PPROL """Abdijsiroop Tweede Blad. GEMENGD NIEUWS Jlivuse &cfirtaXe fiZiici Bestrijdt toch die Bronchitis! Onderwijs en Opvoeding voor het misdeelde Kind VAN ZATERDAG 22 NOVEMBER 1930 Iets over belastingen. NAVORDERING VAN INKOMSTEN BELASTING. Viervoudige verhooging van belasting. IL') Zagen wij in het vorig artikel aan welke voorwaarden moet zijn voldaan, alvorens er mogelijkheid van navordering kan zijn, thans zullen wij nagaan, hoe de te weinig betaalde belasting op het aanslagbiljet tot uitdrukking komt. Wanneer men, om een voorbeeld te nemen aanvankelijk werd aangeslagen naai- een zuiver inkomen van 4200 (ver schuldigde totaal belasting, stel: 860), terwijl door navordering dit zuiver in komen wordt opgevoerd tot f 6000 (ver schuldigde totaal belasting, stel: 640), dan bedraagt de te weinig betaalde belas ting dus 640860 of 280, en zal men op zijn navorderingsaanslagbiljet een be drag \-an 280 voor alsnog verschuldigde belasting vermeld vinden. Maar daaren boven zal op menig dergelijk aanslagbil jet een viervoudige vermenigvuldiging van deze te weinig betaalde belasting worden uitgetrokken, zoodat het totaal niet 280 bedraagt, maar 280 plus nog eens viermaal 280 of in totaal 1400. En wanneer men nu bedenkt, dat bij de in- komstenbelastingheffing het progressie beginsel is toegepast, zoodat men verhou dingsgewijze van de laatste honderd gul den van zijn inkomen een hooger percen tage aan belasting betaalt dan van de lagere, dan zal de gevolgtrekking voor de hand liggen, dat, wanneer men de be lasting van het boven zijn aanvankelijk vastgesteld inkomen meer in aanmerking genomen inkomensbestanddeel met vier maal gaat verhoogen, het op het aanslag biljet berekend bedrag een aanzeinlijke hoogte kan bereiken. Zulks nog te meer, waar ook do gemeentelijke inkomsten belasting automatisch in de viervoudige verhooging deelt. Een en ander wordt geregeld in art. 85 der wet, luidende: „De in een naderen (d. w. z. navorderings aanslag te begrijpen belasting, wordt met het viervoud daar van verhoogd, tenzij blijkt, dat slechts over één belastingjaar te weinig belas ting is geheven". Blijkens de Memorie van Toelichting op dit artikel gegeven, is deze verhooging niet als straf voor de te lage aangifte be doeld, doch als compensatie van het na deel, dat de belastingplichtige door vroe gere onjuiste aangiften aan de schatkist kan of zal hebben berokkend. We hebben hier dus te doen met een rechtsvermoeden, hetwelk echter door tegenbewijs kan worden ontzenuwd. De verhooging bij navordering over één jaar, blijft alleen dan achterwege, als de on juistheid van het rechtsvermoeden, dat het Rijk schade heeft geleden door te lage aanslagen, ook lil andere jaren, is komen vast te staan. Is dit laatste het geval, blijkt er inderdaad slechts ten aanzien van één jaar te weinig betaald te zijn, dan valt er ook niets te compenseeren en be perkt de navordering zich tot een enkel voudige belastingheffing. In dit verband worde nog gewezen op een arrest van den H .R., waarin dit college besliste, dat, in dien bij navordering over één jaar het tot navordering aanleiding gevende feit zich niet ook ten aanzien van vorige be lastingjaren heeft voorgedaan, voorals- ilog moet worden aangenomen, dat slechts over één belastingjaar te weinig belas ting is geheven. Maar blijkt, aldus een ander arrest, dat, zij het uit anderen hoof de, dan de navordering geschiedt, over een voorafgaand jaar te weinig is betaald, dan is de viervoudige verhooging wèl ver- schuld gd. Eveneens zal de verhooging verschuldigd zijn als over de voorafgaan de jaren kan worden aangenomen, dat het Rijk niet te kort is gedaan, maar over een later jaar, dan dat, waarover de na vordering geschiedt, te weinig is geheven. Het zal duidelijk zijn, dat, wanneer dit artikel 85 steeds zou moeten worden toe gepast, het middel van navordering veel te scherp zou werken, vooral ten aanzieh van hen, die geheel te goeder trouw hun inkomen te laag becijferden. Vandaar het later ingevoegd artikel 87 bis, luidende: „De raad van beroep bepaalt, dat de bij art. 85 bedoelde verhooging niet ver schuldigd zal zjjn, indien er voor zoover de aanslag te laag is geweest of achter wege is gebleven, tengevolge van een te lage schatting van den aangever, en de raad tot de overtuiging komt, dat die schatting te goeder trouw heeft plaats ge had. Toepassing van het vorenstaande kan door de aangeslagene binnen twee maanden na de dagteekening van het (navorderings-) aanslagbiljet schriftelijk worden verzocht". In bepaalde gevallen kan men dus aan de viervoudige verhooging ontkomen. Dit kan echter alleen voor hem, die in dex-tijd zijn aanslagbiljet overeenkomstig de Wet heeft ingevuld, en dan alleen, als er sprake is van een te goeder trouw ver richtte schatting. Zoo zal hij die bepaalde inkomsten, b.v. uit roerend kapitaal ver zweeg, de verhooging niet kunnen ont- loopen. Immers, zijn aanslag was niet te laag, omdat hij ziin inkomsten te laag schatte. Bij het niet aangeven van de op brengst van bronnen van inkomen, komt geen schatting te pas. Wel valt aan te lage schatting te denken, als de aangever b.v. het percentage van een overigens ge oorloofde afschrijving te hoog stelde. In het algemeen gesproken, heeft art. 87bis het oog op onjuiste, doch te goeder trouw verrichte persoonlijke waardeeringen en begrootingen, welke met betrekking tot sommige best-anddeelen van het inkomen, bij de aangifte meermalen moeten plaats vinden. Zij, die dwaalden, omtrent de toe passing der wet, omtrent bepaalde inkom sten of per abuis een deel van hun inko men niet opgaven, kunnen dan ook geen beroep op ai*t. Ü7bis doen. Ten aanzien van hen biedt art. 110 der wet nog gele genheid, om aan de verhooging te ont komen. De minister van financiën kan namelijk, aldus dit laatste artikel op grond van dwaling of verschoonbaar verzuim, kwijtschelding of vermindering verleenen van de vieivoudige vei*hooging. De practijk wijst voorts uit, dat de be lastinginspecteurs direct zelf al de ver hooging achterwege laten, als zij een ge val van dwaling of verschoonbaar ver zuim aanwezig achten. Daarnaast blijft de verhooging steeds achtei-wege als de na vordering wordt ingesteld, tengevolge van een geheel uit eigen beweging gedane verbetering der aangifte en de admi nistratie der belastingen zelf nog niet op het spoor der onjuistheid is gekomen, noch binnenkort komen moest. Het komt niet ondienstig voor nog eens de aandacht te vestigen op het hier omtrent aan de pers officieel verstrekt communiqué hetwelk luidt: „Nog steeds schijnen er personen te zijn, die, nadat zij in vroegere jaren ver mogens- of inkomstenbelasting hebben ontdoken, blijven voortgaan met jaar in jaar uit onjuiste aangiften in te leveren, hoewel zij gaarne hun verhouding tot den fiscus zouden willen zuiveren. De vrees voor strafvervolging qf wel de onzeker heid nopens de te betalen ontdoken be lasting, weerhoudt hen hun belastingza ken in het reine te brengen en voor het vervolg juiste aangiften te doen. Naar wij van bevoegde zijde hebben vernomen, wordt echter in gevallen, waarin de be lastingschuldige geheel uit eigen bewe ging den inspecteur met de ontduikingen in kennis stelt, volstaan met de vordering van de te weinig betaalde belasting over de jaren, waarvoor de termijn voor na vordering nog niet is verstreken, dus over ten hoogste 3 jaren, zonder eenlg© ver hooging. Strafvervolging zal tegen zulk een belastingschuldige niet worden Inge steld. Bovendien kan aan hem, die de te weinig betaalde belasting niet dadelijk en in eens kan voldoen, gelegenheid worden gegeven, het verschuldigde op eenigszins langen termijn aan te zuiveren." Alzoo, komt men geheel uit eigen bewe ging zich bij den Inspecteur melden, dan betaalt men alleen de enkelvoudige be lasting over de laatste drie Jaren bij en is daarmee de zaak in het reine. Men moet evenwel uit eigen beweging komen. En dit is duidelijk ook. Wanneer men op het oogenblik, dat men kan vermoeden, dat de ontduiking eerlang aan lret licht zal komen, doordat men b.v. ter inspectie is opgeroepen, schriftelijk nadere toelichtin gen zijn gevraagd, of een rijksaccoun tants-onderzoek is aangekondigd of be gonnen, met de tot dusver verzwegen in komsten voor den dag komt, is het vrij willig karakter aan dan nog gedane mede- deelingen omtrent onjuiste aangifte ont nomen. Binnenland. Het vorige artikel werd geplaatst in ons nummer van Zaterdag 15 November. BOERENHOFSTEDE AFGEBRAND. 55 stuks hoornvee omgekomen. Woensdag is de groote boerenhofstede, bewoond door M. Schotanus te Donlaga, eigendom van de freules Eislnga te Leeu warden, vermoedelijk tengevolge van hooibroei tot den grond toe afgebrand. Vijf en vijftig stuks hoornvee, een be langrijke partij hooi en veel meubilair, alsmede landbouwwerktuigen, gingen bij den brand verloren. EEN AANSLAG. Door twee naaisters. De naaisters H. J. O. en W. G. H. heb ben bij mevr. P. in Molenstraat in Den Haag aangebeld, en toen deze de deur opende, een flesch met geest van zout, naar haar geworpen. Mevrouw P. werd door de gevaarlijke vloeistof niet geraakt; er werd alleen schade aan den looper in de gang toegebracht. De beide nunisters zijn naar een politiebureau gebracht. DE „BRUTALE AANRANDING" TE STAMPERSGAT. Het verhaal van v. et M. van a. tot z. gefingeerd. Men schrijft aan de Nw. Rott. Crt.: Het onderzoek, dat de marechaussees te Oudenbosch hebben ingesteld naar aan leiding van een aanranding, die onder Stampersgat door twee mannen zou zijn gepleegd op den veekoopman S. v. de M. uit Dinteloord, heeft uitgewezen, dat van deze heele geschiedenis geen woord waar is. Op onze informatie- Donderdagmorgen bij de marechaussees te Oudenbosch, deelde de opperwachtmeester mee, dat door verschillende aanwijzingen onom- stootelijk is komen vast te staan, dat het verhaal omtrent de aanx-anding is gefin geerd. Van andere zijde vernemen wij, dat v. d. M. zaken deed voor een ander, met wien hij een compagnonschap had aange- I gaan. Het geld dat hij bij zich had wasl van dezen compagnon. Tot heden is het niet teruggevonden, maar het vermoeden ligt voor de hand, dat hij het zich heeft' toegeëigeixd en om de verdenking te ont gaan, een aanranding heeft gefingeerd. ZWARE FABRIEKSBRAND TE UITHOORN. Vannacht is door tot nu toe onbekende oorzaak brand uitgebroken in het com plex fabrieksgebouwen van de N.V. Uit- hoornsche Baconfabrieken. De brand werd ontdekt, toen de vlammen reeds naar buiten sloegen; hij is ontstaan in de rookerij bij de worstfabriek. Enkele roo- keriien en een. gedeelte van den nieuwen bouw zijn geheel afgebrand. De korten tijd geleden nieuw ingerichte installatie van de worstfabriek werd door den vuur gloed beschadigd. Groote kwantiteiten worst en ham gingen verloren. De schade wordt door verzekering gedekt. De brandweer van Uithoorn, die over slechts één motorspuit beschikt, stond vrijwel machteloos tegenover het vuur en bepaalde zich tot het nathouden van de aangrenzende fabrieksgebouwen. Tegen 6 uur was men den brand, die ongeveer half drie was uitgebroken, meester. Een gedeelte van het bedrijf, dat 85 ar beiders heeft, staat stil. EEN KUNSTSCHILDERES AAN BRANDWONDEN BEZWEKEN. Woensdagnacht is in het gemeentelijk ziekenhuis in Den Haag tengevolge van het haar Woensdagavond in haar woning aan de Franklinstraat aldaar overkomen ongeval overleden de 70-jarige mevrouw A. J. J. van Thol—Ruysch, kunstschilde res. Mevrouw Van T. wilde haar gaskachel aansteken op het atelier op de tweede terdieping, en haar kleeren hebben toen vlam gevat. Zü ging daarop aanvankelijk naar haar woonkamer op de eerste ver dieping, waar o.a. eenige kranten vlam vatten, doordat zij daarmee in aanraking kwam. Hierdoor ontstond een begin van binnenbrand. Daarop ijlde zij naar het benedenhuis, bewoond door den heer A. S. Deze doofde met behulp van dekens de brandende kleeren van mevrouw Van Thol, die echter reeds over het geheele lichaam ernstige brandwonden had ge kregen. De gemeentelijke geneeskundigen dienst en de brandweer werden te hulp geroepen. Mevrouw Van T. werd naar het gem. ziekenhuis overgebracht, waar zij onder hevige pijnen omstreeks halftwee Woensdagnacht is bezweken, na nog te hebben verklaard, dat niemand eenige schuld aan het ongeval treft. BEROOVING TE AMSTERDAM. Zware straffen voor de daders. Een 25-jarige kleermaker en een vrouw hebben voor het Amsterdamsclie Ge rechtshof in hooger beroep terechtgestaan wegens berooving in een bekend, 'maar nu verdwenen roofhol' op de Prinsen gracht in de buurt van de Jordaan; de man bovendien ter zake van het misdrijf, strafbaar gesteld bij art. 250 bis van het Wetboek van Strafrecht. De Amsterdamsche Rechtbank had op 11 Juli j.1. de vrouw veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf wegens diefstal in vereeniging, doch den man die het perceel, dat geschikt gemaakt was om be- roovingen te plegen, aan de vrouw had verhuurd van het ten laste gelegde vrij gesproken. Op 7 October 1.L, toen de zaak het eerst voor het Hof diende, gelastte het Hof de gevangenneming van den man, op grond van vrees voor vlucht en om contact met de £etuigen te voorkomen, waarna de be- handeling van het proces op 9 October en 6 November met gesloten deuren werd voortgezet. De advocaat-generaal, mr. baron Van Farinxma thoe Slooten eischte tegen de vrouw twee. jaar en tegen den man vijf jaar gevangenisstraf. Uitspraak doende, vernietigde het Hof de beide vonnissen; verklaarde, opnieuw recht doende, de vrouw schuldig aan medeplichtigheid aan diefstal en veroor deelde haar tot één jaar en elf maanden gevangenisstraf, en legde den man we gens diefstal vier jaar gevangenisstraf op. Verduisteriny van f 18.000. Voor de rechtbank te Rotterdam hebben zich twee broers, directeuren van de Le vensverzekeringmaatschappij „Tot Nut en Voordeel", te verantwoorden gehad ter zake van verduistering van ieder 9000, ringmaatschappij, althans van de verze ten nadeele van genoemde levensverzeke- kerd'en, en van valscMieid in geschrifte. Do verdachten gaven toe ieder 9000 te hebben verduisterd. Zij hadden zich deze gelden toegeëigend door de posten van provisie voor agenten grooter in de boeken te verantwoorden dan deze in- wer kelijkheid waren. Zij waren hiertoe geko men omdat hun salaris, dat f 3400 be droeg, hun te weinig leek. Overigens von den zij hun handelwijze niet laakbaar, zij beschouwden de zaak als een famjliezaak en hun vader had altijd hetzelfde gedaan. Zij beweerden verder, dat er twee commis sarissen waren geweest die wisten, dat zij de posten voor onkosten aan de agenten vervalsehten, maar deze commissarissen waren inmiddels overleden. Nadat eenige commissarissen waren gehoord, die allen verklaarden niet ge- Ingezonden Mededeeling. (790) en springende lippen en springende lippen la dooua VAD 30-60 ta 90 ct- Tube S0 CL Bij Apotb. fa DroaUti» weten te hebben, dat de directeuren zich ieder f 9000 hadden toegeëigend, was het woord aan mr. J. 8. Blokker, de vertegen woordiger van het O. M. Spr. zeide in deze zaak niet te doen te hebben met imbecil- len, maar met te handige menschen. Er moet hier een ernstige les worden gesteld. Spr. eischte tegen ieder van de verdach-1 ten^een gevangenisstraf van een jaar. Uitspraak 4 December Buitenland. Overval op postbeambten. Te Wittenberg, een voorstad van Ber lijn, hebben Donderdagmorgen tegen 9 uur vier onbekende daders een overval, op vier postbeambten gepleegd, die op i weg naar de Rijksbank waren om daar! de gelden van het postkantoor te depo-j neeren. Naar de Berliner Zeitung am1 Mittag meldt, zijn 24.500 mark in handen van de dieven gevallen, die met een auto j onherkend zijn ontkomen. Het nummer' van den auto is echter vastgesteld. Toen j de intusschen gealarmeerde ambtenaren van de Rijksbank naar buiten kwamen, was de auto reeds honderden meters weg, zoodat de schoten van de ambtenaren zonder uitwerking bleven. De auto sloeg de richting naar Berlijn in. VOOR 100.000 MARK WISSELS GESTOLEN. In het centraal-station te Bielefeld is een brutale diefstal gepleegd. Terwijl postbeambten bezig waren aangeteekende paketten in een trein te laden, is een man onopgemerkt naar den wagen geslopen, waar hij een op den grond liggende bui del bemachtigde. Vóórdat de beambten wisten, wat er aan de hand was, was de dief over de rails gesprongen en verdwe nen. De vervolging kon niet dadelijk be ginnen, daar de trein zich juist in bewe ging zette. Politiehonden vonden geen spoor. In den gestolen buidel bevonden zich Rijksbankwissels ter waarde van medr dan 100.000 mark. Voor den dader zijn de wissels waardeloos, doch voor de bank is het verlies zeer onaangenaam. De directie van het postkantoor heeft een belooning van 100 mark uitgeloofd voor het vinden van den dader. Vader, die zijn kind vermoordt. Als elk. jaar opnieuw een bronchitis U komt waarschuwen dat bet koude Jaar getij Is- Ingetreden, waarom dan geen Abdijsiroop genomen? Menschen met sedert jaren telkens terugkeer ende bronchitis vonden daarbij baat. Abdijsiroop is weten schappelijk samengesteld, verwijdert de taaie met ziektekiemen bezoedelde slijm en helpt Uw ademhalingsorganen. Sedert menschen-heugenis geprezen bij pijnlijk en veelvuldig hoesten. Bronchitis, vastzitten de kou, Kinkhoest, Influenza, Asthma. „Voor de Boren Alom verkrijgbaar. Prijs FL 1.50,Fl. 2.7H Pt480 Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbon» (60 cu). Dan bespoedigt Ge Uw genezing. ABDIJSIROOP-BONBONS (Gestolde Abdijsiroop Weer teleurgestelde liefde. ,Js het thans zoo ver gekomen, dat de voornaamste moordzaken in Frankrijk het dooden van kinderen door hun ouders be treffen?" vraagt de rechtbankverslag gever van een der Parijsdhe bladen, die het proces van Georges Amouid, beschul digd van moord op zijn tienjarig zoontje, heeft bii'gewooxwLSediert de hervatting der zittingen na het zomerrecès hebben al drie vrouwen wegens een dergelijke gruwelijke misdaad terecht gestaan. Ditmaal was het een vader, die zich -van zijn kind ontdeed. In 1926 was Georges Arnould van zijn vrouw gescheiden. De toen zes jaar oude Marcel was hem toegewezen. Arnould was diamantbewerker en verdiende goed zijn brood. Toen zijn echtgenoot© hem had verlaten, ging hij samenwonen met mme. Schmidt, een brave vrouw uit het volk, zonder veel beschaving, maar zeer rechtschapen, die een tweede moeder werd voor Marcel. Vier jaar bleef zij bij Ar nould; toen de vrouw weigerde hem te huwen, werd besloten, dat zij heen zou gaan. Voor het Hof van Assisen was ook de 'moeder van Marcel verschenen. Amouid verklaarde, dat haar gedrag onwaardig was geweest, zoodat zij thans geenszins de bedroefde moeder behoefde te spelen. Hij verzekerde, dat hij zich mèt zijn kind had willen- dooden, uit liefdesmart, omdat de tweede vrouw hem had verlaten en hij niemand meer op de wereld had. Tien jaar dwangarbeid kreeg Georges Arnould OVERSTROOMING OP EEN DER HAW AI-EILANDEN. Uit Honoloeloe wordt gemeld, dat na een overstrooming 20 menschen vermist werden. Acht lijken zijn geborgen. Een bezoek aan de School voor Buitengewoon Lager Onderwijs hier ter plaatse. (Slot). Minderwaardigheidsgevoel van het kind Het was zaak de aandacht te vestigen op de wijze waarop hier de moeilijkheden worden opgelost van ieder kind apart om daardoor aan te toonen, dat het wensche- lijk is indien noodig de kinderen zoo spoedig mogelijk naar deze school te zenden, anders kan het gebeuren dat kinderen geheel vastraken met enkele vakken, waardoor zich een sterk minderwaardigheidsgevoel van hen meester kan maken. Zulk een zich min derwaardig voelen kan funeste gevol gen hebben voor het geheele verdere leven van het kind. Als daar „ik kan niet" komt bij de geringste moeilijkheid dan deprimeert dit zóó, dat de lust tot arbeid verloren kan raken en wat dit voor den mensoh- beteek-ent moet ieder maar eens bij zichzelf uitmaken. „Ik kan niet" moet als hij verschilnt, zoo spoedig mogelijk om hals gebracht worden. Men moet de vreugde zi e n opbloeien bü een kind, dat ontdekt, dat ook voor hem sommen maken mogelijk is: 't Hoofd komt omhoog en al wordt er ook gezegd door een ander: „ik maak ze veel moeilijker", dan klinkt een trotsch antwoord: „heb jij ook zes rijen gemaakt?" Voor zelfoverschatting het leven zelf een rem. heeft Nu kan zulk een kind gemakkelijk over slaan tot het andere uiterste: zelfover schatting, doch dan is daar straks de harde werkelijkheid der maatschappij om dit weg te nemen. Onderwijs van de Imbecillen. De imbecillen doen heel iets anders op school: Velen hunner beginnen met een voudige sorteeroefeningen om aan arbeid te gewennen. Direkt hierop worden van b.v. gesorteerde kralen voor werpen gemaakt, die praktische waarde hebben: een kralen matje. In deze gemaakte voorwerpen wordt nu een herhaling gglegd van b.v. tellen tot 3 of 4. Zoo is het kind meteen ongemerkt aan z'n intellectueele vorming bezig. En als het kind dan zulk een voorwerp mee naar huis mag nemen dan is het de koning te rijk. Spoedig begint het nu aan vlechtwerk: mandjes van pitriet: om te hebbenI Ook worden matten gevlochten van touw. In de patronen ligt weer een systematische opklimming van moeilijkheden. Zulke voorwer pen vertegenwoordigen een handelswaar de, welke z'n uitdrukking vindt in het ontvangen van loon voor verrichten ar beid: Ze voelen zich „arbeider" en vergis sen zich niet bij het aanwijzen en uitzoe ken van door hen gemaakt werkl Als nu nog weven en borstel ma- k e n geleerd worden, dan zijn ze op school al ten deele gevormd voor hun ver dere loopbaan. Geprobeerd wordt ook ernstig hen iets van lezen, schrijven en rekenen bü te brengen, omdat hen dit helpen kan bii hun werk en ook bij het doen van boodschappen of verkoopen van hun pro- dukfcen. Als inleiding voor dit schoolon derwijs doet men aan zintuigont wikkeling, zooals Dr. Maria Montes- sori deze oefeningen bij het onderwijs aan achterlijke kinderen vond; bij de Liefde broeders van Gent. Breedte, lengte, vormen, kleuren, enz. worden hier geleerd. Nazorg dringend noodig. Men voelt zeker wel, dat ook nA den schoolleeftijd een verdere bemoeiing met deze kinderen noodig is. Voor hen zal t.z.t. een werkplaats een vereisohte zijn. De zorg na den schoolleeftijd heet „na- zorq", welke meestal van een plaatselijke vereeniging, welke de belangen der ach terlijke kinderen behartigt, uitgaat. Dik wijls heeft men hier een belangrijke steun der gemeente, omdat bij de regeling der loonen enz. een groot deel der financieel© zorg voor sommige dezer personen naar aller tevredenheid en met de noodige kieschheid behandeld kan worden. Hier ter stede nog niet Een dergelijke vereeniging bestaat in Den Helder nog niet. Wel worden binnen kort pogingen aangewend om tot oprich ting te geraken, waar ook de uitzending naar eigen vacantiekolonies van zwakke kinderen tot de zorgen dezer vereeniging zal behooren en deze zorg reeds ter hand kan u-orden genomen, is oprichting nü reeds wenschelijk. Als straks tot oprichting wordt overge gaan is het zaak, dat velen onzer lezers, overtuigd als ze zullen zijn van het groote maatschappelijke belang dezer zaak, zich als lid zullen willen opgeven om daardoor te kunnen doen blijken van hun liefde voor deze misdeelde kinderen» wie veel ontbreekt, wat wij bezitten. Laten we hopen, dat Den Helder zijn plicht zal ver staan in dezen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 5