Uw Huid geneest beter,
mooier en sneller met PUROL
OP EN OM HET BINNENHOF.
AMSTERDAMSCHE BRIEVEN.
WEEST GOED VOOR DE DIEREN.
naam Stormkaap werd wijselijk, in den
ban gedaan om niet af te schrikken), de
tijd zal tiiet ver af zijn, dat een reisje van
7 tot 10 dagen u van Croydon (Engeland)
naar Kaapstad zal brengen met een gere-
gelden- luchtvaartdienst. Was de tocht
van nu wijlen van Lear Black met zijp
Fokker-eendekker en die van P. M. Mur-
doch in een Avro AVian met een record-
reis van 137, dag in 1929 nog een gewel
dige gebeurtenis, in 1931 zullen iedere 11
dagen de vliegmachines van Kaapstad
naar Kai'ro vertrekken en zullen Europa
van zijn noordwestelijke punt tot Zuid-
Af rika aan zijn zuidelijkste punt over
brugd worden.
Het Uniegouvernement heeft besloten
de Imperial Airways met een bedrag van
80.000 p. st. voor vijf jaren te steunen.
Twaalf vliegtuigen zullen dienst ver
richten, machines van 20.000 p. st. ieder,
waarvan zes1 tusschen Kaïro en de groote
meren en zes tusschen Kaapstad en de
groote meren. De dienst tusschen Kaïro
en Kenya wordt reeds begin Januari ge
opend, die tot Kaapstad begin April. De
dienstregeling zal zijn, dat iederen Dins
dag een machine uit Kaïro vertrekt, om
den volgenden Dinsdag te Kaapstad te
landen. De nachten zullen worden door
gebracht te Assoean, Chartoem, Joeba,
Mbeja, Salisbury en Johannesburg. Van
Kaapstad zal de vliegmachine iederen
Vrijdag vertrekken, om den daarop vol
genden Vrijdag te Kaïro aan te komen,
aldaar de 'aansluiting bij de Indische
luchtlijn te vinden in beide richtingen.
Er zullen voorzieningen worden ge
maakt voor twee landingen per dag om
de maaltijden te nuttigen, n.1. te Assioet,
Luxor, Mosji, Dodoma, Mpika, Broken
Hill, Boelawayo, Pietersburg, Kimberley
en Victoria West. De gekozen route
maakt het noodzakelijk elf rusthuizen te
bouwen, waar de passagiers en het per
soneel kunnen overnachten en het vlieg
tuig onder dak kan worden gebracht. De
rusthuizen worden in strandhuisstijl op
getrokken, met twee vleugels door een
woonkamer verbonden. In elk rusthuis
zullen twaalf personen kunnen logeeren.
Langs de Njjl en ook over de groote ri
vieren tot bij Chartoem worden zeevlieg
tuigen in dienst genomen en de verdere
tocht zal door landvliegtuigen worden
onderhouden: Hercules-vliegtuigen, zoo
als die thans op de route naar Indië wor
den gebruikt.
De zeevliegtuigen nemen gewoonlijk 16
passagiers mee, maar zullen op de Afrika
route, met het oog op de post en de tro
pische uitrusting welke men bij zich moet
hebben, slechts 10 passagiers vervoeren.
De landvliegtuigen zullen in plaats van 20
slechts 7 reizigers opnemen.
Wat de prijzen aangaat, deze zullen van
Londen naar Kaapstad niet meer dan 125
p. st. bedragen, naar Salisbury 115 p. st.,
naar Nairobo 100 p. st. en van Kaïro naar
Kaapstad 95 p. st., waarin de hotelkosten
enz. begrepen zijn. Welk een voordeel
zulk een dienst zal zijn voor hen, die in
Midden-Afrika wonen en thans eerst een
reis van het binnenland naar de kust moe
ten maken, om vandaar per boot de reis
te vervolgen, behoeft niet nader te wor
den uiteengezet. Men heeft ook het voor
nemen goud en edele metalen en diaman
ten met de nieuwe lijnen te vervoeren.
Inmiddels wordt hard aan het prachtige
vliegveld te Maitland bij Kaapstad ge
werkt, dat reeds ver gevorderd is en
waarop zelfs proefnemingen worden ge
daan met een speciaal uit Amerika inge
voerd gras. Het Kaapsohe landingsterrein
belooft een der mooiste van dien aard te
worden en het Kaapsche schiereiland zal
niet alleen op zijn beroemde geschiedenis,
zijn sohoone natuur, maar tevens op zijn
fraaie vliegveld mogen bogen.
Tevens doet het goed te vernemen, dat
dat de Unieregeering erin heeft toege
stemd, dat de Imperial Airways mo?en
beschikken over de diensten van Sir Pier-
re van RJjneveld, die zelfs bij de Engel-
schen als een der beste krachten op het
gebied van luchtvaart in Zuid-Afrika be
kend staat. Hij zal aan het hoofd van de
plaatselijke organisatie worden gesteld, en
tal van Afrikaners met het vllegwezen op
de hoogte, zullen In dienst van de Engel-
sche maatschappij worden opgenomen.
Weekkroniek.
Den Haag, 2 October.
„Verzamelen!" Heer WUnkoop's boetekleed. Een noodkreet
Pessimisme.
't Is een oude en goede gewoonte
van de iweeae Kamer onzer Staten-Gene-
raal om als „praeludium", voorspel, van
net najaarsche, groote onderzoek van den
dikken bundel wetsontwerp en- RU ksbe-
grooting en van al wat daarbij worut ge
voegd, een klein openlbaar zittinkje te
houden. Juist zoo'n miniatuur-vergadering
als voor den Senaat telkenmale als de Eer
ste Kamer bijeenkomt voor het afdoen van
een bundeltje wetsvoordrachten pleegt te
worden uitgeschreven.
Voor de zooveelste maal: die malle
avondvergaderingen van vijf of tóen mi
nuten zijn nutteloos* berokkenen slechts
weggeworpen-geld.
v oor de Septembersoh® miniatuur-zit
ting van het Lagerhuis bestaat alle aan
leiding. 't Is eigenlijk zoo'n soort van
„verzamelenFblazen". De vraag, hoeveel
afgevaardigden naar 'het Binnenhof op
gaan voor afdeelings-onderzoek, zélfs
wanneer het Rijks-budget aan: de orde is
gekomen, ontsnapt aan het oog van Jan
Kiezer en Johanna Kiezeres. De afdeelin-
gen vergaderen in alle stilte. Men weet,
zelfs de leden, die er over eenig wets
ontwerp meening uiten, dragen het
masker der anonymiteit. Van 'hen wordt in
de Voorloopige Verslagen slechts melding
gemaakt als: sommigen, velen, enkelen,
anderen.
In de „Handelingen" vindt men echter
vermeld, wie ter vergadering waren ver
schenen. Voor sommiger (lang niet altijd
juiste!) opvatting omtrent het verband
lusschen ijver en waarde van Volksverte
genwoordigers, beoordeeld volgens den
maatstaf van druk der zitting komt, geldt
ien volle het bekende: „les absents ont
tnujöurs tort", de afwezigen hebben
altijd ongelijk
Verdere toelichting zal hier wei ovar-
Natuurlijk moet er voor zulk een minia-
bodig zijn, dunkt me zoo.
tuur-zittinkje een agenda zijn.
En dat was er ook op Dinsdag 30 Sep
tember, des namiddags te 1 ure. De Tweede
Kamer moest namelijk aanhooren de mede-
oeeling van de Centrale Sectie, dat voor
het afdeelliugs-onderzoek ook nog zullen
worden genoteerd: de ontwerpen tot het
toekennen van subsidie aan de Kon. Holl.
Llcyds, alsook dat voor de Indische leening'
ad 75 millioen.
Daartegen had geen hoogedelgestrenge
sterveling eenig bezwaar. En de minia
tuur-zitting zou dan ook geen vijf minuten
hebben geduurd, indien de communist
Wijnkoop niet voor een „surprise" had
gezorgd.
Wii wisten al lang, dat hij berouwvol,
nederig is teruggekeerd tot het opper-
i ommando van Moskou, dankbaar en
verheugd zijn plaats als adjunct van den
chef, leider der thans In de Katmer twee
man tellende communistische partij heeft j
ingenomen. Den 3en Juli 1929 werd de!
..eer Wijnkoop gekozen voor de groep
i mmunisten, welke zich onder zijn- „aus-
"i< iën" gevormd liad. Bij Moskou was de
..eer Wijnkoop in ongenade gevallen. Hij
naaide echter het vereischte aantal stem
men, werd Volksvertegenwoordiger.
De heer L. de Visser en hij hadden
m of g, geen woord voor elkaar over.
ten. gelijk nog steeds vlak
.er elkaar op de eerste bankjes links
van het presidiaal Bureau. Zelfs achtte die
heer De Visser 't noodig, eens te verdui
delijken, dat de heer Wijnkoop ten on
rechte en zonder daartoe eenige aanspraak
te hebben, zich als pleitredenaar voor de
communistische zaak in de Kamer op
wierp.
Intus9Chen, de positie werd voor den
heer Wijnkoop al-pijrtlijker. En ten slotte
heeft hij een knieval gedaan voor Moskou.
Zich verdeemoedigd, het niet-ontsierende
boetekleed aangetrokken.
Men zal zich misschien herinneren, dat
in September 1929, toen de tójd-rantsoenee-
ring voor de Rijiksbudget-besprekingen
aan de orde kwam, de heer Marohant de
beide communistische heeren toen nog
geslagen vijanden, zoo'n beetje 't land
opjoeg, plaagde en prikkelde door de
vraag te stellen, of 't wel aanging, dat de
heer Wijnkoop een „eigen spreektijd"
zij 't dan ook maar van een dik half uur
kreeg, terwijl toch eigenlijk niemand-ter-
wereld kon uitmaken waarin het verschil
in „politieke zienswijze" was te vinden
tusschen den heer Louis de Visser en den
heer David Wijnkoop!
Daarover behoeft niet meer te worden
gepraat.
De heer Wijnkoop is „opgelost" ge
lukkig slechts in figuurlijken zin, in
de tweemans-Moskou-groep. Wij wisten 't,
nogmaals getuigd al sinds een poos.
Dinsdagmiddag 30 September j.L heeft
heb gezondigd in de Tweede Kamer uit-
de ex-afgedwaalde het „peccavi!", ik
gesproken. Hij heeft dus geen „eigen
spreektijd" meer noodig.
Terwijl hij, biechtte voor 'het Lagerhuis,
klonken telkens spotlachjes. De onver
beterlijke mr. Duys, in plaagzucht en
in vaak-genoeglijk iemand op z'n plaats
zetten, riep o.a. uit: „Ja, maar zóó ben je
niet hier in de Kamer gekomen!...."
Heer Wijnkoop wist zich te bedwingen,
las zijn korte verklaring van het papier,
waarop zij was neergeschreven.
Toen was 't afgeloopen.
Verspreidden zich de leden naar de
kamers der afdeelingen. Om voor te be
reiden de besprekingen* welke ons zullen
bezighouden tot Kerst-'30 zeer nabij zal
zjjn gekomen.
't Is een tijdruimte van nog geen twee
weken, die ons dus scheidt van het begin
der zware herfst- en winter-campagne.
Ruim een week nadat de officieele Win
tertijd zal zijn ingetreden, komt de Tweede
Kamer in onenbare vergadering bijeen ter
afdoening van een torenhoog© stapel ont
werpen, interpellatiën en nog meer.
Zeker opent zich voor de Regeering een
uiterst inspannende periode. Niet 't minst
voor Z.Exc. Ruys de Beerenbrouck, mi
nister van Binnenl. Zaken en Landbouw,
premier van het in Augustus 1929 opge
treden Kabinet.
In 'het Voorl. Verslag over de wijziging
van de Gemeente-Wet heeft de Eerste
Kamer schier-schampere kritiek geoefend
op de indolente, laksohe, onverschillige
houding, door minister Ruys aangenomen
in de Tweede Kamer bij de behandeling
van de wijziging der Gemeente-Wet. De
minister liet allerlei amendementen langs
z n kant 1 eeneaan. Vond allerlei (waar
neer ingrijpende) wijzigingen, uit de
Kamer voorgesteld, voetstoots goed.
Tusschen zin tot samenwerking tus
schen Regeering en Parlement en zulke
op doodsche onverschilligheid lijkende
slapheid van houding is verschil!
Ook in vorige perioden van bestuur
door mr. Ruys de Beerenbrouck zijn der
gelijke opmerkingen, en dat stellig niet
zonder reden! gemaakt.
Telkens rijst de vraag opnieuw, of 't wel
een gelukkige keuze was, toen na de ver
kiezingen van 3 Juli 1929, voor de zoo
veelste maal de heer Oh. Ruys de Beeren
brouck „op de commando-brug" van Staat
werd geplaatst.
Er was, voor dezen terecht hoogge-
eerden Katholieken staatsman, een ge
lukkig „moment van komen".
Dat oogenhlik heeft Z. Exc., in 1918
ongetwijfeld voortreffelijk gebruikt.
Er zijn, ook voor de besten, momenten
van gaan.
Heeft bij ook dèt ten-volle begrepen?..
Van onzijdig standpunt mag wellicht
deze vraag worden gesteld?.
De jongste Troonrede heeft dit staat
vast weinig instemming en bevrediging
in den lande gebracht.
Allerminst in agrarische kringen!
Men sla er het officieel orgaan van den
R.-K. Nederl. Boeren*- en Tuindersbond
getiteld „De R.-K. Boerenstand",
slechts op na.
Daarin wordt verkondigd, dat de boeren-
en tuiindersstand te onzent „niets, maar
dan ook heelemaal niets van onze Regee
ring moet verwachten".
In dat artikel leest men ook nog 0. m.:
„Er wordt geen droge korst brood ver
diend' op tallooze boerderijen en tuinde
rijen, ja, er wordt veelal met verlies ge
werkt; kapitaal, zoo dit er is, wordt inge
teerd, er worden schulden gemaakt. De
moedeloosheid neemt hand over hand toe
en slaat hier en daar over tot vertwijfe
ling. Er komt een* verbitterde stemming in
tal van1 boeren- en tuinders-gezinnen en
een voor orde en rust gevaarlijke geest
begint over den anders zoo rustigen en
goedaardigen boeren- en tuinldersstand
vaardig te wonden.
Het 'blad erkent, dat de Regeering de
crisis „piet in een hand-omdraaien uit de
wereld kan helpen". Want hetgeen de boe
ren en tuinders verbittert, aldus de
„R.-K. Boerenstand", is: „de totale on
verschilligheid, die de Regeering aan den
dag legt ten-opzichte van dien nood-toe
stand, waarin een 'groot deel van den landd
en tuinbouw thans reeds verkeert en waar
in een nog grooter deel dreigt te komen
verkeeren".
Aan somber pessimisme laat deze uiting
niets „te vreezen" over. Zij zal kan men
zeker zijn, weerklank vinden in de hef
tige debatten, welke straks in 's lands
Raadszaal zullen worden gehoudenl
Mr. ANTONIO.
Verkeerstelling. Onze straatventers. Nogmaals: een Museum
theater! De Gemeente als Bank. De Melkvoorzlenlng.
Al zijn we dan ook, evenals Leiden en
Delft, academie-stad, we houden er zelfs
twee Universiteiten op na: de Gemeente
lijke en de Vrije, van het bij tijd en
wijle uit den maatschappeiijken band
springende studentenleven bemerkt het
publiek zoo goed als nietsEen enkelen
keer mogen de voorbijgangers in de Sar-
pbatistraat dan al eens worden opge
schrikt door het kabaal, dat er vanuit de
daar gevestigde kroeg oftewel studenten
sociëteit N.I.A., tot hen doordringt,
mogen de pluimen, roode bok en pedel met
korte broek en witte kousen van het, met
vier paarden bespannen Senaatsrijtuig op
straat die aandacht trekken, mag een
wat extra-rumoerig tafeltje jongelui in één
van onze café's de opmerking „o, zeker
studenten!" aan de overige bezoekers ont-
okken, wonderlijke openbare straat-
tooneelen en uitzonderlijke vertooningen,
die de halve stad In oproer brengen, zooals
>e k.eine academie-steden die kennen,
komen hier vrijwel nooit voorMaar
rozen Woensdag kon de niet-ingewijde
gemakkelijk op 'het denkbeeld komen, dat
er Minerva zonen en doohteren nu dan
toch, ook in de hoofdstad, tot een min of
meer massaal buitenissig offensief waren
overgegaan en nu ook eens op hetzelfde
oogeniblik in grooten getale uit den band
waren 'gesprongen Op vele punten der
stad, in onze buitenwijken zoo goed als
midden op de drukste pleinen van 'het cen
trum, kon men jongelingen en jongedoch-
teren ontwaren, die, tegen alle gebruiken
en tegen heel het tempo van een groeiende
wereldstad in, zich gemakkelijk en onver
stoorbaar in rieten en andere leunstoelen
genesteld hadden om er, met groote boe
ken in de hand, aandachtig te „studee-
ren"!Verwonderlijk kon het al, boven
alles, zulk een niet-ingewijde schijnen, dat
deze, wel zeer opvallende en nog-nooit-
vertoonde straat-demonstraties door het
publiek, vrijwel met rust worden gelaten
en nergens oploopjes verwekten, en
dèt in een stad waar de eerste de beste pet,
van de eerste de beste slagersjongen, die
in de eerste de beste gracht waait, gewoon
lijk tot een urenlang durende verkeersop
stopping leidt!
De ingewijde Amsterdammer echter
wist dadelijk waarmede hij in dezenj, in
waarheid, te doen had en stélde er blijk
baar een eer in het zijne bij te dragen tot
het slagen van deverkeers-telling,
waarvoor door Publieke Werken een 2500
vrijwilligers onder onze studenten, H.B.S.-
ers en gymnasiasten gerecruteerd waren
en waarvan deze straat-tafereelen de uiter-
Jijke verschijnselen waren. Van negen uur
's ochtends tot half zeven 's avonds is er
dien Woensdag, met behulp van dit vrijr
willigersleger alles wat zich los en vast op
onze straten en plleinen 'bewoog, geteld en
opgeteekend en uit het aldus safimge-
brachte enorme cijfer-materiaal hoopt de
afdeeling Stadsontwikkeling, na een zif-
tenden en cijferenden arbeid, waarmede
nog wel eenige maanden gemoeid zullen
zijn, te komen tot een vast aantal vaste sta
tistische gegevens. Zoodoende hoopt men
o. a. bij het opmaken vani plannen en in
dienen van voordrachten inzake stadsuit
breiding. verbreeding van wegen en even-
tueele demping van grachtgedeelten, in de
toekomst niet meer alleen met vage woor
den over de „eisohen van het toenemend
verkeer" een en ander toe te lichten, maar
met de cijfers op tafel de wenschelijkheid
van vevraagde beslissing positief te
kunnen aantoonen, Een goed ding onge
twijfeld, zooals het ook een goed ding is
het omkomend geslacht al vast te betrek
ken in de wereld der statistiek, een wereld
van het aantal en de gegroepeerde cijfers,
die bet leven van den modernen stads- en
staatsburger steeds meer gaat beheerschen.
cijfers zullen hem misschien tegen- of
meevallen, al naar men 't nemen wil. De
sterkte van dit leger bedraagt ml. slechts
4250 personen, onder wie 254 vrouwen.
Dat men zich dit cijfer hooger gedacht had
ligt waarschijnlijk aan het feit, dat het
desbetreffende rapport onder „venters"
alleen maar die personen verstaat, die
„zoekende naar koopers voor 'hun waren,
welke zij ten verkoop in het klein bij
zich dragen of in karren, manden e. d. met
zich mede voeren op den openbaren weg,
en op eenigerlei wijze de aandacht van het
publiek op die waren vestigen en deze
trachten aan den man te brengen".Zij
die ais opkoopers niet naar koopers, maar
naar verkoopers van afval, oude kranten,
kleeren, enz.) zoeken, waren dus blijkbaar
van de telling uitgesloten.
B. en W. zijn nu tot het oordeel geko
men, dat de regeling van dezen ambulan-
ten straathandel „zeer stellig"'verbetering
behoeft. Vooral uit een „oogpunt van ver-
keersbelang, van verbruikersbelang, van
venters- en van sociaal belang". Uit een
gezondheids-belang is, niu de laatste jaren
de Keuringsdienst van Waren zulk een
strenge en meerendeels afdoende controle
uitoefent, deze noodzaak minder klem
mend. Voorgesteld wordt nu uit te gaan
van een algeheel ventverbod en dan verder
een beperkt aantal vergunningen uit te
geven voor bepaalde wijken* zóó, dat voor
elke wijk zal worden vastgesteld hoeveel
venters daar met een bepaalde waar zullen
mogen venten. Ook zal het wensobeijjk
zijn* zeggen B. en W. verder, dat het ven
ten verboden wordt in de onmiddellijke
nabijheid van de 'houders van vergunnin
gen voor vaste standplaatsen.
Velen zullen 'het ongetwijfeld toejui
chen, dat ons gemeentebestuur maatrege
len beraamt om aan de ongeregelde, vrij
wel „anarchistische" toestanden die op het
gebied van den straathandel heerschen,
een einde te maken; vele anderen zullen
daarnaast ook de verzuchting slaken, dat
wat voor den straathandel geldt, eigenlijk
in dezelfde, ja misschien nog grootere
mate geldt voor.... den detailhandel in
winkels! Dat men er eenmaal toe zal moe
ten komen* ook inzake winkels, een ter
rein waar een minstens even groote onge
regeldheid en anarchie heerscht, tot een
regeling te geraken, waarbij wordt vastge
steld hoeveel winkels van een bepaalde
soort elke wijk zal mogen 'herbergen,
is voor velen duidelijk. Misschien is het
ook al wel, in principe tenminste, voor B.
en W.l Maar voorloopig schijnt men deze
veel omvangrijker taak nog niet aan te
durven en begint men daarom maar met
het minder uitgebreide en wat overzich
telijker terrein van den straathandel
ongefundeerd denkbeeld. En het valt zéér
te bezien of wethouder Polak er inderdaad
in zal slagen een dergelijke voordracht
door B. en W. te doen indienen, laat staan
baar in den Raad er door te krijgen.
Wel niet zóó fantastisch, maar in deze
tijden toch ook niet bijster gefundeerd, i8
een andere voordracht, die dezer dagen
werd ingediend en waarbij wordt voorge
steld aan de machinefabriek van du Croo
en Brauns, die in staat van faillissement
verkeert, van gemeentewege een crediet
van twee ton te versohaffen. Waar, indien
de gemeente in dezen over de brug komt,
ook van particuliere zijde een bedrag van
twee ton werd toegezegd, kan, aldus de
redeneering, het bedrijf er weer bovenop
worden gebracht en daarmede de werkloos-
heid worden verminderd.
Zou dit voorstel er ev. door komen, dan
is daarmede de eerste stap op een wel zeer
onafzienbaren* gevaarlijken weg gezetl
Ontelbaar zouden de aanvragen van on
derscheiden industrieën en zaken worden,
die even zwak staan en met evenveel per
soneel werkend als du Croo en Brauns,
om óók een crediet uit de gemeentekas!
En de banken zouden er waarschijnlijk
een gewoonte van maken tegen een aspi-
rant credietnemer te zeggen we zullen je
hetzelfde bedrag verstrekken als dat, het
welk gij eerst vani de gemeente hebt weten
los te krijgen- De gemeente, in haar
tegenwoordigen vorm althans, is zeker
niet aangewezen om als een bankinstelling
voor de industrie of andere zaken te wer
ken. Al was het alleen maar, andere
verder strekkende overwegingen dan nog
maar daargelaten, omdat zij daartoe de
noodige technische en vakkundige organi
satie mist. Hoe het ook zij: over deze
gemeentelijke credlet-verstrekking zal In
den Raad nog wel het noodige gezegd
worden. Er zal gelegenheid genoeg zijn
er nog nader op terug te komen.
Ml
Tn deze wereld van het cijfer zijn, door
toedoen van een eind '28 ingestelde ne-
meen'teUike commissie, nu ook onlangs
onze straat-venters betrokken geworden.
Wie bet aantal kieerkoops, bloemen- en
vruchten-verkoopers, die dagelijks onder
min- of meer muzikale kreten en uitroepen
1'tics zijn de r trekt, eedenM, moest
we tct de slotsom komen, dat het leger
hoofdstedelijke venters buitengewoon
groot is. En de thans bekend gemaakte
Hield men zich inzake den bouw van
een Museum-schouwburg op het IJsclub-
terrein uitsluitend aan de cijfers, liet
men hier m.a. w. het publiek zelf door
middel van een referendum spreken,
niemand zou er aan denken dit plan* des
tijds voorgestaan door de Wagnervereeni-
ging, maar in den Raad verworpen, weer
eens op te halen en te pogen het op andere
wijze „er door te halen"De wethouder
voor Kunstzaken, de heer Ed. Polak,
schijnt echter in dezen niet op de cijfers
en op de, toch ook wel zonder die cijfers
duidelijk te bevroeden algemeene opinie
te willen afgaan. Hij gaat blijkbaar méér
af op den aandrang, die in hoofdstedelijke
fe.D.A.P.-kringen de laatste jaren naar een
groote vergaderzaal-méér uitgaat, verga
derzaal als hoedanig men dan een groote
zaal, geschikt voor „groote opera's en
ballettenbij voorkomende gelegenheden
ook zeer wel zou kunnen bezigenIn
alle geval koestert hij het voornemen bin
nen kort bij den Raad wederom een plan
voor een groote Museumschouwburg in
te dienen, plan dat, op de 'basis van het
oude plan, maar dan ©enigszins gewijzigd
zoodat er nog een tweede kleinere zaal
bij zou komen, door architect Staal werd
uitgewerkt. De bouwkosten, die dan thans,
nu de Wagner-vereeniging zich voorgoed
heeft teruggetrokken, geheel door de ge
meente zouden moeten gedragen worden
heli open ongeveer vijf millioen.
Het lijkt, zoo op het eerste gezicht, in
dezen malaise-tijd een wel wat fantastisch,
Gelukkiger en gefundeerder schijnt de
voordracht tot stichting van een Centraal
gemengd Melkbedrijf. In Juli '27 nam de
Raad de motie-Drabbe aan, die bedoelde
een proef te doen nemen „of met aan
moediging en behoud van het particulier
initiatief en met steun der Overheid vol
doende verbetering in de melkbereiding
zou zijn te bereiken". Die prorf mag men,
naar B. en W. thans terecht zeggen, als.
mislukt beschouwen.
Men wil het nu op een andere manier
probeeren. Die andere manier meent liet
Meca (Melkcontrole Station Amsterdam)
gevonden te hebben, in een Centraal ge
mengd melkbedrijf, waarbij het particulier
initiatief wel niet zal worden uitgescha
keld, maar de gemeente toch meer dan
tot nu toe de opperleiüing zal hebben.
Men vraagt nu een Commissie in te stel
len, teneinde deze nieuwe plannen te on
derzoeken. Argumenten hier tegen kan
men zich moeilijk indenken. De negatieve
feiten van de laatste „proef-jaren" spreken
nu eenmaal te sterk!
De Nederlandsche Vereeniging tot Be
scherming van Dieren houdt op 4 October
een „Dierendag", een dag van actie en
propaganda. Aan het verzoek, dat zij tot
ons heeft gericht, om te dazer gelegen
heid de zaak der Dierenbescherming
onder de aandacht onzer lezers te brengen,
w illen wij gaarne voldoen door plaatsing
van onderstaande opwekking van den be
kenden auteur Carel Schiarten.
Goed rijn voor de dieren ls een
eere-schuld.
M ij zijn toch reeds zoo slecht voor ver
scheidene hunner soorten, die natuur
schijnt ons daartoe te dwingen, dieren,
die wjj soms zelfs, voor ons vermaak ook,
neerschieten, om hen daarna af te ma
ken en onder een genoeglijk tafelgesprek,
desnoods over de dierenbescherming, te
verslinden; wij zijn tóch reeds zoo
slecht, zei ik, voor vele hunner soorten,
diat wij waarlijk wel goed mogen rijn
voor de andere, die niet eetbaar en on
schadelijk 'genoeg rijn, om gespaard te
blijven.
Beseft men wel, wat het dier is: een
schepping, niet minder wonderbaarlijk be
werktuigd dan wij, en in hoeveel oprich
ten aan den mensch superieur?
Heeft niet de hond, dien men slaafsch-
heid verwijt, een warme liefde en een
onbezweken trouw, die, zich handhavend
door 'beleedigingen heen, meer op de
liefde, door Christus gepredikt, lijkt, dian
Waartoe een ironisch in staat is?
Heeft niet de kat, genadig bijna haar
voedsel van ons aannemend, een hoog
heid van houding en een voorname zwijg
zaamheid, een karakter vooral en een
wilskracht, die menig mensch haar be
nijden mag?
Denk aan het edele, schoon© paard;
aan het ruige mtnnlg© schaap; aan welk
dier ge wilt; en ge voelt, dat zij iet8
hebben, iets louters, iets gaafs, dat den
mensch ontbreekt.
Ze zijn zorgeloos; zijl zijn zondeloos;
h*un hartstochten zijn zuiver en fel; doch
alleen wanneer de natuur die geb'edt; zij
rijh prachtig van onverdorvenheid. Zij
hebben niet gegeten van den Boom def
Kennis des Goeds en des Kwaads. En
daarom hebben de dieren iels. •- iets ?e"
beirozinnigs, diat hun aandacht,igen be
schouwer eerbied afdwingt, een eer
bied, vol van een zachte meewarigheid
tegenover hun sprakeloos en weerloos
wezen. 'r
Goed te zijn voor dieren is meer dan
een eereschuld; het ls meer dan ee"
plicht: het is een weldaad voor ons eige
h'art! „XT
CAREL SOHARTEN.
Den Haag, 18 September 1980.