VOOR DE KINDEREN
VOOR DE VROUWEN.
babbeluurtje: over mode.
Mantels. Gekleede Modellen,
Sportieve Modellen.
WIJ 'hebben 't ons zeüf al met een zekere
spijtigheid, verteld: onze winterjas, hoe
goed deze overigens nog moge zijmi, voor
modem kan hij niet meer doorgaan. In de
stof zit het 'm niet direct, al zijn er welis
waar zeer veel nieuwe dessins bijgekomen,
de effen stoffen zijn toch siteeds nog mo
dem. Immers, men ziet de meest chique
mantel juist van effen stof. Neen 't zit 'm
in de ooupe, die is zoo totaal anders ge
worden.
En toch, mevrouw, is er nog wel redden
aan, tenminsteals u nog wat stof over
hebt van uw mantel. Nemen we eens aan,
dat dit het geval is of dat u er nog stof
b;j kunt krijgen. Met een halve of drie
kwart meter doen we al veel. Het erg
gangbare model der vorige seizoenen is
uitermate geschikt om te moderniseeren.
Hierbij heb ik vooral op het oog de ge
sloten mantel met grootere of kleinere
peil erin©.
Het ziln deze modellen, waarvoor het
allerbeste de vorige mantel gebruikt kan
worden. Ze zijn ten eerste langer, dit moet
dus verholpen worden; ten tweede ziln ze
nauwer meer aangesloten ln de taille.
Ook dit dient verholpen en dan heeft het
nieuwe model die geestige elegante sohou-
der-pellerlentjes; welnu, die kunnen we
maken, want we hebben stof. Mogelijk is
de bontkraag nog goed, want dezelfde z.g.
ballon-modellen werden 't vorig jaar ook
al gedragen.
Als de oude mantel niet al te kort was,
is het ln doorsnee voldoende hem 12 of 15
c.M. te verlengen. De hier bedoelde nieuwe
modellen hangen plus minus 25 c.M. v. d.
grond, We beginnen dus te zien wat er
voor zoom uitgelegd kan, misschien 6 c.M.,
dan kan er een valsche zoom tegen gezet.
De overige 7 10 c.M. brengen we onder
of boven de taille, tusscben dien mantel
ln. De vele dwanalijheni ln de ooupe geven
daar eon pracht-gelegenheid voor. Mocht
de stof wat verschoten zijn, dan geeft het
dikwijls vool om de nieuwe stof er tegen
den draad in tussohen te zetten, dit geeft
don het bekende schaduweffect Nu wordt
de mantel in de zijnaad terdege Inge
nomen, zoodat hi1 bijna eng om taille en
heupen sluit. U zult zien, zóó heeft de
mantel al een veel moderner effect.
.Ten overvloede maks men er nu nog
zoo'n elegant cape-tje op, één van de op
onze teekenlng voorkomende modellen b.v.
en men heeft werkelijk 'n chique Fransch
mantel-model. Een erg opvallende garnee
ring is de bontmanchet boven de elleboog.
De elegante vrouw draagt ook de mouw
zóó kort eni een keurige lange snede of
glacé handschoen bekleedt dan de onder
arm. Soms ziet men ook de mouw zóódanig
gegarneerd) met aan de pols óók nog een
bont-manchet,'t is meer excentriek dan
mooi, nietwaar?
Naast de enorme ballon-kraag (I) van
bont is er nu nog als nieuw bijgekomen,
de tegen het achterhoofd overeind staande
Medici-kraag (2 en 8), deze is zoowel aan
de binnen- ais aan den buitenkant van
bont en staat erg rijk. 't Ligt voor de hand,
dat deze kragen alléén maar van glad of
plat bont gemaakt kunnen worden, daar
hulzen, die ze lanceeren, beteekent de
mode hard werken, Zelfs voor degenen
die niets '.meiers behoeven te doen, dlan
alleen maar te kijken. Wanneer deze vier
maal op één dag een collectie hebben' 'be
zichtigd en enkel© honderden toiletten
langs zich heen hebben' zienl drentelen,
kan het gebeuren, diat ze wekenlang niets
meer over Mode wensohen te hoeren of
te 'zien.
Nu tmoeten we nog even vermelden dat
lichte, luchtige transparante avondhoed
jes weer zeer en vogu© zijn en dat men
'dezen winter voor de Rivlèna heel veel
witte hoeden brengt om zwar;e postuums
te comp'Leteeren.
Elk der 'bekende Parijische modehuizen
heeft z'n eigen typische kwaliteit. Paitou
b.v. geeft steeds de nieuwe lijn, Lanvin
legt zich vooral toe op een decoratieve
garneering, een ander is bekend om z'n
bijzondere gratie, weer een' ander is spe
cialiteit in sport-costuuims of geeft kleine
verfijningen op het gebied van stoffen
en kleuren.'
Tot deze verfijningen behoort o.a. dat
de hoed zeer in overeenstemming met
het oo'situum wordt gekozen, soms van
dezelfde stof, dikwijls van fluweel ln
gelijke kleur, ook wel van Jersey, waar
aan men, door een speciale behandeling,
do moedige stevigheid heeft gegeven.
Maar lil net bijzonder is fluweel ln den
.smaak voor onze wlntersohe hoofddeksels.
We zien ze ln de meest verschillende vor
men, als kapjes, ais gedrapeerde model
letjes, als zuidwesters, als groote hoeden
roet opgeslagen rand enz. We zien ook
aardige fluweelen baretten, met ingezette
deeltjes van fluweel of leer ln uftaopend©
tinten gegarneerd. Voor d© jacht worden
leuke fluweelen petjes met leeren klep
gelanceerd. Een alleraardigst stelletje be
staat nu uit een klein fluweelen mutsje
on tasohje. Beid© zlin gegarneerd met
blaadjes van verguld leer,
tasohje bovendien een slultln
zij anders veel te geweldig zijn.
Persla na ls er ook bijzonder geschikt
voor.
Mocht men deze modellen van geheel
nieuwe stof willen maken, dan ziln hier
voor aangewezen de soepele effen stoffen
als velours de lalne, drap d'amazone, zibe-
line, fluweel etc. etc. Voor hoeden ls het
kapjes-model of een kleine trlcorn© het
meest geschikt, een groot model hoed zou
bij dit model mantel niet staan.
Onze andere teekening geeft een meer
sportief type mantel te zien. Een heerlijk
model voor zoo'n gezellige grof gespikkel
de tweed-stof. Wanneer hij voor reis- of
auto-jas speciaal dienst moet doen wordt
hij meestentijds uitgevoerd mei een pels
(bont-voering). Men kan hem. echter ook
heel goed maken van de z.g.n. double-face-
stof, welke ook doeltreffend is voor rels-
of auto-gebruik. Kan men zloh de weelde
penmitteeren van eerst nog een herfst-jas
te dragen, dan ls ons model voldoende van
tweed met een stukje sclioudervoering.
Het forsche bontgarnituur kan men
nemen van geschoren konijn, nutrla, bever
of iets dergelijks.
terwijl hert
g heeft vair
vergulidi metaal. Ook bont wordt weer veel
ais verslering gebruikt, natuurlijk het
zelfde bont dat op den mantel voorkomt
of wraiven pelerine en mof gemaakt
zijn. Want, tussdhen Wee haakjes be
merkt, ook de mof belooft weer populair
te worden.
Toch moeten we niet meenen dat de
vllthoed heeft afge<iaan. Hij biedt vel©
voordeedon die we niet onderschatten
moeten en vooral, nu men hem weer ln
t aardige nieuwe modellen brengt, zal hij
zeker nog gerulluen tijd in den H.'iuuik
blijven. Etui dezer nieuwe noeden ls het
jagorshoedj© met veer, „retour de chasso"
gedoopt. Alen vindt het ln klein, ln mid
delmatig en groot formaat en ln alle
kleuren. Deze vorro staat de meeste da
mes goed en is weer eens iets anders dan
de eeuwige klok- en helmhoedjes van den
laatsten tijd. Nieuw zijn ook driekantige
steekjes en bemerkenswaard Is het Stre
ven, den hoed niet meer de hoofdlijn te
laten volgen, maar ode den bol te dra-,
pee ren.
PARIJSCHE MODEBRIEF.
Onze nieuwe hoeden.
Voor de meeste dames beteekent de
mode een uangename tijdpasseerlng. Hoe
gezellig ls het, Langs de winkels te wan
delen en de mooie etalages te 'bekijken.
In gedachten maken reeds onze keuze
of gaan ..wkeliijk naar binnen en passen
een keiuxig japonnetje, een chlquen hoed.
Dat ls een genoegen op zichzelf. Zijn we
's middags of 's avonds op theevisite, zoo
wordt het gesprek dadelijk 'geanimeerd
zoodra men over de mode begint. Wie
interesseert zich nu niet voor d© mode,
vooral nu er groote en Ingrijpende ver
anderingen gebracht zijnl
Maar voor de zakermnjfcschen, die de
nieuw© toiletten ontwerpen, en de mode
Groobe "vilthoeden dragen tegen den
rand een gesp van eenlge steentjes als
oenige versiering of zijn om den bol .ge
garneerd Met Ru-weel in de tint van het
oostuum.
Ohic ls ook een vllthoed ln dezelfde
kleur van schoenen, kousen, taschje en
handschoenen. Bij sommige vilten model
len hoeft men don rand van den bol los
gemankt- en Iets hooger weer opgezet,
zoodat men zien kan hoe d© bol het voor
hoofd omsluit.
Hoewel we dus voorloopl g nog veel
groote hoeden zien, decreteert Parijs toch
voor midden winter weer kleine hoedjes,
daar de groote modellen veel te lastig
zijn bij de enorme bontkragen welke ons
wachten. Déórbij willen we alleraardigste
mutsjes dragen uit vierdepartjes teza-
mengesteld, klein© hoedjes die om het
gezicht sluiten, maar toch niet zoo heel
erg uit het voorhoofd staan, klokhoedjes,
baretten enz.
Beste jongens en meisjes!
De Kindervriend is nog ziek en kan
jullie briefjes dus nog niet beantwoorden,
ik heb hem wel verteld dat er heel wat
nieuwe vriendjes en vriendinnetjes bijge
komen zijn. Dat vindt hij natuurlijk heel
prettig. Zoodra hij beter is, hoopt hij jullie
weer een lange brief te schrijven.
Nb. i.
EEN NACHTELIJK AVONTUUR VAN
DRIE MUIZENKINDEREN.
Piepie was een klein muisje, dat inet
nog veertien andere muisjes bij Vader en
Moeder .Muls in het holletje onder de
kamervloer woonde.
De vijftien muizenkinderen waren alle
maal heel lief behalve drie: Piepie,
Knaagtand en Wijsneus.
Eens op een keer besloten de drie stou
terds samen een wandeling te maken. Ze
zouden het 's nachts doen hadden ze af
gesproken. 's Nachts toen Vader en Moe
der sliepen, ging het drietal op de teen
tjes het muizentrapje af, kleedde zloh
zaohtjes aan, sloop het hol uit en.... het
avontuur was begonnen. Ze liepen eerst
de kamer rond en klommen op de stoelen.
Opeens slaakte Piepie een kreet: „Loo-
pen! Een poesl"
Ze liepen, wat ze loopen konden! Ze
ontdekten gelukkig eén gat in het hor, dat
In de tuindeur stond, waardoor ze naar
bulten konden vluchten. Maar Poes kon
er ook door en o-weel hü Joeg de arme
muisjes ln de richting van den vijver en....
ze vielen er alle drie ln. Ze konden wel
eenJdein beetje zwemmen, maar ze hiel
den het niet lang vol en werden heel gauw
moe.
Gelukkig daar kwam vader Kabouter
aan in zijn roeibootje. Hij pakte de drie
muisjes uit het water en zei: „Ik zal jullie
wel weer thuis brengen, maar dan m'ag je
nooit meer weg loopen hoor!"
Hij roeide het bootje naar den kant van
den vijiver. en zei: „Nu weer terug naar
huis". Ze liepen hard. Maar opeens daar
wipte poes achter de struiken te voor-
sc-hija Toen liepen ze alis razenden weer
naar binnen en kwamen veilig ln hun
holletje. Ze kwamen met den schrik vrij.
Alleen de kabouter verloor zijn puntmuts^
die de muisjes zelf uit hun spaarpot be-'
taaiden. En later leefden ze allemaal nog
heel lang in het holletje onder dam kamer-
Vl0er' TT-
lagez. door JKeesnegen jaar.
raadsels»
Oplossingen der vorige raadsels.
L
Leeuwarden leeuw ar den
II.
De Schuttevaer.
oud, elf, els, cor, och, uil, pet, tol, koe,
vin, sla, erk, oor.
Goede oplossingen van beide raadsel#
ontvangen van:
J. v. A.; H. A.; M. B.: R. v. B.; A. v. d.
B.; J. B.; M. de B.; M. G. D.j J. v. E,:
B. G.; N. G.; N. Gr.; J. G.; M. G.; B. de J»
S. K.; T. en W. K.; O. K.; K. K.; H. K.
J. K.; H. Kr.: M. M.; .1. M.; T. P.; J. k,
J. A. R.; A. R.; J. S.; D. on M. S.; S. T,
M. T.; K. .1. S.; T.; A. T.; N. V.; .1. W
V.; W. V.: J. de V.; G. W.; J. en ty
J. on F. W.; B. Z.
Zelfgemaakte raadsels ontvangen van:
Jan S.; D. en M. 8.; Oom. T. en Albert T.
I.
Noem een spreekwoord van 9 woorden
of 88 letters.
Met een 11, 8, '18, 81, 14 vervoert men
veel menschen.
11, 27, 14, 12 ls een lichaamsdeel,
12, 21, 16 ls een gedeelte van een huls,
15, 21, 8, 7, 10 ts een jongensnaam.
Ben 27, 21, 8 leeft ln bossohen.
Een 15, 27, 5 ls een huisdier.
8, 27, 21, 8, 1 ls een groote viervoeter.
80, 26, 10, 14 ls oen ander woord voor
varken.
Ligez. door C, V.
Opdekruisjeslljnen
komt de naam van
een stad ln ons land.
Op de 1ste rij een
X
X
XXXX^XXXX medeklinker; op de
X 2de rij een deel van
X een scho'en; op de
X 8de rij een naaige-
X reedsohap; op de
4de rij een soort steen; op de 6de rij bet
fjeviaagde woordop de 8de r|j een plaatsje
n Friesland; op de 7de rij iets, lat
men wel in iedere huiskamer vindt op
de 8ste rij een boom; op de 9de rij eób
medeklinker.
Ingez. door O. V.
Heb Jij een goeden kleermaker.
Dat zou ik denken, lk kan zijn oos»
taiurns dragen tot lk do laatst© termijn
betaald heb.
Mijn vrouw heeft een betreuren»»
waardig geheugen.
Vergeet ze dan alles?
Integendeel, ze onthoudt alle».
Mevrouw Smit schijnt heolranaal
over den dood van haar eerste man heen
te zijn.
Dat ls mogelijk, maar haar tweed#
man niet.
Marletje ls een martelares voor haar
geloof.
Och, kom!
Ja, zeker. Ze gelooft dat ze maat 85
kan dragen en haar voet is maat 87.
Wat hoor 11c daar, Jantje, leer JU de
papagaai van die leelijke woorden?
Neen, tante. Hoort u dan niet, dat
lk er bij zeg, dat hij die woorden niet
mag, zeggen?
Het is toch een schande, zooals die
Jansen zijn tijd verdoet in oafé's. Nu 'helb
ik hem vandaag al driemaal gezien, eens
in de Poort van Kleef, eens ln d© Mono
polie en de derde maal ln de Kroon.
heen te gaan. Slechts de timmerman blijft,
treedt met vriendelijke woorden op <fen
oude toe, en telt hem de hand vol geld.
H. W.
spreid, zwoeler en zwoeler wordt de
lucht.
Daar kondigt de klok van den ouden
toren het achtste uur aan. De oude
schrikt op uit zijn pijn-zoete mijmeringen.
Nog eens moet hij rondzien, nog ééns elk
stukje huisraad betasten, dat weldra an
deren zal toebehooren...
Ze komen binnen, de armen, die den
grijsaard rijk toeschijnen, omdat ze een
huis hebben, waarin zijn meubeltjes een
plaats zullen krijgen.
„Wordt alles verkocht?" vraagt een
man, die begeerig elk stuk bekijkt, als
wilde hij er den prijs van vaststellen.
,.Neemt-ie iets -mee?"
Het witte hoofd schudt: „Wat ik wilde
meenemen, is reeds in het gesticht."
„Als je er niet graag bij bent, dan zal
ik wel Voor alles zorgen," zegt zijn buur
man, de timmerman, die zich met den ver
koop belast heeft.
„Weet ik wel," mompelt, de oude,
„weet ik wel." En hij drukte den timmer-
Cotth Brens.
man de hand. „Maar laat mij hier... dien
korten tijd nog... zoo lang ik nog recht
heb..."
Een uit het troepje kooplustigen had
het 'gesprek afgeluisterd, stiet zijn buur
man met de elleboog aan en keek betee-
kenisvol naar den grijsaard.
„Nu, wat is er?" gewerd hem tot ant
woord. „Wat kan zoo'n ouwe meer ver
langen dan een plaatsje ln een gesticht.
Hij mag van geluk spreken, dat er nog
gestichten zijn.
De jaren hebben de scherpte van ge
hoor niets verminderd en het hoofd zinkt
diep op de borst van hem, die als een
nuttelooze beschouwd wordt. De jonge
man heeft gelijk, hij verlangt niets
meer, de eenzame oude.
De verkoop begint. Ze bieden, fluiste
ren, lachen morren, roepen. De grijsaard
zit op zijn oud plekje bij het raam, het
hoofd gebogen, als ging dat alles hem
niet aan. En toch hoort hij duidelijk elk
woord. Hij zou willen opspringen, elk
stukje huisraad tot zich willen trekken,
het om vergeving sme'eken, omdat hij het
van zich moet stooten.
De vogeltjes buiten vliegen laag, hun
hartjes zijn bang van het naderend
onweer.
De oude aan het raam ziet ze niet, ook
het weerlichten bemerkte hij niet, noch
den wind, die de straten veegt, het stof
opstuift, en zijn zwoelen adem in het ka
mertje hijgt.
„Vrouwenkleerengebruiktwie
biedt er geld voor?" „Niemand kan den
rommel gebruiken!" spot er een.
Een felle bliksemstraal flitst langs den
donkeren hemel. De oude trekt onwille
keurig de hand terug, het bovenlijf be
weegt zich, als wilde hij heengaan
maar hij is te moe, zoo zwak als nooit te
vorenen hij zou immers blijven tot
dat alles uit zijn huisje was...
Klaaa Stedtman. De Kindervriend zou wel
giaag aan je verzoek willen voldoen, maar
daar hij zelf ziek is-, gaat het jammer genoeg
niet. Je vragen blijven liggen tot de Kinder
vriend weer beter is. Wij wenscben je het
"beste, hoort
Een leeuw la een verscheurend dier,
En een ar geeft 's winter# veel plezier,
De d e n kenmen we allemaal,
't Ia Leeuwarden, 'k geloof niet dat Ik
faal.
No. a.
De „Schuttcvaer", een reddingboot,
Zat op den Oceaan ln nood,
Geef ons dan maar de „Dorus Rijkers",
D'e is voor de redders, niet voor kijkers.
Want dat is zeker en toch waar,
Veel nuttiger dan een „Schuttevaer".
Beppy ZwierHr*.
EEN SLECHT GEWETEN.
Op een piotlgen ontdekte oen boer, dat één
van zijn schapen gestolen was. De boer ging
naar den pastoor en vroeg .hem of hij ook oen
middel wist om den <Hef te snappen. Dat vond
de pastoor goed. Op een bepaalden tijd wa
ren alle mannen van het dorp bij elkaar. Daar
kwnm de pastoor aan. Achter hem liep een
jongen met -een schaap. Nu zei de pastoor:
„Vanavond als het donker J» komen jullie
allen in de stal naast mijn huis." Zoo gezegd,
zoo gedaan, 's Avonds op den afgesproken
tijd waren al de mannen ln den stal. Toen
zei de pastoor: „Dit is een wonderschaap en
al? een dief het over den rug strijkt, zal het
luid beginnen te blaten. Gaat nu allen langs
het schaap en strijkt het over den rug." Dat
geloofden de boeren nathurlijk. Allen gingen
langs het schaap en streken het over den rug.
Toen stak de pastoor een lamp aan en zei:
„Allen handen omhoog!" Alle handen waren
zwart, op één na. De pastoor zei: „Ik had
den rug van het schaap met roet Ingesmeerd."
Hij zei tegen dengene, wiens hand wit was:
„Jij bent de dief- Je slechti geweten heeft je
aangeklaagd."
Spoorstraat 7—9, Den Helder.
Willem Klik,
oud II jaar.
Nieuwe raadsels.
IL ft
In angstwekkend gerommel kraken de
donderslagen.
„Zeg oudje, ben je bang voor het
weer?... 't Is toch niet het eerste, dat je
meemaakt. Ja, ja, de oude schrok!...
Hij ziet naar de kleedingstukken, die op
den grond zijn geworpen. Niemand wil
ze, niemand zijn ,ze wat waard de klee-
ren van haar, die hem onschatbaar schij
nen.
De verkoop is bijna geëindigd. De
kooplustigen verdwijnen; ze willen thuis
zijn vóór de regen valt.
„Slaap kindje slaap!" begint er een te
zingen, terwijl hij de oude'wieg schom
melt. De anderen lachten er om. Weini
gen zijn nog aanwezig, en niemand biedt
ook maar een kwartje voor het laatste
stuk: de oude wieg.
Een harde donderslag doet het kleine
huis trillende oude aan het venster
staat op.
Daar tikkelen aan de ruiten de eerste
groote regendroppels, 't Is het teeken om
De grijsaard laat het geld in zijn zak
glijden en duwt zacht zijn buurman de
deur uit. Hij wil alleen zijn in z'n huis..-
alleen... voor de laatste maal.
De regendroppels spatten uiteen tegen
het glas. In de bogen van den oude liflt
een stomme klacht. Het bliksemt weer.
„Waarom o Heer, laat Gij den blik
sem...' Hij krimpt ineen over zijn zon-
dige gedachte. Vastberaden opent hij ue
deur, De regen spettert neer op de stee-
nen van de menschenleege straat, en op
den wankelende oude, die met de vrou
wenkleeren onder den arm langzaam zijn
weg vervolgt: den weg naar het Gesticht-