HELDERSCHE COURANT NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA HET JAAR 1930. DE JACHT OP DE VEERTIG SCHEDELS IS ALTIÜD GOEDKOOPER OOK VOOR DAMES-CONFECTIE No. 6805 EERSTE BLAD. WOENSDAG 31 DECEMBER 1930 58ste JAARGANG Abonnement per 3 maanden bij vooruitbetaling: Helderscbe Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand en Wieringen f 1.65; binnenland 2.Ned. O. en W. Indië p. zeepost f 2.10, id. p. mail en overige landen f3.20. Zondagsblad resp. f 0.50, f0.70, f0.70, f 1. Modeblad resp. fo.95> i 1-25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.; fr p p 6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER JR. Bureau: Koningstraat 29 Telefoon: 50 en 412 Poat-Glrorekenlng No. 16066. ADVERTENTIE N: 20 et. p. regel (galjard). Inges. meded. (kolombreedte aia redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advert. (gevraagd, te koop, te buur)r. 1 t/m 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ot. bij vooruitbetaling (adres: Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 et. p. adv. extra). Bewljtno. 4 ot. Ieder jaarednde, als elk afscheid, stemt weemoedig. Dat ia geen gevolg Tan de onvermijdelijkheid van 't scheiden alleen. Elke scheiding dringt de herinnering naar voren en doet ons omzien naar de men- schen en de dingen, die in ons leven ons voorbij gingen. En wanneer we dan- ook in de schemering van het oude jaar de oudejaarsavondklokken het oude jaar hoo- ren uitluiden, dan staan we onwillekeurig een oogenblik stil op onzen levensweg, om terug te zien naar het lief en het leed-, de zorg, de verwachting en, de teleurstelling en de vreugde, die dit jaar en de vede jaren, die het voorafgingen, ons brachten. We doorleven nog eens het verleden met zijn verrukkingen en zaligheden, maar zijn ontgoochelingen ook, zijn heldere zonnedagen en zijn dagen van angstige smart en verst eenenden twijfel Maar als we wijzer geworden zijn door het leven, dan zullen we ook trachten in deze her innering aan het verleden de les te lezen voor de toekomst. Dat is de winst, die de oudejaarsavond ons geeft, dat ze ons be wustzijn versterkt en ons krachtiger kan maken voor de toekomst. Want zooals dit iheden het product is van het verleden, zoo is die toekomst de uitkomst van het heden. Wanneer we ons daarvan bewust zijn, dan zullen we trachten ons rekenschap te geven van verleden en heden, de beteeke- nis van beide te zoeken met het oog op de toekomst. En we doen dat zoowel ln eigen leven als in het leven der mensch- lield. Juist ln dezen tijd hebben we een klaar besef noodlg van de beteekenls van het wereldgebeuren. Tardieoi, de thans afge treden Fransche minister-president, heeft er nog pas in een ln den Senaat gehouden rede aan herinnerd, dat we in een ern- stigen tiJdl leven. Het schijnt wel, of men zich daarvan nog lang niet algemeen be wust is en niet ziet, hoe steeds dreigen der wolken zich om de menschheid en in 't bizonder ora Europa samenpakken en hoe de goede wil van allen en een voor zichtige staatsmanskunst noodlg zullen zijn, willen- we niet mettertijd een her haling beleven van den gruwelljken wereldoorlog, die van 1914 tot 1918 ons werelddeel teisterde. Wanneer 1929 ons iets geleerd heeft, dan is het wel de ge ringe reëele beteekenls van de internatio nale toenaderingspogingen en het ont- wapeningsgedoe en vredesgepraat Achter het gordijn van mooie woorden heelt dit jaar ons in schrille duidelijkheid de ongetemperde felheid der tegenstellingen. doen zien en den toestand van uiterst wankelbaar evenwicht, waarin de wereld dientengevolge voortdurend verkeert. Er zijn twee gevolgen, waarin deze tegenstellingen en de daaruit ontstane toe stand van onzekerheid haar funeste uit werking openbaren, de oeconomlsche crisis en de steeds scherper toespitsing der nationale tegenstellingen en conflic ten. Zij hebben beide den wereldoorlog slechts voor een deel tot oorzaak in zoo verre de ka p itaalverkwisting van den oorlog de algemeene verarming tot gevolg gelijke mentaliteit moeilijk verwonderen, heeft gehad en den onderlingen oecono- mischen strijd heeft verscherpt en een internationalen toestand heeft geschapen, die er op aangelegd schijnt de nationale tegenstellingen tot haar bedenkelijkste scherpte toe te spitsen. De oeconomlsche crlsisl die vrijwel de gehoede wereld, het zoo bloeiend en rijke Noord-Amerika niet uit gezonderd, teistert en een geweldige toe name van de werkloosheid tengevolge heeft -gehad, bedreigt onze welvaart en indirect ook onzen huldigen vorm van samenleving en onze rechtsorde op ver ontrustende wijze. De bezorgdheid hier over en de oeconomlsche verwarring die er uit ontstaat, beneemt ons alle nuchter inzicht en doet ons tot maatregelen onze toevlucht nemen, waarvan wij feitelijk overtuigd zijn, dat zij den toestand slechts kunnen verergeren. Ofschoon indertijd op de oeconomlsche wereldconferentie van Genève vrijwel de geheele wereld de nood zakelijkheid van den vrijhandel heeft er kend, gaan we door met het bouwen van nieuwe tariefmuren en het ophoogen van reedis bestaande. Ên in het afgeloopen jaar heeft ook in Engeland, het klassieke land van den vrijhandel, de strooming voor protectie zich duidelijk gemanifesteerd. Het Is duidelijk geworden, dat wij allen op weg zijn naar de vervorming van de ver schillende landen naar bijna hermetisch afgesloten oeconomlsche gebieden. Hier doet ook de toespitsing der nationale tegenstellingen, dat andere symptoom van het feller wor den der tegenstellingen, dat het afgeloo pen jaar karakteriseert, haar invloed gel den. In plaats van tot toenadering zijn de volken tot strenger afzondering binnen de eigen grenzen geneigd. Men ziet de wereld nog lange niet als een eenheid, maar miskent integendeel die eenheid, waar ze inderdaad bestaat en tracht bin nen de hoogst mogelijke tariefmuren een afzonderlijk leven op te bouwen en -tot bloei te brengen ten koste van anderen en tenslotte ook van zichzelven. Het is het op de spits gedreven nationaal egoïsme, dat ook hier zijn uitwerking toomt. En dit egoïsme is het, dat zich in 1929 zoo bru taal naar voren heeft gedrongen en met zijn gevolgen van onderling wantrouwen en haat de toenadering en het tot rust komen der wereld belet en de nationale tegenstellingen tot steeds feller scherpte toespitst. Niet alleen de ldeëele beteekenls van de vredesgedachte, ook het overheer- schend gezag van de rechtsgedachte, dat tot nu toe onaantastbaar leek, wordt ont kend. De gedachte, dat het geweld en de macht de eenige geldende factoren in het leven zijn, wint onrustbarend veld en heeft in dit jaar zich stoutmoediger en cynischer dan ooit uitgesproken. De Lappo-beweging in Finland en het ver rassende resultaat van de nationaal-socia listen en communisten bij de Duitsche verkiezingen en de terreur in Polen zijn er de bewijzen van. Het kan bij het heerschen van een der FEUILLETON (tkb mum m OTÜNDER ibbuand). U1S m Engöbwh Qbon UK> W AflLtiyaparcir 51) „Vandaag gaat het niet meer?" vroeg de dokter dringend. „DondersI Vani alle veelelschende men- schen", zei de kapitein verontwaardigd. ,,lk ken toch nliet den godganschen dag doorgaan. D'r ls een tijd van werken en der ls een tijd van spélen." „Ja, natuurlijk.natuurlijk", suste de dokter hem, verontrust door de plotselinge uitbarsting. „Maar u begrijpt misschien hoe nerveus, hoe ongedurig ik ben ik kan dat afwachten niet verdragen. Maar toch zal het moeten.Lees me wat voor, Cleveland.Wel, wel, ik héb het er warm van.ik moet toch probeeren me niet zoo op te winden." Ik greep een boek van zijn Lievelings schrijver, Merédith, en begon. Na een half uur was hifi volkomen bedaard. Als medi cament was dit voorleizen zonder weerga en ik genoot er van. Hij had gewoonte om, op een gegeven oogenblik, soms midden ln een zin te laten ophouden en me dan een zin of een geheele alinea over te laten lezen. En wanneer ik dat gedaan had, trok bjj van leer. Dan weid het een rhapsodiee- reni over de schoonheid van een gedachte dat de nationale tegenstellingen, door den wereldoorlog en de daarop gevolgde vre desverdragen reeds zoo gevaarlijk toege spitst, een verontrustende activiteit be ginnen te openbaren. Die vredesverdra gen, dienend om de machtspositie, die de overwinnaars in den wereldoorlog zich in 1918 veroverd hadden, te verzekeren, heb ben in Europa een kunstmatigen toestand geschapen, die een voortdurende onrust en een uiterst labiel evenwicht onderhou den en schijnen er op berekend de natio nale tegenstellingen op haar scherpst te doen uitkomen. De verbittering hierover begint zichi bij de volken, die de dupe hiervan werden, steeds krachtiger te openbaren. En voor het eerst heeft in het afgeloopen jaar het verzet, dat in Dultsch- land groeide, zich openlik en min of meer officieel tegen de vredesbepalingen gekeerd. Dat is wel een der voornaamste kenmerken van dit jaar, dat Duitschland ook bij monde van een officieel persoon, als de minister van buitenlandsohe zaken, een herziening van het vednag van Ver- sailles en de vrijheid om zich opnieuw te wapenen, nu de ovenwinnaars uit den oor log de toezegging tot ontwapening, in het verdrag gedaan, ndet gestand willen doen, als een Duitscben eisch naar voren brengt Het opent als 't ware een nieuwe periode in de Europeesche samenleving. En dit te eer, nu ook Italië, dat zich door het ver drag van Versailles ook niet bevredigd achtte, met steeds meer klem dezen eisch der herziening steunt Maar deze steun van Italië heeft nog een ander gevolg. De FranschItaliaan- 9ohe tegenstelling, die reeds zoo lang op de internationale politieke verhoudingen een overwegenden invloed oefent, wordt er ernstig door verscherpt. De strijd, in het begin van dit jaar op de Lohdensche ontwapeningsconferentie tusschen Frank rijk en Italië over Italië's eisch tot pariteit op maritiem gebied officieel begonnen en het geheele jaar door voortgezet, was al een bewijs van de verscherping dier te genstelling, maar ook van Italië's voort gezet streven tot -et versterken van de eigen machtspositie en zijn steeds beslister stelling nemen tegen Frankrijk's hege monie op het Europeesche vasteland. Door zijn voortgezet streven om de eigen positie in Midden- en Zuid-Oost-Europa te ver sterken door middel van het tot elkaar brengen van Hongarije, Turkije, Bulgarije en Griekenland tot een verbond, waarvan het zelf de leiding zou hebben, heeft het hiervan een nieuw bewijs gegeven. Zijn toenadering tot Duitschland en Rusland, door de samenkomst van Lltwinof en Grandi te Milaan onlangs bevestigd, zou aan deze pogingen aansluiten. En men spreekt zelfs al van een bondgenootschap van Rusland en Duitschland met de bo vengenoemde kleinere staten onder Italië's leiding, welk verbond dan tegenover Frankrijk^België met Polen en de staten der kleine Entente zou komen te staan en opnieuw Europa in twee kampen verdoe len zou. Engeland is blijkbaar daarbuiten gedacht, al staan zijn sympathieën zeker aan Franschen kant. En dit is ongetwij feld in duidelijke overeenstemming met Engeland's houding van den laatsten tijd. Ook 1930 heeft opnieuw Engeland's nei ging getoond om zich van directe be terecht moet komen, hebben de gebeurte nissen van het afgeloopen jaar bewezen. De Haagsche Hersteloonferentie, waar het Young-plan was vastgesteld, waarte gen Duitschland nu al ln verzet komt, en tot de stichting van oen internationale bank tot financiering van dat plan was besloten, was nog nauwelijks afgeloopen, of den een-en-twintigsten Januari begon mv 1 „<f te Londen de Vlootconferentie tussctien moeienis met het Europeeeche vasteland los te maken. Wat in deze omstandigheden en bij ©en dergelijke verscherping der tegenstellin gen en een daarbij passende mentaliteit van de ontwapeningsbeweging verschillende regeeringen toezond en dat hoofdzakelijk voorbereidende maatregelen voorstelde, was daarvan het gevolg. De antwoorden der regeeringen, die vóór .15 Juli gevraagd waren en waarvan vooral het Italiaansdhe antwoord zich onder scheidde door de stelligheid, waarmee het herziening der vredesverdragen als eerste voorwaarde voor Europeesche toenadering vooropzette, toonden, dat men over 't alge meen van de spoedige uitverbaarheid van het plan geen hooge verwachtingen koes terde, al openbaarde zich tevens een vrij wel algemeen© sympathie met het denk beeld. Ook het antwoord van Nederland de vijf groote zeemogendheden: Amerika, Engeland, Japan, Frankrijk en Italië. De eisch van Italië om met Frankrijk gelijk gestéld te worden en Frankrijk's weige ring om zijn vlootprogram te besnoeien maakte een overeenkomst onmogelijk. En het resultaat der conferentie was dan ook enkel een conventie tusschen de vijf lan den tot beperking van linieschepen en het gebruik van duikbooten en een conventie tusschen de zoogenaamde Oceaan-mogend- heden, Amerika, Engeland en Italië, die Amerika pariteit met Engeland gaf, maar de maritieme bewapening slechts weinig beperkte. Al niet veel beter ging het met de po- daarmaast ook een sympathie voor de in ternationale gedachte, als men van onze regeering bezwaarlijk anders verwachten kon en die ook in- de houding onzer dele gatie op de Volkenbondsvergadering en in de voorbereidende ontwapeningscom missie, waar we een enkele maal ln sa menwerking met de Scandinavische lan den optraden, tot uiting kwam. In eigen leven hebben we trouwens te sterk de gevolgen van de internationale verdeeldheid, vooral ook op oeconomisch gebied, ondervonden, dan dat we niet gaarne tot opheffing daarvan zoüden mee werken. Die gevolgen, in de oeoonomisóhe we* reldcrisis zich openbarende, toonden zich ook in ons land in alle takken van het ging om de weermacht te land te beper- om bedrijfsleven. Een BtUrfn* van het aantal Z stemden dien Enge- ondJ^A land aan dit standpunt gaf, maakten het ®terke mate ondervond werk dar voorbeidlngscominissle voor de ?°k do landbouw, voor, ons oeeonomlsch ^1 >wimauui#Bwmj«i»io Iwt u» Intron "ITOTl «VI OTWl* hftlflTVT Ho OOOTMOlAin ontwapeningsconferentie vrij doelloos. En het was dan ook niet te verwonderen, dat men te Genève besloot de ontwapenings conferentie voorlooplg maar uit te stellen. Het ls nauwelijks waarschijnlijk, dat dit alles bij de volken nog eenige teleurstel ling zal vermogen te wekken. De verwach tingen waren de laatste jaren al niet hoog meer gespannen. En het ls duidelijk, dat er van de vroegere geestdrift voor een blijvende vrede en ontwapening en inter nationale toenadering, die het vorig jaar te Genève nog een oogenblik oplaaide, niet veel meer over is. In deze omstandigheden kunnen ook de verwachtingen van Brland's plan tot voor bereiding van een Europeesche Unie niet hoog meer gespannen zijn. De Volkenbondsvergadering van 1929, waarin Briand zijn plan ter tafel bracht, had hem opgedragen dit plan verder uit te werken en nadere voorstellen te doen. Het memorandum, dat de Fransche minis ter namens zijn regeering dit jaar aan de of van de wijze van zeggen of een scherp critiseeren van een of meer zwakke pun ten, met tot slot een meesterlijke recon structie van den „steen des aanstoots". En zóó trof het mij steeds weer, hoe buiten gewoon goed hij zijn gedachten onder woorden wist te brengen, dat ik hem op een keer vroeg, waarom 'hij zioh nooit zelf aan bet schrijven van een boek gewaagd had. En toen kreeg ik het wel -wat pathe tische antwoord dat een roman schrijven van jongs af een van zijn Idealen geweest was, maar dat het hem, door zijn vele an dere hézighéden, altijd aan tijd had ont broken om dat Ideaal te verwezenlijken. „Misschien dat de gedegenheid zich nu over een jaar of een paar jaar voordoet, Cleveland", zei hij langzaam. „Als mijn monographle over de schedels af is. Maar ik word oud, Ik 'kan me niet meer zoo conoentreeren ails vroeger. Ik tob te veel.... Ja, malaria is een plaag.... Niet dat ik me beklaag.... Ik heb een goed leven gehadi.Niet makkelijk, neen, niet makkelijk.... Je moet verdriet hebben om het geluk te loeren waardeeren.En ik heb verdriet gehad.... niet meer dan mijn deel.... wat ik noodlg had te heb benEn ik heb geluk gehad.... Mis schien wél! meer dan noodlg waa Soms denk ik wel eens: vraag ik niet te veel van he»t leven.... Die schedels bijvoorbeeld. O, jongen* als Je wist wat die schedels voor me beteekeneni 't Is alles voor me 't laatste wat Ik van het leven vraag. Als het maar ndet te veel is! Alles ln het leven ls evenwichtig, merkwaardig even wichtig...." 't Was niet voor den eersten keer, dat ik hem over dit onderwerp hoorde spre ken. Het was zijn vaste overtuiging, dat het leven een voortdurend in evenwicht brengen van alle dingen was. Je zondigde tegen een natuurwet.... Je betaalde! Je offerde je voor een ander op.de béloo- nlng volgde automatisch. Lijden werd door geluk, werken door rust, liefde door haat in „balans" gehouden. Hij was met die levensopvatting volkomen tevreden, maar ik kreeg altijd den indruk, dat bij hem de schaal toch wel heel dikwijls naar den verdriet^kant doorgeslagen was. Tben wist ik niet wat het was dat hem ontbroken had, maar nu, nu lk zélf dat eene, wat het leven waard maakte, geliefd te worden, heb leeren kennen, nu geloof 'ik wel dat 't niets anders geweest ls, dan het gemis aan iemand, die van hem hiélcL Na de lunch overhandigde ik Timms de beloofde ffleadh whisky. Hij nam haar met een verlegen gezicht aan, en stélde me, waarschijnlijk sis middel om zijn schuld bewustzijn te verminderen, voor, om met Trout en, hem er eentje te gaan drinken. Ik prefereerde echter een siësta van een paar uur en dus verdween hij met de flesch stranldwaarta, van waar ik, enkele minuten later, geluiden hooide komen, dlie op het toepasselijk vieren van een gélukkig weer zien wezen. Blijkbaar wa« onze duiker me vrind Trout niet misgefloopen. Ik ging op mijn veldbed liggen en sloot de oogen. Mijn lichamelijke zwakte, gevolg van mijn kouvatten van den vorigen dag, liet rich nu gelden; ik lag geen vijf mi nuten of ik sliep. 't Moet ongeveer drie uur geweest zijn, tóen ik opeens wakker schrok. TimmB stond naast mijn bed. Ondanks mijn slape righeid viel het me onmiddellijk op, dat hit volkomen nuchter waa En daarbij keek hit als iemand, die slecht nieuws heeft, en die feitelijk niet weet hoe te beginnen. Hij brouwde in zijn borstelligen baard en ging van zijn eenem voet op zijn andere staan. „Ik vond het maar 't beste, om u wakker te roepen", begon hij. „Waarom?" vroeg ik stupide. leven van zoo groot belang, de gevolgen van de crisis. Zij leidde tot de instelling van de commissie-Lovink en enkele wet ten, als het Suiker-wetje en de ln te die nen Tarwewet. Van bizondere beteekenls voor den landbouw was ook de nieuwe Pachtwet, waarover een heftige strijd ge voerd wérd. Naast deze waren het vooral de wet op de Winkelsluiting, de wijziging van de Drankwet, de wijziging van de Arbeidswet en van de Ongevallenwet, die de benoembaarheid van de vrouw tot bur gemeester en gemeentesecretaris tegen den zin der regeering, invoerde, de wij ziging van de financiëele betrekkingen tusschen het rijk en de gemeenten, de Wegenwet, de afschaffing van de ven- dediglngsbelastlng en de wet op de Ar beidsbemiddeling, die de werkzaamheid van het kabinet kenmerkten. Wanneer we in deze reeks niet de nieuwe Vlootwet en de wet tot regeling van den Radio-zend tijd vermelden, dan is dat, omdat die ten gevolge van den strijd, dien ze ontketen den, afzonderlijk vermelding verdienen. Vooral de laatstgenoemde wet deed de golven van den partijstrijd hoog opgaan en wekte ln het land een buitengewone „Omdat er van allerlei gebeurd ls", zei hij met een gewichtig gezicht, „van' aller lei...." Op een uitnoodlgend gebaar van mij om te gaan zitten schudde hij het hoofd, keer de zich opeens om, schonk zich een glas waterl in en dronk het achter elkaar leeg. Ik ging van schrik rechtop ritten. „Wat is er gebeurd, sta niet zoo geheim zinnig te doen", beet Ik hem toe. „Wel.de quaestle ls deze", begon hij. „Ik ben een man, die zich an z*n vrinden houdt.... -watter ook gebeurt En Trout en ik benne vrinden, al jaren, van dat we jong waren af. E11 daarom vin lk eigeljjk, dat ik me an Trout houën mot Maar an den anderen kant heb u en de dokter u netjes gedragen.... netjes en niet als echte schrieEhaimeasen.wat die whis ky betreft bedoel ik. En daarom vinrlk dat ik hier ook me verplichtingen heb.." Hü bevochtigde zijn lippen met zijn tong blijkbaar was hy wat zenuwachtig en ging voort: „De zaak ia, dattlk Jusfcement iets ge hoord heb, iets dat nogal van gewicht is en na een lange en hevige strijd met me'ik, ben ik besloten om U jullie over te ver téllen...." Hit liep een paar maal op en neen:, alsof de lange eni hervige strijd nog niet tot het bittere einde uitgestreden was, beet, om zich moed te geven, een flink stuk negoret af en ging weer voort. ,Jk zal jullie precies vertellen wat ik gehoord héb. Als 't klets is, verhaal 't dan asjeblieft niet op mijn." Weer bleef het even stil dan stak hij in ernst van wal: „Ik ben van hiér regelrecht maar 't strand gegaan. Daar zat Henry al op me te wach ten, zooals we afgesproken hadden. We gingen zitten en namen d'r een en na een paar minuten nog een en: ondertusechen gaat Henry an 't pratenv zooais z'n ge woonte ls als 't 'om goed smaakt. En daar vertelt-ie me, dat een van de nikkers. nee, niet een van de dhow.een van de M. L. gehoord heb, dat ze het wrak eigens bij Fish Mand in ondiep water net wat lk heb geeeid waar het liggen zou ge zien hebben de mast stak een endje boven water uit en dat een stélletje andere nikkers er de kist uitgehaald hebben en aan wal benne gegaan en 'em hoog en droog op het strand achtergelaten heb ben". „Wat!" riep Ik opgewonden uit. „JaHenry zegt dat de nikker 't aan de schipper van de M. L., die Engelsch praat, verteld, heb en dat hij het weer an het juffie verteld heb of eigenlijk is 't zoo: hij vertelde het juffie dat de nikker vist waar of het wrak was en dat-ie een kletndgheidi voor zijn informasle-geven wou hebben. En zij héb het gegeven en heb tegen Henry gezegd, dattfle onmiddel lijk. onmiddellijk! mee naar het eiland moest gaan. Maar Henry had die afspraak met mijn en dus most-ie eerst an wal om die te houën." „Rn1 waar is hij nu?" in mijn opwinding schreeuwde ik bijna. „Weer weg; bijna een uur geileden is-ie- terug geroeid en daarna met het Juffie en de nikker naar het ellanld gegaan." Ik sprong van mijn bed af en liep naar den kant van het plateau. De motorboot lag op 'haar gewone plaats. Maar in de verte, Iets ten Zuiden van Fish Island, zag ik een donkere vlek, 'die zich langzaam voortbewoog: de sloep van de M. L. Timms was me in een langzamer tempo gevolgd. Hij. stond nu aohter me. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 1