V&lkajdeA t&uU&ei&efuL fwimié
De Amerikaansche
automobiel-industrie
1
Tweede Blad
DE JACHT OP
DE VEERTIG SCHEDELS
VAN ZATERDAG ZO SEPTEMBER 1930
Iets over belastingen.
X1T1
BEDRIJFS- EN BEROEPSKOSTEN
INZAKE DE INKOMSTENBELASTING
IL
Gaven wij In bet eerste artikel over bo
venstaand onderwerp eene uiteenzetting
omtrent de kosten, welke voor de toepas
sing der wet op de inkomstènbelast i ng
meer soeciaal bij de uitoefening van een
beroep in mindering van de bruto-op-
brengist kunnen worden gebracht, thans
sullen wij nagaan welke kosten in het al
gemeen bij de uitoefening van een bedrijf
in aftrek kunnen worden geleden.
Alleen die lasten komen hiervoor in
aanmerking, welke zakelijk op de op
brengst van een bron van inkomen druk
ken, nna.w. betaald moeten worden om het
bedrijf, zooals het gedreven wordt, te kun
nen uitoefenen. T.a.v. de verschuldigde
belastingen kunnen verschillende als be
drijfskosten worden aangemerkt. Men
denke slechts aan de belasting op de open
bare vermakelijkheden, de accijnzen door
de distillateurs, bierbrouwers, slagers e. a.,
aan het Rijk verschuldigd, de rijwielbelas-
ting wegens bedrijfsfletsen, zegel- en re
gistratierechten, welke in het bedrijf be
taald moeten worden, vergunningsrechten,
ring gebracht worden de verschuldigde
enz. Niet kunnen daarentegen in minde-
inkomsten-, forensen- en vermogensbelas
tingen, daar deze heffingen van persoon
lijken aard zijn. Bil do pors. belasting
dient men onderscheid te maken. Voorzoo-
verre deze belasting In het bedrijf gebe-
betrekking heeft op den winkel, het koffie-
zigd wordende zaken betreft, b.v. als ze
buis, de gemeubeld verhuurd' wordende
kamers e. d., behoort ze wèl tot de bedrijfs
onkosten, voor het overige deel evenwel
niet.
De beroeps- en bedrijfsonkosten zijn In
het algemeen de kosten, die noodig zijn
voor de uitoefening van het beroep of biy
drijf óf die rechtstreeks daartoe betrek'
king hebben; Deze in' bet meergenoemde
art. 10 neergelegde omschrijving brengt
mee, dat het begrip dezer kosten niet al te
eng bepaald dient te worden. Zoo zullen
de kosten, welke bij een meer doelmatige
uitoefening van het bedrijf hadden kun
nen worden vermeden, ongetwijfeld, als ze
inderdaad gemaakt zijn, als aftrekpost
moeten worden toegelaten. Een deagelijke
ruime opvatting ligt ook aan de resolutie
van den Minister van Financiën ten grond
slag, waarbij bepaald werd dat giften,
welke uit de kas van een bedrijf ten be
hoeve van werken van liefdadigheid of
algemeen nut verstrekt worden, als be
drijfskosten dienen te worden aangemerkt.
De H. R. gaf aan deze opvatting later de
beperking, dat, indien belanghebbende van
oordeel is, dat de omstandigheden de lief
dadigheidsuitgaven tot een bedrijfslast
stempelen, hi1 zulks zal dienen aanneme
lijk te maken, daarin het algemeen derge
lijke uitgaven, volgens de meening van
dit ooilege, zonder meer niet tot de be-
drijfsuitgaven behooren. Uit den aard der
zaak mogen giften door een particulier
voor een liefdadig doel gedaan, bij de be
paling van zijn belastbaar inkomen niet
worden afgetrokken.
Een duidelijke illustratie van den regel,
dat de last in ieder geval zakelijk op het
bedrijf moet drukken, treffen wij in het
navolgende geval. Iemand had een som
gelds opgenomen om zich in een advoca
tenkantoor te kunnen inkoopen. Hij kon
die som naarmate van de verdiensten van
het kantoor in door hem zelf te bepalen
gedeelten afbetalen, terwijl bij zijn over-
lijden de afbetalingsplicht op zijn erfge
namen overging. De vraag deed zich toen
voor, of het telkenjare afbetaalde gedeelte
een op de opbrengst van do bron van in
komen rustende last was In den zin der
wet. Het H. R. besliste in ontkennenden
zin. Aftrek werd niet toelaatbaar geacht,
uit overweging, dat 'de verplichting tot af
betaling niet uitsluitend drukt op de bron,
't deel va nde winst van hot kantoor, doch
niets anders is dan een op het geheeJe in
komen drukkende regeling der teruggave
van geleende gelden. Het niet zakelijk
karakter bleek voorts ook nog hieruit, dat
de verplichting eventueel op de erfgena
men overgaat, ofschoon de bron zelve dan
heeft opgehouden te bestaan.
Zoo zijn ook de onkosten, die gemaakt
worden ter voorkoming, dat de onteige
ning van perceelen, waarin een bedrijf is
gevestigd, verinogensmadeet toebrengt,
geen bedrijfsonkosten, omdat zij niet
drukken op de opbrengst van het betrek
kelijk bedrijf zelf, maar moeten strekken
om te trachten de bron zelve op hetzelfde
peil van opbrengst te houden. Een uitvoe
rige motiveering van deze conclusie vindt
de belangstellende lezer in het arrest van
den H. R. opgenomen in Beslissing no.
3304.
Deden wij in het bovenstaande slechts
een enkelen greep uit de veelheid der ju
risprudentie, teneinde het begrip bedrijfs
kosten althans eenigszins te kunnen om
lijnen, van meer algemeen belang is het
na te gaan hoe de aftrek voor in het be
drijf werkzame kinderen geregeld is.
Werkt een meerderjarig kind in het be
drijf van den vader mee, dan mag de vader
te dezer zake de werkelijke belooning,
welke hij aan dat kind geeft, in mindering
yan zijn bedrijfsopbrengst brengen. Ont
vangt bet kind naast een belooning (zak
geld) vrije kost en inwoning, dan dient de
vader het geschatte bedrag dezer kost en
inwoning, d.w.z. de werkelijke kosten van
deze verstrekkingen, onder zijn bedrijf»
uitgaven te rangschikken. Noodig is even
wel, dat de kinderen ook inderdaad in
het bedrijf medewerken. Gaat de beloo
ning, die iemand aan een in zijn bedrijf
werkzaam meerderjarig kind geeft, het be.
drag te boven, dat aan een vreemde kracht
zou moeten worden betaald, dan valt het
meerdere niet onder de bedrijfsonkosten
Geeft een vader zijn zoon dus 800 sala
ris plus vrije kost en inwoning, terwijl
eenzelfde vreemde arbeidskracht slechts
400 plus kost en inwoning zou verdie
nen, dan 'behoort 800 min 400 tot de
uitgaven, welke niet voor aftrek in aan
merking komen,
In dit verband moge voorts nog ge
wezen worden op een uitspraak van den
Raad van Beroep te Arnhem, opgenomen
In de voorlaatste aflevering van de Be
slissingen in Belastingzaken onder no
4067, waarbij beslist werd, dat, wanneer in
verband met den omvang van het bedrijf
en hetgeen aan vreemde arbeidskrachten
betaald wordt de meerderjarige kinderen
waarvoor loon in mindering wordt ge
bracht, niet geacht kunnen worden in dat
bedrijf volledig werk te vinden, ook niet
het geheele in rekening gebrachte bedrag
als bedrijfsuitgave dient geaccepteerd te
worden.
Van bedrijfskosten is ook geen sprake,
als iemand na afloop van het jaar aan zijn
kinderen een aandeel in de winst afstaat
uit vrijgevigheid, die met den arbeid, dien
de kinderen in dat jaar voor het bedrijf
verricht hebben, geen noemenswaard ver
band houdt.
Volledigheidshalve rij nog opgemerkt
dat voor meerderjarige kinderen het volle
loon, mits niet hoogar dan het gebruike.
lijke arbeidsloon, in uitgaaf mag worden
gebracht, ook al is niet uitdrukkelijk een
arbeidsovereenkomst aangegaan. Zoolang
onder bepaalde omstandigheden niet van
het tegendeel blijkt, neemt ook de Admi
nistratie der belastingen het bestaan van
een stilzwijgende arbeidsovereenkomst
aan, indien meerderjarige kinderen werk
zaam zijn in het bedrijf van hunne ouders,
van wien zij kost, kleeding inwoning en
zakgeld ontvangen, en overigens de gedra
gingen van partijen op het bestaan van
zulk een overeenkomst wijzen.
Aftrek voor in het bedrijf werkzame
kinderen komt evenwel alleen bij meerder-
.arige kinderen te pas. oolang deze nog
Van de onzuivere opbrengst van een be
drijf of beroep worden bovendien afge
trokken de afschrijvingen op zaken, die
voor de uitoefening van het beroep of be
drijf worden gebruikt. Op dit belangrijke
voorschrift zullen wij in een afzonderlijk
artikel tiz.t. terugkomen. Eveneens op het
belangrijke voorschrift van art. 11 der wet,
waarin wordt omschreven, welke uitgaven
niet als bedrijf»- of beroepsonkosten be
schouwd worden.
Volledigheidshalve wijzen wij tenslotte
nog oir het laatste lid van art. 10, hetwelk
inhoudt, dat de salarissen, wachtgelden en
pensioenen verminderd worden met de
verplichte bijdragen voor pensioenen en
fondsen. Hieronder vallen niet de stortin
gen welke iemand vrijwillig verricht, ook
niet ais dit geschiedt tot inkoop van pen
sioen over vroegere jaren.
Het vorige artikel is opgenomen in
ons no. van Zaterdag 13 September.
FEUILLETON
(THB LURB 03* THÜNDER ISLANB).
©Tóp
EB© WAEiMSEBEr.
In Oxford Circus kocht ik een speciale
editie van de „Evening Globe", zooge
naamd om ine van de uitslagen van den
vorigen dag op de hoogte te stellen. Maar
onwillekeurig gingen mijn oogen 't eerst
naar de kolom: Gemengd Nieuws. En daar
las ik iets, dat me den uitroep: Groote
God! ontlokte.
„Hedenmorgen vroeg, kreeg een heer,
die naderhand door zijn papieren als een
Egyptenaar en student aan King's College
geïdentificeerd werd, vlak voor Fragatti,
het bekende restaurant, een flauwte. Hij
werd onmiddellijk naar het Charing Cross
Hospital vervoerd, maar bij aankomst al
daar bleek hij reeds overleden te zijn. De
ongelukkig© jonge man had een diepe
wond in, het dikste gedeelte van zijn on-
uerarm, op zulk een plaats, dat elke ge
rente aan een poging tot zelfmoord bui-
ngesloten is. In de beide zakken uan zijn
tulgen men versckeidene inbrekerswerk-
was ges» twijfel mogelijk, of dit wae
Breidt ook Uw zaak
uit door reclame!
„Heldersche Courant"
Op 't goederen bureau.
Expediteur (tot werklieden): „Kerrts,
weest toch voorzichtig^ in deze kisten zit
niets dan poroelein.
Werkman: Stel u gerust, mijnheer, als
het rammelt, zullen we het wel hooren."
AMSTERDAMSCHE BRIEVEN.
De Marnlx van St Aldegonde. Geef anderen ook een kan»!
Uit onze diamantwereld. Een Leer ten goede?
Op dn laatste dagen van de vorige week
heeft de proefvaart plaats gehad van het
nieuwste motorische zeekasteel van de Mij.
„Nederland", de „Maniix van St. Alde-
gonde". „P. O. Hooft", „Christiaan Huy-
gens", „Johan van Oldenbarneveldt" en
nu de „Marnlx", het „Nederland"-gezin
is de laatste jaren, terdege vruchtbaar en
verrast ons telkens weer met een familie-
aanwinst, die er zijn mag. De technische
bijzonderheden van onze laatste vloot-aan-
winst zal ik hier niet nog eens gaan geven:
tonnenmaat, aantal paardenkrachten, max.
snelheid, enz., enz. werden reeds voldoen
de in de verslagen van deze proefvaart, die
door de pers gingen, onder de oogen van
het publiek gebracht. Wèl nog een enkel
woord over de scheepsversiering, de bin
nenhuis-decoratie van het moderne drij
vende hotel, die ook in dit geval, zooals bij
de „Nederland" schier tot een traditie is
geworden, was toevertrouwd aan den sier
kunstenaar Lion Cachet.
De Nederlandsche passagiersvloot heeft
over de geheele wereld een goeden naam.
Niet alleen worden onze kapiteins, stuur
lieden en lagere sohepelingen gerekend
onder de meest betrouwbaren en kundigen
van alle zeevarenden, maar ook het
doode materiaal wordt overal geprezen om
de soliditeit en de zindelijkheid, die het
ten toon spreidt. De schepen yan onze
handelsvloot mochten dus met recht ge
zegd worden te zijn: dragers, herauten van
enkele goede vaderlandsohe karaktertrek
ken, als daar zijn: degelijkheid, zindelijk
heid, ordelijkheid. De moderne nationale
deugd, een deugd, die de laatste jaren
vel enuit den vreemde als lid van een stu
diecommissie of deelnemer aan een of an
dere excursie naar hier trok, droegen
deze drijvende stukjes Holland tot voor
kort echter veel te weinig uit: de deugd
der nieuwe, geheel eigene, architecturale
vormgeving, van het nieuwe zuivere Stijl
begrip in onze ambachts- en nijverheids-
kunst. Men kon dan ook eigenlijk niet van
het tweede en laatste bedrijf van het nach
telijke drama, dat zich bjj het raam van
de slaapkamer van den dokter had afge
speeld. De vergiftige speerpunt had haar
werk gedaan. Een paar oogenblikken voel
de ik me beslist ziek van verontwaardiging
en afschuw. Wat zou ik doen: teruggaan
en hem vragen mijn toezegging als niet
gedaan te beschouwen? Maar 't was toch
geen moord, ',t was zelfverdediging ge
weest! Wat had hii. een oude, blinde man,
tegen een jongen, kraohtigen vijand kun
nen beginnen? Niets! En toch kon ik me
maar niet met de manier, waarop hij zich
verdedigd had, verzoenen!
Ik kon 't niet met mezelf eens worden,
wat me te doen stond. Bijwijze van com
promis besloot ik, voor we weggingen, een
ernstig gesprek met hem over dit onder
werp te hebben, 't Moest van te voren vast
gesteld worden welke wapens als verdedi
gingsmiddelen gesanctionneerd werden en
welke niet, 't Gebruik van vergiften, of de
punt van een speer erin gedoopt werd of
dat ze als druppel in iemands koffie ge
deponeerd werden ging niet aan. Daar
trok ik de lijn. Tevreden met dit besluit
scheld© ik hem op en vertelde hem, dat hij
Baxter om een ,Evening Globe" moest
uitsturen, omdat daar een berichtje in
stond dat hem, professioneel, wel interes-
seeren zou. Hij bedankte me in welgeko
zen bewoordingen, maar deelde mij tevens
mee, dat hij. genoemd avondblad bereids
in zijn bezit had en dat genoemd berichtje,
een artikeltje over een nieuwe Egyptische
vondst waarschijnlijk bedoelden we het
zelfde? hem reeds door Baxter voorge
lezen was.
„Een scherts met een bijsmaakje", dacht
ik, terwijl ik den hoorn ophing. Maar tooh
onze reeders verwaohten, dat zij in dezen
als pioniers zouden optreden onder een
voor een deel internationaal publiek, dat
zij tot cliëntèle hebben. Zij onderschreven
tot voor kort nog van ganscher harte deze
woorden, die men destijds in een besehrij
ving van het grootste schip der Hamburg-
Amerika-Hjn, de „Vaterland" (na verkoop
aan Amerika herdoopt in „Leviathan") kon
aantreffen: „wat betreft de artistieke aan
kleeding van de gezelschapszalen der eer
ste klas, moet ten eerste worden opge
merkt, dat een reederij, die een internatio
naal reizend publiek aan zioh moet trach
ten te binden, een publiek, dat er verschil'
lende smaken op nahoudt, niet zonder
meer oude stijlvormen verbannen mag
teneinde nieuwe in te voeren".
Van dit doorgevoerd conservatieve en
min of meer angstige standpunt is men nu
gelukkig aan het terugkomen^ ook voora
in Nederland, waar de moderne nijver
heidskunst ook in breede kringen van hot
publiek voorgoed de overwinning behaald
heeft. Onze soheepvaartondernemingen
begonnen den weg op te gaan, die vele
openbare en handelslichamen de laatste
jaren al een goed eind hebben afgelegd:
de weg waarop de medewerking van den
modernen sierkunstenaar geboden is.
Schuchtere stappen op dien weg waren «1
van omstreeks 1890 af door enkele van die
ondernemingen gezet. De eerste wel door
de reederij Fop Smit, die in genoemd jaar
de kajuit van haar „Merwede I", een van
de booten, die den dienst RotterdamGo-
rinóhem onderhouden, met schilderijen liet
versieren. Van een juist begrip van
scheeps-interieur-verzorging kon men
daarbij nog moeilijk gewagen, maar het
was tenminste een eerste teeken. Het
tweede teeken, - het versieren van de
vakken tussohen de ramen van de kajuit
van de „Leemans" van dezelfde reederij,
een opdracht door de later zoo bekend ge
worden- W. A van Konijnenburg uitge
voerd, sprak al van een beter inzicht.
*>angzaam werd, na dit eerste begin, de
weg, die nu ook niet alleen tot de rivier,
maar tevens naar zee voerde, afgelegd.
Zoo langzaam, dat tot voor kort de archl-
ectonlsche verzorging van Nederlandsche
zeeschepen door sierkunstenaars zich be
paalde tot de vloot van de Mij. „Neder-
nnd", tot een aanzienlijk dool der vloot
van de Kon. Paketvaart-Maatsohappü, tot
een viertal schepen (sindsdien weer naar
iet buitenland verkocht) van den Kon. W.-
Indisohen Maildienst, tot enkele schepen
van de Batavier-lijn en tot de twee nieuw
ste aanwinsten van de K.N.S.M. Intu»-
schen, hoe langzaam het op 't water dan
ook ging, te land had in deze jaren de mo
derne kunstnijverheid hot pleit al voor het
grootste deel gewonnen in die mate, dat
zelfs de soheepvaartondernemingen, die in
hun „roerend" scheepsbezit nog angstval
lig aan de star-conservatieve inrichtings-
politiek vasthiedden, in hun en-roerend
goed, hun kantoorgebouwen aan den wal,
dikwijls reeds op goede voorbeelden van
moderne stijl-interieurs konden bogen.
Streden en strijden hier aan den wal ve
len reeds in sohoonen wedijver om den
voorrang, daar, op het water, klinkt nog
altijd één naam, die van Lion Cachet, „de
man" van de „Nederland".... Ook thans
heeft hij, die naam, weer,, en met eprel
geklonken, nu de „Marnix", die vau
binnen weer Cachet's sohoonen stempel
draagt, in de vaart kwam. Hoe dankbaar
men de „Nederland" ook kan zijn, dat zij
voortgaat zooveel kunstzinnige zorg te be
steden aan de binneninrichting harer
schepen, het monopolie, dat zij Cachet
in dezen laat houden valt aan den anderen
kant toch te betreuren. Want het gevolg
van den huldigen toestand is, dat er op
het gebied van moderne interieursverzor
ging van zeeschepen van een bevruchtend
op elkaar inwerken weinig sprake is; dat
er weinig vruohtbare grond aanwezig is
voor het opbloeien van «en volrapen,
nieuwen stijl, die toch ook, hoezeer ee*
kunstenaar uit den geheel eigen geest zij*,
werk moet opbouwen, als noodzakelijk
element het toetsen aan elkanders arbeid
behoeft.
Men zou daarom de „Nederland"-direc
tie willen toeroepen: geef, bij de volgends
gelegenheid (die niet \or af meer is,
de plannen voor uw vijfde nieuwe schip
zijn immers reeds in de maak!) een ander
ook eens een kans!.... Die anderen zijn
er; zij kregen echter'nog te weinig kans
hun kunnen ten volle te toornen, al heb
ben meerderen onder hen (ik noem H. G.
Hazeveld, J. L. van Ishoven en vooral Th.
Nieuwemhoven) reds goede dingen op dit
gebied gedaan; van de laatste zij herinnerd
aan zijn 'binnen-architectuur van de „81-
nion Bolivar" en de „Cottioa" van de K.N.
S.M. en al zullen zij ook niet precies
wandelen in de voetsporen van Cachet,
die er een zeer persoonlijken stijl op na
houdt, die in zijn dikwijls op het onver-
waohtst uitzwaaien van zijn, scheppende
fantasie naar het Oostersch weelderige em
overdadige zoo dikwijls verrast en ook
wel bekoort.
Iemand die, alhoewel dan groot endeela
indirect, er veel toe heeft bijgedragen, dat
het gemiddelde interieur van den gemid
delden Amsterdammer aan den vasten wal
heden ten dage zeker aanzienlijk beter is
dan een tien-, vijftiental jaren geleden, is
ongetwijfeld Ir. Keppler, de directeur vaa
onzen Gemeentelijken Woningdienet. De
zer dagen bestond deze dienst een 15 jaar
en bij deze gelegenheid hebben ambtena
ren en werklieden hun directeur gehul-
neel bedacht met een boekwerkje, waaria
digd, terwijl deze, omgekeerd, zijn perso
men een overzicht vindt van wat de dienst
in zijn kort bestaan al zoo tot stand bracht.
En dat is heel wat Zoo werden, om maar
enkele dingen te noemen, de tuindorpen
Watergraafsmeer, OoStzaan en Nieuwen-
moest ik lachen. Geheel zonder humor was
de situatie niet.
Op 't allerlaatste oogenblik kwam er nog
een kleine verandering in mijn plannen.
Ik besloot via thuis naar Whiteport te
gaan. Mijn vader was allermerkwaardigst
blij, toen hij me opeens in levenden lijve
voor zich zag staan, maar toen ik hem ver
telde, waaraan hij dat onverwachte genoe
gen te danken had, veranderde hii als een
blad op een boom. Ik kreeg allerlei liefe
lijkheden te hooren; hij noemde me onder
anderen een ezel', een ondankbaren kwa
jongen, een kerel van niets.... Na tien
minuten was hij dan ook zoo opgewonden,
dat het leelijk afgeloopen zou zijn, als
mijn moeder niet tusschen beiden geko
men was. Gelukkig kwam er daarna be
zoek en een uurtje later, toen ik hem na
heel wat gemanoeuvreer in de biljartka
mer gekregen had en 't me daar lukte om
met dertig punten voor te verliezen, draai
de hij zoo bij, dat hij me beloofde de zoo
veel honderd, die ik de Scott-Hemery Air-
craft Company voor het vliegtuig van de
bewuste de KaapLonden vlucht nog
schuldig was, te betalen en me een aanbe
velingsbrief mee te geven voor den direc
teur van de North Sea Salvage Co. in
Whiteport.
Den volgenden ochtend ging ik naar
Whiteport. Zooals ik me voorgenomen
had, bleef ik daar vier dagen, met het re
sultaat, dat ik aan het einde van dien ter
mijn een zekere handigheid in 't duiken
verkregen had, tenminste, als 't in gewone
uitrusting gebeurde. Voor 't geval dat de
veronderstelling van dr. Flint juist was
dat dé dhow zich in betrekkelijk ondiep
water bevond zou ik, bij eventueele ont
stentenis ja, ontstentenis heet 't met
wat begon neer te slaan, bracht ik dit on
een mooi woord van den duiker met
vrij groote kans op succes 't zaakje zelf
kunnen opknappen.
Op mi1n terugreis ging ik nog even bij
de oude lui aan. Ik trof 't niet; juist voor
dien middag was Margaret Stoneham ten
eten gevraagd. Bij haar binnenkomen be
keek ik liaar eens goed. Ze was ontegen
zeggelijk heel mooi. Van het standpunt
van den ouwen heer bekeken, was ik het
gloeiend met hem eens, met zijn opinie,
dat ze als vrouw uniek zou zijn, bedoel ik.
Maar niet als mijn vrouw. Daarvoor is ze
te volmaakt. Alles doet ze goed: rijden,
schieten, biljart spelen, tennissen, golf-en,
bridgen, zingen ze zingt als een prima
donna! acteeren, haken, als 't moet een
weeshuis besturen of een groot feest orga-
niseeren. Er is geen onderwerp onder de
zon waar zij niet meer verstand van heeft
dan jijzelf. Ze bediscussieent met evenveel
genoegen en met 'bewonderenswaardige
kennis van zaken een Russisch ballet en
vondsten uit 't een of andere vóór-histori
sche tijdperk. Je zult zien dat ze er van
daag of morgen met den chauffeur of den
butler van thaar vader vandoor gaat. De
gewone truc van Moeder Natuur om te
groote excessen te voorkomen.
Dadelijk na mijn aankomst in stad
't was Dinsdagmiddag tegen drieën
ging ik me melden. De dokter was zoo blij
als een jongen die voor den eersten keer
een dagje naar het strand gaat. Ik zat geen
vijf minuten, of ik moest al op het wél
slagen van de expeditie drinken. Een goed
beginl
De gedachte aan den vermoorden Egyp
tenaar liet me echter geen oogenblik met
rust. Toen de stemming van den dokter
derwerp dan ook ter sprake. Bij wilze va*
antwoord schoof hjj me over tafel de „Ti
mes" toe en zei me, zachtjes grinnikend,
om het binnenblad eens na te speuren.
Bilna dadelilk vond ik wat hii bedoelde,
een bericht met het sensationeel» „hoofd":
„Het Strand-Myaterie. Opinie van een be
kend toxoloog". Op zijn verzoek las ik het
geheele verhaal luid-op voor:
„Ofschoon de politie, wat het geval va*
den jongen Egyptisohen student, die on
geveer een week geleden vlak voor Fra
gatti plotseling ineenzakte, betreft, nog in
bijna alle opzichten volkomen in het duis
ter tast, kunnen we mededeelen, dat er op
één punt toch reeds, wat licht begint ts
komen. De aard van het vergift namelijk,
dat den dood van den ongelukkigen lon
gen man veroorzaakt heeft, is door dr.
E lint, den beroemden toxoloog, wien de
politie onmiddellijk in consult geroepea
beeft, vastgesteld. Volgens hem heeft me*
hier te doen met een sterkwerkend plant
aardig, vergift, identiek met dat, waarme
de de stammen van Midden-Afrika hun
pijl en speerpunten bestrijken.
„Naar alle waarschijnlijkheid is dit ver
gift door het wapen, dat de wond in den
onderarm veroorzaakt heeft, in het lichaam
van het slachtoffer- gebracht. Als we dit
aannemen, wordt de theorie, dat deze
moord op insta gnatie van het een of ander
geheime genootschap gebeurd is, aanne
melijk. Dr. Flint, de toxoloog, die bi) het
onderzoek groote diensten heeft bewezen,
is sinds kort uit Duitsch Oost-Afrika te
ruggekeerd, waar hij voor den duur van
den oorlog geïnterneerd geweest ia...,"
i i
CVftrdt vacvolgcè.
'minderjarig zijn, is aftrek in geen enkel
geval toegelaten. De H. R. besliste ml. bi)
arrest van 31 Dec. 1924 Beslissing no. 8571
n dezen zin. Volg&ns dit arrest hebben
de ouders het vruchtgenot van hetgeen de
aribeid van een minderjarig kind, dat in
het bedrijf van den vader werkzaam is, op-
evert. Als gevolg hiervan zou de vader
eenerzijds het loon van het kind als uit
gave in mindering kunnen brengen, ter
wijl hij anderzijds dit als inkomen uit zijn
wettelijk vruchtgenot weer zou moeten
aangeven. Practisch doet men dus het een
voudigste door het loon enz. van minder
jarige kinderen buiten beschouwing te
laten.
8)
is de voornaamste der wereld
geworden door adverteeren.
Op een auto-congres te New-
York is dit door den president
der Hupp Motorcar Corpo
ration, Charles D. Hartings,
te verstaan gegeven.
Het meeste effect bereikt U
door te adverteeren in de
die in alle kringen der be
volking van Den Helder en
Omstreken gelezen wordt.
Onze regelprijs is billijk. In
lichtingen worden gaarne
door de Administratie ver
strekt.