Tweede Blad. VAN ZATERDAG 7 MAAkT 1931 BINNENLAND. Begrooting buitenlandsche zaken I93I. DE MILITAIRE GENEESKUNDIGE DIENST. Een commissie v«n onderzoek. Blijkens een binnenkort te verwachten legerorder is bij ministerieels beschik- king een commissie ingesteld ter onde zoek van den militairen geneeskundige n dienst. ONGEHUWDE RIJKSAMBTENAREN. Een adres van het Nat bureau voor vrouwenarbeid. Het Nationaal bureau voor vrouwen arbeid, optredend voor de Nat. Vereen, voor vrouwenarbeid, heelt een adres aan den minister van Financiën gezonden, waarin wordt verzocht: le. dat art. 10 van het Bezoldigingsbe sluit voor Burgerlijke Rijksambtenaren, ln welk artikel wordt voorgeschreven dat „de wedden van de ongehuwden worden verminderd met 8 ten honderd" worde geschrapt; 2e. dat zoo spoedig mogelijk een wets ontwerp tot wijziging dor Pensioenwet wordt ingediend van zoodanlgen inhoud, dat bij overlijden van arbeidskrachten ln overheidsdienst, niet langer uitsluitend weduwe- en weezenpensloen worde uitge keerd, doch familie-pensioen, aan door hen gesteunde nabestaanden, van vrou welijke zoowel als van mannelijke amb tenaren. I>e vereenlglng heel't deze wensohen nader uiteen gezet In de brochure „Fi- nancleele verplichtingen van ongehuw den, waarmede het arbeidsinkomen geen rekening houdt." DE MODERNE VAKBEWEGING EN PHILIPS. Op 23 dezer houdt de Nederlandsche vereenlglng van spoor- en tramwegper soneel een congres over de rationalisatie bij spoor en tram. De N.V. Philips radid* had het aanbod gedaan, voor den duur v an d t congres een luidspreker en ver sterker-Installatie aan te brongen voor den prils van 200 gedurende den eersten on 100 voor lederen volgenden dag. TTcft hoofdbestuur der vereenlglng heeft evenwel aan de firma Philips ge antwoord, dat zij, afgezien van den prijs, van het aanbod geen gebruik zal maken, „omdat het meent, moeilijk zaken te kunnen doen als moderne vakbeweging met een onderneming als die van Philips, die zich den laatsten tijd tegenover de organisaties zeer veel veroorlooft. KABELJAUWVANGST IN DE MORAY FIRTH. Vernieling van netten door bui- landsche treilen». Een dlrlngcnd verzoek aan de Nederlandsche treilers. V. D. seint uit Londen, dat Woensdag in het Lagerhuis den minister voor Schot land gevraagd werd naar het resultaat van zijn verder onderzoek naar de ver nieling van kabeljauwnetten door buiten landsche treilers in de Moray Firth. In zonderheid werd hem gevraagd naar hot bedrag van de schade, welke door de vis- schers geleden is en de treilers, die elk voor zich verantwoordelijk zijn voor deze schade. Tot dusverre werden 23 klachten inzake schade, door de plaatselijke vis- schers toegeschreven aan buitenlandsche I treilers, ontvangen en het totaal verlies wordt geraamd op ongeveer 789 'Pond Sterling. De ontvangen rapporten ter !zake zijn na onderzoek door 's Ministers departement doorgezonden aan den Board of Trade, die thans overweegt welk bewijs er bestaat voor het aanhangig maken van klachten bij buitenlandsche rechtbanken tegen de particuliere traw lers. Op spr.'s verzoek heeft het departement van buitenlandsche zaken verleden week een dringend telegram gezonden aan den vertegenwoordiger te Den Haag, teneinde zekerheid te verkrijgen, dat 'het verzoek gedaan aan de Nederlandsche treilers om maatregelen te nemen ter voorkoming van schade ban oe vischnetten, ter harte genomen wordt. Spr. gal het Lagerhuis de verzekering, dat door de regeering al het mogelijke zal worden gedaan om in ieder ernstig geval te protestéeren. Verschenen is de Memorie van Ant woord op het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over het hoofdstuk Buiten landsche Zaken. Wij ontleenen er het volgende aan: Publicatie van stukken. De minister ls bereid, publicatie, van stukken, die daarvoor in aanmerking komen, zoo mogelijk nog meer te bespoe digen. Verhouding tot België. De wensohelljkhoid, dat zoo spoedig mogelijk voor do Nederlandsoh-Belglsche problemen een' oplossing worde getvon- den, waarbij de belangen van belde lan den worden gebaat, onderschrijft de re geering zonder voorbehoud. Voor het bereiken van overeenstem ming is het der regeering vooralsnog niet wenschelijk voorgekomen, in te gaan op het denkbeeld om door een oommissie van deskundigen uit beide landen te laten uitmaken welke de eigenlijke punten van geschil zijn. Voor de belangen van het Zuidelijk deel des lands heeft de regeering inderdaad een zorgzaam wakend oog. Uiteraard moet zij deze afwegen tegen andere plaat selijke of gewestelijke belangen, evenals zij alle plaatselijke- en streekbelangen moet toetsen aan de hoogere belangen des lands, wanneer en voorzoover deze in het geding zijn. In antwoord op de nota van den heer Van Etmbden verklaart de minister, te deelen de zienswijze, dat het dringend ge- wenscht is, dat omtrent Nederland's vol kenrechtelijke, politieke en moreele posi tie in geval van oorlog tussohen andere Staten klaarheid bestaat. De Regèering staat niet op het stand punt, dnt ln geval van oorlog tussohen derden de neutraliteit, ondanks het lid maatschap van den Volkenbond, zal kun nen worden geproclameerd in alle geval len, waarin zulks in 1914 had kunnen ge schieden; zij is echter van oordeel, dat ook thans nog rekening moet worden ge houden met gevallen van oorlog tussohen anderen, waarin ons land, evenals ln 1914, eenzijdig zal kunnen blijven. Ons Regeeringsbeleld moet er van uit gaan; a. dat in geval een oorlog gevoerd wordt nabij ons territoir in Europa of onze overzeesche gebieden, de doortocht van een der partijen over het Nederland sche territoir uitsluitend in de door het Volkenbondverdrag voorgeschreven ge vallen zal moeten worden gedoogd, en dat ln de overige gevallen Nederland vrij zal zijn in het bepalen van zijn gedrags lijn; b. dat de verplichte deelneming aan de economische afsluiting van den Staat-aan- valler eveneens beperkt zal zijn tot de door het Volkenbondverdrag voorgeschre ven gevallen; c. dat ondanks den Volkenbond geval len van onzijdigheid niet alleen juridisch construeerbaar, maar ook practisoh moge- Hik bliiven, waarin dp belangen, die tot dusver een belligerent van schending van onze neutraliteit konden weerhouden, al lerminst zijn weggevallen; d. dat de aanwezigheid van een weer macht een preventieve werking kan heb ben tot het voorkomen van neutralitejts- schending, óók van de zijde van zich ten onrechte als Volkenbondsweermacht voor doende strijdkrachten, en dat deze aan wezigheid van een weermacht, in stede van ons tot practlsche deelneming aan den strijd te nopen, er toe kan bijdragen het conflict te beperken en overbrenging van den strijd op ons grondgebied te voor komen; e. dat door het onderhouden van zoo danige weermacht Nederland zijn aandeel bijdraagt ln de gemeenschappelijke rechts handhaving, zonder welke de verwezen lijking der Volkenbondsldee onuitvoer baar moet worden geacht. Als men zeif eenimaal geleden heeft, dan leert men ook anderen, die lijden, liefhebben. Do nieuwe brug over de Maas te Maastrloht uit oerf ander oogpunt gezien. De werken aan de nieuwe brug gozien van uit oen 59 meter hoogon betontoren. De vorm van do pijlers, welke binnenkort de geweldige bogen moeten torsen, is reeds duidelijk te onderscheiden. De Nederlandsohe stoomtrawler IJ.M/132, die op de Engelsche kust is vergaan. Het zoontje van den heer Plesman, zou toch zoo dolgraag met zijn vader zijn meegegaan. Donderdagmorgen Is van Schiphol per vliegtuig naar Indië vertrok ken, de heer A. Plesman, directeur der K.L.M., teneinde zich ter plaatse op de hoogte to stellen van het bedrijf der Kon. Ned. Ind. Luchtv. Mij. (K.N.I.L.M.) waarvan hij tevens de directie voert, V.l.n.r. Voonendaal (mee.), Duimelaar; A. Plesman; Sillevis; de Né (marsonlst). Do oefenwedstrijd van het voorloopig Nederlandaoh slftal teeen de Engelsche „Notts Forest", Woensdag to Rotterdam gespeeld eindlode in een nederlaag van het Nederlandsche team. Een critiek moment. Mot hot s.s. Slamat" is Woensdag uit Rotterdam een detaehemftnt v i i i Reserve, bestaande uit elf onder-officieren en 00 mind.-mi in Koloniale vertrokken onder bevel van den lsten luitenant dei an^ii I w?aJ Ntó.-ïadlë N. J. M. A, ÏÏUJSmn„3. Do a.schold.groo^'aL<"">r

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 5