Het Kinderhoekje
VOOR DE VROUWEN.
i
Mouwen In ouden en nienwon tijd.
haar schik geweest zou zijn, dan nu met
Corru Brens.
Ons Kinderverhaal.
RAADSELS.
XXXXX Op de krulsjeslijnen komt
de naam van een dier in
Artis.datnlet van de warmte
B
BAB0ELUURTJE OVER MODE.
PAEUSOHE MODEBRIEF.
„On revient toujours son premier
nnwur" zegt Franscbe lovoniHwijshoid. En
Mo vrouw Mode eoh^jnt hierop geen uit-
aondering te maken» Wel kian men huai
niet als een persoon spreken. Ze ver
tegenwoordigt echter ©en heel© groep van
personen, modekunstenaars, ontwerpers,
fabrikanten, dj© allen tezamen gezocht
hebben naar iets nieuws en, vooral ook,
naar iets kostbaars, iets dat geld in het
laadjj© brengt. En ze hebben gevonden.
ia de eerste plaats den langen rok met
z>n volants en slippen en op en over
elkaar gezette banen. Alleen dit reeds
maakt dat de gezamenlijke vrouwen in
Europa honderden millioenen guldens
meer aan kleeding besteden, dan in den;
tijd der korte rokken. Het bedrag klinkt
belachelijk hoog misshhien, maar het
stamt van betrouwbare Duitsohe statistie
ken die het zeker wei weten zullen.
Eu dan hebben we verder nog de
steeds toenemende vraag naar garnee
ring, die onze Weeding duur maakt, naar
linten en strikken, kant, fluweel, knoopen,
naar al die prulletjes waarop we nog niet
zoo lang geleden mdt een zekere dédain
neerzagen, als behooronde „tot den oudon
tüdv. Die oude tijd is echter teruggekeerd.
Hij 1'aat zloh gelden tot in do kleinste
toilet-onderdeeloii en we kunnen ons er
niet onverdoold over verheugen.
Daar is b.v. hot oorsot, dat voor het
lichaam zoo schadelijk© ongezonde kle
dingstuk. Menigeen, die vroeger meende
het niet zonder oorset te kunnen stellen,
bemerkte, dat het heel goed mogelijk was.
Jonge meisjes beginnen er niet eens moor
aan. En nu, plotseling, wordt weer door
velen verkondigd dat voor het dragen
der moderne costumes een oorsot 'een
absolute voreii9obte is.
Kijken we verder eens naar de Jabots,
de pelerines, de berthe-kragen, de fichus
honderd jaar terug en nog veel langer
9 den de vrouv-n zich roods met d< se
„moderne" snuljee. De nu zoo geliefde
fichu b.v. was ln de 17e eeuw een sensa
tioneel modenieuwtje. Ze werd eerst over
het hoofd gedragen en onder de kin
vastgestrikt Maar al spoedig knoopte tmen
haar om de schouders, zooals op het
oogenblik ook de gewoonte ls. Dat
Madame Mode ook toen reeds haar grillen
had, bewijst wol het feit dat het een tyd
smaak was de fichu van achteren op den
rug toe te strikken.
Evenals nu, werden er gaas, mousse
line, linou, organdi en fijne kant voor ge
bruikt. A
In het jaar 1808 schreef men dat de
Mode weer oude paardj es van stal haalde
en met groot© borth.es, rondo oeintuurs en
pofmouwen aankwam die aan 1880 her
innerden. En nu. In 1080, weet men niets
beters te doen, dan ons nogmaals, in iet
wat gewljzJgden vorm, deize oude mode
voor te zetten.
Alleen de pofmouwen ontbreken nog,
hoewel we lang niet zeker zijn, dat ook
die niet eerstdaags op het programma
zuilen verschijnen. In elk geval kunnen
we oonstatoeren, dat dotze kteoding-onder-
deolon in den hmtsten tijd weer veel meer
bworlct en versierd wordlen. Nu eens is
de mouw tot aan de elleboog glad on aan
gesloten en valt van daar zoor wijd uit
tot oen trechtervormige pagodeinouw.
Ofwel ze la op deze plaats met twee of
drie ruime volants afgewerkt, die soms
met een strik gesloten zijn. Bij gekleede
japonnen ziet inen gespleten mouwen,
waardoor een stof van lichtere tint te
zien komt. Dit is eigenlijk al een heel,
heel oude mode, die stamt uit de 18e
eeuw, toen de vrouw voor het eerst de
charme kende van fijn, wit linnen onder
goed. Spleten in de japon diende om van
dit fraais iotia te laten zien het was
jammer alles te vxwstoppen.
Eon wonderlijke mode was het ook, die
voorschreef de mouwen zoo long mogelijk
te maken, dat ze Jeep ten en men de hulp
van 'n page nnx-dig had om ze te dragen.
Wanneer men het over mode-exoessen
hoeft ook de oude tijd weet daarvan
mee te praten. Een van de leeüjkste was
wel de pofmouw die men langzamerhand,
door opvulling, tot een ontzaglijk gevaarte
maakto. Het was of de vftmw 2 imonster-
worsten in plaats van -armen aan de schou
ders bevestigd had. De mouw had een
grooteren omvang dan het middel en mis
schien diende het juist om de fijnheid
der tailles te doen uitkomen, dat men de
armen zoo wanstaltig verbreedde. Onze
moderne mouwen zijn tot op heden Slechts
zeer bescheiden imitaties van die middel-
eeuwsche en Renaissance mouwen. Laat
ons hopen dat het zoo blijft en onze goede
smaak ons voor dergelijke uitersten be
hoedt.
WILHELMINE.
Onze lezeressen, die uitvoerig wensohen
Ingelicht te wordon over de laatste mode,
zoowel voor dames als kinderen, raden
wij dringend aan een abonnement te
nemen op „Het Nieuwe Modeblad".
Dit uiterst praotlsche Nederlandsohe
modetijdschrift, hetwelk ook een schat
van gegevens biedt voor handwerken in
alle genres, is bij de uitgevers dezer
oourant tegen sterk gereduceerd en prijs
verkrijgbaar.
De abonnementsprijs van Het Nieuwe
Modeblad, 2 maal per maand verschijnen
de ln 10 bladzijden met telkenmale 2 gratis
knlppatronenbladen, bedraagt slechts
O.Pö per kwartaal, franoo per post f 1.26.
Gezellige meubels voor do
meisjeskamer.
Bij de vele voorrechten, die het jonge
meisje van tegenwoordig geniet, kunnen
we gerust nog bijtellen hot bezit van een
eigen kamer. Natuurlijk hebben niet alle
jonge meisjes zoo'n eigen rijk, maar pro-
centsigewijs zijn er toch heel wat meer,
dan die van de vorig© generatie. De
studie heeft hierin voor geen klein aan
deel de hand. Elk ouderpaar dat er maar
even toe in staat is, laat tegenwoordig
immers hun kinderen zoowel meisjes
als jongens studeeren, daar dit de
groot© oisoh der maatschappij gewor
den is.
Dit is dan ook mee één van de redenen,
waarom het aantal „elgen-kamer-bezit-
ters(sters)" veel grooter ls dan vroeger.
En natuurlijk ligt het in den aard van
het beestje, dat dc jonge dochter haar
kamer meer opsmukt en er een warme
atmosfeer aan tracht te geven, dan de
jongeman. Hoewel, deze laatste zijn soms
meer karakteristiek ln hun kameraan-
kl'eedlng.
Meestal bostaat het meubilair van deze
vertrekjes uit wat moeder zoo in den loop
van den tijd uit haar eigen kamers ver
bannen heeft of heel goed kon missen.
Soms ook wel wordt een. aardig stoeltje of
boekenrekje als verjaars- of St. Nlo. pre
sent ontvangen, wat den kamer bezitter
dan ook erg gelukkig stemt.
Maar 't allergelukkigste zijn ze toch
dikwijls met wat ze zelf voor elkaar ge
knutseld hebben. Ik zag eens op een
jonge meisjeskamer een allergezelligst
bureautje staan, wat ik haar oook zei. Vol
trots nam zo mij er toen vlak voor, sloeg
het groen© vilt weg en.daar stond
zoowaar een onvervalschte pakkist, han
dig Ingedeeld met latjes en plankjes, die
zoo op primitieve wijze tot schrijfbureau
gepromoveerd was. kreeg den indruk,
dat ze met een echt bureau niet meer in
Zij had zich met den pianofabrikant Pleyel
verloofdBij, de Axnobrug was een
winkel in damesmodes gevstigd. Daar
stortte zich, na de ontvangst van dien
gedenkwaardiger)) brief ©en half waan
zinnig man naar binnen met de medodee-
ling, dat hij dienzelfden avond nog naar
Parijs moest en daarvoor de vermomming
van een kamenier noodig had. Men moest
hem alles leveren, japon, hoed, sluier.
Daarna keerde hij haar zijn hotel terug,
hij, laadde twee pistolen, stak een fleschje
vergift bij zich en dien/zelfden avond reed
in een postkoets een wraakzuchtig ge
stemd man in de richting van de Apenij-
nen. Hij was van plan om, eenmaal in
Parijs aangeland, zich in zijn vermomming
van kamermeisje bij Camille te laten aan
dienen, alsof hij een boodschap kwam
brengen. Maar als hij een brief overreikte
aan de verraderlijke geliefde, zou hij ge
lijktijdig zijn pistolen te voorschijn krij
gen en een doodelijik schot lossen. Het
gif in het fleschje was voor hemzelf be
dit eigengemaakte meubel.
Daarom leek het mij aardig otm een
paar primitieve, maar leuke, artistieke
meubeltjes voor de meisjeskam-'T te be
spreken, Maar ook iu moeder 8 serre
slaan ze geen kwaad figuur. En al zijn
ze nu niet direct van, een pakkist te ma
ken, ze zijn toch inderdaad bedoeld voor
huisvlijt: de altijd knutselende papa of
groote broer kan ze best voor elkaar tim
meren. Mocht er eventueel niet zoon
knutselende papa of broer zijn dan zou
men de romp der stoel en het tafeltje bij
den timmerman kunnen, laten maken
(van vurenhout b.v.) en dan zelf het arti
stieke werk er aan doen In den vorm van
beschilderen en bekleeden.
De stoel heeft een gewoon houten zit
ting, waarop urnen een kussen maakt van
leuk bont cretonne. Dit kussen moet
vooral ln den vierkanten vorm gemaakt
worden, dus moet men de hoeken afslik
ken1, zoodat de te vullen zak 10 c.M. hoog
is en verder de breedte on lengto der
stool-zitting. Nu kan dit kussen heel ste
vig met zeegras of Ls.g. gevuld worden
en dan een bovenlaag van kapok, daarna
gaat de cretonne overtrek erom. PractiSch
is om het kussen los te houden, dus met
aan den stoel vasttimmieren. De stoel zelf
wordt in twee contrast-kleuren geschil
derd met een goed© lakverf (ripolin of
s.g.1.) rood miet zwart b.v. of geel
hard-blauw of oranje met groen, liet
beste is voor strepen en boekfiguren
schabionen te maken, dit maakt het
schilderen veel gemakkelijker.
Voor het tafeltje geldt hetzelfde. De
grappige plompe vorm wordt1 artistiek
door de manier waarop het geschilderd
is. Wanneer de beide stukken in één ka
mer komen te staan is het natuurlijk bet
aardigste om ze dezeLfde kleuren te ge
ven. Voor de bloemfiguren op het tafel
blad maakt men ook eerst één groot scha-
bloon, waarna dit dan in één kleur op
gezet kan worden.
Beste jongens en meisjes!
Daar de Kindervriend op reis is naar
Hellevoetsluis, moeten jullie het dezen
keer maar eens met de kindervriendin
doen. Maar veel te schrijven behoef ik
jullie niet, want er zijn weer wat meer
gedichtjes ingekomeu en niet veel brief
jes. Voor het 2e raadsel hadden versohil-
londe vriendjes en vriendinnetjes ook de
volgende oplossingen: merken—werken,
kokoii—rooken, haard—baard. Zo zijn
ook goed gerekend. Er was weer één ver
strooide professor, die zijn naam ver
geten had. Wie was dat nu weer?
Betsy Kcrkhoff. Nu, Jij hebt heel wat gezien
ln je vacantie, hoor. Ja, het Vredespaleis en
panorama Mesdag heb ik ook eens gezien,
maar het Koninklijk paleis nog nooit. Vindt
jij dat panorama ook zoo mooi? Dat vergeet
je zeker niet gauw, hè?
Mon Bonte. Zoo Mon/ga jij zoo graag naar
den speeltuin? Woon je er dicht bij? Vertel
ons maar eens, wat je daar doet. Ik denk,
dat daar nog wel meer raadselvriendjes of
vriendinnetjes spelen.
Klaas Stadtman. Ja hoor Klaas, je gedicht
is nu al veel beter d'an den vorigen keer. Je was
het alleen maar een beetje verleerd. Vindt je
pianospelen fijn? In welke klas zit je nu? Ja,
denk er maar om, hoor, dat Je huiswerk vóór
het dichten gaat.
J. Jimmink. Zijn Jullie zoo maar met Je
tweeën naar Texel geweest? Niet zeeziek ge
worden op de boot? Vindt je het geen mooi
eiland? Leuk zijn al die schapen daar, hè, en
vooral als ze pas lammetjes hebben. Keb je
ook niet veel vogels gezien? Nu, jij htbt een
fijne vacantle gehad hoor.
Dames en meisjes dragen rokken,
De heeren vragen dikwijls om schoone sokken,
't Zijn kleeding stukken, die onmisbaar zijn,
Een ieder gebruikt ze, zoowel groot als klein.
De oplossingen voor deze week zijn du» alweer
klaar,
Ze waren erg gemakkelijk, 't had ze zoo voor
mekaar.
ANNIE v. d. BRINK.
Beste mijnheer.
Waar moet dat heen?
Daar stond ik heel alleen
Als dichteres van 't kinderblad.
Maar ik had1 liever, dat
Er and'ren bij mij stonden,
En dat wij van elkander leeren konden.
Nu, wat op de kruisjes komt te staan,
Dat is de heerlijke banaan,
Nu rijm ik er tu&scheni,
Dat ik er best een zal lusten.
No. twee voor de heeren is sokken
En voor de dames en meisjes rokken.
Dag mijnheer-
Hier ben ik weer,
De vacantle is weer achter den rug,
En moeten wij weer aanpakken en vlug.
Wij hebben heel wat „keet" gehad
En 's avonds waren wij afgemat.
Eén keer lag ik met fiets en al te water,
En leek ik wel een verdronken kater.
De vacantie-regen had ons niet te pakken,
Want in huis zaten we vliegers te plakken.
En booten te maken van papder,
Zoo hadden we even goed plezier.
In Oosterbeek «roeiden veel boomen met ap
pels en peren,
stemd. Terwijl bij in de rammelende post
koets zat, stelde bij: zicb de gansche scène
al voor, ja, bjj speelde ze gedeeltelijk en
maakte daarbij zulke wilde gebaren en
uitte zulke dramatische kreten, dat de
brave postiljon begon te twijfelen of zijn
passagier wél goed bij zijn verstand was.
Terwijl de postkoets ergens onderweg halt
hield, zag de postiljon kans om heimelijk
de pistolen te ontladen. En in Genua aan
gekomen bleek dat Berlioz' pas niet in
orde was, hij mocht de grens niet pas-
seeren. Maar eigonJijk was hij nu ook wol
uitgeraasd en. hij deed het wijste wat hij
doon kon; hij keerde naar Rome'terug.
In 1882 zag Berlioz Parijs weer. En of
schoon hij de wereld verzekerd had, dat
hü Harriet Smithson verachtte, raakte hij
toch in de war, toen hij vernam, dat ook
zij' weer in Parijs was. De eerste opvoering
van een zijner werken naakte, en hij wilde
dat Harriet zou hooreni wie ze destijds ver
smaad had. Hij zorgde via een Engelsch
Daar klommen wij ln en verscheurden onze
kleeren.
Mijn vriendje tuimelde bijna er uit,
Eigen schuld, want «hij ging te hoog, die guit.
Wij vonden daar heel groote bramen en nog
meer vruchten,
Wij zochten op verboden terrein en moesten
dan vluchten
Als er een smeris kwam.
Of voor een boschwachter, die ons dan mee
nam.
Maar mijnheer, nu hou ik op met krassen
En mijn schrijfpapier te verbrassen,
Want ik moest heel wat „kladjes" maken
Om mijn rijmpje nu eens goed te „raken".
KLAAS STADTMAN.
journalist, dat Harriet logeplaatsen, voor
deze uitvoering kreeg; en inderdaad zat
op den- avond van de première, die werd
bijgewoond door al Hector's vrienden:
Eugène Sue, Jules Janin, Heinrioh Heine,
©en lieftallige blondine in een der loges:
Ophelia. Ahe oude gevoelens in Berlioz
voor Harriet ontwaakten en Harriet ont
dekte voor de eerste maal, hoe diep Ber
lioz' liefde voor haar geweest was en....
nog was. Niets stond hun huwelijk meer
in den weg, ofschoon Berlioz' vrienden het
■hem allen ontrieden. Maar 1 Hector was
vastbesloten. Twee gelukkige jaren volg
den. Boven cp de Butte de Montmartre
beleefden ze hun Parij$che idylle. Een
zoontje werd uit het huwedjk geboren en
alles leek uitstekend te gaan. Geen cata
strofe verstoorde het geluk der eerste
jaren; het was de tijd, die het deed uit
slijten. Harriet's schoonheid verbleekte,
als tooneelspeelster had ze geen succes
meer, het gezin verburgerlijkte en uit de
Ophèlia. van weleer groeide een dikke,
DE STRIJD TEGEN DE REGEN
WOLKEN.
Kabouter Puck zuchtte en zei droevig:
„Nee, het wordt niets, Snelvoet, het valt
in het water!", waarop Snelvoet antwoord
de: „Kom, het weer kan zoo plotseling ver
anderen in Septemberl"
„Daar ziet het anders' niet naar uit," zei
Puck weer. „Morgen moeten we de blade
ren van de boomen vervtSL, maar met die
regen wordt alles zoo vuil, de verf druipt
langs de takken en stammen en boven
dien, het rood en bruin en goud is in de
zonneschijn veel en veel nipoier dan in
den regen".
„Ja", gaf Snelvoet toe: „En dan onze
danspartij, ln den regen kunnen we niet
dansen en ook niet, als de bodem nog niet
droog ls. Dan zouden de elfjes hun f eest-
jurkjes vuil maken. Ocih, och, dat de goede
zon ons toch helpen wilde!"
„Dat wil ze wel, dat wil ze wel", klonken
plotseling eenige fijne hooge stemmetjes,
en daar dansten wat dunne zonnestraaltjes
voor de verbaasde kaboutertjes op en
neer en heen en weer, gouden lichtclrkel-
tjes tooverend op den glimmend zwarten
boschgrond.
„Waarom doet ze het dan niet?" vroéfe
Puck.
„Omdat ze niet kan! Jullie moet haar
helpenl" zongen de zonnestraaltjes weer.
„Dat willen we graag. Zeg jullie manr,
hoe we de zon kruinen helpenl" antwoord
de Snelvoet gretig.
„Je moet met bezems de regenwolken
wegvegen. Ze zijn zoo zwaar, dat de zon ze
alleen niet kan verjagen!"
Snelvoet en Puck keken elkaar versla
gen aan, waarop de eerste uitriep: „Hoe
kun jullie dat van ons verlangen? Je
weet toch wel, dat wij niet vliegen
kunnenl"
"Nee, niet vliegon, maar toch wel klim
men", antwoordden de zonnestraaltjes.
„Maar wil jullie ons dan een hemellad-
der aanwijzen?" voegde hij er wat spottend
aan. toe.
„Haal jullie maar bezems en breng liefst
nog wat meer kabouters mee. Als je terug
komt staat er een hemelladder klaar,"
grinnikten de zonnestraaltjes geheimzinig
en meer wilden ze niet antwoordden op de
vragen van de nieuwsgierige kabouters.
Puck en Snelvoet sprongen weg, haal
den Klauter en Buitelaar en vroegen het
jaloersche burgerdame. Dat was meer dan
Berlioz verdragen kon. Met zjjm gloeiende
vereering voor Harriet was het uit. Hij
componeerde ijverig meesterwerken, die
echter slechts door een kleinen kring be
wonderd werden. Hij had zorgen; om zijn
gezin te kunnen onderhouden moest hij
muziekcritieken schrijven. Het leven be
nauwde hem aan alle kanten en eindelijk
zag hij geen anderen uitweg meer dan de
vlucht. Duitsohland en de vrijheid wilde
hij veroveren.
erwachtte, dat de idylle met haar een
maand of wat zou duren; maar ze duurde
twintig jaar. Pas op zijn 60ste jaar werd
hij door den dood van Recio bevrijd. Har-
net was toen al lang gestorven, Berlioz'
eernge zoon was ergens in Azië gesneu
veld als soldaat. De ouder wordende kum-
Har y *0n zich eorizaam te voelen en
met de hem eigen onstuimigheid overviel
hem het verlangen, terug te keeren naar
de plek waar hij zijn jeugd had doorJS
Bezemvrouwtje om vier stevige heibezems.
„Wat wou je daarmee doen?" vroeg
Bezemvrouwtje nieuwsgierig.
„De regenwolken wegvegen, zoodat
morgen op ons herfstfeest de goede zon
kan schijnen!" antwoordden de kabouters
vroolifk.
Ha, ha, ha!" lachte het Bezemvrouwtje.
„Denk jullie, dat jo mi1 wat wijs kunt
maken? Vooruit, rakkers, maak dat je weg
komt!"
„Nu, je zult hot zelf zien. Morgen is het
mooi weer!" riep Buitelaar, en rrt, weg
holde liet viertal naar het plekje, waar
Puck en Snelvoet hadden gezeten.
En o, wat keken ze verbaasd on verrukt
Want de dansende zonnestraaltjes waren
tot rust gekomen en hadden samen een
prachtige gouden ladder gevormd, die ste
vig op de aarde stond en waarvan het
boveneind niet te zien was.
Klauter ving dadelifk den klimtooht aan
„Kalm aan, hoor!" zei hij. „Als je te vlug
klimt, kun je het niet lang volhouden!"
Langzaam ging het viertal nu omhoog,
zoo nu en dan even rustend. Eindelijk be
reikten ze de eerste laag regenwolken. Ze
sprongen er op en liepen tot bijna bij den
rand er van en begonnen toen, steeds ach
teruit loopend, te vegen, dat het. een aard
had, totdat ze de zonnestraalladder weer
bereikten en hooger moesten klimmen, om
nog een dik pak wolken te verjagen. Kijk,
daar kwamen al heele plekken blauw te
zien van den hemel. „Er komen gaten in
de luoht" zeiden de menschen op aarde en
„het regent niet méfer," verwonderde zich
het Bezemvrouwtje.
Jongens, wat werkten de vier kabouters,
maar ze voelden geen moeheid meer, toen
ze het stralende licht van de zon zagen,
waarvoor de laatste wolken snel vluchtten.
En kijk, toen ze weer de zonnestraalladder
bereikten, was deze veranderd in een
prachtige gltjhaan. De kabouters namen
hun bezems op de schoudertjes, hielden
elkander bil een slip van hun jasjes vast
en rrrtt, daar ging het omlaag ln suizende
vaart naar het bosoh terug, het bosch, dat
nu betooverend mooi was, nu de zonne
stralen schitterden ln de millioenen regen-
dropjes op alle blaadjes en twjjgjes.
Het Bezemvrouwtje was nog nieuwsgie
riger dan eerst, toen de kabouters hun
bezems terug brachten en nu vertelde
Puck, hoe ze den volgenden dag een
prachtig, heeriyk herfstfeest zouden vie
ren. Bezemvrouwtje mocht ook komen,
omdat ze zoo goedig haar bezems geleend
had!
Het herfstfeest slaagde als nooit te vo
ren, omdat niemand meer op de pret ge
rekend had, maar het meeste genoten nog
Puck, Snelvoet, Klauter, Buitelaar en
Bezemvrouwtje!
Oplossingen der vorige raadsels.
I.
banaan, aster, nestje, Amstel, Afrika,
negers.
IL
rokken, sokken.
Goede oplossingen van beide raadsels
ontvangen van:
H. A.; J. B.; A. v. d. B.; M. B.; M. G.
D.; M. G.; J. D. J.; T. en W. K.; J. E. K;
B. K; K. K.; H. K.: P. T. P.; A. R.;
D. en M. 8.; J. S.; G. S.; K. J. S.; O. T.;
A. T.; S. T.; N. V.; G. v. W.; G. W.; J.
en P. W.; N. en J. G.
Eén zelfgemaakt raadsel ontvangen van
Oornel ls T.
I.
Nieuwe raadsels.
Van boven naar beneden vormen de
eerste letters van elk woord, iemand waar
wij allen veel van houden.
Een jongensnaam is X
Een vogel bouwt zijn eigen
Een bakker gebruikt een
Een klein rond ding is een
Gevaarlijk ln zee is een
Een meisjesnaam is
Een familielid is een
Een scherp wapen is een
Een watervogel la een
Een deel van een vischnet
Tegenovergestelde van wéinig
Aan een vinger draagt men een
Een schrijfbehoefte is
Een viervoetig dier is
Tegenovergestelde van Ja
Een redidng is een moedige
IL
Ingoz. door A t. dB.
houdt.
Ie rij 't gevraagde woord
2e rij 'n platte visch.
3e rij eon gereedschap van den timmer
man.
4e ry een schoenmakerswerktuig.
5e rij een oude lengtemaat.
6e ry een medeklinker.
(Ingez. door A. L.).
bracht. Zoo trok hij naar Meylan; en om
dat het leven zonder romantiek voor hem
ondragelijk was, zooht hy daar een vrouw
op, die hij als twaalfjarig jongetje teeder
had bemind.
E stelle! Het klein© meisje van destijds
was nu een oude dame, een weduwe, die
zeer verlegen was met het gansche geval.
Den avond van den dag, waarop Berlioz
ontroerd de hand had gekust van deze
Estelle, ontmoette hy in Lyon Adeline
I'atti. Zjj was zoo verrukt, den'meester in
levenden lijve te ontmoeten, dat ze hem
om doni hals vloog. „Ik was zeer gevoelig
voor de eer", verteld© Berlioz, „inaar myo
hart zweeg".
Toen Itij ini 1869 als eenzaam grijsaard
stierf, bleek de laatste liefdesbrief van zit11
leven aan zijn 68-jarige vriendin EstelW
te zijn gewijd. .1
Hy vond slechts een nieuwen band. UP
een avond klampte een jonge zangeres,
Marie Reclo, zich aan hem vast. Berüoz