HELDEKSCIE COURANT Tweede Blad. BUITENLAND. Met de „Dus Rijkers" naar de Eierldsche gronden. BINNENLAND Kloosterbalsem VAN DONDERDAG 13 NOVEMBER 1930. De opening der Britsch-indische oonferentie. De rede des Konlnc*. Bij de opening der conferentie (men zie ht buitenlandsoh overzicht) heette de K(aing de gedelegeerden welkom. Hij liet uitkomen dat Britsche en Indische stafcslieden en Indische staatshoofden elkar nog nooit om een tafel ontmoet haddn ten einde over een regeerings- stelse voor Indië te beraadslagen en overetistemming te bereiken ten einde het paiement tot gids te strekken. Tien'aar zijn een korte spanne in het leven vn elke natie. Het laatste decen nium iflvchter getuige geweest, niet al leen in ^dië, maar bij alle naties die het Britscha jpmeenebest vormen, van de ont wikkeling van nationalistische gedachten en aspbaths sneller dan in gewone om standig edon. Het :an dus geen verrassing wekken dat helnoodig is geworden de uitkomsten te waadeeren en te onderzoeken van het geen ton jaar geleden begonnen is en maatreelen voor de toekomst te treffen. Ik btoef geen nadruk te leggen op de overgrete belangrijkheid van de taak. Elk uw zal er zich diep van bewust zijn, ho/eel voor het Britsche gemeene- best vaide uitkomst uwer beraadslagin gen afhigt. De Kdng noemde de aanwezigheid van vertegeroordigers der broederstaten in het -gemtiebest een gelukkig voorteeken en zeide \t hij de beraadslagingen niet zonder spining, maar toch met het groot ste vertrcven zou volgen. Ik denk daar bij ook aade billijke eischen van meer derheden minderheden van de bewo ners van csteden van de bewerkers der akkers, vagterken en zwakken, van ar men en rijn, van alle rassen en secten. Deze dinge liggen mij zeer na aan het hart. Be twijfel niet aan dat de ware grond slag van zbestuur de samensmelting van zoo uite'oopende aanspraken in we- derkeerige -plichtingen en in hun er kenning en -vulling is. Het is mijioop dat de toekomstige re geering van gevestigd op dezen grondslag, uig zal geven aan 's lands eerbiedwaardi aspiraties. Mogen uwe .raadslagingen leiden tot het zeker beren van dit doel en mogen uw namen bewrd blijven in de annalen der geschiedec.ais namen van mannen die Indië goed giend hebben en wier po gingen geluk eivelvaart aan heel mijn welbemind volk .den verzekeren. De deelnemers. Aan de oonereije nemen 90 vertegen woordigers del, n«nelijk 17 Britsche ver tegenwoordigd, lèvan de Indische vor stenlanden e£>7 vetegenwoordigers van het overige Etsch-iadië. De Congrcparty die de conferentie boycot is nietanwezlg. De confere© komt bijeen overeenkom stig de hervaingswet van 1919, krach tens welke i een zekere periode van constitutioneel vooruitgang van Indië de kwestie vaie constitutioneele instel lingen onderat moet worden. De taak FElLLET ON n.*) Slot). Zal ik er ir op aan houden, Bot? Ja, dat i«Kl! Dan gaat hetarszee's, nu voelen we den wind heelat meer. Allemachtig, wat waait het. die zee en dan dwars- zee'sl De hulzeuge golven komen van bakboord op o:anrollen en zij zullen ons overweldig zullen over ons heen loopen. Heelen niet. De „Dorus Rij kers" weet bete haalt over tot stuur- boord's boord ot water ligt, komt dan op, rijst op de» van de golf en zacht en makkelijk ert zij over naar bak boord. De golfmder ons door gepas seerd. Wat eerjp, wat een schat van een schip I Je ïze een beetje nemen, die geweldige >en van zeeën, maar dat is ook al w>odig is. Bom-bom-boui, regelmatig werkt de motor maarde schroef komt niet uit het water, «achine slaat geen en kele maal door Ook het passsschip ls niets voor ons. Er zijn er twee en een logger onder klein zei. „Drente" is ook op gedraaid en llgrs N.W., net als wij. Die kan h>ter weten, die heeft natuurlijk verhip zeggen wij weer. We zullen np»ar eens naar no. 8 gaan, die ligt wjor naar stuurboord, maar dan zien de „Drente" nog hooger-op gaan* we hem volgen, blijkt de koers Z* zjjn, dusTerug! Af geloopen 1 Er i,s! Dan ls de spar weg, de groote aar digheid is er af. voel je ineens dat je nat bent, dat l*ip te-keer gaat, dat het vuil weer is.de hagelsteenen ln den regen hard men. Alles ls voor niets geweest. W5 hier? Wat een van de oonferentie ls de grootet mogelijke mate van overeenstemming te bereiken over de wijze waarop de toekomst van In dië in het Brltsohe rijk de haar toekomen de plaats verzekerd kan worden. Een rede van den prins van Wales op wapenstilstandsdag. Houdt de jeugd de verschik- kingen van den oorlog voor. In de redevoering die de Prins van Wales Woensdag ter gelegenheid van de viering van den WapenstJlstandKlag heeft gehouden, zeide hij onder andere: Wij willen geen nieuwen oorlog en wij moeten ons uiterste best doen om een nieuwen oorlog te vermijden. In vroeger tijd wanen de volkeren geneigd, om bij de geringste aanleddlng, op lichtvaardige wijze naar de wapens te grijpen. Dit vindt blijkbaar zijn oorzaak in het feit dat de opkomende jeugd, de ellende welke uit den oorlog voortkomt, niet kende. Nu is dit niet oneer in dezelfde mate het gevaL Doch het gevaar bestaat, dat de op groeiende jeugd over de verschrikkingen van den wereldoorlog niets of heel wednig verneemt Zorg te dragien voor dit weten, ie de taak van de oud-strijders uit den wereldoorlog. De Japansche vloot. In het te Tokio verschijnende blad „Asahi Sjimboen" wordt een, niet beves tigd bericht meegedeeld, naar luid waar van door uitbreiding van Ijet vlootplan de bouw zal worden voorgesteld van vier kruisers van 8000 ton, bewapend met zes- duims kanonnen. Bovendien zouden nog worden op stapel gezet twaalf duikbooten. Dit zou dan twee duikbooten meer zijn dan volgens het vlootverdrag wordt toege staan. Het Kabinet heeft de voorloopige be grooting voor het financieele jaar 1931 goedgekeurd. De begrooting is in totaal 1.448.000.000 jen tegen 1.608.000.000 jen in het loopende begrootingsjaar. Voor de marine zijn de begrotings cijfers 210.000.000 jen tegen 262.000.000 jen. (loopende jaar) eri voor. 't leger 188.000.000 jen tegen 210.000.000 jen. Het werk in de Wieringermeer. De resultaten van het ln den natte baggeren der hoofdkanalen en tochten. BIJ het droogmalen werden ruim 600 millioen kubie ke meters water uitgeslagen. Aan de driemaandelijksche mededeelin- gen betreffende de werkzaamheden voor de afsluiting en droogmaking van de Zui derzee ontleenen wij het volgende: De beide dijksvakken op het Breezand werden, wat het oplossen van keileem, het aanbrengen van de kraan-keileem, de zinkstukken en het onderdoorzetten van do steenglooifng betreft, voltooid, zoodat thans gewerkt wordt aan het omhoog- brengen van het dükslichaam. Gezien het jaargetijde, waarin de dijksvakken nage- Het Ipeste ■Kk Ij opweKkinqen «1 verfrisschinQ. PEPERMUNT zee! We lijken wel gek, om met zulk weer uit te gaan en niet thuis bij de kachel te blijven! Weer zoo'n schip, dat maar S.O.S. geeft en alsof het maar een mop is, het even daarna weer intrekt. We zullen teruggaan, dan zijn we van avond nog thuis. Thuis! Fijn! Droge kleeren, warm eten! Hoelang zou het nog duren? Zeker nog een uur of 7 h 8. Het is nu heel anders. Nu gaat het in-de-zee op. De zeeën komen nu vóór op ons aan rollen. De „Dorus Rijkers" steigert er tegen op, vliegt de helling af en dan komt de volgende hulzenhooge berg aanstor men. Nu zal de voorsteven er onder gaan. Mis! Juist op het goede oogenblik gaat hot voorschip weer rijzon en klimmen wo weer togen den berg op. Zeldzaam! Zeld zaam waakzaam ls de mooie boot. Alleen stulfzeeën komen over, maar dat ls ai erg genoeg. Nadat Bot en ik elkaar nu en dan aan het roer hebben afgelost, sta ik thans weer achter het wiel. Regen- en zeewater, maar vooral' zeewater, geeselen mij ln het gezicht. Ik trek den rand van mijn zuid wester wat neer, maar veel helpt dat niet. Het scherpe zoute water slaat mij telkens met kracht Jn de oogen en Ik moet ze dichtknijpen, want dat ls niet om uit te houden. Steeds moet Ik het hoofd buk ken, wanneer weer zoo'n zee-tje over komt. Het is t e pijnlijk. Met één oog tuur ik nu en dan op het kompas, koers Z.W., dan weer voorzichtig vooruit, waar de volgende waterberg komt aanrollen. Regen- en zeewater hagelen op ons neer, het ls alsof er naalden langs je gezicht worden gehaald. Toch is het mooi, het is grootsch en praohtlg en de teleurstelling van daarnet ls alweer vergeten. Het is de moeite, de nattigheid en de pijn over waard. De „Drente" stoomt aan bakboord op een halve mijl afstand naast ons en maakt er ook behoorlijk slecht weer van. De groote, machtige sleepboot stampt en slin gert en steekt er hu en dan behoorlijk haar neus onder. We zien de witte stulf zeeën tot over haar sohoorstcenen heen vliegen en als zij zwaar naar stuurboord overhaalt, terwijl we net op een golftop Timmerman: »Wubllef?« »En je beschermtje zelf met een stuk hout«. Pages gales, Yverdon. noeg voltooid waren, werd besloten het dijksvak ten westen van het Breezand ge legen, nog met 800 m. te verlengen. Dit werk kwam op het maken van den kop na gereed. Het dijksvak ZwinVlleter werd op het aanbrengen van de bekleedingskeileem, de klei en een gedeelte van de steenglooi ing en den straatweg na voltooid, terwijl ter plaatse van het dijksvak-Gaatje de kei- leemdam tot ongeveer 2.60 m. N.A.P. en het zand nagenoeg over de geheele lengte tot 1.60 m. -f- N.A.P. werd aange bracht. Het afsluiten van deze geul geschiedde, dank zij het gunstige weer, zonder moei lijkheden. Door de afsluiting van het Gaatje werd de afsluiting van de Zuider zee van Wieringen uit over 400 m. lengte voltooid. Het oostelijk gedeelte van den ontworpen beteugelingsdam in de Vlieter kwam eveneens, wat het opstorten van keileem en het afdekken mét zinkstukken betreft, gereed. De bouw van de leidammen aan de zuid zijde van de schutsluizen op het Korn- werderzand werd voltooid met inbegrip van het maken van twee plateaux voo£ militaire doeleinden. Bekleeding van den diik. Een 12 km. lang gedeelte van den Wie- ringermeerdjjk is voor zoover het boven water lag, in 1929 met zoete klei, afkomstig uit het verbindingskanaal tusschen de bei de sluizen te Medemblik, bekleed, zoodat hier alleen nog aandacht aan het zandbe- loop behoeft te worden geschonken. Over 5100 m. lengte is dus noch op den dijk, noch op het zandbeloop, afdekking aanwezig. Besloten werd beide over deze lengte van een 0.15 m. dikke kleilaag te voorzien. Verbinding met Medemblik. Het doorgraven van den voormaligen zeedijk van het waterschap „De Vier Noorder Koggen", buiten de westelijke schutsluis van het kanaal, kwam gereed zoodat daarmede thans de verbinding tus schen de haven van Medemblik en het ka- nalennet van de Wieringermeer is iot stand gebracht Kanalen ln den polder. Zooals bekend, is het mogelijk geweest vrijwel het geheele net van hoofdkanalen en tochten binnen de Wieringermeer een grondverzet omvattende van circa 15.000.000 m\ vóór het droogmalen van den polder in den natte te baggeren. Het lag voor de hand, dat zich in dit kanalennet gedurende de periode tus schen het baggeren en het droogvallen van de gronden door den Invloed van golf en stroom wederom slib zou afzetten in hoeveelheden, welke tevoren moeilijk wa ren te ramen. Uit de ondervinding met in zee door baggering opengekomen vaar wegen mocht worden afgeleid, dat de ver- ondieping hoe de omstandigheden ook mochten zijn niet in een al te snel tem po zou geschieden. Inderdaad blijkt in het algemeen de verondieping van de gebaggerde kanalen zijn, kan ik haar in de schoorsteenen kijken. We houden haar aardig bij, zij stoomt beslist „halve kracht". De kapitein van de „Drente" vertelde later, dat hij vol bewondering was geweest voor de „Dorus Rijkers". Hü zèi: Nu en dan zagen we jullie in het geheel niet, dan zaten jullie tusschen de zeeën, dan weer zagen we jullio heelemaal, waarmede hij wilde zeg gen, dat wij zoo over de golftoppen heen sprongen, dat ze ons onder de kiel door keken. Ik sta nu ongeveer een klein half uur aan het roer. Mijn oogen steken, de oog holten zitten vol zout. Ik kijk eens naar Bot, die naast mij staat en meestentijds zijn rug nog naar do zee heeft kunnen koeren. Zijn oogen zijn met bloed door- loopen. Volhouden! denk ik, maar toch, lang kan dit niet meer duren, lk zie niet veel meer en mijn oogen zijn buitenge woon pijnlijk. Juist als ik Bot wil vragen, mij eens af te lossen, zegt hij: Ik geloof, dat het maar beter is, als we rondgaan en naar Terschelling loopen. Dus maar rond, vraag ik? Ja, gaat u maar liever terug. Stuurboord het roer en daar gaan we weer op N.O.-koers. Het ls dan half vijf. Zee en wind achterin. Dit ls beter en ver- standiger ook. De boot kan er wel tegen, maar voor ons, de opvarenden zou het wel een onnoodig zware tocht zijn geworden. Al9 je na een half uur aan het roer al zoo verblind bent door het zeewater, dan wordt de tocht van 8 of 9 uur zelfs voor jons zessen wel heel zwaar en dat diende nu nergens toe. De „Drente" kwam i 's avonds om half twaalf pas in Den Hel der. Wat we ln 8 uur hadden geloopen, j daar zouden we terug zeker een uur of negen voor noodig hebben. I Het blijkt om een andere reden ook jmaar heel verstandig te zijn geweest dat we voor het zee-tje weg zijn gaan loopen. Toen een van de mannen voorop eens ging kijken, bleek de kabelaring, het zware, rond de geheele boot aangebrachte 1 stootkussen, vooruit te zijn losgeraakt. Door het werken ln de zware zee op, 1 waren een paar oogbouten van de ejor- rlngs gebroken en hing de kabelaring nlst ttn soodanlgsn omvang ts fisblsn aangenomen, dat tengevolge hiervan de gekozen uitvoeringswijze als minder juist zou moeten worden beschouwd. Verwacht mag worden, dat nog vóór het aanbreken van den winter het verkeer over het geheele kanalennet met vöf e zes voet diepgang mogelijk zal zjjn. Kavel- en wegslooten, De kavel- en wegslooten ln de Wierln- germeer vormen de directe afvoerwegen naar de tochten en kanalen van het water, det aan den bodem zelf wordt onttrokken. De wijze waarop dit laatste met behulp van greppels of dralneerleidingen behoort te geschieden, ls een vraagstuk van land bouwkundigen aard. Met de kavelalooten ls dus de laatste trap bereikt van het net, dat voor den afvoer van het water in den polder moet dienen, terwijl het verder tot de taak van de landbouwkundigen behoort om de maatregelen te nemen noodig voor het onttrekken van het water aan den bodem zelf. De totale capaciteit, waarmede thans wordt gewerkt, mag voor de verkaveling van e.a. 200 h.a. per week toereikend wor den geacht. Er 'zijn dientengevolge reeds eenigszins aanzienlijke oppervlakten ver kaveld, waarop bereids een aanvang ge maakt kon worden met de landbouwkun dige werkzaamheden en wel in de eerste plaats met die tot het onttrekken van het water aan den bodem door het uitvoeren van greppelwerk. Sluizen binnen de Wieringer meer. Zoodra de bemaling van de Wieringer meer zoover gevorderd was, dat de oevers van de vooraf gebaggerde kanalen war$p drooggevallen, werd de verbinding tus schen de verschillende polderafdeelingen bij de bouwplaatsen van de sluizen geheel verbroken door afheiïngen. Ten einde zoo spoedig mogelijk het verkeer te water tusschen de polderafdeelingen mogelijk te maken, werd besloten met den bouw van de drie sluizen, waaraan voor dit ver keer de meeste bestaat, nog in den herfst van dit jaar te beginnen. Het zijn de sluis No. I, gelegen op pl.m. 5 km. ten Z.Z.O. van De Haukes (Wieringen), welke de verbinding tusschen de polderafdeelingen I en II zal vormen; de sluis No. IV nabij Medemblik, die in de verbinding tusschen de afdeelingen n en m zal voorzien, en de sluis No. V, die nabij de terp, ongeveer in het centrum van den polder is ge legen en afdeeling m uit de IVde polderafdeeling bereikbaar zal maken. Zoodra deze sluizen in gebruik genomen zullen zijn, zal dus voor de vaart een$ verbinding tusschen alle polderafdeelit gen bestaan en zullen deze dus kunnen worden afgescheiden, waardoor dan de gelegenheid zal ontstaan in elke afdee ling het voorloopig daarvoor vastgestelde polderpeil te handhaven. Het droogmalen. In totaal werd door de beide gemalen in de periode v. droogmalen ruim 600.000.000 kub. m. water uitgeslagen. Vrijwel onaf- De venijnige at eken van spit in den rug overvallen U onverwacht*. Grijp dadelijk naar Akkers Kloosterbal* «cm, welke tot diep tn de weefsel* doordringt, de pijn stilt, ophoo- pende ziektestoffen doet verdwij- 1 nen, snel en grondig verlicht. ,,Ceen goud 1 zoo goed" erbij. Tn de zee op zouden we dat zeker niet tijdig bemerkt hebben, de schade zou verder zijn gegaan en we hadden een lieve kans geloopen het heele gevalletje ln de schroef te krijgen. Dan hadden ze ons kunnen gaan redden en zoo iets kan je, als reddingboot zijnde, nu eenmaal niet doen. Hoewel het ook nu niet zoo eenvoudig is om op het hevig werkende schip, die zware tros weer te sjorren, hebben we het toch vrij gauw geklaard. Met zeelui, gewend op kleine vaartuigen in slecht weer, menschen, die dadelijk weten, wat er gedaan moet worden, aie elkaar met een enkel woord of gebaar begrijpen, is zoo iets eenvoudiger dan het lijkt. We zien niets dan lucht en water, zoo dat Bot besluit om eerst maar eens om de Oost te gaan loopen en dan wal op te zoeken. We liggen dan met de zee Iets achterlijker dan dwars inkomende en dat verdraagt de „Dorus" het minste. Zij giert hevig en haar bewegingen zijn nu beslist hoogst onaangenaam. Ik verwonder mij er over, dat ik niet zeeziek word. Dat op zichzelf ls al een veeg teeken, het is een bewijs, dat ik de beweging van het schip heel erg vervelend vind, want ik denk over een ziekte, waarvan ik anders het bestaan alleen maar van hooren-zeggen weet. Bot en ik houden intusschen een in teressant en eengszlns philosophisch ge sprek of het prettig is om zeemeeuw te zijn; dit naar aanleiding van eenige zee meeuwen, die rustig temidden van de woedende zee, hun vischje vangen, rond zwemmen, opvliegen en dan weer in zee duiken. We komen tot de oonolusle, dat het vele nadeelen, maar ook veel vóór heeft. Het lijkt zoo op het eerste gezicht een armoedig bestaan, maarer is toch ook veel voor te zeggen. Het lijkt ons nog zoo gek niet. Dan vraag ik: Zeg, Bot, waarom doen wij dit eigen lijk, dat uitgaan met de reddingboot? Óm dat het heerlijk is, omdat het mooi, grootsch en praohtlg is, omdat je voelt, dat ie leeft, dat ie kraohtig bent, dat je „meester" bent! gsbroktn konden de belde gemalen in de oroogmalingaperiode hunnen arbeid blij ven verrichten. In cultuur brengen der gronden. De dienst voor het in cultuur brengen van de Wieringermeer ving op de be schikbaar gekomen gronden zijne werk zaamheden aan. Voor de uitvoering van venohillende werkzaamheden tot bet lc cultuur bren gen van de gronden ie met de Ned, Helde- maatschappij te Arnhem een overeen komst gesloten. Voor het onderdakbrengen van de ar beiders, wier gezin elder» blijft wonen, werden vijf arbeiderskampen gebouwd, elk kamp ruimte biedende voor 96 man met het gezin van den kok-beheerder. De kampen zijn geplaatst ln den Wleringer- meerpolder bij De Haukes, Nieuwe Sluis, Kolhorn, Aartswoud en nabij de Sluis op de schelding van de Iste en Hde Polder afdeeling. Vier dezer kampen waren eind Septem ber reeds enkele weken in werking, ter wijl het vijfde kamp in de eerste week van October in werking kwam. De arbeiders worden uit de plattelands- werkloosheidscentra door bemiddeling van den Rijksdienst van de Werkloos heidsverzekering en Arbeidsbemiddeling betrokken. Behalve deze arbeiders zijn nog een vrij groot aantal arbeiders uit de omge ving van den Wieringermeerpolder te werkgesteld, zoodat 1 October in totaal met ongeveer 600 man werd gewerkt. Op 1 October was over een oppervlakte van ongeveer 800 H.A. de stortgrond uit de kanalen, benevens de slootgrond uit de kavelslooten verspreid en de begrep- peling gereed gekomen. Een aanvang werd gemaakt met den aanleg van rijwielpaden; deze krijgen een eenvoudige verharding van kleischel- pen, welke met een lichte motorwals wor den ingewalst Verschillende machines werden aange voerd, welke in den polder op hare bruik baarheid onder zeer bijzondere omstan digheden waaronder moet worden ge werkt, zullen worden beproefd. Aan het Centraal Bureau uit het Ned. Landbouw Comité is opgedragen de voor ziening van gras- en klaverlanden ten behoeve van den Wieringermeerpolder. Getracht wordt het benoodigde zaaizaad zooveel mogelijk in ons land te doen ver bouwen. De Nieuwe Boerhaave. In Den Haag is gisterenochtend een buitengewone algemeene vergadering van leden van de Onderlinge Waarborgmaat schappij De Nieuwe Boerhaave gehouden. Voorzitter was de heer W. H. Hioolen, president-commissaris der maatschappij. De heer Hioolen opende ongeveer haif- elf de vergadering. Na goedkeuring van de notulen van de vergadering van 3 Mei J.1. deelde de voorzitter mee, dat de diretceur niet aan wezig is op verzoek van commissarissen. Het had. aldus spr., eenige moeite ge kost, den directeur er van te overtuigen, dat het gewenscht was, dat hij althans het begin der vergadering niet bijwoonde, omdat te verwachen was, dat verschil lende opmerkingen over zijn beleid zou den worden geraaaktt. Wanneer men evenwel wenscht, dat de directeur ter vergadering verschijnt, dan is hij per te- lefoon te ontbieden. Daarna was aan de orde het voorstel van het bestuur otm de maatschappij te ontbinden. Tot het doen van dit voorstel is besloten in de vergadering van com missarissen van 18 October. Een Commissie van Onderzoek. Na uitvoerige besprekingen werd' op voorstel van het bestuur besloten een En Bot zegt: Daar leef ik voor, voor die tochtjes, die vind ik fijn en prachtig. En hij wrijft zich zielsvergenoegd in de handen. Om 5 uur zien we den toren van Eier- land, en komen een uurtje later in mak kelijker water, onder de Opper van Eier- land. We loopen de ton van het Eier- land aan, waar nog een behoorlijke grond- zee loopt. Maar dan wordt het gaandeweg beter. Zee-tjes komen er niet meer over, het is nu alleen nog maar regenwater. Om 7 uur liggen we in de haven van West- Terschelling. Aan boord zijn maar vier kooien, zoodat Bot, Eelman en ik het hotel opzoeken. Ons tenue is niet erg hotel- flihig, maar niemand kijkt er naar en nie mand in het hotel vond het zelfs vreemd, dat we er met zware zeelaarzen aan, 's avonds rond wandelen. Het menu is soep, wild konijn, appelmoes, aardappelen en vruchten toe. Het konijn was veel te klein. 's Nachts huilt de 6torm *en klettert de regen tegen mijn raam. Als ik een oogen blik wakker word, 'denk ik: Jongen, ik hoop nu tooh maar, dat er geen alarm komt! Het bed is warm en buiten is het beestenweer. En tochals het gekomen was, was het oogenblik van opstaan zwaar geweest; maar eenmaal buiten, dan is dat geleden en dan is het weer mooi en ben je weer dankbaar, dat je dat kunt doen on dat kunt meemaken. Het alarm komt echter niet en het opstaan om 6 uur is tooh moeilijk, temeer omdat de kletsnatte kleeren weer aan moeten. Om 7 uur ver laten we de haven en komen na een kalm en saai tochtje, binnendoor het weer is ook veel verbeterd, om half twaalf ln Den Helder terug. Onze tocht was dit keer tevergeefsoh, maar toch prachtig mooi. Voor een vol genden keer zullen we maar op meer suo- oes hopen. Want om te veronderstellen dat er nooit weer een schip in nood zou zitten, wat je feitelijk als goed christen hopen moet, is al te onwaarschijnlijk. O. Het eerste feuilleton ls opgenomen ln ons nummer van Zaterdag.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 9