POPULMR ©>^0^0,5^1-VAWDe-HdiPÈR0CH^ CQURAHT
PMHH
Een der grootste staatslieden van zijn eeuw.
482
VAN ZATERDAG 18 APRIL 1931
Benjamin Disraeli 1881 - 21 April - 1931
Een woelig politicus.
D8 verkeerde.
(AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN).
Het is 21 April 50 jaar geleden, dat
de groote Engelsciie staatsman Benja
min Disraeli of om hem bij zijn lateren
naam te noemen, graaf Beaconsfield, is
gestorven. In dezen stoeren werker
verloor het Britsche parlement zijn
schilderachtigste figuur, zijn artistieke
poëtische, oorspronkelijke, onbegrijpe
lijke hoofdpersoon, die gloed en kleur
gaf aan zijn omgeving. Het leven van
dien talentvollen redenaar, schrijver,
staatsman gelijkt het mee3t op een
sprookje. Als Disraeli niet geleefd had
en een schrijver van genie in een roman
zijn leven als het zijne had beschreven,
wat zouden dan de venijnige critici van
dien tijd met een bitse felheid den
gewaagden auteur hebben genegeerd
wegens de voortbrengselen van een
onmogelijke verbeelding, die zoo'n
reeks van onwaarschijnlijkheden tot
een roman kon componeeren. Wat zou
men destijds minachtend de schouders
hebben opgehaald over de veronder
stelling, dat een man van Disraeli's
afkomst en verleden, dat een radicaal
zonder familie en fortuin de ernstige
conservatieve partij zou weten te ver
vormen tot de radicale partij
Het onwaarschijnlijke tot
werkelijkheid geworden.
Het onmogelijke en onwaarschijn
lijke is door Disraeli mogelijk en waar
schijnlijk gemaakt. Die Arabische
nachtvertelling is de geschiedenis van
den staatsman, die de trotsche partij
der erfelijke landbeziters heeft aan
gevoerd, dwars door de stalen muren
van vooroordeel, zandwoestijnen van
oogenschijnlijke onmogelijkheden en
moerassen van tegenwerking en vij
andschap. Wij hebben zijn levensge
schiedenis nog eens nagelezen, doch
thans nog kunnen wij met ware ver
wondering getuigen, dat zelden een
grooter, en schitterender vernuft is
gepaard geweest met zulk een geduld,
zelfbedwang en onbuigzame wilskracht.
Benjamin Disraeli, zoon van den
literator Isaac Disraeli werd den 21en
December 1805 te Londen geboren. Hij
was de kleinzoon van een Venetiaansch
koopman, die omstreeks 1750 zich in
door
L. F.
Het liedje.
Nina leunde in haar stoel achter
over. Een behaaglijke rust kwam over
haar. Iets verderop zat haar man te
praten met zijn Engelschen vriend
Gordon. Af en toe ving zij eenige
woorden op, maar zij deed geen moeite
om te luisteren. Zij verlangde er naar
alleen te zijn, om het beleefde van de
laatste dagen te overdenken. Zij kon
het zich nog bijna niet voorstellen dat
Gordon hier was, ofschoon hij vlak bij
haar zat. Van terzijde keek zij even
naar hem; zijn scherpe, hoekige kop
lag achterover geleund in de kussens
van den stoel. Tusschen de lippen
hield hij stevig zijn pijp geklemd. De
oogen waren half gesloten.
Het was als een droom. Steeds weer
moest Nina herhalen, dat hij er was,
dat hij hier was, dat hij in haar kamer
zat. Het was zoo ongelooflijkZij
Engeland vestigde en die stamde uit
een der JJoodsche familiën, die tegen
het einde der 15de eeuw door de Inqui
sitie uit Spanje zijn verdreven.
Voor het beroep van zaakwaarnemer
bestemd, beproefde hij echter spoedig
zijn talenten op andere banen en wel
het eerst op letterkundig gebied, waar
hij in 1826 met zijn eerste roman „Vivi-
an Grey" schitterend debuteerde. Twee
andere romans „The young Duke" en
„Contarine Fleming" volgden in 1830
en 1832.
In die dagen bracht de Reform-bill
geheel Engeland in beroering, en de
jonge Disraeli, van een reis naar het
Zuiden en Oosten teruggekeerd, wijdde
zich vol ijver aan de politiek.
Zijn politiek.
In 1833 stelde hij zich candidaat voor
de liberale partij en legde in een bro-
j chure „What is he?" (Wat is hij?) een
volslagen democratische geloofsbelij
denis af, terwijl hij zelfs met zijn „Re-
volutionary Epic" een verheerlijking
van de revolutie predikte.
Echter d'e tijden waren niet rijp voor
ingrijpende veranderingen in het
staatsleven en toen hij bij de stembus
een nederlaag leed, schijnt hij zich aan
een gematigder politiek te hebben on
derworpen, want in 1837 toen hij voor
het district Maidstone zitting nam, was
hij reeds tot de conservatieven gena
derd, die destijds door Peel werden
aangevoerd.
In 1841 nam hij zitting voor Shrews-
bury en vormde met Lord John Man-
nersen en anderen de z.g. partij van
„Het Jonge Engeland", wier beginse
len. romantisch ingekleed, hij in een
reeks van werken ontwikkelde. Op
merkelijk was daarin, nevens de apo
theose van middeleeuwsche toestanden,
de verheerlijking der Joodsche natie.
Middelerwijl was Disraeli door on
verwachte omstandigheden tot een be
langrijke politieke rol geroepen.
Toen Peel de vaan van den vrijhan
del had geheven, stelde Disraeli zich
naast Lord George Bentinck aan de
spits der protectionisten, hij bestreed
Peel (die in de zitting van 1846 de op
heffing der graanbelasting voorstelde)
met al de scherpte van zijn gladde
hadden kennis met hem gemaakt, toen
haar man in de Duitsche mijnen
werkte.
Zij hadden daar ongeveer een half
jaar gewoond. Het was geen gelukkige
'tijd voor haar geweest, want zij was
het grootste gedeelte er van ziek. En
toen was daar nog bijgekomen, dat de
vlugge, levendige Engelschman een
onvergetelijke indruk op haar gemaakt
hadHaar man had niet veel aan
haar gehad, dien tijd, dus was de
vriendschap tusschen hem en Gordon
hechter geworden, dan anders wel
licht het geval zou geweest zijn. Na
een half jaar keerden zij naar Holland
terug en Gordon naar Engeland.
En nu na drie jaar was hij 'hen op
zijn doorreis naar Duitschland komen
bezoeken. En al was er veel veran
derd in dien tijd zij was veranderd,
haar man was veranderd en ook Gor
don was ouder geworden haar lief
de voor den blonden Engelschman was
gebleven. Zij had zoo naar zijn komst
verlangd, en tegelijkertijd was zij er
bang voor geweest
De mannen raakten uitgesproken.
Alle herinneringen werden opgehaald,
nieuwe gedachten en nieuwe ideeën
gewisseld. Toen wendde Gordon zich
tot Nina:
„U hebt geen aangename herinne
ringen aan Duitschland, nietwaar me
vrouw! U was al dien tijd ziek
„Ja, ik was toen héél ongelukkig",
zei Nina zacht.
tong en zijn ironischen geest, en be
hoedde zoodoende, hoewel hij het aan
nemen van den maatregel niet belet
ten kon, zijn partij voor algeheele uit
eenspatting.
Tot afgevaardigde van het graaf
schap Buckingham gekozen hernieuw
de hij in de volgende zittingen den
kamp met den uitslag dat na Bentinck's
dood (1848) de protectionisten hem for
meel als aanvoerder in het Lagerhuis
erkenden.
In het kabinet.
In deze stelling moest hij tegelijk
aan de Whigs, de Reformers en de
Poelieken het hoofd bieden, waarbij
hem de misgrepen van het kabinet-
Russel voortreffelijk ten goede kwa
men en toen nu in 1852 het Whig-mi-
nisterie geheel in het water viel, kon
graaf Derby wel niet anders doen dan
den bijstand van Disraeli inroepen,
dien hij als kanselier der schatkist in
het Tory-kabinet plaats deed nemen.
Ongelukikg kon zijn fantastische
budget geen genade vinden en de ver
werping ervan was zelfs oorzaak, dat
het kabinet al spoedig (in December
1853) ten val kwam, hetgeen evenwel
niet belette, dat na den Krim-oorlog
en nadat in 1858 de conservatieven
Lord Palmerston uit het zadel getild
hadden, Disraeli andermaal in het
nieuwe Tory-kabinet met de portefeuil
le van financiën belast werd. Zijn plan
nen vonden toen beter ingang, zoodat
hij een tijd lang over een meerderheid
beschikte tot in Juni 1859 de samen
spanning tusschen de Whigs en de
radicalen hem wederom tot aftreden
noopte. Het tijdperk van 1860 tot 1865,
de jaren van den Amerikaanschen
burgeroorlog liet hem betrekkelijk op
den achtergrond blijven. Na Palmer-
ston's dood echter, toonde hij zich weer
vaardig bij het bestrijden van de Re
form-bill van het ministerie-Russell-
Gladstone en veroverde zich op die
wijze in Juli 1866 weer een plaats aan
de groene tafel.
Een politieke meesterzet.
Met veel talent en volharding bracht
hij om de dreigende agitatie te be
zweren in 1867 zelf een reform-bill op
tafel, die volkomen in strijd met de
tradities van zijn eigen partij, radicaler
mocht heeten dan al haar voorgang
sters. Hiermede behaalde hij zijn groot
sten politieken triomf, die hem tot het
toppunt van eerzucht deed klimmen.
Toen graaf Derby in Februari 1868 om
„Een miserabele tijd", stemde haar
man toe, „maar gelukkig is ze nu weer
heelemaal beter, niet kind?"
„Ja, zeker".
„En vertel nu eens", vroeg Anton,
„heb je nog steeds geen trouwplan
nen. Ik had altijd nog eens verwacht
een biljet van je te ontvangen
„Tja, dat is een héél eigenaardige
geschiedenis, een beetje sentimenteel
eigenlijk. Het hangt ook met ons ver
blijf in Duitschland samen
Nina's adem stokte.
„In Duitschland samen", herhaalde
zij zacht.
„Kom vertel eens", noedigde Anton.
„Och ja, dat kon ik wel doen", meen
de Gordon. Hij stopte een versche pijp
en begon:
„Zooals je weet, hadden wij altijd een
ongelijken dienst in de mijnen. Als jij
thuis was, was ik weg, en omgekeerd.
Fen enkelen keer maar kwamen wij
samen thuis. Maar nu gebeurde het
altijd, als ik alleen was, dat ergens in
het pension een oud Engelsch lied-e
werd gezongen. Een heel simpel, dwaas
ding 'eigenlijk. Het vertelde van een
meisje, dat tevergeefs van een jonge
man hield en hem verzocht, niet te
trouwen, voor hij het meisje had ge
vonden, dat datzelfde liedje zong. Of
schoon ik heelemaal niet bijgeloovig
ben, hechtte ik aan dat liedje groote
waarde. Misschien was het wel om de
lieve, innige manier waarop het werd
gezongen.
Gordon zweeg.
redenen van gezondheid het premier
schap neerlegde, volgde Disraeli hem
als eerste minister op. Het bleek toen
alras dat er van hem geen verdere
schreden in de richting van Reform te
wachten waren.
Hardnekkig bestreed hij de liberale
voorstellen tot verbetering van den
toestand in Ierland en tot emancipatie
der Iersche kerk van den Staat en toen
de uitslag der algemeene verkiezing
zich tegen hem verklaarde, legde hij in
December 1868 zijn ambt neer. Bij die
gelegenheid werd hem door de ko
ningin het pairschap aangeboden, wel
ke onderscheiding hij voor zichzelf af
sloeg doch voor zijn echtgenoote aan
vaardde.
Zijn verdere politiek bepaalde zich
nu tot een hardnekkig verzet tegen al
te groote hervormingsmaatregelen, die
Gladston's bewind gedenkwaardig
maakten.
In Februari 1874 werd hem nogmaals
ten gevolge van een plotselinge conser
vatieve reactie tegen de reform-maat
regelen der liberalen het premierschap
toebedacht, hetwelk tot in het voorjaar
van 1880 duurde.
Toen was het volk zijn woelige poli
tiek moe en plaatste Gladstone weer
aan het hoofd.
Een welbesteed leven.
Deze zes-jarige periode was het ein-
Opzichter: Hei, je mag daar niet
zwemmen!
Zwerver; O, maar ik zwem niet, ik
bin me eigen aan 't verzuipen!
Opzichter: O, ga dan je gang
maar!
Weekly Telegraph, Sheffield.
„Ben je nooit te weten gekomen, wie
het gezongen heeft?" vroeg Anton.
„Nee, ik was eigenlijk bevreesd er
naar te informeeren. Ik vermoed dat
het die oude Engelsche dame was, die
ook in het pension logeerde. Zij was
zoo'n zonderling mensch, juist iemand
om zulke liedjes te zingen
Het was even stil.
„En het eigenaardige is", vervolgde
Gordon, „dat ik een paar maanden ge
leden op een Soirée dat liedje wéér
hoorde zingen
„Ja. En binnenkort zal het meisje,
dat dat liedje gezongen heeft, mijn
vrouw worden
„Wel verdraaid, dat is aardig!" riep
Anton uit.
Gordon zweeg, in gedachten ver
diept. Ook Nina zei niets. Eindelijk
vroeg zij echter:
„Ivent uw meisje het liedje heele
maal?"
„Nee. zei Gordon, „jammer genoeg
kent zij alleen maar de twee eerste
coupletten".
Glimlachend stond Nina op en liep
naar de piano.
„Ken jij het, Nina?" riep haar man
haar verbaasd achterna. Zij gaf geen
antwoord. Even sloeg ze een paar toet
sen aan en zong toen he l zacht met
eenigszins schorre stam h t laatste
coupletje van het oude. Engelsche
liedje, dat vertelde boe de jongeman
toch niet wachtte, tot bij het meisje
vond, dat hem liefhad. Ilij nam de ver
keerde....