schavuit, die met 'n ezel aan kwam
zetten en vergunning zocht te krijgen
het dier boven op den wolkenkrabber te
fotografeeren, in de hoop met deze
serieuze kiekjes goede zaken te anaken,
was niet excentrieker dan duizend andere
Amerikanen. En wat te zeggen van het
paartje, dat wekenlang probeerde con
cessie te bekomen om op het platvorm to
trouwen?.
Hat ze hun zin niet kregen, spreekt
vanzelf.
Ook een zelfmoordenaar heeft eenmaal
hen toren van de Woolworth-Buikling als
Tarpeisohe rots gebruikt.Hij liet zich
van het duizelingwekkend hoog© gebouw
haar eerste avontuur.
'n Zondags-geschiedenis.
Met een schok werd Emrny Vredo
wakker.
Hot laat zou 't toch zijn?
Haastig greep ze naar het horloge op
d'r nachttafeltje.
Vroeg, nog pas half zevon.
Gauw kroop ze weer onder do dekens.
Wat zou ze doen, eens lokker long uit-,
slapen? Of don heerlijken Zondagmor
gen gebruiken om eens fijn naar buiten
te gaan?
Hè, haar vingers waren nog stijf
hot machlnogesohrljf van do hoele week.
Ze had 't ook zoo verbazend druk gehad
op kantoor on 's avonds nog ovenverken
op don koop toe.
Kijk wat scheen de zon al heerlijk.
Leuk om to zien, hoe ze eerst voorzichtig
door een hoekje van het raam kwam glu
ren, telkens een stuk verder gleed, tot
pardoes naar boneden vallen. En het
resultnat was zoo afdoende, de voor
bijgangers gedurende eenige weken «In
wijden boog oan het gevaarte* heen liepen
bang als ze waren ten gevolge van dit
feilloos werkende zelfmoordmiddel een
levensmoede Yankee op den kop te
krilgon.
Voor zoover bekend Is nog nlmimor bo
ven op het platvorm Iemand zijn natuur
lijken dood gestorven.Wel heeft een
Amerikaan op den wolkenkrabber het
eerste levenslicht aanschouwd!
Hot was natuurlijk een ongelukkig toe
val, maar liep overigens goed af.
Ten slotte dient nog als staaltje van
uithoudingsvermogen gememoreerd, dat
eenmaal een kip langs alle treden van de
een-en-vijfiin verdiepingen het platvorm
van de Woolworth-Buildlug heeft bereikt!
Juffrouw Kip werd daarna weer veilig
naar. den beganen grond getransporteerd.
Het aantal bezoekers, dat jaarlijks
langs de trappen naar boven klimt, is
ongeveer 876.000.
Eigenaardig is intusschen /zeker, dat
een zeer groot percentage New-Yorlcers
de wolkenkrabbers nog nooit beklommen
heeft. Lieden, die op kantoren in het ge
bouw zelf werken, en allen toegangs
kaarten tot den toren hebben, deuken er
niet aan van deze kaart gerbuik te maken.
Hat de toren eenigszins slingert,
spreekt vanzelf. Hat gebeurt bij al der
gelijke gebouwen. Deze toren slingert
vier centimeters naar elke zijde. Natuur
lijk bestaat er ook een register, waarin
ieder bezoeker zijn naam 1 an sclurijvcsi.
i)e meest bekende namen en de nunjst
bonte oom bi naties kan men er in vinden.
Directeur van dit geweldige bouw
product is zekere heer Edwin Coohran,
op wien ojm. de tai k rust 4000 buroaux te
oontroleeren; een enorm werfc, vooral als
men l>edenkt, dat de Amerikaan gaarne
standjes uitdeelt, en speciaal de New-
Yorker, ióder andere Amerikaan in het
kijven de baas is.
In het gebouw zijn ruim 6500 vensters
gemaakt. Op iedere verdieping zijn vast
zestien glazenwasschers geetationneerd,
opdat elk vensters juinstens eens in de
veertien dagen schoon komt.
De taak van Edwin Cochran is zeer
zwaar, ook al heeft hij 'n heele staf van
personeel Hij immers blijft verantwoor
delijk voor alles. Toch is aan zijn baantje
een niet te onderschatten voordeel ver
bonden. Alles wat in de papiermanden
wordt gedeponeerd, kan namelijk door
dezen directeur ten eigen bate worden
verkocht. Dat papierafval nu levert een
extra inkomst van 9000 dollar per Jaar op.
Dan wordt nog "n aardig sommetje ver
diend aan den verkoop van door bezoe
kers vergeten parapluiee en wandelstok
ken. Want het is bekend, dat 26 van
de Lieden, die het gevaarte bezoeken een
of ander achterlaten.
Op geen enkele verdieping van het
Woolworth-Building is een kamer, die het
nummer 18 draagt. Niemand zou een
kamer met dit nummer willen huren.
De reparatie-kosten van deze gewel
dige sky-craper zijn Jaarlijks ongeveer
700,000 dollar.
b.
eindelijk 't gehoede oppervlak met hpt
warme gouden licht overgoten was.
't Deed je naar bulten verlangen, naar
't frissche voorjaarsgroen; kom, ze zou
d'r tijd niet langer verdroomen.
Met een wip was ze overeind en kleed
de zich met zorg.
Heerlijk toch zoo'n Zondag, dacht ze,
wat anders dan in do week eerst dut
geklop op je deur, of je nu eindelijk eens
op zoudt willon staan, anders werd 't te
laat voor kantoor, dan haast-je rop-jo
kleeren uanschleten en je boterham guuw
met wat thoe wegspoelen.Kom, ze
zou nu eens fijn toilet imaken.
Met het nieuwe voorjaarshoedje in de
hand kwam ze de trappen af, gauw at ze
een stukje, on zacht om de anderen niet
te storen ging ze naar buiten.
Ze stond besluiteloos, waar naar toe te
gaan; een theetuin oven huiten do stad
leek haar na lang wikken en wegen 't ge-
schiksto.
Zoo vroeg zou 't daar nog niot vol zijn,
ze kon rustig on eens echt ongestoord vun
haar mooie boek genieten.
Op den buitenweg gekomen vertraagde
ze haar pas en genoot van hetgeen de
wandeling bood; ze bewonderde 't schijn.
VAN EEN HOND EN NOG WAT.
Hara Iiornhardt
De beroemde tooneelspeelter Sara
Bernhardt was ln naar glorietijd zoo dol
op honden, dat zij nimmer op reis kon
gaan zonder een van haar lievelingen
mede te nemen.
-Aangezien echter in Engeland door
niemand honden mochten worden inge
voerd, had rij de gewoonte aangenomen,
zoodra zij aan do andere zijde van het
Kanaal kwaan dadelijk een nieuw huis
dier voor den duur van. de reis te koopen.
Maar wanneer dan de reis ton einde
was en de dag van vertrok was nnngv-
hrolcon had La Dlvine Harah zich zoo
aan 't nieuwe beestje goheoht, en vond zij
het zoo zielig het weg te doen, dat zonder
uitzonder!*>3 de nieuwe aanwinst mee
naar Parijs toog.
Op deze wijze was zi) langzamerhand
in het gelukkig bezit gekomen van een
uitgezochte hondenkolonie, waar relden
een exemplaar afging, maar leder oogon-
blik een bijkwam.
HEILIGE HONDEN.
In Stamboel en Pera dl ile oude
7\p*k«nl. n do havenwijk van Konnta j-
liuopel leven meer dan 80.UU0 bonden,
die geen eigenaar hebben en dag nacht
op straat zijn!
Voor den oorlog haalde een Aiueri-
kaansche natuurlijk een Amerikaan
sche Maatschappij jaarlijks 12.000 zak
ken van ongeveer 70 Kilo honden-vuil op,
hetgeen destijds reeds een waarde ver
tegenwoordigd© van ruim 126.000 dollar.
Op sommige doelen van Java zhn even
eens groote zwermen honden, aio uit
sluitend op de straat en in het vrije veld
leven. Zij vooral zijn het, die vaak allerlei
ziekten meedragen 011 ze op de meneohen
overbrengen.
Noch in Konstantlnopel noch ln IndiP
evenwel wordt aan dit hinderlijk kwaad
iets gedaan, omdat voor den Muzelman do
hond een heilig dier la.
DE M A RSEILLAISE.
De Mareeillaise het bekende en po
pulaire FTansche volkslied dankt zijn
ontstaan niet aan de overpeinzingen van
een chauvinistisch dichter, die zijn Land
eens voor de volgende eeuwen wilde ge
lukkig maken mot een Nationaal hymne.
Hot >>eroemdo lied ontstond in een en
kelen nacht n.1 dien van 24 op 26 April
1792 ln een van de soldaten-waoht-
kwartieren van het Fransobe leger te
Straatsburg en tijdens een zeer rumoe-
rigen tijd.
De maker ervan was de Fransohe genie-
kapitein Rouget de lUe.
De naam van het lied ontstond doordat
oen bataljon vrijwilligers uit Marseille
het voor 't eerst te Parijs zongen en be
kend maakten.
DE KHAKI-KLEUR.
f De benaming van de kleur dezer sol
daten-uniform is afkomstig van En-
gelach Indié en beteekent: Stof of aarde!
De invoering van deze dracht dateert
uit de dagen in welke de regimenten van
het z.g. Pelsjab-leger geformeerd werden
ter verdediging van de Noord-Westelijke
grenzen van Britsch-Indiö.
De Infanterie werd toen in kbaki ge
stoken, omdat deze kleur met die van
den bodem overeenkwam en zoodoende
kans op waarneming tot op het geringste
werd verminderd.
Jonggetrouwd vrouwtje: „Ik wilde
graag een deegroller, alstublief. Het is
om tulband te maken, mijn man en ik
zijn altijd zulke goede vrienden."
Everybody's Weekly, Londen.
sel der zon op het teergroene loover, de
gouden lichtplekken op 't donkere moe.
De madeliefjes staken voorziohtig haar
kopjes uit het gras, helgeel plekte de
brem er tusschen, terw ijl de bloesem
blaadjes der meidoorn alles met een teer-
wltten bruidstooi bedekten.
De kikkers ln het slootje kwekten hun
morgengroet, do vogels tierelierden dat
het schalde door de hoornen.
Gretig nam ze alles ln zich op, ze had
d'r hoed afgezet en 't kooltje speelde
zacht met de krulletjes op d'r voorhoofd.
Zoo bereikte zij het uitverkoren plekje.
Kijk, daar wm juist oen leuk noekje om
te zJtton, vlak aan het meertje, dat zoo
kalm te blinken lag in het heldere zon
nelicht.
Zij nestelde zich in een makkelijken
rieten stoel, besteldo een kopje thee en
slog dadelijk haar boek open.
't Was een historie van epn meisje dat
allerlei vreemde avonturen beleefde,
t Boolde haar erg.
Voor ze het wist waren do laatste blad
zijden uit on met een zucht klapto ze het
l>oek dicht
Hè ze zou toch ook wel eens iets mee
willen maken; liuar leventje was altijd
Een liefdesverklaring.
Boerenzoon: Nou nou moj-Je mal 's
vertelle, Tralntje.... Lus jai graag zuur
kool, Traint je?.
Trijntje: Nou jawel Geert.da-lus
Tc wel maor weerom wil Jal dat weute,
Geert?
Geert: Nou da-za "k je zegge,
Traintje.rie Je.Ikzelf lus hiel
graag spek zie-JeNou en dan
zouen wal 'n goed paartje weuze vin
je niet Traintje.
„Wat Is er met die twee aan de hand?"
„Die zouden graag met mekaar willen
vechten, maar dat kunnen ze niet met de
fok op de neus, en als ze die afzetton, kun
nen ze mekaar niet zien,"
Dublin Roview.
TOB NOOIT HOEKJE
BERGOPWAART&
Wij hebben allen Illusies. Over som
mige van onze illusies spreken wij wel,
maar velen houden hun dierbaarste Illusie
voor zichzelf. Waarom? Misschien omdat
het voor henzelf nog lang niet vaststaat
dat hun ideaal ooit werkelijkheid zal wor
den. En meestal verzwaart het een teleur
stelling, wanneer anderen weten dat wjj
ernaar hebben getracht en.... gefaald.
WJj houden meestal die eene, liefste
illusie voor ons. WjJ leven er ons In alle
opzichten hi ln. hoe wi| ons zouden gevoe
len ui utu eens werkelijkheid werd."
Wij drooinen en mijmeren, eu, ln onze
neerslachtige ©ogenblikken mogen we al
eens denken: „daar komt toch nooit Iets
van", diep ln ons hart blijft de boop leven.
.Maar met dat al vergeten wij dikwijls, om
met ai ons vermogen te werken in die
richting, waarin hetgeen wty ons zoo
vurig wenschen gelegen is. Eu dat moe
ten wij toch allereerst doen; willen wij
ook werkelijk zelf op dien hoogeu, zoo-
/.oer bewouderden bergtop staan, dan
moeten wjj toch eerst een zworen tocht
maken. En voordat wjj in staat zijn, dien
tocht te volbrengen, moeten wj} ons eerst
trainen. Anders toopen wy groote kans,
dat wfj halverwege ademloos en uitgeput
terug moeten keeren.
En dat vergeten velen, dat met droo-
men en verlangen alléén wij er niet
kunnen komen. Dat w(J actief moeten
zijn, werken en denken, onophoudelijk
denken èf en hoe wjj alle andere levens
omstandigheden aan ons doel onderge-
sohikt kunnen maken. Met vage plannen
komen w\} er niot. WU moeten een even
wichtig. weloverwogen plan opmaken, dat
zooveel mogelijk met alle factoren, dlo
zich voor zouden kunnen doen rekening
houdt, en daarna zoo spoedig mogelijk
met de uitvoering van dit plan een aan
vang maken. Er is nog een struikelblok,
waarop de voornemens van de energiek
ste mensahen dikwijls spaak rijn ge-
loopen, en dat is: verdeeldheid in net
streven. Wanneer u uw doel ten volle
wilt bereiken, stelt u dan één doel tege
lijk voor oogen. Streef daarnaar met hart
en riel en sta niet toe, dat ook maar bet
kleinste gedeelte van uw wilskracht of
uw werktijd aan Iets anders besteed
wordt, voordat dit doel bereikt Li Dik
wijls hebben wtt weliswaar één tlevelings-
ilhiaie, maar „dit willen wij toch <V>k
graag", en „dat zou toch ook wel prettig
zijn". Zoo weifelen en twijfelen we,
hinken op twee of meer gedachten, en
hot resultaat ls, dat onze werkkracht ver
brokkeld wordt en dat wjj ln geen een
richting noemenswaard vorderen.
'De verwezenlijking van uw liefste
illusie is toch 7. ei er wel waard, dat u er
iets voor opoffert Trouwens, deze op
offering behoeft maar tijdelijk te zijn,
want nadat door u het eene bereikt ls,
kunt u zich immers aan het andere gaan
wijden. Wil één ding tegelijk en wil dat
met alle kracht van uw persoonlijkheid,
dan zult u slagen in het leven.
Voor de lueon van dit blad geeft onze
I'syobologlsohe medewerker Dr. Jos. da
Oook, vnn Morlenstraat 120, Den Haag,
gratis zielkundige adviezen ojn. over do
wHze waarop zij hun geest kunnen ver-
'rlsschen en hun wilskracht en energie
kunnen versterken.
De vragen zullen ln dit blad geregeld
worden behandeld. Mochten de boantwoor-
dlngen te uitvoerig worden, dan dlreot
schriftelijk aas de aanvragers
Dr. jofc DE OOCK.
(Nadruk TOibodonl.
zoo gelijk en de eene woek zoo precies
als de adere.lederen dag naar 't nota
ris-kantoor, waar zö de eenige oedlende
was. Ze kon wel eens afgunstig luisteren
naar verhalen van kennisjes, hoe ze dik
wijls in de arbeidsuren samen pret had
den; vanwege het goede salaris bleef ze
echter (maat waar ze was. Thuis had ze
ook,al niet veel afleiding. Haar moeder,
een weduwe, was een 'stille vrouw, d'r
beid© broens waren veel afwezig, haar
eenige zuster was pas getrouwd. Moestal
waren ze dus 's avonds met z"n beidon.
Een verre nicht, die voor haar brood
kamers moest verhuren, was de eenige
bekende ln het stadje.
Zoo zoetjesaan was t volgeloopen, de
tafeltjes rondom waren alle bezet geraakt,
liefhebbers van de roolsport gleden in
ranke bootjes over 't meertje, waarin een
smal riviertje uitmondde.
Zo keek eens rond of ze ook bekende
gezichten ontdekte.
Kijk, wie nam daar zoo diep den hoed
voor haar af? O, Ja, ze herkende ham al,
het was een heer die voor eonlge weken
vvz VWHHO Wt76JUII
bij haar nicht ln pension was gekomen,
Hij wist niet dat zij familie van zijn
pdta was, of deze zelfs kondo. Wel had
lin hos-
ze hem, wanneer hij voor zakelijke aan
gelegenheden haar patroon bezocht, een
paar keer to woord gestaan.
Een vuurrood overtoog z'n aangericht,
toen ze hem eensklaps op zag staan en
regel reoht naar haar tafeltje zag kamen.
Toen hij zich voorstelde als mijnheer
van Riethoven, stamelde ze verward haar
naam.
„Wöl juffrouw Vrede, Ik mag zeker wel
't genoegen hebben u wat gezelschap te
komen houden, u zit hier zoo alleen, en u
weet „Gezelligheid kont geen tijd".
Zijn amicale toon naim dadelijk al haar
verlegenheid weg.
„Wel ja mijnheer, waarom niet," ant
woord© ze. ,,'t Genoegen zal echter niet
van langen duur zijn. 't Is xnijn tijd om
naar huis te gaan."
„Mag Ik dan het genoegen hebben u
naar de stad te roeien, ik heb tegen elven
een bootje gehuurd."
Snel flitste het door haar brein, dat
het niet netjes was, met een vreemden
heer zoo maar te gaan roeien en dat Ma
't stellig niet goed zou vinden. Maar kam,
zoo .stelde ze zich gerust, haar moeder
behoefde 't immers niet te weton, en als
ze nu eens eon avontuurtje wilde.hier
bood er zioh een.
Gretig stemde ze dan toe, en moteon
verdween hj) al om de boot to holen.
't Juffertje
Roblnaon.
Per asperu ud ustra.
'vv-l 1 kon- ««l-lj.