Het gebruik onzer bolgewassen.
Wat anderen over de
B.O.L.T.H.A. zeggen.
HELDERSCHE COURANT
BOLTHA NUMMER
9
Hoe moet men de bolgewassen voor zijn tninen behandelen.
Uit een andere bijdrage in dit num
mer blijkt, dat de heer O. de Wit, oud
stadgenoot, tegenwoordig te Haarlem,
de schrijver is van onze artikelen over
bloembollenteelt en -cultuur. Ook de
hier volgende bijdrage, speciaal voor
dit nummer geschreven, is van zijn
hand.
TfT
Wanneer men ons vraagt, welke be-
teekenis er aan de vollegrondstentoon-
stelling in „De donkere duinen" moet
worden gehecht, luidt 't antwoord, dat
er hier van een dubbele beteekenis
moet worden gesproken.
De Heldersche vereenigingen heb
ben de gelegenheid aangegrepen om
de aandacht van de vreemdelingen op
Den Helder, Huisduinen en het na
tuurpark „De donkere duinen" te ves
tigen.
Inderdaad een nobel streven.
De bollenkweekers in Koegras en
Breezand hebben deze gelegenheid be
nut om reclame te maken voor het ge
bruik van bolgewassen. Eveneens een
nobele daad.
De kweekers toch, alhoewel de
meeste inzendingen onder naam staan
opgeplant, zijn geen particuliere han
delaren, de reclame is dus grootendeels
onpersoonlijk.
Als oud-inwoner van Den Helder
gevoelen we wel veel lust uitvoeriger
het werk van onze vroegere plaatsge-
nooten te bespreken en dan natuurlijk
in bewonderenden toon, maar dat be
hoort niet tot onze competentie.
Wij zullen de beteekenis van de
vollegrondsten toorts telling voor het
bloembollenvak trachten aan te geven.
Wellicht, dat we een en ander mee-
deelen, dat al reeds in een onzer vorige
bijdragen heeft gestaan, maar we zijn
nu toch allemaal in feeststemming en
op een bruiloft mag men niet al te
critisch zijn.
De waarde van de diverse bolgewas
sen voor tuinbeplanting wordt op de
Boltha-tentoonstelling buitengewoon
sprekend gedemonstreerd.
Inrichting van Stadstuintjes.
Bolgewassen kunnen langer
dan een jaar mee.
De bezoekers krijgen een idee van
de beplantingsmogelijkheden, die er
ook voor hun miniatuurtuintjes be
staan. Men ziet, hoe tegen den achter
grond van heesters of een haag de ver
schillende bolgewasssen op hun voor-
deeligst uitkomen. Wanneer men maar
zorgt, dat de langstelige tulpen zoo
veel mogelijk achteraf worden geplant
en dat de Chionodosea, blauwe druif
jes, scilla's, sneeuwklokjes en crocus-
sen op den voorgrond een plaatsje ver
krijgen. De narcissen, in lengte staand
tusschen de tulpen en het kleine goed,
worden in kleine groepjes er tusschen
geplant, terwijl hier en daar ook nog
wel wat hyacinthen kunnen worden
gebruikt.
Wenscht men bedden met bolgewas
sen, dan moet men zich beperken tot
tulpen en hyacinthen. Narcissen lee-
nen zich niet voor perkbeplanting.
Daar bij komt, dat narcissen jaren
aaneen op dezelfde plaats kunnen blij
ven staan, terwijl tulpen als regel elk
jaar in den zomer moeten worden op-
gerooid en in dén herfst weer op een
andere plaats geplant.
Men wordt wel eens weerhouden tot
het koopen van bolgewassen voor tuin
beplanting, omdat men meent, dat bol
gewassen slechts één jaar mee kunnen.
Niets is echter minder waar. De bo
vengenoemde kleine bolgewasjes als
mede de narcissen kunnen jaren aan
een op dezelfde plaats blijven, waarbij
de bossen steeds grooter worden, zoo
dat men later wel verplicht is te gaan
uitdunnen.
Gebruikt men bolgewassen (tulpen
of hyacinthen) op bedden, dan is na
den bloei het moois er wel wat af. Wie
terstond daarop gaat rooien, omdat
hij niet tegen het afstrervende loof wil
aanzien, heeft den bollen geen gelegen
heid gegeven te groeien. Dit toch wordt
bewerkstelligd door de groene bla
deren.
De behandeling van tulpen.
Eiken zomer rooien.
Wie van zijn tulpen lange jaren wil
genieten, moet. den bollen dus den tijd
geven het zetmeel te verwerken, dat
de bladeren vormen.
Bij het beplanten der bedden is
daarmee rekening te houden. Wan
neer men de tulpen wat ruim zet, kan
men later tusschen de bollen andere
planten zetten, die het veld innemen,
wanneer de tulpen zijn afgestorven.
Bij het verkleuren der bladen, liever
nog na het afsterven van het loof moet
men dan voorzichtig de tulpenbollen
opnemen.
Het kleine goed kan men vernieti
gen, maar de groote bollen bewaart
men op een droge plaats tot October,
in welke maand men ze weer plant,
doch zooals gezegd op een an
dere plaats in den tuin.
Iemand, die al jaren tulpen in den
tuin heeft gehad, heeft zeker de nood
lottige gevolgen kunnen vaststellen, die
een niet gerooide tulp vertoont.
Wanneer een tulp afsterft, gaat het
bladweefsel dood. Echter op het
doode loof kan zich een zwam nestelen
(vuurzwam) die het afstervingsproces
niet alleen bespoedigt, maar in den
grond aangekomen, overgaat in zwarte
zwamhoopjes, die gedurende den win
ter in rust blijven. Zoodra echter de
nieuw gevormde bol in het volgend
voorjaar zijn spruit naar boven zendt,
wordt de spruit aangetast door de zich
in den grond bevindende zwamdraden.
't Gevolg is, dat de spruit zich maar
nauwelijks boven den grond weet te
verheffen, krom groeit, een zwarte
kleur aanneemt en afsterft. Halen we
zoo'n aangetasten bol uit den grond,
dan zitten, in de bolrokken verzonken,
zwarte hoopjes op den bol, bestaande
uit de zwamdraden van de vuurzwam,
in dit geval „stekerziekte" genoemd.
Eiken zomer moet een tulp dus wor
den gerooid. Het droog bewaren heeft
tot gevolg, dat de wortels van den bol
niet spoedig uitloopen en dat de neus
zich in het daarop volgende voorjaar
niet al te spoedig vertoont. Een vroeg
opgekomen tulp wordt veelal door vorst
beschadigd; op de tentoonstolling zijn
daarvan helaas enkele voorbeelden.
Hyacinthen. Narcissen.
Wat de hyacinthen betreft, voor
vlakversiering leenen ze zich uitste
kend, maar de groote waarde van de
hyacinthen moet gezocht worden in de
omstandigheid, dat ze zich bij een
doelmatige schuurbehandeling heel
vroeg laten forceeren. En wie heeft
er met Kerstmis niet graag een mandje
bloeiende hyacinthen in huis?
De narcissen zijn evenals de tulpen
allemaal voor tuinbeplanting te ge
bruiken. Enkele narcissen laten zich
ook forceeren, evenwel lang niet in zoo
groote verscheidenheid als de tulpen.
De tulpen de afgeloopen winter
heeft het weer duidelijk getoond
zijn winterbloemen bij uitnemendheid.
Echter leenen zich niet alle tulpen
voor vroegbroei, al zijn ze gemakkelijk
i- bloei te brengen.
Niet uit het oog moet worden ver
loren, dat onze wintertijd gepaard gaat
met weinig licht en aangezien ter
waardeering van de fijne nuancen, die
zich bij de tulpen vertoonen, veel licht
noodig is, zullen heel fijn getinte tul
pen in den wintertijd niet naar waarde
worden geschat. Alleen wat helder
van kleur is, maakt kans tot broeitulp
op te klimmen, de rest is slechts als
tuintulp te gebruiken. Daar zijn ze
echter buitengewoon goed op hun
plaats; gedurende de komende weken
krijgen onze lezers volop gelegenheid
dit vast te stellen.
Noteer wat mooi vindt en
schaf het u in 't najaar voor
eigen tuin aan.
Ten slotte nog een goede raad.
U koopt natuurlijk een catalogus en
teekent de namen aan van die variëtei
ten, welke u bijzonder hebben getrof
fen. Die schaft u aanstaanden herfst
aan en plant die in uw eigen tuin.
Het gevolg zal dan zijn, dat er in
het voorjaar van 1932 niet één Boltha
is, maar dat iedere inwoner van Den
Helder zjjn eigen Boltha heeft, die
geopend kan worden met. een portie
panharing.
O. DE WIT.
TyT
Een groot aantal dag- en weekbladen
heeft, dank zij de werkzaamheid der
Pers- en Reclame-commissie, melding
gemaakt van de B.O.L.T.H.A., en wij
zullen in het onderstaande een bloem
lezing geven uit wat hieromtrent is
geschreven.
Allereerst natuurlijk de vakpers.
Het „Weekblad voor Bloembollencul
tuur", orgaan van de Algemeene Ver-
eeniging voor Bloembollencultuur te
Haarlem heeft in zijn nummer van 14
April éen uitvoerig artikel van de
opening. De openingsdag, aldus de re
dactie, „was aardig in elkaar gezet".
Sprekende over de tentoonstelling
zelve, zegt het blad:
„Wat we gezien hebben houdt in
„zich de belofte aan een welbesteden
„voorjaarsdag, die nu toch wel spoe-
„dig zal aanbreken en die moge worden
„aangegrepen door velen onzer lezers
„voor een reisje naar den uitlooper van
„de bloembollenstreek, waar men dit
„voorjaar een aparte attractie aantreft:
„de demonstratie met aanplantingen
„van bloembollen in het gemeentelijk
„natuurparkMen zal er dan kun-
„nen zien een fraai stuk duinterrein
„met jongen dennenaanplant, eenvou
dig van aanleg en vol afwisseling
„door veel hoog en laag, levendig ge-
maakt door een natuurlijke beplan
king", enz. enz. In zijn verder artikel
wijst de schr. vooral op het bizondere,
dat hier een aanplanting is verkregen,
die verlost is van de rechte lijnen en
vakken, die hun bakermat waren.
Het „Kweekersblad", (Floralia, Haar
lem), laat zich als volgt uit:
„Als straks de duizenden bloembol
len in bloei zijn en met elkaar een
„kleurengamma ontplooien langs de
„hoofdpaden, op het pleintje en rondom
„den vijver, zal men in de „Donkere
„Duinen" successen boeken". Het blad
wijst dan op de fraaie inzendingen van
de heeren Kloosterman, v. d. Bergh,
Preyde, e.a.
Dat de groote bladen alle hun ver
tegenwoordiger naar Den Helder zon
den om bij de opening tegenwoordig
te zijn, hebben wij vermeld. Ook tal
van provinciale maakten melding van
de tentoonstelling; wij noemen bijvoor
beeld „De Eemsbode" (Delfzijl), „Hoo-
geveensche Courant", „Zandvoortsche
Courant", „Nieuwsblad van Friesland"
(Heerenveen).
Ook de bladen in den kop van Noord-
Holland vergaten niet melding van de
„Boltha" te maken; als daar zijn de
„Enkhuizer Courant", de „Nieuwe
Langedijker" (Noord-Scharwoude), de
„Schager Courant", de „Zijper Cou
rant", de „Alkmaarsche Courant'', de
„Wieringer Courant", „De Zaanlan-
der", de „Nieuwe Hoornsche Courant",
zij alle namen het door de Pers- en
Reclame-commissie verspreide com
muniqué in haar geheel op, daardoor
hun lezers volledig omtrent te wach
ten feestelijkheden inlichtend. Alle
komen hierin overeen, dat de prachti
ge gelegenheid, die 't duinterrein biedt
om aan Den Helder en de bloembollen
cultuur te Breezand wat meerdere be
kendheid te geven, een goede inval is
geweest en dat vooral de wijze waarop
hier de bollen zijn aangeplant, name
lijk op geaccidenteerd duinterrein, ori
gineel is.
In „De Telegraaf" is het een oud
stadgenoot, de heer mr. de Wit, die in
een tweetal, enthousiast geschreven
artikelen de gelegenheid had nog eens
zijn genegenheid voor zijn oude woon
plaats te demonstreeren. Uit den aard
der zaak was hij uitstekend op de
hoogte van de wenschen en verlangens
van Den Helder. Zoo schrijft hij bij
voorbeeld in het Avondblad van Zater
dag 11 April als volgt:
Na te heben verteld van de zeer bi
zondere gelegenheid, die deze tentoon
stelling aanbood voor de bloembollen
cultuur, heeft de schrijver het over
onze haven. „Het gaat met deze plaats
„als met zoovele andere, die in een uit-
„hoek liggen", aldus zegt hij, „het
„overige land weet er weinig van en
„vormt zich soms de meest onjuiste
„denkbeelden. Den Helder zoo rede
neert men dan vaak, o, dat is die
„plaats waar geen land meer achter is
„en waar het altijd waait! Hoogstens
„weet men iets van 'n marinehaven,
„maar verder geen nieuws. En het
„merkwaardige is, dat men b.v. ook in
„Den Haag. nog altijd niet overtuigd
„is. dat het Nieuwediep een voortreffe
lijke ijsvrije haven biedt.éók voor
„de Urker Noordzeev^nschers, wie
„velen graag hun bedrijf naar hier zou-
„den verplaatsen, mits maar de regee-
„ring de kosten van de overplaatsing
„voor haar rekening zou willen nemen.
„Maar, vreemd genoeg, daar voor
„schijnt men ter officieele plaatse wei-
„rig te voelen".
Het „Algemeen Handelsblad" had
I in zijn nummer van Zaterdag 11 April
een kort, zakelijk bericht, dat evenwel
voldoende was om de aandacht op de
tentoonstelling te vestigen; hierin
werd verteld van het ontstaan van de
„Donkere Duinen" en gewezen op de
uitstekende gelegenheid, die een ter
rein als dit voor deze tentoonstelling
biedt.
De „N. Rott. Crt.", wijdde in het
Ochtendblad van 11 April een sym
pathiek gesteld artikel aan de tentoon
stelling. Over de wijze van aanplanting
zeide de correspondent:
„De bollen zijn er geplant langs de
„breede wandelpaden, maar ook tegen
„de duintjes, langs den oever van den
„vijver en hier en daar tusschen de
„dennen. Op het ronde plein is een
„plantsoen aangelegd, en hier en daar
„zijn ter versiering tuinornamenten,
I „vazen, e.d. van Brouwers aardewerk
I „geplaatst. Het ontwerp voor de indee-
„ling en de beplanting der tentoonstel
ling werd gemaakt door den heer C.
I „J. van Empelen, tuinarchitect te
i „Heemstede, en verdient allen lof".
Ook „Het Volk" wijdde een uitvoerig
artikel aan de tentoonstelling en de
stad Den Helder.
„....Toch is de gedachte, dat de
„bloembollenvelden alleen in dit ge
deelte van Holland gevonden worden
„(n.1. de omgeving van Lisse, Sassen-
„heim, enz.), niet geheel juist' meer.
„Was dit tot voor luttele jaren het ge-
„val, sinds betrekkelijk korten tijd
„heeft zich ook in Noord-Hollands
„Noordpunt, van Anna Paulowna tot
„Den Helder en zelfs tot Texel toe, een
„bloembollencultuur ontwikkeld, die
„sterk in bloei toeneemt en die niet zal
„nalaten in de zeer nabije toekomst
„haar aandeel in de belangstelling voor
„de beroemde kleurenpracht te gaan
„opeischenMeer en meer breidt
„deze cultuur, die niet alleen uit een
„oogpunt van natuurschoon, doch meer
„nog uit de overweging, dat duizenden
„arbeiders daarin een bestaan vinden,
„(van belang is), zich uit".
„Bloembollententoonstelling in een
Duinpark". Dat ts de titel, waarmede
„De Standaard", het anti-revolutionai
re hoofdorgaan, de opening der „Bol
tha" aankondigde, ,,'t Was gisteren
voor Den Helder een feestdag", aldus
heet het daar, en de schrijver, na een
uitvoerig beschrijvend verslag van de
gebeurtenis te hebben gegeven, eindigt
zijn beschouwingen aldus:
„De wakkere bestuursleden van Hel-
„der's Belang maakten van de gelegen
heid gebruik om bij de rit van Duin
oord naar het station den gasten nog
„even een kijkje te geven op de zich
„zoo voorspoedig ontwikkelende en
„inderdaad aantrekkelijke badplaats
„Huisduinen en hen te voeren langs de
„haven van Den Helder, waar zij als
„hun plannen verwezenlijkt worden
„den Zuiderzeevisschers voor hun. in
„verband met de afsluiting der Zuider
zee om te vormen bedrijf, een goede,
„veilige haven hopen te bieden. Ja,
„inderdaad, daar in dat voor velen nog
„veelal onbekende Noordelijk deel van
„Noord-Holland wonen mannen, die
„nog energie en durf hebben en die de
„ambitie hebben om, waar maar even
„zich daartoe de gelegenheid voordoet,
„het belang van stad en streek en daar-
„door de algemeene welvaart te be
vorderen. Dat is een verblijvend en
„moedgevend teeken."
v«3jHUK- urnnr WaHo hof rHohtcf hii I ho
-hoi/U