>ERHOEKJE n. weken ralven en geneeskundige crème® beter zijn dan poeder, omdat rij beter ge schikt zijn voor de nog niet geh:el ont wikkelde huid. Het geheim van een goede zuigelingen- verzorging ligt tenslotte in vele kleinig heden, die elk op zichzelf beschouwd vanzelf spreken, doch die men toch moet aanleeren, wil men geen fouten en na latigheden begaan. Hoeveel van die kleinigheden komen alleen bij het bad al te pasl Het kind moet zoo veilig liggen op den arm, dat het ook door toevallige gebeurtenissen geen gevaar loopt, in het water te schieten. Het omdraaien van het lichaampje vereischt groote handigheid, omdat het kind anders water in neus, mond of ooren krijgt. Verder kan men het kind niet willekeurig behandelen* want om van het bad het meest profijt te trekken, moet men systematisch te werk gaan. Zoo mag het gezichtje nooit ge- wasschen worden met water uit de bad kuip, omdat daardoor zeer licht ziektekie men kunnen worden overgebracht. Naast de badkuip staat dus een afzonderlijk kommetje water voor het gezicht; hiervoor wordt ook een afzonderlijke handdoek ge bruikt. Verder moet het reinigen van het geheel® lichaam voorafgaan aan het was- schen van het gezicht; tegen deze regel wordt nog dikwijls gezondigd. Verder mag het bad niet langer dan vijl minuten duren. Men dient bijzondere aandacht te be steden aan de huidplooien; vooral de lie zen, oksels, hals en dijen moeten worden nagekeken. Men mag het kind ook niet af drogen, zooals men dat bij een volwassene gewoon is. De handdoek mag niet ov^r het lichaampje heen en weer gewreven worden; men bedekt het met de handdoek en bet het droog. Wrijven is altijd ver keerd. Hoe zorgvuldig men het kind ook be handelt, men mag nooit vervallen in over dreven angstvalligheid. Vele moeders wil len meer doen dan noodig is; zij houden het kind angstvallig buiten alle tocht en geven het een te warme kruik. Daarmee bewijzen ze het geen dienst, want vol doende niet overdreven harding, licht en lucht zijn noodzakelijk voor een kind, anders blijft het zijn heele leven zwak en teer. Ook bij minder goed weer komt een kind even in de buitenlucht, al is het nog zoo kort; natuurlijk moet het op het weer gekleed zijn en wacht men bij voorkeur tot het even droog is. Deze maatregel blijft alleen achterwege, wan neer het kind iets scheelt. Tenslotte moet de zuigeling voldoende rust hebben, want drukte om het kind heen veroorzaakt op later leeftijd zenuwachtigheid; waaraan men het slechts met zeer veel moeite kan bevrijden door een ingewikkelde opvoe dingsmethode. (Nadruk verboden). ..draag bij uw tailleur een dunne, lichte blouse". De blouse heeft natuurlijk ook de mo derne snit aangenomen. Over schouders en borst zit zij ongeveer glad en naar beneden toe heeft zij de wijdte van iets meer dan de taille, waar zii dan een heel klein tikje terugbloust op de rok. De rok begint tegenwoordig plm. 20 mM. onder De moderne blouse. Het spreekt bijna van zelf, dat, nu het mantelcostuum weer zoo ten volle in onze aandacht en gunst is gekomen, ook de bijbehoorende blouse om haar rechtmatig plaatsje vraagt. Want als bij het pak geen lange of driekwart mantel behoort, dan wordt er bij het moderne pak altijd een blouse gedragen van de een of andere dunne zijde-stof. Zoo goed als nooit ziet men het in ensemble-vorm. zooals bij de lange of- driekwart mantel waarbij gedragen wofdt een dun stoffen japon. Men ziet bijna uitsluitend lichte blouses dragen bij het mantelpak, en wel het allermeeste blank of naturel, maar ook rosé, fijn zacht geel en groen, zeer teer blauw en ook heel licht bois de rosé. Ook ziet men sporadisch bij een blauw pak een donkerblauwe blouse, bij zwart een zwarte, bij bruin een bruine blouse dragen. Dit is echter dan meer de per soonlijke smaak der draagster dan wel mode-voorschrift. De „mode" zegt: de natuurlijke taille, zoodat, wanneer we de blouse in den rok dragen, ze een klein effect maakt vergeleken bij wat we gewend waren. Voor dames, die nog niet goed aan deze kleine blouse-vorm kunnen wennen, zijn er nog modellen die over den rok gedragen kunnen worden maar toch niet meer dan ten hoogste 6 7 c.M, Deze vertoonen dan meestal de vest- vorm. In ieder geval dienen zij toch de taille-toonende snit te hebben. Buiten de bekende overhemd modellen, worden er ook veel fantasie modellen gebracht, met jabots, overslagen, stroo- ken en opgestikte biezen. De mouwen zijn naar verkiezing geheel glad van model of van den elleboog af druk ge garneerd met volants en ingezette stuk ken. De teekeningen geven eenige van de vele modellen weer De „ongelijke lijn" heeft aan kleeding altijd iets charmants gegeven, dit hebben de modeteekenaars ook dit seizoen in ge dachte gehouden. Men kan tenminste de on-symmetrische lijn in alles terug vin den. De hoeden, mantels, japonnen, blou ses, zij allen vertoonen de ongelijke lijn. Een aardig slank kleedend model is de hierbij afgebeelde middag-japon van violet kasha met het zeer eenvoudige kraagje van blance crêpe-georgette. Ty pisch is de vorm van het bovenstuk, van af het ceintuurtje rust op de rechterheup een tamelijk lang schootje, wat juist de zelfde vorm achter als vóór heeft. Ook met den rok-vorm is dit het geval, waar door een zeer aardige lijn-combinatie verkregen is. Weet u, dat het chic is om af en toe op uw warm wollen, en zeer correct ge sneden tailleur-japon een heel kort bont jasje te dragen? 't Is een aardig en niet al te dure afwisseling. Ons voorbeeld vertoont een kort jasje van zwart breitchwantz, met een klein kraagje van hermelijn, gedragen op een tailleur-japon van zwart drapella. Beste jongens en melsjesl Nu hebben jullie fijn kerstvakantie en mijn vacantiedagen zijn alweer voorbij. Nu ik ddt schrijf no-g niet, hoor, want het is Woensdagmiddag, maar als jullie dit lezen is het Zaterdag. Ik denk niet dat we een „witte" kerst krijgen, daar de lucht er meer naar regen uit ziet. Dat is wel jammer, want kerstfeest imet sneeuw is dubbel fijn. Als de wereld zoo mooi wit is, dan is alles veel gezelliger. Maar tooh denk ik dat jullie allemaal wel een prettig kerstfeest zullen hebben, tenmin ste te oordeelen naar de briefjes, die ik gehad heb, beloven hot blije feestdagen te worden. Ik hoop het voor jullie alle maal. Deze week zal- ik niet zoo veel schrij ven, ook al vanwege de feestdagen. Een volgenden keer wat meer. Gré Dekker. Denk er om, Gré, in het vervolg: je voornaam voluit schrijven, hoor, en niet, zooals de groote menschen, alleen je voorletters. Ik .moet wetten hoe jullie heet en en dan liefst zooals je in de wandeling heet, ik bedoel zooals je vader en je moeder en je vriendjes je noemen, want zoo noem ik jullie ook het liefst. Ik ben toch jullie vriend. Jammer, dat het Juttertje de vorige week zoek was, zoodat je geen raadsels in kon zen den. Nannie Grande. Nou, nou, dat is erg laat, hoor, voor zoo'n klein meisje als jij, v 's nachts om x uür thuis van een uitvoering. Ik denk dat je den volgenden da® een paar j stokjes tusschen je oogleden moest steken, omdat je ze anders niet kon openhouden van den slaap. Fijn dat jullie een kerstboom heb ben. Nee, voor broertje hebben we nog ®een kerstboom gekocht, hij wordt 30 December pas 1 jaar en is dus nog erg klein en moet heel vroeg naar bed. AI9 we het beleven doen we het volgend jaar wel. B e p p i e Zwierstra. Jij zal ook even een fijn kerstfeest krijgen, Beppie. Eerst in de Luthersche kerk en dan weer thuis met een kerstboom. Misschien kon ik ook wel wat van je boom plukken. Ik vind het leuk van je, dat je, behalve zoo'n gxooten brief, ook nog je raadsels op rijm hebt gestuurd, hoor. MÜeindert de Boer. Jij denkt er dus net zoo over als ik, Meindert, n.1. dat we geen „wit" kerstfeest zullen krijgen. Maar dat dóet niets aan de kerstvreugde af, hè? A n n i e v. d. Brink. Dus ga je nu weer een paar maan dien in Amersf oort won en, An- nie? Dlan kom' je dus weer op een andere school en al heeft dat zijn bezwaren, omdat alles weer zoo vreemd' is, het ia toch ook wel fijn. En na Maart kom1 je zeker weer in Den Helder wonen? Heerlijk, dat je vader thuis is gekomen 't Is te hopen dat je maar weer allemaal beter bent van je verkoudheid en koorts. Ik vindt het aardig van je dat je Iedere week een kaart stuurt. Broertje krijgt zoo een heele verzameling.'Ja, hij groeit flink en met het groeien wordt hij ook bijdeïianter. Als hij eens heel even alleen in de kamer is, dan kruipt of loopt ie, zoo gauw hij kan naar den divan en trekt er alle kussens af of hij trekt een ko.pje van de theetafel. Op de piano is hij dol als hij op zijn teenen staat kan hij net bij de toetsen en neuriet dan maar zoo'n beetje terwijl hij er op slaat. Sijtje Kreyger. De raadsels die je nu gezonden hebt zijn niet te moeilijk hoor, aileen dat eene woord „resolveeren" dat kent natuurlijk geen enkel kind en zal Ik dat er dus zoo maar bijzetten. N. N. Het vriendje, voor wien dit briefje be stemd is, begrijpt het wel. Al» ik tijd had ge had, had ik het ook wel het leukst gevonden om met jou ismen die kleersn tn dat speel goed naar die arme menschen toe te brengen. Maar ik ben de laatste weken meestal niet voor 10 uur klaar en dan i9 het te laat om nog op stap te gaan en visites af te leggen, vind je niet. Nu was mij het verhaal van die arme kinderen verteld door 4e kapdteine van het Leger des Heils en dus heb ik haar ge vraagd om de verrassingen bij jou te halen. Ik weet niet of ze het al gedaan heeft,, doch zal het vragen. Is ze nog niet geweest, dan zal ik probeeren nog zelf te komen. Die ingezonden raadsels zijn erg aardiig, •maar ik geloof niet dat de kinderen er ooit op zouden komen en vind ik het beter ze maar niet te plaatsen. Wat een groote brief is dit nu nog aan julHe allemaal geworden, hè? Maar nu schei ik er dan ook gauw uit. Kindervriend. Die zetter van de krant Is niet op onze ihand, Hij laat 't drukduiveltje maar dansen; En zoo verspelen wij onze kansen. Maar ik zit niet gauw in zak en asch, Want dat komt voor een Jutter niet te pa», Als 't een wooi4 is van 21 letters, Dan laat ik 't zoeken van de rest maar aan de zetters. Mijn goede zetter, blijf niet langer doof, U kan 't toch geen leugen heeten, Dat juist nummer 13 was vergeten. JEANTJE WULFFELE. Een turfschip zonder schipper, Dat is een raar geval, Maar 't andere schip de „Johan van Oldexv- barnevel/t", Die deed onlangs heel mal, Die moest laatst er is varen, Maar kwam toen In de klem, Ik zal het beter klaren, Want ik blijf maar bij mijn mem (moeder) BEPPIE ZWIERSTRA. Ons kinderverhaal. HET VERDWAALDE ELFJE. (Vervolg). Hl. Bfi een oude vrouw in dit bosch", zei Grietje, terwijl ze hem dankbaar aankeek. Onderweg verteld® de jonge man, dat hij een prin® was en voor zijn plezier wat waa gaan wandelen in het bosch. Toen vertelde Grietje hem hoe ze bij die oude vrouw leefde, en de prins had diep medelijden met haar. Maar dat ze eigenlijk een elfje was, dal zei ze niet aan den prins. Bij het huisje nam de prins afscheid en beloofde spoedig eens terug te komen. Dat vond Grietje prettig. Nog nooit was een mensch vriendelijk tegen haar geweest. Ja, ze hield veel van den jongen/ prins. Maar de oude vrouw had wel gezien, wie Grietje had thuisgebracht. „Op een goeden dag komt de prins terug, om haar te halen," dacht ze, „en wie doet dan het weito voor mij. Bovendien, ik wil niet hebben dat ze gelukkig wordt, 't is al erg genoeg, dat ze mooi en lief is." Zoo dacht die leelijfce oude vrouw, en weet je, wat ze deed? Ze smeerde Grietje's gezicht in met houtskool en gaf haar oude vodden om aan te trekken. Ze maakte haar zóó leelijk, dat de prins haar nooit zou kunnen herkennen. Drie dagen later kwam de prins in een koets met zes paarden, om Grietje te halen. Hij wilde haar naar zijn ouders brengen om te laten zien, hoe lief en mooi ze was. Toen hij Grietje zag, vroeg bij haar: „Wil ie even het meisje halen, dat hier woonit? Zeg maar dat de prins is gekomen om haar mee te nemen." Maar vóór Grietje kon antwoorden, kwam de oude vrouw en stuurde haar weg en zei: „Er is hier wel een meisje geweest, maar dat is weggeloopen." En ze vertelde veel kwaads van haar. Bedroefd ging de prins weg. Hij kon niet gelooven, wat de oude vrouw gezegd had. Maar intusschen was Grietje weg en zou hij haar ooit kunnen vinden? Het lK)sch was zoo groot. Toen hij •thuiskwam kon hij niet eten en ook niet slapen, zoo bedroefd was hij dat Grietje verdwenen was. Zijn ouders merkten het, en de oude koning, zijn va der, zond naar alle kanten mannen het bosch in om naar Grietje te zoeken. Maar 't hielp niets, niemand wist, waar Grietje gebleven was. Op een nacht liep de prins stilletjes het huis uit. „Ik kan toch niet slapen", dacht hij, „ik zal nog eenmaal naar de plek gaan waar JJk Grietje gevonden heb, want ik voel, dat lik niet lang meer zal leven, als Grietje n'iet toomt". Hij liep den heelen nacht door. Eindelijk krwam hfi op de plek waar hij Grietje voor 't eerst gezien had. Hij ging aan den voet van een boom zit ten en schreide. Daar hoorde hij, net als Grietje een hee len tijd geleden, de nachtegaal zingen. „Wat mooi", dacht hij, „dat is een dier dat mij begrijpen zal", en hfi riep den nachte gaal en vertelde hem, waarom hü zoo be droefd was. „Zoek je Grietje?" zei de nachtegaal toen. „Wed, ze ia nOg altijd bij de oude vrouw, maar die heeft haar Leeliik gemaakt met houtskool en oude vodden, zoodat je haar niet kon herkennen!" Wat was de prins blij. Dadelijk ging hij naar 't huisje van de oude vrouw, en riep voor de deur, dat hij niet eerder wegging of ze moest hem Grietje meegeven. „Wel, ga haar dan halen", zei de vrouw, „maar ik verzeker je, dat Grietje hier niet is." De prins doorzocht het heele huis, maar nergens vond hij Grietje. „Kijk, hier sliep ze altijd", zei de vrouw, en wees hem de vliering. „Zie Je wel, dat ze er niet is." Dat durfde ze zeggen, omdat ze Grietje had omgetooverd in een klein vogeltje, dat nu boven 't hoofd van den prins heen en weer vloog. Maar de vliering wa® leeg, en teleurgesteld wilde de prins weggaan. Had de nachtegaal den gek met hem gestoken? 't Vogeltje fladderde nog dichter om hem heen. Daar zag de prins het. Wat aardigi Nu ging 't zoo maar op zijn schouder rit ten en klemde er zich met zijn pootjes aan vaat of het den prins nooit meer wilde verlaten. „Weet je wat ik doe?" dacht hü, „ik neem 't vogeltje mee. Zéker heeft het Grietje gekend, en ls ze er vriendelijk voor geweest. Het zal mij aan Grietje her inneren". Hij hoefde 't niet eens vaat te houden. Het bleef op zijn schouder zitten tot hij weer thuis was. Daar viel hij van ver moeienis in slaap, en in zijn slaap had hij een wonderlijke droom. Hij droomde, dat Grietje in zijn kamer was, naast zijn bed zat en hem vriendelijk toeknikte. Hfi werd wakker en keek om zich heen. Op de plaats, waar hjj gedroomd had, dat Grietje zat, stond het vogeltje en keek hem met vriendelijke oogjes aan. ,,'t Is dus maar een droom geweest", dacht hij. droevig, en 't duurde niet lang of hij sliep wéér. En wéér had hij: denzelfden droom. Toen hü watoker werd en om zich heen keek, zag hü, dat hij zich opnieuw vergist had. Maar nogmaals droomde hij 't zelfde. Wat moest dat beteekenen? Hij ging recht op in. zijn bed zitten en zag naar het vogeltje, dat hem aankeek alsof 't Iets zeggen wou. „Weet je wat van Grietje? Ken je haar? Toe, vertel 't eens. Weet jij soms wat er met haar gebeurd is?" Maar 't vogeltje kan niet praten, zooals de nachtegaal. Het floot alleen met een zacht stemmetje, 't leek alsof 't zeggen wou: „ik weet wel wat, maar ik kan 't je niet vertéllen". (Wordt vervolgd). RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. dP0 8 t O turf c h 0 8 O t T u t r s t f f e oh 0 O 1 h 0 1 1 n P r I P a n. Johan van Oldenbarneveldt. Jan, been, A.V.R.O., voetbal, Venlo, hal ter. Nieuwe raadsels; I. X Het geheel is de naam XXX van een maand. XXXXX Op de le rij een mede- XXXXXXX klinkerop de 2e rij een XXXXX bekende jongensnaam; XXX 8e rij een boom; 4e rij X het gevraagdo woord; 6e rij een metaal; 6e rij het tegenover gestelde van rijk7e rij een klinker. Het geheel is een spreekwoord van 4 woorden of 24 letters. 4, 8, 16,14,2 is een verdlohte vertelling. 12, 6, 19, 6 is een manlijk familielid. De 1, 17 geeft ons honig. 10, 11, 9, 8 is een hoofddeksel. 24, 22, 21 is een metaal. 20, 28, 18, wordt viach in gevangen. 18, 6, 16 is een boom. 22, 7 een voorzetsel. Even goed kijken Twee In één Toen onze teekenaar deze dieren teekende, was hij schijnbaar met zijn gedachten ergens anders. Tenminste hij maakte acht groote fouten in zijn teekening. Wie kan zeggen, weike die acht fouten zijn? Bij de raadseloplossingen mogen jullie dat meteen meedeelen. Het staat natuurlijk los van de raadsels, evenals de wedstrijd „twee in óón". Als je er dus geen tijd voor hebt, behoef je ze niet in te zenden Kijk zoo lang als je maar wilt naar de beide figuren. Leg dan de teekening terzijde en tracht de figuren uit hoofd na te teekenen. Tien tegen èón, dat het je niet luktl Twee in één staat er boven dit stukje. Daar-t mee bedoel ik: „twee wedstrijden tegelijk", wan jo mag b*t plaatje mooi kleuren (hona, figuurtjes •n achtergrond) en aan den Kindervriend «turen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 12