Uw Huid geneest beter, mooier en sneller met PUROL OP EN OM HET BINNENHOF. AMSTERDAMSCHE BRIEVEN. WEEST GOED VOOR DE DIEREN. naam Stormkaap werd wijselijk, in den ban gedaan om niet af te schrikken), de tijd zal tiiet ver af zijn, dat een reisje van 7 tot 10 dagen u van Croydon (Engeland) naar Kaapstad zal brengen met een gere- gelden- luchtvaartdienst. Was de tocht van nu wijlen van Lear Black met zijp Fokker-eendekker en die van P. M. Mur- doch in een Avro AVian met een record- reis van 137, dag in 1929 nog een gewel dige gebeurtenis, in 1931 zullen iedere 11 dagen de vliegmachines van Kaapstad naar Kai'ro vertrekken en zullen Europa van zijn noordwestelijke punt tot Zuid- Af rika aan zijn zuidelijkste punt over brugd worden. Het Uniegouvernement heeft besloten de Imperial Airways met een bedrag van 80.000 p. st. voor vijf jaren te steunen. Twaalf vliegtuigen zullen dienst ver richten, machines van 20.000 p. st. ieder, waarvan zes1 tusschen Kaïro en de groote meren en zes tusschen Kaapstad en de groote meren. De dienst tusschen Kaïro en Kenya wordt reeds begin Januari ge opend, die tot Kaapstad begin April. De dienstregeling zal zijn, dat iederen Dins dag een machine uit Kaïro vertrekt, om den volgenden Dinsdag te Kaapstad te landen. De nachten zullen worden door gebracht te Assoean, Chartoem, Joeba, Mbeja, Salisbury en Johannesburg. Van Kaapstad zal de vliegmachine iederen Vrijdag vertrekken, om den daarop vol genden Vrijdag te Kaïro aan te komen, aldaar de 'aansluiting bij de Indische luchtlijn te vinden in beide richtingen. Er zullen voorzieningen worden ge maakt voor twee landingen per dag om de maaltijden te nuttigen, n.1. te Assioet, Luxor, Mosji, Dodoma, Mpika, Broken Hill, Boelawayo, Pietersburg, Kimberley en Victoria West. De gekozen route maakt het noodzakelijk elf rusthuizen te bouwen, waar de passagiers en het per soneel kunnen overnachten en het vlieg tuig onder dak kan worden gebracht. De rusthuizen worden in strandhuisstijl op getrokken, met twee vleugels door een woonkamer verbonden. In elk rusthuis zullen twaalf personen kunnen logeeren. Langs de Njjl en ook over de groote ri vieren tot bij Chartoem worden zeevlieg tuigen in dienst genomen en de verdere tocht zal door landvliegtuigen worden onderhouden: Hercules-vliegtuigen, zoo als die thans op de route naar Indië wor den gebruikt. De zeevliegtuigen nemen gewoonlijk 16 passagiers mee, maar zullen op de Afrika route, met het oog op de post en de tro pische uitrusting welke men bij zich moet hebben, slechts 10 passagiers vervoeren. De landvliegtuigen zullen in plaats van 20 slechts 7 reizigers opnemen. Wat de prijzen aangaat, deze zullen van Londen naar Kaapstad niet meer dan 125 p. st. bedragen, naar Salisbury 115 p. st., naar Nairobo 100 p. st. en van Kaïro naar Kaapstad 95 p. st., waarin de hotelkosten enz. begrepen zijn. Welk een voordeel zulk een dienst zal zijn voor hen, die in Midden-Afrika wonen en thans eerst een reis van het binnenland naar de kust moe ten maken, om vandaar per boot de reis te vervolgen, behoeft niet nader te wor den uiteengezet. Men heeft ook het voor nemen goud en edele metalen en diaman ten met de nieuwe lijnen te vervoeren. Inmiddels wordt hard aan het prachtige vliegveld te Maitland bij Kaapstad ge werkt, dat reeds ver gevorderd is en waarop zelfs proefnemingen worden ge daan met een speciaal uit Amerika inge voerd gras. Het Kaapsohe landingsterrein belooft een der mooiste van dien aard te worden en het Kaapsche schiereiland zal niet alleen op zijn beroemde geschiedenis, zijn sohoone natuur, maar tevens op zijn fraaie vliegveld mogen bogen. Tevens doet het goed te vernemen, dat dat de Unieregeering erin heeft toege stemd, dat de Imperial Airways mo?en beschikken over de diensten van Sir Pier- re van RJjneveld, die zelfs bij de Engel- schen als een der beste krachten op het gebied van luchtvaart in Zuid-Afrika be kend staat. Hij zal aan het hoofd van de plaatselijke organisatie worden gesteld, en tal van Afrikaners met het vllegwezen op de hoogte, zullen In dienst van de Engel- sche maatschappij worden opgenomen. Weekkroniek. Den Haag, 2 October. „Verzamelen!" Heer WUnkoop's boetekleed. Een noodkreet Pessimisme. 't Is een oude en goede gewoonte van de iweeae Kamer onzer Staten-Gene- raal om als „praeludium", voorspel, van net najaarsche, groote onderzoek van den dikken bundel wetsontwerp en- RU ksbe- grooting en van al wat daarbij worut ge voegd, een klein openlbaar zittinkje te houden. Juist zoo'n miniatuur-vergadering als voor den Senaat telkenmale als de Eer ste Kamer bijeenkomt voor het afdoen van een bundeltje wetsvoordrachten pleegt te worden uitgeschreven. Voor de zooveelste maal: die malle avondvergaderingen van vijf of tóen mi nuten zijn nutteloos* berokkenen slechts weggeworpen-geld. v oor de Septembersoh® miniatuur-zit ting van het Lagerhuis bestaat alle aan leiding. 't Is eigenlijk zoo'n soort van „verzamelenFblazen". De vraag, hoeveel afgevaardigden naar 'het Binnenhof op gaan voor afdeelings-onderzoek, zélfs wanneer het Rijks-budget aan: de orde is gekomen, ontsnapt aan het oog van Jan Kiezer en Johanna Kiezeres. De afdeelin- gen vergaderen in alle stilte. Men weet, zelfs de leden, die er over eenig wets ontwerp meening uiten, dragen het masker der anonymiteit. Van 'hen wordt in de Voorloopige Verslagen slechts melding gemaakt als: sommigen, velen, enkelen, anderen. In de „Handelingen" vindt men echter vermeld, wie ter vergadering waren ver schenen. Voor sommiger (lang niet altijd juiste!) opvatting omtrent het verband lusschen ijver en waarde van Volksverte genwoordigers, beoordeeld volgens den maatstaf van druk der zitting komt, geldt ien volle het bekende: „les absents ont tnujöurs tort", de afwezigen hebben altijd ongelijk Verdere toelichting zal hier wei ovar- Natuurlijk moet er voor zulk een minia- bodig zijn, dunkt me zoo. tuur-zittinkje een agenda zijn. En dat was er ook op Dinsdag 30 Sep tember, des namiddags te 1 ure. De Tweede Kamer moest namelijk aanhooren de mede- oeeling van de Centrale Sectie, dat voor het afdeelliugs-onderzoek ook nog zullen worden genoteerd: de ontwerpen tot het toekennen van subsidie aan de Kon. Holl. Llcyds, alsook dat voor de Indische leening' ad 75 millioen. Daartegen had geen hoogedelgestrenge sterveling eenig bezwaar. En de minia tuur-zitting zou dan ook geen vijf minuten hebben geduurd, indien de communist Wijnkoop niet voor een „surprise" had gezorgd. Wii wisten al lang, dat hij berouwvol, nederig is teruggekeerd tot het opper- i ommando van Moskou, dankbaar en verheugd zijn plaats als adjunct van den chef, leider der thans In de Katmer twee man tellende communistische partij heeft j ingenomen. Den 3en Juli 1929 werd de! ..eer Wijnkoop gekozen voor de groep i mmunisten, welke zich onder zijn- „aus- "i< iën" gevormd liad. Bij Moskou was de ..eer Wijnkoop in ongenade gevallen. Hij naaide echter het vereischte aantal stem men, werd Volksvertegenwoordiger. De heer L. de Visser en hij hadden m of g, geen woord voor elkaar over. ten. gelijk nog steeds vlak .er elkaar op de eerste bankjes links van het presidiaal Bureau. Zelfs achtte die heer De Visser 't noodig, eens te verdui delijken, dat de heer Wijnkoop ten on rechte en zonder daartoe eenige aanspraak te hebben, zich als pleitredenaar voor de communistische zaak in de Kamer op wierp. Intus9Chen, de positie werd voor den heer Wijnkoop al-pijrtlijker. En ten slotte heeft hij een knieval gedaan voor Moskou. Zich verdeemoedigd, het niet-ontsierende boetekleed aangetrokken. Men zal zich misschien herinneren, dat in September 1929, toen de tójd-rantsoenee- ring voor de Rijiksbudget-besprekingen aan de orde kwam, de heer Marohant de beide communistische heeren toen nog geslagen vijanden, zoo'n beetje 't land opjoeg, plaagde en prikkelde door de vraag te stellen, of 't wel aanging, dat de heer Wijnkoop een „eigen spreektijd" zij 't dan ook maar van een dik half uur kreeg, terwijl toch eigenlijk niemand-ter- wereld kon uitmaken waarin het verschil in „politieke zienswijze" was te vinden tusschen den heer Louis de Visser en den heer David Wijnkoop! Daarover behoeft niet meer te worden gepraat. De heer Wijnkoop is „opgelost" ge lukkig slechts in figuurlijken zin, in de tweemans-Moskou-groep. Wij wisten 't, nogmaals getuigd al sinds een poos. Dinsdagmiddag 30 September j.L heeft heb gezondigd in de Tweede Kamer uit- de ex-afgedwaalde het „peccavi!", ik gesproken. Hij heeft dus geen „eigen spreektijd" meer noodig. Terwijl hij, biechtte voor 'het Lagerhuis, klonken telkens spotlachjes. De onver beterlijke mr. Duys, in plaagzucht en in vaak-genoeglijk iemand op z'n plaats zetten, riep o.a. uit: „Ja, maar zóó ben je niet hier in de Kamer gekomen!...." Heer Wijnkoop wist zich te bedwingen, las zijn korte verklaring van het papier, waarop zij was neergeschreven. Toen was 't afgeloopen. Verspreidden zich de leden naar de kamers der afdeelingen. Om voor te be reiden de besprekingen* welke ons zullen bezighouden tot Kerst-'30 zeer nabij zal zjjn gekomen. 't Is een tijdruimte van nog geen twee weken, die ons dus scheidt van het begin der zware herfst- en winter-campagne. Ruim een week nadat de officieele Win tertijd zal zijn ingetreden, komt de Tweede Kamer in onenbare vergadering bijeen ter afdoening van een torenhoog© stapel ont werpen, interpellatiën en nog meer. Zeker opent zich voor de Regeering een uiterst inspannende periode. Niet 't minst voor Z.Exc. Ruys de Beerenbrouck, mi nister van Binnenl. Zaken en Landbouw, premier van het in Augustus 1929 opge treden Kabinet. In 'het Voorl. Verslag over de wijziging van de Gemeente-Wet heeft de Eerste Kamer schier-schampere kritiek geoefend op de indolente, laksohe, onverschillige houding, door minister Ruys aangenomen in de Tweede Kamer bij de behandeling van de wijziging der Gemeente-Wet. De minister liet allerlei amendementen langs z n kant 1 eeneaan. Vond allerlei (waar neer ingrijpende) wijzigingen, uit de Kamer voorgesteld, voetstoots goed. Tusschen zin tot samenwerking tus schen Regeering en Parlement en zulke op doodsche onverschilligheid lijkende slapheid van houding is verschil! Ook in vorige perioden van bestuur door mr. Ruys de Beerenbrouck zijn der gelijke opmerkingen, en dat stellig niet zonder reden! gemaakt. Telkens rijst de vraag opnieuw, of 't wel een gelukkige keuze was, toen na de ver kiezingen van 3 Juli 1929, voor de zoo veelste maal de heer Oh. Ruys de Beeren brouck „op de commando-brug" van Staat werd geplaatst. Er was, voor dezen terecht hoogge- eerden Katholieken staatsman, een ge lukkig „moment van komen". Dat oogenhlik heeft Z. Exc., in 1918 ongetwijfeld voortreffelijk gebruikt. Er zijn, ook voor de besten, momenten van gaan. Heeft bij ook dèt ten-volle begrepen?.. Van onzijdig standpunt mag wellicht deze vraag worden gesteld?. De jongste Troonrede heeft dit staat vast weinig instemming en bevrediging in den lande gebracht. Allerminst in agrarische kringen! Men sla er het officieel orgaan van den R.-K. Nederl. Boeren*- en Tuindersbond getiteld „De R.-K. Boerenstand", slechts op na. Daarin wordt verkondigd, dat de boeren- en tuiindersstand te onzent „niets, maar dan ook heelemaal niets van onze Regee ring moet verwachten". In dat artikel leest men ook nog 0. m.: „Er wordt geen droge korst brood ver diend' op tallooze boerderijen en tuinde rijen, ja, er wordt veelal met verlies ge werkt; kapitaal, zoo dit er is, wordt inge teerd, er worden schulden gemaakt. De moedeloosheid neemt hand over hand toe en slaat hier en daar over tot vertwijfe ling. Er komt een* verbitterde stemming in tal van1 boeren- en tuinders-gezinnen en een voor orde en rust gevaarlijke geest begint over den anders zoo rustigen en goedaardigen boeren- en tuinldersstand vaardig te wonden. Het 'blad erkent, dat de Regeering de crisis „piet in een hand-omdraaien uit de wereld kan helpen". Want hetgeen de boe ren en tuinders verbittert, aldus de „R.-K. Boerenstand", is: „de totale on verschilligheid, die de Regeering aan den dag legt ten-opzichte van dien nood-toe stand, waarin een 'groot deel van den landd en tuinbouw thans reeds verkeert en waar in een nog grooter deel dreigt te komen verkeeren". Aan somber pessimisme laat deze uiting niets „te vreezen" over. Zij zal kan men zeker zijn, weerklank vinden in de hef tige debatten, welke straks in 's lands Raadszaal zullen worden gehoudenl Mr. ANTONIO. Verkeerstelling. Onze straatventers. Nogmaals: een Museum theater! De Gemeente als Bank. De Melkvoorzlenlng. Al zijn we dan ook, evenals Leiden en Delft, academie-stad, we houden er zelfs twee Universiteiten op na: de Gemeente lijke en de Vrije, van het bij tijd en wijle uit den maatschappeiijken band springende studentenleven bemerkt het publiek zoo goed als nietsEen enkelen keer mogen de voorbijgangers in de Sar- pbatistraat dan al eens worden opge schrikt door het kabaal, dat er vanuit de daar gevestigde kroeg oftewel studenten sociëteit N.I.A., tot hen doordringt, mogen de pluimen, roode bok en pedel met korte broek en witte kousen van het, met vier paarden bespannen Senaatsrijtuig op straat die aandacht trekken, mag een wat extra-rumoerig tafeltje jongelui in één van onze café's de opmerking „o, zeker studenten!" aan de overige bezoekers ont- okken, wonderlijke openbare straat- tooneelen en uitzonderlijke vertooningen, die de halve stad In oproer brengen, zooals >e k.eine academie-steden die kennen, komen hier vrijwel nooit voorMaar rozen Woensdag kon de niet-ingewijde gemakkelijk op 'het denkbeeld komen, dat er Minerva zonen en doohteren nu dan toch, ook in de hoofdstad, tot een min of meer massaal buitenissig offensief waren overgegaan en nu ook eens op hetzelfde oogeniblik in grooten getale uit den band waren 'gesprongen Op vele punten der stad, in onze buitenwijken zoo goed als midden op de drukste pleinen van 'het cen trum, kon men jongelingen en jongedoch- teren ontwaren, die, tegen alle gebruiken en tegen heel het tempo van een groeiende wereldstad in, zich gemakkelijk en onver stoorbaar in rieten en andere leunstoelen genesteld hadden om er, met groote boe ken in de hand, aandachtig te „studee- ren"!Verwonderlijk kon het al, boven alles, zulk een niet-ingewijde schijnen, dat deze, wel zeer opvallende en nog-nooit- vertoonde straat-demonstraties door het publiek, vrijwel met rust worden gelaten en nergens oploopjes verwekten, en dèt in een stad waar de eerste de beste pet, van de eerste de beste slagersjongen, die in de eerste de beste gracht waait, gewoon lijk tot een urenlang durende verkeersop stopping leidt! De ingewijde Amsterdammer echter wist dadelijk waarmede hij in dezenj, in waarheid, te doen had en stélde er blijk baar een eer in het zijne bij te dragen tot het slagen van deverkeers-telling, waarvoor door Publieke Werken een 2500 vrijwilligers onder onze studenten, H.B.S.- ers en gymnasiasten gerecruteerd waren en waarvan deze straat-tafereelen de uiter- Jijke verschijnselen waren. Van negen uur 's ochtends tot half zeven 's avonds is er dien Woensdag, met behulp van dit vrijr willigersleger alles wat zich los en vast op onze straten en plleinen 'bewoog, geteld en opgeteekend en uit het aldus safimge- brachte enorme cijfer-materiaal hoopt de afdeeling Stadsontwikkeling, na een zif- tenden en cijferenden arbeid, waarmede nog wel eenige maanden gemoeid zullen zijn, te komen tot een vast aantal vaste sta tistische gegevens. Zoodoende hoopt men o. a. bij het opmaken vani plannen en in dienen van voordrachten inzake stadsuit breiding. verbreeding van wegen en even- tueele demping van grachtgedeelten, in de toekomst niet meer alleen met vage woor den over de „eisohen van het toenemend verkeer" een en ander toe te lichten, maar met de cijfers op tafel de wenschelijkheid van vevraagde beslissing positief te kunnen aantoonen, Een goed ding onge twijfeld, zooals het ook een goed ding is het omkomend geslacht al vast te betrek ken in de wereld der statistiek, een wereld van het aantal en de gegroepeerde cijfers, die bet leven van den modernen stads- en staatsburger steeds meer gaat beheerschen. cijfers zullen hem misschien tegen- of meevallen, al naar men 't nemen wil. De sterkte van dit leger bedraagt ml. slechts 4250 personen, onder wie 254 vrouwen. Dat men zich dit cijfer hooger gedacht had ligt waarschijnlijk aan het feit, dat het desbetreffende rapport onder „venters" alleen maar die personen verstaat, die „zoekende naar koopers voor 'hun waren, welke zij ten verkoop in het klein bij zich dragen of in karren, manden e. d. met zich mede voeren op den openbaren weg, en op eenigerlei wijze de aandacht van het publiek op die waren vestigen en deze trachten aan den man te brengen".Zij die ais opkoopers niet naar koopers, maar naar verkoopers van afval, oude kranten, kleeren, enz.) zoeken, waren dus blijkbaar van de telling uitgesloten. B. en W. zijn nu tot het oordeel geko men, dat de regeling van dezen ambulan- ten straathandel „zeer stellig"'verbetering behoeft. Vooral uit een „oogpunt van ver- keersbelang, van verbruikersbelang, van venters- en van sociaal belang". Uit een gezondheids-belang is, niu de laatste jaren de Keuringsdienst van Waren zulk een strenge en meerendeels afdoende controle uitoefent, deze noodzaak minder klem mend. Voorgesteld wordt nu uit te gaan van een algeheel ventverbod en dan verder een beperkt aantal vergunningen uit te geven voor bepaalde wijken* zóó, dat voor elke wijk zal worden vastgesteld hoeveel venters daar met een bepaalde waar zullen mogen venten. Ook zal het wensobeijjk zijn* zeggen B. en W. verder, dat het ven ten verboden wordt in de onmiddellijke nabijheid van de 'houders van vergunnin gen voor vaste standplaatsen. Velen zullen 'het ongetwijfeld toejui chen, dat ons gemeentebestuur maatrege len beraamt om aan de ongeregelde, vrij wel „anarchistische" toestanden die op het gebied van den straathandel heerschen, een einde te maken; vele anderen zullen daarnaast ook de verzuchting slaken, dat wat voor den straathandel geldt, eigenlijk in dezelfde, ja misschien nog grootere mate geldt voor.... den detailhandel in winkels! Dat men er eenmaal toe zal moe ten komen* ook inzake winkels, een ter rein waar een minstens even groote onge regeldheid en anarchie heerscht, tot een regeling te geraken, waarbij wordt vastge steld hoeveel winkels van een bepaalde soort elke wijk zal mogen 'herbergen, is voor velen duidelijk. Misschien is het ook al wel, in principe tenminste, voor B. en W.l Maar voorloopig schijnt men deze veel omvangrijker taak nog niet aan te durven en begint men daarom maar met het minder uitgebreide en wat overzich telijker terrein van den straathandel ongefundeerd denkbeeld. En het valt zéér te bezien of wethouder Polak er inderdaad in zal slagen een dergelijke voordracht door B. en W. te doen indienen, laat staan baar in den Raad er door te krijgen. Wel niet zóó fantastisch, maar in deze tijden toch ook niet bijster gefundeerd, i8 een andere voordracht, die dezer dagen werd ingediend en waarbij wordt voorge steld aan de machinefabriek van du Croo en Brauns, die in staat van faillissement verkeert, van gemeentewege een crediet van twee ton te versohaffen. Waar, indien de gemeente in dezen over de brug komt, ook van particuliere zijde een bedrag van twee ton werd toegezegd, kan, aldus de redeneering, het bedrijf er weer bovenop worden gebracht en daarmede de werkloos- heid worden verminderd. Zou dit voorstel er ev. door komen, dan is daarmede de eerste stap op een wel zeer onafzienbaren* gevaarlijken weg gezetl Ontelbaar zouden de aanvragen van on derscheiden industrieën en zaken worden, die even zwak staan en met evenveel per soneel werkend als du Croo en Brauns, om óók een crediet uit de gemeentekas! En de banken zouden er waarschijnlijk een gewoonte van maken tegen een aspi- rant credietnemer te zeggen we zullen je hetzelfde bedrag verstrekken als dat, het welk gij eerst vani de gemeente hebt weten los te krijgen- De gemeente, in haar tegenwoordigen vorm althans, is zeker niet aangewezen om als een bankinstelling voor de industrie of andere zaken te wer ken. Al was het alleen maar, andere verder strekkende overwegingen dan nog maar daargelaten, omdat zij daartoe de noodige technische en vakkundige organi satie mist. Hoe het ook zij: over deze gemeentelijke credlet-verstrekking zal In den Raad nog wel het noodige gezegd worden. Er zal gelegenheid genoeg zijn er nog nader op terug te komen. Ml Tn deze wereld van het cijfer zijn, door toedoen van een eind '28 ingestelde ne- meen'teUike commissie, nu ook onlangs onze straat-venters betrokken geworden. Wie bet aantal kieerkoops, bloemen- en vruchten-verkoopers, die dagelijks onder min- of meer muzikale kreten en uitroepen 1'tics zijn de r trekt, eedenM, moest we tct de slotsom komen, dat het leger hoofdstedelijke venters buitengewoon groot is. En de thans bekend gemaakte Hield men zich inzake den bouw van een Museum-schouwburg op het IJsclub- terrein uitsluitend aan de cijfers, liet men hier m.a. w. het publiek zelf door middel van een referendum spreken, niemand zou er aan denken dit plan* des tijds voorgestaan door de Wagnervereeni- ging, maar in den Raad verworpen, weer eens op te halen en te pogen het op andere wijze „er door te halen"De wethouder voor Kunstzaken, de heer Ed. Polak, schijnt echter in dezen niet op de cijfers en op de, toch ook wel zonder die cijfers duidelijk te bevroeden algemeene opinie te willen afgaan. Hij gaat blijkbaar méér af op den aandrang, die in hoofdstedelijke fe.D.A.P.-kringen de laatste jaren naar een groote vergaderzaal-méér uitgaat, verga derzaal als hoedanig men dan een groote zaal, geschikt voor „groote opera's en ballettenbij voorkomende gelegenheden ook zeer wel zou kunnen bezigenIn alle geval koestert hij het voornemen bin nen kort bij den Raad wederom een plan voor een groote Museumschouwburg in te dienen, plan dat, op de 'basis van het oude plan, maar dan ©enigszins gewijzigd zoodat er nog een tweede kleinere zaal bij zou komen, door architect Staal werd uitgewerkt. De bouwkosten, die dan thans, nu de Wagner-vereeniging zich voorgoed heeft teruggetrokken, geheel door de ge meente zouden moeten gedragen worden heli open ongeveer vijf millioen. Het lijkt, zoo op het eerste gezicht, in dezen malaise-tijd een wel wat fantastisch, Gelukkiger en gefundeerder schijnt de voordracht tot stichting van een Centraal gemengd Melkbedrijf. In Juli '27 nam de Raad de motie-Drabbe aan, die bedoelde een proef te doen nemen „of met aan moediging en behoud van het particulier initiatief en met steun der Overheid vol doende verbetering in de melkbereiding zou zijn te bereiken". Die prorf mag men, naar B. en W. thans terecht zeggen, als. mislukt beschouwen. Men wil het nu op een andere manier probeeren. Die andere manier meent liet Meca (Melkcontrole Station Amsterdam) gevonden te hebben, in een Centraal ge mengd melkbedrijf, waarbij het particulier initiatief wel niet zal worden uitgescha keld, maar de gemeente toch meer dan tot nu toe de opperleiüing zal hebben. Men vraagt nu een Commissie in te stel len, teneinde deze nieuwe plannen te on derzoeken. Argumenten hier tegen kan men zich moeilijk indenken. De negatieve feiten van de laatste „proef-jaren" spreken nu eenmaal te sterk! De Nederlandsche Vereeniging tot Be scherming van Dieren houdt op 4 October een „Dierendag", een dag van actie en propaganda. Aan het verzoek, dat zij tot ons heeft gericht, om te dazer gelegen heid de zaak der Dierenbescherming onder de aandacht onzer lezers te brengen, w illen wij gaarne voldoen door plaatsing van onderstaande opwekking van den be kenden auteur Carel Schiarten. Goed rijn voor de dieren ls een eere-schuld. M ij zijn toch reeds zoo slecht voor ver scheidene hunner soorten, die natuur schijnt ons daartoe te dwingen, dieren, die wjj soms zelfs, voor ons vermaak ook, neerschieten, om hen daarna af te ma ken en onder een genoeglijk tafelgesprek, desnoods over de dierenbescherming, te verslinden; wij zijn tóch reeds zoo slecht, zei ik, voor vele hunner soorten, diat wij waarlijk wel goed mogen rijn voor de andere, die niet eetbaar en on schadelijk 'genoeg rijn, om gespaard te blijven. Beseft men wel, wat het dier is: een schepping, niet minder wonderbaarlijk be werktuigd dan wij, en in hoeveel oprich ten aan den mensch superieur? Heeft niet de hond, dien men slaafsch- heid verwijt, een warme liefde en een onbezweken trouw, die, zich handhavend door 'beleedigingen heen, meer op de liefde, door Christus gepredikt, lijkt, dian Waartoe een ironisch in staat is? Heeft niet de kat, genadig bijna haar voedsel van ons aannemend, een hoog heid van houding en een voorname zwijg zaamheid, een karakter vooral en een wilskracht, die menig mensch haar be nijden mag? Denk aan het edele, schoon© paard; aan het ruige mtnnlg© schaap; aan welk dier ge wilt; en ge voelt, dat zij iet8 hebben, iets louters, iets gaafs, dat den mensch ontbreekt. Ze zijn zorgeloos; zijl zijn zondeloos; h*un hartstochten zijn zuiver en fel; doch alleen wanneer de natuur die geb'edt; zij rijh prachtig van onverdorvenheid. Zij hebben niet gegeten van den Boom def Kennis des Goeds en des Kwaads. En daarom hebben de dieren iels. •- iets ?e" beirozinnigs, diat hun aandacht,igen be schouwer eerbied afdwingt, een eer bied, vol van een zachte meewarigheid tegenover hun sprakeloos en weerloos wezen. 'r Goed te zijn voor dieren is meer dan een eereschuld; het ls meer dan ee" plicht: het is een weldaad voor ons eige h'art! „XT CAREL SOHARTEN. Den Haag, 18 September 1980.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 2