KONUD'S Geldersche Worst
DE CRISIS IN DEN LANDBOUW.
KER5TBOOMEN EN
HULST MET BESSEN
„DE LELIE"
NIEMEUER'S
HEERENBAAI
_V00R FIJNPROEVERS,
Radiografisch Weerbericht.
SPOORSTRAAT 122
TELEFOON 339
Defenaie-begrootliig.
Voor zoover zij betrekking hebben op
de Marine, volgen hier de discussies.
Bij art. 47 betoogt de heer Van de
Bilt r.-k.dat onderwijs in opvoed-
kunde noodig is voor aanstaande zee
officieren en dringt hij aan op een duurte-
toeslag voor het marinepersoneel in W.-
Indië.
De heer Van der Bilt (v.b.) be
pleit een maximum van 8000 bezoldi
ging voor den eerst aanwezend electro-
technischen ingenieur bij de marine.
De heer Brautigam (s.d.) behan
delt persöneel-aangelegenheden.
De Minister van Defensie, de heer
D e c k e r s, heeft in beginsel geen be
zwaar tegen onderwijs in de opvoedkunde
aan de adelborsten; de moeilijkheid is,
een geschikt leeraar te vinden.
Het K.B., waarbij aan het marineper
soneel op Curagao een duurtetoeslag zal
worden toegekend ligt gereed.
Wat het salaris aangaat voor den
eerst-aanwezend electro-technische inge
nieur, wil spr. overwegen, of er aanlei
ding bestaat, dat te verhoogen. Men derv
toekomstigen commandant van de zee
macht in Indië is spr. in overleg getreden
over de instelling van georganiseerd over
leg voor het Indische marinepersoneel.
Bij artikel 76 verklaart de heer Van
de Bilt met genoegen te hebben verno
men. dat de minister overweegt ook kor
poraals in de gelegenheid te stellen hun
gezin naar Indië mee te nemen. De minis
ter bekijke de schepen eens, die voor het
vervoer van manschappen dienen.
De Minister zal, indien hij daartoe
gelegenheid heeft, dat gaarne doen.
Bij artikel 112 wijst de heer Wijn
koop op het groot aantal vliegongeluk
ken. De oorzaak ligt vaak aan omstan
digheden aan den vliegdienst verbonden.
Men plaatst de menschen op vreemde
toestellen, waarvan zij niet voldoende er
varing hebben. De ongelukken zijn aan
de slechte geoefendheid te wijten. Spr.
eischt van dezen minister, dat daartegen
maatregelen worden genomen.
De heer Van D ij k acht het beden
kelijk, dat deze diensttak zoo slecht ver-i
zorgd wordt. Er is voor motoren en re-
servedeelen de laatste jaren zoo weinig
uitgetrokken, dat er groot tekort is. De
minister spreekt van een tekort aan ge
oefende vliegers en wijt daaraan de ge
ringe aanschaffing van vliegtuigen. Doch
dit tekort mag geen aanleiding zijn om de
raaterieelvoorziening te blokkeeren.
De heer Ter Laan constateert, dat
terwijl er geen geld voor sociale maat
regelen over is, nier weer een aandrang
komt om voor den vliegdienst handen vol
geld uit te geven.
De Minister zegt de juistheid te
zullen onderzoeken van de beschuldiging,
dat plaatsen worden gegeven aan niet-
gebreveteerde vliegers. Van blokkeeren
van de aanschaffing van nieuwe vlieg
tuigen is geen sprake. De aanschaffing
gaat alleen voor 1931 in wat langzamer
tempo. Spr. heeft het vraagstuk van den
geheelen militairen vliegdienst in onder
zoek genomen.
De Hembrug.
Over de Hembrug sprekend, zegt de
heer Van Zadelhoff (s.d.) het on
gehoord te vinden, dat dit bedrijf mede
werkt aan de levering van moordtuigen
aan het buitenland, door hand- en span
diensten te verleenen aan het internatio
nale oorlogskapitalisme en voor tiendui
zenden munitie te leveren aan de Hol-
landsche Industrie- en Handelmaatschap
pij te Rotterdam, die de munitie aan
China levert. De minister juicht dit toe uit
een oogpunt van werkverschaffing en om
dat we daaraan verdienen. Wanneer daar
in China duizenden worden doodgescho
ten, dan kunnen wij er prat op gaan, dat
dit ons werk is (vroolijkheid).
Hij dient een motie in, luidende:
De Kamer van oordeel, dat het staats
bedrijf der artillerie-inrichtingen noch
rechtstreeks, noch onmiddellijk leveringen
van munitie en oorlogstuig behoort te
doen aan anderen dan den Staat der Ne
derlanden, gaat over tot de orde van der
dag.
De Minister zegt, dat de heer Van
Zadelhoff de zaak voorgesteld heeft ver
buiten haar proporties. Het is een inter
nationaal gebruik, dat steeds munitie
fabrieken elkaar over de grenzen hulp
bieden waar deze noodig is. Deze parti
culiere fabriek had op een enkel onder
deel hulp noodig. Spr. heeft haar ge
vraagd die hulp te zoeken bij de particu
liere industrie. Toen zij deze niet kon krij
gen heeft spr. ze geholpen, mede bij wijze
van werkverschaffing. Een dergelijk ge
val blijft uitzondering.
De motie-Van Zadelhoff wordt ver
worpen.
Bij artikel 143 dringt mevr. Bakker
Nort erop aan, dat bij de verleening
van een toelage aan de weduwen van
oud-gepensionneerden geen onderzoek
naar haar omstandigheden zal worden in
gesteld.
De heer V a n d e Bilt bepleit uitge
steld pensioen na tien leren dienst.
MeJ. Westerman (lib.) sluit zich
aan bij mevr. BakkerNort.
De heer Ter Laan zegt reeds jaren
geleden te hebben bepleit, dat deze oude
weduwen onder de wet zouden worden
gebracht.
De M i n i s t e r zal er angstvallig voor
waken dat het onderzoek naar den wel
stand dezer weduwen op de meest delicate
wijze zal worden Ingesteld. Den wensch
van den heer van de Bilt zal spr. over
wegen.
Bij art. 165 dringt de heer Van de
Bilt aan op een hooger aanvangstrac-
tement van de loodsschippers.
De heer Brautigam (s.d.) komt
op tegen de zware straffen, aan het loods-
personeel opgelegd en achit de arbeids
tijden der binnenloodsen, die te Antwer
pen zijn gestationneerd, veel te lang. Het
personeel der lichtschepen moet een
maand dienst doen aan boord en verblijft
dan 14 dagen aan den wal. De organisa
ties verlangen: 14 dagen aan boord; 14
dagen aan den wal.
Nadat de Defensie-begrooting is afge
handeld, is men genaderd tot het wets
ontwerp Verbinding AmsterdamBoven-
Rijn. Maandagmiddag wordt hieromtrent
verder vergaderd.
De begrooting wordt goedgekeurd.
Vergadering van landbouwers
te Behagen.
Byna alle takken van nijverheid gaan
gebukt onder de huidige economische
malaise. Vooral de landbouw heeft het
zwaar te verantwoorden, waarover in de
couranten reeds vaak is geschreven.
Ter bespreking van de moeilijkheden
in den landbouw, was to Schagen een ver
gadering uitgeschreven voor de landbou
wers, door de afdeelingen van de Holland-
sche Maatschappij van Landbouw in het
Noorden van Noord-Holland.
Deze vergadering werd Donderdagmor
gen om elf uur gehouden in het Noord-
Hollandsch Koffiehuis en was zeer goed
bezocht.
De voorzitter van de commissie tot voor
bereiding van deze vergadering, de heer
C. D. Rezelman, heette de aanwezigen na
mens dat comité hartelijk welkom, vooral
de rijks- en provinciale bestuurders, de
burgemeesters van Schagen en omlig
gende gemeenten, het hoofdbestuur van
de Holl. Mij. van Landbouw. Verder heet
de heer Rezelman welkom de sprekers van
deze vergadering, Ir. Huisman, de secre
taris van de Holl. Mij. v. Landbouw, en de
heer Wijdenes Spaans Jr., Dijkgraaf van
het Hoogheemraadschap Noord-Hollands
Noorderkwartier, benevens de pers.
Het comité, aldus de heer Rezelman,
hoeft besloten deze bijeenkomst te houden
om de moeilijkheden in den landbouw te
bespreken. Wij steunen hiermede het werk
van de mannen, die geroepen zijn onze
belangen bit de regeering te bepleiten. Die
hebben den steun van den praetischen
landbouw erg noodig, Den laatsten tijd
heeft men kunnen opmerken* dat reeds
verscheidene pogingen, die tot verbetering
van den toestand in den landbouw werden
aangewend, door het niet landbouwend
deel van de bevolking critisch werden
ontvangen en tegengewerkt. Speciaal met
de bevolking uit de steden is dit het geval.
Over. het algemeen schijnt de stedeling
niet te beseffen, dat zijn welvaart groo-
tendeels afhangt van het platteland. Te
pogén hen die meening wel bij te bren
gen zal in de toekomst tot de taak der
landbouwers behooren. Laat ons hopen,
dat de regeering zal toonen, dat zij zich
bewust is van de beteekenis van een
bloeiend landbouwbedrijf voor ons volk,
dat zij het zich een plicht rekent, te zor
gen, dat zi1 niet onder gaat in de ooncur-
rentie met andere landen, waar de landr
bouw bijna zonder uitzondering krachtig
gesteund wordt. De regeering zal daarmee
dienen een algemeen volksbelang.
Met den wensch, dat de vergadering er
toe moge leiden dat de aanwezigen nader
tot hun gemeenschappelijk doel mogen
komen, verklaart Rezelman de vergade
ring voor geopend.
Rede van Ir. Hulsman.
De secretaris van de Holl. Mij. v. Land
bouw, Ir. Huisman, hield een inleiding
over de landbouwcrisis.
Do algemeene crisis, ving de heer
Huisman zijn rede aan» is bezig de wel
vaart van het platteland te ondermijnen,
In dezen tijd is het de plicht van U allen,
te streven naar hulp van de regeering.
Spr. illustreert den huidigen toestand
met eenige indexcijfers. Stelt men den
prijs van de tarwe in den tijd 19101914
op 100, dan is deze tegenwoordig 69, dus
ongeveer 2/3 van voor den oorlog. Voor
gerst is dit cijfer 65, voor erwten 69, sui
ker 64, stioo 64. Het gunstigste, hoewel
dit betrekkelijk is, staan de aardappelen
er voor met een' indexcijfer van 189. Dit
lijkt gunstig, maar dit is evenwel niet
zoo. Sedert den oorlog is het loon ver
dubbeld. Het indexcijfer van het loon van
den landarbeider is 204, waaruit men
kan zien, dat het indexcijfer van aardap
pelen niet zoo gunstig is als het lijkt.
De toestand is dus geenszins rooskleurig.
Niet alleen het indexcijfer van de loonen
is hoog, maar dit geldt voor alle bedrijlo
onkosten. De prijzen voor graan enz. zijn
nu zelfs nog lager dan in 1880, toen van
een zeer ernstige crisis werd gesproken.
Toen was het loon nog veel lager dan in
1910—1914.
Deze cijfers wijizen uit, dat de 'nndbou-
wer tot ondergang gedoemd is vi1h er niet
spoedig wordt ingegrepen* Ons pogen
moet zijn het zoover te brengen, dat de
boer niet gedwongen ls het bedrijf te ver
laten waarop hij leeft. Mon zegt, dat de
akkerbouw kapitaalkrachtig genoeg is,
dat lij het wel kunnen uitzingen, maar
dat is niet waar. Ons boekhoudbureau
wijst aan, dat de massa weinig kapitaal
krachtig ls. Zoo waren er 60 kapitaal
krachtige bedrijven Ingeschreven, doch
thans is daarvan 40 die niet alleen geen
duit meer bezltton, maar bovendien zich
nog ln de schuldon hebben moeten ste-
kon* Daarnaast staat een groote groep,
die zoo wlenlg kapitaal hebbon, dat dit
met hen binnen afzlenbaren tijd ook wol
het geval zal zijn. Het vermogen, dat de
meeste boeren hebben, ls ln land belegd.
Dit ls den laatsten tijd sterk ln prijs ver
minderd en li onbruikbaar als onderpand
voos oredlei De bestaande hypotheken
kunnen ook niet worden verhoogd, in
verband met de opbrengst van den grond
bij executie.
De crisis di© wij thans beleven, komt
tot uiting in een algemeene prijsdaling,
en hoe algemeener deze daling is, hoe ge
makkelijker een volk de crisis kan dra
gen, omdat iedereen er een gedeelte van
op zijn schouders neemt. In de industrie
kennen wij echter een groot aantal be
drijnen, die trusts en kartels vormen, die
onderling allerlei prijsafspraken doen.
Men heeft ook bedrijven die voor de plaat
selijke markten produceeren. Deze hebben
dan de gelegenheid de landelijke prijzen
te beheerschen. Deze beschutte bedrijven
dragen dus niet in zoo sterke mate mede
aan den crisis als de landbouwers, die af
hankelijk zijn van de wereldmarkt. Spr.
haalt hiervan voorbeelden aan uit de druk
kers- en bakkerswereld. Daar verdienen
de arbeiders goede loonen. In den land
bouw zou men dit ook graag willen doen,
maar dat kan niet, omdat de producten
naar het buitenland gaan.
Geen vrije concurrentie.
Het is dus noodig bij de regeering om
steun voor de onbeschutte bedrijven te
vragen. Wij zouden tegen het op prijs
houden in de beschutte bedrijven geen
overwegend bezwaar hebben, als wij zelf
maar in vrije concurrentie met het bui
tenland konden concurreeren. Dat kan
evenwel niet. Duitschland heeft het in
voerrecht op tarwe verhoogd van 6 op 25
mark. Deze bescherming sluit practisch
de grens voor den invoer van tarwe, voor
de gerst is dit evenzoo. Bovendien heeft
Duitschland dan nog een maal- en meng
gebod, terwijl Duitschland door dumping
het teveel geproduceerde nog op de bui-
tenlandsche markten probeert kwijt te
raken. Nog meer «voorbeelden geeft spr.
van de bescherming van landbouw^rtike-
len in Duitschland, Zoo heeft men daar
een groot invoerrecht op mais, maar om
dat de maizenafabrieken dit product moe
ten verwerken, mogen deze gerst invoé-
ren, dat niet zoo zwaar wordt belast. Dit
systeem van invoerrechten maakt, dat de
Duitsche landbouw het hoofd boven wa
ter kan houden.
Protectie.
In verschillende andere landen wordt de
landbouw eveneens goed beschermd. De
Vereenigde Staten en Canada verkeeren
in» de omstandigheid, dat het bijna on
mogelijk is den binnenlandschen graan
bouw te beschermen. Ze hebben het ge-,
probeerd door groote hoeveelheden graan
uit de markt te nemen, en die geleidelijk
te spuien om zoodoende de prijzen op peil
te houden, maar dit heeft tot oorzaak ge
had, dat de crisis alleen later en teen veel
heftiger is ingetreden. De suikerbieten
worden in alle landen zeer zwaar be
schermd. Over het algemeen wordt de
landbouw sterker beschermd dan de in
dustrie. In verschillende landen geldt het
motief daarvoor, dat men wil trachten het
voedsel dat in die landen noodig is, zelf
te produceeren.
Als de vrije concurrentie in- de tarwe-
bouw over de geheele wereld bestond, dan
zou de tarweteelt sterk gekrompen zijn
toen de crisis begon. Overal wordt de
landbouw kunstmatig beschermd. Het
land dat dit niet doet, zal zijn cultuur
moeten opheffen en dat zal ons land zijn,
als de tegenwoordige lage prijzen zullen
blijven.
De lage prijzen niet alleen in
ons land.
Een Canadeesch landbouwer heeft ge
schreven, dat in Canada ook de crisis ern-1
stig heerscht, dat bewijzen de tegenwoor-
dige prijzen. De prijs van de landbouw
producten ligt in alle werelddeelen ver!
beneden de productiekosten. Hij vertelt,
dat hij 4.20 per 100 k.g. tarwe maakt,
terwijl hij minstens 8.50 moest krijgen.
De vervoerkosten van Amerika hier naar
toe (van Canada is het misschien iets
duurder) bedragen 1.70 'per 100 k.g., zoo- I
dat de prijs op de wereldmarkt ongeveer
10 meet zijn, wil de Canadeesche boer
zich kunnen handhaven.
Wanneer de suikerbietencultuur niet in
alle landen beschermd werd, zou zij zijn;
verdwenen ln Engeland en in verschei
dene andere landen ln noodlijdenden toe
stand verkeeren. Alleen In. ons land zou
deze cultuur zich kunnen handhaven, om
dat de voortbrenging op zuik een hoog
poll staat. De roep om steun voor deze
cultuur Is liier dan ook veel later te voor
schijn gekomen dan in andere landen.
Nu kan men nog vragen jof het noodig
ls de landbouw to handhaven; of het niet
raadzaam ls om hem maar te laten uit
zieken. Men heeft bij een beroepstelling
nagegaan hoeveel personen er ln den land
bouw en hoeveel er in de industrie werk
zaam waren. In don landbouw werken
622.514 personen en in de industrie
1.028.185. Maar onder deze industrie heeft
men begrepen de sinedon, do wagen
makers, de schilders, de bakkers enz., die
allemaal ook op het platteland leven on
afhankelijk zijn van de welvaart van de
landibouwres. De algemeene welvaart is
afhankelijk van den landbouw. De land
bouw schept primaire welvaart, de mid
denstand niet.
ln de industrie zijn ook ondergebracht
de werkers in do suikerfabrieken, in de
zuivelfabrieken en alle andere bedrijven
die van den landbouw afhankelijk zijn.
60 van de bevolking is afhankelijk van
de welvaart in den landbouw.
De Centrale Landbouworganisaties heb
ben verleden jaar den toestand besproken
en hebben dit jaar een urgentie-program
ma vastgesteld, dat bevat, steun aan de
suikercultuur en tarwecultuur en aard
appelindustrie. De minister heeft toen een
commissie hiervoor ingesteld en de tarwe-
wet is aanhangig gemaakt.
Maal- en meng gebod.
Van het maal- en menggebod kan men
de behandeling spoedig tegemoet zien.
Het maalgebod beteekent .de verplichting
van iederen meelfabrikant om in zijn
tarwe 10 binnenlandsche tarwe te doen
en deze te vermalen. Daarnaast staat het
menggebod voor den meelimporteur om in
zijn Amerikaansülie bloem een percentage
inlandsche bloem te doen, daar anders
onze eigen maalindustrie niet meer bon
bestaan.
Daardoor bereikt men ook een hoogere
prjjs voor de tarwe, hetgeen een wet van
vraag en aanbod is. De vraag heeft de
regeering in de hand om het procent in
landsche tarwe, dat vermengd zal worden,
te bepalen.
Tegen het maal- en menggebod is ge
weldig veel bezwaar ingebracht, door de
meelimporteurs, door de bakkers, ver-
bruiksvereenigingen enz. Men denkt dat
het duur en sluecht brood zal geven. Die
argumenten zijn van de baan, zij zijn be
hoorlijk weerlegd. Het gaat nu alleen maar
over de practische bezwaren van de
meelimporteurs en spr. hoopt, dat de 2e
Kamer over deze bezwaren zal heenstap
pen.
Door den landbouw te steunen, steunt
men ook indirect de andere takken van
nijverheid. Immers, de boeren worden
weerhouden hun bedrijf te gaan omzetten
in veeteelt of tuinbouw, wat voor deze be
drijven weer schade zou beteekenen. Het
maal- en menggebod heeft dat voordeel,
dat de afzet wordt aangewezen.
BRtE WATERSTRAAT.
Frio&chc Zg
10-18 csnt» per half on»
Sociale lasten.
Thans komt spr. nog even op de sociale
lasten, die op het bedrijf drukken. Het
Kon. Ned. Landbouw-Comité heeft de re
geering verzocht om tijdelijke vrijstelling
van de betaling van sociale lasten, welk
verzoek zeer goed gemotiveerd was. De
landbouwer 'betaalt niet alleen de lasten
voor zijn eigen arbeiders, maar ook die
van den timmerman» den smid, enz., in
het algemeen.
Practisch komt het hierop neer, dat de
onbeschutte bedrijven ook de lasten op
brengen voor het personeel van» de be
drijven waar men meer verdient dan de
landarbeider.
De minister heeft negatief op het ver
zoek geantwoord, het punt blijft echter
op het programma staan. Er zijn wel meer
dingen geweest die bij, eerste vraag niet
werden toegestaan, maar die door vol
houden toch verkregen werden. Spr. vijst
er op, dat de toestanden ernstig zijn, maar
dat men vertrouwen moet hebben in de
leiders, die met vaste wil voor de belangen
der landbouwers opkomen.
Had men vroeger nog wel eens te ma
ken met weinig appreciatie van sommige
groepen van de bevolking, voor den land
bouw, thans is er bijna niemand meer of
hij is overtuigd dat er iets moet worden
gedaan. Spr. hoopt, dat alle aanwezigen
achter hun leiders zullen staan, opdat hun
aller ideaal verwezenlijkt kan worden, ilL
hulp in den nood.
Rede van den heer Wijdenes
Spaans Jr.
Deze heer sprak over de kosten van het
onderhoud van wegen door Waterschap
pen voorheen en thans en de middelen
tot betere regeling daarvan.
Tijdens don ouden toestand waren de
waterseliappen belast met het onderhoud
van de wegen. Het motorverkeer heeft
echter een radicale verandering in het
weggebruik gebracht. Het deed de kosten
stijgen, zoodat de regeering moest ingrij
pen om het finantieele onderhoud te rege
len. Zoo werd ingevoerd de motor- en rij-
wielwet e. a.
De opbrengst van deze wetten wordt
voor 1981 geraamd op 18 millioen, waar
van het rijk 70 en de provinciën 80
krijgen. Spr. vraagt zich af of deze rege
ling billijk is. Moest liet niet andersom
wezen? De wegenbelasting is zeer goed,
omdat het ten voordeel ls van den wegge
bruiker zelf.
Het bestuur van onze provincie heeft
een wegenplan vast moeten stellen met
een maximum aantal kilometers. De voor
schriften hiervoor zijn zeer gebiedend,
doch er bestaan nog wol afwijkingen op,
waarvan spr. voorbeoldon geeft.
Do opbrengst van. de wegonbelasting
vertoont gedurende drie jaar, nu de bij
drage door de provincie wordt geïnd, tel
kens veel meer opbrengst dan Ged. Staten
aan de hand van vastgestelde voorschrif
ten konden uitkeeren aan de provincie
zelf voor haar hoofdwegen en aan andere
wei/beheerders wier wegen ln het plan
voorkomen. Spr. geeft verschillende cij
fers hierover.
Er gaan stemmen op ln Prov. Staten
om uit do provincie bijdragen te verleenen
aan onderhoudsplichtigen van de wagon
voor doorgaand verkeer, welke niet in het
wegenplan- zijn ongenomen.
Wanneer deze voordracht wordt aan
genomen, dan zi|n we nog niet verder dan
tot het verleenen van geldelijkeu steun
uit de provinciale kas aan onderhouds
plichtigen in de jaarlijksche kosten van
we^cn, die, hoewel niet in de provinciale
wegenplannen voorkomende toch voor het
doorgaand verkeer van belang zijn.
We kunnen niet verwachten dat 1981 de
oplossing zal brengen* maar al komt ver
betering te iaat» we mogen niet nalaten
dank te brengen aam hen, die in- of bij
het Dagelijksoh en Algemeen Bestuur der
provincie niet hebben opgehouden aan te
dringen op het treffen van maatregelen,
welke moeten voeren tot een. billijke rege
ling van dit punt.
De landbouwers zullen goed doen door
dergelijke pogingen tot het verkrijgen van
een rechtvaardige behandeling krachtig te
steunen en door met alle billijke middelen
te helpen bevorderen dat de gebreken,
welke er mogen blijken te zijn, zoo spoe
dig mogelijk worden weggenomen.
Vragen.
Van de gelegenheid tot het stellen van
vragen werd door enkele personen ge-
pruik gemaakt.
De heer Schenk vroeg of men met
de financiën voor de wegen niet meer be
reikt ais men zich bij eikaar aansluit, dan
wanneer verschillende vereenigingen dit
apart doen, waarop de heer Wijdenes
Spaans antwoordde, dat dit afhangt van
de capaciteiten van de verschillende be
stuurders.
De heer De Veer bepleit het gelijke
lijk verdeelen van de wegenlasten. De
boer betaalt thans dubbele lasten voor het
onderhoud der wegen. De tegenwoordige
tijden hebben een toestand geschapen, dat
men niet meer kan spreken van verzoeken
maar van een recht voor de boeren.
De heer Wijdenes Spaans is het met
den heer De Veer eens, het verschil tus-
schen hun opvattingen is slechts een
kwestie van terono.
De heer Langend ijk zegt, dat men
wel had kunnen vragen om opheffing van
alle lasten en niet alleen van de sociale
lasten. Op het oogenblik breken de lasten
den nek van de landbouwers, op zoo'n ma
nier kan het geen twee jaren meer duren.
We moeten een hoop vragen, dan krijgen
we misschien een beetje, zegt spr. Hij
vraagt tenslotte nog waar de steun te ver
krijgen zal zijn.
De heer Huisman antwoordt, dat het
comité het er niet 'bij zal laten zitten. We
staan voor een muur, maar door jarenlang
beuken is er al iets bereikt. Met de af
schaf fin" van- all-e lasten is men er.nog
niet men moet het zoeken in een loonen-
den prijs. Elke boer moet in de gelegen
heid ziin op het beöriif waar hij woont te
blijven zitten.
Er wordt echter genoeg gewerkt-
Wat- betreft de kwestie van het crediet»
dit is in' dezen tijd noodzakelijk ook voor
den kapitaalkrachtigen boer. Hoe men het
kan verkrijgen, daarvoor moet men zich
tot de gemeentebesturen wenden, die
De heer Blaauw ziet de noodzake-
öaarover een oordeel uitspreekt,
lijkheid in van het stellen van eischen aan
de hoogere macht. Dat het noodzakelijk is
vergaderineen als deze te houden, getuigt
bet groote aantal der aanwezigen. Het
bestuur van de organisatie heeft echter
moreel© kracht noodig en- hij wekt een
ieder, die nog geen lid is van de Holl. Mij.
van Landbouw, alsnog lid te worden en
degenen die wel lid zijn, moeten zooveel
mogelijk propaganda maken.
Ook een ander aanwezige bespreekt den
ernstigen toestand en zegt, dat de vee
houders eveneens in moeilijke positie
verkeeren.
Nadat de heer Rezelman alle aanwezigen
nog eens had bedankt en nog een kort
opwekkingswoord had gesproken, stelde
hij voor de volgende
Motie.
De afdeeling van de Hollandsche Maat
schappij voor Landbouw, in het Noorden
van Noord-Holland en verdere belangheb
benden bij den landbouw, op 18 December
te Schagen ln groote gecombineerde ver
gadering bijeen,
van oordeel dat de toestand in den Ne-
derlandschen lundbouw ingevolge de crisis
onverwijld ingrijpen der regeering eisoht,
«Dringt aan op;
1. aanneming van de tarwewfet,
2. billijke verdeeling der kosten van
wegenonderhoud te plattenlande,
4. overname dpor den Staat van de
kosten veroorzaakt door de sociale
verzekeringswetten,
5. behandeling van alle verdere voor
stellen van het urgentieprogramma
der Centrale Landbouw Organisaties.
Besluit:
Deze motie ter kennis te brengen van
regeering, volksvertegenwoordiging, het
hoofdbestuur van de Hollandsche Maat
schappij voor Landbouw en de pers.
Ongeveer twee uur was deze belangrijke
vergadering afgeloopen. Berichten van
verhindering waren o. a. ingekomen van
den burgemeester van Den Helder en van
de Kaïmerledon Van de Bilt en Mr. Oud,
Naar wnnrnomlngon vorrlcht In dan
morgen van 20 Deoeanber.
Verwnohtlng:
Moest iwakke wind uit Zuidelijke rloh-
tingen, matig tot iwaar bewolkt, weinig
of gaan neerslag, lat* kouder,