Derde Blad KONIJN's VLEESCHWAREN, VAN ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1930. Iets over belastingen. FORENSEN -BELASTING. n. BLOEMENMAGAZIJN „DE LELIE" BRUIDS- en TROUW- BOUQUETTEN DJ. BANSEMA 3REEWATER5TRAAT 10 Ötaat nu eenmaal vaat, dat men als werk- of woontorens moet beschouwd worden, dan heeft dit zijn directe gevolgen op de gemeentelijke inkomstenbelasting welke men in de gemeente van hoofdverblijf en in de forensaal-gemeente moet betalen. Het maakt bij de foreneenbelasting overi gens geen verschil, of de gemeente de ge wone plaatselijke inkomstenbelasting heft, dan wel, dat deze opcenten op de hoofd som der rijksinkomstenbelasting heft. Ge makshalve zullen wij hieronder daarom den meer algemeenen term van gemeente- lijke-inkomstenbelasting bezigen. Onderscheid wordt even/wel gemaakt, of men werkforens dan wel woontorens is. Is men werkforens, dan betaalt men zoo wel in de gemeente van hoofdverblijf als in de gemeente, waar men forens is, twee derde gedeelte van de gemeentelijke in komstenbelasting (kortheidshalve G.I.B. te noemen). Betaalt men alzoo b.v. in de gemeente Den Helder, bij een inkomen van 5000, 450 aan G.I.B. en is men werkforens in de gemeente Alkmaar, dan betaalt men in de gemeente Pen Helder 2/8 van 450 of 800 en in de gemeente Alkmaar, als men daar bij een dusdanig inkomen 80Q aan G.I.B. verschuldigd is, 2/8 van 800 of 200. De redeneering, dat een werkforens 4/8 maal zijn G.I.B. moet betalen, is dus niet geheel juist. Hij be taalt weliswaar 2 maal 2/8 aan G.I.B., maar deze 2/8 gedeelten kunnen beduidend uit- eenloopen. Is men nu werkforens in meer dan één gemeente, dan wordt, aldus ongeveer art. 245c der gemeentewet, in elk dier gemeen ten slechts een zoodanig gedeelte van de G.I.B., die men als werkforens verschul digd is, geheven als er gemeenten zijn, waarin men deswege belastingplichtig is. Dit artikel bevat dus geenerlei beperking t. a. v. de gemeente van hoofdverblijf; deze blijft gewoon 2/8 gedeelte van hare G.I.B. heffen. Maar de forensaalgemeenten moe ten haar 2/3 gedeelte gelijk verdoelen. Dit geschiedt aldus: Is men te A, B, O en D werkforens, heeft men een Inkomen van 5000 en betaalt men van zoodanig inko men te A 180, te B 210, te O 800 en te D 270, dan is in werkforens in deze vier gemeenten verschuldigd: in gemeente A 1/4 maal 2/8 van 180, en in de ge meente B 1/4 maal 2/3 van 210, in de ge meente 0 1/4 maal 2/3 van 300 en ten slotte in de gemeente D 1/4 maal 2/3 van f 270. Is men woontorens, dan blijft men in de gemeente van hoofdverblijf het volle bedrag aan G.I.B. verschuldig (3/3). In de forensaal-gemeente betaalt men 1/3 ge deelte van de aldaar bij het vastgesteld in komen verschuldigde G.I.B. Was bij de werkforens de in totaal te betalen G.I.B. 2/8 plus 2/3, hier is het 3/3 plus 1/3. Is men woonforens in meerdere ge meenten, dan blijft de volle (3/3) aanslag in de gemeente van hoofdverblijf eveneens intact, en wordt men in elk dezer gemeen' ten voor 1/3 gedeelte in de G.I.B. getrof fen. De verdeeling als bij meerdere werk- forensgemeenten komt hier niet te pas; elke gemeente krijgt haar vol 1/3 gedeelte. Men wordt steeds aangeslagen in de ge meente, waarin men op 1 Mei hoofdver blijf heeft. Blijkt men tijdens het belas tingjaar in eene andere gemeente tevens als woon- of werkforens belastingplichtig te zijn, dan wordt men bovendien als fo rens aangeslagen. Komt de forensenop- gave van de betrokken gemeente bij den inspecteur binnen, als de aanslag reeds is vastgesteld, dan verleent deze ambtshalve vermindering voor 1/8 gedeelte der G.I.B. in deze gemeente van hoofdverblijf en krijgt men alsnog een werkforensenaan- slagbiljet toegezonden. Een forensenaanslag gaat overigens ge heel od en neer met den aanslag in de ge meente van hoofdverblijf. Wordt de .jhoofdaanslag" verminderd of wordt deze door navordering verhoogd, dan volgt de forensenaanslag automatisch deze veran deringen. Men behoeft deze wijzigingen van den forensenaanslag niet speciaal te verzoeken; de belastingadministratie vol voert dit ambtshalve. Waar de forensen- aanslag alzoo geheel lnhaerent is aan den hoofdaanslag, kan men, als de hoofdaan slag onherroepelijk vaststaat, doordat de reclametermijn verstreken is, niet meer opkomen tegen het belastbaar Inkomen, waarnaar de forensenaanslag berekend la Wel kan men natuurlijk bezwaren van anderen aard tegen den forenBenaanslag hebben; alleen de bezwaren tegen de basis, waarop de hoofdaanslag is tot stand automatisch is vastgesteld, zijn, wanneer gekomen en waarnaar de forensenaanslag deze basis eenmaal automatisch vaststaat, ook via den forensenaanslag uitgesloten. Heeft men bezwaar tegen den aanslag als forens, dan kan men binnen drie maanden na afloop van het belastingjaar zijn bezwaren bij Gedeputeerde Staten in dienen. Is de aanslag binnen een maand na afloop van het belastingjaar nog niet vastgesteld, dan moeten eventueele be zwaarschriften binnen twee maanden na de dagteekenlng van het aanslagbiljet in gediend worden. Is men als forens aan geslagen in eene gemeente, tot eene an dere provincie behoorende dan de ge meente, waar men hoofdverblijf heeft, dan moeten de bezwaren binnen dezelfde ter mijnen als hiervoor genoemd bij de Kroon ingediend worden. Hebben de Ged. Staten uitspraak gedaan, dan kan men daarvan binnen 80 dagen na de mededeeling van de genomen beslissing bij de Kroon in beroep komen. De Kroon beslist in dit geval, alsook, wanneer deze direct in eer ste instantie oordeelt, na ingewonnen ad- 1 vies van den Raad van State. Ook de gemeentebesturen kunnen op dezelfde wijze tegen een opgelegden fo rensenaanslag opkomen. Deze colleges zijn dikwijls evenzeer belanghebbende als de aangeslagene zelf. Als eene gemeente b.v. meent, dat eene andere gemeente iemand ten onrechte als werkforens be schouwt, zal ze zich tegen zoodanigen aan slag verzetten, omdat anders de G.I.B. in hare eigen gemeente door dien forensen- aanslag met 1/8 gedeelte verlaagd zal worden. De reclametermijn loopt tot uiterlijk binnen 3 maanden na het belastingjaar, omdat eerst na afloop van een belasting jaar het complex der omstandigheden is te overzien, die dergelijke forensenaan slagen beheerschen. In de meeste gevallen zal men het ge heels jaar in de ééne gemeente hoofdver blijf hebben en ergens anders woon- of werkforens zijn. Er kunnen zich evenwel in den loop van het jaar diverse verande ringen voordoen, welke de omstandighe den, waarin men ten opzichte der gemeen- ent verkeert, geheel wijzigen. Vandaar de bepaling van art. 265b der gemeentewet, dat een forensenaanslag kan worden her zien 1. v. m. veranderingen in de omstan digheden, welke bij de vaststelling van den aanslag in aanmerking zijn genomen. Was iemand aanvankelijk alleen als werk forens te A aangeslagen en blijkt hij later tevens nog als zoodanig te B in de G.I.B. betrokken te moeten worden, dan wordt de forensenaanslag te A herzien, omdat nu A en B elk slechts 1/2 maal 2/3 van hun G.I.B. kunnen heffen. Omgekeerd kan het voorkomen, dat een werkforensen- aanslag ten onrechte blijkt te zijn opge legd. In dit geval wordt de aanslag in de gemeente van hoofdverblijf herzien door dezen alsnog met 1/3 te verhoogen. Verkrijgt men evenwel in den loop van het jaar in eene gemeente hoofdverblijf, dan is men in die gemeente deswege niet belastingplichtig, indien men reeds in eene andere gemeente deswege belasting plichtig is, aldus art. 244c der meergenoem de gemeentewet, of m.a.w. verhuist men van de eene gemeente naar de andere, dan krijgt men geen aanslag voor het loopende jaar in de nieuwe gemeente, maar ook geen ontheffing in de verlaten gemeente. Men blijft het geheele jaar aangeslagen in de gemeente waar men op 1 Mei woont. Verhuist men in den loop van het jaar naar de gemeente, waar men als woon- of werkforens is aangeslagen, dan brengt dit ook geen verandering teweeg. Want voor den hoofdaanslag blijft men het ge heele jaar in de verlaten gemeente belas tingplichtig, terwijl het feit, dat men in de nieuwe gemeente vóór de verhuizing reeds meer dan 90 dagen forens was, niet verandert, doordat het forens-zijn voortaan ophoudt. Het zou buiten het bestek van dit artikel liggen om de vele variaties in den foren senbelastingplicht op te sommen. Alleen willen wij nog even memoreeren, dat iemand, die ter tijdelijke waarneming eener openbare betrekking of ter bijwo ning van de vergaderingen van een verte lidmaatschap bekleedt, buiten de gemunte genwoordigend lichaam, waarvan hij het van zijn hoofdverblijf vertoeft, deswege niet als forens belastingplichtig is, zulks krachtens het bepaalde bij art. 244b. Dit voorschrift slaat dus op hen, die bij de ontstentenis van een titularis elders tijde lijk eene openbare betrekking vervullen en op de leden van vertegenwoordigende lichamen (Tweede Kamer, Prov. Staten, enz.), die bulten hun woonplaats de ver gadering op meer dan 90 dagen bijwonen. By Kon. Besluit van 12 Juli 1927 werd beslist, dat deze vrijstelling niet geldt voor het college van Ged. Staten, daar hieraan niet het karakter van vertegenwoordigend lichaam kan worden toegekend. In bovenomschreven vormen wordt de forensenbelasting nè 1 Mei 1981 niet meer geheven. De wet inzake de flnantieele ver houding tusschèn Rijk en gemeenten schaft dan de werk forensen/belasting af. En wel terecht! In onzen tijd toch is er geen plaats meer voor de oude opvatting, dat men eigenlijk ongepast handelt, wan neer men op een andere plaats gaat wonen dan waar men werkt, en als „boete" daar voor forensenbelasting moet offeren. Wel blijft elke gemeente de bevoegdheid behouden om een woon forensenbelas ting te heffen. Een dergelijke belasting mag echter niet afhankelijk zijn van het Inkomen, zooals thans het geval is, maar behoort te worden geheven naar den duur van het verblijf naar de huurwaarde van de gemeubileerde woning of naar andere bij de verordening vast te stellen grond slagen. BINNENLAND. De Nederlandsohe week te Antwerpen. ochtend om half tien onder groote belang stelling plaats gehad, Op de kade hadden zich honderden opgesteld, die met groote -*>li Afscheidsfeest aan boord van de „Heemskerck". Men schrijft aan de Nw. Roti. Grt uit Antwerpen d.d. Ponderdag: Wanneer dit bericht verschijnt ls de Nederlandsche week afgeloopen en het Nederlandsch eskader, dat zooveel tot het welslagen ervan heeft bijgedragen, reeds bezig met de toebereidselen om het anker te lichten en naar het vaderland terug te kGoron Pe week is zeker een succes geweest en de verbroedering tussehen Belgen en Ne derlanders, welke toch zeker een van haar voornaamste oogmerken was, heeft in dien tijd niets te wenschen gelaten. Zoowel de Nederlanders als de Belgen bewaren er de aangenaamste herinneringen aan. De Bel gische gastvrijheid heeft zich gedurende dezen tijd niet verloochend, men kan zich nauwelijks een aangenamer ontvangst denken dan die welke in het bizonder de Nederlandsohe officieren hier hebben ge noten en zij, hunnerzijds hebben hier pret tige indrukken achtergelaten. Vanavond voor het laatst had vice-ad miraal Quant, die de Nederlandsohe mari ne tijdens de Nederlandsohe week op zoo waardige en gezellige wijze heeft ver tegenwoordigd en hier in dien korten tijd vele vrienden heeft gemaakt, een aantal personen, die hem en de officieren van zijn eskader in deze dagen beleefdheden ïadden bewezen, aan tafel genoodigd op de „Heemskerck". Pe maaltijd werd gehouden in de long- room, die keurig versierd was. Op tafel bevond zich een versiering met bloemen en roode, witte, blauwe en oranje lampjes. Overigens bestond de verlichting in kaarsen, op fraaie zilveren kandelaars uit het Instituut te Nieuwedlep. Het maal, dat aan boord zelf was be reid, deed den kok groote eer aan, het was keurig verzorgd en werd keurig op gediend; Bij het begin ervan werden de gebruikelijke dronken op de Koninklijke families van België en Nederland uitge bracht. Aan het slot nam vice-admiraal Quant het woord en bedankte in een har telijke toespraak uit naam van zichzelf en van de officieren van het eskader allen, die hun op eenigerlei wijze een vriende lijkheid hebben bewezen, waaraan hij! den wensch vastknoopte, dat het verblijf van het Nederlandsohe eskader te Antwerpen er toe mocht hebben bijgedragen de goede verstandhouding tussehen België en Ne derland te bestendigen en te versterken. Burgemeester van Cauwelaert ant woordde hierop met de verzekering, dat het bezoek van het eskader de aangenaam ste herinneringen heeft achtergelaten. Hij gaf den vice-admiraal de verzekering, dat de manschappen van de vloot zich op on berispelijke wijze hebben gedragen en een hoogen dunk hebben gevestigd van de discipline, welke op de Nederlandsohe vloot heerscht. Zij he/bben zich door hiin optreden de sympathie van de bevolking verworven. Met groote erkentelijkheid gewaagde dr. van Cauwelaert voorts van het aandeel, dat de Nederlandsohe marine in het wel slagen van de Nederlandsohe week heeft gehad. De oppnbare taptoe van haar mu ziek is een gebeurtenis1 geweest, welke bij de bevolking een legende zal blijven. Van de Nederlandsohe officieren heeft Ant werpen in deze dagen een hoogen dunk gekregen en in bizonder heeft men het op prijs gesteld, dat het H. M. de Koningin behaagd heeft den hoogsten bevelhebber van de Nederlandsohe marine naar Ant werpen af te vaardigen. In vice-adïmiraal Quant heeft men een man leeren kennen, die aan de bekwaam heden van een hoogstaand officier, de eigenschappen van een hartelijk en ge moedelijk mensch paart. Dr. van Cauwe laert kende aan het bezoek een hooge politieke beteekenis toe. De zending, u toevertrouwd, voegde hij vice-admiraal Quant als vertegenwoordi ger van het eskader toe, hebt gij! ruim ten overvloede vervuld'. Voor spr. is het een uitgemaakte zaak, dat de oude veeten reeds lang vergeten zijn. Op zijn hoogst is het nog een liefhebberij voor archiva risten zich in dit gehaspel te verdiepen. De komst van het Nederlandsohe eskader naar Antwerpen heeft tot de verbroede ring van Noord- en Zuid-Nederland veel bijgedragen en opnieuw sterk de behoefte doen gevoelen, dat deze twee samenwer ken om in de komende tijden meer en meer eendrachtig tegenover de wereld te staan. Spr. besloot met den wensch, dat deze samenwerking zoo spoedig mogelijk een feit moge worden en dat het Neder- landsche eskader weldra te Antwerpen moge terugkeeren. Tot slot sprak dr. Posthuma nog een woord van dank tot vice-admiraal Quant voor zijin medewerking tot het welslagen belangstelling de vlaggenparade volgden, welke als gebruikelijk om negen uur ge houden werd en later toen de schepen los van den wal waren, niet moede schenen te worden, den Nederlandschen zeelieden toe te wuiven. Vele te Antwerpen wonen de Nederlanders kwamen kort voor het vertrek van de „Heemskerck" nog even daar aan boord' om admiraal Quant en de officieren de hand te drukken. Om kwart over negenen verscheen bovendien de bur gemeester van Antwerpen, dï. van Cau welaert, die met de aan zijn ambt ver schuldigde eerbewijzen en de muziek van de Brabanconne ontvangen en uitgeleid werd. Alle sporen van de feestelijkheden waren aan boord van de schepen van het eskader opgeruimd, alleen de prettige stemming, waardoor zich de Nederland sohe week heeft gekenmerkt was gebleven. Men behoefde niet te vragen of het onzen officieren speet afscheid te nemen van Antwerpen en naar de hartelijkheid te oordeelen, waarmee velen hunner van den wal werden toegewuifd, zou men zeggen dat dit gevoel niet onbeantwoord was. Om half tien waren alle bezoekers van boord, en alle schepen los en had het eskader de formatie van den terugkeer naar het var derland aangenomen, de „Heemskerck" voorop,' dan de „Witte de With" en1 ten slotte de twee onderzeebooten „O 9" en „O 10". Terwijl aan den wal een vroolijk hoezee voor onze zeelieden werd aangeheven bracht het eskader een iaatsten officieelen groet aan Antwerpen, die hierin bestond, dat, terwijl het langzaam opstoomde en de bemanningen met het front naar de stad gekeerd' in parade aan het dek stonden, de muziek de Brabangonne ten gehoore bracht. Daarna werd het vlaggensein „vaarwel" geheschen en voer het eskader met versnelde vaart weg. Ter plaatse waar van Speyk met zijn söhip in de lucht is gevlogen werd op overeenkomstige wijze een saluut gebracht aan de nagedachtenis van een Neder- landsch bevelhebber, die in dienst van zijn vaderland den dood heeft gevonden. Ter wijl het eskader deze historische plek voorbij' voer werd een stichtelijk lied ge speeld', na afloop waarvan de bemannin gen eenigen tijd in eerbiedige stilte in de houding bleven staan. Verschillende booten met belangstellen den deden het eskader een elndweegs uit geleide, van tal van schepen werd er ge wuifd en nog in de verte zag men op de kade de bewegingen van wuivende zak doeken en hoeden. Het eskader bleef bij! elkaar tot de Ne- dërlandsche grens, het Nauw van Bath. Daar ging de vice-admiraal met eeinige Nederlandsohe genoodigden op de sneller varende „Witte de With" over met be stemming naar den Hoek. Om vijf uur was de „Witte de With" in den Hoek voor den wal. Hier ontscheepte zich de vice-admiraal, die Donderdag avond' weder een maaltijd had ter eere van den Japansohen prins en zijn gemalin, waarna hij het doorluchtige paar gisteren te Nieuwediep aan boord van de „Witte de With" ontving, Bij hetgeen wij' over de Nederlandsohe week hebben geschreven, hebben wij nog iets vergeten. Dr. Posthuma, de Neder landsohe regeeringsoommissarls, heeft de bemanning van het eskader, ondërofficie ren en minderen, in twee groepen, Dins dag en Woensdag, in de feestzaal van het Nederlandsche paviljoen ontvangen, har telijk toegesproken en onthaald en ieder hunner een aardige herinnering, o.a. be staande in een kaart van Nederlandsch Ind'ië, aangeboden; waarna de manschap pen gelegenheid kregen het Nederland sche paviljoen onder leiding te bezichti gen en zooveel van de verdere tentoon stelling te zien als zij zeiven verkozen. PROV. STATEN VAN NOORD-HOLLAND. Opvolger van ds. Van Hoogehuyze, die bedankt heeft voor zijn benoeming tot lk van de Prov. Staten van Noord-Hollanc is op de lijst der ohristelijk-historisohe partij ds. Klinkenberg. Dreigement van do communisten. De communistische troepen hebben nan de National Olty Bank te Hankou, den eisch gesteld 100.000 aan hen uit te be talen. Wordt het geld niet gegeven dan zou de stad worden overvallen. 0000 meneehen gedood, Omtrent de onlusten in SSuid-Ohlna wordt gemeld, dat tijden» de bezetting van de stad Tsjangtsa door de oommuxüa- tlsche benden niet minder dan 6000 in woners der stad oom het leven zijn ge bracht. Een bevestiging van dit bericht ia evenwel nog niet ontvangen. Naar verder wordt medegdeeld, heeft de Ghineesche oentrale regeering van Nanking in een telegram bekend ge maakt, dat de Noord-Ohineesche opstan dige generaals met de oommunisten in Zuid-Ohina gemeene zaak gemaakt heb ben. DE ANTI-SEMIETTSCHE BEWEGING IN ROEMENIE. Naar het Hongaarsche telegraafbureau bericht, deelt de z.g.n „ijzeren garde", de beruchte Roemeensche anti-semietische organisatie officieel medé, dat het aantal harer leden reeds 60.000 bedraagt Polen en Litauen. De N. Rott. Ort. schrijft Uit een van de gevaarlijkste storm- hoeken van Oost-Europa is een bericht gekomen dat, indien het op waarheid berust, in ons beele werelddeel groote voldoening zal wekken. Een Poolsch blad, dat tot de regeering te Warschau in nauw6 betrekking staat, maakt namelijk melding van onderhandelingen, welke tussehen Polen en Litauen gaande zijn, om de kwestie van Wilna, "die de kern is van de bittere tegenstelling tussehen deze twee landen, in der minne te regelen. Wilna, in 1920 door den Psolschen gene raal Zellgofski In bezit genomen en drie vaar later door den gezantenraad voor goed aan Polen toegewezen, is nadien door Litauen gestadig van Polen opge- eischt en door toedoen van den vroegeren itauschen dictator Woldemaras in een nieuwe grondwet tot hoofdstad van zijn land verklaard. De kwestie van Wilna voor de bemiddelaars van den Vol kenbond te Genève te machtig gebleken en heeft aan de Poolsch-Litausche grens een toestand geschapen die dikwijls niet ver van den staat van oorlog af is ge weest. Staatkundige en oeconomische betrekkingen tussehen Polen en Litauen zijn dientengevolge volkomen onmogelijk geweest en het eénige wat tot dusver l ot stand is gebracht is een regeling ge weest, om het lot van Polen en Lltauers die bij de grens wonen en van hun be zittingen in grond en familiebetrekkingen afgesneden waren, wat dragelijker te maken. Met belangstelling zal men den uitslag van de Poolsch-Litausehe onderhande- ingen (altijd ondersteld dat het bericht uist is) tegemoet zien, want h«t is inder daad niet te veel gezegd dat van een gunstige uitkomst er van een volkomen verandering van de toestanden in Oost- Suropa te verwachten is. Voor de Sowjet- Russische diplomatie, die Litauen als de brug naar West-Europa beschouwde, zou een bijlegging van het oude Poolsch- Litausche eonflict een streep door de rekening zijn. BUITENLAND. Het vorig artikel werd opgenomen in het nummer van Zaterdag 2 Aug. j.1. ZOMER 1930 van de Nederlandsohe week, waarbij hij uit naam van het Nederlandsch uitvoerend oomité een fraalen zilveren bloementak voor de „Heemskerck" aanbood, die door den eersten officier van het schip, com mandant van de longroom overste Eiken boom met een hartelijke dankbetuiging werd aanvaard. Daarna begaf men zich naar het voor dek, waar alles weer op dezelfde manier als Maandag voor den dans was gereed gemaakt. Vele genoodigden voor dit gedeelte van het feest hadden zich onderwijl bij de ge noodigden van den maaltijd gevoegd en weldra was het bal, zoowel op het dek als in dë longroom in vollen gang. Toen wij de „Heemskerck" verlieten was het feest nog gaande en zag het er nog niet naar uit of men lust had er spoedig een einde aan te maken. Integendeel I EEN OOMMNISTTSCHE SAMEN ZWERING ONTDEKT IN TURKIJE Naar Reuter aan een bericht uit Kon stantinopel van de Daily News ontleent, is daar een communistische samenzwering ontdekt om de regeering omver te wer pen. De politie heeft zestig lieden aange houden, onder wie eenige studenten. DE ONLUSTEN IN BRITSCH-INDIE. Bij; nieuwe onlusten te Sukkur, in Sind, zijn gisterenochtend twee lieden gedooc en zeven gewond. Voorts worden-nieuwe gevalle nvan plundering en roof gemeld die ziah in Noordelijke richting uitbrei den. DE BURGEROORLOG IN CHINA. De Engelsche kruiser „Garadoo" is gis- terenochtend van Malta naar het Chinee- sahe vlootstation vertrokken, ten einde in verband met den oritieken toestand aan de Jantgse de Britsche scheepsmacht te versterken. Voorloopig acht men de Britsche en Japansohe kanonneerbooten te Hankou voldoende om de orde te bewaren Oost-lndië. DE PLANNEN TEN AANZIEN VAN BOVEN—-DIGOEL. Beide kampen naar gezonder oord. Honderden bekeerlingen terug. Mr. Boots, assistent-resident ter be schikking van het lid van den Raad van Indië Hillen, bezoekt de families van te Digoel geïnterneerden op Java in ver band imet den te verwachten terugkeer van honderden bekeerdie geïnterneerden. Ten behoeve van een 60-tal, bestemd voor Bandoen®, zijn daar 25 families in den Kaboepaban (regentsverblijf) gehoord, die, op één na, acooord gingen met de. ge stelde voorwaarden omtrent waarborg en steun gedurende den eersten' tijd. Het A.I.D. verneemt, dat op grond van het rapport-Hillen voorgesteld zal worden, beide Lnterneeringskampen naar gezon der en vruchtbaarder oord te verplaatsen. Mr. Boots keert over een maand tihrt- Nieuw-Gutnea terug. DE WERKING VAN DEN KRAKATAU. i Toegenomen. De eruptieve en seismische werking van den Krakatau ls toegenomen. De hoogte van het eilandje Anak Kra katau bedraagt thans 50 meter. Marine-berichten. Het Het vertrek van het eskader vertrek van het Nederlandsohe Off. van den M.S.D. 2e kl. J. A. Steernberg worh dezer dagen met het stoomschip Patri» uit O'ost-Indië hier te lan.de terugverwacht. Tayam veroverd on de otmunu- ._T'erLite Hellev:oet8luisi 18 ""«wicht tot P ooranra- logementsschip om toegevoegd te worden aam nisten. De nationalistische regeering deelt Y 'S1"8ren> is Donderdagmorgen met dat doel mede dat haar troepen Tayan, ln-de pro- door Hr w? ken «esI««pt en geëscorteerd vlnoie Sjantoeng, hebben veroverd od de d*v a 1 en 4i.di5 Donder- eskader uit Antwerpen heeft Donderdag- communisten!. veroverd op de dag daarvoor van Vlissingen te Hêifevortsiuls lyn aangekomen. VIL Logementsschip „Udur". Hr. Ms. kanonneerboot Udur, welke op Hij' Ms. opleidingsschip Noörd-Brabant te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 9