ÏJ&iAadaS (J&vuMei&che. kermis DE JACHT OP DE VEERTIG SCHEDELS Tweede Blad Bloemenmagazijn„DELEllE" GFMFNG0 NIEUWS. VAN ZATERDAG 13 SEPTEIV BER 1930 Iets over belastingen. XII. BEDR1JFS- EN BEROEPSKOSTEN INZAKE DE INKOMSTENBELASTING. Op Let aangiftebiljet der inkomstenbe lasting wordt gevraagd naar de hoegroot heid van de zuivere opbrengst der diverse bronnen van inkomen. De aangever zal dus dienen te weten hoe hij de bruto-op- brengst tot de netto-opbrengst kan en mag herleiden, m. a. w. welke bedragen men voor de toepassing der wet op de inkomstenbelasting op zijn bruto-inkomen in mindering: moet brengen om tot het aan te geven zuiver inkomen te geraken. Een en ander vinden we geregeld in het, speciaal daaraan gewijd, artikel 10 der wet. De algemeene regels, welke wij hier vinden aangegeven, gelden voor alle bronnen van inkomen, niet enkel dus voor baten uit beroep of bedrijf. De herleiding der bruito-opbrengst uit onroerend goed tot de netto-provenuen bespraken we reeds eerder in dit blad. Thans zullen we nagaan hoe deze herleiding dient te geschieden bij voordeelen uit beroep of bedrijf. Het te dezer zake dienend gedeelte van genoemd artikel 10 luidt: „De opbrengst eener bron van inkomen wordt, ier berekening van haar zuiver be drag, verminderd met de kosten tot ver werving, Inning en behoud der opbrengst en met de op de opbrengst rustende lasten, zooals: de bedrijfs- en beroepskosten, waaron der worden verstaan de kosten noodig voor de uitoefening van een bedrijf of beroep of rechtstreeks daartoe betrekking heb bendie, met inbegrip van de kosten van onderhoud, verschuldigde renten en belas tingen, die op het bedrijf of beroep drukken". De lezer zal allicht reeds aanstonds op- nierken, dat hij dit een vanzelf sprekende bepaling vindt. Immers, ook in het dage- lijksch leven spreekt men niet eerder van verdienste voor de kosten „er af" zijn. In derdaad zat ook deze gedachte bij den wet gever voor. Dat de interpretatie evenwel van het begrip bedrijfs- of beroepsonkos- ten nog niet zoo eenvoudig is als men oogenschijniijk zou willen veronderstellen, bewijzen wel de tientallen uitspraken van Raden van Beroep en Hoogen Raad, welke sedert de invoering der'Vet gevallen zijn. Het zou ondoenlijk zijn om op deze plaats een© uitvoerige uiteenzetting van deze jurisprudentie te geven, zoowel vanwege haar omvang als ook, omdat men eigenlijk ieder geval op zichzelf naar gelang dei- omstandigheden moet beoordeelen. Wij z tlJen daarom hieronder eenige typeeren- e uitspraken als voorbeeld aanhalen ter verduidelijking van wat nu eigenlijk in het algemeen als beroeps- of bedrijfsonkosten is aan te merken. Allereerst werd meer dan eens beslist, dat alleen die kosten in mindering van de opbrengst van een beroep of bedrijf ge bracht kunnen worden, welke dat beroep of bedrijf naar zijn aard meebrengt, welke m.a.w. gemaakt moeten worden door ieder, welke ock zijn bijzondere omstandigheden mogen zijn, die het beroep of bedrijf naar behooren wil uitoefenen. Zoo zijn de kos ten. welke iemand, die door een ongeval niet in staat is anders dan per auto of rijtuig zijn kantoor te bezoeken, dienten gevolge moet maken, geen beroepsonkos- ten in den zin der wet; deze kosten zijn van persoonlijken aard. Eveneens kunnen niet in mindering komen de kosten ver bonden aan de bijzondere hulp, die voor door iemand, die op verren1 afstand van zijn kantoor woont. Ook dit zijn kosten, welke veroorzaakt worden door de per soonlijke omstandigheden van dengene, die het beroep of bedrijf uitoefent en geenszins aan den aard van het beroep of bedrijf verbonden zijn. Om dezelfde reden zijn ook in het alge meen de kosten van het heen- en weer reizen niet voor aftrek vatbaar. Hij, die; ald s de H. R., om persoonlijke redenen elders woont dan ter plaatse, waar hij zijn beroep uitoefent, mag voor de bepaling n zijn belastbaar inkomen, de kosten an i et heen- en weerreizen tusschen laatst genoemde plaats en zijn woonplaats niet als kosten voor de uitoefening van de huishouding noodig is, omdat de vrouw het beroert van onderwijzeres uitoefent, of de kosten van onderhoud van een rijwiel ziin beroep in mindering brengen. Even min acht de H. R. dit toelaatbaar als men wegens woningnood elders woont dan waar men zijn beroep uitoefent. Wel kunnen daarentegen reiskosten worden afgetrokken, als men op twee of meer plaatsen zijn beroep uitoefent. Is men leeraar zoowel te A. als te B., dan be hooren de te maken reiskosten ongetwij feld tot de beroepskosten als in- art. 10 be doeld. Zoo schreef ook de Minister den in specteurs aan, dat zijns inziens de kosten van maandkaarten (spoorwegabonnemen ten) slechts dan in aftrek kunnen komen, als deze kosten uit den aard van het be roep voortvloeien, zooals b.v. het geval kan zijn bij arbeiders, die gewoonlijk slechts korten tijd achtereen bij denzelfden werk gever in dienst zijin en wier beroep mee brengt, dat zij- nu eens in deze, dan weer in eene andere gemeente hun werk ver richten. Alleen die kosten komen voor aftrek in aanmerking, welke noodig zijn voor de uitoefening van het beroep of bedrijf of re< htstreeks daartoe betrekking hebben. Is men verplicht uniformkleeding te dragen, uan komt voor aftrek in' aanmerking het erscliil tusschen de uniformkosten en de kosten van gewone kleeding. Moet men .oor de behoorlijke uitoefening van zijn beroep van een vervoermddel gebruik ma ken, dan behooren de daarmede gepaard gaande kosten tot de beroepskosten. Is men handelsreiziger en brengt het naar behooren vervullen van deze betrekking de noodzakelijkheid van het maken van bedrijfskosten mee, dan ziin deze kosten beroepskosten voor zooverre zij meer be dragen, dan men thuis zou hebben ver teerd. Zoo wordt ook de aftrek van de con tributie voor de vakvereeniging toelaat baar geacht, omdat men deze kosten re kent tot die, welke rechtstreeks op het be roep betrekking hebben. Daarentegen kunnen studiekosten, gemaakt tot het ver werven van een betere positie, niet in mindering gebracht worden* omdat dit koeten tot verbetering van de bron zelve betreft (waarover art. 11 handelt en waarop wij later terugkomen). Evenmin rekent de H. R. de studiekosten, die een tijdelijk aangesteld leeraar, ingevolge de voorwaarden van zijn aanstelling, moet maken om het te loor gaan van zijn be trekking te voorkomen, tot de beroeps kosten. Het betreft in dit geval immers geen kosten tot verwerving van de op brengst van de bron, maar kosten om de bron zelve in stsnd te houden, waarvoor geen aftrek is toegelaten. Tusschen de gemaakte kosten en de op brengst van de bron van inkomen moet een rechtstreeksch en dadelijk verband be staan. Alleen een indirect verband stem pelt- de kosten nog niet tot beroepskosten. Aldus de II. R. in zijn arrest van 27 April 1927 B. no. 4053. Iemand had ten behoeve van en in het belang van1 een N.V., waar van hü directeur en aandeelhouder was, brengst van zijn bronnen van inkomen (directeur- en aandeelhouderschap) te ver- grooten. Aftrek achtte de H. R. niet toe laatbaar: de kosten waren rechtstreeksch voor 'het bedrijf van een ander <N.V.) ge maakt, maar tussohen die kosten en de opbrengst van het directeur- en aandeel houderschap van appellant bestond slechts een indirect verband. Ook de verhuiskosten van ambtenaren, die, tengevolge van een overheidsbesluit, waarbij hun een andere standplaats wordt aangewezen, hun gezin en inboedel naar de nieuwe standplaats moeten overbren gen en zich aldaar opnieuw moeten inrich ten, kunnen als beroepskosten worden aangemerkt, ook dan als het verzoek om overplaatsing van henzelf uitging. "er bepaling van het te dier zake in ruïnering 'e brengen bedrag dient eener- ij s aldus de H. R. te worden vast gesteld tot welk bedrag de inderdaad ge maakte verhuiskosten redelijkerwijze noo dig moeten worden geacht en anderzijds rekening te worden gehouden met een te dezer zake genoten vergoeding. Bespraken wij hierboven meer speciaal de beroepskosten, in het volgende artikel zullen wij meer in het bijzonder nagaan met welke kosten de Opbrengst van een bedrijf dient te worden verminderd. Wederom ontvangen een Binnenland. BOERDERIJ AFGEBRAND. De kapitale boerderij de Vossenbergen, aan den Zwartendijk, gemeente Kampen, toebehoorende aan het Grootburgerwees huis aldaar, bewoond door den heer Bak ker, is Woensdagnacht geheel door brand vernield. Ruim honderdduizend halve kilo's hooi zijn mede een prooi der vlam men geworden. Oorzaak onbekend. DE GESTRANDE „EDERA". Het Italiaansche stoomschip „Edera", dat, van Braila op weg naar Rotterdam Donderdagochtend op den Hinder is ge strand, is Donderdagavond tegen ver wachting bij hoog water niet vlot ge komen. De kapitein wacht thans op in structies van de reederij. FIETSENDIEVEN AANGEHOUDEN. Twee Haarlemmers: W. Z. en J. R., die dezer dagen op de kennis te St Maarten eenige fietsen hebben giestolen en deze te Haarlem trachtten te verknopen, zijn aldaar aangehouden en naar het huis van bewaring te Alkmaar overgebracht. Zij hebben een volledige bekentenis afgelegd. AUTO GESTOLEN. Woensdagavond is in de Aetgi astraat te Rotterdam' een Citroëivauto, gemerlkt H 821501 gestolen, ten nadeele van A. v. L. uit die straat. Het is een blauw ge lakte personenwagen, met vier zitplaatsen DE MOORD IN DE PRINSENSTRAAT TE ROTTERDAM. Het onderzoek in de zaak betreffende den moord op de vrouw Van Rijt, ge pleegd in een pand aan de Prinsenstraat te Rotterdam, heeft nog geen resultaat opgeleverd. Het ontbreken van eenige aanwijzing maakt het onderzoek uiterst moeilijk. De sectie heeft uitgewezen, dat de vrouw inderdaad door wurging om het leven is gekomen. Een minutieus onder zoek van de voorkamer en de alkoof heeft niets opgeleverd. De dader heeft niet het minste spoor achtergelaten. SPOORLOOS VERDWENEN. Sedert enkele dagen is uit Greven- bicht (Limburg) spoorloos verdwenen de 25-jarige ongehuwde onderwijzer J. Hou- ben, afkomstig uit Nuth. Een drama in Oen Haag. In de Wilhelminastraat in Den Haag, op de tweede verdieping van perceel 33, heeft zich Donderdagochtend een drama afgespeeld, met den dood van een vrouw van middelbaren leeftijd tot gevolg. Daar woonde het echtpaar B. De ver houding tussbhem man en vrouw liet voor al den laatsten tijd veel te wenschen; de vrouw was dikwijls zeer overstuur. Don derdagochtend is een vechtpartij tusschen man en vrouw ontstaan; de vrouw was, volgens de verklaring van haar man, hem aangevallen en had hem met een mesje aan het achterhoofd gewond. De buren op de eerste verdieping kwamen op het hulpgeroep van den man af en waarschuw den onmiddellijk den in de buurt surveil- leerenden agent van politie Kok. Deze ging naar boven en wist de vechtenden te scheiden. Hij bracht den man, die aan het hoofd hevig bloedde, naar de keuken, waar hij hem hulp verleende bij het verzorgen van de wond. De vrouw, die oogenschijn iijk niets mankeerde, bleef in de voor kamer achter. Opeens hoorde de agent, toen hij nog in de keuken was, een plof. Hü ging naar de voorkamer en vond daar de vrouw met vrijwel afgesneden hals op den vloer lig gen. Volgens verklaring van de buren van de eerste verdieping was de vrouw, kort nadat de man naar de keuken was gegaan, nog niet gewend. De buren waren weer naar beneden gegaan. Even later moet mej. B. de hanid aan zichzelf hebben ge slagen. Een geneesheer van den gemeentelüken geneeskundigen dienst kon slechts den dood van de vrouw vaststellen. Een met bloed bevlekte, gebroken flesch lag naast het lijk. De commissaris van politie Paré en de hoofdinspecteur Zimmennan stelden een onderzoek in, en ook de officier van justi tie, mr. Blok, verscheen ter plaatse. Het lijk van de vrouw is voor het ver richten- van sectie naar het gemeentelijk ziekenhuis aan den Zuidwal gebracht. De verwonding van den man is niet van ernstigen aard. De indruk van de politie is, dat de vrouw zich met een scherf van de flesch van het leven heeft beroofd. Bnitenland. DRIE MENSCHEN VERBRAND. Te Dieppe zijn bij. een brand In een woonhuis een volwassene en twee kinde ren Olm het leven gekomen. HET EINDE VAN EEN MOORDENAAR Te Orleana is een taxi-chauffeur ver moord en de verdenking, voor deze mis daad viel op een soldaat, te meer daar deze Woensdagochtend op het appel ont brak. Woensdagochtend heeft een boer te Chaingy, op twaalf kilometer afstand van Órleans het lijk van den verdachte igevonden. De man had zelfmoord ge pleegd door in een der palen van de elec- trigche hoogspanning-leiding te klimmen en daar aanraking, te zoeken met de dra den, waarop een stroom stond van 90,000 volt. VERDWENEN GELEERDE De Russische academie van weten schappen heeft bericht ontvangen dat de leider van de botanische afdeeiing van Het vorige stuk is opgenomen in het no. van Zaterdag 6 September. een expeditie In Moertmansfc, prof. Ga- nesjrn op 30 Augustus het Ohibiny,ge bergte is ingegaan om planten te ver zamelen en sindsdien niet is terugge keerd. EEN VORSTELIJKE GIFT. Dezelfde onbekende gever te Rotter dam, die verleden jaar aan Bethesda een bedrag schonk van vijftien dhizend gul den, heeft thans opnieuw een 'gelijk be drag ter beschikking gesteld voor het gesticht, voor aankoop van een motor boot. Vermoedelijk zal niet daaelijfc tot dien aankoop worden overgegaan, doch meer gelegenheid worden versohaft voor familiebezoek. De schenker van dleze vorstelijke gift, heeft als eenige belooning verzocht een paar foto's te mogen hebben van Betbes- da en, Zoo mogelijk, wat snijwerk door de zieken vervaardigd. ONGEVALLEN OP DE AMERIK. OVERWEGEN. In dé eerste vijf maanden van dit jaar vertoonde het aantal ongevallen op de Amerikaansche overwegen een verminde ring, vergeleken met de overeenkomsti ge periode van 1929. Er hadden 2009 ongevallen plaats, zijn de 250 minder dan in 1929. Bij deze onge vallen verloren 808 menschen hun leven, of 154 minder dan in het vorige jaar. Het aantal gewonden bedroeg 2326, tegen 2115 in 1929. In Mei gebeurden 366 ongelukken, met 165 dooden en 418 gewonden. Voor Mei 1929 waren deze getallen rasp. 449, 224 en 507. DE ONTVLUCHTE GEÏNTERNEERDEN VAN DEN BOVEN-DIGOEL. EültïS oB&tlrrasti Boor Australië, maar uitgezet De minister van koloniën heeft ton ver volge op de beantwoording van vragen van den heer Wünkoop in verband met de uitlevering van de naar Australisch grondgebied uitgeweken geïnterneerden van den Boven-Diegoel verklaard, dat de hiorbedoelde, naar het Australisch grond gebied van Nieuw-Guinea uitgeweken personen door de regeering aldaar niet zijn uitgeleverd aan het Nederlandsch- Indisch gouvernement, maar op last van den rechter als ongewenschte armlastige vreemdelingen uit het land zün gezet Uitzetting is steeds een eenzüdige daad van de betrokken regeering, i.o. de Australische regeering, die daartoe ge heel zelfstandig een beschikking neemt FRAUDULEUZE VOORRAAD- ONTTREKKING AAN DE MOSKOU- SCHE VRBRUIKSOOÖPERATIE& Doodvonnissen. De Gepoe heeft te Moskou een georga niseerde groep saboteurs en dieven in het systeem van de dietail-verhruiksooöpera- ties ontdekt Den laatsten tijd had de ont vreemding van zeer schaarsche levens middelen], die met behulp van tienduizen den onderschoven rantsoenboekjes aan de coöperaties onttrokken werden, een mas saal karakter aangenomen en waren van een aardi, dat zij stagnatie moesten bren gen in de coöperatieve voorziening van die arbeiders met levensbehoeften. Het onderzoek en de bekentenissen van ar restanten leidden tot de vaststelling dat een aantal coöperatie-ambtenaren syste matisch aan particuliere kooplui uit Mos kou en omliggende steden honderden ton nen vet, suiker, meel enz. in handen ge speeld hadden. Op de particuliere markt werden deze goederen dan tegen woeker prijzen aan de bevolking verkocht j De meest schuldigen zijn tot den kogel veroordeeld en het vonnis is onverwijld uitgevoerd. De andere bklaagden zijn voor korter of langer tijd tot opsluiting in een concentratiekamp veroordeeld. FEUILLETON (THE LURE OF THUNDER ISLAND). Uit het Engelsch door LEO WALMSLEY. ,L t in den middag van den tweeden ag n crue zeereis werden we door een .e.igen s.orm overvallen. Ons stuur raakte onklaar, we werden voortgedreven door den wind, tot we vlak bü Thunder T slaild, een onbewoond eilandje ten zuiden n Mafia, met een beschutte baai, waar we, tot de storm bedaard zou zijn, wilden i iranenloonen, op een rots onder water gezet werden. Het volgende oogenblik raakten we weer vlot, maar het vaartuig was lek en begon snel te zinken. We had den een kleine roeiboot op sleeptouw. De hoofdman van de Swahili's wist zwemmend 't kleine vaartuig te bereiken en achter eenvolgens pakte hij Sladen en twee van „Al dien tijd had ik me door me aan een ton vast te klemmen boven water weten te houden. Toen ik zag hoe 't in de boot ermee stond, begon ik luidkeels om hulp te roepen. Maar de verleiding was den man, voor wien eer, voor wien loyau- teit niets dan woorden waren, te sterk. Hij liet me aan mijn lot over. Ik voelde dat mijn krachten me begaven, een golf sloeg de ton onder mijn rirmen vandaan. Maar een andere golf nam me op en smakte me in het ondiepe water by de klippen neer. Ik bleef liggen tot ik wat bekomen was, daarna zwom ik aan land. Den volgen den dag weid. ik gered door een patrouil lerende Duitsche kannoneerboot en naar Kilwa teruggebracht. Daar hielden ze me gevangen tot het einde van den oorlog. En toen was ik physiek een wrak, heftige malaria-aanvallen hadden me lichamelijk gesloopt en daarbij was ik blind. „Dadelijk na mijn terugkeer in Enge land, zes maanden later, liet ik naar Sladen informeeren. Ik kreeg te hooren, dat hij ontsnapt was en dat hy de ontdek- k.ng van El Khazar openbaar gemaakt had. Van de veertig schedels hoorde ik echter niets. Daaruit trok ik de conclusie dat het zyn bedoeling was, om de dhow na afloop van den oorlog te lichten en zich zoo van de bewuste schedels meester te maken. „De zaak staat nu zoo, Cleveland. Zoo ver ik weet, ligt de dhow nog steeds in het ondiepe water by de riffen van Thun der Island. Het eiland zelf is nog steeds onbewoond1. Volgens de inboorlingen spookt het er, daarom wil niemand er wonen. De veertig schedels bevinden zich in kisten met een dicht-gesoldeerde looden binnenkist. Na alles wat ik je verteld heb zul je begrijpen, dat ik ze moet hebben. Wil jij me daarby h elpen? Ik ben blind en daardoor tot op zekere hoogte machte loos „Dolgraag!" in myn enthousiasme viel ik hem in de rede. „Werk als dit „In de eerste plaats moeten we een dui ker hebben", ging hü; zonder aan mijn uitbarsting eenige aandacht te schenken, kalm voort, „maar dat is van later orde dat kan wachten tot we in Durban zün. Maaï ik zou graag zien, dat je er zelf ook verstand van hadtHoe staat het daarmee? Heb je 't wel eens gedaan?" „Nee, dat niet. Maar ik zou 't kunnen leeren". „Uitstekend! Dat is de ware geest. Jü komt er wel, jongmenschl Sladen is dood.. De vrouw die je zooeven in de gang gezien hebt is zün nichtje zij en haar broereen eerste zwakkelingzyn de eenigen van de familie die nog in leven zün. Ik wou dat je haar vanavond gehoord hadt. Dat verhaal waar ze mee aankwam! Ze beschuldigde me van diefstal! Ik had haar oom bestolen; nu hy dood was, kwaim zij voor zün rechten op. 't Schynt, dat Sladen dat verhaal van de dhow tot het laatste oogenblik geheim gehouden heeft en toen het tot hem doordrong, dat het ernst werd, was hij te uitgeput om een behoorlijke beschrijving te geven van de plaats waar de boot ligt. Maar den naam van het eiland, dien moet hü haar verteld hebben. In elk geval wist ze alles van de kist èn van mij! Twee dagen nadat 't be kend werd, dat ik, evenals hy', de ramp overleefd had, is hij gestorven. Zoo is hij de gerechtigheid ontsnapt. Maar ny komt die vrouw 't me lastig maken. Ze heeft ge zegd dat zü ook een expeditie gaat uit rusten". „En hoe staat 't met Dusii Khan, dr. Flint?" vroeg ik. „Sinds myn weggaan uit Kilwa heb ik niets meer van hem gehoord. Waarschün- lÜk is hü, dadelyk toen deomstandig heden het toelieten, naar Egypte terug gekeerd, want al Is 't waar, dat zün gevoe lens uitgesproken anti-Engelsch waren, tevens is 't waar, dat hü geen groote sym pathie voor de Duitschers voelde. Een knappe kop, Cleveland, Iemand, die 't gros van zy'n medemenschen de baas is. Maar daardoor dubbel gevaarlük. Een man die veel kwaad doet ja, ja, die bui tengewoon veel kwaad doet. „Maar nu moeten we 't eerst over het salaris hebben. Ik ben gelukkig niet iemand, dien het aan geldelijke middelen ontbreekt, Cleveland. Laten we zeggen 15 per week, onkosten vrij en een chéque van 200 op 't oogenblik dat de schedels myn zün. Ga je daarmee ac- coo rd?" „Wat graag", zei ik enthousiast. „En wanneer denkt u weg te gaan, dokter?" „Zoo gauw mogelyk", gaf hy ten ant woord, „of wat nauwkeuriger, dadelyk wanneer jü klaar bent. Uitstellen kan fa taal worden. Kom morgenochtend weer hier. Behalve een behoorlyke troepenuit rusting hebben we niets noodig, de be- noodigdheden voor het duiken uitgezon derd. En die behoeven we ons nu niet aan te schaffen, daar hebben we in Durban of Zanzibar alle gelegenheid toe. Maar jü moet je oefenen. Gesteld dat onze duiker op een gegeven oogenblik omgekocht wordt of er vandoor gaatHier heb je een chèque voor je uitrusting. Koop wat je noodig hebt. Én wees asjeblieft niet zuinig. Je bekrimpen in de tropen, dat gaat niet, neen, dat gaat niet. Daarom zal ik zelf voor de rest zorgen. Onder anderen whisky, watl De soort die je zooeven ge proefd hebt. En champagne. En tabak. Maak een lijstje van de dingen, die jij graag zou willen. En kom morgenochtend terug. Om tien uur precies een goede tüd om met werken te beginnen". Ik begreep den zaohten wenk ik stond op. „Schenk nog eens in, Cleveland". Ik vulde de tumblers voor een vierde met de whisky uit de karaf, schonk de gewensch- te hevoelheid water bü en gaf hem het glas in de hand. „Ik drink op de veertig schedels''. Een 'zonderlinge toast! Terwijl ik den tumbler naar mün lippen bracht schoot me een zin, of beter, een paar woorden uit den brief van mijn vader te binnen: „een verzorgde toekomst!" Hij wensohte me, als iets dat buitengewoon begeerens- waard was, een welve zorgde toekomst toe. en ik zat hie n gezelschap van een zo .deri.n; en ouden heer een las buiten gewoon g.iede whisky-soda te ledigen op de gezondheid, zal ik maar zeggen, van veertig schedels, op het welslagen van een onderneming die van mün leven precies het tegenovergestelde zou maken van het geen mijn vader me toegedacht had. „En dat we ze spoedig mogen vinden", maakte ik met een enthousiasme, dat wer kelijk maar ten deele aan de whisky te wüten was, zün zin af. CO'I elk ..linc i,V .rouj, Cyolamo's en Primula1» onze bed lenden op (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 5