PPROL
"""Abdijsiroop
Tweede Blad.
GEMENGD NIEUWS
Jlivuse
&cfirtaXe
fiZiici
Bestrijdt toch
die Bronchitis!
Onderwijs en Opvoeding voor het misdeelde Kind
VAN ZATERDAG 22 NOVEMBER 1930
Iets over belastingen.
NAVORDERING VAN INKOMSTEN
BELASTING.
Viervoudige verhooging van
belasting.
IL')
Zagen wij in het vorig artikel aan welke
voorwaarden moet zijn voldaan, alvorens
er mogelijkheid van navordering kan zijn,
thans zullen wij nagaan, hoe de te weinig
betaalde belasting op het aanslagbiljet
tot uitdrukking komt.
Wanneer men, om een voorbeeld te
nemen aanvankelijk werd aangeslagen
naai- een zuiver inkomen van 4200 (ver
schuldigde totaal belasting, stel: 860),
terwijl door navordering dit zuiver in
komen wordt opgevoerd tot f 6000 (ver
schuldigde totaal belasting, stel: 640),
dan bedraagt de te weinig betaalde belas
ting dus 640860 of 280, en zal men
op zijn navorderingsaanslagbiljet een be
drag \-an 280 voor alsnog verschuldigde
belasting vermeld vinden. Maar daaren
boven zal op menig dergelijk aanslagbil
jet een viervoudige vermenigvuldiging
van deze te weinig betaalde belasting
worden uitgetrokken, zoodat het totaal
niet 280 bedraagt, maar 280 plus nog
eens viermaal 280 of in totaal 1400. En
wanneer men nu bedenkt, dat bij de in-
komstenbelastingheffing het progressie
beginsel is toegepast, zoodat men verhou
dingsgewijze van de laatste honderd gul
den van zijn inkomen een hooger percen
tage aan belasting betaalt dan van de
lagere, dan zal de gevolgtrekking voor
de hand liggen, dat, wanneer men de be
lasting van het boven zijn aanvankelijk
vastgesteld inkomen meer in aanmerking
genomen inkomensbestanddeel met vier
maal gaat verhoogen, het op het aanslag
biljet berekend bedrag een aanzeinlijke
hoogte kan bereiken. Zulks nog te meer,
waar ook do gemeentelijke inkomsten
belasting automatisch in de viervoudige
verhooging deelt.
Een en ander wordt geregeld in art. 85
der wet, luidende: „De in een naderen (d.
w. z. navorderings aanslag te begrijpen
belasting, wordt met het viervoud daar
van verhoogd, tenzij blijkt, dat slechts
over één belastingjaar te weinig belas
ting is geheven".
Blijkens de Memorie van Toelichting
op dit artikel gegeven, is deze verhooging
niet als straf voor de te lage aangifte be
doeld, doch als compensatie van het na
deel, dat de belastingplichtige door vroe
gere onjuiste aangiften aan de schatkist
kan of zal hebben berokkend.
We hebben hier dus te doen met een
rechtsvermoeden, hetwelk echter door
tegenbewijs kan worden ontzenuwd. De
verhooging bij navordering over één jaar,
blijft alleen dan achterwege, als de on
juistheid van het rechtsvermoeden, dat
het Rijk schade heeft geleden door te lage
aanslagen, ook lil andere jaren, is komen
vast te staan. Is dit laatste het geval,
blijkt er inderdaad slechts ten aanzien
van één jaar te weinig betaald te zijn, dan
valt er ook niets te compenseeren en be
perkt de navordering zich tot een enkel
voudige belastingheffing. In dit verband
worde nog gewezen op een arrest van den
H .R., waarin dit college besliste, dat, in
dien bij navordering over één jaar het
tot navordering aanleiding gevende feit
zich niet ook ten aanzien van vorige be
lastingjaren heeft voorgedaan, voorals-
ilog moet worden aangenomen, dat slechts
over één belastingjaar te weinig belas
ting is geheven. Maar blijkt, aldus een
ander arrest, dat, zij het uit anderen hoof
de, dan de navordering geschiedt, over een
voorafgaand jaar te weinig is betaald,
dan is de viervoudige verhooging wèl ver-
schuld gd. Eveneens zal de verhooging
verschuldigd zijn als over de voorafgaan
de jaren kan worden aangenomen, dat
het Rijk niet te kort is gedaan, maar over
een later jaar, dan dat, waarover de na
vordering geschiedt, te weinig is geheven.
Het zal duidelijk zijn, dat, wanneer dit
artikel 85 steeds zou moeten worden toe
gepast, het middel van navordering veel
te scherp zou werken, vooral ten aanzieh
van hen, die geheel te goeder trouw hun
inkomen te laag becijferden. Vandaar het
later ingevoegd artikel 87 bis, luidende:
„De raad van beroep bepaalt, dat de bij
art. 85 bedoelde verhooging niet ver
schuldigd zal zjjn, indien er voor zoover
de aanslag te laag is geweest of achter
wege is gebleven, tengevolge van een te
lage schatting van den aangever, en de
raad tot de overtuiging komt, dat die
schatting te goeder trouw heeft plaats ge
had. Toepassing van het vorenstaande
kan door de aangeslagene binnen twee
maanden na de dagteekening van het
(navorderings-) aanslagbiljet schriftelijk
worden verzocht".
In bepaalde gevallen kan men dus aan
de viervoudige verhooging ontkomen.
Dit kan echter alleen voor hem, die in
dex-tijd zijn aanslagbiljet overeenkomstig
de Wet heeft ingevuld, en dan alleen, als
er sprake is van een te goeder trouw ver
richtte schatting. Zoo zal hij die bepaalde
inkomsten, b.v. uit roerend kapitaal ver
zweeg, de verhooging niet kunnen ont-
loopen. Immers, zijn aanslag was niet te
laag, omdat hij ziin inkomsten te laag
schatte. Bij het niet aangeven van de op
brengst van bronnen van inkomen, komt
geen schatting te pas. Wel valt aan te
lage schatting te denken, als de aangever
b.v. het percentage van een overigens ge
oorloofde afschrijving te hoog stelde. In
het algemeen gesproken, heeft art. 87bis
het oog op onjuiste, doch te goeder trouw
verrichte persoonlijke waardeeringen en
begrootingen, welke met betrekking tot
sommige best-anddeelen van het inkomen,
bij de aangifte meermalen moeten plaats
vinden. Zij, die dwaalden, omtrent de toe
passing der wet, omtrent bepaalde inkom
sten of per abuis een deel van hun inko
men niet opgaven, kunnen dan ook geen
beroep op ai*t. Ü7bis doen. Ten aanzien
van hen biedt art. 110 der wet nog gele
genheid, om aan de verhooging te ont
komen. De minister van financiën kan
namelijk, aldus dit laatste artikel op grond
van dwaling of verschoonbaar verzuim,
kwijtschelding of vermindering verleenen
van de vieivoudige vei*hooging.
De practijk wijst voorts uit, dat de be
lastinginspecteurs direct zelf al de ver
hooging achterwege laten, als zij een ge
val van dwaling of verschoonbaar ver
zuim aanwezig achten. Daarnaast blijft de
verhooging steeds achtei-wege als de na
vordering wordt ingesteld, tengevolge van
een geheel uit eigen beweging gedane
verbetering der aangifte en de admi
nistratie der belastingen zelf nog niet op
het spoor der onjuistheid is gekomen, noch
binnenkort komen moest.
Het komt niet ondienstig voor nog eens
de aandacht te vestigen op het hier
omtrent aan de pers officieel verstrekt
communiqué hetwelk luidt:
„Nog steeds schijnen er personen te
zijn, die, nadat zij in vroegere jaren ver
mogens- of inkomstenbelasting hebben
ontdoken, blijven voortgaan met jaar in
jaar uit onjuiste aangiften in te leveren,
hoewel zij gaarne hun verhouding tot den
fiscus zouden willen zuiveren. De vrees
voor strafvervolging qf wel de onzeker
heid nopens de te betalen ontdoken be
lasting, weerhoudt hen hun belastingza
ken in het reine te brengen en voor het
vervolg juiste aangiften te doen. Naar wij
van bevoegde zijde hebben vernomen,
wordt echter in gevallen, waarin de be
lastingschuldige geheel uit eigen bewe
ging den inspecteur met de ontduikingen
in kennis stelt, volstaan met de vordering
van de te weinig betaalde belasting over
de jaren, waarvoor de termijn voor na
vordering nog niet is verstreken, dus over
ten hoogste 3 jaren, zonder eenlg© ver
hooging. Strafvervolging zal tegen zulk
een belastingschuldige niet worden Inge
steld. Bovendien kan aan hem, die de te
weinig betaalde belasting niet dadelijk en
in eens kan voldoen, gelegenheid worden
gegeven, het verschuldigde op eenigszins
langen termijn aan te zuiveren."
Alzoo, komt men geheel uit eigen bewe
ging zich bij den Inspecteur melden, dan
betaalt men alleen de enkelvoudige be
lasting over de laatste drie Jaren bij en is
daarmee de zaak in het reine. Men moet
evenwel uit eigen beweging komen. En
dit is duidelijk ook. Wanneer men op het
oogenblik, dat men kan vermoeden, dat
de ontduiking eerlang aan lret licht zal
komen, doordat men b.v. ter inspectie is
opgeroepen, schriftelijk nadere toelichtin
gen zijn gevraagd, of een rijksaccoun
tants-onderzoek is aangekondigd of be
gonnen, met de tot dusver verzwegen in
komsten voor den dag komt, is het vrij
willig karakter aan dan nog gedane mede-
deelingen omtrent onjuiste aangifte ont
nomen.
Binnenland.
Het vorige artikel werd geplaatst in
ons nummer van Zaterdag 15 November.
BOERENHOFSTEDE
AFGEBRAND.
55 stuks hoornvee omgekomen.
Woensdag is de groote boerenhofstede,
bewoond door M. Schotanus te Donlaga,
eigendom van de freules Eislnga te Leeu
warden, vermoedelijk tengevolge van
hooibroei tot den grond toe afgebrand.
Vijf en vijftig stuks hoornvee, een be
langrijke partij hooi en veel meubilair,
alsmede landbouwwerktuigen, gingen bij
den brand verloren.
EEN AANSLAG.
Door twee naaisters.
De naaisters H. J. O. en W. G. H. heb
ben bij mevr. P. in Molenstraat in Den
Haag aangebeld, en toen deze de deur
opende, een flesch met geest van zout,
naar haar geworpen. Mevrouw P. werd
door de gevaarlijke vloeistof niet geraakt;
er werd alleen schade aan den looper in
de gang toegebracht. De beide nunisters
zijn naar een politiebureau gebracht.
DE „BRUTALE AANRANDING" TE
STAMPERSGAT.
Het verhaal van v. et M. van a.
tot z. gefingeerd.
Men schrijft aan de Nw. Rott. Crt.:
Het onderzoek, dat de marechaussees te
Oudenbosch hebben ingesteld naar aan
leiding van een aanranding, die onder
Stampersgat door twee mannen zou zijn
gepleegd op den veekoopman S. v. de M.
uit Dinteloord, heeft uitgewezen, dat van
deze heele geschiedenis geen woord
waar is.
Op onze informatie- Donderdagmorgen
bij de marechaussees te Oudenbosch,
deelde de opperwachtmeester mee, dat
door verschillende aanwijzingen onom-
stootelijk is komen vast te staan, dat het
verhaal omtrent de aanx-anding is gefin
geerd.
Van andere zijde vernemen wij, dat v.
d. M. zaken deed voor een ander, met
wien hij een compagnonschap had aange- I
gaan. Het geld dat hij bij zich had wasl
van dezen compagnon. Tot heden is het
niet teruggevonden, maar het vermoeden
ligt voor de hand, dat hij het zich heeft'
toegeëigeixd en om de verdenking te ont
gaan, een aanranding heeft gefingeerd.
ZWARE FABRIEKSBRAND TE
UITHOORN.
Vannacht is door tot nu toe onbekende
oorzaak brand uitgebroken in het com
plex fabrieksgebouwen van de N.V. Uit-
hoornsche Baconfabrieken. De brand
werd ontdekt, toen de vlammen reeds naar
buiten sloegen; hij is ontstaan in de
rookerij bij de worstfabriek. Enkele roo-
keriien en een. gedeelte van den nieuwen
bouw zijn geheel afgebrand. De korten
tijd geleden nieuw ingerichte installatie
van de worstfabriek werd door den vuur
gloed beschadigd. Groote kwantiteiten
worst en ham gingen verloren. De schade
wordt door verzekering gedekt.
De brandweer van Uithoorn, die over
slechts één motorspuit beschikt, stond
vrijwel machteloos tegenover het vuur en
bepaalde zich tot het nathouden van de
aangrenzende fabrieksgebouwen. Tegen
6 uur was men den brand, die ongeveer
half drie was uitgebroken, meester.
Een gedeelte van het bedrijf, dat 85 ar
beiders heeft, staat stil.
EEN KUNSTSCHILDERES AAN
BRANDWONDEN BEZWEKEN.
Woensdagnacht is in het gemeentelijk
ziekenhuis in Den Haag tengevolge van
het haar Woensdagavond in haar woning
aan de Franklinstraat aldaar overkomen
ongeval overleden de 70-jarige mevrouw
A. J. J. van Thol—Ruysch, kunstschilde
res.
Mevrouw Van T. wilde haar gaskachel
aansteken op het atelier op de tweede
terdieping, en haar kleeren hebben toen
vlam gevat. Zü ging daarop aanvankelijk
naar haar woonkamer op de eerste ver
dieping, waar o.a. eenige kranten vlam
vatten, doordat zij daarmee in aanraking
kwam. Hierdoor ontstond een begin van
binnenbrand. Daarop ijlde zij naar het
benedenhuis, bewoond door den heer A.
S. Deze doofde met behulp van dekens
de brandende kleeren van mevrouw Van
Thol, die echter reeds over het geheele
lichaam ernstige brandwonden had ge
kregen.
De gemeentelijke geneeskundigen
dienst en de brandweer werden te hulp
geroepen. Mevrouw Van T. werd naar het
gem. ziekenhuis overgebracht, waar zij
onder hevige pijnen omstreeks halftwee
Woensdagnacht is bezweken, na nog te
hebben verklaard, dat niemand eenige
schuld aan het ongeval treft.
BEROOVING TE AMSTERDAM.
Zware straffen voor de daders.
Een 25-jarige kleermaker en een vrouw
hebben voor het Amsterdamsclie Ge
rechtshof in hooger beroep terechtgestaan
wegens berooving in een bekend, 'maar
nu verdwenen roofhol' op de Prinsen
gracht in de buurt van de Jordaan; de
man bovendien ter zake van het misdrijf,
strafbaar gesteld bij art. 250 bis van het
Wetboek van Strafrecht.
De Amsterdamsche Rechtbank had op
11 Juli j.1. de vrouw veroordeeld tot twee
jaar gevangenisstraf wegens diefstal in
vereeniging, doch den man die het
perceel, dat geschikt gemaakt was om be-
roovingen te plegen, aan de vrouw had
verhuurd van het ten laste gelegde vrij
gesproken.
Op 7 October 1.L, toen de zaak het eerst
voor het Hof diende, gelastte het Hof de
gevangenneming van den man, op grond
van vrees voor vlucht en om contact met
de £etuigen te voorkomen, waarna de be-
handeling van het proces op 9 October
en 6 November met gesloten deuren werd
voortgezet.
De advocaat-generaal, mr. baron Van
Farinxma thoe Slooten eischte tegen de
vrouw twee. jaar en tegen den man vijf
jaar gevangenisstraf.
Uitspraak doende, vernietigde het Hof
de beide vonnissen; verklaarde, opnieuw
recht doende, de vrouw schuldig aan
medeplichtigheid aan diefstal en veroor
deelde haar tot één jaar en elf maanden
gevangenisstraf, en legde den man we
gens diefstal vier jaar gevangenisstraf op.
Verduisteriny van f 18.000.
Voor de rechtbank te Rotterdam hebben
zich twee broers, directeuren van de Le
vensverzekeringmaatschappij „Tot Nut en
Voordeel", te verantwoorden gehad ter
zake van verduistering van ieder 9000,
ringmaatschappij, althans van de verze
ten nadeele van genoemde levensverzeke-
kerd'en, en van valscMieid in geschrifte.
Do verdachten gaven toe ieder 9000
te hebben verduisterd. Zij hadden zich
deze gelden toegeëigend door de posten
van provisie voor agenten grooter in de
boeken te verantwoorden dan deze in- wer
kelijkheid waren. Zij waren hiertoe geko
men omdat hun salaris, dat f 3400 be
droeg, hun te weinig leek. Overigens von
den zij hun handelwijze niet laakbaar, zij
beschouwden de zaak als een famjliezaak
en hun vader had altijd hetzelfde gedaan.
Zij beweerden verder, dat er twee commis
sarissen waren geweest die wisten, dat zij
de posten voor onkosten aan de agenten
vervalsehten, maar deze commissarissen
waren inmiddels overleden.
Nadat eenige commissarissen waren
gehoord, die allen verklaarden niet ge-
Ingezonden Mededeeling. (790)
en springende lippen
en springende lippen
la dooua VAD 30-60 ta 90 ct- Tube S0 CL Bij Apotb. fa DroaUti»
weten te hebben, dat de directeuren zich
ieder f 9000 hadden toegeëigend, was het
woord aan mr. J. 8. Blokker, de vertegen
woordiger van het O. M. Spr. zeide in deze
zaak niet te doen te hebben met imbecil-
len, maar met te handige menschen. Er
moet hier een ernstige les worden gesteld.
Spr. eischte tegen ieder van de verdach-1
ten^een gevangenisstraf van een jaar.
Uitspraak 4 December
Buitenland.
Overval op postbeambten.
Te Wittenberg, een voorstad van Ber
lijn, hebben Donderdagmorgen tegen 9
uur vier onbekende daders een overval,
op vier postbeambten gepleegd, die op i
weg naar de Rijksbank waren om daar!
de gelden van het postkantoor te depo-j
neeren. Naar de Berliner Zeitung am1
Mittag meldt, zijn 24.500 mark in handen
van de dieven gevallen, die met een auto j
onherkend zijn ontkomen. Het nummer'
van den auto is echter vastgesteld. Toen j
de intusschen gealarmeerde ambtenaren
van de Rijksbank naar buiten kwamen,
was de auto reeds honderden meters weg,
zoodat de schoten van de ambtenaren
zonder uitwerking bleven. De auto sloeg
de richting naar Berlijn in.
VOOR 100.000 MARK WISSELS
GESTOLEN.
In het centraal-station te Bielefeld is
een brutale diefstal gepleegd. Terwijl
postbeambten bezig waren aangeteekende
paketten in een trein te laden, is een man
onopgemerkt naar den wagen geslopen,
waar hij een op den grond liggende bui
del bemachtigde. Vóórdat de beambten
wisten, wat er aan de hand was, was de
dief over de rails gesprongen en verdwe
nen. De vervolging kon niet dadelijk be
ginnen, daar de trein zich juist in bewe
ging zette. Politiehonden vonden geen
spoor. In den gestolen buidel bevonden
zich Rijksbankwissels ter waarde van
medr dan 100.000 mark. Voor den dader
zijn de wissels waardeloos, doch voor de
bank is het verlies zeer onaangenaam. De
directie van het postkantoor heeft een
belooning van 100 mark uitgeloofd voor
het vinden van den dader.
Vader, die zijn kind vermoordt.
Als elk. jaar opnieuw een bronchitis U
komt waarschuwen dat bet koude Jaar
getij Is- Ingetreden, waarom dan geen
Abdijsiroop genomen? Menschen met sedert
jaren telkens terugkeer ende bronchitis
vonden daarbij baat. Abdijsiroop is weten
schappelijk samengesteld, verwijdert de
taaie met ziektekiemen bezoedelde slijm
en helpt Uw ademhalingsorganen. Sedert
menschen-heugenis geprezen bij pijnlijk en
veelvuldig hoesten. Bronchitis, vastzitten
de kou, Kinkhoest, Influenza, Asthma.
„Voor de Boren
Alom verkrijgbaar. Prijs FL 1.50,Fl. 2.7H Pt480
Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbon»
(60 cu). Dan bespoedigt Ge Uw genezing.
ABDIJSIROOP-BONBONS (Gestolde Abdijsiroop
Weer teleurgestelde liefde.
,Js het thans zoo ver gekomen, dat de
voornaamste moordzaken in Frankrijk het
dooden van kinderen door hun ouders be
treffen?" vraagt de rechtbankverslag
gever van een der Parijsdhe bladen, die
het proces van Georges Amouid, beschul
digd van moord op zijn tienjarig zoontje,
heeft bii'gewooxwLSediert de hervatting der
zittingen na het zomerrecès hebben al drie
vrouwen wegens een dergelijke gruwelijke
misdaad terecht gestaan. Ditmaal was het
een vader, die zich -van zijn kind ontdeed.
In 1926 was Georges Arnould van zijn
vrouw gescheiden. De toen zes jaar oude
Marcel was hem toegewezen. Arnould
was diamantbewerker en verdiende goed
zijn brood. Toen zijn echtgenoot© hem
had verlaten, ging hij samenwonen met
mme. Schmidt, een brave vrouw uit het
volk, zonder veel beschaving, maar zeer
rechtschapen, die een tweede moeder werd
voor Marcel. Vier jaar bleef zij bij Ar
nould; toen de vrouw weigerde hem te
huwen, werd besloten, dat zij heen zou
gaan.
Voor het Hof van Assisen was ook de
'moeder van Marcel verschenen. Amouid
verklaarde, dat haar gedrag onwaardig
was geweest, zoodat zij thans geenszins
de bedroefde moeder behoefde te spelen.
Hij verzekerde, dat hij zich mèt zijn kind
had willen- dooden, uit liefdesmart, omdat
de tweede vrouw hem had verlaten en hij
niemand meer op de wereld had.
Tien jaar dwangarbeid kreeg Georges
Arnould
OVERSTROOMING OP EEN DER
HAW AI-EILANDEN.
Uit Honoloeloe wordt gemeld, dat na
een overstrooming 20 menschen vermist
werden. Acht lijken zijn geborgen.
Een bezoek aan de School voor Buitengewoon Lager Onderwijs
hier ter plaatse.
(Slot).
Minderwaardigheidsgevoel van
het kind
Het was zaak de aandacht te vestigen
op de wijze waarop hier de moeilijkheden
worden opgelost van ieder kind apart om
daardoor aan te toonen, dat het wensche-
lijk is indien noodig de kinderen zoo
spoedig mogelijk naar deze
school te zenden, anders kan het
gebeuren dat kinderen geheel vastraken
met enkele vakken, waardoor zich een
sterk minderwaardigheidsgevoel van hen
meester kan maken. Zulk een zich min
derwaardig voelen kan funeste gevol
gen hebben voor het geheele verdere
leven van het kind. Als daar „ik kan niet"
komt bij de geringste moeilijkheid dan
deprimeert dit zóó, dat de lust tot arbeid
verloren kan raken en wat dit voor den
mensoh- beteek-ent moet ieder maar eens
bij zichzelf uitmaken.
„Ik kan niet" moet als hij verschilnt,
zoo spoedig mogelijk om hals gebracht
worden. Men moet de vreugde zi e n
opbloeien bü een kind, dat ontdekt,
dat ook voor hem sommen maken mogelijk
is: 't Hoofd komt omhoog en al wordt er
ook gezegd door een ander: „ik maak ze
veel moeilijker", dan klinkt een trotsch
antwoord: „heb jij ook zes rijen gemaakt?"
Voor zelfoverschatting
het leven zelf een rem.
heeft
Nu kan zulk een kind gemakkelijk over
slaan tot het andere uiterste: zelfover
schatting, doch dan is daar straks de harde
werkelijkheid der maatschappij om dit weg
te nemen.
Onderwijs van de Imbecillen.
De imbecillen doen heel iets anders op
school: Velen hunner beginnen met een
voudige sorteeroefeningen om
aan arbeid te gewennen. Direkt hierop
worden van b.v. gesorteerde kralen voor
werpen gemaakt, die praktische waarde
hebben: een kralen matje.
In deze gemaakte voorwerpen wordt nu
een herhaling gglegd van b.v. tellen tot
3 of 4. Zoo is het kind meteen ongemerkt
aan z'n intellectueele vorming bezig.
En als het kind dan zulk een voorwerp
mee naar huis mag nemen dan is het de
koning te rijk. Spoedig begint het nu aan
vlechtwerk: mandjes van pitriet: om
te hebbenI Ook worden matten gevlochten
van touw. In de patronen ligt weer een
systematische opklimming
van moeilijkheden. Zulke voorwer
pen vertegenwoordigen een handelswaar
de, welke z'n uitdrukking vindt in het
ontvangen van loon voor verrichten ar
beid: Ze voelen zich „arbeider" en vergis
sen zich niet bij het aanwijzen en uitzoe
ken van door hen gemaakt werkl
Als nu nog weven en borstel ma-
k e n geleerd worden, dan zijn ze op
school al ten deele gevormd voor hun ver
dere loopbaan.
Geprobeerd wordt ook ernstig hen iets
van lezen, schrijven en rekenen
bü te brengen, omdat hen dit helpen kan
bii hun werk en ook bij het doen van
boodschappen of verkoopen van hun pro-
dukfcen. Als inleiding voor dit schoolon
derwijs doet men aan zintuigont
wikkeling, zooals Dr. Maria Montes-
sori deze oefeningen bij het onderwijs aan
achterlijke kinderen vond; bij de Liefde
broeders van Gent.
Breedte, lengte, vormen, kleuren, enz.
worden hier geleerd.
Nazorg dringend noodig.
Men voelt zeker wel, dat ook nA den
schoolleeftijd een verdere bemoeiing met
deze kinderen noodig is. Voor hen zal t.z.t.
een werkplaats een vereisohte zijn.
De zorg na den schoolleeftijd heet „na-
zorq", welke meestal van een plaatselijke
vereeniging, welke de belangen der ach
terlijke kinderen behartigt, uitgaat. Dik
wijls heeft men hier een belangrijke steun
der gemeente, omdat bij de regeling der
loonen enz. een groot deel der financieel©
zorg voor sommige dezer personen naar
aller tevredenheid en met de noodige
kieschheid behandeld kan worden.
Hier ter stede nog niet
Een dergelijke vereeniging bestaat in
Den Helder nog niet. Wel worden binnen
kort pogingen aangewend om tot oprich
ting te geraken, waar ook de uitzending
naar eigen vacantiekolonies van zwakke
kinderen tot de zorgen dezer vereeniging
zal behooren en deze zorg reeds ter hand
kan u-orden genomen, is oprichting nü
reeds wenschelijk.
Als straks tot oprichting wordt overge
gaan is het zaak, dat velen onzer lezers,
overtuigd als ze zullen zijn van het groote
maatschappelijke belang dezer zaak, zich
als lid zullen willen opgeven om daardoor
te kunnen doen blijken van hun liefde
voor deze misdeelde kinderen» wie veel
ontbreekt, wat wij bezitten. Laten we
hopen, dat Den Helder zijn plicht zal ver
staan in dezen.