TOBRALCO
VERTELT HAAR
GESCHIEDENIS
GRATIS
UMHSElSk
wSSrtïfïrtS&lESift!!:
Iets over belastingen.
De beteekenis der beurzen
voor het economisch leven.
ZOOEVEN VERSCHENEN:
Gemeentelijke
Ziekenhuisverpleging.
Dit aardige geïl
lustreerde boekje
op aanvraag
krijgbaar
ver-
Inkomstenbelasting. Kunnen de
kosten v»n onderhoud van den
tuin afgetrokken warden?
In het arrest van den Hoogen Raad, op
genomen onder nummer 4135 van het
werk: „Beslissingen in belastingzaken",
wordt de vraag behandeld, of belangheb
bende van de op 3800 geschatte huur
waarde van het bij hem in eigen gebruik
zijnde perceel in mindering mocht bren
gen het jaarloon ad 1240 van een knecht,
die hij noodig heeft om den tuin in dus-
danigen staat te houden, dat de huur
waarde van 3800 voor het geheele per
ceel kan worden bedongen.
De Minister meende, dat aftrek niet ge
oorloofd was, uit overweging, dat kosten,
welke aan het onderhoud van den tuin
worden besteed, gemaakt moeten worden
door den bewoner of gebruiker, onver
schillig of hij als eigenaar, dan als huur
der het perceel bewoont; dat die kosten
noch voor huurder noch voor eigenaar
als kosten tot behoud van de opbrengst
kunnen worden aangemerkt, daar, in
dien de eigenaar een aanvankelijk door
bestrijding der voor zijn bedrijf belemme-
j rende bepalingen, enz., door andere par-
I tijen voorgestaan, het best geschiedde
door de partij, waaraan hij zijn bijdrage
had gegeven, zoodat het in het belang van
zijn bedrijf was, dat die partij zoo sterk
mogelijk vertegenwoordigd werd.
De Raad van Beroep te Zwolle achtte
een dergelijken aftrekpost niet toelaat ba
(Beslissing no. 4103). De bedoelde bij
drage beschouwde deze Raad niet als
bijdrage noodig voor de uitoefening v
het bedrijf en evenmin als een uitgave,
welke geacht kan worden rechtstreeks
daarop betrekking te hebben, al moge
ook tusschen het geven van die bydiage
en het bedrijf een verband bestaan.
Hoe moet men wachtgeld, waar
van het bedrag zich wijzigt, aan
geven?
Geschil bestond omtrent de toepassing
der bronnentheorie ten aanzi en ivan
wachtgelden. Beschouwt men het recht op
wachtgeld als de bron, dan moet telkens
op 1 Mei worden aangegeven het wacht
geld. over het afgeloopen kalenderjaar ge
noten. Is daarentegen 4® J
ken het recht op wachtgelld tot een be
naald bedrag, dan moeten, als dit bearag
verandering beeft ondergaan, (hetgeen by
wachtgeld meermalen het geval is), en ei
oü 1 Mei sedert die verandering nog geen
vol kalenderjaar verstreken is, gege
ven worden de dan te schatten jaar ij -
sche inkomsten uit dat wachtgeld naa
den toestand op 1 Mei.
De Hooge Raad besliste bij arrest op
genomen in Beslissing no. 4141 in eerst-
bedoelden zin. Eén wachtgelder heeft dus
steeds het door hem over het aan 1 Mei
voorafgaand kalenderjaar genoten wacht-
geld aan te geven, onverschillig of het be
drag zelf wijziging heeft ondergaan. Was
hij op 1 Mei nog geen vol kalenderjaar
wachtgelder, dan moet hij natuurlijk,
evenals bij ander» bronnen, schatten.
Kan de belasting-administratie
specificatie van het effectenbezit
vragen?
Bij arrest opgenomen In Beslissing
4169, overwoog de H. R., dat de inspec
teur, indien hij nadere inlichtingen noo
dig acht, den aangever daartoe in de ge
legenheid kan stellen; dat deze toelichting
ook betrekking kan hebben op het aan
gegeven effectenbezit; zoodat het niet is
uitgesloten, dat de inspecteur, indien de
aangifte daartoe aanleiding geeft, den
aangever verzoekt schriftelijk op te ge
ven, welke effecten hij heeft aangegeven
en welke waarde hij daaraan heeft toege
kend; dat indien aan een zoodanig ver
zoek niet wordt voldaan, de inspecteur
van zijn bevoegdheid kan gebruik maken
om eeni aanslag met afwijking van de aan
gifte, indien deze hem te laag voorkomt,
op te leggen; dat wanneer de belasting
schuldige daarna een bezwaarschrift tegen
den aanslag indient, hij desgevraagd ge
houden is den inspecteur inzage te ver-
leenen van boeken of andere bescheiden,
die tot staving zijner beweringen kunnen
dienen, zelfs al beeft de inspecteur op ön-
juisten grond den aanslag naar een hoo-
ger bedrag dan de aangifte geregeld; dat
belanghebbende, die inzage heeft gewei
gerd, daardoor niet voldaan heeft aan
aannam, niet alleenmaar
SüSuS".teïïïïêr wet onvereenig.
baar is.
hem verhuurde woning in eigen gebruik I zÜn wettelijke verplichtingen tot inzage,
omdat hij, daar hij beweerde, dat de aan
slag te hoog was en volhield, dat bet effec
tenbezit juist was aangegeven, deze be
weringen uitteraard door boeken of andere
bescheiden kon staven; dat de Raad van
Beroep alzoo terecht den aanslag heeft ge
handhaafd, nu hem niet was gebleken, dat
de aanslag te hoog was; dat belangheb
bende weliswaar heeft aangevoerd, dat hij
geen boeken of andere bescheiden heeft,
doch dat hij dit niet aannemelijk heeft ge
maakt, zoodat hij geacht moet worden de
boeken of andere bescheiden wèl te heb
ben; dat belanghebbende tenslotte klaagt,
dat de Raad zijn aanbod om zijn aangifte
te beëindigen is voorbijgegaan, doch dat
de Raad geenszins verplicht is om op dit
aanbod in te gaan.
neemt, de opbrengst (de huurwaarde) ge
lijk blijft, waaruit volgt, dat het dan te
zijnen laste komende onderhoud van den
tuin niet strekt om de opbrengst te be
houden.
Ons hoogste rechtscollege verwierp
evenwel deze meening. Artikel 5 der wet
bepaalt, aldus dit ooilege, dat als op
brengst van onroerend goed in eigen ge
bruik voor woning beschouwd wordt de
huurwaarde van dat onroerend goed, ter
wijl art. 10 voorschrijft, dat de opbrengst
van een bron van inkomen verminderd
wordt ter berekening van baar zuiver be
drag met de kosten tot behoud der op
brengst. Onder .huurwaarde" moet, zoo
vervolgt de H. R., worden verstaan het
bedrag, dat onder normale omstandighe
den ais huursom voor zulk een onroerend
goed kan worden bedongen, terwijl de
kosten, welke men noodzakelijk moet aan
wenden, om een bij een huis behoorenden
tuin in goeden staat te behouden, behoo-
ren tot de kosten tot behoud van de op
brengst van bet onroerend goed, daar,
wanneer deze niet worden gemaakt de tuin
in verval zal geraken, tengevolge waar
van de huurwaarde, dat is de opbrengst,
van het onroerend goed zal verminderen.
Derhalve moet ter berekening van het zui
ver bedrag van de opbrengst van een on
roerend goed in eigen gebruik voor wo
ning of huishoudelijke doeleinden de
huurwaarde van dat goed verminderd
worden met de noodzakelijke kosten van
onderhoud van den tuin.
De H. R. merkt hierbij nog op, dat af
trek van aeze kosten alleen mogelijk is
voor den eigenaar en niet voor den huur
der, omdat voor den huurder het onroe
rend goed geen bron van inkomen is, zoo
dat aftrek van kosten van de opbrengst
van het goed voor dezen is uitgesloten.
Voor zooveel noodig deelen wij nog
mede, dat het vorenstaande alleen te pas
komt ten aanzien van slertuinen. Kosten
tot verwerving van de producten van den
moestuin zijn niet voor aftrek vatbaar.
Want voor de wet op de inkomstenbelas
ting geldt als opbrengst van een moestuin
niet de waarde van de daarin verbouwde
producten, doch de huurwaarde, zoodat
kosten tot verwerving dezer producten
niet dienen tot verwerving van de
brengst in den zin der wet.
op-
Zfln bijdragen voor politieke
verkiezingen bedrijïsonkosten?
Iemand wenschte de bijdragen, die hij
„f van z«n bedrijf verstrekt had
nartil^ ir,SleZ1.ngsfonds eener Politieke
P ij. in mindering van de opbrengst van
Kan men bezwaarschriften bln
nen den gestelden termijn In
dienen
door
Dra. J. A. OOLTOF.
IX.
beurs is
Bonden.
een private
behooreu
hoofdzakelijk tot twee groote
ten aannemen en ^voeien w
en private Per^Lrtanïen De jobbers,
een soort van makelaars
°"een TelArK toM!»
Iemand ontving een aanslagbiljet voor
de inkomstenbelasting, gedagteekend 26
April 1927. Op dienzelfden dag diende hij
een bezwaarschrift tegen dezen aanslag
in. De inspecteur gaf hierop op 15 Mei
1927 eene beschikking. Belanghebbende
diende vervolgens op 27 Mei 1927 opnieuw
een bezwaarschrift tegen gemelden aan
slag in, alzoo binnen den wettelijken ter
mijn van twee maanden na de dagteeke-
ning van het aanslagbiljet. De inspecteur
verklaarde hem evenwel daarin niet on-
vankelijk. Ook de Raad van Beroep hul
digde deze opvatting, overwegende, dat de
wetgever beeft bedoeld, dat tegen iederen
aanslag rechtsgeldig één bezwaarschrift
kan worden ingediend, daar in hooger be
roep nog nieuwe bezwaren tegen den aan
slag kunnen worden ingebracht, terwijl
een ander stelsel tot de niet te aanvaarden
ongerijmdheid zou voeren, dat hij, die den
termijn van hooger beroep tegen een uit
spraak van dien inspecteur heeft laten ver-
loopen, nog door 'n nieuw bezwaarschrift,
mits binnen kien voorgeschreven termijn,
bij dieru inspecttur in te dienen, in de gele
genheid zou zijn om alsnog een uitspraak
van den Raad v. Beroep en vervolgens van
den Hoogen Raad te verkrijgen. De H R
bevestigde bij het arrest in Beslissing
422o, de bestreden uitspraak. De overwe
gingen, waarop ons hoogste rechtscollege
zijn uitspraak steunt, luiden als volgt:
O. dat de administratieve behandeling
van den aanslag, welke door indiening
van het bezwaarschrift wordt geopend, ein
digt, zoodra de inspecteur hierop zijne be
schikking heeft gegeven, daar de wet er
zijn bedrijf "ti'bran Jen T ^an u^tgaiat' dat een belanghebbende ver
bij deze bijdragen te 200 ze e v6r slechts door middel van beroep zijn
ut M» w»Sül™L86lyken waren .bezwaren kan doen gelden; y
»«wUn da1 O. dat trouw#»», indien iet» ander#
Bultonlandscho beurzen.
Nadat wij in onze vorige beschouwingen
den beurshandel en zijn beteekenis heb
ben geschetst, zullen wij thans overgaan
tot het geven van een vluchtig overzicht
van enkele der voornaamste buitenland
sche beurzen, waarna wij in ons komend
artikel de Amsterdamsche, die zich na den
Xg tot een financieel centrum van
internationale beteekenis heeft opgewerkt,
iets uitvoeriger zullen behandelen.
New-York.
In New-York zijn een aantal effecten
beurzen, waarvan de voornaamste is de
officieele groote „New-York Stock Ex-
cbange", welks gebouw is gelegen in
Wall Street, zoodat men, wanneer men de
New-Yorksche of Amerikaansche beurs-
gebeurtenissen bespreekt, het meestpl
over „Wall Street" heeft. Naast deze kent
men o.a. de „Consolidated Exchange
waarvan het lidmaatschap gemakkelijker
te verwerven is dan van de bovengenoem
de, en waar meestal ook kleinere stukken
worden verhandeld. Voorts is daar nog de
zg „Curb Market" (woordelijk vertaald:
trottoir markt), die haar naam dankt aan
het feit, dat zij in 1921 uit veelvuldige
samenscholingen op straat is ontstaan. Zij
neemt den laatsten tijd nog steeds in be
lang toe, wijl bij haar worden verhandeld
de waardepapieren der pas opgerichte
maatschappijen tot het tijdstip dat zij door
Wall Street worden opgenomen en ook
doordat het aantal buitenlandsche effec
ten, dat er wordt verhandeld nog steeds
grooter wordt.
In het algemeen echter is de New-York-
sche beurs bijzonder belangrijk, omdat zij
weerspiegelt de bedeggings- en kapitaal
behoeften en tevens de speculatieve gees
tesgesteldheid van den rijksten staat der
wereld. En zoo is het dan ook niet te ver
wonderen, dat men op de andere beurzen
steeds rekening houdt met de stemming
te New-York, die min of meer tot een
richtsnoer voor de beursbezoekers wordt,
betgeen andersom echter niet mag zeg
gen, dat het verloop aan welke beurs dan
ook, enkel neerkomt op een slaafsche na
volging der te New-York waargenomen
tendenzen.
Ontegenzeggelijk heeft dit financieel-)
centrum in de na-oorlog9che periode ech
ter een -belangrijke toename van zijn be
teekenis ervaren, die intusschen ook pa
rallel gaat met de phenomenale ontwik
keling der Vereenigde Staten zelf, di<
haar machtige hulpbronnen in een steeds
stijgende mate en met immer toenemende
doelmatigheid wisten uit te buiten. Maar
daarnaast treedt ook een factor van meer
internationale beteekenis. Terwijl immers,
vóór den wereldoorlog het beursverkeer
zich hoofdzakelijk beiperkte tot in Amerik*
uitgegeven effecten, worden nu in toene
mende mate buitenlandsche waarden ge
emitt8erd. Zoo is het beeld te New-York
even internationaal als dat te Londen
welk centrum intusschen door New-York
in beteekenis verre is overvleugeld. Ame
rika is immers van positie veranderd. Was
het voor den oorlog nog een staat, die bij
vele andere in het krijt stond, na 1918 is
dit totaal gewijzigd en is het zelf de mach
tige schuldeischer van Europa geworden
Zoo werd New-York wereldbankier. Ooi
sedert de emissie der reparatieleening ir
1924 tot een bedrag van 800 mülioer
goudmark, heeft ook Duitschland zich tot
de Amerikaansche kapitaalmarkt gewend
en tot het eind van 1929 werd daar voor
5 milliard mark aan Duitsche leeningen
opgenomen. Steeds meer dringt men er
van Amerikaansche zijde op aan dat ook
aandeelen van buitenlandsche onder
nemingen te New-York zullen worden ge
noteera en verhandeld, waaraan men ook
langzamerhand heeft toegegeven.
De handel geschiedt voor een groot deel
niet met de effecten zelf maar met daar
voor in de plaats afgegeven certificaten,
die daarbij vaak het gemak hebben, dat
zij tot kleinere bedragen worden uitge-
geven dan de oorspronkelijke stukken,
waardoor ze gemakkelijker te verhande
len zijn.
De noteering te New-York is doorloo
pend, m dier voege, dat voor elke trans
actie een koers wordt gemeld. Deze koers,
tezamen met de telkens verhandelde hoe-
ve,j j „d.,en soort der stukken wordt on
middellijk gepubliceerd door middel van
de z.g. „t i c k e r". Dit is een apparaat,
waarmee op heel groote afstanden deze
ieiten kan aangeven, zóó dat het direct
leesbaar is. Het is zoodoende mogelijk de
resultaten en cijfers door de geheele. stad,
ja over het land bekend te maken bij de
banken, de restaurants, die tot dit doel
veelal een aparte zaal beschikbaar heb-
aowmawi00k bij dejl barbier en andere
gelegenheden, waar zich op beurstiiden
HifliJ)nenangSt/i1flelnden plegen te bevinden.
Hierdoor wordt bereikt dat iedereen de af-
Ja,n- eigen or<Iers kan waar-
I+am zoodat ln het algemeen de belang-
bStnSnwVmiek door d6ze vinding
oeiangnjk is toegenomen. Voor zoover
sterdam6^ Carlton Hotel te Am-
waa? me2 6otnii!f sPlaats in Nederland,
waaromen ook kt# dargsüiks kan aan-
het verschil tusschen in- en yerkoopspUI -
De S. taak, die <le
hop steeds vervult, is de kapitaalve
vau h.ï geheele Britache EniPf»™;
Dienovereenkomstig nemen de Zuld-AIri
kaansche waarden, oliën en rubber een be-
lanSke plaats ln het beursverkeer ln.
Wat Engeland zelf betreft worden vooia
de lndustrieele en mljnaandeelen voriian-
deld. Het valt bier op, dat de belangrijke
textielindustrie van Lancashire met- van
af de Londensche beurs wordt gefinan
cierd. Dit vindt zijn verklaring ln het feit,
dat de spinnerijen hun kapitaal met put
ten uit aandeelen of obligaties, zooals dat
overal elders te doen gebruikelijk Is, n\aa^
uit deposito's, die voor het overgroote deel
door de arbeiders en verder door de om
wonenden en dus indirect by deze bediij-
ven belanghebbende bevolking worden
verschaft.
Het feit, dat het voor deze ondernemin
gen mogelijk is, om haar middelen uit
deze bron te krijgen, berust op de locale
eenheid, waarbij de spinnerij allerwege
als d e welvaartsbron wordt erkend.
Meer nog dan New-York heeft Lon
den, doordat het de flnancleele bron voor
het gansche keizerrijk vormt, internatio
nale betrekkingen. Maar na den oorlog
heeft het op het gebied der emissie# zijn
beteekenis zien verminderen wat betreft
de buitenlandsche leeningen. Daarentegen
heeft New-York steeds meer deze rol van
Londen overgenomen, zoodat zelfs Eiigel-
sche staatsleeningen aan de New-York-
sche beurs worden geïntroduceerd. De no-
teering der koersen van staatsleeningen
en obligaties geschiedt in procenten van
de nominale waarde. De waarde der aan
deelen wordt ln ponden sterling (pl.m.
12.10) en shillings 0.60) aangegeven.
De aandeelen zijn meestal op naam ge
steld, zoodat verhandeling enkel zou kun
nen plaats vinden door overschrijving.
Om dezen omslag te vermijden zijn tege»
deze stukken certificaten uitgegeven, die
onpersoonlijk zijn en bij verhandeling dus
geen administratieve moeilijkheden op
leveren. De handel is bijna uitsluitend ter
mij nhandel.
Pa rijs.
Voor den oorlog had deze beurs een
groot belang voor de verhandeling van
Russische waarden, hetgeen in den oorlog
intusschen met de waarde der stukken
zelve is verdwenen. Maar ook na 1918 ver
toont de beurs daar een levendig verkeer.
Dit ia het gevolg van den bekenden grooten
kapitaalrijkdom van Frankrijk, waardoor
ook een krachtige speculatie wordt bedre
ven. In den trijd der Inflatie van dein Fran-
schen franc hebben de binnenlandsche ef
fecten van banken en lndustrieele onder
nemingen voor deze beurs een nog grooter
beteekenis gekregen dan tevoren het ge
val was, omdat toen de verhandeling aan
buitenlandsche beurzen alleen verliezen
kon opleveren tengevolge van den lagen
frankenkoers. In de laatste jaren wordt
ook van Duitsche zijde weer aan het Pa-
rjjsche beursverkeer deelgenomen. Zooals
wjj al eerder schreven bestaat de Parijsche
beurs uit twee deelen. De eerste is do offi
cieele markt of het „parquet". De make
laars die hier hun bedrijf uitoef ener, vor
men een van staatswege erkende vereeni-
ging, welker ledental tot 70 is beperkt.
Het lidmaatschap is zeer duur. Het andere
deel is de „coulisse", die vroeger steeds
uit twee afdeelingen bestond, die juist
eenige weken geleden ttft één geheel zijn
samengevoegd dat den naam zal dragen
van „Syndicat Général des Banquiers en
Valeurs prés de la Bourse de Paris". Door
den grooten kapitaalrijkdom in Frankrijk,
wordt het kapitaalverkeer dus ook sterk
door renteniers beïnvloed. De staatslee
ningen hebben tengevolge hiervan een
grootere beteekenis dan elders en hun no
teering vertoont dan ook enkele eigen
aardigheden die deze beteekenis volledig
tot hun recht doen komen. Men noteert
n.1. niet naar de nominale waarde, maar
op grond van de rente, die de leening
geeft. Bij een 8 procents-leening is zij dus
als volgt: 3 pet. jaarlijksche renteop
brengst kost fr. 88.75 om te koopen. Prao-
tisch beteekent dit precies hetzelfde als
de noteering der koerswaarde in procen
ten, maar dat juist deze methode hiervoor
wordt gekozen demonstreert duidelijk het
karakter van het beleggend publiek. Een
ander punt bij de noteering wijst op pre
cies hetzelfde feit, n.1. dat de koers dezer
leeningen steeds inclusief de coupon woidt
genoteerd. Op den dag dat de coupon is
vervallen, wordt achter het koerscijfer van
het stuk een kruisje afgedrukt.
wanneer do betreffende onderneming nlet
minstens 1 jaar bestaat. De door banken
of particulieren te plnatseneffectenorde^
worden uitgevoerd door de zg.
makier", die op voorstel van de beursamb.
tenaren door de regeermg worden be.
noemd, met de bedoeling dat zy ook med 1
werken aan do vaststelling der koersen
Aan elke twee van deze makelaars woivn
door bet boursbostuur eeri bepaald aantak
papieren toegewezen, voor welke zij
omzet en de koersen moeten vaststellen
(in vakterm: het Skontro moeten voeren)
Tegenover deze koersmakelaars staan dé
vrije makelaars, die hun bemiddeling,
bezigheid uitoefenen onafhankelijk van de
vaststelling dor koersen.
In den inflatietijd werd de nominale
waarde van alle stukken, die op papley,
marken luidden en die een vaste rente af.
wierpen, volkomen waardeloos. Hierdoor
dreigde een belangrijke verarming Van
o-roote bevolkingsklassen te ontstaan. Om
deze gevolgen eenlgszins te verzachten
heeft de Rijksdag getracht een wettelijke
vergoeding hiertegenover te stellen. Eerst
in 1925 kwamen de 2 betreffende wetten
tot stand, waarbij o.m. werd bepaald dat
voor elke 1000 papiermark ln vroegere
leening, kon worden deelgenomen in de
z.g. aflossingsleening tot een bedrag van
25 mark. Een rentevergoeding of een del.
ging der nieuwe schuld kan echter niet
worden geëischt voor het voldoen aan alle
na-oorlogsche reparatie-verplichtingen.
Na Berlijn volgt wat het belang voor
het effectenverkeer betreft de beurs te
Frankfort, die reeds veel vroeger dan Ber.
lijn een middelpunt van het Internationale
handels- en bankverkeer vormde. Daarna
komt Hamburg, welks beur# vooral haar
beteekenis ontleent aan de leidende
plaats, die deze stad ln het overzeesche
verkeer der Duitsche Republiek inneemt
eemerzljd# en anderzijds door den ster-
ken band waardoor de goederen- en ef.
feotenbeur# aldaar worden verbonden.
(Wordt vervolgd).
Berlijn..
De leiding der beurs bestaat hier uit
50 beursleden, waarvan 12 door de Ber-
lynsche Handelskamer en de overige 38
kozen l"1 be™
kamer door de Handels-
doïï dP hpnLh i1Öar Plaats' tenvÜ! die
blijft Hetepoi°e+ke? 3 '1aar van kra<*t
de ReViKn?ielataat onder toezicht van
zich W6 Handelskamer sinds zij
Kaufmam^wï£öu le >'Korp°ration der
van df. hï heift vereenigd. De zalen
voor hp.t rifff i reeds eenigen tijd
oor het officieele begin der zaken po
pSos nadeZof5!yVe? di1t ?ok nog een korte
poos na de officieele sluiting. In dezen tiM
^mden nog vele omzetten plaats die
hoofdzakelijk speculatieve waarden betref
w a:r SS
WH oen beurshandel worden toegelaten
Regelen, ln acht te nomen
voor opname van Gemeente-
Patiënten, ln de Zleken-lnrlch»
tingen ln de Gemeente D»n
Helder.
Tot de bemoeiing der gemeente behoort
o.a. de ziekenhuisverpleging. Dit mag al
gemeen bekend worden geacht. Doch wat
die bemoeiing omvat, wie van de gemeen
telijke ziekenhuisverpleging kunnen profi-
teeren en wat men daarbij in acht heeft
te nemen, is blijkbaar niet algemeen
bekend. Het is althans in den laatsten tijd
herhaaldelijk voorgekomen, dat personen,
die vanwege de gemeente ziekenhuisver
pleging konden genieten, door onbekend
heid met de op dit stuk bestaande bepa
lingen, zich meer kosten hebben moeux
getroosten, dan bij gebruikmaking van dt
gemeentlijke ziekenhuisverpleging het ge
val, had behoeven te zijn.
Het komt ons daarom niet ondienstig
voor eens een uiteenzetting ter zake te
geven.
1. Wat is gemeentelijke ziekenhuisoet-
pleging?
Gemeentelijke ziekenhuisverpleging ls:
a. verpleging en geneeskundige behan
deling van ingezetenen dezer gemeente
in de Gemeente-afdeelingen van het
Marine-Hospitaal;
b. verpleging en geneeskundige behan
deling van uitsluitend R.-K. ingezetenen
dezer gemeente in de R.-K. Ziekenverple
ging „St. Lidwina", een en ander voor
zoover van gemeentewege de opname
wordt gevraagd.
Onder gemeentelijke ziekenhuisverple
ging is voorts begrepen eventueel noodige
operatieve of andere specialistische behan
deling, alsmede opname in de gemeente-
afdeelingen van de barak voor besmette
lijke ziekten van het Marine-Hospitaal.
2. Wie betaalt de kosten?
De gemeente. Zij heeft met de onder
la en lb genoemde ziekeninrichtingen
contracten afgesloten.
3. Wie kan gemeentelijke ziekenhuis'
verpleging genieten?
Als regel ieder, wiens inkomen minder
bedraagt dan 3000 per jaar.
4. Wat betalen de van gemeentewege
verpleegd wordende patiënten?
De hier bedoelde patiënten betalen aan
de verpleeginrichtingen niets.
Tenzij de patiënten, blijkens door het
Burgerlijk Armbestuur afgegeven verkla-
"n9. geheel onvermogend zijn. in welk
geval zij van eenigerlei betaling zijn vrij
gesteld, moeten de patiënten een bijdrage
in de verpleegkosten betalen aan de ge
meente, volgens een vastgesteld tarief,
telkens 14 dagen vooruit. Bij beëindiging
der verpleging wordt het eventueel teveel
betaalde gerestitueerd.
Hoe groot die bijdrage is, hangt af van
het inkomen en de grootte van het gezin.
De bijdrage varieert van 0.25 per dag
tot en met 3 per dag, welk laatste be
drag verschuldigd is bij een inkomen van
2500 tot beneden 3000. Personen met
een inkomen van 3000 en hooger, kun
nen wel van de gemeentelijke ziekenhuis'
verpleging gebruik maken, doch moeten
dan alle kosten, die de gemeente voor
hun maakt, aan haar terugbetalen. Voor
deze personen is het dus in verreweg
meeste gevallen voordeeliger zich
klasse-patiënt te doen verplegen-