ANNA PAULOWNA.
SCHAGEN
De strijd tegen het nationalisme
is de welvaartsleer.
WIERINGEN.
De Voorzitter stelt voor de drie oude
leden, die hiervoor in -aanmerking komen,
ieder 10 te geven.
De heer J. -Tromp stelt voor de leden
boven de 70 jaar vrijstelling van contri
butie te geven.
Het voorstel van den Voorzitter, dus
ieder dit jaar 10, wordt aangenomen.
De heer Roos vraagt nog iets over de
uitkeering.
De Voorzitter geeft de gewenschte in
lichtingen.
De heer Jb. Bakker stelt voor de oude
leden boven 70 jaar en die 20 jaar lid
zijn van de vereeniging vrij te stellen van
contributie. Wordt aangehouden tot de
volgende jaarvergadering.
Daar niemand meer het woord wenscht
sluit de Voorzitter, met dank voor de aan
gename besprekingen deze vergadering.
LOOP DER BEVOLKING.
Ingekomen: P. de Wit van Zijpo; H. J.
Timmer van Laurensberg (Duitschil.); O.
van Laere van Geleen; H. J. Robben van
Emimen; O. ML Boerse van Heiloo; mej.
M. Wit' van Wieringen;
Emmen.
Joh. Pool van
TELEFONEERKN
TIJD VAN HET
NA 8LUITINGS-
POSTKANTOOR.
Door het Riik is voor den heer D. de
Graaf, Zwarte Weg, telefoon no. B, een
doorverbinding met Den Helder gemaakt.
Als het postkantoor gesloten is, kan men
dus ten allen tijde bij den heer D. de Graaf
terecht om iemand in Den Helder of
eenige andere plaats op te bellen.
HET STATION KRIJGT
ELECTRISCHE VERLICHTING.
Een van onze, in het jaaroverzicht ge-
uitte wenschen, is spoediger in vervulling
gegaan dan we durfden verwachten.
Het station Anna-Paulowna zal electri-
selie verlichting krijgen. In verband met
de emplaoementswijzigLng, die als gevolg
van den aan te leggen Zuiderzeespoorweg
tot stand moet komen, zal deze verlichting
nog niet geheel volledig aangelegd' worden.
LTSVEREENIGING
„EENDRACHT MAAKT MACHT".
Zaterdagavond hield de ijsvereeniging
haar jaarvergadering in Veerburg.
De voorzitter, de (heer V. Kaan, schreef
de geringe opkomst toe aan de tevreden
heid van de leden over het werk van het
bestuur en het vertrouwen dat in de be
stuursleden gesteld werd. Met eenige
waardeerende woorden herdacht hij het
gestorven bestuurslid, wijlen den heer P.
van Esten en gaf toen (het woord aan den
secretaris, den heer H. Jonker, voor het
lezen van de notulen1 en het jaarverslag.
Zonder op- of aanmerkingen werden deze
onder dankzegging goedgekeurd.
Bjj! de ingekomen stukkon waren be
richten van verhindering der bestuurs
leden D. Schenk, Klerk en J. Hoop.
Medegedeeld werd dat de vereenigng
in Januari van het vorig jaar de Ko
ninklijke goedkeuring mocht erlangen.
De heeren D. J. Kaan en N. Jonker
aangewezen voor het nazien van de be
scheiden van den penningmeester, be
vonden alles in goed© orde en brachten
daarvan rapport uit. Zij en de penning
meester, de heer C. Kussen, benevens de
heer J. Hoep, de verzorger der financiën
in Breezand, werden voor hun arbeid be
dankt, waarna men overging tot benoe
ming van een bestuurslid. De heer A.
van Gijn werd met op één na algemeene
stemmen gekozen.
Hierop werd het programma voor dit
seizoen vastgesteld. Zoowel te Kleine
Sluis als te Breezand' zuilen in de eerste
plaats kinderwedstrijden gehouden wor
den. Voor het overige kreeg (het bestuur
vrij mandaat. De vereeniging heeft van
den Ned. Schaatsenrijdersbond een paar
mooie toezeggingen gekregen. Ten eerste
is haar toegewezen den eindwedstrijd
voor de voorwedstrijden in het hardrij
den, ten tweede een propagandawedstrijd
in het kunstrijden voor heeren en boven
dien is toegezegd dat de Nederlandsehe
rijders, die thans in het buitenland oefe
nen, dan ook naar Anna Paulowna zullen
komen.
Als we nu maar ijs krijgen, staan ons
dus heel mooie wedstrijden te wachten.
Toen werd nagegaan hoe het materiaal
der vereeniging stond. Men besloot tot
aanschaffing van een reddingsladder, een
paar reddingshaken en twee dreggen.
I)e secretaris kreeg de opdracht uit te
zien naar een gebouwtje, geschikt voor
kleedgelegenheid, dat gemakkelijk uit
elkaar genomen en opgezet kan worden.
De heer D. Stammes, die ter algemeene
vergadering van den Ned. Schaatsenrij
dersbond was geweest, kreeg nu gelegen
heid om daarvan een mooi uitgebreid
verslag uit te brengen, waarvoor hij een
extra woord van dank in ontvangst had
te nemen.
19 Januari a.s. bestaat de vereeniging
60 jaar. Algemeen was men het er over
eens, dat dit feest wel herdacht moést
worden. Na veel gepraat wend! tenslotte
aan het bestuur overgelaten een vorm: te
vinden, waarin die herdenking geschie
den! zal
Burgerfljke Stand van Anna Panlowna.
GEBOREN: Cornelia, d. v. J. Wendel
en P. Korver; Jacob, z. v. J. J. Jongejans
en G. Landman; Anna Catharina. d. v.
O. Huiberts en C. M. Roosen; Cornelia
Klazina, d. v. G. W. Philipsen en J. Oor-
neiissen; Grietje, d. v. R. Roomsma en
N. van Hes; Hendrikus, z. v. O. de Graal
en M. L. van Kerkvooridé.
GETROUWD: J. de Leeuw en C. A. S.
de Schipper.
OVERLEDEN: M. O. van den Berg,
6 maanden; G. Th. Oonijn, 04 jaar weduwn.
van HL Kruisheer.
POLITIE.
Gevonden: een handsohoen, een
rijwielplaatje en een pakje, inhoudende
sportartikelen. Inlichtingen te verkrijgen
ter secretarie.
BOUWVERGUNNINGEN.
!B. en W. verleenden vergunning aan:
<5. Vlaming, timmerman, Molenvaart,
tot het bouwen van een garage.
L. Raven, tot het houwen van een woon-
en winkelhuis op Cérèa
J. Keuris, van Ewijoksluis, tot bet
plaatsen van een benzinepomp.
EEN VERGUNNING INGETROKKEN.
De vergunning tot verkoop van ster
ken drank in het klein, staande ten name
van J. Smit, is ingetrokken. Voor het
zelfde lokaal is verlof verleend tot ver
koop van alöoholhoudenden, anderen dan
sterken drank, aan J, P. Wigbout
EEN VERLOTING.
Aan den radiobouwcursus is vergun
ning verleend tot het houden van een ver
loting van het op den cursus te bouwen
ontvangtoestel
NED. BOND VAN KOFFIEHUIS- EN
RESTAURANTHOUDERS EN
SLIJTERS.
Jaarvergadering van de afd. Sobagen
en Omstreken van den Ned. Bond van
Koffiehuis en Restauranthouders en
Slijters te Schagen bijl den' heer II. Raven.
Na opening door don voorzitter, den
heer Jb. Sohermerhorn te St. Maarten,
worden de notulen der vorig© vergade
ring en het jaarverslag van den secre
taris, den heer Sj. Maakal, Broek op Lan-
gendiijk, gelezen en goedgekeurd. Hierna
volgt het jaarverslag -van den penning
meester, den heer H. Raven' te Schagen,
waaruit blinkt dat de ontvangsten hebben
bedragen 688.15, de uitgaven 470.72,
saldo 117.34. De commissie voor bet
nazien van de rekening en verantwoor
ding verklaart bij monde van den heer
H. Jonker, Anna Paulowna, dat de reke
ning en verantwoording in orde zijn be
vonden. De begrooting voor 1931 wordt
goedgekeurd en de omslag bepaald op
8.— per lid (ongewijzigd).
Bestuursverkiezing. Periodiek aftre
dend en herkiesbaar de heer J. Peetoom.
H. Raven en1 J. Schermerhorn. De heer
Sohermerhorn stelt zich wegens gevor
derden leeftijd niet meer beschikbaar,
De beide aftredenden worden herkozen
en in de vacature wordt de heer W.
Waijboer te Van Ewyckstuls gekozen,
Tot voorzitter wordt vervolgens gekozen
de heer J. Schenk Dz. te Schagen.
Wegens het vele dat de heer Schermer
horn als bestuurslid en later als voorzit
ter gedurende meer dan 25 Jaar voor de
vereeniging heeft gedaan, wordt hij be
noemd tot eerelid van de vereeniging en
hem een rookstel cadeau gedaan. De
scheidende voorzitter dankt bestuur en
leden van de onderscheiding en het cadeau
Hierna volgt sluiting.
Lering van Prof. Dr. van Embden
te Schagen.
Voor ds Vereeniging van Oudleerlingen
der Rijkslandbouwwintersehool te Seha
gen, sprak de welbekende profecsor van
Embden over bovengenoemd onderwerp
De lering vond plaats in het Noord
Hollandsch Koffihuis en war door een
groot aantal oudleerlingen bezoeht. Deze
lezing vormt een onderdeel van een aan
tal te houden cursusvergaderingen, waar
van wij ons voorstellen verslagen in
onze courant op te nemen.
De voorzitter van de commissie, de
heer K. Koster J«., introduceerde prof
van Embden, waarna deze met ifjn lesing
aanving.
Het onderwerp, aldus prof. van Emb
den, hangt zijdelings samen met de
thans heerschende crisis. Hij zal spreken
over de misvattingen tussch. de volkeren,
misvattingen die thans heorschen en
steeds geheerscht hebben. Dat verkeerd
begrijpen onderling heeft geweldig bij
gedragen tot de crisis en is een van de
hoofdoorzaken van den wereldoorlog. Bi,
den strijd tegen het nationalisme moet
men bij die botsingen stilstaan. In de
welvaartssfeer treffen wij het nationa
listische element in twee vormen. Aan
den eenen kant een groot samenstel van
geestelijke factoren, die het nationalis
tische besef opleveren, dat men met zijn
laadgenooten deelt. In dezen zin is het
nationalistische element een stuk geeste
lijke volkskracht, een onschuldige, onge
vaarlijke, beter gezegd een nuttige kracht,
l>it nationalistisch besef is een cultuur
samenhang. Op deze wijze heeft het
nationalisme groote beteekenis, is missch
wel onmisbaar.
Aan den anderen kant beteekent natio
Dalisme het te hulp roepen van de staats
macht, soms op een enghartige manier,
dat op anti-internationale wijze gericht
is tegen andere volken. Die overschatting
die vorm van misbruik van die macht
dat is de materieele kant van het natio
nalismeuiterst gevaarlijk in dezen vorm
van macht om andere volken er uit te
dringen, ook op economisch terrein. De
strijd daartegen in de wereldhuishouding
is datgene wat wij onder de oogen moe
ten zien. Op dit gebied wordt echter veel
te weinig gedaan.
Het onderwerp beweegt zich op inter
nationaal terrein. TelkeDS zien wij het
optreden van de internationale politiek.
Op internationaal terrein kan men de
staatemaeht heel goed gebruiken, op een
wijze, die een ander volk in het minst
niet te na komt. Door het sluiten van
handelverdragen op vrijhandelsgrondslag,
bevordert men de toenadering der volken,
de handel kan ziels zoo gemakkelijk ont
wikkelen. Do productie wordt opgevoerd,
de vrijheid der individuen wordt vergroot.
De te ver gedreven staatsmaeht is het
echte gevaar van het nationalisme, b.v.
iet zoeken naar overzeesche koloniën,
omdat men hoopt, dat men die gebieden
dan geheel voor zich zelf heeft. De ver
deeling van Afrika heeft plaats gehad
niet uit beschavingsoogpunt, maar om
andere volken er uit te dringen. Dat is
misbruik maken van de staatsmacht, zoo
als men deze in vroegere tijden ook heeft
gekend.
De regeering richtte koloniale handels
compagnieën op, die met uitsluiting van
alle anderen in het veroverde gebied
handel mochten drijven de handel werd
een monopolie en dit alles vergrootte
aanmerkelijk het gevaar op botsingen.
Bij de Navigatiewet werd het aan schepen
van vreemde naties verboden waren in
te voeren, die door .eigen schepen ook
konden worden aangevoerd. Alle vreem
delingen werden geweigerd.
Deze handelspolitiek strekte niet tot
vergemakkelijking van den handel, maar
bemoeilijkte hem ten zeerste. Het pro
tectionisme ontstond. De volken trachtten
elkaar in de vreemde gebieden te over
treffen en in nog niet geheel gekoloni
seerde landen met zwakke regeeringen
oefende men pressie uit. Men tracht
allerlei concessies te verkrijgen; men
dringt die regeeringen leeningen tegen
een hoog percentage op, alles om voor
deel voor eigen landgenooten te ver
krijgen. Uit dat nationalisme, uit dat
misbruik maken van de staatsmacht,
komen allerlei verwikkelingen, die ten
slotte aanleiding kunnen geven tot oorlog.
Op individueel terrein vinden we de
protectie, een wantrouwen tegen het
handelsbelang der kooplieden. Men dwars
boomt het individu in het belang der ge
meenschap, die maatregel is anti-sociaal.
Dit vindt men ook op koloniaal gebied.
Men probeeat anderen weg te dringen,
zoo komt men op het terrein van het
imperialisme. Het misbruik van de staats
macht op koloniaal gebied, beteekent dat
het hebben van koloniën uit dat oogpunt
veroordeeld is. Er zijn eebter landen, die
door den loop der historie koloniën heb
ben verkregen, en daar thans een taak
hebben te vervullen. Afgezien van de
middelen tot verkrijging van die koloniën,
heeft men zich hiervoor niet te schamen.
Men heeft de oultuurtaak de volken die
niet rijp zijn voor zelfbestuur, daar ge
schikt voor te maken en zich terug te
trekken'wanneer de tijd daarvoor rijp is,
welk tijdstip eohter ook door de bewoners
van de koloniën mede moet worden be
paald en niet alleen door het koloni-
seerende land. Tot zoolang heeft men
een taak te vervullen. Heeft men die
echter niet, dan behoeft men haar niet
te zoeken. Hier is sprake van koloniën
die men zoekt en met geweld traoht te
behouden, men denkt dat men geen wel
vaart kan hebben, wanneer men geen
koloniën heeft.
Dit verschijnsel en het protectionisme
is niet van den laatsten tijd. Gedurende
de zeventiende eeuw had men het1
Mercantilisme. De burgers meenden dat
zij zonder den Staat er niet konden
komen. Dat was de tijd van de staats-
vereering, toen was men protectionistisch,
men had een monopolistischen handel, en
in dien tijd vindt men het streven om
overzeesche gebieden te verwerven,
waaruit andere volken werden wegge
jaagd. Men streefde naar een gunstige
handelsbalans, door zooveel mogelijk uit
te voeren en wat werd ingevoerd zooveel
mogelijk te belasten. De burger op zich
zelf kon niets. De gemeenschap met haar
geweld moest het doen.
Deze geest, die heel wat oorlogen heeft
opgeleverd, werd gevolgd door een periode
van teruggang. De macht van de regee
ring kwam op den achtergrond. Men
zocht het op binnen- en buitenlandsch
terrein op individueel gebied. In dien tijd
kreeg men het schromelijke misbruik van
den arbeid van zwakkere personen, van
vrouwen en kinderen en de wetgever
bekommerde er zich niet om.
In dien tijd beoordeelde men het bezit
van koloniën niet als een onverschillige
zaak, maar als een nadeelige zaak. In
Engeland veroordeelde men het bijna. In
het midden van de 19e eeuw was men
overtuigd, dat de koloniën uit handels
oogpunt geen winst opleverden, men
achtte het het beste, wanneer Engeland
zijn koloniën zoo spoedig mogelijk op
vreedzame manier verloor. Groote man
nen als Disraeli huldigden die meening,
hoewel Disraeli later radicaal anders
ging denken.
Nu in onzen tijd neemt men de derde
periode waar, die ongeveer in 1870 is
ingetreden in Engeland, terwijl andere
landen er weldra door werden aange
grepen.
Men begon weer naar meer en meer
koloniën te streven of zich een invloeds
sfeer in andere landen te verwerven,
zooals Engeland en Rusland in Perzië,
welk land men probeerde af te roomen.
Van dien tijd dateert ook de stelling
dat, wil men welvarend worden, men
dan aan de wereldzee moet liggen.
Zoo trachtte Rusland een toegang te
verkrijgen tot de Middellandsche zee.
Het verkeerde denkbeeld van staatsover-
schatting kwam weer op den voorgrond,
zooals men heeft kunnen zien bij het
vredesverdrag van Versailles, waarbij
aan Duitschland een zware schatting
werd opgelegd.
Dit is echter niet alleen funest voor
liet land dat betalen moet, maar ook voor
het land dat ontvangt. Immers het schat
plichtige land kan alleen betalen wan
neer het voldoende exporteert naar da
ontvangers, doch deze landen zijn zwaar
protectionistisch. Ook wordt de markt
gedaan, omdat men Dultsoh- de grondstoffen in zijn eigen gebied
dat men dan onafhankelijk Is van
geen goed
land verplicht heeft gratis aftikelen te
leveren, welke worden afgeschreven van
do herstelbepalingen. Het protectionisme
keert zich hier tegen zichzelf.
Ken speciaal geval van overschatting
der staatsmacht whs de bezetting van
het Roergebied. Duitschland kon niet
betalen, waarop de Fransche regeering
het besloot zelf te halen. Die bezetting
is, uit eeonomisoh oogpunt bekeken een
volslagen mislukking geworden. De pro
ductie in het Roergebied was nog nooit
zoo laag 'geweest als toen. Het brute ge
weld kan nimmer het fijne weefsel van
de productie helpen bevovderen, wel kan
het dit verscheuren, door verbittering
van de bevolking enz De markt werd
vernietigd en de inflatie nam hand over
hand toe. Er gebeurde niet wat verwaoht
was, n.1. het veroveren van den handel
van den vijand. Dit kan wel door con
currentie geschieden, maar nimmer door
kanonnen.
De concurrentie is noodzakelijk voor
don handel. Op internationaal gebied is
dit echter heel wat anders dan op natio
naal. Velen meenen dat op Internationaal
gebied de staat concurreert, terwijl dit
tenslotte maar individuen zijn. Men heeft
het voorgesteld alsof in de internationale
eoneurrentiestrijd de geheele Engelsche
macht tegenover de Duitsche stond, in
werkelijkheid waren het maar een paar
Engelsohe producenten die tegenover in
Duitschland gevestigde ondernemingen
stonden, die misschien nog met Engelsch
kapitaal werden gedreven. De geheele
staat botst niet tegen den anderen maar
allen enkele belangen. Het is noodlottig
dat men hierop, op die z.g. botsingen
van de staten, zijn aandacht concen
treert. Was dit toch zoo, dan konden
burgeroorlogen niet uitblijven, daar in
het eigen land ook geoencurreerd wordt.
Telkens komt echter het staatsspook
weer dreigen. De couranten vooral doen
hier veel aan toe. Zoo vermeldden Ame-
rikaansche bladen dat Duitschland, Rus
land en Zweden in zijn macht kreeg en
dit werd alleen gedistilleerd uit het feit
dat de Duitsche industrie een paar orders
uit die landen kreeg.
Nu de ligging aan zee. Het is waan te
denken, dat als men geen ligging aan
zee heeft, dat men dan noodwendig geen
handel moet hebben. Dat is absoluut niet
waar. Van de48staten van Noord-Amerika,
die elk op zichzelf een vrij groote mate
van zelfstandigheid bezitten, liggen er
slechts drie aan den Stillen Oeeaan. Tooh
wordt niettegenstaande dit,'levendige han
del door die staten gedreven over den
Oceaan, waarbij zij vrijelijk door de drie
aan zee liggende staten gaan. Men heeft
nooit gehoord van moeiiykheden, als de
staatsmaoht de handen maar thuis houdt.
De drang om naar zee te komen heeft
mede den oorlog veroorzaakt. De misvat
ting van deze stelling blijkt hieruit als
men- naar Zwitserland kijkt, dat hoege
naamd niet aan een ïee ligt. Het is om
sloten door groote protectionistische lan
den. Toeh heeft het een zeer bloeienden
exporthandel en er is niet de minste reden
voor dat het land zieh een uitweg naar
zee zou veroveren. Oostenrijk verkeert
in een zelfde positie. Het is tenslotte een
onbelangrijk feit waar de staatsmachine
wordt bestuurd, of dit nu is Belgrado,
Praag of Weenen, men heeft uitsluitend
met de tariefmuren te maken die om de
verschillende landen wordsu opgetrokken
Hoe verdedigt men au het imperialisme
Men zegt, het moederland is te dieht be
volkt en moet de overbevolking spuien,
de koopwaar moet afgezet worden, men
moet grondstoffen verkrijgen voor zijn
eigen industrie en er moet rente worden
gemaakt van zijn kapitaal. Dit zijn de
beweegredenen die telkens en telkens
weer worden verkondigdl Beschouwen wij
nu eerst het bevolkingsvraagstuk. Enge
land heeft op 1 KM.' 16 personen wonen,
Rusland 6, België met de Kongo 7, terwijl
in Duitsehand 136 personen op 1 K.M
wonen. Nu redeneert men, Duitschland
wordt verstikt, het moet koloniën hebben.
Dat is een primitieve opvatting
In vele landen is het overbevolkings-
vraagstuk sleshts terug te brengen tot
te groote industrialisatie, de land- en
tuinbouw produeeeren niet genoeg voor
de eigen bevolking. Wanneer deze pro
ductie werd uitgebreid, zou er van over
bevolking geen sprake zijn. Het wezen
van de zaak ligt niet in het feit dat men
een grooten omvang heeft, maar of men
koopkracht beeft, dat men de goederen
waar ter wereld ook kan betalen zoolang
men de eigen productiviteit bevordert is
er geen overbevolking. Japan en Italië
die zeggen dat zij moeten barsten of
koloniën moeten hebben, moeten meer
produeeeren. Duitschland, wordt gezegd
heeft koloniën noodig, het heeft koloniën
gehad, en er was een zekere emigratie
naar die overzeesche gebieden
Toch hadden zieh tot 1914 in Oost-
Afrika nog slechts 4000 Duitschers ge
vestigd, en in alle koloniën hadden zich
gedurende 30 jaar minder Duitschers
gevestigd dan in twee jaar naar de V. S
emigreerden. Met andere koloniën is het
precies hetzelfde. Men blijft elkaar na
praten dat men overbevolkt is, het is
alleen maar dat die landen niet voldoende
produeeeren.
De reden dat men koloniën moet hebben
om grondstoffen te verkrijgen, gaat ook
niet op. Van uit die koloniën krijgt men
de grondstoffen niet oadeau, men moet
ze daar evengoed betalen als elders en
misschien soms nog wel duurder. De
handelsartikelen kennen geen nationali
teit, zij zijn „kleurenblind". Op dit terrein
heerscht echter staatsoverschatting. Men
zegt, wanneer men koloniën heeft, heeft
men grondstoffen, dat is eehter niet zoo
Engeland had voorheen koloniën in
Noord-Amerika. Dat zij deze nu niet
meer heeft, doet niets af aan het feit
dat het grootste deel van de grondstoffen
voor haar textielindustrie uit Amerika
komt, en zoo zijn er nog meerdere voor
beelden aan te halen. Er is nog een ander
argument, men zegt, dat wanneer men
anderen, vooral in tijden van oorlog. Dit
gaat echter in de praotijk niet op.
Frankrijk met zijn ilitgectrekt koloniaal
rijk betrekt nog v?n
geheele invoer uit de koloniën, de rest
komt elders vandaan.
De V. 8. met hun reusachtige uitge
strektheid missen toch nog 30
stoffen, waar men absoluut niet buiten
kan. Ons land heeft ook een poging tot
industrieele onafhankelijkheid gedaan
met den beaw van de hoogovens.
Wanneer men nu bedenkt, dat het
erts van elders moet komen, kan men
zien, dat dit uit economiseh oogpunt als
een mislukking Is te beschouwen. Ook
nemen onze koloniën niet die plaats in
onze uitvoer in als men wel zou denken,
zij betrekken slechts 7 8°/o van onze
totale uitvoer, terwijl Duitschland, België
en Engeland tezamen 54% voor hun
rekening nemen, dat zijn dus onze wer-
lelijke wingewesten hoewel we daar
politiek niets te zeggen hebben.
Met verschillende andere cijfers is nog
aan te toonen, dat men aan de koloniën
dikwijls een te groote economische waarde
hecht voor het moederland. De verschil
lende kwesties die omtrent het bezetten
van koloniën gerezen zijn, zooals de
befaamde Marokko kwestie, zijn de moeite
niet waard, hoewel er bijna oorlogen uit
voort komen.
De export van Frankrijk gaat sleohts
voor 15% naar de koloniën, terwijl het
overige naar andere landen gaat.
Men heeft het feit dat het bezit van
koloniën niet altijd voordeelig werkt.
Duitschland, dat door den oorlog zijn
koloniën heeft verloren, heeft nu in
China op handelsgebied een voorsprong
op de andere landen, omdat het niet
meer met wantrouwen wordt bejegend,
trouwens er zijn teekenen die er op wij
zen, dat andere landen hun concessies
ook gaan opgeven. En dan spreekt men
soms nog wel van de meest vitalo be
langen die op het spel staan. Het zijn
futiliteiten, die oorlogen ontketenen. Men
vraagt zieh af, hoe de volken zich door
die mooie frasen laat leiden. Dat is de
oude waan van roem en glorie van het
sterker zijn dan anderen, de inbeelding
van rassenoverheersohing.
Den laatsten tijd begint men hiervan
eohter af te wijken. De macht van den
staat wordt niet meer zoo toegepast. De
schuld van China aan Amerika is op
goede wijze geregeld. De oorlog die op
het punt stend uit te barsten tusschen
Engeland en Turkije om de olievelden
van Mosoel is overgewaaid. Het eene
land heeft nu het politieke toexioht, het
ander' een aandeel in de winst. Tot een
oorlog is het niet gekomen. Engeland
begint trouwens zijn leger uit Mesopota-
mië terug te trekken. Een dreigend con
flict tusschen Griekenland en Yougo-
Slavië over Salonlki is afgewend, het
laatste land heeft nu een deel van de
haven in gebruik, zonder veldslag en
decoraties is dat gebeurd, maar het loopt
uitstekend. Het toezicht op de herstel
betalingen is niet meer in politieke han
den, maar in handen gesteld van de
Herstelbank te Bazel. Het protectionisme
is misschien over zijn hoogtepunt heen.
Het begin van een beteren dageraad is
te zien en laat ons vol vertrouwen de
toekomst afwachten om de goede ideeën
bij de menschen in te prenten. Hier is
een groote taak weggelegd voor de
staathuishoudkunde.
Na gehouden debat «loot de voorzitter
onder dankzegging aan prof. Van Embden
deze interessante vergadering.
DE MELKPRIJS.
De melkprijzen worden te Schagen
langzamerhand lager. Uit den omtrek
wordt de melk thans voor 10 oent per
Liter verkocht
BOUWEN.
Aan de heeren Baars en van Staprioan
te Sobaigen is opgedragen den opbouw
van de afgebrande boerenplaats van
Mévr. de W-ed. Brugman te Moerbeek.
Door Dijkgraaf en Heemraden van
polder Waard en Groet is voor de be
trekking van secretaris en penningmees
ter het navolgende aijhabetische drietal
opgemaakt:
1. P. de Boer te Hoogwoud.
2. W. van der Wad te Schagen.
8. A. Wiedijfc te Baraingerhom.
De Nieuwjaansooilecfce voor de RJKL
armen alhier heeft opgebracht 274A0,
tegen 202.60 in 1980.
De dienstpl. der lichting 1925, S. Mul
der, behoorende tot het Regiment Kust-
artillerie, is opgeroepen om op 20 April
a.s. voor 17 dagen voor herhalingsoefe
ningen op te komen te Den Helder.
Aan de N.V. Albert Heijn is ten be
hoeve van het werk in den kruideniers
winkel te Hippolytushoef overwerkver-
gunning verleend, geldend voor 2 man
nen.
Het aantal consenten voor de kustvis-
scherij, alhier, afgegeven in 1930, be
droeg 96.
In het afgeloopen jaar zijn door het ge
meentebestuur 70 bouwvergunningen
verleend, waaronder 42 voor den bouw
van woonhuizen. Het aantal woningen is
door nieuwbouw vermeerderd met 50,
door slooping, verbranding e.d. vermin
derd met 9.
Ten bate van de gemeente Wierlngen
groot.11/ 10008 aaQ f?ewetons^eld gestort,
Gedurende het jaar 1930 zijn in deze
gemeente 40 huwelijken voltrokken en 2
echtscheidingen ingeschreven. Er wer-
rf".,,ge0t?)ren 66 jongens en 62 meisjes,
terwijl 26 mannelijke en 25 vrouwelijke
personen overleden. Levenloos aangege
ven werden 7 kinderen.