HELOERSCHECOURANT
Fa. W. C. Reij
Belastingheffing.
Aarzelt niet langer
en geeft U zoo
spoedig mogelijkop
als abonné van de
Prijs per kwartaa
f 1.65. Abonne
menten bij den
Hoofdagent
en bij de agenten en bezorgers.
Anna Paulowna.
Poldervergadering.
Van EwijcksEuis.
ende dat het betreft een subsidie voor
én maal.
De heer Dros informeert of de ver-
eeniging haar werkkring over de geheeLe
gemeente uitstrekt, waarop de Voorzit
ter bevestigend antwoordt, er aan toe
voegende, dat met het oog daarop ook 2
bokken gehouden worden.
De voordracht wordt hierop zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter zegt, dat de leden
van den Raad ongetwijfeld versteld zul
len hebben gestaan van het vele werk, dat
verricht is moeten worden om de voor
stellen te kunnen indienen, die den Raad
Inzake de nieuwe belastingheffing bereikt
hebben.
8pr. meent goed te doen den inhoud
der stukken in het kort te releveeren.
In April 1.1. heeft de Raad besloten voor
de Personeele belasting den Burg te rang
schikken in de 6e klasse en het overige
gedeelte der gemeente in de 8e klasse, en
werden de tarieven voor de grondslagen
automobielen en motorrijwielen gewijzigd,
waarbij werd uitgegaan van het voorne
men de 60 opcenten op de Personeele be
lasting te handhaven. Tevens werd in be
ginsel besloten tot bestendiging van de
50 opcenten op de vermogensbelasting
naast de 60, die voortaan volgens de wet
telijke bepalingen voor het gemeentefonds,
zullen worden geheven.
De overige toen door B. en W. in uit
zicht gestelde belastingvoorstellen heb
ben den Raad thans bereikt. Daaruit blijkt
dat de gewijzigde regeling voor de Texel-
sche bevolking een verlaging geeft van
8000 plus hetgeen onder onvoorziene
uitgaven op de ontwerpbegrooting voor
1981 teveel mocht zijn geraamd. Daaren
tegen vloeit uit de wettelijke herziening
voor het Rijk een uitgaafvermeerdering
voort van 2825 millioen. Wel behoeft
het Rijk niet over te gaan tot belasting
verhooging, doch als bedacht wordt, dat
de bevolking dezer gemeente één duizend
ste gedeelte vormt van die van het ge-
heele land, moet wel geconcludeerd wor
den, dat de Texelsche bevolking van de
regeling feitelijk nadeel ondervindt.
Het systeem sluit voorts in zich, dat
voortaan niet meer in die mate bij de be
lastingheffing over het begrootlngsjaar
rekening kan worden gehouden met uit
gaven, waartoe na de vaststelling der be
grooting in de eerste helft van het jaar
nog besloten wordt. Dientengevolge is het
noodig de post voor onvoorziene uitgaven
hooger te ramen dan totdusverre gebrui
kelijk was.
Het jaar 1931 is een overgangsjaar,
waarin nog 1/8 geboekt wordt van de,
voor de laatste maal geheven wordende,
plaatselijke inkomstenbelasting, waardoor
dit jaar met 40 opcenten op de gemeente
fondsbelasting volstaan kan worden;
voor het daarop volgende jaar zal echter
op 60 opcenten gerekend moeten worden.
Voorts wijst spreker er op, dat de ge
meentelijke belastingheffing meer dan
tot dusverre aan grenzen gebonden ls.
Normaal mogen de opcenten op de ge
meentefondsbelasting niet boven de 80
gaan, en niet hooger dan die geheven
worden op de grondbelasting der ge
bouwde eigendommen. De opcenten door
de gemeente te heffen op de vermogens
belasting zijn tot 60 beperkt geworden.
Voor de heffing der gemeentefondsbe
lasting kan de Raad de gemeente rang
schikken in een der drie daarvoor inge
deelde klassen. Hetgeen meer geheven
wordt door rangschikking in een andere
klasse dan de eerste komt tot het volle
bedrag ten bate der gemeente, geraamd
in hoofdsom op pl.m. 6000, en bij 40 op
centen op pl.m. 7000.
Volgens de ontwerp begrooting voor
1931 zijn de uitgaven, vergeleken met die
voor het loopende jaar met 13000 ge
stegen.
De heer De Graaf verklaard in de
groote lijnen met de voorstellen te kun
nen medegaan. Om principieele redenen
is het spreker zeer sympathiek, dat de
groote gezinnen ontlast worden. Spreker
heeft daarnaar reeds lang gestreefd. Een
gezin met 6 kinderen, valt nu eerst in de
belasting bij een inkomen van 2000;
voorheen reeds bij f 1100.
Dat de inkomens beneden 1400 zwaar
der belast worden is een zwarte zijde van
de voorstellen.
Een goede zijde daarentegen is het, dat
bij de vaststelling der begrooting de te
heffen opcenten onder de oogen moeten
worden gezien.
Dat de klasse-rangschikking voor de
gemeentefondsbelasting telken jare ge
wijzigd kan worden keurt spreker af.
De Voorzitter merkt op, dat het
niet noodig is jaarlijks te veranderen.
Nog zegt de heer De Graaf het niet
goed te keuren dat iemand tengevolge
van de indeeling der gemeente in een
andere dan de eerste klasse wordt ge
acht een hooger inkomen te hebben dan
met de werkelijkheid overeenkomt.
De heer Lap wijst er op, dat volgons
de stukken de Texelsche bevolking van
de nieuwe regeling geen voordeel, maar
nadeel ondervindt.
Inderdaad zullen de kleinere luiden,
zooals de heer De Graai heeft opgemerkt,
iets meer moeten betalen, doch dat de
kleine rentenier die van 1200 'sjaars
moet rondkomen pl.m. 30 meer zal
moeten betalen is te erg; deze categorie
wordt te zwaar belast.
De Voorzitter zal niet ontkennen,
dat de vermogensbelasting sterk ver
zwaard wordt.
De heer Lap wijst er verder op dat de
inkomens uit arbeid van bijv. 7500 nog
ontlast worden en stelt daarom voor geen
opcenten te heffen op de vermogensbe
lasting. Een tactische fout noemt spre
ker het voorts, dat het belastingpercen
tage voor 1931 feitelijk nu reeds vastge
steld wordt, terwijl de Raad de ontwerp
begrooting voor 1931 niet ingezien heeft.
De Voorzitter doet door den secre
taris mededeelen, dat onderscheidene ge
meenten de belastingherziening gebaseerd
hebben op de begrooting voor 1930, B. en
W. hebben echter nog gewacht op de ont-
werp-begrooting voor 1981; wil de Raad
de voorstellen nader onder de oogen zien
door aanhouding tot de volgende verga
ring, dan is daartegen geen bezwaar,
mits thans slechts tot overeenstemming
wordt gekomen met betrekking tot de te
heffen opcenten. Op de grondbelasting
der gebouwde eigendommen, waarom
trent de beslissing bezwaarlijk langer uit
blijven kan. Evenwel zij de Raad er op
bedacht, dat bij heffing op deze belasting
van 40 opcenten afschaffing van de op
centen op de vermogensbelasting enkel
mogelijk zal zijn, wanneer op de begroo
ting besnoeid wordt.
De heer Lap zou ter voorkoming van
deze moeielijkheid willen besluiten tot de
heffing van 50 opcenten op de grondbe
lasting der gebouwde eigendommen en
berekent, dat indien de opcenten op de
gemeentefondsbelasting tot een gelijk
aantal worden opgevoerd de opcentenhef-
fing op de vermogensbelasting achter
wege kan blijven zonder dat het totaal
bedrag aan belastingen verlaging onder
gaat.
De heer Dros wijst er op, dat onder
hen met kleine vermogens ook wel per
sonen zijn, wier inkomen uit grondbezit
en arbeid bestaat en deze zouden weder
zwaarder belast worden, hetgeen den heer
Vlaming (wethouder) doet opmerken,
dat de heer Dros waarschijnlijk uit het
oog verliest, dat de verhooging enkel be
treft de grondbelasting op de gebouwde
eigendommen.
De heer Epe kan niet met den heer
Lap medegaan. De regelingen zijn wat
de uitkomsten betreft nog vrijwel een ge
sloten boek. Spreker juicht het toe, dat
B. en W. bedoeld hebben een regeling
voor één jaar, en dit in aanmerking
nemende kan spreker het nut van het
voorstel van den heer Lap niet inzien.
De heer Kikkert oppert twijfel ol
het wel aangaat straks een derkelijk
voorstel van den heer Lap in stemming
te brengen; z. i. behoort gestemd te wor
den over de voorstellen van B. en W.
Deze meening wordt bestreden o. m.
door den heer Vlaming (wethouder)
die er op wijst, dat de heer Lap een amen
dement kan indienen.
De heer Lap stelt vervolgens als
amendement op het voorstel van B. en W.
voor het getal te heffen opcenten op dé
grondbelasting der gebouwde eigendom
men te brengen van 40 op 60.
De heer Epe wijst er op, dat de ach
tergrond van dit amendement is de ver
mogensbelasting te verlagen en de op
centen op de grondbelasting, gebaseerd
op het inkomen, te verhoogen. Spreker
kan zich hiermede niet vereenigen. De
heer Lap heeft wel een schril beeld op
gehangen van den rentenier met 1200
inkomen, maar hoe is de uitkomst voor
iemand met 7000 uit vermogen bij' het
voorschot van den heer Lap. Spreker
staat op het standpunt, dat er geen on
billijkheid in schuilt, dat iemand, wiens in
komen uit vermogen voortspruit, zwaar
der belast wordt dan iemand die een ge
lijk inkomen heeft, voortspruitende uit
arbeid. De draagkracht van de beide per
sonen is niet gelijk te stellen.
De Voorzitter wil niet uit het oog
verliezen dat iemand, die bijv. uit den
grond, bij hem in gebruik, over eenig
jaar geen inkomen heeft, niettemin van
dezen grond toch vermogensbelasting
heeft te betalen.
Naar de heer Kikkert zegt gaat deze
redevoering niet op wanneer de eigenaar
zijn gronden verhuurd heeft.
Doch deze treft men dan, merkt de heer
Lap op, door de verhoogde opcenten
op de fondsbelasting, wat geen bezwaar is.
De heer Kikkert zou de voorstellen
voor dit jaar willen aanvaarden, en ver
der afwachten.
De heer De Graaf is het eens met
den heer Lap voor wat betreft de kleine
vermogens; niet met betrekking tot de
overigen.
Het amendement van den heer Lap tot
verhooging van de 40 opcenten op de
grondbelasting der gebouwde eigendom
men, hierop in stemming gebracht, wordt
verworpen met zes stemmen; vóór stem
men de heeren De Graal, Pisart, Leber,
Dros en Lap.
Met algemeene stemmen wordt besloten
de gemeente voor de heffing der gemeen
tefondsbelasting te rangschikken in de
tweede klasse.
Het voorstel van B. en W. om te blijven
heffen 40 opcenten op de hoofdsom der
grondbelasting wordt aangenomen met 10
stemmen, tegen stemt de heer Pisart.
De verordening op de invordering der
opcenten op de gemeentefondsbelasting
wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen, evenals de voorstellen tot het
blijven heffen van 20 opcenten op de
grondbelasting der ongebouwde eigen
dommen en van 50 opcenten op de Perso
neele belasting.
Het voorstel van B. en W. tot het blij
ven heffen door de Gemeente van 50 op-
oenten op de vermogensbelasting wordt
aangenomen met acht stemmen; tegen
stemmen de heeren De Graaf, Pisart en
Lap.
Rondvraag.
De heer K e ij s e r Informeert of op .de
ontwerpbegrooting voor 1931 gelden zijn
uitgetrokken voor de demping van de
sloot bij. den Boschweg te Oosterend,
waarop de Voorzitter ontkennend
antwoordt, er aan toevoegende, dat dit
werk is opgenomen in het plan geraamd
op de begrooting voor het loopende jaar.
De 'heer Lap brengt in herinnering de
klacht van den eigenaar van een perceel
land aan den Lagen Achterweg te den
Hoorn, waarin meerdere riolen uitmon
den, zeer ten nadeele van den eigenaar.
De heer Vlaming, wethouder, ant
woordt, dat B. en W. overeenkomstig de
gedane toezegging den toestand hebben
opgenomen en thans afwachten in hoever
re de Raad een royale bui heeft.
De heer Kikkert vraagt wanneer de
plannen tot aanleg van plantsoen op het
daarvoor bij de Koogerstraat getrokken
terrein in uitvoering komen; de tijd breekt
nu aan.
De Voorzitter antwoordt, dat mede
door den toestand ter plaatse de aanleg ls
uitgesteld, doch dat het wel in de bedoe
ling Ligt tot de uitvoering over te gaan. Op
de ontwerp-begrootiüg is een post ge
raamd.
De heer Epe acht het voorziohtig te
wachten, dat het belendende terrein zal
zijn bebouwd, waarvan de heeren Kikkert
en Leber voor bet planten van heesters
en ander laag plantsoen de noodzakelijk
heid niet kunnen inzien.
Nog zou de heer Kikkert gaarne zien,
dat het bord bij den ingang van den Witte
Kruisweg weggenomen werd en infor
meert vervolgens wanneer met de restau
ratie van den toren te den Burg zal wor
den aangevangen.
De Voorzitter antwoordt dat de uit
voering van dit werk op advies van de
Rijkscommissie voor Monumentenzorg
verschoven is.
Sluiting.
RAADSOVERZICHT.
Onze vroede vaderen schijnen zich op
het gebied van „op tijd beginnen" te
beteren, althans ook Zaterdag werden de
deuren der raadszaal om kwart over drie
reeds voor ons geopend.
Twee der raadsleden (wethouder Keij-
ser en den heer A. Boon) ontbraken op
hun plaats, doch daar beiden kennis
geving van verhindering zonden, behoef
de de raad op hen niet te wachten. Ge
lukkig vormden de aanwezige raadsleden
een oneven getal; de stemming in onzen
gemeenteraad is niet altijd gelijk, en bij
een even aantal is er groote kans dat de
stemmen staken en dit geeft maar noode-
loos oponthoud.
Sinds de vorige raadsvergadering waren
nog maar 14 dagen verloopen, dus dach
ten we ditmaal geen notulen te hooren,
doch de secretaris had ze wel klaar ge
maakt; zou hij bevreesd zijn dat de vol
gende vergadering, die naar de voorzit
ter zeide, begin November gehouden zal
worden, te lang zal duren?
De begrooting zal dan behandeld wor
den, en dan zijn de heeren meestal zoo
spoedig niet uitgepraat. Wel verzocht de
voorzitter op- of aanmerkingen op deze
begrooting vooraf in te dienen, waarvoor
de leden allen een week de begrooting ter
bestudeering in huis krijgen, doch be
zwaren kunnen soms plotseling ontstaan
en deze nemen veelal den meesten tijd.
De agenda dezer vergadering bevatte
slechts een gering aantal punten, maar
toch waren we er niet zeker van weer zoo
spoedig thuis te zullen zijn als'de vorige
keer, daartoe was het aantal stukken dat
de raadsleden ter bestudeering was toe
gezonden, en waarvan ook ons een stel
was verstrekt, te groot.
De ingezonden stukken liepen aanvan
kelijk vlug van stapel, doch het verzoek
van de Texelsche Onderwijzersvereen. e.a.
om voor mindere kinderen vervolgonder
wijs te mogen geven, bracht veel monden
in beroering. De gemeente moet dit on
derwijs geheel zelf bekostigen. De voor
zitter was zoo voorzichtig geweest, een
staatje op te laten maken van het aantal
leerlingen dat zich aan de verschillende
scholen had opgegeven, en daar bleek dat
Oosterend en Oost- en Midden-Eierland
niet tot het vereischt aantal 12 kwamen,
doch het samen tot 28 leerlingen brach
ten, stelde de voorzitter dit aantal dan
maar door twee te deelen en Oost uit te
schakelen. Of de leerlingen van Oost dan
naar Oosterend en Midden-Eierland zul
len gaan? De voorzitter deelde mede dat
voor een danscursus te Den Burg zich
wel kinderen van denzelfden leeftijd op
gaven die te De Cocksdorp wonen. Hier
voor was die afstand zelfs niet te groot!
Dochvervolgonderwijs is geen dan
senIn ieder geval is het te beproe
ven; de raad ging met dit voorstel accoord.
De geiten hebben stellig de sympathie
der raadsleden, misschien zijn het ook de
geitenhouders die in de gunst staan, of
wellicht de geheel belangelooze bestuurs
leden der geitenfokvereeniging. Hoe het
zij, op de aanvraag om bijpassen van 100
voor het tekort dezer vereeniging werd
zonder eenige tegenwerping goedgunstig
beschikt.
De begrooting-aanbieding van Wees
huis en gemeente werd niet besproken,
alleen verzocht de voorzitter de commis
sie van onderzoek der gemeentebegroo-
ting den datum der vergadering over
deze begrooting vast te stellen, opdat al
len present kunnen zijn.
Met het laatste punt der vergadering
was men niet zoo vlug gereed. Hoewel den
raadsleden niet minder dan 12 folio vel
len druks over dit punt was thuis gezon
den, stonden de meesten hier op geheel
vreemd terrein. De nieuwe wijze van be-
lastingheffen is zoo geheel anders dan
voorheen, men staat hier als het ware
voor een puzzle, die niet gemakkelijk op
te lossen valt.
Hoewel de meeningen zeer uiteenliepen
bleef de vergadering uiterst kalm. Geen
enkel heftig woord werd gehoord.
De heer Lap nam het op voor de kleine
renteniers, en wilde geen verhooging van
de opcenten der vermogingsbelasting.
De heer Epe merkte op dat bij deze
maatregel ook de „groote" renteniers ge
baat zouden zijn, iets wat de heer Lap
weer bestreed. Beide heeren hadden een
gedeelte der raadsleden achter zich en wij
waren geheel onzeker, wie of bij de stem
ming in dit geval de overwinning zou be
halen. Met den heer Lap bleken maar vier
der raadsleden het eens te zijn, dus werd
zijn voorstel verworpen.
Vervolgens werden de 3 voorstellen van
en W. goedgekeurd.
De heer Lap stemde tegen ,2 deze voor
stellen, de heer Pisart tegen 1.
De rondvraag leverde weinig belang
rijks op.
De heer Lap vroeg iets over rioleering
aan den Hoorn; de heer Keijser over iets
dergelijks te Oosterend, terwijl de heer
Kikkert nog over plaïitsoenaanleg aan de
Koogerstraat, allemaal nog met den
wensch dat met deze verzoeken bij het
vaststelling der begrooting rekening ge
houden zal worden.
De heer Lap had nog iets, doch zou dit
wel met het koffiepraatje na afloop der
raadsvergadering bespreken.
De pers mocht hier niet bij zijn, dus
werd de openbare vergadering gesloten.
Door den (heer N. J. van Wees, te Bree-
zaral, is een aanvraag ingediend ingevolge
de Landlarbeidierswet ter verkrijging van
een plaatsje.
Blijkens die gehouden woningtelling be
draagt het aantal woningen in deze ge
meente 1387.
Het Leger des Heils zal ook in onze ge
meente in deze maand 'haar Jaarlijksche
Nationale Aanvrage houden.
Iedere collectant zal voorzien zijn van
een volmacht, die de onderteekening
draagt van dien Kommandanit B. Vlas.
Gevonden: een rij wieiplaatj e en
een bril.
Inlichtingen ter secretarie.
Zaterdagmorgen vergaderden Dijkgraaf, Heem
raden en Hoofdingelanden van den Anna Pau-
lowna-polder in het Polderhuis. Voorzitter de heer
C. Wdenes Spaans, secretaris de heer C. Keijzer.
De Voorzitter opent de vergadering en heet de
heeren welkom, de heer G. Lovink is wegens
vacantle afwezig.
De notulen der vorige vergadering worden ge
lezen en onveranderd onder dank vastgesteld.
Hierna volgt de mededeeling, dat het besluit der
vergadering van 28 Juni tot wijziging der jaar
wedden van de Haamraden op 20 Augustus door
Ged. Staten is goedgekeurd. Óp 30 Augustus zijn
de boeken en kas gecontroleerd en in goede orde
bevonden.
Hierna doet de voorzitter mededeeling omtrent
de wegverbetering. Aan het Gemeentebestuur ls
vroeger bericht, dat de polder tot nader overleg
bereid was. Dit bericht is door den Raad voor ken
nisgeving aangenomen. Nu er wederom beslist
moet worden of men zal doorgaan en de wijze
waarop, heeft het Dag. Best. de zaak opnieuw
aanhangig gemaakt bij B. en W. De gevoerde
correspondentie wordt aan de leden uitgereikt.
Oorspronkelijk zou 50 door de gemeente worden
bijgedragen, nu is om 40% verzocht, de trottoir-
aanleg zal ongeveer 16.000.kosten, de 10%
verschil geven een bedrag van f 9.000.zoódat
de gemeente nu de trottoirs kan maken, zooals ze
wil. Het is den voorzitter uit het raadsverslag ge
bleken, dat de Raad de zaak heeft aangehouden
om kennis te kunnen nemen van de gevoerde cor
respondentie. Waar het bericht van het Gemeente
bestuur moet worden afgewacht, stelt het D. B.
voor dit punt aan te houden, waartoe wordt be
sloten.
Bij het voorstel tot uitgifte In erfpacht van een
terreintje voor het bouwen van een woning aan
den N. Molenvaartsweg aan den heer N. Raap,
vraagt de voorzitter het Dag. Bestuur te willen
verontschuldigen, Indien het wat te ver gegaan ls
met de toezegging, daar de heer Raap zoo spoedig
mogelijk wilde bouwen. Daar de heer R. zich al
tijd zeer verdienstelijk heeft gemaakt, meende de
voorzitter iets verder te kunnen gaan dan gewoon
lijk.
De heer Kaan geeft 71 cent per M2; voorgesteld
wordt dezelfde diepte voor bouwterrein te geven
tegen dien prijs, n.1. 500 M2. en de rest, zijnde
pl.m. 100 M2. ad 21 cent, voor den tijd van 30
jaar.
De heer Kaan vraagt of het niet mogelijk ls den
grond in erfpacht te schenken, daar de aanvrager
zich zoo verdienstelijk heeft gemaakt voor den
landbouw.
De Voorzitter zegt, dat dit geen zuiver polder-
belang genoemd kan worden, dit zou op den weg
van een andere organisatie liggen. De polder mag
aleen gronden op rendabele wijze afgeven.
De heer Stammes vindt den prijs wat hoog en
zou liever een prijs bedingen.
De heer Raap, aldus de voorzitter, gaat met de
voorwaarden accoord. Er zal geen moeite veroor
zaakt worden door den aan te leggen weg.
Op een vraag van den heer van Balen Blanken
antwoordt de voorzitter, dat het schuthok zal wor-
Idem van twee terreintjes aan de provincie
den verwijderd. Het voorstel wordt aangenomen.
Noord-Holland voor den bouw van transformator
gebouwtjes resp. aan den N. Molenvaartsweg en
Stoomweg tegen 10 cent per M2. voor den tijd van
50 Jaar. Aangenomen
Voorstel tot verhooging van de vergoeding voor
het gemis van tuingrond aan den sluiswachter P.
Kuiper, van 10.— op 40.— per jaar. Dit ls
een gevolg van het uitgaven van grond aan den
heer Raap. Aangenomen.
Benoeming van een penningmeester ter voorzie
ning in de vacature, welke zal ontstaan door perio
dieke aftreding van D. J. Kaan op 1 Januari a.s.
De voordracht luidt als volgt:
1. D. J. Kaan, 2. C. Keijzer, 3. J. Baken.
De heer Kaan wordt met algemeene stemmen
herkozen.
De Voorzitter vindt de herbenoeming een ver
blijdend teeken van vertrouwen en feliciteert den
functionaris.
Vaststelling der rekening over 1929. De com
missie bestond uit de heeren de Graaf, Rezelman
en Onderwater. De heer de Graaf was verhin
derd, de heer Onderwater brengt verslag uit over1
de controle op 16 Sept. De gewone ontvangsten
bedroegen 140660.87, de buitengewone 301893,77,
totaal 44354, de uitgaven 130060.70 buiten
gewone 302366,20 totaal 432426.47, zoodat het
batig slot bedroeg 10128.12. De commissie heeft
alles ln de beste orde bevonden en adviseert tot
vaststelling onder dan kaan den penningmeester,
Aldus wordt besloten.
Bij de rondvaag vraagt de heer K. Kaan inlich
tingen omtrent verschillen in den meter bij ge
maal 2.
Voorzitter antwoordt, dat een relais ls aange
bracht, waardoor de motor uitgeschakeld wordt,
Indien de stroom een oogenblik te hoog oploopt;
het resultaat ls bevredigend. Bij stormweer gebeurt
bet wel, dat de motor in den nacht eenige malen
uitslaat, hetwelk voor den machinist niet aange
naam is. Hierover ls een rapport opgemaakt, het
welk na behandeling in het Dag. Bestuur zal wor
den gezonden aan het P. E. N.
Hierna volgt sluiting.
Zondagmorgen hield de Vereeniging „Visschers-
belangen" eene ledenvergadering ln het lokaal van
den heer J. Keuris.
De voorzitter, de heer K. Keuris, opende met
een woord van welkom en deelde mee, dat deze
vergadering hoofdzakelijk belegd ls met het doel,
op te wekken tot deelname aan de groote verga
dering, welke op 13 October a.s. door de Zulder-
zeevischers ln Den Haag zal worden gehouden.
Toevallig kan spr. echter vooraf nog eene mede
deeling doen, die voor de visschers ln deze om
geving van groot belang ls. Men weet, dat door de
vier samenwerkende Visscherij-vereenlglngen rond
om de Wieringermeer, n.1. die te Wleringen, Van
Ewijcksluls, Kolhorn en Medembllk, voor twee
maanden terug bij "de betrokken autoriteiten weer
is aangedrongen op het in pacht verleenen der
kanalen en vaarten ln de Wieringermeer, benevens
het afwateringskanaal vanaf Aartswoud naar het
Amstelmeer, aan bedoelde vier samenwerkende or
ganisaties. Waar het in het afgeloópen voorjaar
aangegane contract voor bevissching slechts gold
gedurende den duur der uitmallng, doch uiterlijk
tot 1 October 1930, was verzocht ln aansluiting
hiermede het vischrecht in de kanalen, enz. met
Ingang van 1 October en dan voor den duur van
een bepaald aantal jaren weer opnieuw aan de be
trokken Vlsschersvereenlglngen te willen verlee
nen. Hoewel de onderhandelingen hierover reeds
in Augustus j.1. zoo ver gevorderd waren, dat door
den Ontvanger van Registratie en Domeinen een
voorstel hierover aan de afdeeling Domeinen en
den Minister van Financiën kon worden gedaan,
was hierover de laatste weken niets meer ver
nomen. Uit een schrijven van 1 October j.1., door
den Ontvanger van Registratie en Domeinen te
Den Helder aan de betrokken Visschersvereenlgin-
gen gericht, blijkt echter, dat aan de vier organi
saties wederom het vischrecht in de verschillende
vaarten en kanalen in de Wieringermeer bij
pachtcontract is toegekend en wel voor den ter
mijn van hoogstens twee jaren. Deze termijn
daarom aldus gesteld, omdat door den dienst der
Zuiderzeewerken wordt verwacht, dat tegen het
einde van 1932 meer geconsolideerde toestanden in
de Wieringermeerpolder zullen zijn ontstaan, ter
wijl daarnaast de overweging heeft gegolden, dat
omtrent de uitkomsten der visscherlj in bedoelde
wateren, waarbij inbegrepen het afwateringskanaal
AartswoudAmstelmeer, tot aan dat tijdstip moei
lijk een gevestigde meening zal kunnen worden
gevormd. De staat behoudt zich echter het recht
voor deze pachtovereenkomst ten allen tijde tegen
een door hem nader te bepalen termijn op te zeg
gen, zonder dat door de Vereenigingen aanspraak
op schadeloosstelling of kwijtschelding of terug
gave der pachtsom kan worden gedaan.
In verband met de verre beneden de verwach
ting, bij het aangaan der eerste pachtovereenkomst
gekoesterd, gebleven resultaten, ls door de samen
werkende Vlsschersvereenlglngen bij de gevoerde
onderhandelingen aangedrongen op verlaging van
pachtsom. Deze aandrang heeft tengevolge gehad,
dat de staat thans, voor de komende pachttermljn,
genoegen neemt met een pachtsom van 100.
per jaar. Overigens zijn alle verplichtingen der vis
schers ten aanzien der wijze van bevissching en
het voldoen aan de gestelde voorschriften dezelfde,
als die van het thans geëindigde contract, terwijl
ook in het nieuwe contract weer voorkomt, dat het
vischrecht door de betrokken vereenigingen uit
sluitend mag worden verleend aan Zuiderzeevis-
schers of gewezen Zuiderzeevisschers, welke be
langhebbenden zijn in den zin der Zuiderzeesteun-
wet en die op 1 April 1930 tevens waren om
wonenden van de Wieringermeer.
Het doet spr. genoegen, dat de actie der samen
werkende vereenigingen weer tot dit voorloopig
bevredigend resultaat heeft geleid. Spr. zegt:
voorloopig, omdat bedoeld was, de betreffende wa
teren voor iangeren tijdsduur te kunnen pachten
en het daardoor aan hen, die zich op de binnen-
visscherij willen toeleggen, mogelijk te maken, zich
daar voor in te richten. Zulks gaat nu, waar de
pachttermljn slechts twee jaar hoogstens duurt,
moeilijk en blijven die visschers, die de binnen-
visscherij wenschen uit te oefenen, steeds in bet
onzekere verkeeren over de vraag, of dit hun na
twee jaar nog mogelijk zal zijn. Een ernstige
leemte is aan dezen korten 'pachttermljn dus zéér
zeker verbonden en de samenwerkende vereeni
gingen zullen dus steeds paraat dienen te zijn en
zullen alles in het werk moeten stellen, ook ook ln
dit opzicht eene bevredigende oplossing te verkrij
gen. Afgezien echter van deze aangelegenheid, kan
worden gezegd, dat de afdeeling Domeinen en het
Ministerie van Financiën op werkelijk tegemoet
komende wijze tegenover de samenwerkende ver-
eeniglngen zijn opgetreden, waarvoor spr. meent,
dat een woord van dank niet miplaatst mag wor
den geacht.
Bij de uit deze mededeeling voortvloeiende be
sprekingen, komt wel eenige teleurstelling om den
hoek kijken, dat de pachttermljn voor zóó korten
duur ls vastgesteld. Het is op deze wijze haast
niet mogelijk, zich het benoodigde materiaal voor
een binnenvisscherijbedrljf aan te schaffen. De
Zulderzeevisscherij ls den visschers ontnomen en
tot hedftn hebben zij nog steeds geen recht op ver
goeding van het waardeloos geworden materiaal
kunnen krijgen. Richt men zich nu voor de blnnen-
visscherij in, waarmee óók weer belangrijke kosten
gepaard gaan en men wordt dan over twee jaar
weer uit dat bedrijf gezet, dan wordt men voor de
tweede maal de dupe. Waarom wordt aan de vis
schers toch elke zekerheid onthouden? Deze en der
gelijke vragen worden naar voren gebracht.
De Voorzitter meent echter, dat men niet al te
pessimistisch moet zijn. Voorloopig is althans iets
bereikt en de samenwerkende vereenigingen heb
ben tot plicht, voor het overige alles te doen, wa
ln hun vermogen ls. Spr. verwacht, gezien de hou
ding, door den Minister van Financiën en de afd.
Domeinen tot heden tegenover de betrokken vis
schers aangenomen, dat eene duidelijke uiteenzet'
tlng van den onzekeren toestand, waarin de vi»"