Derde Blad
KONIJN's
VLEESCHWAREN,
VAN ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1930.
Iets over belastingen.
FORENSEN -BELASTING.
n.
BLOEMENMAGAZIJN
„DE LELIE"
BRUIDS- en TROUW-
BOUQUETTEN
DJ. BANSEMA
3REEWATER5TRAAT 10
Ötaat nu eenmaal vaat, dat men als werk-
of woontorens moet beschouwd worden,
dan heeft dit zijn directe gevolgen op de
gemeentelijke inkomstenbelasting welke
men in de gemeente van hoofdverblijf en
in de forensaal-gemeente moet betalen.
Het maakt bij de foreneenbelasting overi
gens geen verschil, of de gemeente de ge
wone plaatselijke inkomstenbelasting heft,
dan wel, dat deze opcenten op de hoofd
som der rijksinkomstenbelasting heft. Ge
makshalve zullen wij hieronder daarom
den meer algemeenen term van gemeente-
lijke-inkomstenbelasting bezigen.
Onderscheid wordt even/wel gemaakt, of
men werkforens dan wel woontorens is.
Is men werkforens, dan betaalt men zoo
wel in de gemeente van hoofdverblijf als
in de gemeente, waar men forens is, twee
derde gedeelte van de gemeentelijke in
komstenbelasting (kortheidshalve G.I.B.
te noemen). Betaalt men alzoo b.v. in de
gemeente Den Helder, bij een inkomen
van 5000, 450 aan G.I.B. en is men
werkforens in de gemeente Alkmaar, dan
betaalt men in de gemeente Pen Helder
2/8 van 450 of 800 en in de gemeente
Alkmaar, als men daar bij een dusdanig
inkomen 80Q aan G.I.B. verschuldigd is,
2/8 van 800 of 200. De redeneering, dat
een werkforens 4/8 maal zijn G.I.B. moet
betalen, is dus niet geheel juist. Hij be
taalt weliswaar 2 maal 2/8 aan G.I.B., maar
deze 2/8 gedeelten kunnen beduidend uit-
eenloopen.
Is men nu werkforens in meer dan één
gemeente, dan wordt, aldus ongeveer art.
245c der gemeentewet, in elk dier gemeen
ten slechts een zoodanig gedeelte van de
G.I.B., die men als werkforens verschul
digd is, geheven als er gemeenten zijn,
waarin men deswege belastingplichtig is.
Dit artikel bevat dus geenerlei beperking
t. a. v. de gemeente van hoofdverblijf; deze
blijft gewoon 2/8 gedeelte van hare G.I.B.
heffen. Maar de forensaalgemeenten moe
ten haar 2/3 gedeelte gelijk verdoelen. Dit
geschiedt aldus: Is men te A, B, O en D
werkforens, heeft men een Inkomen van
5000 en betaalt men van zoodanig inko
men te A 180, te B 210, te O 800 en
te D 270, dan is in werkforens in deze
vier gemeenten verschuldigd: in gemeente
A 1/4 maal 2/8 van 180, en in de ge
meente B 1/4 maal 2/3 van 210, in de ge
meente 0 1/4 maal 2/3 van 300 en ten
slotte in de gemeente D 1/4 maal 2/3 van
f 270.
Is men woontorens, dan blijft men in
de gemeente van hoofdverblijf het volle
bedrag aan G.I.B. verschuldig (3/3). In de
forensaal-gemeente betaalt men 1/3 ge
deelte van de aldaar bij het vastgesteld in
komen verschuldigde G.I.B. Was bij de
werkforens de in totaal te betalen G.I.B.
2/8 plus 2/3, hier is het 3/3 plus 1/3.
Is men woonforens in meerdere ge
meenten, dan blijft de volle (3/3) aanslag
in de gemeente van hoofdverblijf eveneens
intact, en wordt men in elk dezer gemeen'
ten voor 1/3 gedeelte in de G.I.B. getrof
fen. De verdeeling als bij meerdere werk-
forensgemeenten komt hier niet te pas;
elke gemeente krijgt haar vol 1/3 gedeelte.
Men wordt steeds aangeslagen in de ge
meente, waarin men op 1 Mei hoofdver
blijf heeft. Blijkt men tijdens het belas
tingjaar in eene andere gemeente tevens
als woon- of werkforens belastingplichtig
te zijn, dan wordt men bovendien als fo
rens aangeslagen. Komt de forensenop-
gave van de betrokken gemeente bij den
inspecteur binnen, als de aanslag reeds is
vastgesteld, dan verleent deze ambtshalve
vermindering voor 1/8 gedeelte der G.I.B.
in deze gemeente van hoofdverblijf en
krijgt men alsnog een werkforensenaan-
slagbiljet toegezonden.
Een forensenaanslag gaat overigens ge
heel od en neer met den aanslag in de ge
meente van hoofdverblijf. Wordt de
.jhoofdaanslag" verminderd of wordt deze
door navordering verhoogd, dan volgt de
forensenaanslag automatisch deze veran
deringen. Men behoeft deze wijzigingen
van den forensenaanslag niet speciaal te
verzoeken; de belastingadministratie vol
voert dit ambtshalve. Waar de forensen-
aanslag alzoo geheel lnhaerent is aan den
hoofdaanslag, kan men, als de hoofdaan
slag onherroepelijk vaststaat, doordat de
reclametermijn verstreken is, niet meer
opkomen tegen het belastbaar Inkomen,
waarnaar de forensenaanslag berekend la
Wel kan men natuurlijk bezwaren van
anderen aard tegen den forenBenaanslag
hebben; alleen de bezwaren tegen de
basis, waarop de hoofdaanslag is tot stand
automatisch is vastgesteld, zijn, wanneer
gekomen en waarnaar de forensenaanslag
deze basis eenmaal automatisch vaststaat,
ook via den forensenaanslag uitgesloten.
Heeft men bezwaar tegen den aanslag
als forens, dan kan men binnen drie
maanden na afloop van het belastingjaar
zijn bezwaren bij Gedeputeerde Staten in
dienen. Is de aanslag binnen een maand
na afloop van het belastingjaar nog niet
vastgesteld, dan moeten eventueele be
zwaarschriften binnen twee maanden na
de dagteekenlng van het aanslagbiljet in
gediend worden. Is men als forens aan
geslagen in eene gemeente, tot eene an
dere provincie behoorende dan de ge
meente, waar men hoofdverblijf heeft, dan
moeten de bezwaren binnen dezelfde ter
mijnen als hiervoor genoemd bij de Kroon
ingediend worden. Hebben de Ged. Staten
uitspraak gedaan, dan kan men daarvan
binnen 80 dagen na de mededeeling van
de genomen beslissing bij de Kroon in
beroep komen. De Kroon beslist in dit
geval, alsook, wanneer deze direct in eer
ste instantie oordeelt, na ingewonnen ad-
1 vies van den Raad van State.
Ook de gemeentebesturen kunnen op
dezelfde wijze tegen een opgelegden fo
rensenaanslag opkomen. Deze colleges
zijn dikwijls evenzeer belanghebbende als
de aangeslagene zelf. Als eene gemeente
b.v. meent, dat eene andere gemeente
iemand ten onrechte als werkforens be
schouwt, zal ze zich tegen zoodanigen aan
slag verzetten, omdat anders de G.I.B. in
hare eigen gemeente door dien forensen-
aanslag met 1/8 gedeelte verlaagd zal
worden.
De reclametermijn loopt tot uiterlijk
binnen 3 maanden na het belastingjaar,
omdat eerst na afloop van een belasting
jaar het complex der omstandigheden is
te overzien, die dergelijke forensenaan
slagen beheerschen.
In de meeste gevallen zal men het ge
heels jaar in de ééne gemeente hoofdver
blijf hebben en ergens anders woon- of
werkforens zijn. Er kunnen zich evenwel
in den loop van het jaar diverse verande
ringen voordoen, welke de omstandighe
den, waarin men ten opzichte der gemeen-
ent verkeert, geheel wijzigen. Vandaar de
bepaling van art. 265b der gemeentewet,
dat een forensenaanslag kan worden her
zien 1. v. m. veranderingen in de omstan
digheden, welke bij de vaststelling van
den aanslag in aanmerking zijn genomen.
Was iemand aanvankelijk alleen als werk
forens te A aangeslagen en blijkt hij later
tevens nog als zoodanig te B in de G.I.B.
betrokken te moeten worden, dan wordt
de forensenaanslag te A herzien, omdat
nu A en B elk slechts 1/2 maal 2/3 van
hun G.I.B. kunnen heffen. Omgekeerd
kan het voorkomen, dat een werkforensen-
aanslag ten onrechte blijkt te zijn opge
legd. In dit geval wordt de aanslag in de
gemeente van hoofdverblijf herzien door
dezen alsnog met 1/3 te verhoogen.
Verkrijgt men evenwel in den loop van
het jaar in eene gemeente hoofdverblijf,
dan is men in die gemeente deswege niet
belastingplichtig, indien men reeds in
eene andere gemeente deswege belasting
plichtig is, aldus art. 244c der meergenoem
de gemeentewet, of m.a.w. verhuist men
van de eene gemeente naar de andere, dan
krijgt men geen aanslag voor het loopende
jaar in de nieuwe gemeente, maar ook
geen ontheffing in de verlaten gemeente.
Men blijft het geheele jaar aangeslagen in
de gemeente waar men op 1 Mei woont.
Verhuist men in den loop van het jaar
naar de gemeente, waar men als woon- of
werkforens is aangeslagen, dan brengt
dit ook geen verandering teweeg. Want
voor den hoofdaanslag blijft men het ge
heele jaar in de verlaten gemeente belas
tingplichtig, terwijl het feit, dat men in
de nieuwe gemeente vóór de verhuizing
reeds meer dan 90 dagen forens was, niet
verandert, doordat het forens-zijn voortaan
ophoudt.
Het zou buiten het bestek van dit artikel
liggen om de vele variaties in den foren
senbelastingplicht op te sommen. Alleen
willen wij nog even memoreeren, dat
iemand, die ter tijdelijke waarneming
eener openbare betrekking of ter bijwo
ning van de vergaderingen van een verte
lidmaatschap bekleedt, buiten de gemunte
genwoordigend lichaam, waarvan hij het
van zijn hoofdverblijf vertoeft, deswege
niet als forens belastingplichtig is, zulks
krachtens het bepaalde bij art. 244b. Dit
voorschrift slaat dus op hen, die bij de
ontstentenis van een titularis elders tijde
lijk eene openbare betrekking vervullen
en op de leden van vertegenwoordigende
lichamen (Tweede Kamer, Prov. Staten,
enz.), die bulten hun woonplaats de ver
gadering op meer dan 90 dagen bijwonen.
By Kon. Besluit van 12 Juli 1927 werd
beslist, dat deze vrijstelling niet geldt voor
het college van Ged. Staten, daar hieraan
niet het karakter van vertegenwoordigend
lichaam kan worden toegekend.
In bovenomschreven vormen wordt de
forensenbelasting nè 1 Mei 1981 niet meer
geheven. De wet inzake de flnantieele ver
houding tusschèn Rijk en gemeenten
schaft dan de werk forensen/belasting af.
En wel terecht! In onzen tijd toch is er
geen plaats meer voor de oude opvatting,
dat men eigenlijk ongepast handelt, wan
neer men op een andere plaats gaat wonen
dan waar men werkt, en als „boete" daar
voor forensenbelasting moet offeren.
Wel blijft elke gemeente de bevoegdheid
behouden om een woon forensenbelas
ting te heffen. Een dergelijke belasting
mag echter niet afhankelijk zijn van het
Inkomen, zooals thans het geval is, maar
behoort te worden geheven naar den duur
van het verblijf naar de huurwaarde van
de gemeubileerde woning of naar andere
bij de verordening vast te stellen grond
slagen.
BINNENLAND.
De Nederlandsohe week te
Antwerpen.
ochtend om half tien onder groote belang
stelling plaats gehad, Op de kade hadden
zich honderden opgesteld, die met groote
-*>li
Afscheidsfeest aan boord van de
„Heemskerck".
Men schrijft aan de Nw. Roti. Grt uit
Antwerpen d.d. Ponderdag:
Wanneer dit bericht verschijnt ls de
Nederlandsche week afgeloopen en het
Nederlandsch eskader, dat zooveel tot het
welslagen ervan heeft bijgedragen, reeds
bezig met de toebereidselen om het anker
te lichten en naar het vaderland terug te
kGoron
Pe week is zeker een succes geweest en
de verbroedering tussehen Belgen en Ne
derlanders, welke toch zeker een van haar
voornaamste oogmerken was, heeft in dien
tijd niets te wenschen gelaten. Zoowel de
Nederlanders als de Belgen bewaren er de
aangenaamste herinneringen aan. De Bel
gische gastvrijheid heeft zich gedurende
dezen tijd niet verloochend, men kan zich
nauwelijks een aangenamer ontvangst
denken dan die welke in het bizonder de
Nederlandsohe officieren hier hebben ge
noten en zij, hunnerzijds hebben hier pret
tige indrukken achtergelaten.
Vanavond voor het laatst had vice-ad
miraal Quant, die de Nederlandsohe mari
ne tijdens de Nederlandsohe week op zoo
waardige en gezellige wijze heeft ver
tegenwoordigd en hier in dien korten tijd
vele vrienden heeft gemaakt, een aantal
personen, die hem en de officieren van
zijn eskader in deze dagen beleefdheden
ïadden bewezen, aan tafel genoodigd op
de „Heemskerck".
Pe maaltijd werd gehouden in de long-
room, die keurig versierd was. Op tafel
bevond zich een versiering met bloemen
en roode, witte, blauwe en oranje lampjes.
Overigens bestond de verlichting in
kaarsen, op fraaie zilveren kandelaars uit
het Instituut te Nieuwedlep.
Het maal, dat aan boord zelf was be
reid, deed den kok groote eer aan, het
was keurig verzorgd en werd keurig op
gediend; Bij het begin ervan werden de
gebruikelijke dronken op de Koninklijke
families van België en Nederland uitge
bracht. Aan het slot nam vice-admiraal
Quant het woord en bedankte in een har
telijke toespraak uit naam van zichzelf en
van de officieren van het eskader allen,
die hun op eenigerlei wijze een vriende
lijkheid hebben bewezen, waaraan hij! den
wensch vastknoopte, dat het verblijf van
het Nederlandsohe eskader te Antwerpen
er toe mocht hebben bijgedragen de goede
verstandhouding tussehen België en Ne
derland te bestendigen en te versterken.
Burgemeester van Cauwelaert ant
woordde hierop met de verzekering, dat
het bezoek van het eskader de aangenaam
ste herinneringen heeft achtergelaten. Hij
gaf den vice-admiraal de verzekering, dat
de manschappen van de vloot zich op on
berispelijke wijze hebben gedragen en een
hoogen dunk hebben gevestigd van de
discipline, welke op de Nederlandsohe
vloot heerscht. Zij he/bben zich door hiin
optreden de sympathie van de bevolking
verworven.
Met groote erkentelijkheid gewaagde dr.
van Cauwelaert voorts van het aandeel,
dat de Nederlandsohe marine in het wel
slagen van de Nederlandsohe week heeft
gehad. De oppnbare taptoe van haar mu
ziek is een gebeurtenis1 geweest, welke bij
de bevolking een legende zal blijven. Van
de Nederlandsohe officieren heeft Ant
werpen in deze dagen een hoogen dunk
gekregen en in bizonder heeft men het op
prijs gesteld, dat het H. M. de Koningin
behaagd heeft den hoogsten bevelhebber
van de Nederlandsohe marine naar Ant
werpen af te vaardigen.
In vice-adïmiraal Quant heeft men een
man leeren kennen, die aan de bekwaam
heden van een hoogstaand officier, de
eigenschappen van een hartelijk en ge
moedelijk mensch paart. Dr. van Cauwe
laert kende aan het bezoek een hooge
politieke beteekenis toe.
De zending, u toevertrouwd, voegde hij
vice-admiraal Quant als vertegenwoordi
ger van het eskader toe, hebt gij! ruim ten
overvloede vervuld'. Voor spr. is het een
uitgemaakte zaak, dat de oude veeten
reeds lang vergeten zijn. Op zijn hoogst
is het nog een liefhebberij voor archiva
risten zich in dit gehaspel te verdiepen.
De komst van het Nederlandsohe eskader
naar Antwerpen heeft tot de verbroede
ring van Noord- en Zuid-Nederland veel
bijgedragen en opnieuw sterk de behoefte
doen gevoelen, dat deze twee samenwer
ken om in de komende tijden meer en
meer eendrachtig tegenover de wereld te
staan. Spr. besloot met den wensch, dat
deze samenwerking zoo spoedig mogelijk
een feit moge worden en dat het Neder-
landsche eskader weldra te Antwerpen
moge terugkeeren.
Tot slot sprak dr. Posthuma nog een
woord van dank tot vice-admiraal Quant
voor zijin medewerking tot het welslagen
belangstelling de vlaggenparade volgden,
welke als gebruikelijk om negen uur ge
houden werd en later toen de schepen los
van den wal waren, niet moede schenen
te worden, den Nederlandschen zeelieden
toe te wuiven. Vele te Antwerpen wonen
de Nederlanders kwamen kort voor het
vertrek van de „Heemskerck" nog even
daar aan boord' om admiraal Quant en de
officieren de hand te drukken. Om kwart
over negenen verscheen bovendien de bur
gemeester van Antwerpen, dï. van Cau
welaert, die met de aan zijn ambt ver
schuldigde eerbewijzen en de muziek van
de Brabanconne ontvangen en uitgeleid
werd. Alle sporen van de feestelijkheden
waren aan boord van de schepen van het
eskader opgeruimd, alleen de prettige
stemming, waardoor zich de Nederland
sohe week heeft gekenmerkt was gebleven.
Men behoefde niet te vragen of het onzen
officieren speet afscheid te nemen van
Antwerpen en naar de hartelijkheid te
oordeelen, waarmee velen hunner van den
wal werden toegewuifd, zou men zeggen
dat dit gevoel niet onbeantwoord was. Om
half tien waren alle bezoekers van boord,
en alle schepen los en had het eskader de
formatie van den terugkeer naar het var
derland aangenomen, de „Heemskerck"
voorop,' dan de „Witte de With" en1 ten
slotte de twee onderzeebooten „O 9" en
„O 10".
Terwijl aan den wal een vroolijk hoezee
voor onze zeelieden werd aangeheven
bracht het eskader een iaatsten officieelen
groet aan Antwerpen, die hierin bestond,
dat, terwijl het langzaam opstoomde en de
bemanningen met het front naar de stad
gekeerd' in parade aan het dek stonden,
de muziek de Brabangonne ten gehoore
bracht. Daarna werd het vlaggensein
„vaarwel" geheschen en voer het eskader
met versnelde vaart weg.
Ter plaatse waar van Speyk met zijn
söhip in de lucht is gevlogen werd op
overeenkomstige wijze een saluut gebracht
aan de nagedachtenis van een Neder-
landsch bevelhebber, die in dienst van zijn
vaderland den dood heeft gevonden. Ter
wijl het eskader deze historische plek
voorbij' voer werd een stichtelijk lied ge
speeld', na afloop waarvan de bemannin
gen eenigen tijd in eerbiedige stilte in de
houding bleven staan.
Verschillende booten met belangstellen
den deden het eskader een elndweegs uit
geleide, van tal van schepen werd er ge
wuifd en nog in de verte zag men op de
kade de bewegingen van wuivende zak
doeken en hoeden.
Het eskader bleef bij! elkaar tot de Ne-
dërlandsche grens, het Nauw van Bath.
Daar ging de vice-admiraal met eeinige
Nederlandsohe genoodigden op de sneller
varende „Witte de With" over met be
stemming naar den Hoek.
Om vijf uur was de „Witte de With" in
den Hoek voor den wal. Hier ontscheepte
zich de vice-admiraal, die Donderdag
avond' weder een maaltijd had ter eere van
den Japansohen prins en zijn gemalin,
waarna hij het doorluchtige paar gisteren
te Nieuwediep aan boord van de „Witte de
With" ontving,
Bij hetgeen wij' over de Nederlandsohe
week hebben geschreven, hebben wij nog
iets vergeten. Dr. Posthuma, de Neder
landsohe regeeringsoommissarls, heeft de
bemanning van het eskader, ondërofficie
ren en minderen, in twee groepen, Dins
dag en Woensdag, in de feestzaal van het
Nederlandsche paviljoen ontvangen, har
telijk toegesproken en onthaald en ieder
hunner een aardige herinnering, o.a. be
staande in een kaart van Nederlandsch
Ind'ië, aangeboden; waarna de manschap
pen gelegenheid kregen het Nederland
sche paviljoen onder leiding te bezichti
gen en zooveel van de verdere tentoon
stelling te zien als zij zeiven verkozen.
PROV. STATEN VAN
NOORD-HOLLAND.
Opvolger van ds. Van Hoogehuyze, die
bedankt heeft voor zijn benoeming tot lk
van de Prov. Staten van Noord-Hollanc
is op de lijst der ohristelijk-historisohe
partij ds. Klinkenberg.
Dreigement van do communisten.
De communistische troepen hebben nan
de National Olty Bank te Hankou, den
eisch gesteld 100.000 aan hen uit te be
talen. Wordt het geld niet gegeven dan
zou de stad worden overvallen.
0000 meneehen gedood,
Omtrent de onlusten in SSuid-Ohlna
wordt gemeld, dat tijden» de bezetting
van de stad Tsjangtsa door de oommuxüa-
tlsche benden niet minder dan 6000 in
woners der stad oom het leven zijn ge
bracht. Een bevestiging van dit bericht
ia evenwel nog niet ontvangen.
Naar verder wordt medegdeeld, heeft
de Ghineesche oentrale regeering van
Nanking in een telegram bekend ge
maakt, dat de Noord-Ohineesche opstan
dige generaals met de oommunisten in
Zuid-Ohina gemeene zaak gemaakt heb
ben.
DE ANTI-SEMIETTSCHE
BEWEGING IN ROEMENIE.
Naar het Hongaarsche telegraafbureau
bericht, deelt de z.g.n „ijzeren garde", de
beruchte Roemeensche anti-semietische
organisatie officieel medé, dat het aantal
harer leden reeds 60.000 bedraagt
Polen en Litauen.
De N. Rott. Ort. schrijft
Uit een van de gevaarlijkste storm-
hoeken van Oost-Europa is een bericht
gekomen dat, indien het op waarheid
berust, in ons beele werelddeel groote
voldoening zal wekken. Een Poolsch blad,
dat tot de regeering te Warschau in
nauw6 betrekking staat, maakt namelijk
melding van onderhandelingen, welke
tussehen Polen en Litauen gaande zijn,
om de kwestie van Wilna, "die de kern
is van de bittere tegenstelling tussehen
deze twee landen, in der minne te regelen.
Wilna, in 1920 door den Psolschen gene
raal Zellgofski In bezit genomen en drie
vaar later door den gezantenraad voor
goed aan Polen toegewezen, is nadien
door Litauen gestadig van Polen opge-
eischt en door toedoen van den vroegeren
itauschen dictator Woldemaras in een
nieuwe grondwet tot hoofdstad van zijn
land verklaard. De kwestie van Wilna
voor de bemiddelaars van den Vol
kenbond te Genève te machtig gebleken
en heeft aan de Poolsch-Litausche grens
een toestand geschapen die dikwijls niet
ver van den staat van oorlog af is ge
weest. Staatkundige en oeconomische
betrekkingen tussehen Polen en Litauen
zijn dientengevolge volkomen onmogelijk
geweest en het eénige wat tot dusver
l ot stand is gebracht is een regeling ge
weest, om het lot van Polen en Lltauers
die bij de grens wonen en van hun be
zittingen in grond en familiebetrekkingen
afgesneden waren, wat dragelijker te
maken.
Met belangstelling zal men den uitslag
van de Poolsch-Litausehe onderhande-
ingen (altijd ondersteld dat het bericht
uist is) tegemoet zien, want h«t is inder
daad niet te veel gezegd dat van een
gunstige uitkomst er van een volkomen
verandering van de toestanden in Oost-
Suropa te verwachten is. Voor de Sowjet-
Russische diplomatie, die Litauen als
de brug naar West-Europa beschouwde,
zou een bijlegging van het oude Poolsch-
Litausche eonflict een streep door de
rekening zijn.
BUITENLAND.
Het vorig artikel werd opgenomen in
het nummer van Zaterdag 2 Aug. j.1.
ZOMER 1930
van de Nederlandsohe week, waarbij hij
uit naam van het Nederlandsch uitvoerend
oomité een fraalen zilveren bloementak
voor de „Heemskerck" aanbood, die door
den eersten officier van het schip, com
mandant van de longroom overste Eiken
boom met een hartelijke dankbetuiging
werd aanvaard.
Daarna begaf men zich naar het voor
dek, waar alles weer op dezelfde manier
als Maandag voor den dans was gereed
gemaakt.
Vele genoodigden voor dit gedeelte van
het feest hadden zich onderwijl bij de ge
noodigden van den maaltijd gevoegd en
weldra was het bal, zoowel op het dek als
in dë longroom in vollen gang. Toen wij
de „Heemskerck" verlieten was het feest
nog gaande en zag het er nog niet naar
uit of men lust had er spoedig een einde
aan te maken. Integendeel I
EEN OOMMNISTTSCHE SAMEN
ZWERING ONTDEKT IN
TURKIJE
Naar Reuter aan een bericht uit Kon
stantinopel van de Daily News ontleent,
is daar een communistische samenzwering
ontdekt om de regeering omver te wer
pen. De politie heeft zestig lieden aange
houden, onder wie eenige studenten.
DE ONLUSTEN IN BRITSCH-INDIE.
Bij; nieuwe onlusten te Sukkur, in Sind,
zijn gisterenochtend twee lieden gedooc
en zeven gewond. Voorts worden-nieuwe
gevalle nvan plundering en roof gemeld
die ziah in Noordelijke richting uitbrei
den.
DE BURGEROORLOG IN CHINA.
De Engelsche kruiser „Garadoo" is gis-
terenochtend van Malta naar het Chinee-
sahe vlootstation vertrokken, ten einde in
verband met den oritieken toestand aan
de Jantgse de Britsche scheepsmacht te
versterken.
Voorloopig acht men de Britsche en
Japansohe kanonneerbooten te Hankou
voldoende om de orde te bewaren
Oost-lndië.
DE PLANNEN TEN AANZIEN VAN
BOVEN—-DIGOEL.
Beide kampen naar gezonder
oord. Honderden bekeerlingen
terug.
Mr. Boots, assistent-resident ter be
schikking van het lid van den Raad van
Indië Hillen, bezoekt de families van te
Digoel geïnterneerden op Java in ver
band imet den te verwachten terugkeer
van honderden bekeerdie geïnterneerden.
Ten behoeve van een 60-tal, bestemd voor
Bandoen®, zijn daar 25 families in den
Kaboepaban (regentsverblijf) gehoord,
die, op één na, acooord gingen met de. ge
stelde voorwaarden omtrent waarborg en
steun gedurende den eersten' tijd. Het
A.I.D. verneemt, dat op grond van het
rapport-Hillen voorgesteld zal worden,
beide Lnterneeringskampen naar gezon
der en vruchtbaarder oord te verplaatsen.
Mr. Boots keert over een maand tihrt-
Nieuw-Gutnea terug.
DE WERKING VAN DEN
KRAKATAU.
i Toegenomen.
De eruptieve en seismische werking van
den Krakatau ls toegenomen.
De hoogte van het eilandje Anak Kra
katau bedraagt thans 50 meter.
Marine-berichten.
Het
Het vertrek van het eskader
vertrek van het Nederlandsohe
Off. van den M.S.D. 2e kl. J. A. Steernberg
worh dezer dagen met het stoomschip Patri»
uit O'ost-Indië hier te lan.de terugverwacht.
Tayam veroverd on de otmunu- ._T'erLite Hellev:oet8luisi 18 ""«wicht tot
P ooranra- logementsschip om toegevoegd te worden aam
nisten.
De nationalistische regeering deelt Y 'S1"8ren> is Donderdagmorgen met dat doel
mede dat haar troepen Tayan, ln-de pro- door Hr w? ken «esI««pt en geëscorteerd
vlnoie Sjantoeng, hebben veroverd od de d*v a 1 en 4i.di5 Donder-
eskader uit Antwerpen heeft Donderdag- communisten!.
veroverd op de dag daarvoor van Vlissingen te Hêifevortsiuls
lyn aangekomen.
VIL
Logementsschip „Udur".
Hr. Ms. kanonneerboot Udur, welke op
Hij' Ms. opleidingsschip Noörd-Brabant te