ANNA PAULOWNA. SCHAGEN De strijd tegen het nationalisme is de welvaartsleer. WIERINGEN. De Voorzitter stelt voor de drie oude leden, die hiervoor in -aanmerking komen, ieder 10 te geven. De heer J. -Tromp stelt voor de leden boven de 70 jaar vrijstelling van contri butie te geven. Het voorstel van den Voorzitter, dus ieder dit jaar 10, wordt aangenomen. De heer Roos vraagt nog iets over de uitkeering. De Voorzitter geeft de gewenschte in lichtingen. De heer Jb. Bakker stelt voor de oude leden boven 70 jaar en die 20 jaar lid zijn van de vereeniging vrij te stellen van contributie. Wordt aangehouden tot de volgende jaarvergadering. Daar niemand meer het woord wenscht sluit de Voorzitter, met dank voor de aan gename besprekingen deze vergadering. LOOP DER BEVOLKING. Ingekomen: P. de Wit van Zijpo; H. J. Timmer van Laurensberg (Duitschil.); O. van Laere van Geleen; H. J. Robben van Emimen; O. ML Boerse van Heiloo; mej. M. Wit' van Wieringen; Emmen. Joh. Pool van TELEFONEERKN TIJD VAN HET NA 8LUITINGS- POSTKANTOOR. Door het Riik is voor den heer D. de Graaf, Zwarte Weg, telefoon no. B, een doorverbinding met Den Helder gemaakt. Als het postkantoor gesloten is, kan men dus ten allen tijde bij den heer D. de Graaf terecht om iemand in Den Helder of eenige andere plaats op te bellen. HET STATION KRIJGT ELECTRISCHE VERLICHTING. Een van onze, in het jaaroverzicht ge- uitte wenschen, is spoediger in vervulling gegaan dan we durfden verwachten. Het station Anna-Paulowna zal electri- selie verlichting krijgen. In verband met de emplaoementswijzigLng, die als gevolg van den aan te leggen Zuiderzeespoorweg tot stand moet komen, zal deze verlichting nog niet geheel volledig aangelegd' worden. LTSVEREENIGING „EENDRACHT MAAKT MACHT". Zaterdagavond hield de ijsvereeniging haar jaarvergadering in Veerburg. De voorzitter, de (heer V. Kaan, schreef de geringe opkomst toe aan de tevreden heid van de leden over het werk van het bestuur en het vertrouwen dat in de be stuursleden gesteld werd. Met eenige waardeerende woorden herdacht hij het gestorven bestuurslid, wijlen den heer P. van Esten en gaf toen (het woord aan den secretaris, den heer H. Jonker, voor het lezen van de notulen1 en het jaarverslag. Zonder op- of aanmerkingen werden deze onder dankzegging goedgekeurd. Bjj! de ingekomen stukkon waren be richten van verhindering der bestuurs leden D. Schenk, Klerk en J. Hoop. Medegedeeld werd dat de vereenigng in Januari van het vorig jaar de Ko ninklijke goedkeuring mocht erlangen. De heeren D. J. Kaan en N. Jonker aangewezen voor het nazien van de be scheiden van den penningmeester, be vonden alles in goed© orde en brachten daarvan rapport uit. Zij en de penning meester, de heer C. Kussen, benevens de heer J. Hoep, de verzorger der financiën in Breezand, werden voor hun arbeid be dankt, waarna men overging tot benoe ming van een bestuurslid. De heer A. van Gijn werd met op één na algemeene stemmen gekozen. Hierop werd het programma voor dit seizoen vastgesteld. Zoowel te Kleine Sluis als te Breezand' zuilen in de eerste plaats kinderwedstrijden gehouden wor den. Voor het overige kreeg (het bestuur vrij mandaat. De vereeniging heeft van den Ned. Schaatsenrijdersbond een paar mooie toezeggingen gekregen. Ten eerste is haar toegewezen den eindwedstrijd voor de voorwedstrijden in het hardrij den, ten tweede een propagandawedstrijd in het kunstrijden voor heeren en boven dien is toegezegd dat de Nederlandsehe rijders, die thans in het buitenland oefe nen, dan ook naar Anna Paulowna zullen komen. Als we nu maar ijs krijgen, staan ons dus heel mooie wedstrijden te wachten. Toen werd nagegaan hoe het materiaal der vereeniging stond. Men besloot tot aanschaffing van een reddingsladder, een paar reddingshaken en twee dreggen. I)e secretaris kreeg de opdracht uit te zien naar een gebouwtje, geschikt voor kleedgelegenheid, dat gemakkelijk uit elkaar genomen en opgezet kan worden. De heer D. Stammes, die ter algemeene vergadering van den Ned. Schaatsenrij dersbond was geweest, kreeg nu gelegen heid om daarvan een mooi uitgebreid verslag uit te brengen, waarvoor hij een extra woord van dank in ontvangst had te nemen. 19 Januari a.s. bestaat de vereeniging 60 jaar. Algemeen was men het er over eens, dat dit feest wel herdacht moést worden. Na veel gepraat wend! tenslotte aan het bestuur overgelaten een vorm: te vinden, waarin die herdenking geschie den! zal Burgerfljke Stand van Anna Panlowna. GEBOREN: Cornelia, d. v. J. Wendel en P. Korver; Jacob, z. v. J. J. Jongejans en G. Landman; Anna Catharina. d. v. O. Huiberts en C. M. Roosen; Cornelia Klazina, d. v. G. W. Philipsen en J. Oor- neiissen; Grietje, d. v. R. Roomsma en N. van Hes; Hendrikus, z. v. O. de Graal en M. L. van Kerkvooridé. GETROUWD: J. de Leeuw en C. A. S. de Schipper. OVERLEDEN: M. O. van den Berg, 6 maanden; G. Th. Oonijn, 04 jaar weduwn. van HL Kruisheer. POLITIE. Gevonden: een handsohoen, een rijwielplaatje en een pakje, inhoudende sportartikelen. Inlichtingen te verkrijgen ter secretarie. BOUWVERGUNNINGEN. !B. en W. verleenden vergunning aan: <5. Vlaming, timmerman, Molenvaart, tot het bouwen van een garage. L. Raven, tot het houwen van een woon- en winkelhuis op Cérèa J. Keuris, van Ewijoksluis, tot bet plaatsen van een benzinepomp. EEN VERGUNNING INGETROKKEN. De vergunning tot verkoop van ster ken drank in het klein, staande ten name van J. Smit, is ingetrokken. Voor het zelfde lokaal is verlof verleend tot ver koop van alöoholhoudenden, anderen dan sterken drank, aan J, P. Wigbout EEN VERLOTING. Aan den radiobouwcursus is vergun ning verleend tot het houden van een ver loting van het op den cursus te bouwen ontvangtoestel NED. BOND VAN KOFFIEHUIS- EN RESTAURANTHOUDERS EN SLIJTERS. Jaarvergadering van de afd. Sobagen en Omstreken van den Ned. Bond van Koffiehuis en Restauranthouders en Slijters te Schagen bijl den' heer II. Raven. Na opening door don voorzitter, den heer Jb. Sohermerhorn te St. Maarten, worden de notulen der vorig© vergade ring en het jaarverslag van den secre taris, den heer Sj. Maakal, Broek op Lan- gendiijk, gelezen en goedgekeurd. Hierna volgt het jaarverslag -van den penning meester, den heer H. Raven' te Schagen, waaruit blinkt dat de ontvangsten hebben bedragen 688.15, de uitgaven 470.72, saldo 117.34. De commissie voor bet nazien van de rekening en verantwoor ding verklaart bij monde van den heer H. Jonker, Anna Paulowna, dat de reke ning en verantwoording in orde zijn be vonden. De begrooting voor 1931 wordt goedgekeurd en de omslag bepaald op 8.— per lid (ongewijzigd). Bestuursverkiezing. Periodiek aftre dend en herkiesbaar de heer J. Peetoom. H. Raven en1 J. Schermerhorn. De heer Sohermerhorn stelt zich wegens gevor derden leeftijd niet meer beschikbaar, De beide aftredenden worden herkozen en in de vacature wordt de heer W. Waijboer te Van Ewyckstuls gekozen, Tot voorzitter wordt vervolgens gekozen de heer J. Schenk Dz. te Schagen. Wegens het vele dat de heer Schermer horn als bestuurslid en later als voorzit ter gedurende meer dan 25 Jaar voor de vereeniging heeft gedaan, wordt hij be noemd tot eerelid van de vereeniging en hem een rookstel cadeau gedaan. De scheidende voorzitter dankt bestuur en leden van de onderscheiding en het cadeau Hierna volgt sluiting. Lering van Prof. Dr. van Embden te Schagen. Voor ds Vereeniging van Oudleerlingen der Rijkslandbouwwintersehool te Seha gen, sprak de welbekende profecsor van Embden over bovengenoemd onderwerp De lering vond plaats in het Noord Hollandsch Koffihuis en war door een groot aantal oudleerlingen bezoeht. Deze lezing vormt een onderdeel van een aan tal te houden cursusvergaderingen, waar van wij ons voorstellen verslagen in onze courant op te nemen. De voorzitter van de commissie, de heer K. Koster J«., introduceerde prof van Embden, waarna deze met ifjn lesing aanving. Het onderwerp, aldus prof. van Emb den, hangt zijdelings samen met de thans heerschende crisis. Hij zal spreken over de misvattingen tussch. de volkeren, misvattingen die thans heorschen en steeds geheerscht hebben. Dat verkeerd begrijpen onderling heeft geweldig bij gedragen tot de crisis en is een van de hoofdoorzaken van den wereldoorlog. Bi, den strijd tegen het nationalisme moet men bij die botsingen stilstaan. In de welvaartssfeer treffen wij het nationa listische element in twee vormen. Aan den eenen kant een groot samenstel van geestelijke factoren, die het nationalis tische besef opleveren, dat men met zijn laadgenooten deelt. In dezen zin is het nationalistische element een stuk geeste lijke volkskracht, een onschuldige, onge vaarlijke, beter gezegd een nuttige kracht, l>it nationalistisch besef is een cultuur samenhang. Op deze wijze heeft het nationalisme groote beteekenis, is missch wel onmisbaar. Aan den anderen kant beteekent natio Dalisme het te hulp roepen van de staats macht, soms op een enghartige manier, dat op anti-internationale wijze gericht is tegen andere volken. Die overschatting die vorm van misbruik van die macht dat is de materieele kant van het natio nalismeuiterst gevaarlijk in dezen vorm van macht om andere volken er uit te dringen, ook op economisch terrein. De strijd daartegen in de wereldhuishouding is datgene wat wij onder de oogen moe ten zien. Op dit gebied wordt echter veel te weinig gedaan. Het onderwerp beweegt zich op inter nationaal terrein. TelkeDS zien wij het optreden van de internationale politiek. Op internationaal terrein kan men de staatemaeht heel goed gebruiken, op een wijze, die een ander volk in het minst niet te na komt. Door het sluiten van handelverdragen op vrijhandelsgrondslag, bevordert men de toenadering der volken, de handel kan ziels zoo gemakkelijk ont wikkelen. Do productie wordt opgevoerd, de vrijheid der individuen wordt vergroot. De te ver gedreven staatsmaeht is het echte gevaar van het nationalisme, b.v. iet zoeken naar overzeesche koloniën, omdat men hoopt, dat men die gebieden dan geheel voor zich zelf heeft. De ver deeling van Afrika heeft plaats gehad niet uit beschavingsoogpunt, maar om andere volken er uit te dringen. Dat is misbruik maken van de staatsmacht, zoo als men deze in vroegere tijden ook heeft gekend. De regeering richtte koloniale handels compagnieën op, die met uitsluiting van alle anderen in het veroverde gebied handel mochten drijven de handel werd een monopolie en dit alles vergrootte aanmerkelijk het gevaar op botsingen. Bij de Navigatiewet werd het aan schepen van vreemde naties verboden waren in te voeren, die door .eigen schepen ook konden worden aangevoerd. Alle vreem delingen werden geweigerd. Deze handelspolitiek strekte niet tot vergemakkelijking van den handel, maar bemoeilijkte hem ten zeerste. Het pro tectionisme ontstond. De volken trachtten elkaar in de vreemde gebieden te over treffen en in nog niet geheel gekoloni seerde landen met zwakke regeeringen oefende men pressie uit. Men tracht allerlei concessies te verkrijgen; men dringt die regeeringen leeningen tegen een hoog percentage op, alles om voor deel voor eigen landgenooten te ver krijgen. Uit dat nationalisme, uit dat misbruik maken van de staatsmacht, komen allerlei verwikkelingen, die ten slotte aanleiding kunnen geven tot oorlog. Op individueel terrein vinden we de protectie, een wantrouwen tegen het handelsbelang der kooplieden. Men dwars boomt het individu in het belang der ge meenschap, die maatregel is anti-sociaal. Dit vindt men ook op koloniaal gebied. Men probeeat anderen weg te dringen, zoo komt men op het terrein van het imperialisme. Het misbruik van de staats macht op koloniaal gebied, beteekent dat het hebben van koloniën uit dat oogpunt veroordeeld is. Er zijn eebter landen, die door den loop der historie koloniën heb ben verkregen, en daar thans een taak hebben te vervullen. Afgezien van de middelen tot verkrijging van die koloniën, heeft men zich hiervoor niet te schamen. Men heeft de oultuurtaak de volken die niet rijp zijn voor zelfbestuur, daar ge schikt voor te maken en zich terug te trekken'wanneer de tijd daarvoor rijp is, welk tijdstip eohter ook door de bewoners van de koloniën mede moet worden be paald en niet alleen door het koloni- seerende land. Tot zoolang heeft men een taak te vervullen. Heeft men die echter niet, dan behoeft men haar niet te zoeken. Hier is sprake van koloniën die men zoekt en met geweld traoht te behouden, men denkt dat men geen wel vaart kan hebben, wanneer men geen koloniën heeft. Dit verschijnsel en het protectionisme is niet van den laatsten tijd. Gedurende de zeventiende eeuw had men het1 Mercantilisme. De burgers meenden dat zij zonder den Staat er niet konden komen. Dat was de tijd van de staats- vereering, toen was men protectionistisch, men had een monopolistischen handel, en in dien tijd vindt men het streven om overzeesche gebieden te verwerven, waaruit andere volken werden wegge jaagd. Men streefde naar een gunstige handelsbalans, door zooveel mogelijk uit te voeren en wat werd ingevoerd zooveel mogelijk te belasten. De burger op zich zelf kon niets. De gemeenschap met haar geweld moest het doen. Deze geest, die heel wat oorlogen heeft opgeleverd, werd gevolgd door een periode van teruggang. De macht van de regee ring kwam op den achtergrond. Men zocht het op binnen- en buitenlandsch terrein op individueel gebied. In dien tijd kreeg men het schromelijke misbruik van den arbeid van zwakkere personen, van vrouwen en kinderen en de wetgever bekommerde er zich niet om. In dien tijd beoordeelde men het bezit van koloniën niet als een onverschillige zaak, maar als een nadeelige zaak. In Engeland veroordeelde men het bijna. In het midden van de 19e eeuw was men overtuigd, dat de koloniën uit handels oogpunt geen winst opleverden, men achtte het het beste, wanneer Engeland zijn koloniën zoo spoedig mogelijk op vreedzame manier verloor. Groote man nen als Disraeli huldigden die meening, hoewel Disraeli later radicaal anders ging denken. Nu in onzen tijd neemt men de derde periode waar, die ongeveer in 1870 is ingetreden in Engeland, terwijl andere landen er weldra door werden aange grepen. Men begon weer naar meer en meer koloniën te streven of zich een invloeds sfeer in andere landen te verwerven, zooals Engeland en Rusland in Perzië, welk land men probeerde af te roomen. Van dien tijd dateert ook de stelling dat, wil men welvarend worden, men dan aan de wereldzee moet liggen. Zoo trachtte Rusland een toegang te verkrijgen tot de Middellandsche zee. Het verkeerde denkbeeld van staatsover- schatting kwam weer op den voorgrond, zooals men heeft kunnen zien bij het vredesverdrag van Versailles, waarbij aan Duitschland een zware schatting werd opgelegd. Dit is echter niet alleen funest voor liet land dat betalen moet, maar ook voor het land dat ontvangt. Immers het schat plichtige land kan alleen betalen wan neer het voldoende exporteert naar da ontvangers, doch deze landen zijn zwaar protectionistisch. Ook wordt de markt gedaan, omdat men Dultsoh- de grondstoffen in zijn eigen gebied dat men dan onafhankelijk Is van geen goed land verplicht heeft gratis aftikelen te leveren, welke worden afgeschreven van do herstelbepalingen. Het protectionisme keert zich hier tegen zichzelf. Ken speciaal geval van overschatting der staatsmacht whs de bezetting van het Roergebied. Duitschland kon niet betalen, waarop de Fransche regeering het besloot zelf te halen. Die bezetting is, uit eeonomisoh oogpunt bekeken een volslagen mislukking geworden. De pro ductie in het Roergebied was nog nooit zoo laag 'geweest als toen. Het brute ge weld kan nimmer het fijne weefsel van de productie helpen bevovderen, wel kan het dit verscheuren, door verbittering van de bevolking enz De markt werd vernietigd en de inflatie nam hand over hand toe. Er gebeurde niet wat verwaoht was, n.1. het veroveren van den handel van den vijand. Dit kan wel door con currentie geschieden, maar nimmer door kanonnen. De concurrentie is noodzakelijk voor don handel. Op internationaal gebied is dit echter heel wat anders dan op natio naal. Velen meenen dat op Internationaal gebied de staat concurreert, terwijl dit tenslotte maar individuen zijn. Men heeft het voorgesteld alsof in de internationale eoneurrentiestrijd de geheele Engelsche macht tegenover de Duitsche stond, in werkelijkheid waren het maar een paar Engelsohe producenten die tegenover in Duitschland gevestigde ondernemingen stonden, die misschien nog met Engelsch kapitaal werden gedreven. De geheele staat botst niet tegen den anderen maar allen enkele belangen. Het is noodlottig dat men hierop, op die z.g. botsingen van de staten, zijn aandacht concen treert. Was dit toch zoo, dan konden burgeroorlogen niet uitblijven, daar in het eigen land ook geoencurreerd wordt. Telkens komt echter het staatsspook weer dreigen. De couranten vooral doen hier veel aan toe. Zoo vermeldden Ame- rikaansche bladen dat Duitschland, Rus land en Zweden in zijn macht kreeg en dit werd alleen gedistilleerd uit het feit dat de Duitsche industrie een paar orders uit die landen kreeg. Nu de ligging aan zee. Het is waan te denken, dat als men geen ligging aan zee heeft, dat men dan noodwendig geen handel moet hebben. Dat is absoluut niet waar. Van de48staten van Noord-Amerika, die elk op zichzelf een vrij groote mate van zelfstandigheid bezitten, liggen er slechts drie aan den Stillen Oeeaan. Tooh wordt niettegenstaande dit,'levendige han del door die staten gedreven over den Oceaan, waarbij zij vrijelijk door de drie aan zee liggende staten gaan. Men heeft nooit gehoord van moeiiykheden, als de staatsmaoht de handen maar thuis houdt. De drang om naar zee te komen heeft mede den oorlog veroorzaakt. De misvat ting van deze stelling blijkt hieruit als men- naar Zwitserland kijkt, dat hoege naamd niet aan een ïee ligt. Het is om sloten door groote protectionistische lan den. Toeh heeft het een zeer bloeienden exporthandel en er is niet de minste reden voor dat het land zieh een uitweg naar zee zou veroveren. Oostenrijk verkeert in een zelfde positie. Het is tenslotte een onbelangrijk feit waar de staatsmachine wordt bestuurd, of dit nu is Belgrado, Praag of Weenen, men heeft uitsluitend met de tariefmuren te maken die om de verschillende landen wordsu opgetrokken Hoe verdedigt men au het imperialisme Men zegt, het moederland is te dieht be volkt en moet de overbevolking spuien, de koopwaar moet afgezet worden, men moet grondstoffen verkrijgen voor zijn eigen industrie en er moet rente worden gemaakt van zijn kapitaal. Dit zijn de beweegredenen die telkens en telkens weer worden verkondigdl Beschouwen wij nu eerst het bevolkingsvraagstuk. Enge land heeft op 1 KM.' 16 personen wonen, Rusland 6, België met de Kongo 7, terwijl in Duitsehand 136 personen op 1 K.M wonen. Nu redeneert men, Duitschland wordt verstikt, het moet koloniën hebben. Dat is een primitieve opvatting In vele landen is het overbevolkings- vraagstuk sleshts terug te brengen tot te groote industrialisatie, de land- en tuinbouw produeeeren niet genoeg voor de eigen bevolking. Wanneer deze pro ductie werd uitgebreid, zou er van over bevolking geen sprake zijn. Het wezen van de zaak ligt niet in het feit dat men een grooten omvang heeft, maar of men koopkracht beeft, dat men de goederen waar ter wereld ook kan betalen zoolang men de eigen productiviteit bevordert is er geen overbevolking. Japan en Italië die zeggen dat zij moeten barsten of koloniën moeten hebben, moeten meer produeeeren. Duitschland, wordt gezegd heeft koloniën noodig, het heeft koloniën gehad, en er was een zekere emigratie naar die overzeesche gebieden Toch hadden zieh tot 1914 in Oost- Afrika nog slechts 4000 Duitschers ge vestigd, en in alle koloniën hadden zich gedurende 30 jaar minder Duitschers gevestigd dan in twee jaar naar de V. S emigreerden. Met andere koloniën is het precies hetzelfde. Men blijft elkaar na praten dat men overbevolkt is, het is alleen maar dat die landen niet voldoende produeeeren. De reden dat men koloniën moet hebben om grondstoffen te verkrijgen, gaat ook niet op. Van uit die koloniën krijgt men de grondstoffen niet oadeau, men moet ze daar evengoed betalen als elders en misschien soms nog wel duurder. De handelsartikelen kennen geen nationali teit, zij zijn „kleurenblind". Op dit terrein heerscht echter staatsoverschatting. Men zegt, wanneer men koloniën heeft, heeft men grondstoffen, dat is eehter niet zoo Engeland had voorheen koloniën in Noord-Amerika. Dat zij deze nu niet meer heeft, doet niets af aan het feit dat het grootste deel van de grondstoffen voor haar textielindustrie uit Amerika komt, en zoo zijn er nog meerdere voor beelden aan te halen. Er is nog een ander argument, men zegt, dat wanneer men anderen, vooral in tijden van oorlog. Dit gaat echter in de praotijk niet op. Frankrijk met zijn ilitgectrekt koloniaal rijk betrekt nog v?n geheele invoer uit de koloniën, de rest komt elders vandaan. De V. 8. met hun reusachtige uitge strektheid missen toch nog 30 stoffen, waar men absoluut niet buiten kan. Ons land heeft ook een poging tot industrieele onafhankelijkheid gedaan met den beaw van de hoogovens. Wanneer men nu bedenkt, dat het erts van elders moet komen, kan men zien, dat dit uit economiseh oogpunt als een mislukking Is te beschouwen. Ook nemen onze koloniën niet die plaats in onze uitvoer in als men wel zou denken, zij betrekken slechts 7 8°/o van onze totale uitvoer, terwijl Duitschland, België en Engeland tezamen 54% voor hun rekening nemen, dat zijn dus onze wer- lelijke wingewesten hoewel we daar politiek niets te zeggen hebben. Met verschillende andere cijfers is nog aan te toonen, dat men aan de koloniën dikwijls een te groote economische waarde hecht voor het moederland. De verschil lende kwesties die omtrent het bezetten van koloniën gerezen zijn, zooals de befaamde Marokko kwestie, zijn de moeite niet waard, hoewel er bijna oorlogen uit voort komen. De export van Frankrijk gaat sleohts voor 15% naar de koloniën, terwijl het overige naar andere landen gaat. Men heeft het feit dat het bezit van koloniën niet altijd voordeelig werkt. Duitschland, dat door den oorlog zijn koloniën heeft verloren, heeft nu in China op handelsgebied een voorsprong op de andere landen, omdat het niet meer met wantrouwen wordt bejegend, trouwens er zijn teekenen die er op wij zen, dat andere landen hun concessies ook gaan opgeven. En dan spreekt men soms nog wel van de meest vitalo be langen die op het spel staan. Het zijn futiliteiten, die oorlogen ontketenen. Men vraagt zieh af, hoe de volken zich door die mooie frasen laat leiden. Dat is de oude waan van roem en glorie van het sterker zijn dan anderen, de inbeelding van rassenoverheersohing. Den laatsten tijd begint men hiervan eohter af te wijken. De macht van den staat wordt niet meer zoo toegepast. De schuld van China aan Amerika is op goede wijze geregeld. De oorlog die op het punt stend uit te barsten tusschen Engeland en Turkije om de olievelden van Mosoel is overgewaaid. Het eene land heeft nu het politieke toexioht, het ander' een aandeel in de winst. Tot een oorlog is het niet gekomen. Engeland begint trouwens zijn leger uit Mesopota- mië terug te trekken. Een dreigend con flict tusschen Griekenland en Yougo- Slavië over Salonlki is afgewend, het laatste land heeft nu een deel van de haven in gebruik, zonder veldslag en decoraties is dat gebeurd, maar het loopt uitstekend. Het toezicht op de herstel betalingen is niet meer in politieke han den, maar in handen gesteld van de Herstelbank te Bazel. Het protectionisme is misschien over zijn hoogtepunt heen. Het begin van een beteren dageraad is te zien en laat ons vol vertrouwen de toekomst afwachten om de goede ideeën bij de menschen in te prenten. Hier is een groote taak weggelegd voor de staathuishoudkunde. Na gehouden debat «loot de voorzitter onder dankzegging aan prof. Van Embden deze interessante vergadering. DE MELKPRIJS. De melkprijzen worden te Schagen langzamerhand lager. Uit den omtrek wordt de melk thans voor 10 oent per Liter verkocht BOUWEN. Aan de heeren Baars en van Staprioan te Sobaigen is opgedragen den opbouw van de afgebrande boerenplaats van Mévr. de W-ed. Brugman te Moerbeek. Door Dijkgraaf en Heemraden van polder Waard en Groet is voor de be trekking van secretaris en penningmees ter het navolgende aijhabetische drietal opgemaakt: 1. P. de Boer te Hoogwoud. 2. W. van der Wad te Schagen. 8. A. Wiedijfc te Baraingerhom. De Nieuwjaansooilecfce voor de RJKL armen alhier heeft opgebracht 274A0, tegen 202.60 in 1980. De dienstpl. der lichting 1925, S. Mul der, behoorende tot het Regiment Kust- artillerie, is opgeroepen om op 20 April a.s. voor 17 dagen voor herhalingsoefe ningen op te komen te Den Helder. Aan de N.V. Albert Heijn is ten be hoeve van het werk in den kruideniers winkel te Hippolytushoef overwerkver- gunning verleend, geldend voor 2 man nen. Het aantal consenten voor de kustvis- scherij, alhier, afgegeven in 1930, be droeg 96. In het afgeloopen jaar zijn door het ge meentebestuur 70 bouwvergunningen verleend, waaronder 42 voor den bouw van woonhuizen. Het aantal woningen is door nieuwbouw vermeerderd met 50, door slooping, verbranding e.d. vermin derd met 9. Ten bate van de gemeente Wierlngen groot.11/ 10008 aaQ f?ewetons^eld gestort, Gedurende het jaar 1930 zijn in deze gemeente 40 huwelijken voltrokken en 2 echtscheidingen ingeschreven. Er wer- rf".,,ge0t?)ren 66 jongens en 62 meisjes, terwijl 26 mannelijke en 25 vrouwelijke personen overleden. Levenloos aangege ven werden 7 kinderen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 11