HELDEKSCIE COURANT
Tweede Blad.
BUITENLAND.
Met de „Dus Rijkers" naar
de Eierldsche gronden.
BINNENLAND
Kloosterbalsem
VAN DONDERDAG 13 NOVEMBER 1930.
De opening der Britsch-indische
oonferentie.
De rede des Konlnc*.
Bij de opening der conferentie (men zie
ht buitenlandsoh overzicht) heette de
K(aing de gedelegeerden welkom. Hij
liet uitkomen dat Britsche en Indische
stafcslieden en Indische staatshoofden
elkar nog nooit om een tafel ontmoet
haddn ten einde over een regeerings-
stelse voor Indië te beraadslagen en
overetistemming te bereiken ten einde
het paiement tot gids te strekken.
Tien'aar zijn een korte spanne in het
leven vn elke natie. Het laatste decen
nium iflvchter getuige geweest, niet al
leen in ^dië, maar bij alle naties die het
Britscha jpmeenebest vormen, van de ont
wikkeling van nationalistische gedachten
en aspbaths sneller dan in gewone om
standig edon.
Het :an dus geen verrassing wekken
dat helnoodig is geworden de uitkomsten
te waadeeren en te onderzoeken van het
geen ton jaar geleden begonnen is en
maatreelen voor de toekomst te treffen.
Ik btoef geen nadruk te leggen op de
overgrete belangrijkheid van de taak.
Elk uw zal er zich diep van bewust
zijn, ho/eel voor het Britsche gemeene-
best vaide uitkomst uwer beraadslagin
gen afhigt.
De Kdng noemde de aanwezigheid van
vertegeroordigers der broederstaten in
het -gemtiebest een gelukkig voorteeken
en zeide \t hij de beraadslagingen niet
zonder spining, maar toch met het groot
ste vertrcven zou volgen. Ik denk daar
bij ook aade billijke eischen van meer
derheden minderheden van de bewo
ners van csteden van de bewerkers der
akkers, vagterken en zwakken, van ar
men en rijn, van alle rassen en secten.
Deze dinge liggen mij zeer na aan het
hart.
Be twijfel niet aan dat de ware grond
slag van zbestuur de samensmelting
van zoo uite'oopende aanspraken in we-
derkeerige -plichtingen en in hun er
kenning en -vulling is.
Het is mijioop dat de toekomstige re
geering van gevestigd op dezen
grondslag, uig zal geven aan 's lands
eerbiedwaardi aspiraties.
Mogen uwe .raadslagingen leiden tot
het zeker beren van dit doel en mogen
uw namen bewrd blijven in de annalen
der geschiedec.ais namen van mannen
die Indië goed giend hebben en wier po
gingen geluk eivelvaart aan heel mijn
welbemind volk .den verzekeren.
De deelnemers.
Aan de oonereije nemen 90 vertegen
woordigers del, n«nelijk 17 Britsche ver
tegenwoordigd, lèvan de Indische vor
stenlanden e£>7 vetegenwoordigers van
het overige Etsch-iadië.
De Congrcparty die de conferentie
boycot is nietanwezlg.
De confere© komt bijeen overeenkom
stig de hervaingswet van 1919, krach
tens welke i een zekere periode van
constitutioneel vooruitgang van Indië
de kwestie vaie constitutioneele instel
lingen onderat moet worden. De taak
FElLLET ON
n.*)
Slot).
Zal ik er ir op aan houden, Bot?
Ja, dat i«Kl!
Dan gaat hetarszee's, nu voelen we
den wind heelat meer. Allemachtig,
wat waait het. die zee en dan dwars-
zee'sl De hulzeuge golven komen van
bakboord op o:anrollen en zij zullen
ons overweldig zullen over ons heen
loopen. Heelen niet. De „Dorus Rij
kers" weet bete haalt over tot stuur-
boord's boord ot water ligt, komt dan
op, rijst op de» van de golf en zacht
en makkelijk ert zij over naar bak
boord. De golfmder ons door gepas
seerd. Wat eerjp, wat een schat van
een schip I Je ïze een beetje nemen,
die geweldige >en van zeeën, maar
dat is ook al w>odig is.
Bom-bom-boui, regelmatig werkt
de motor maarde schroef komt niet
uit het water, «achine slaat geen en
kele maal door
Ook het passsschip ls niets voor
ons. Er zijn er twee en een logger
onder klein zei. „Drente" is ook op
gedraaid en llgrs N.W., net als wij.
Die kan h>ter weten, die heeft
natuurlijk verhip zeggen wij weer.
We zullen np»ar eens naar no. 8
gaan, die ligt wjor naar stuurboord,
maar dan zien de „Drente" nog
hooger-op gaan* we hem volgen,
blijkt de koers Z* zjjn, dusTerug!
Af geloopen 1 Er i,s!
Dan ls de spar weg, de groote aar
digheid is er af. voel je ineens dat
je nat bent, dat l*ip te-keer gaat, dat
het vuil weer is.de hagelsteenen ln
den regen hard men. Alles ls voor
niets geweest. W5 hier? Wat een
van de oonferentie ls de grootet mogelijke
mate van overeenstemming te bereiken
over de wijze waarop de toekomst van In
dië in het Brltsohe rijk de haar toekomen
de plaats verzekerd kan worden.
Een rede van den prins van Wales
op wapenstilstandsdag.
Houdt de jeugd de verschik-
kingen van den oorlog voor.
In de redevoering die de Prins van
Wales Woensdag ter gelegenheid van de
viering van den WapenstJlstandKlag
heeft gehouden, zeide hij onder andere:
Wij willen geen nieuwen oorlog en wij
moeten ons uiterste best doen om een
nieuwen oorlog te vermijden. In vroeger
tijd wanen de volkeren geneigd, om bij
de geringste aanleddlng, op lichtvaardige
wijze naar de wapens te grijpen. Dit vindt
blijkbaar zijn oorzaak in het feit dat de
opkomende jeugd, de ellende welke uit
den oorlog voortkomt, niet kende. Nu is
dit niet oneer in dezelfde mate het gevaL
Doch het gevaar bestaat, dat de op
groeiende jeugd over de verschrikkingen
van den wereldoorlog niets of heel wednig
verneemt Zorg te dragien voor dit weten,
ie de taak van de oud-strijders uit den
wereldoorlog.
De Japansche vloot.
In het te Tokio verschijnende blad
„Asahi Sjimboen" wordt een, niet beves
tigd bericht meegedeeld, naar luid waar
van door uitbreiding van Ijet vlootplan de
bouw zal worden voorgesteld van vier
kruisers van 8000 ton, bewapend met zes-
duims kanonnen. Bovendien zouden nog
worden op stapel gezet twaalf duikbooten.
Dit zou dan twee duikbooten meer zijn dan
volgens het vlootverdrag wordt toege
staan.
Het Kabinet heeft de voorloopige be
grooting voor het financieele jaar 1931
goedgekeurd.
De begrooting is in totaal 1.448.000.000
jen tegen 1.608.000.000 jen in het loopende
begrootingsjaar.
Voor de marine zijn de begrotings
cijfers 210.000.000 jen tegen 262.000.000 jen.
(loopende jaar) eri voor. 't leger 188.000.000
jen tegen 210.000.000 jen.
Het werk in de Wieringermeer.
De resultaten van het ln den
natte baggeren der hoofdkanalen
en tochten. BIJ het droogmalen
werden ruim 600 millioen kubie
ke meters water uitgeslagen.
Aan de driemaandelijksche mededeelin-
gen betreffende de werkzaamheden voor
de afsluiting en droogmaking van de Zui
derzee ontleenen wij het volgende:
De beide dijksvakken op het Breezand
werden, wat het oplossen van keileem,
het aanbrengen van de kraan-keileem, de
zinkstukken en het onderdoorzetten van
do steenglooifng betreft, voltooid, zoodat
thans gewerkt wordt aan het omhoog-
brengen van het dükslichaam. Gezien het
jaargetijde, waarin de dijksvakken nage-
Het Ipeste
■Kk Ij opweKkinqen
«1 verfrisschinQ.
PEPERMUNT
zee! We lijken wel gek, om met zulk weer
uit te gaan en niet thuis bij de kachel te
blijven! Weer zoo'n schip, dat maar S.O.S.
geeft en alsof het maar een mop is, het
even daarna weer intrekt.
We zullen teruggaan, dan zijn we van
avond nog thuis. Thuis! Fijn! Droge
kleeren, warm eten! Hoelang zou het nog
duren? Zeker nog een uur of 7 h 8. Het
is nu heel anders. Nu gaat het in-de-zee
op. De zeeën komen nu vóór op ons aan
rollen. De „Dorus Rijkers" steigert er
tegen op, vliegt de helling af en dan komt
de volgende hulzenhooge berg aanstor
men. Nu zal de voorsteven er onder gaan.
Mis! Juist op het goede oogenblik gaat
hot voorschip weer rijzon en klimmen wo
weer togen den berg op. Zeldzaam! Zeld
zaam waakzaam ls de mooie boot. Alleen
stulfzeeën komen over, maar dat ls ai erg
genoeg.
Nadat Bot en ik elkaar nu en dan aan
het roer hebben afgelost, sta ik thans
weer achter het wiel. Regen- en zeewater,
maar vooral' zeewater, geeselen mij ln het
gezicht. Ik trek den rand van mijn zuid
wester wat neer, maar veel helpt dat niet.
Het scherpe zoute water slaat mij telkens
met kracht Jn de oogen en Ik moet ze
dichtknijpen, want dat ls niet om uit te
houden. Steeds moet Ik het hoofd buk
ken, wanneer weer zoo'n zee-tje over
komt. Het is t e pijnlijk. Met één oog tuur
ik nu en dan op het kompas, koers Z.W.,
dan weer voorzichtig vooruit, waar
de volgende waterberg komt aanrollen.
Regen- en zeewater hagelen op ons neer,
het ls alsof er naalden langs je gezicht
worden gehaald. Toch is het mooi, het is
grootsch en praohtlg en de teleurstelling
van daarnet ls alweer vergeten. Het is de
moeite, de nattigheid en de pijn over
waard.
De „Drente" stoomt aan bakboord op
een halve mijl afstand naast ons en maakt
er ook behoorlijk slecht weer van. De
groote, machtige sleepboot stampt en slin
gert en steekt er hu en dan behoorlijk
haar neus onder. We zien de witte stulf
zeeën tot over haar sohoorstcenen heen
vliegen en als zij zwaar naar stuurboord
overhaalt, terwijl we net op een golftop
Timmerman: »Wubllef?«
»En je beschermtje zelf met een stuk
hout«. Pages gales, Yverdon.
noeg voltooid waren, werd besloten het
dijksvak ten westen van het Breezand ge
legen, nog met 800 m. te verlengen. Dit
werk kwam op het maken van den kop na
gereed.
Het dijksvak ZwinVlleter werd op het
aanbrengen van de bekleedingskeileem,
de klei en een gedeelte van de steenglooi
ing en den straatweg na voltooid, terwijl
ter plaatse van het dijksvak-Gaatje de kei-
leemdam tot ongeveer 2.60 m. N.A.P.
en het zand nagenoeg over de geheele
lengte tot 1.60 m. -f- N.A.P. werd aange
bracht.
Het afsluiten van deze geul geschiedde,
dank zij het gunstige weer, zonder moei
lijkheden. Door de afsluiting van het
Gaatje werd de afsluiting van de Zuider
zee van Wieringen uit over 400 m. lengte
voltooid.
Het oostelijk gedeelte van den ontworpen
beteugelingsdam in de Vlieter kwam
eveneens, wat het opstorten van keileem
en het afdekken mét zinkstukken betreft,
gereed.
De bouw van de leidammen aan de zuid
zijde van de schutsluizen op het Korn-
werderzand werd voltooid met inbegrip
van het maken van twee plateaux voo£
militaire doeleinden.
Bekleeding van den diik.
Een 12 km. lang gedeelte van den Wie-
ringermeerdjjk is voor zoover het boven
water lag, in 1929 met zoete klei, afkomstig
uit het verbindingskanaal tusschen de bei
de sluizen te Medemblik, bekleed, zoodat
hier alleen nog aandacht aan het zandbe-
loop behoeft te worden geschonken.
Over 5100 m. lengte is dus noch op den
dijk, noch op het zandbeloop, afdekking
aanwezig. Besloten werd beide over deze
lengte van een 0.15 m. dikke kleilaag te
voorzien.
Verbinding met Medemblik.
Het doorgraven van den voormaligen
zeedijk van het waterschap „De Vier
Noorder Koggen", buiten de westelijke
schutsluis van het kanaal, kwam gereed
zoodat daarmede thans de verbinding tus
schen de haven van Medemblik en het ka-
nalennet van de Wieringermeer is iot
stand gebracht
Kanalen ln den polder.
Zooals bekend, is het mogelijk geweest
vrijwel het geheele net van hoofdkanalen
en tochten binnen de Wieringermeer
een grondverzet omvattende van circa
15.000.000 m\ vóór het droogmalen van
den polder in den natte te baggeren.
Het lag voor de hand, dat zich in dit
kanalennet gedurende de periode tus
schen het baggeren en het droogvallen
van de gronden door den Invloed van golf
en stroom wederom slib zou afzetten in
hoeveelheden, welke tevoren moeilijk wa
ren te ramen. Uit de ondervinding met in
zee door baggering opengekomen vaar
wegen mocht worden afgeleid, dat de ver-
ondieping hoe de omstandigheden ook
mochten zijn niet in een al te snel tem
po zou geschieden.
Inderdaad blijkt in het algemeen de
verondieping van de gebaggerde kanalen
zijn, kan ik haar in de schoorsteenen
kijken. We houden haar aardig bij, zij
stoomt beslist „halve kracht". De kapitein
van de „Drente" vertelde later, dat hij vol
bewondering was geweest voor de „Dorus
Rijkers". Hü zèi: Nu en dan zagen we
jullie in het geheel niet, dan zaten jullie
tusschen de zeeën, dan weer zagen we
jullio heelemaal, waarmede hij wilde zeg
gen, dat wij zoo over de golftoppen heen
sprongen, dat ze ons onder de kiel door
keken.
Ik sta nu ongeveer een klein half uur
aan het roer. Mijn oogen steken, de oog
holten zitten vol zout. Ik kijk eens naar
Bot, die naast mij staat en meestentijds
zijn rug nog naar do zee heeft kunnen
koeren. Zijn oogen zijn met bloed door-
loopen. Volhouden! denk ik, maar toch,
lang kan dit niet meer duren, lk zie niet
veel meer en mijn oogen zijn buitenge
woon pijnlijk. Juist als ik Bot wil vragen,
mij eens af te lossen, zegt hij:
Ik geloof, dat het maar beter is, als
we rondgaan en naar Terschelling loopen.
Dus maar rond, vraag ik?
Ja, gaat u maar liever terug.
Stuurboord het roer en daar gaan we
weer op N.O.-koers. Het ls dan half vijf.
Zee en wind achterin. Dit ls beter en ver-
standiger ook. De boot kan er wel tegen,
maar voor ons, de opvarenden zou het wel
een onnoodig zware tocht zijn geworden.
Al9 je na een half uur aan het roer al zoo
verblind bent door het zeewater, dan
wordt de tocht van 8 of 9 uur zelfs voor
jons zessen wel heel zwaar en dat diende
nu nergens toe. De „Drente" kwam
i 's avonds om half twaalf pas in Den Hel
der. Wat we ln 8 uur hadden geloopen,
j daar zouden we terug zeker een uur of
negen voor noodig hebben.
I Het blijkt om een andere reden ook
jmaar heel verstandig te zijn geweest dat
we voor het zee-tje weg zijn gaan loopen.
Toen een van de mannen voorop eens
ging kijken, bleek de kabelaring, het
zware, rond de geheele boot aangebrachte
1 stootkussen, vooruit te zijn losgeraakt.
Door het werken ln de zware zee op,
1 waren een paar oogbouten van de ejor-
rlngs gebroken en hing de kabelaring
nlst ttn soodanlgsn omvang ts fisblsn
aangenomen, dat tengevolge hiervan de
gekozen uitvoeringswijze als minder juist
zou moeten worden beschouwd.
Verwacht mag worden, dat nog vóór
het aanbreken van den winter het verkeer
over het geheele kanalennet met vöf e zes
voet diepgang mogelijk zal zjjn.
Kavel- en wegslooten,
De kavel- en wegslooten ln de Wierln-
germeer vormen de directe afvoerwegen
naar de tochten en kanalen van het water,
det aan den bodem zelf wordt onttrokken.
De wijze waarop dit laatste met behulp
van greppels of dralneerleidingen behoort
te geschieden, ls een vraagstuk van land
bouwkundigen aard. Met de kavelalooten
ls dus de laatste trap bereikt van het net,
dat voor den afvoer van het water in den
polder moet dienen, terwijl het verder tot
de taak van de landbouwkundigen behoort
om de maatregelen te nemen noodig voor
het onttrekken van het water aan den
bodem zelf.
De totale capaciteit, waarmede thans
wordt gewerkt, mag voor de verkaveling
van e.a. 200 h.a. per week toereikend wor
den geacht. Er 'zijn dientengevolge reeds
eenigszins aanzienlijke oppervlakten ver
kaveld, waarop bereids een aanvang ge
maakt kon worden met de landbouwkun
dige werkzaamheden en wel in de eerste
plaats met die tot het onttrekken van het
water aan den bodem door het uitvoeren
van greppelwerk.
Sluizen binnen de Wieringer
meer.
Zoodra de bemaling van de Wieringer
meer zoover gevorderd was, dat de oevers
van de vooraf gebaggerde kanalen war$p
drooggevallen, werd de verbinding tus
schen de verschillende polderafdeelingen
bij de bouwplaatsen van de sluizen geheel
verbroken door afheiïngen. Ten einde zoo
spoedig mogelijk het verkeer te water
tusschen de polderafdeelingen mogelijk
te maken, werd besloten met den bouw
van de drie sluizen, waaraan voor dit ver
keer de meeste bestaat, nog in den herfst
van dit jaar te beginnen. Het zijn de sluis
No. I, gelegen op pl.m. 5 km. ten Z.Z.O.
van De Haukes (Wieringen), welke de
verbinding tusschen de polderafdeelingen
I en II zal vormen; de sluis No. IV nabij
Medemblik, die in de verbinding tusschen
de afdeelingen n en m zal voorzien, en
de sluis No. V, die nabij de terp, ongeveer
in het centrum van den polder is ge
legen en afdeeling m uit de IVde
polderafdeeling bereikbaar zal maken.
Zoodra deze sluizen in gebruik genomen
zullen zijn, zal dus voor de vaart een$
verbinding tusschen alle polderafdeelit
gen bestaan en zullen deze dus kunnen
worden afgescheiden, waardoor dan de
gelegenheid zal ontstaan in elke afdee
ling het voorloopig daarvoor vastgestelde
polderpeil te handhaven.
Het droogmalen.
In totaal werd door de beide gemalen in
de periode v. droogmalen ruim 600.000.000
kub. m. water uitgeslagen. Vrijwel onaf-
De venijnige at eken
van spit in den rug
overvallen U onverwacht*. Grijp
dadelijk naar Akkers Kloosterbal*
«cm, welke tot diep tn de weefsel*
doordringt, de pijn stilt, ophoo-
pende ziektestoffen doet verdwij-
1 nen, snel en grondig verlicht.
,,Ceen goud 1
zoo goed"
erbij. Tn de zee op zouden we dat zeker
niet tijdig bemerkt hebben, de schade zou
verder zijn gegaan en we hadden een
lieve kans geloopen het heele gevalletje
ln de schroef te krijgen. Dan hadden ze
ons kunnen gaan redden en zoo iets kan
je, als reddingboot zijnde, nu eenmaal niet
doen.
Hoewel het ook nu niet zoo eenvoudig
is om op het hevig werkende schip, die
zware tros weer te sjorren, hebben we
het toch vrij gauw geklaard. Met zeelui,
gewend op kleine vaartuigen in slecht
weer, menschen, die dadelijk weten, wat
er gedaan moet worden, aie elkaar met
een enkel woord of gebaar begrijpen, is
zoo iets eenvoudiger dan het lijkt.
We zien niets dan lucht en water, zoo
dat Bot besluit om eerst maar eens om de
Oost te gaan loopen en dan wal op te
zoeken. We liggen dan met de zee Iets
achterlijker dan dwars inkomende en dat
verdraagt de „Dorus" het minste. Zij giert
hevig en haar bewegingen zijn nu beslist
hoogst onaangenaam. Ik verwonder mij
er over, dat ik niet zeeziek word. Dat op
zichzelf ls al een veeg teeken, het is een
bewijs, dat ik de beweging van het schip
heel erg vervelend vind, want ik denk
over een ziekte, waarvan ik anders het
bestaan alleen maar van hooren-zeggen
weet.
Bot en ik houden intusschen een in
teressant en eengszlns philosophisch ge
sprek of het prettig is om zeemeeuw te
zijn; dit naar aanleiding van eenige zee
meeuwen, die rustig temidden van de
woedende zee, hun vischje vangen, rond
zwemmen, opvliegen en dan weer in zee
duiken. We komen tot de oonolusle, dat
het vele nadeelen, maar ook veel vóór
heeft. Het lijkt zoo op het eerste gezicht
een armoedig bestaan, maarer is toch
ook veel voor te zeggen. Het lijkt ons nog
zoo gek niet.
Dan vraag ik:
Zeg, Bot, waarom doen wij dit eigen
lijk, dat uitgaan met de reddingboot? Óm
dat het heerlijk is, omdat het mooi,
grootsch en praohtlg is, omdat je voelt,
dat ie leeft, dat ie kraohtig bent, dat je
„meester" bent!
gsbroktn konden de belde gemalen in de
oroogmalingaperiode hunnen arbeid blij
ven verrichten.
In cultuur brengen der gronden.
De dienst voor het in cultuur brengen
van de Wieringermeer ving op de be
schikbaar gekomen gronden zijne werk
zaamheden aan.
Voor de uitvoering van venohillende
werkzaamheden tot bet lc cultuur bren
gen van de gronden ie met de Ned, Helde-
maatschappij te Arnhem een overeen
komst gesloten.
Voor het onderdakbrengen van de ar
beiders, wier gezin elder» blijft wonen,
werden vijf arbeiderskampen gebouwd,
elk kamp ruimte biedende voor 96 man
met het gezin van den kok-beheerder. De
kampen zijn geplaatst ln den Wleringer-
meerpolder bij De Haukes, Nieuwe Sluis,
Kolhorn, Aartswoud en nabij de Sluis op
de schelding van de Iste en Hde Polder
afdeeling.
Vier dezer kampen waren eind Septem
ber reeds enkele weken in werking, ter
wijl het vijfde kamp in de eerste week van
October in werking kwam.
De arbeiders worden uit de plattelands-
werkloosheidscentra door bemiddeling
van den Rijksdienst van de Werkloos
heidsverzekering en Arbeidsbemiddeling
betrokken.
Behalve deze arbeiders zijn nog een
vrij groot aantal arbeiders uit de omge
ving van den Wieringermeerpolder te
werkgesteld, zoodat 1 October in totaal
met ongeveer 600 man werd gewerkt.
Op 1 October was over een oppervlakte
van ongeveer 800 H.A. de stortgrond uit
de kanalen, benevens de slootgrond uit
de kavelslooten verspreid en de begrep-
peling gereed gekomen.
Een aanvang werd gemaakt met den
aanleg van rijwielpaden; deze krijgen
een eenvoudige verharding van kleischel-
pen, welke met een lichte motorwals wor
den ingewalst
Verschillende machines werden aange
voerd, welke in den polder op hare bruik
baarheid onder zeer bijzondere omstan
digheden waaronder moet worden ge
werkt, zullen worden beproefd.
Aan het Centraal Bureau uit het Ned.
Landbouw Comité is opgedragen de voor
ziening van gras- en klaverlanden ten
behoeve van den Wieringermeerpolder.
Getracht wordt het benoodigde zaaizaad
zooveel mogelijk in ons land te doen ver
bouwen.
De Nieuwe Boerhaave.
In Den Haag is gisterenochtend een
buitengewone algemeene vergadering van
leden van de Onderlinge Waarborgmaat
schappij De Nieuwe Boerhaave gehouden.
Voorzitter was de heer W. H. Hioolen,
president-commissaris der maatschappij.
De heer Hioolen opende ongeveer haif-
elf de vergadering.
Na goedkeuring van de notulen van de
vergadering van 3 Mei J.1. deelde de
voorzitter mee, dat de diretceur niet aan
wezig is op verzoek van commissarissen.
Het had. aldus spr., eenige moeite ge
kost, den directeur er van te overtuigen,
dat het gewenscht was, dat hij althans het
begin der vergadering niet bijwoonde,
omdat te verwachen was, dat verschil
lende opmerkingen over zijn beleid zou
den worden geraaaktt. Wanneer men
evenwel wenscht, dat de directeur ter
vergadering verschijnt, dan is hij per te-
lefoon te ontbieden.
Daarna was aan de orde het voorstel
van het bestuur otm de maatschappij te
ontbinden. Tot het doen van dit voorstel
is besloten in de vergadering van com
missarissen van 18 October.
Een Commissie van Onderzoek.
Na uitvoerige besprekingen werd' op
voorstel van het bestuur besloten een
En Bot zegt:
Daar leef ik voor, voor die tochtjes,
die vind ik fijn en prachtig. En hij wrijft
zich zielsvergenoegd in de handen.
Om 5 uur zien we den toren van Eier-
land, en komen een uurtje later in mak
kelijker water, onder de Opper van Eier-
land. We loopen de ton van het Eier-
land aan, waar nog een behoorlijke grond-
zee loopt. Maar dan wordt het gaandeweg
beter. Zee-tjes komen er niet meer over,
het is nu alleen nog maar regenwater.
Om 7 uur liggen we in de haven van West-
Terschelling. Aan boord zijn maar vier
kooien, zoodat Bot, Eelman en ik het hotel
opzoeken. Ons tenue is niet erg hotel-
flihig, maar niemand kijkt er naar en nie
mand in het hotel vond het zelfs vreemd,
dat we er met zware zeelaarzen aan,
's avonds rond wandelen. Het menu is
soep, wild konijn, appelmoes, aardappelen
en vruchten toe. Het konijn was veel te
klein.
's Nachts huilt de 6torm *en klettert de
regen tegen mijn raam. Als ik een oogen
blik wakker word, 'denk ik: Jongen, ik
hoop nu tooh maar, dat er geen alarm
komt! Het bed is warm en buiten is het
beestenweer. En tochals het gekomen
was, was het oogenblik van opstaan zwaar
geweest; maar eenmaal buiten, dan is dat
geleden en dan is het weer mooi en ben
je weer dankbaar, dat je dat kunt doen
on dat kunt meemaken. Het alarm komt
echter niet en het opstaan om 6 uur is
tooh moeilijk, temeer omdat de kletsnatte
kleeren weer aan moeten. Om 7 uur ver
laten we de haven en komen na een kalm
en saai tochtje, binnendoor het weer is
ook veel verbeterd, om half twaalf ln
Den Helder terug.
Onze tocht was dit keer tevergeefsoh,
maar toch prachtig mooi. Voor een vol
genden keer zullen we maar op meer suo-
oes hopen. Want om te veronderstellen
dat er nooit weer een schip in nood zou
zitten, wat je feitelijk als goed christen
hopen moet, is al te onwaarschijnlijk.
O.
Het eerste feuilleton ls opgenomen
ln ons nummer van Zaterdag.