Populair Bijvoegsel van de HELOERSCHE COURANT PI m©UWIM HAAR IHHUES VAN ZATERDAG 17 JANUARI 1931 469 (AUTEURSRECHTENVOORBEHOUOEN) Wonderkinderen en hun leven. MODEPRAATJE 't Jutte rtje Zijn zij wel gelukkig? Onna denkendheid van het publiek. Bijna voortdurend houdt het eene of andere wonderkind de wereld bezig; zoo wordt op het oogenblik de kleine violist Yehudi Menuhin overal gevierd en men roemt overal zijn gave en schoone vertol king van meesterwerken uit alle tijdper ken der vioolliteratuur. Zulke kinderen verschijnen telkens als een meteooi aan den met grootere en kleinere stenen be zaaiden muzikalen hemel en het duurt ge woonlijk niet lang. of zij verdwijnen voor goed van het tooneel. Volwassen gewor den, staan zij meestal achter bij hun col lega's van gelijken leeftijd, die later be gonnen zijn. Men vraagt zich af, waarom het kunstenaarschap van die kinderen aan het publiek behoeft te worden vertoond. Er zijn meer dan genoeg volwassen kun stenaars, om de programma's te vullen, zoodat het publiek er niet door te kort komt, wanneer men de muzikale en ook de algemeene ontwikkeling van het bijzonder begaafde kind rustig laat voortschrijden zonder de rusteloosheid, die het optreden voor het publiek noodzakelijkerwijze mee brengt. Het bejubelen van zoo'n wonderkind is een gevolg van de onnadenkendheid van het publiek, dat niet beseft, hoe het daar door slechts het egoïsme aanwakkert van de ouders of andere personen, in wier handen het lot van het kind geleid wordt, want zij zijn slechts bij uitzondering even vroolijk en onbezorgd als andere kinderen van hun leeftijd en hun verschillende ver mogens zijn niet harmonisch ontwikkeld. Dr. Francisca Baumgarten, een vrouwe lijke privaat-docent aan de universiteit te Bern (Zwitserland), heeft in aanraking weten te komen met vijf kleine musici van 6 tot 14 jaar, een zevenjarige danseres, een tienjarige teekenares, een achtjarige schaakspeler en een zevenjarige jongen, die wegens zijn bijzonderen aanleg een aardrijkskundige van den eersten rang be looft te worden. Zij onderzocht niet in de eerste plaats hun bijzondere begaafdheid, doch den algemeenen stand van hun gees telijke en intellectueele ontwikkeling. Deze bleek over het algemeen uitstekend te zijn; de wonderkinderen waren niet een zijdig begaafd, terwijl zij ook een sterke persoonlijkheid en gewoonlijk een van nature vroolijken aard hadden. Zij vervul den hun werk met groote toewijding, had den een sterk gevoel van verantwoorde lijkheid en stonden gewoonlijk in meer dan één opzicht boven andere kinderen van hun leeftijd. Zij weten natuurlijk, dat zij met hun optreden geld verdienen en waar zij bijna allen uit een arme omgeving komen, zien zij ten voile in, hoeveel verschil hun ver dienste voor het gezin maakt. Daardoor krijgen zij echter een ernst, die men in een kind liever niet ziet. Zij worden trou wens door hun omgeving altijd sterk be ïnvloed. Hun ouders beletfen hun gewoon lijk, zich te geven, zooals zij ziin, en zi kunnen daardoor niet kinderlijk en onge dwongen wezen. Gewoonlijk verandert dit, zoodra zij onder den druk vandaan komen, m. a. w. zoodra zij niet meer in tegenwoor digheid der ouders zijn. Opvallende Ouderliefde. De band aan de ouders is opvallend sterk. Dit komt misschien, doordat de ouders hen in staat stellen, zich geheel te geven aan hun liefste bezigheid. Boven dien worden de andere broertjes en zusjes dikwijls bij het wonderkind achtergesteld en zijn ouders komen vurig voor hem op. Deze sterke band tusschen de ouders en het wonderkind is gewoonlijk een gevolg van wederzijdsoh egoïsme en van ijdelheid. Ondanks hun gehechtheid aan hun ouders weten de kinderen zich nJ. zeer goed te loten gelden, wat wel een gevolg zal zijn van de bijzondere soort van werkkring. Het bleek, dat bijna alle kinderen met plezier optraden en geen plankenvrees kenden. Men beweert daarvan, dat een artistieke natuur reeds in de kinderjaren behoefte aan meeleven heeft en dat elke kunst niet alleen geeft, doch ook neemt. Het kan echter niet ontkend worden, dat de toejuichingen van het publiek naast nieuwe inspiratie ook ijdelheid veroor zaken en dat in zeer banalen Vorm. Boven dien zien de kinderen, door eigen erva ring, en omdat zij er door hun ouders op gewezen worden, ook de keerzijde van de medaille; de afgunst der collega's b.v., en deze ervaringen moestèn het kinderlijk gemoed toch liever bespaard blijven. Een werkelijk hoogstaand karakter be hoeft door deze invloeden nog niet nood wendig bedorven te worden, doch er ligt in elk geval een gevaar in. Het gaat ook niet op, in alle gevallen zelfzuchtige mo tieven bij de ouders te veronderstellen en gewoonlijk vindt men tussohen het won derkind en zijn ouders een zekere mate van wederzqdsch begrip, vooral op -artis tiek gebied; dit zal ook wel de reden zijn, dat zij het talent van het kind opmerkten en de ontwikkeling ervan bevorderden. Weinigen van hen zijn echter in staat, hun kind veilig en zeker te voeren naar de hoogten der kunst, waarheen o. a. Leo- pold Mozart zijn zoon Wolfgang wist te leiden. DE IJDELE AMERIKANEN. Men heeft statistischbewezen, dat in Amerika de mannen ongeveer tweemaal zooveel tijd aan hun toilet besteden als de vrouwen. Een bekende sohoonheidsdokter verklaarde in verband daarmee, dat hij meer mannen dan vrouwen onder zijn pa tiënten telde. De mannen lieten voorna melijk hun neuzen vervormen, hun ge laatskleur frisscher maken en plooien wegnemen; er waren bekende personen uit financieele en politieke kringen onder. GEBORDUURDE LANDKAARTEN In Engeland bestaat de modernste wand versiering uit geborduurde landkaarten; zij worden echter bij voorkeur niet uit een moderne atlas overgenomen, doch van oude kaarten, die steden, dorpen, bergen en bosschen nog door teekeningetjes weer geven en op dat punt dichter staan bij den landschapschilder dan bij den topo- graaf. Deze kaarten zijn dan ook plotse ling sterk in waarde gestegen. Grootgrond bezitters laten op die wijze weieens hun gebied in kaart brengen en deze geogra fische gobelins zijn meestal zeer kostbaar. Dit handwerk is uitgevonden door een oorlogsinvalide, die sindsdien echter tal van navolgers heeft gekregen. KERSTVACANTIE VOOR GEVANGENEN. De directeur der gevangenis te Montgo- mery in de Vereenigde Staten heeft 350 gevangenen op hun eerewoord vrijgelaten, om in hun familiekring het Kerstfeest te vieren. Zij. keerden allen terug, ook dege nen, die tot levenslange gevangenisstraf waren veroordeeld. BRAZILIAANSCHÉ AMAZONES. Het bataljon vrouwen, dat tijdens de laatste revólutie heeft meegevochten, is uit Minas te Rio de Janeiro aangekomen om daar deel te nemen aan een parade. Het bataljon werd aan het station door een groote menigte opgewacht en luide toegejuicht De geschikte tijd. Weet je hoe ik met mijn modemaak sters-rekendng doet? sprak de vrouw van een Kamerlid tot een vriendin. Ik geef ze mijn man altijd als de begrooting aan de orde is. Bij die groote cijfers valt het hem altijd nog meel EEN VREEMD BEZOEK. „Holland is toch een echt kikkerlandje, ja!" zuchtte Ma, terwijl ze naar buiten keek, waar het stormde en de sneeuwvlok ken door den wind opgezweept, wild dooreenwarrelden. „Ja", zei Pa, die vergenoegd bii de warme kachel zat en van zijn bittertje ge noot. ,,'t Is buiten niet bepaald tropisch warm. Hé, hé ik ben maar blij, dat we allenhij voltooide zijn zin niet, want de bel ging over en even later hoorden we een hooge vrouwenstem aan het dienst meisje vragen „Woont hier'de familie Veldhuijs? Ja? Zou je dan even belet willen vragen voor mij?" 't Dienstmeisje kwam binnen met een kaartje waarop Mevrouw de Wed. B. stond, een naam, die ons geheel onbekend was. „Laat Mevrouw maar binnen", zei Pa, „hoewel we niet de eer hebben, haar te kennen", en een oogenblik later verscheen WAT ETEN WIJ DE5EE WEEK. Zondag, Tomatensoep. Bielstuk, spruitjes met kastanjes. Aardappelen. Caramelvla. Maandag. Gehakt. Groene kooltjes. Aardappelen. Broodpudding. Dinsdag. Runder-rollade. Andijvie, Aardappelen. Gort met rozijnen. Woensdag. Koud vleesch. Gestoofde pred, Aardappelen. Rijnstruif. Donderdag. Rolpens. Roode kool. Aardappelen. Citroen-rijst, Vrijdag. Preisoep. Schelvischschotel. Witte boonen met zure saus. Aardappelen. II. Preisoep. Witte boonen met zure saus. Aardappelen. Havermoutkoekjes. Zaterdag. Rookworst. Stamppot van boerenkool, havermout en aardappelen. Beschuit met bessensap. Tomatensoep Noodig: 1 kalfspootje. 1 KL. water met zout. busje tomaten puree. 1 uitje. 50 gram boter. t sap van Vi citroen. 45 gram bloem. Inplaats van vleesch trekken we bouil lon van een kalfspootje, zóó dat we lx/i L. overhouden. Boter smelten en het uitje er in fruiten, eohter zóó, dat het licht ge kieurd blijft, bloem toevoegen en tomaten puree en langzaam de bouillon; steeds blijven roeren, daar we een mooie gelijke soep moeten krijgen, het laatste de citroen sap; alles nog een half uurtje op een zacht vuur doorkoken. KJjnstrulI Noodig: 4 eieren. 4 lepels bloem. 4 lepels suiker. Vi L. melk. pakje vanillesuiker. Eierdooiers met suiker en vanillesuiker kloppen tot het een schuimig geheel is, daarna de bloem er door mengen en heel langzaam de melk, tot het een mooi beslag, zonder klontjes wordt; eiwit heel stijf kloppen en door het beslag roeren. Hier worden 4 groote of meerdere kleine koe ken van gemaakt, die eohter slechts aan één kant worden gebakken; telkens twee koeken met de ongebakken kant op elkan der. Koud opdienen. Schelvlsch-schotel Noodig: 50 gram boter. 35 gram bloem. 1/i L. water, waarin de visoh gekookt is, Yi kopje melk of room en on geveer naar verkiezing 60 gr. geraspte Parmezaansche kaas. Schelvisch in ruim water met zout gaar koken en ze van de graten ontdoen. Een sausje maken van de boter en bloem met het vischwater en de melk of room, er zoo noodig nog wat zout bijdoen en een mi nuut of 10 door laten koken. Een vuur vaste schotel met boter inwrijven on met paneermeel bestrooien en daar de vlsch in overbrengen en deze geheel met de saus overdekken. Men kan hier nog ongeveer 50 gram geraspte kaas, b.v. Parmezaan sche, over strooien en de schotel in den oven mooi bruin laten worden. II avermontkockjes Noodig: 150 gram havermout. 150 gram bloem. 8 eieren. 1 eetlepel suiker. tikje zout. Delfrite. 2 Vi dL. water. De havermout wordt in het water onge veer een uur geweekt, daarna bloem, sui ker, zout en de goed geklopte eieren er door roeren, en er zoo noodig nog wat water aan toevoegen, tot men een dik be slag heeft, zooals b.v. voor drie in de pan. In de koekepan een blokje Delfrite warm laten worden eni daarin eenige koekjes tegelijk op een niet te hard vuur aan beide kanten mooi bruin bakken. Warm opdienen met basterdsuiker en wat jam. Moccataartje zonder oven Noodig: 200 gram zachte biscuits (b.v. oolombijn-biscuits). 160 gram boter. 160 gram basterdsuiker. 8 eetlepels sterke koffie- extract. Voor deze taart nemen we b.v. een klein hooikistpannetje of biscuitbusje en beleg gen den bodem met biscuits en zetten ze ook tegen de opstaande kanten. De boter tot room roeren en de suiker er door roe ren tot men een zacht gelijk mengsel heeft verkregen, daarna druppel voor druppel het extract. Op den biscuitsbo dem legt men een laagje crème, daarna weer biscuits, crème, enz„ zóó, dat de laat ste'laag uit biscuits bestaat en er nog crème overblijft om het taartje als het uit den vorm is genomen mede te bestreken. Op de laatste laag biscuits wordt nu een bordje gelegd met iets zwaars, b.v. een kannetje water om de biscuits en de crème op elkander te laten drukken en zoo wordt alles op een koele plaats weggezet tot den volgenden dag. Alvorens het taartje daar na te keeren worden de biscuits gelijk afgesneden en na het keeren worden de zijkanten met de achtergehouden crème bestreken en met' chocolade hagelslag be strooid. de dame-in-quaestie, een slanke, buiten gewoon knappe verschijning en hoogst elegant gekleed. „U zult wel verwonderd zijn, mij, een vreemde, hier te zien", sprak ze met een heldere Welluidende stem, doch met een nauw-merkbaar vreemd accent, „maar u moet weten, dat ik sinds een paar dagen uit Indië hier ben aangekomen en nu kom ik u de groeten overbrengen van een familie, die u heel goed kent en waar ik heel intiem mee was. De familie heeft mij veel goeds van u verteld, en heeft er op aangedrongen, dat ik kennis met u moest maken, en daar ik vandaag voor zaken in. Den Haag moest zijn, dacht ik, dat ik wel even bq u aan kon loopen". „En wie zijn die kennissen van ons?" vroeg Pa nieuwsgierig. „Wel de Steinmetzen van Batavia!" „De Steinmetzen uit Batavia!" riepen we allen uit één mond, „maar die kennen wij niet!" Nu was het de beurt van onze bezoek ster om verwonderd te zijn. „Kent u de familie Steinmetz uit Bata via niet? Och dan heb ik ahvéer een ver- geefsche reis gemaakt, rk ben n.1. eerst op het door de familie S. opgegeven adres afgegaan, maar daar werd mij verteld, dat de familie Veldhuijs verhuisd was en men wist niet waarheen. Toen heb ik een adres boek geraadpleegd, waarin stond A. Veld huijs, Van Boetzelaerlaan 92, en denken de, dat 't wel het juiste adres zou zijn, ben ik hier gekomen. Maar ik zie, dat ik hier niet terecht ben en dat ik U noodeloos lastig heb gevallen, wat me erg spijt. Ik zal maar weer weg gaan", voegde zij er zuchtend aan toe. Men moest een hart van steen hebben om iemand met dit weer op straat te sturen en Mama, die allesbehalve een hart van steen had, integendeel erg medelijdend was, noodigde onze bezoekster uit, bij ons te blijven, totdat de hagelstorm wat be daard was. Maar ik verdacht er Ma ook sterk van, dat zijzelve, een geboren Indi sche, tuk was op nieuws uit haar geboor teland, waar haar hart nog altijd heen trok. Mevrouw B. nam de uitnoodiging dank baar aan en weldra waren wij in een zeer geanimeerd gesprek gewikkeld, waarin bleek, dat Mevrouw B. een heel gezellige en onderhoudende causeuse was. Onder het spreken had ze haar voile van het ge laat weggenomen en nu eerst konden we goed zien, hoe jong ik schatte haar op z'n hoogst op vijf- of zes-en-twintig jaar en hoe mooi ze was met haar ovaal ge zichtje en regelmatige trekken. En zelden zag ik mooier oogen, dan de hare, die groot en donkerbruin waren, en die onder net vertellen, nu eens diep glansden, dan weer guitig-overmoedig tintelden. Ik vond haar met mijn dweepachtigheid van zes E 1 KORTE BONTMANTELS BIJ LANGE AVONDJAPONNEN. Het is een van de voornaamste vraag stukken der mode, wat men bij de lange avondjaponnen zal dragen en het schijnt, dat de korte bontmantels het terrein ver overd hebben. Het was trouwens wel te verwachten, dat de couturiers mantels zouden vinden, die bij de lange avond japonnen passen. Naast de driekwart lange of geheel lange mantels hebben zij daarom de korte bontjasjes gelanceerd, die nauw over de heupen sluiten. Daardoor wordt de avondjapon op een bijzondere en origineeie wijze aifgemaakt. De jasjes zelf zijn soms zeer apart en vooral de wijde pagode-mouwen zijn karakteristiek. Alle kleuren en soorten van hout zijn ervoor te gebruiken, hoewel ook hierbij de popu lariteit van zwart en wit opvalt; wij noe men b.v. wit hermelijn bij een japon van zwarte crêpe maracain of Breitschwanz bij een pompeuse witfluweelen japon. De prijs behoeft voor niemand een be zwaar te zijn, want allerlei fantasiebont is sterk in de mode, en een mantel van ratte- vellen behoeft volstrekt niet minder ele gant te zijn dan een van beverbont. En hoewel hermelijn en Breitschiwanz dit jaar het meest in den smaak vallen, kan men ook zeer chic zijn met bont van konijnen en eekhorentjes op de mooiste en kost baarste modellen zien wij dit fantasiebont ook verwerkt. Het kan in alle tinton ge verfd worden, lichtgrijs is het modernste, en staat jeugdig en flatteus. Wij moeten toegeven, dat door deze neiging der mode de prijs van dit bont ook eenlgszins ge stegen is, doch het prijsverschil met do „edele" bontsoorten is nog altüd belang rijk. Fantasiebont moet echter met dis cretie gekozen worden en passen bil de kleur van de japonnen, waarbij het gedra gen wordt. Een grooter bezwaar dan de prijs is het feit, dat deze korte jasjes vele vrouwen niet flatteeren. Men kan ze niet te lang maken en ook de langste bontmantel is nog altijd 15 20 cM. korter dan de japon. Aan dit nieuwe silhouet moeten wij eerst nog wennen, en daardoor valt de aandacht bijzonder op het figuur van de draagster. Bovendien wordt de liln van het toilet door zoo'n mantel onderbroken en) daardoor wordt het silhouet verkort, zoodat alleen lange en slanke vrouwen deze mode goed staat. STROOKJES EN RUCHES. In de garderobe van een elegante vrouw vindt men dit seizoen altijd een japon met strookjes. Nu wordt de mode door ruches en strookjes ook veel aardiger en afwis selender en men kan er veel fantasie bij gebruiken, want zij worden op zeer ver schillende wijzen aangebracht. Dit wordt ia de hand gewerkt door de groote ver scheidenheid der nieuwe stoffen, terwijl de luchtigheid van den kant, waarvan de ruches gewoonlijk gemaakt worden, een fantasie mogelijk maakt, die onder andere omstandigheden niet meer smaakvol zou worden gevonden. Nu de rokken langer zijn en de taille op de natuurlijke hoogte gekomen is, zijn de ruches teruggekomen naast zooveel andere dingen, die ons aan de mode uit vroegere tijden doen denken. Strooken staan het mooist, wanneer zij van lichte stoffen zün, zooals mousseline, crêpe Georgette en crêpe de Chine. Japonnen van tussot en voile worden bü voorkeur met valencien- nes-kant gegarneerd erl staan voor jonge meisjes aardig en frisch. Er komen ook veel biero's op voor, die eveneens met fijne, smalle kant versierd zijn. Soms loo pen de ruches op korten afstand even wijdig aan elkaar, zoodat zij doen denken aan een waterval. Verder worden ruches ook veel aange bracht op lingerie en op kinderkleeding. Het eenige bezwaar is, dat zü spoedig vuil worden en kreukelen en dat het strij ken van het waschgoed meer werk ei^cht. De ruches mogen het silhouet ook niet breed maken en de couturiers, die zich steeds meer tot beeldende kunstenaars ontwikkelen, gebruiken al hun talent om het even slank en fijn te houden ondanks alle ruimte in de stof. KOMT DE SLEEP TERUG? De mode vertoont in veel opzichten de neiging, terug te keeren tot de pracht en praal van vroegere eeuwen. Aan den eenen kant juichen wü dit toe, want de rijke variatie, die de mode van dezen winter vertoont, wordt ongetwijfeld veroorzaakt door het ontleenen van modellen en gar neering aan meerdere Mjdperken. Wü zien een uitgesproken voorliefde voor tegen stellingen, een aanpassing van oude modes aan het moderne leven en het gevolg is een meer vrouwelqke mode, die meer ruimte laat aan den individueelen smaak. Teere kleuren, mooie stoffen, bontgarnee- ring, een kunstige verdeeling van de ruimte in de stof en een nieuwe wijze van drapeeren, waardoor de slanke lqn in het silhouet bewaard blijft, dat alles juichen wij evenzeer toe als de cape, de normale taillehoogte en de verscheidenheid der halsversiering. Doch een sleep? Wij zijn in ons hart blij, dat hij voor dagelqksch gebruik een practische onmogelijkheid is en de slee- pende avondjaponnen worden door me- nigeen gevreesd. Hoe zullen wü er ooit mee leeren omgaan? Doch de Parijsche couturiers vertoonen in de modellen van hun avondjaponnen Byzantqnsche nei gingen en keeren o. a. terug tot den sleep. De vrouwen zullen deze japonnen toch dragen en dragen ze zelfs reeds. Wü zul len satijn, tulto, fluweel en brocaat weer slangachtig zien glijden over spiegel gladde parketvloeren kostbare tapqten en tienjarig-meisje in één woord een snoes. En ze kon zoo allergezelligst vertellen, van haar leven in Indië en van de vele reizen die zü gemaakt had, dat wü allen geboeid naar haar luisterden. Ook liet zq ons wat aardigs zien, n.1. een versiering aan de sluiting van haar hand- taschje, een gouden knop, die veel had van een Javaansch afgodsbeeldje. „Het is een fetisch", vertelde Mevrouw B. „die ik van de bevolking van het plaatsje, waar mijn man controleur was, gekregen heb om mij tegen ziekte en gevaar te bescheid men; ik heb hem altqd als een aardig heid bewaard en zooals U ziet, doet hü nu dienst als versiering van mün taschje". „Ik heb ook nog zoo'n reliquie", zei Pa, die blijkbaar niet voor Mevrouw B. wilde onderdoen, „het is een kris, die ik gekre gen heb van een bloedverwant van den Sultan van Djocja. Diens vrouw werd plot seling ernstig ziek, alles werd aangewend, de vrouw werd hoe langer hoe erger. Eindelijk ofschoon zooals U weet, een Javaan liever sterft dan zich aan handen van een Hollandsche geneesheer toe te vertrouwen kwam de echtgenoot van de zieke in wanhoop bü mij om hulp vragen. Ik kwam nog juist bijtijds en constateerde dat alleen een ingrijpende operatie hier redding kon brengen. Ik wachtte dan ook niet lang, en verrichtte de operatie met goed gevolg, want enkele uren daarna was de vrouw buiten gevaar en uit dank baarheid gaf haar echtgenoot mü een kris, waarvan het handvat en het gevest met edelgesteenten 'bezet zqn. Ik zal de kris even halen en haar U laten zien", maar Ma, die zich eensklaps herinnerde, dat haar tegenwoordigheid al meer dan een uur geleden in de keuken was vereischt voorkwam dit door haastig op te staan en verschrikt uit te roepen: „Excuseert U me even, Mevrouw, we hebben vandaag rqsttafel, ziet U, en aan gezien het meisje daar niet het minste verstand van heeft, moet ik er mq mee bemoeien, wil er iets van terecht komen, ja!" „Zeg Rika", zei Pa tegen Ma, terwq'1 hü haar even staande hield, „dat brengt me op een schitterend idee" en zich toen tot Mevrouw B. wendend: „U, die zoo lang in Indië geweest bent, zult wel van rijsttafel houden. Ik noodig U daarom uit, vanmid dag onze gast te zijn". Maar daar protesteerde Mevrouw B. hevig tegen. „Ik vind het heel vriendelijk van U om me uit te noodigen en ik vind rijsttafel verrukkelijk, maar het is mij niet mogelqk Iw invitatie aan te nemen; ik heb U als het ware overrompeld, en als ik nu ook nog aan tafel Uw gast zou zün, heid" m maken van Uw goed- (Slot volgt).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 7