ÏJ&iAadaS (J&vuMei&che. kermis
DE JACHT OP
DE VEERTIG SCHEDELS
Tweede Blad
Bloemenmagazijn„DELEllE"
GFMFNG0 NIEUWS.
VAN ZATERDAG 13 SEPTEIV BER 1930
Iets over belastingen.
XII.
BEDR1JFS- EN BEROEPSKOSTEN
INZAKE DE INKOMSTENBELASTING.
Op Let aangiftebiljet der inkomstenbe
lasting wordt gevraagd naar de hoegroot
heid van de zuivere opbrengst der diverse
bronnen van inkomen. De aangever zal
dus dienen te weten hoe hij de bruto-op-
brengst tot de netto-opbrengst kan en
mag herleiden, m. a. w. welke bedragen
men voor de toepassing der wet op de
inkomstenbelasting op zijn bruto-inkomen
in mindering: moet brengen om tot het aan
te geven zuiver inkomen te geraken.
Een en ander vinden we geregeld in
het, speciaal daaraan gewijd, artikel 10
der wet. De algemeene regels, welke wij
hier vinden aangegeven, gelden voor alle
bronnen van inkomen, niet enkel dus voor
baten uit beroep of bedrijf. De herleiding
der bruito-opbrengst uit onroerend goed
tot de netto-provenuen bespraken we reeds
eerder in dit blad. Thans zullen we nagaan
hoe deze herleiding dient te geschieden
bij voordeelen uit beroep of bedrijf.
Het te dezer zake dienend gedeelte van
genoemd artikel 10 luidt:
„De opbrengst eener bron van inkomen
wordt, ier berekening van haar zuiver be
drag, verminderd met de kosten tot ver
werving, Inning en behoud der opbrengst
en met de op de opbrengst rustende lasten,
zooals:
de bedrijfs- en beroepskosten, waaron
der worden verstaan de kosten noodig voor
de uitoefening van een bedrijf of beroep
of rechtstreeks daartoe betrekking heb
bendie, met inbegrip van de kosten van
onderhoud, verschuldigde renten en belas
tingen, die op het bedrijf of beroep
drukken".
De lezer zal allicht reeds aanstonds op-
nierken, dat hij dit een vanzelf sprekende
bepaling vindt. Immers, ook in het dage-
lijksch leven spreekt men niet eerder van
verdienste voor de kosten „er af" zijn. In
derdaad zat ook deze gedachte bij den wet
gever voor. Dat de interpretatie evenwel
van het begrip bedrijfs- of beroepsonkos-
ten nog niet zoo eenvoudig is als men
oogenschijniijk zou willen veronderstellen,
bewijzen wel de tientallen uitspraken van
Raden van Beroep en Hoogen Raad, welke
sedert de invoering der'Vet gevallen zijn.
Het zou ondoenlijk zijn om op deze plaats
een© uitvoerige uiteenzetting van deze
jurisprudentie te geven, zoowel vanwege
haar omvang als ook, omdat men eigenlijk
ieder geval op zichzelf naar gelang dei-
omstandigheden moet beoordeelen. Wij
z tlJen daarom hieronder eenige typeeren-
e uitspraken als voorbeeld aanhalen ter
verduidelijking van wat nu eigenlijk in het
algemeen als beroeps- of bedrijfsonkosten
is aan te merken.
Allereerst werd meer dan eens beslist,
dat alleen die kosten in mindering van de
opbrengst van een beroep of bedrijf ge
bracht kunnen worden, welke dat beroep
of bedrijf naar zijn aard meebrengt, welke
m.a.w. gemaakt moeten worden door ieder,
welke ock zijn bijzondere omstandigheden
mogen zijn, die het beroep of bedrijf naar
behooren wil uitoefenen. Zoo zijn de kos
ten. welke iemand, die door een ongeval
niet in staat is anders dan per auto of
rijtuig zijn kantoor te bezoeken, dienten
gevolge moet maken, geen beroepsonkos-
ten in den zin der wet; deze kosten zijn
van persoonlijken aard. Eveneens kunnen
niet in mindering komen de kosten ver
bonden aan de bijzondere hulp, die voor
door iemand, die op verren1 afstand van
zijn kantoor woont. Ook dit zijn kosten,
welke veroorzaakt worden door de per
soonlijke omstandigheden van dengene,
die het beroep of bedrijf uitoefent en
geenszins aan den aard van het beroep of
bedrijf verbonden zijn.
Om dezelfde reden zijn ook in het alge
meen de kosten van het heen- en weer
reizen niet voor aftrek vatbaar. Hij, die;
ald s de H. R., om persoonlijke redenen
elders woont dan ter plaatse, waar hij zijn
beroep uitoefent, mag voor de bepaling
n zijn belastbaar inkomen, de kosten
an i et heen- en weerreizen tusschen
laatst genoemde plaats en zijn woonplaats
niet als kosten voor de uitoefening van
de huishouding noodig is, omdat de vrouw
het beroert van onderwijzeres uitoefent, of
de kosten van onderhoud van een rijwiel
ziin beroep in mindering brengen. Even
min acht de H. R. dit toelaatbaar als men
wegens woningnood elders woont dan
waar men zijn beroep uitoefent.
Wel kunnen daarentegen reiskosten
worden afgetrokken, als men op twee of
meer plaatsen zijn beroep uitoefent. Is
men leeraar zoowel te A. als te B., dan be
hooren de te maken reiskosten ongetwij
feld tot de beroepskosten als in- art. 10 be
doeld. Zoo schreef ook de Minister den in
specteurs aan, dat zijns inziens de kosten
van maandkaarten (spoorwegabonnemen
ten) slechts dan in aftrek kunnen komen,
als deze kosten uit den aard van het be
roep voortvloeien, zooals b.v. het geval kan
zijn bij arbeiders, die gewoonlijk slechts
korten tijd achtereen bij denzelfden werk
gever in dienst zijin en wier beroep mee
brengt, dat zij- nu eens in deze, dan weer
in eene andere gemeente hun werk ver
richten.
Alleen die kosten komen voor aftrek in
aanmerking, welke noodig zijn voor de
uitoefening van het beroep of bedrijf of
re< htstreeks daartoe betrekking hebben. Is
men verplicht uniformkleeding te dragen,
uan komt voor aftrek in' aanmerking het
erscliil tusschen de uniformkosten en de
kosten van gewone kleeding. Moet men
.oor de behoorlijke uitoefening van zijn
beroep van een vervoermddel gebruik ma
ken, dan behooren de daarmede gepaard
gaande kosten tot de beroepskosten. Is
men handelsreiziger en brengt het naar
behooren vervullen van deze betrekking
de noodzakelijkheid van het maken van
bedrijfskosten mee, dan ziin deze kosten
beroepskosten voor zooverre zij meer be
dragen, dan men thuis zou hebben ver
teerd. Zoo wordt ook de aftrek van de con
tributie voor de vakvereeniging toelaat
baar geacht, omdat men deze kosten re
kent tot die, welke rechtstreeks op het be
roep betrekking hebben. Daarentegen
kunnen studiekosten, gemaakt tot het ver
werven van een betere positie, niet in
mindering gebracht worden* omdat dit
koeten tot verbetering van de bron
zelve betreft (waarover art. 11 handelt en
waarop wij later terugkomen). Evenmin
rekent de H. R. de studiekosten, die een
tijdelijk aangesteld leeraar, ingevolge de
voorwaarden van zijn aanstelling, moet
maken om het te loor gaan van zijn be
trekking te voorkomen, tot de beroeps
kosten. Het betreft in dit geval immers
geen kosten tot verwerving van de op
brengst van de bron, maar kosten om de
bron zelve in stsnd te houden, waarvoor
geen aftrek is toegelaten.
Tusschen de gemaakte kosten en de op
brengst van de bron van inkomen moet
een rechtstreeksch en dadelijk verband be
staan. Alleen een indirect verband stem
pelt- de kosten nog niet tot beroepskosten.
Aldus de II. R. in zijn arrest van 27 April
1927 B. no. 4053. Iemand had ten behoeve
van en in het belang van1 een N.V., waar
van hü directeur en aandeelhouder was,
brengst van zijn bronnen van inkomen
(directeur- en aandeelhouderschap) te ver-
grooten. Aftrek achtte de H. R. niet toe
laatbaar: de kosten waren rechtstreeksch
voor 'het bedrijf van een ander <N.V.) ge
maakt, maar tussohen die kosten en de
opbrengst van het directeur- en aandeel
houderschap van appellant bestond slechts
een indirect verband.
Ook de verhuiskosten van ambtenaren,
die, tengevolge van een overheidsbesluit,
waarbij hun een andere standplaats wordt
aangewezen, hun gezin en inboedel naar
de nieuwe standplaats moeten overbren
gen en zich aldaar opnieuw moeten inrich
ten, kunnen als beroepskosten worden
aangemerkt, ook dan als het verzoek om
overplaatsing van henzelf uitging.
"er bepaling van het te dier zake in
ruïnering 'e brengen bedrag dient eener-
ij s aldus de H. R. te worden vast
gesteld tot welk bedrag de inderdaad ge
maakte verhuiskosten redelijkerwijze noo
dig moeten worden geacht en anderzijds
rekening te worden gehouden met een te
dezer zake genoten vergoeding.
Bespraken wij hierboven meer speciaal
de beroepskosten, in het volgende artikel
zullen wij meer in het bijzonder nagaan
met welke kosten de Opbrengst van een
bedrijf dient te worden verminderd.
Wederom ontvangen een
Binnenland.
BOERDERIJ AFGEBRAND.
De kapitale boerderij de Vossenbergen,
aan den Zwartendijk, gemeente Kampen,
toebehoorende aan het Grootburgerwees
huis aldaar, bewoond door den heer Bak
ker, is Woensdagnacht geheel door brand
vernield. Ruim honderdduizend halve
kilo's hooi zijn mede een prooi der vlam
men geworden. Oorzaak onbekend.
DE GESTRANDE „EDERA".
Het Italiaansche stoomschip „Edera",
dat, van Braila op weg naar Rotterdam
Donderdagochtend op den Hinder is ge
strand, is Donderdagavond tegen ver
wachting bij hoog water niet vlot ge
komen. De kapitein wacht thans op in
structies van de reederij.
FIETSENDIEVEN AANGEHOUDEN.
Twee Haarlemmers: W. Z. en J. R., die
dezer dagen op de kennis te St Maarten
eenige fietsen hebben giestolen en deze
te Haarlem trachtten te verknopen, zijn
aldaar aangehouden en naar het huis van
bewaring te Alkmaar overgebracht. Zij
hebben een volledige bekentenis afgelegd.
AUTO GESTOLEN.
Woensdagavond is in de Aetgi astraat
te Rotterdam' een Citroëivauto, gemerlkt
H 821501 gestolen, ten nadeele van A. v.
L. uit die straat. Het is een blauw ge
lakte personenwagen, met vier zitplaatsen
DE MOORD IN DE PRINSENSTRAAT
TE ROTTERDAM.
Het onderzoek in de zaak betreffende
den moord op de vrouw Van Rijt, ge
pleegd in een pand aan de Prinsenstraat
te Rotterdam, heeft nog geen resultaat
opgeleverd. Het ontbreken van eenige
aanwijzing maakt het onderzoek uiterst
moeilijk.
De sectie heeft uitgewezen, dat de
vrouw inderdaad door wurging om het
leven is gekomen. Een minutieus onder
zoek van de voorkamer en de alkoof heeft
niets opgeleverd. De dader heeft niet het
minste spoor achtergelaten.
SPOORLOOS VERDWENEN.
Sedert enkele dagen is uit Greven-
bicht (Limburg) spoorloos verdwenen de
25-jarige ongehuwde onderwijzer J. Hou-
ben, afkomstig uit Nuth.
Een drama in Oen Haag.
In de Wilhelminastraat in Den Haag,
op de tweede verdieping van perceel 33,
heeft zich Donderdagochtend een drama
afgespeeld, met den dood van een vrouw
van middelbaren leeftijd tot gevolg.
Daar woonde het echtpaar B. De ver
houding tussbhem man en vrouw liet voor
al den laatsten tijd veel te wenschen; de
vrouw was dikwijls zeer overstuur. Don
derdagochtend is een vechtpartij tusschen
man en vrouw ontstaan; de vrouw was,
volgens de verklaring van haar man, hem
aangevallen en had hem met een mesje
aan het achterhoofd gewond. De buren
op de eerste verdieping kwamen op het
hulpgeroep van den man af en waarschuw
den onmiddellijk den in de buurt surveil-
leerenden agent van politie Kok. Deze
ging naar boven en wist de vechtenden te
scheiden. Hij bracht den man, die aan het
hoofd hevig bloedde, naar de keuken, waar
hij hem hulp verleende bij het verzorgen
van de wond. De vrouw, die oogenschijn
iijk niets mankeerde, bleef in de voor
kamer achter.
Opeens hoorde de agent, toen hij nog in
de keuken was, een plof. Hü ging naar de
voorkamer en vond daar de vrouw met
vrijwel afgesneden hals op den vloer lig
gen. Volgens verklaring van de buren van
de eerste verdieping was de vrouw, kort
nadat de man naar de keuken was gegaan,
nog niet gewend. De buren waren weer
naar beneden gegaan. Even later moet
mej. B. de hanid aan zichzelf hebben ge
slagen.
Een geneesheer van den gemeentelüken
geneeskundigen dienst kon slechts den
dood van de vrouw vaststellen.
Een met bloed bevlekte, gebroken flesch
lag naast het lijk.
De commissaris van politie Paré en de
hoofdinspecteur Zimmennan stelden een
onderzoek in, en ook de officier van justi
tie, mr. Blok, verscheen ter plaatse.
Het lijk van de vrouw is voor het ver
richten- van sectie naar het gemeentelijk
ziekenhuis aan den Zuidwal gebracht.
De verwonding van den man is niet van
ernstigen aard. De indruk van de politie
is, dat de vrouw zich met een scherf van
de flesch van het leven heeft beroofd.
Bnitenland.
DRIE MENSCHEN VERBRAND.
Te Dieppe zijn bij. een brand In een
woonhuis een volwassene en twee kinde
ren Olm het leven gekomen.
HET EINDE VAN EEN MOORDENAAR
Te Orleana is een taxi-chauffeur ver
moord en de verdenking, voor deze mis
daad viel op een soldaat, te meer daar
deze Woensdagochtend op het appel ont
brak. Woensdagochtend heeft een boer
te Chaingy, op twaalf kilometer afstand
van Órleans het lijk van den verdachte
igevonden. De man had zelfmoord ge
pleegd door in een der palen van de elec-
trigche hoogspanning-leiding te klimmen
en daar aanraking, te zoeken met de dra
den, waarop een stroom stond van 90,000
volt.
VERDWENEN GELEERDE
De Russische academie van weten
schappen heeft bericht ontvangen dat de
leider van de botanische afdeeiing van
Het vorige stuk is opgenomen in het
no. van Zaterdag 6 September.
een expeditie In Moertmansfc, prof. Ga-
nesjrn op 30 Augustus het Ohibiny,ge
bergte is ingegaan om planten te ver
zamelen en sindsdien niet is terugge
keerd.
EEN VORSTELIJKE GIFT.
Dezelfde onbekende gever te Rotter
dam, die verleden jaar aan Bethesda een
bedrag schonk van vijftien dhizend gul
den, heeft thans opnieuw een 'gelijk be
drag ter beschikking gesteld voor het
gesticht, voor aankoop van een motor
boot. Vermoedelijk zal niet daaelijfc tot
dien aankoop worden overgegaan, doch
meer gelegenheid worden versohaft voor
familiebezoek.
De schenker van dleze vorstelijke gift,
heeft als eenige belooning verzocht een
paar foto's te mogen hebben van Betbes-
da en, Zoo mogelijk, wat snijwerk door
de zieken vervaardigd.
ONGEVALLEN OP DE AMERIK.
OVERWEGEN.
In dé eerste vijf maanden van dit jaar
vertoonde het aantal ongevallen op de
Amerikaansche overwegen een verminde
ring, vergeleken met de overeenkomsti
ge periode van 1929.
Er hadden 2009 ongevallen plaats, zijn
de 250 minder dan in 1929. Bij deze onge
vallen verloren 808 menschen hun leven,
of 154 minder dan in het vorige jaar. Het
aantal gewonden bedroeg 2326, tegen
2115 in 1929.
In Mei gebeurden 366 ongelukken, met
165 dooden en 418 gewonden. Voor Mei
1929 waren deze getallen rasp. 449, 224 en
507.
DE ONTVLUCHTE
GEÏNTERNEERDEN VAN DEN
BOVEN-DIGOEL.
EültïS oB&tlrrasti Boor Australië,
maar uitgezet
De minister van koloniën heeft ton ver
volge op de beantwoording van vragen
van den heer Wünkoop in verband met
de uitlevering van de naar Australisch
grondgebied uitgeweken geïnterneerden
van den Boven-Diegoel verklaard, dat de
hiorbedoelde, naar het Australisch grond
gebied van Nieuw-Guinea uitgeweken
personen door de regeering aldaar niet
zijn uitgeleverd aan het Nederlandsch-
Indisch gouvernement, maar op last van
den rechter als ongewenschte armlastige
vreemdelingen uit het land zün gezet
Uitzetting is steeds een eenzüdige daad
van de betrokken regeering, i.o. de
Australische regeering, die daartoe ge
heel zelfstandig een beschikking neemt
FRAUDULEUZE VOORRAAD-
ONTTREKKING AAN DE MOSKOU-
SCHE VRBRUIKSOOÖPERATIE&
Doodvonnissen.
De Gepoe heeft te Moskou een georga
niseerde groep saboteurs en dieven in het
systeem van de dietail-verhruiksooöpera-
ties ontdekt Den laatsten tijd had de ont
vreemding van zeer schaarsche levens
middelen], die met behulp van tienduizen
den onderschoven rantsoenboekjes aan de
coöperaties onttrokken werden, een mas
saal karakter aangenomen en waren van
een aardi, dat zij stagnatie moesten bren
gen in de coöperatieve voorziening van
die arbeiders met levensbehoeften. Het
onderzoek en de bekentenissen van ar
restanten leidden tot de vaststelling dat
een aantal coöperatie-ambtenaren syste
matisch aan particuliere kooplui uit Mos
kou en omliggende steden honderden ton
nen vet, suiker, meel enz. in handen ge
speeld hadden. Op de particuliere markt
werden deze goederen dan tegen woeker
prijzen aan de bevolking verkocht
j De meest schuldigen zijn tot den kogel
veroordeeld en het vonnis is onverwijld
uitgevoerd. De andere bklaagden zijn
voor korter of langer tijd tot opsluiting
in een concentratiekamp veroordeeld.
FEUILLETON
(THE LURE OF THUNDER ISLAND).
Uit het Engelsch
door
LEO WALMSLEY.
,L t in den middag van den tweeden
ag n crue zeereis werden we door een
.e.igen s.orm overvallen. Ons stuur
raakte onklaar, we werden voortgedreven
door den wind, tot we vlak bü Thunder
T slaild, een onbewoond eilandje ten zuiden
n Mafia, met een beschutte baai, waar
we, tot de storm bedaard zou zijn, wilden
i iranenloonen, op een rots onder water
gezet werden. Het volgende oogenblik
raakten we weer vlot, maar het vaartuig
was lek en begon snel te zinken. We had
den een kleine roeiboot op sleeptouw. De
hoofdman van de Swahili's wist zwemmend
't kleine vaartuig te bereiken en achter
eenvolgens pakte hij Sladen en twee van
„Al dien tijd had ik me door me aan
een ton vast te klemmen boven water
weten te houden. Toen ik zag hoe 't in de
boot ermee stond, begon ik luidkeels om
hulp te roepen. Maar de verleiding was
den man, voor wien eer, voor wien loyau-
teit niets dan woorden waren, te sterk. Hij
liet me aan mijn lot over. Ik voelde dat
mijn krachten me begaven, een golf sloeg
de ton onder mijn rirmen vandaan. Maar
een andere golf nam me op en smakte me
in het ondiepe water by de klippen neer.
Ik bleef liggen tot ik wat bekomen was,
daarna zwom ik aan land. Den volgen
den dag weid. ik gered door een patrouil
lerende Duitsche kannoneerboot en naar
Kilwa teruggebracht. Daar hielden ze me
gevangen tot het einde van den oorlog.
En toen was ik physiek een wrak, heftige
malaria-aanvallen hadden me lichamelijk
gesloopt en daarbij was ik blind.
„Dadelijk na mijn terugkeer in Enge
land, zes maanden later, liet ik naar
Sladen informeeren. Ik kreeg te hooren,
dat hij ontsnapt was en dat hy de ontdek-
k.ng van El Khazar openbaar gemaakt
had. Van de veertig schedels hoorde ik
echter niets. Daaruit trok ik de conclusie
dat het zyn bedoeling was, om de dhow
na afloop van den oorlog te lichten en
zich zoo van de bewuste schedels meester
te maken.
„De zaak staat nu zoo, Cleveland. Zoo
ver ik weet, ligt de dhow nog steeds in
het ondiepe water by de riffen van Thun
der Island. Het eiland zelf is nog steeds
onbewoond1. Volgens de inboorlingen
spookt het er, daarom wil niemand er
wonen. De veertig schedels bevinden zich
in kisten met een dicht-gesoldeerde looden
binnenkist. Na alles wat ik je verteld heb
zul je begrijpen, dat ik ze moet hebben.
Wil jij me daarby h elpen? Ik ben blind
en daardoor tot op zekere hoogte machte
loos
„Dolgraag!" in myn enthousiasme
viel ik hem in de rede. „Werk als dit
„In de eerste plaats moeten we een dui
ker hebben", ging hü; zonder aan mijn
uitbarsting eenige aandacht te schenken,
kalm voort, „maar dat is van later orde
dat kan wachten tot we in Durban zün.
Maaï ik zou graag zien, dat je er zelf
ook verstand van hadtHoe staat het
daarmee? Heb je 't wel eens gedaan?"
„Nee, dat niet. Maar ik zou 't kunnen
leeren".
„Uitstekend! Dat is de ware geest. Jü
komt er wel, jongmenschl Sladen is
dood.. De vrouw die je zooeven in de gang
gezien hebt is zün nichtje zij en haar
broereen eerste zwakkelingzyn
de eenigen van de familie die nog in leven
zün. Ik wou dat je haar vanavond gehoord
hadt. Dat verhaal waar ze mee aankwam!
Ze beschuldigde me van diefstal! Ik had
haar oom bestolen; nu hy dood was, kwaim
zij voor zün rechten op. 't Schynt, dat
Sladen dat verhaal van de dhow tot het
laatste oogenblik geheim gehouden heeft
en toen het tot hem doordrong, dat het
ernst werd, was hij te uitgeput om een
behoorlijke beschrijving te geven van de
plaats waar de boot ligt. Maar den naam
van het eiland, dien moet hü haar verteld
hebben. In elk geval wist ze alles van de
kist èn van mij! Twee dagen nadat 't be
kend werd, dat ik, evenals hy', de ramp
overleefd had, is hij gestorven. Zoo is hij
de gerechtigheid ontsnapt. Maar ny komt
die vrouw 't me lastig maken. Ze heeft ge
zegd dat zü ook een expeditie gaat uit
rusten".
„En hoe staat 't met Dusii Khan, dr.
Flint?" vroeg ik.
„Sinds myn weggaan uit Kilwa heb ik
niets meer van hem gehoord. Waarschün-
lÜk is hü, dadelyk toen deomstandig
heden het toelieten, naar Egypte terug
gekeerd, want al Is 't waar, dat zün gevoe
lens uitgesproken anti-Engelsch waren,
tevens is 't waar, dat hü geen groote sym
pathie voor de Duitschers voelde. Een
knappe kop, Cleveland, Iemand, die 't
gros van zy'n medemenschen de baas is.
Maar daardoor dubbel gevaarlük. Een
man die veel kwaad doet ja, ja, die bui
tengewoon veel kwaad doet.
„Maar nu moeten we 't eerst over het
salaris hebben. Ik ben gelukkig niet
iemand, dien het aan geldelijke middelen
ontbreekt, Cleveland. Laten we zeggen
15 per week, onkosten vrij en een
chéque van 200 op 't oogenblik dat de
schedels myn zün. Ga je daarmee ac-
coo rd?"
„Wat graag", zei ik enthousiast. „En
wanneer denkt u weg te gaan, dokter?"
„Zoo gauw mogelyk", gaf hy ten ant
woord, „of wat nauwkeuriger, dadelyk
wanneer jü klaar bent. Uitstellen kan fa
taal worden. Kom morgenochtend weer
hier. Behalve een behoorlyke troepenuit
rusting hebben we niets noodig, de be-
noodigdheden voor het duiken uitgezon
derd. En die behoeven we ons nu niet aan
te schaffen, daar hebben we in Durban of
Zanzibar alle gelegenheid toe. Maar jü
moet je oefenen. Gesteld dat onze duiker
op een gegeven oogenblik omgekocht
wordt of er vandoor gaatHier heb je
een chèque voor je uitrusting. Koop wat
je noodig hebt. Én wees asjeblieft niet
zuinig. Je bekrimpen in de tropen, dat
gaat niet, neen, dat gaat niet. Daarom zal
ik zelf voor de rest zorgen. Onder anderen
whisky, watl De soort die je zooeven ge
proefd hebt. En champagne. En tabak.
Maak een lijstje van de dingen, die jij
graag zou willen. En kom morgenochtend
terug. Om tien uur precies een goede
tüd om met werken te beginnen".
Ik begreep den zaohten wenk ik stond
op.
„Schenk nog eens in, Cleveland". Ik
vulde de tumblers voor een vierde met de
whisky uit de karaf, schonk de gewensch-
te hevoelheid water bü en gaf hem het
glas in de hand. „Ik drink op de veertig
schedels''.
Een 'zonderlinge toast! Terwijl ik den
tumbler naar mün lippen bracht schoot
me een zin, of beter, een paar woorden
uit den brief van mijn vader te binnen:
„een verzorgde toekomst!" Hij wensohte
me, als iets dat buitengewoon begeerens-
waard was, een welve zorgde toekomst
toe. en ik zat hie n gezelschap van een
zo .deri.n; en ouden heer een las buiten
gewoon g.iede whisky-soda te ledigen op
de gezondheid, zal ik maar zeggen, van
veertig schedels, op het welslagen van een
onderneming die van mün leven precies
het tegenovergestelde zou maken van het
geen mijn vader me toegedacht had.
„En dat we ze spoedig mogen vinden",
maakte ik met een enthousiasme, dat wer
kelijk maar ten deele aan de whisky te
wüten was, zün zin af.
CO'I elk ..linc i,V .rouj,
Cyolamo's en Primula1»
onze bed lenden op
(Wordt vervolgd).