Tenslotte drukken wij <1® moeders nog
maals op het hart, alle huidaandoeningen
bij kinderen zorgvuldig te verplegen, ook
al zou hetzelfde verschijnsel bij een vol
wassene beschouwd worden als een on
vermijdelijk gevolg van het winterweer.
KNIPPATRONEN VERKRIJGBAAR.
Van alle in deze rubriek voorkomende
modeplaten zijn papieren knipp tronen
verkrijgbaar in de maten 42, 44, 46, 48.
De prijs bedraagt 1.voor kinderen
0.80.
Men wordt verzocht het bedrag in post
zegels of per postwissel vooruit te vol
doen. Bij bestelling moet behalve het
nummer van het plaatje, ook de verlangde
maat duidelijk worden opgegeven.
Aanvragen te richten tot „Het Patro-
nenhuis", Theresiastraat 424, Den Haag.
BIJ DE PLAATJES.
Nr. 677. Elegant ensemble van donker
groen satijn met een blouse van 'lichtgroen
satijn en een kraag van wit, in reepen
gesneden bont. Het manteltje heeft even
als de blouse onder de taille ingezette,
klokkende zijstukken, die zich in het
groot op den rok herhalen. 'De blouse is
op den schouder voorzien van naadjes
en loopt aan den hals eenigszins ruim
uit, zonder bepaald een gedrapeerden
kraag te vormen.
HET NIEUWSTE WAT PARIJS
ONS BIEDT.
Wij' waren in de gelegenheid, een
kleine, doch uitgezochte collectie te be
zichtigen van. het nieuwste wat Parijs
ons biedt. Allereerst wordt ons de avond-
kleedinggetoond. Er was o.a. een en
semble bestaande uit een driekwart man
tel van wit hermelijn, gevoerd met uiterst
soepel fluweel, die gedragen werd bij een
van onderen wijduitloopende japon van
tomaatkleurig fluweel; deze mannequin
viel ook op door haar kapsel: het haar
was los gegolfd, van voren en opzij heel
kort en van achteren in een rolletje ge
legd. Vervolgens kwam een mannequin
met een_ heel fijn gezichtje, die een zeier
eenvoudige japon van zwart fluweel
droeg. Het model deed dentoen aan een
schilderij uit de middeleeuwen, de mou
wen sloten nauw aan. Er werd een tuiltje
witte anjelieren op gedragen.
Toen kwamen er een paar echte avond
japonnen Eerst een van glanzend licht
blauw satijn met ingeweven bloemen:; het
model vertoonde het tradltioneele nauwe
lijfje met een van onderen wijden rok.
Als eenlg sieraad werd er een snoer pa
rels bij gedragen! Daarna kwam er een
Japon van goudkant, die het geheele
lichaam nauw omsloot en voorzien was
•van een langen sleep en daarna weer een
schitterende combinatie van wit en zwart
n.1. een lijfje van dakpansgewijs over
elkaar gelegde strooken glanzend wit
satijn, terwijl de rok op dezelfde wijze
was gemaakt van strooken zwarte tulle
Hetzelfde strookeneffect zagen wij op het
onderste eed e el te van een rondom tot-
de enkels reikende japon van hemels
blauw Chiffon met een fichukraag, die
ook met een' gmal strookje was afgezet en
de korte mouwen van het lijfje geheel
bedekte. Deze korte mouwtjes worden
meer en meer gezien en staan jeugdig.
De laatste meer gekleede japon was van
vleesdhkleurig chiffon met losse drape
rieën. ingezette stukken opzij, kleine
draperieën aan de mouwen en een klein
sleepje. Aan de punt van de V-vormige
halsuitsnijding was een klein driehoekje
ivoorkleurige kant aangebracht.
Een mantelpak.
oor de komende lente werd ons door
een roodharige mannequin «en groen
wollen mantelpak getoond van strenge
J.A®n met een, Wou'se van ivoorkleurige
p® ®JÏ. ean geinen hoed van donker-
slot z^en wij een zomersch
japonnetje van ouderwetsch aandoend
foulard dat geheel bedruk? S met
kleine figuurtjes. In dit geval was het
een lichte saumon-japon met een appel
bloesem-motief, die zeer jeugdig kleedde.
Beste jongens en meisjes,
Ziezoo, de weddenschap heb ik gewon
nen, deze week waren er dertien nieuwe
vriendjes en vriendinnetjes bij, zoodat er
van deze maand 108 kinderen met de raad
sels meedoen en misschien komen er nog
wel meer, dat zal ik nog af moeten wach
ten. Ik miste deze week verscheidene
trouwe raadseloplossers, maar dat komt
denk ik door de griep. Ik heb tenminste
verscheidene briefjes gehad van gnep-
patiëntjes en ik hoop maar dat die weer
gauw beter zijn en dat denk ik ook wei,
want als de lente komt en de heei qke
warme zon, dan neemt de griep meestal
de vlucht tot het najaar. En nu komt de
lente gauw. De zon schijnt vandaag (Don
derdag) zoo lekker en 't is zoo warm, dat
ais ik in de zonnestralen ga staan, die
vanmiddag het kantoor zijn binnengewipt,
ik in mezelf zeg: „Ja, ja, ik weet wel wat
jullie zeggen willen, de lente is op komst
Dat zingen de vogels ook, hebben jullie
ze al gehoord? Ze zijn zoo blij dat ze den
heelen dag maar zingen en lluiten en
tjilpen en de musschen zijn nog eens zoo
brutaal als anders, dat komt door de zon,
dan worden ze mal en overmoedig van
blijdschap. Jullie zijn toch ook blij dat de
dagen langer worden, dat de zon warmer
wordt en dat het gauw lente is? Anders
moet je dat nog van de vogels leeren.
Nu 'mdet ik jullie nog wat zeggen. Van
verschillende kinderen ontving ik een
briefje met de mededeeling dat ze hun
raadsels goed opgelost hadden, doch da
ze niet bij de goede oplossingen vermeld
waren. Nu kan ik jullie allemaal gerust
stellen, want al staat je naam niet goed
in 't „Juttertje", dan sta je tooh wel op-
geteekend bij de goede oplossers, als je
raadsels goed' waren, en dat kan je Zater
dags zelf nazien. Dat er wel eens fouten
in de namen zijn, dat komt, omdat er
tegenwoordig zooveel zijn en dan raakt
de zetter wel eens in de war. Dus maak je
daarover maar niet meer bezorgd. Zoo
wordt er ook van de kinderen met gelijke
voorletters, b.v. Annie Bastlaans en
Adriana Bruin, maar eenmaal A. B. gezet.
Nu begrijp jij meteen, Cornelis Tol, waar
om er maar eenmaal C. T.'stond, terwijl
toch ook je neefje goed opgelost had.
En nu a ik gauw met jullie briefjes
beg.nnen, anders kom ik niet op tijd klaar.
OUd 11 iaar-
Gasstraat No.
Ons kinderverhaal.
De groote reis.
Een verhaal vol spanning
door
BART IN 'T HOUT.
Nadat Oom Paul aan Plet en zijn vriend
je Tommy van zijn reis naar het groote,
nieuwe werelddeel, dat aan de overzijde
van den grooten ooeaan lag, had verteld,
kwamen zij op een zekeren Woensdag
middag overeen, dat zij eigenlijk het
voorbeeld van Oom Paul maar moesten
volgen, en hun leven als „landrotten"
maar eens voorgoed vaarwel moesten zeg
gen. Wat dat woord „landrotten"
eigenlijk precies beteekende, wist Plet
noch Tommy, maar zij begrepen tooh, dat
het iets met „land" had uit te staan en dat
H|kon nooit goed zijn, want met een
middellljk de school bij betrekken. Nu
en als twee gezworen kameraden over de
school beginnen te praten, zijn zij onmid
dellijk bereid een lang gezicht te trekken
Nu, jongens en meisjes, tot een volgende
week.
te overtuigen, dat je kleine jongentjes
niet harder kunt plagen, dan door ze naai
school te sturen. Kortom Piet en Tom
my achtten nu het oogenblik gekomen om
zit te slapen. Maar dat is tooh niet waar,
n o.or. Die uil Is klaar wakker. Alleen kan
.1 j gl(l?d tegen, bet scherpe daglicht,
want de uil is een nachtdier, dat evenals
een poes in het donker kan zien. Er ziin
'Sir®^8 mtn,80^en' dki 61:11 ander voor
„uil of „uilskuiken" uitschelden, maar
die hebben het glad mis, want de uil is
heelemaal niet dom of suffig. Dus
voortaan als je voor „uil" wordt uitoe
scholden, kan j-e altijd zeggen dank
voor het complimentDe
schap. Zoo is het ook met onze teekening.
Meneer Uil, die knapperd, heeft
de kop van meneer Dasje! En" toff" °P,
M'u zepoot is verruw iin juffrouw
Maar nu
zich maar tegelijkertijd van die eeuwlge
schooi kwelling te verlossen, want in 4
land aan de overzijde van t groote water
gingen de jongetjes niet naar schooi"
vertelde Oom Paul!.Dat Oom Paul dit
aifi ëen grapje bedoelde, begrepen zij na.
turulijk niet. Kleine jongetjes van zes en
zeven jaar kunnen toch nog niet al)es
begrijpen, niet waar?
Piet trok de huisdeur achter zlc-h dicht
en zei heel tevreden tegen Tommy: „zie
zoo Tom, dat is de laatste keer. Heb je
niks vergeten? Je mes, of je zakdoek?
Want we komen hier de eerste paar jaar
niet meer terug!" - Tommy schudde dap.
ner van „neen" en wees Pietje nanr boven,
waar zijn moeder voor het raam stond. Zij
wuifden beiden en riepen hard: „Dagüj»
Moeder schoof het rnani nog wat op en
rieir „Zullen jullie voorzichtig zijn en
denk eraan Piet.om half zes thuis
voor het eten, hoort" „Ja Moe!" riep Piet,
die plotseling een kleur kTeeg, omdat hjj
een leugen moest vertellen. ant ze had
den natuurlijk niets van hun plan aan
moeder of aan iemand anders verteld,
d-aar ze andere wis en zeker voor straf
thuis hadden moeten blijven.
„Vind je het eigenlijk niet een beetje
gek, dat je hier vanavond niet meer thuis
komt eten?" vroeg Tommy nieuwsgierig,
„Och ja", zei Plet, overschilUg zijn
aohouders optrekkend, „je moet natuur-
iijk even eraan gewend raken, maar dan
Is het niks erg meer, hoor! En dan
denk eens aan.... morgen niet naar
school; je hebt toch zeker niks van je
huiswerk gemaakt, want op een schip heb
je er totaal niks aan of je al deelsomme-
tjes kan maken of dat je weet dat de Ba
tavieren 100 jaar voor Christus het land
zijn binnengekomen. Daar moet je Je
handen uit de mouw steken en aanpak
ken waar en wat er aan te pakken valt. Je
zult eens zien Tommy, wat een flinke
kerels wij worden. Endan komen wij
een paar jaar later hier terug met veel
geld natuurlijk, want ledereen, die uit
Amerika komt, brengt veel geld mee en
dan lachen wij al onze vriendjes, die zoo
stom zijn geweest om hier op school te
blijven, midden in het gezicht uit. Wat
denk je daarvan, hè?" De oogen van
Tommy glinsterden van spanning en hij
sloeg Plet van pure pret op den schou
der.
„Reuze jo, en wat zal de meester mor
gen opkijken wanneer hij ons niet ln de
bank ziet zitten. Oh, oh, wat fijn zeg, en
dan kan hij mij morgen geen geeohipde-
nisbeurt geven want ik had er een voor
gevoel van dat ik morgen een beurt zou
krijgen".
„Nou", zei Pietje, „en lk had morgen vast
na moeten blijven, want ik weet zeker
dat ik vanmorgen geen een deelsom goed
heb gemaakt En nou kan ons niks ge
beuren Tommy, want morgen zijn we al
lang weg".
(Wortd vervolgd).
RAADSEL 8.
Goede oplossingen van de oude raadsels.
I.
SPITSBERGEN
Plotseling
l 11 v i t a t i e
T h e od 0 r a
Slordig
B11 kk e r
Evert
R ood
Ga t
En
N
II.
Nieuwjaarsdag.
Jas, aas, dagen, den, jarig, dier, uw, Ned.
Goede oplossingen van beide raadsels
ontvangen van;
H. A.; M. de B.; A. B.; G. B.; J. B.;
M. B.; C. B.:B. B.; A. v. d. B.; B. v. d. B.;
A. D.; C. C.; J. H. C.; G. D.; R. D.;
J. v. E.; C. F.; J. F.; G. G.; N. G.; J. G.;
M. G.; H. H.; A. v. H.- 0. I.; T. J.;
J. D. J. (Callantsoog); A. J.; Z. J.; J. de K.;
N. K.; J K.; A. E. K.; S. K.; M. K.; K. K.;
P. K.; T. en J. K.; K. en J. K. (Texel);
B. K.; P. L.; A. L. (Koegras); R. L.
T M T L": S' 60 D' L:
J. M.; J. de .M.: M. M.; G. M.; M. P.- D P.:
?^:C-aP-:KA" R A.R.; C.R:;K.J.
xf' .v,a L ®,v A. 8.; A. v. 8.;
S' uAaS"iTe?f1); A' S.;N. S.; A. S. (de
KooJj); S. T.; M. T.; L. T.: A T C T:
p w: Bt en VP W"i J" M' J- en
P. W.; J. v. Z.; B. Z.; C. de Z.
Nieuwe raadsels:
I.
DA'lrJfw6*1 18 een ,8tad in Nederland.
t-e lettergreep is een deel van een
p' de tweede is een lichaamsdeel.
(Ingez. door Jan. S.)
II.
van 2i6kttoiï 66n bek6nd BpT6ekw<K>rd
8, 2, 11 is een huisdier.
van 'houden.19 Waat de men!lch€n veel
on n' }2 L8 ,een Jongensnaam.
20, 17, 18, 9 lust iedereen.
9, 8, 13, 17 Is een bloem.
(Ingez. door A. T.)
JU?."81-" der Jm8d
11 de teekening weer even 7P.if oud 7ito. v dr"ft ons na als we
SM»6 Velen taden d#
- IK, «ndenenl
Annie Jansen. Dat 'had' je vast niet
gedacht, An-nie, dat het eerste briefje deze
week voor jou ssou zijm. Maar je raadsels
lagen bovenop en dus was je het eerst aan de
beurt. Als jij zoo erg veel van lezen houdt,
moet je aan je vader en moeder vragen of je
lid mag worden van de leeszaal, dan kan je
voor een paar oeniten in de week een boek te
lezen krijgen. Ik ben benieuwd wat je mc vol
gende week wel allemaal te vertellen zult
hebb-ea
Dorus Piet. Dat was dus heelemaal niet
noo-dig geweest, dat jij er aan twijfelde of je
de raadsels wel op kon lossen. Je had ze
goed. Weet je nog wat ik de vorige week uver
twijfelen geschreven heb? Dat moet je dan
nog maar eens nalezen. Je rijmpje was rag
niet zoo goed .dat het opgenomen kon worden.
L e in- a Vermeulen. Jij hebt een heerlijk
verjaardag gehad, Lena, wat een massa heb je
gekregen, je kan wel pijn in je buik krijgen
van alle chocola. Pas maar opl Leuk -dat er
zeven kinderen bij je mochten spelen. Dat
was vast een groot feest. Ja, van. Mientje
Breeuwer heb ik raadseloplossingen ontvan
gen.
Nellie v. d. Sllkke (Doserend, T.)
Nee, ik heb je briefje de vorige week toch wel
goed gelezen, Nellie, en je had' het ook heel
duidelijk onderteekend met Neeel, met drie e's
zelfs. En je schreef erin- dat je geen broers en
geen zusters en geen tijd had. En nu vertel
e me dat je een broertje van. 4 en een van zes
jaar hebt en een zusje van. vijf. Of jij dus even
rijk bent. Wat zal je daar heerlijk mee kun
nen spelen.
Mom Bonte. Zoo, was je broertje blij dat
er in het briefje over hem- geschreven werd.
Nu, dat kan ik me wel een beetje begrijpen,
Moin, want hij is nog maar een klein, jongetje
en dan wordt er niet vaak im- de krant over je
geschreven, hè. Nu staat er dus weer wat van
hem in.
Dina Lustenburg. Nu kwam het
rijmpje van jou voor plaatsing in. aanmerking,
Dina, je vindt het hieronder. En dat van Suus
was ook lang niet kwaad, dat heb ik dus ook
opgenomen.
Corneli s (Mori en. Dat rijmpje van
jou rijmd'e heusch nog niet erg, Cor, al was
het wel beter dan het vorige. Later nog maar
eens pro-beeren.
Beppy Zwierstra. Jij bent toch niet
ziek geweest, Beppy, dat je je vader de raad
sels en het rijmpje heb laten maken? Dat moet
je me volgende week eens schrijven, hoor?
Want er stond niets van in. Je had een mooi
rapport, hoor. Alleen voor vlijt was niet zoo
mooi, hé? Doe je niet zoo -heel erg je best?
En m aardrijkskunde ben je zeker ook niet
zoo n bolleboos?
Anna Doorn. Dat heb ik al eens eerder
geschreven, Anna, dat het natuurlijk niet noo-
dig is dat je de raadsels op rijm inzendt, om
met de verloting mee te doen. Wat zouden er
dan maar weinig kinderen aan het eind van
•de ma,and: overblijven.
Toosje Jas. Je bent toch ook wel tevre-
een k"f briefiE Toosje. want ik heb
heusch geen tijd om je een groot te schrij
ven. Leuk dat ik het eerste briefje uit je
nieuwe doos post kreeg en dank je wel voor
de groeten aan broertje.
A n t j e T ij d e m a n. Natuurlijk is het goed
dat je de oplossingen van je raadsels Maan
dag of Dinsdag brengt. Het is heelemaal niet
noodi-g dat je tot Woensdagmiddag wacht. O
neo, dat vind ilc hcdcmaal niet erg, Antje, dat
ik zoo n massa briefjes moet beantwoorden,
hoor. En ik doe het op de schrijfmachine, dus
het gaat gauw.
A r i e Ligthart. Ben jij een jongen met
eeni krullebol, Arie? Dan heb ilc je van de week
ik de griep al gehad heb? Nee, gelukkig^nog
niet en ik hoop ook niet dat ik haar krijg, hoo
dat snap je. Jij bent dus ook weer beter.
Henk V e r ih e u 1. Ben jij ook al bang dat
-ik het te druk krijg, Henk, met het beantwoor
den van al de briefjes? Nu, lees maar eens wat
ik aan Antje Tijdeman schreef. Ja t ta waar,
het wordt wel eens heel erg veel, maar als ik
geen tijd heb, dan schrijf ik met zooveel, hoor.
Kranig dat je d'e oplossingen zoo gau-w vond.
A g a t h a B o e r -d' ij k. Nu krijg jij eens een
standje van me, Agatha, want dat nieuwe raad
sel had je zoo slordig opgeschreven, dat ik er
heusch niet uit wijs kan worden. Je zal het
dus nog eens in moeten sturen en dan netjes
en duidelijk, hoor.
Ali Smit Wat ik schreef van dat nette
brefje van je, Ali, heb ik heusch gemeend. En
nu moet ik je schrijven dat ik nu iets van- jou
ndet kan gelooven:j wat je me geschreven hebt,
n 1 dat je op d'e Vlotbrug woont. Dat kan
toch niet? Je bedoelt natuurlijk bij de Vlot
brug. Is het zoo niet?
Harry Horsman. Ja, dat was zeker
niet snugger van je, Harry, dat je de vorige
week je raadsels opgelost had en ze niet in
zond. Denik er in het vervolg maar goed om,
want op di-e manier verspeel je ook je kan-s
op een prijs.
Harm Leyen, 't Horntje (T.). 's Is
waar, Harm, dat was eigenlijk wel een beetje
moeilijk woord, maar j-e hebt het er nog kra
nig afgebracht, hoor,- en al was het niet heele
maal goed1, zooals je hieronder ziet, ik heb
het toch voor goed gerekend, omdat je zoo
je best gedaan hebt.
Geertje v. Twulver. Nu, daar ben je
nog al op een heel makkelijke manier achter
gekomen, Geertje, en daar had je -dus niet
zoo'n erg sterke speurneus voor noodig. Wat
was -d'e bedoeling van die spreekwoorden, die
je me zond?
Meta Sin mi ge. Een klein briefje ie ook
een briefje, Meta, net zoo goed als een klein
meisje, ook een meisje is. En- nu krijg jij deze
week van mij net zoo'n klein briefje als ik
van jou. Dit is het.
Annie v. d. Brink. Dat was jammer,
Annie, dat je de vorige week In Amsterdam
ziek werd, maar gelukkig dat je nu weer beter
bent en weer in Den Helder woont. Wat zal
je nu e-en drukke correspondentie krijgen, met
al die onderwijzeressen. Je komt dus eens
gauw aan, hè?
Spitsbersen i, h*
Plc.ts.liM dach-t ik G'ls-
Die stuurde mij een- InrtttH*.
Ook buurvrouw Tnjn-tje e« «h»* g*
Wij kregen broodjes van den b.kker
Die Evert is c-en arme stakker,
Die wist geen- verschill tttjtche
1-verschil tusschen rood oMHi
Of «n broek waar een gat of «nh, op-i
En nu nog een voegwoord bb, een
Nu schei ik uit met d*
N
Mijnheer- ik wou nu ook proibeeren,
Om 't rijmen te leeren.
Wat zou wel 't antwoord van nummer twee
wezen r
Ik denk dat 't N i e u w j a a r s d a g zal wezen.
Dan ga 'k bij Opa en Opoe wenischen,
En ook nog bij veel andere menschen.
Dan is 't vaak koud en draag 'k een j a s,
Die komt me dan goed van pas.
Niemand zal dan uit hengelen gaan,
En behoeft ook geen- aas aan zijn .haakje te
slaan.
En nu a.s. Zondag is een van mijn prettigste
dage n-,
Wat is er dan- wel, zult u misschien vragen.
Het is omdat ik jarig ben.
En met Kerstmis versieren we meest een den.
Tegen beest zegt men ook wel dier,
We hebben een gr"jte iwafte hond hier.
Soms vraagt men m'n vader, is dat uw hond,
En Ned. schrijft men soms voor ons dierbaar
plekje grond.
SUUS LUGTENBORG.
Nu rijm ik dezen keer,
in Spitsbergen vind men geloof ik wel
ijsberen,
Als je daar bent, komen ze Je soms plotseling
met een bezoek vereeren.
Al stuur je ze vooraf geen invitatie,
Als ze je te pakken krijgen, behandelen ze je
niet met gratie.
Theodora is een aardig kind,
Hoewel ik haar soms heel slordig vind.
De b a k k e r*is meest vroeg wakker.
En Evert is een echte rakker.
Wit is heel anders dan rood,
Val je, dan is er soms een g a t in je hoofd,
heel groot.
E n nu wil ik eindigen gaan.
Op de laatste rij komt de n te staan.
DINA LUGTENBORG.
Corona Vos. Je hebt het goed geraden,
Corona," niet onder het P.s., maar 'het eerste.
Hoe dacht je dat zoo? Dat ingezonden raad
sel van je is -goed.
Mientje Paard'enkooper. Ja, Mien
tje, ook jou ingezonden raadsel komt voor
plaatsing ln aanmerking, hoor.
gemaakt raadsel inzendt möet jë'ooVdë puii- beetje fantasie natuurlijk kon je er on-
Corrle Portegija. Dat was ook een
goed raadsel, Corrie, dat je bij gelegenheid
wel eens in 't Juttertje zult vinden.
Cornelia Claus. Dat raadsel heeft er
zoo al eens Ingestaan, Comella.
Joh aan a Koelemey. Jij vergat de op
gave bij je nieuwe raadsel te zetten, Joh, en
zal het dus nog eens volledig moeten zenden.
J. H. Coolhaas. Dat „verzonnen" raad
sel van jou zal ook wel eens geplaatst worden.
Jan- v. V e e s e m. Ja, Jan, als je een zelf-
ten en kruisjes zetten. Denk je daar dus in he:
vervolg om. Nu zal ik het voor je doen.
Cornelis Tol. Een paar aardige raad-
seis heb jij ingezonden, Cor. Ze zullen zeker en je op allerlei manieren ervan trachten
geplaatst worden, hoor.
Kindervriend.
DE RAADSELACHTIGE TEEKENING.
Hebiben jullie wel eens een uil gezien?
kè. Nou dan weet je wel, dat zoo'n
gezien, toen je je raadsels kwam brengen. Of bool vmi d^^lSSieM,^antSn-"
«/o»."6