Het Kinderhoekje VOOR DE VROUWEN. i Mouwen In ouden en nienwon tijd. haar schik geweest zou zijn, dan nu met Corru Brens. Ons Kinderverhaal. RAADSELS. XXXXX Op de krulsjeslijnen komt de naam van een dier in Artis.datnlet van de warmte B BAB0ELUURTJE OVER MODE. PAEUSOHE MODEBRIEF. „On revient toujours son premier nnwur" zegt Franscbe lovoniHwijshoid. En Mo vrouw Mode eoh^jnt hierop geen uit- aondering te maken» Wel kian men huai niet als een persoon spreken. Ze ver tegenwoordigt echter ©en heel© groep van personen, modekunstenaars, ontwerpers, fabrikanten, dj© allen tezamen gezocht hebben naar iets nieuws en, vooral ook, naar iets kostbaars, iets dat geld in het laadjj© brengt. En ze hebben gevonden. ia de eerste plaats den langen rok met z>n volants en slippen en op en over elkaar gezette banen. Alleen dit reeds maakt dat de gezamenlijke vrouwen in Europa honderden millioenen guldens meer aan kleeding besteden, dan in den; tijd der korte rokken. Het bedrag klinkt belachelijk hoog misshhien, maar het stamt van betrouwbare Duitsohe statistie ken die het zeker wei weten zullen. Eu dan hebben we verder nog de steeds toenemende vraag naar garnee ring, die onze Weeding duur maakt, naar linten en strikken, kant, fluweel, knoopen, naar al die prulletjes waarop we nog niet zoo lang geleden mdt een zekere dédain neerzagen, als behooronde „tot den oudon tüdv. Die oude tijd is echter teruggekeerd. Hij 1'aat zloh gelden tot in do kleinste toilet-onderdeeloii en we kunnen ons er niet onverdoold over verheugen. Daar is b.v. hot oorsot, dat voor het lichaam zoo schadelijk© ongezonde kle dingstuk. Menigeen, die vroeger meende het niet zonder oorset te kunnen stellen, bemerkte, dat het heel goed mogelijk was. Jonge meisjes beginnen er niet eens moor aan. En nu, plotseling, wordt weer door velen verkondigd dat voor het dragen der moderne costumes een oorsot 'een absolute voreii9obte is. Kijken we verder eens naar de Jabots, de pelerines, de berthe-kragen, de fichus honderd jaar terug en nog veel langer 9 den de vrouv-n zich roods met d< se „moderne" snuljee. De nu zoo geliefde fichu b.v. was ln de 17e eeuw een sensa tioneel modenieuwtje. Ze werd eerst over het hoofd gedragen en onder de kin vastgestrikt Maar al spoedig knoopte tmen haar om de schouders, zooals op het oogenblik ook de gewoonte ls. Dat Madame Mode ook toen reeds haar grillen had, bewijst wol het feit dat het een tyd smaak was de fichu van achteren op den rug toe te strikken. Evenals nu, werden er gaas, mousse line, linou, organdi en fijne kant voor ge bruikt. A In het jaar 1808 schreef men dat de Mode weer oude paardj es van stal haalde en met groot© borth.es, rondo oeintuurs en pofmouwen aankwam die aan 1880 her innerden. En nu. In 1080, weet men niets beters te doen, dan ons nogmaals, in iet wat gewljzJgden vorm, deize oude mode voor te zetten. Alleen de pofmouwen ontbreken nog, hoewel we lang niet zeker zijn, dat ook die niet eerstdaags op het programma zuilen verschijnen. In elk geval kunnen we oonstatoeren, dat dotze kteoding-onder- deolon in den hmtsten tijd weer veel meer bworlct en versierd wordlen. Nu eens is de mouw tot aan de elleboog glad on aan gesloten en valt van daar zoor wijd uit tot oen trechtervormige pagodeinouw. Ofwel ze la op deze plaats met twee of drie ruime volants afgewerkt, die soms met een strik gesloten zijn. Bij gekleede japonnen ziet inen gespleten mouwen, waardoor een stof van lichtere tint te zien komt. Dit is eigenlijk al een heel, heel oude mode, die stamt uit de 18e eeuw, toen de vrouw voor het eerst de charme kende van fijn, wit linnen onder goed. Spleten in de japon diende om van dit fraais iotia te laten zien het was jammer alles te vxwstoppen. Eon wonderlijke mode was het ook, die voorschreef de mouwen zoo long mogelijk te maken, dat ze Jeep ten en men de hulp van 'n page nnx-dig had om ze te dragen. Wanneer men het over mode-exoessen hoeft ook de oude tijd weet daarvan mee te praten. Een van de leeüjkste was wel de pofmouw die men langzamerhand, door opvulling, tot een ontzaglijk gevaarte maakto. Het was of de vftmw 2 imonster- worsten in plaats van -armen aan de schou ders bevestigd had. De mouw had een grooteren omvang dan het middel en mis schien diende het juist om de fijnheid der tailles te doen uitkomen, dat men de armen zoo wanstaltig verbreedde. Onze moderne mouwen zijn tot op heden Slechts zeer bescheiden imitaties van die middel- eeuwsche en Renaissance mouwen. Laat ons hopen dat het zoo blijft en onze goede smaak ons voor dergelijke uitersten be hoedt. WILHELMINE. Onze lezeressen, die uitvoerig wensohen Ingelicht te wordon over de laatste mode, zoowel voor dames als kinderen, raden wij dringend aan een abonnement te nemen op „Het Nieuwe Modeblad". Dit uiterst praotlsche Nederlandsohe modetijdschrift, hetwelk ook een schat van gegevens biedt voor handwerken in alle genres, is bij de uitgevers dezer oourant tegen sterk gereduceerd en prijs verkrijgbaar. De abonnementsprijs van Het Nieuwe Modeblad, 2 maal per maand verschijnen de ln 10 bladzijden met telkenmale 2 gratis knlppatronenbladen, bedraagt slechts O.Pö per kwartaal, franoo per post f 1.26. Gezellige meubels voor do meisjeskamer. Bij de vele voorrechten, die het jonge meisje van tegenwoordig geniet, kunnen we gerust nog bijtellen hot bezit van een eigen kamer. Natuurlijk hebben niet alle jonge meisjes zoo'n eigen rijk, maar pro- centsigewijs zijn er toch heel wat meer, dan die van de vorig© generatie. De studie heeft hierin voor geen klein aan deel de hand. Elk ouderpaar dat er maar even toe in staat is, laat tegenwoordig immers hun kinderen zoowel meisjes als jongens studeeren, daar dit de groot© oisoh der maatschappij gewor den is. Dit is dan ook mee één van de redenen, waarom het aantal „elgen-kamer-bezit- ters(sters)" veel grooter ls dan vroeger. En natuurlijk ligt het in den aard van het beestje, dat dc jonge dochter haar kamer meer opsmukt en er een warme atmosfeer aan tracht te geven, dan de jongeman. Hoewel, deze laatste zijn soms meer karakteristiek ln hun kameraan- kl'eedlng. Meestal bostaat het meubilair van deze vertrekjes uit wat moeder zoo in den loop van den tijd uit haar eigen kamers ver bannen heeft of heel goed kon missen. Soms ook wel wordt een. aardig stoeltje of boekenrekje als verjaars- of St. Nlo. pre sent ontvangen, wat den kamer bezitter dan ook erg gelukkig stemt. Maar 't allergelukkigste zijn ze toch dikwijls met wat ze zelf voor elkaar ge knutseld hebben. Ik zag eens op een jonge meisjeskamer een allergezelligst bureautje staan, wat ik haar oook zei. Vol trots nam zo mij er toen vlak voor, sloeg het groen© vilt weg en.daar stond zoowaar een onvervalschte pakkist, han dig Ingedeeld met latjes en plankjes, die zoo op primitieve wijze tot schrijfbureau gepromoveerd was. kreeg den indruk, dat ze met een echt bureau niet meer in Zij had zich met den pianofabrikant Pleyel verloofdBij, de Axnobrug was een winkel in damesmodes gevstigd. Daar stortte zich, na de ontvangst van dien gedenkwaardiger)) brief ©en half waan zinnig man naar binnen met de medodee- ling, dat hij dienzelfden avond nog naar Parijs moest en daarvoor de vermomming van een kamenier noodig had. Men moest hem alles leveren, japon, hoed, sluier. Daarna keerde hij haar zijn hotel terug, hij, laadde twee pistolen, stak een fleschje vergift bij zich en dien/zelfden avond reed in een postkoets een wraakzuchtig ge stemd man in de richting van de Apenij- nen. Hij was van plan om, eenmaal in Parijs aangeland, zich in zijn vermomming van kamermeisje bij Camille te laten aan dienen, alsof hij een boodschap kwam brengen. Maar als hij een brief overreikte aan de verraderlijke geliefde, zou hij ge lijktijdig zijn pistolen te voorschijn krij gen en een doodelijik schot lossen. Het gif in het fleschje was voor hemzelf be dit eigengemaakte meubel. Daarom leek het mij aardig otm een paar primitieve, maar leuke, artistieke meubeltjes voor de meisjeskam-'T te be spreken, Maar ook iu moeder 8 serre slaan ze geen kwaad figuur. En al zijn ze nu niet direct van, een pakkist te ma ken, ze zijn toch inderdaad bedoeld voor huisvlijt: de altijd knutselende papa of groote broer kan ze best voor elkaar tim meren. Mocht er eventueel niet zoon knutselende papa of broer zijn dan zou men de romp der stoel en het tafeltje bij den timmerman kunnen, laten maken (van vurenhout b.v.) en dan zelf het arti stieke werk er aan doen In den vorm van beschilderen en bekleeden. De stoel heeft een gewoon houten zit ting, waarop urnen een kussen maakt van leuk bont cretonne. Dit kussen moet vooral ln den vierkanten vorm gemaakt worden, dus moet men de hoeken afslik ken1, zoodat de te vullen zak 10 c.M. hoog is en verder de breedte on lengto der stool-zitting. Nu kan dit kussen heel ste vig met zeegras of Ls.g. gevuld worden en dan een bovenlaag van kapok, daarna gaat de cretonne overtrek erom. PractiSch is om het kussen los te houden, dus met aan den stoel vasttimmieren. De stoel zelf wordt in twee contrast-kleuren geschil derd met een goed© lakverf (ripolin of s.g.1.) rood miet zwart b.v. of geel hard-blauw of oranje met groen, liet beste is voor strepen en boekfiguren schabionen te maken, dit maakt het schilderen veel gemakkelijker. Voor het tafeltje geldt hetzelfde. De grappige plompe vorm wordt1 artistiek door de manier waarop het geschilderd is. Wanneer de beide stukken in één ka mer komen te staan is het natuurlijk bet aardigste om ze dezeLfde kleuren te ge ven. Voor de bloemfiguren op het tafel blad maakt men ook eerst één groot scha- bloon, waarna dit dan in één kleur op gezet kan worden. Beste jongens en meisjes! Daar de Kindervriend op reis is naar Hellevoetsluis, moeten jullie het dezen keer maar eens met de kindervriendin doen. Maar veel te schrijven behoef ik jullie niet, want er zijn weer wat meer gedichtjes ingekomeu en niet veel brief jes. Voor het 2e raadsel hadden versohil- londe vriendjes en vriendinnetjes ook de volgende oplossingen: merken—werken, kokoii—rooken, haard—baard. Zo zijn ook goed gerekend. Er was weer één ver strooide professor, die zijn naam ver geten had. Wie was dat nu weer? Betsy Kcrkhoff. Nu, Jij hebt heel wat gezien ln je vacantie, hoor. Ja, het Vredespaleis en panorama Mesdag heb ik ook eens gezien, maar het Koninklijk paleis nog nooit. Vindt jij dat panorama ook zoo mooi? Dat vergeet je zeker niet gauw, hè? Mon Bonte. Zoo Mon/ga jij zoo graag naar den speeltuin? Woon je er dicht bij? Vertel ons maar eens, wat je daar doet. Ik denk, dat daar nog wel meer raadselvriendjes of vriendinnetjes spelen. Klaas Stadtman. Ja hoor Klaas, je gedicht is nu al veel beter d'an den vorigen keer. Je was het alleen maar een beetje verleerd. Vindt je pianospelen fijn? In welke klas zit je nu? Ja, denk er maar om, hoor, dat Je huiswerk vóór het dichten gaat. J. Jimmink. Zijn Jullie zoo maar met Je tweeën naar Texel geweest? Niet zeeziek ge worden op de boot? Vindt je het geen mooi eiland? Leuk zijn al die schapen daar, hè, en vooral als ze pas lammetjes hebben. Keb je ook niet veel vogels gezien? Nu, jij htbt een fijne vacantle gehad hoor. Dames en meisjes dragen rokken, De heeren vragen dikwijls om schoone sokken, 't Zijn kleeding stukken, die onmisbaar zijn, Een ieder gebruikt ze, zoowel groot als klein. De oplossingen voor deze week zijn du» alweer klaar, Ze waren erg gemakkelijk, 't had ze zoo voor mekaar. ANNIE v. d. BRINK. Beste mijnheer. Waar moet dat heen? Daar stond ik heel alleen Als dichteres van 't kinderblad. Maar ik had1 liever, dat Er and'ren bij mij stonden, En dat wij van elkander leeren konden. Nu, wat op de kruisjes komt te staan, Dat is de heerlijke banaan, Nu rijm ik er tu&scheni, Dat ik er best een zal lusten. No. twee voor de heeren is sokken En voor de dames en meisjes rokken. Dag mijnheer- Hier ben ik weer, De vacantle is weer achter den rug, En moeten wij weer aanpakken en vlug. Wij hebben heel wat „keet" gehad En 's avonds waren wij afgemat. Eén keer lag ik met fiets en al te water, En leek ik wel een verdronken kater. De vacantie-regen had ons niet te pakken, Want in huis zaten we vliegers te plakken. En booten te maken van papder, Zoo hadden we even goed plezier. In Oosterbeek «roeiden veel boomen met ap pels en peren, stemd. Terwijl bij in de rammelende post koets zat, stelde bij: zicb de gansche scène al voor, ja, bjj speelde ze gedeeltelijk en maakte daarbij zulke wilde gebaren en uitte zulke dramatische kreten, dat de brave postiljon begon te twijfelen of zijn passagier wél goed bij zijn verstand was. Terwijl de postkoets ergens onderweg halt hield, zag de postiljon kans om heimelijk de pistolen te ontladen. En in Genua aan gekomen bleek dat Berlioz' pas niet in orde was, hij mocht de grens niet pas- seeren. Maar eigonJijk was hij nu ook wol uitgeraasd en. hij deed het wijste wat hij doon kon; hij keerde naar Rome'terug. In 1882 zag Berlioz Parijs weer. En of schoon hij de wereld verzekerd had, dat hü Harriet Smithson verachtte, raakte hij toch in de war, toen hij vernam, dat ook zij' weer in Parijs was. De eerste opvoering van een zijner werken naakte, en hij wilde dat Harriet zou hooreni wie ze destijds ver smaad had. Hij zorgde via een Engelsch Daar klommen wij ln en verscheurden onze kleeren. Mijn vriendje tuimelde bijna er uit, Eigen schuld, want «hij ging te hoog, die guit. Wij vonden daar heel groote bramen en nog meer vruchten, Wij zochten op verboden terrein en moesten dan vluchten Als er een smeris kwam. Of voor een boschwachter, die ons dan mee nam. Maar mijnheer, nu hou ik op met krassen En mijn schrijfpapier te verbrassen, Want ik moest heel wat „kladjes" maken Om mijn rijmpje nu eens goed te „raken". KLAAS STADTMAN. journalist, dat Harriet logeplaatsen, voor deze uitvoering kreeg; en inderdaad zat op den- avond van de première, die werd bijgewoond door al Hector's vrienden: Eugène Sue, Jules Janin, Heinrioh Heine, ©en lieftallige blondine in een der loges: Ophelia. Ahe oude gevoelens in Berlioz voor Harriet ontwaakten en Harriet ont dekte voor de eerste maal, hoe diep Ber lioz' liefde voor haar geweest was en.... nog was. Niets stond hun huwelijk meer in den weg, ofschoon Berlioz' vrienden het ■hem allen ontrieden. Maar 1 Hector was vastbesloten. Twee gelukkige jaren volg den. Boven cp de Butte de Montmartre beleefden ze hun Parij$che idylle. Een zoontje werd uit het huwedjk geboren en alles leek uitstekend te gaan. Geen cata strofe verstoorde het geluk der eerste jaren; het was de tijd, die het deed uit slijten. Harriet's schoonheid verbleekte, als tooneelspeelster had ze geen succes meer, het gezin verburgerlijkte en uit de Ophèlia. van weleer groeide een dikke, DE STRIJD TEGEN DE REGEN WOLKEN. Kabouter Puck zuchtte en zei droevig: „Nee, het wordt niets, Snelvoet, het valt in het water!", waarop Snelvoet antwoord de: „Kom, het weer kan zoo plotseling ver anderen in Septemberl" „Daar ziet het anders' niet naar uit," zei Puck weer. „Morgen moeten we de blade ren van de boomen vervtSL, maar met die regen wordt alles zoo vuil, de verf druipt langs de takken en stammen en boven dien, het rood en bruin en goud is in de zonneschijn veel en veel nipoier dan in den regen". „Ja", gaf Snelvoet toe: „En dan onze danspartij, ln den regen kunnen we niet dansen en ook niet, als de bodem nog niet droog ls. Dan zouden de elfjes hun f eest- jurkjes vuil maken. Ocih, och, dat de goede zon ons toch helpen wilde!" „Dat wil ze wel, dat wil ze wel", klonken plotseling eenige fijne hooge stemmetjes, en daar dansten wat dunne zonnestraaltjes voor de verbaasde kaboutertjes op en neer en heen en weer, gouden lichtclrkel- tjes tooverend op den glimmend zwarten boschgrond. „Waarom doet ze het dan niet?" vroéfe Puck. „Omdat ze niet kan! Jullie moet haar helpenl" zongen de zonnestraaltjes weer. „Dat willen we graag. Zeg jullie manr, hoe we de zon kruinen helpenl" antwoord de Snelvoet gretig. „Je moet met bezems de regenwolken wegvegen. Ze zijn zoo zwaar, dat de zon ze alleen niet kan verjagen!" Snelvoet en Puck keken elkaar versla gen aan, waarop de eerste uitriep: „Hoe kun jullie dat van ons verlangen? Je weet toch wel, dat wij niet vliegen kunnenl" "Nee, niet vliegon, maar toch wel klim men", antwoordden de zonnestraaltjes. „Maar wil jullie ons dan een hemellad- der aanwijzen?" voegde hij er wat spottend aan. toe. „Haal jullie maar bezems en breng liefst nog wat meer kabouters mee. Als je terug komt staat er een hemelladder klaar," grinnikten de zonnestraaltjes geheimzinig en meer wilden ze niet antwoordden op de vragen van de nieuwsgierige kabouters. Puck en Snelvoet sprongen weg, haal den Klauter en Buitelaar en vroegen het jaloersche burgerdame. Dat was meer dan Berlioz verdragen kon. Met zjjm gloeiende vereering voor Harriet was het uit. Hij componeerde ijverig meesterwerken, die echter slechts door een kleinen kring be wonderd werden. Hij had zorgen; om zijn gezin te kunnen onderhouden moest hij muziekcritieken schrijven. Het leven be nauwde hem aan alle kanten en eindelijk zag hij geen anderen uitweg meer dan de vlucht. Duitsohland en de vrijheid wilde hij veroveren. erwachtte, dat de idylle met haar een maand of wat zou duren; maar ze duurde twintig jaar. Pas op zijn 60ste jaar werd hij door den dood van Recio bevrijd. Har- net was toen al lang gestorven, Berlioz' eernge zoon was ergens in Azië gesneu veld als soldaat. De ouder wordende kum- Har y *0n zich eorizaam te voelen en met de hem eigen onstuimigheid overviel hem het verlangen, terug te keeren naar de plek waar hij zijn jeugd had doorJS Bezemvrouwtje om vier stevige heibezems. „Wat wou je daarmee doen?" vroeg Bezemvrouwtje nieuwsgierig. „De regenwolken wegvegen, zoodat morgen op ons herfstfeest de goede zon kan schijnen!" antwoordden de kabouters vroolifk. Ha, ha, ha!" lachte het Bezemvrouwtje. „Denk jullie, dat jo mi1 wat wijs kunt maken? Vooruit, rakkers, maak dat je weg komt!" „Nu, je zult hot zelf zien. Morgen is het mooi weer!" riep Buitelaar, en rrt, weg holde liet viertal naar het plekje, waar Puck en Snelvoet hadden gezeten. En o, wat keken ze verbaasd on verrukt Want de dansende zonnestraaltjes waren tot rust gekomen en hadden samen een prachtige gouden ladder gevormd, die ste vig op de aarde stond en waarvan het boveneind niet te zien was. Klauter ving dadelifk den klimtooht aan „Kalm aan, hoor!" zei hij. „Als je te vlug klimt, kun je het niet lang volhouden!" Langzaam ging het viertal nu omhoog, zoo nu en dan even rustend. Eindelijk be reikten ze de eerste laag regenwolken. Ze sprongen er op en liepen tot bijna bij den rand er van en begonnen toen, steeds ach teruit loopend, te vegen, dat het. een aard had, totdat ze de zonnestraalladder weer bereikten en hooger moesten klimmen, om nog een dik pak wolken te verjagen. Kijk, daar kwamen al heele plekken blauw te zien van den hemel. „Er komen gaten in de luoht" zeiden de menschen op aarde en „het regent niet méfer," verwonderde zich het Bezemvrouwtje. Jongens, wat werkten de vier kabouters, maar ze voelden geen moeheid meer, toen ze het stralende licht van de zon zagen, waarvoor de laatste wolken snel vluchtten. En kijk, toen ze weer de zonnestraalladder bereikten, was deze veranderd in een prachtige gltjhaan. De kabouters namen hun bezems op de schoudertjes, hielden elkander bil een slip van hun jasjes vast en rrrtt, daar ging het omlaag ln suizende vaart naar het bosoh terug, het bosch, dat nu betooverend mooi was, nu de zonne stralen schitterden ln de millioenen regen- dropjes op alle blaadjes en twjjgjes. Het Bezemvrouwtje was nog nieuwsgie riger dan eerst, toen de kabouters hun bezems terug brachten en nu vertelde Puck, hoe ze den volgenden dag een prachtig, heeriyk herfstfeest zouden vie ren. Bezemvrouwtje mocht ook komen, omdat ze zoo goedig haar bezems geleend had! Het herfstfeest slaagde als nooit te vo ren, omdat niemand meer op de pret ge rekend had, maar het meeste genoten nog Puck, Snelvoet, Klauter, Buitelaar en Bezemvrouwtje! Oplossingen der vorige raadsels. I. banaan, aster, nestje, Amstel, Afrika, negers. IL rokken, sokken. Goede oplossingen van beide raadsels ontvangen van: H. A.; J. B.; A. v. d. B.; M. B.; M. G. D.; M. G.; J. D. J.; T. en W. K.; J. E. K; B. K; K. K.; H. K.: P. T. P.; A. R.; D. en M. 8.; J. S.; G. S.; K. J. S.; O. T.; A. T.; S. T.; N. V.; G. v. W.; G. W.; J. en P. W.; N. en J. G. Eén zelfgemaakt raadsel ontvangen van Oornel ls T. I. Nieuwe raadsels. Van boven naar beneden vormen de eerste letters van elk woord, iemand waar wij allen veel van houden. Een jongensnaam is X Een vogel bouwt zijn eigen Een bakker gebruikt een Een klein rond ding is een Gevaarlijk ln zee is een Een meisjesnaam is Een familielid is een Een scherp wapen is een Een watervogel la een Een deel van een vischnet Tegenovergestelde van wéinig Aan een vinger draagt men een Een schrijfbehoefte is Een viervoetig dier is Tegenovergestelde van Ja Een redidng is een moedige IL Ingoz. door A t. dB. houdt. Ie rij 't gevraagde woord 2e rij 'n platte visch. 3e rij eon gereedschap van den timmer man. 4e ry een schoenmakerswerktuig. 5e rij een oude lengtemaat. 6e ry een medeklinker. (Ingez. door A. L.). bracht. Zoo trok hij naar Meylan; en om dat het leven zonder romantiek voor hem ondragelijk was, zooht hy daar een vrouw op, die hij als twaalfjarig jongetje teeder had bemind. E stelle! Het klein© meisje van destijds was nu een oude dame, een weduwe, die zeer verlegen was met het gansche geval. Den avond van den dag, waarop Berlioz ontroerd de hand had gekust van deze Estelle, ontmoette hy in Lyon Adeline I'atti. Zjj was zoo verrukt, den'meester in levenden lijve te ontmoeten, dat ze hem om doni hals vloog. „Ik was zeer gevoelig voor de eer", verteld© Berlioz, „inaar myo hart zweeg". Toen Itij ini 1869 als eenzaam grijsaard stierf, bleek de laatste liefdesbrief van zit11 leven aan zijn 68-jarige vriendin EstelW te zijn gewijd. .1 Hy vond slechts een nieuwen band. UP een avond klampte een jonge zangeres, Marie Reclo, zich aan hem vast. Berüoz

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 14