GE I1E1EI G£ LANDL60FER
SIMEU&Zn.
N9EUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
BuitenSarsdsch overzicht.
KONIJN'S
No. 6955
EERSTE BLAD
DINSDAG 28 APRIL 1931.
59ste JAARGANG
Het werkloosheidsprobleem in Europa. - Belgische
bladen over een Belgisch-Nederlandsch-tolvcrbond. -
Een tekort van 2l/2 milliard francs op de Belgische be
grooting. - Opheffing van de exterritorialiteitsrechten
in China.
Na de omwenteFng in Spanje. I"acl.lt van 14 0p 15 Aprii het paleis der
^i| ^^iEBEKJiüen re-pareeren;
FEUILLETON
Preskop met tong en pistaches
SPOORSTRAAT 122
TELEFOON 339
Indië op een week afstand.
Zoo gemakkelijk te wasschen
Zoo moeilijk te verslijten
Kleur-, wasch- en zon-echt
TWEEDE KAMER.
Vrijstelling grondbelasting voor
Zuiderzeegronden.
GEMENGD NIEUWS.
Verkiezlngs-varia.
üuiiniiiiiiur
tm
HEL
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50, f 0. .0, f 0. i0,
f 1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p. p. 6 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER J.t.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412.
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (ko dte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (graa te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. i. uitbetaling (adres:
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. aov extra). Bewijsno. 4 ct.
Het werkloosheidsprobleem in Europa.
Ofschoon hi enkele Europeesche landen
sedert medio Maart, de werkloosheid
eenigszins is verminderd, is het vooruit
zicht op een duurzame verbetering van
den toestand gering, schrijft de „Nieuwe
Rott. Crt.". De scherpe koersdaling, die
de aandeelen van groote ondernemingen
en concerns de laatste weken op de beur
zen hebben ondergaan, doet zelfs de vraag
rijzen of de meening, dat de malaise nu
inderdaad haar laagste punt heeft bereikt,
wel juist is. De opleving van de arbeids
markt in het voorjaar toch is, ook in tij
den van crisis, een bekend verschijnsel
en ditmaal is ze niet grooter dan gewoon
lijk, zoodat er geen aanduiding behoeft te
zijn van een gunstige kentering in de con
junctuur.
De regeeringen van de zwaarst bezochte
landen staan op dit gebied nu al twee jaar
voor een onoplosbaar raasdel en zoeken
allerlei uitwegen, die echter geen uit
komst brengen. Voor het internationale
euvel een internationaal remedie te zoe
ken, leek derhalve een aanlokkelijke taak
en daarvoor was het aangewezen lichaam
het Internationaal Arbeidsbureau te Ge-
nève. In Januari kreeg Albert Thomas, de
directeur van het Arbeidsbureau opdracht
een rapport op te stellen over de werk
loosheid in Europa en voorstellen tot be
strijding daarvan bij den raad van beheer
in te dienen.
Over de plannen van Thomas hebben
we eenige weken geleden geschreven. Zij
omvatten in het kort het stichten van een
Europeesche arbeidsbeurs en verder het
sluiten van internationale overeenkom
sten tot het verleenen van bewegingsvrij
heid aan arbeidskrachten naar landen die
ze nog kunnen gebruiken, verplichte in
ternationale invoering van automatische
koppeling van spoorwegwagons en-aanleg
van een Europeesch auto-wegennet.
De raad van beheer heeft ze echter
hoogst koeltjes ontvangen en na een debat
van nauwelijks drie uur feitelijk ad aeta
gelegd, door ze zonder eenige aanbeveling
zijnerzijds naar de Pan-Europeesche com
missie, die op 15 Mei te Genève bijeen
komt, te verwijzen. Of ze daar een beter
onthaal zullen vinden, valt te betwijfelen,
omdat de discussies in den raad van be
heer de Europeesche commissie wel tot de
overtuiging moeten brengen dat noch de
werkgevers-, noch de arbeidersgedele
geerden er noemenswaard nut van ver
wachten.
De arbeidersgedelegeerden van vrijwel
alle vertegenwoordigde staten zagen al
leen heil in verkorting van den arbeids
duur met overeenkomstige loonsverhoo-
gingen.
Om de bittere pil voor Thomas eenigs
zins te vergulden hebben wel enkele afge-
vaarden waardeering uitgesproken over
zijn poging om practisch werk te verrich
ten, maar dit succes d'estime zal den direc
teur de mislukking van zijn werk niet
kunnen vergoeden.
Het resultaat van de gedachtenwisseling
in den raad van beheer is samen te vatten
in de woorden: „wij weten er geen raad
op". Een droevig resultaat!
Stemmen voor een Belgisch-N eder-
landsch tolverbond. Naar aanleiding
van de door de Antwerpsche bladen Me-
tropole en Volksgazet gepubliceerde arti
kelen, waarin de wenschelijkheid van een
Belgisch-Nederlandsch tolverbond werd
bepleit, schrijft de Brusselsehe liberale
courant La Dernière Heure thans op haar
beurt, dat deze gedachte ongetwijfeld
aandacht verdient, maar tengevolge van
de wanbegrippen, die aan beide zijden der
grens nog steeds heerschen, niet zoo mak
kelijk te verwezenlijken zal zijn. Indien
echter een conservatieve regeering in En
geland de traditioneele vrijhandelspolitiek
mocht laten varen en tot protectionistische
handelingen besluiten, zou deze gedachte
zich echter wel kunnen opdringen. Het
komt er trouwens op aan, aldus de con
clusie van de Dernière Heure, nog ver
der voor zich uit te zien en de mogelijk
heid te overwegen van een entente der
kleine staten, door de jongste conferentie
te Oslo voor de toekomst in uitzicht ge
steld.
Een begrootingstekort van 12f2 milliard
francs. Uit het verslag door den Katho-
liek-democratisehen senator Van Over-
bergh, als rapporteur van de Belgische
begrooting van Financiën uitgebracht,
blijkt dat het tekort, over '31, nog eenigs
zins aanzienlijker zal zijn dan eerst werd
verwacht en waarschijnlijk 21/» milliard
frans zal bedragen.
Teneinde dit tekort te dekken stelt se
nator Van Overbergh voor op de begroo
tingen der verschillende departementen
nog 500 millioen francs te bezuinigen, de
bestaande belastingen met 1 milliard te
verhoogen en, voor de rest, een of twee
leeningen aan te gaan. Dit alles acht hij
zeer goed mogelijk daar, trots de huidige
crisis, de oeconomische en financieele
structuur van België zeer stevig blijft, de
Belgische franc zich buitengewoon goed
staande weet te houden en de disconto
voet, die 21/2 pet. bedraagt, sedert 35 jaar
nimmer zoo laag is geweest als thans.
De nationale regeering van China zal
binnenkort een verordening uitvaardigen,
die 1 October van kracht wordt en volgens
welke de vreemdelingen, die op 31 Decem
ber 1929 exterritorialiteitsrechten genoten
onder de jurisdictie van Chineesche recht
banken zuilen worden geplaatst.
Er zullen rechtbanken voor civiel en
strafrecht ingevoerd worden onder voor
zitterschap van een Chineeschen rechter
in verschillende speciale streken, zooals
Sjanghai, Tientsin, Moekden en Kanton,
Vreemdelingen, die de wet hebben over
treden buiten het gebied dezer rechtban
ken kunnen verzoeken voor deze terecht
te staan. De minister van justitie zal
rechtsgeleerde raadsheeren kunnen be
noemen, die niet noodzakelijk Chineezen
behoeven te zijn en die hun meening
schriftelijk mogen indienen, doch geen
aandeel krijgen in de rechtspraak. Aan
houdingen, voorloopige hechtenis van
vreemdelingen, huiszoekingen bij hen of
op hun kantoren zullen worden uitge
voerd volgens de Chineesche strafwetten.
Elke vreemdeling, die aangehouden is,
moet binnen 24 uur gehoord worden. De
vreemdelingen mogen Chineesche of bui-
tenlandsche advocaten belasten met de
verdediging van hun belangen in civiele
en strafzaken. Vreemdelingen, die politie-
overtredingen hebben begaan komen voor
den politierechter. De minister van justi
tie zal bepaalde verblijfplaatsen aanwijzen
voor het in hechtenis of gevangen hou
den van vreemdelingen.
a r koningen van Spanje bewaakte. Alfons
was tegen acht uur 's avonds vertrokken.
Den volgenden dag nam de droeve stoet
van koningin en kinderen aan het Escu-
riaalstation den gewonen trein naar
Parijs.
Tot op het laatste oogenblik toonde
Romanones zich de ontgoochelde dienaar
van de monarchie.
Hoe de omwenteling precies ln
haar werk ging.
Fernand de Brinon vertelt in de Infor
mation wat hij uit den mond van de lei-
alle soorten wollen Kousen en Sokken, ook de
allerfijnste. Voor nieuw werk zijn wij no. i.
JAAP SNOR, Zuidstraat 19.
Let op den gelen winkel. - Telefoon 251
THE DARK CHAPTER
door
E. J. RATH.
„Beter?" vroeg ze van uit het water,
terwijl ze zich de oogen uitwreef.
„Beter," knikte hij; „maar nog wat lang
zaam hij het afzetten."
„Hield ik mijn beenen bij elkaar?"
„Ja, maar u strekte ze niet uit in één
yn uw lichaam. Vandaar de plons."
k leer het wel,' zei ze vol vertrouwen,
toen ze weer op den kant klom. „Daar
gaan we weerl"
b-J^r lr^ht? <1011 den vorigen
keer en hij zei het haar
Alle menschen Wade, ik wou, dat je
Kanes zwempak ging halen. Ik wou zL
graag, dat iemand me het eens voord^d
<?!LJiei uitlegde. Ik wil het net zoo
goed leeren, als Hilda, of beter. Je moSi
Hilda eens zien,
„Nu moet ik uw vader gaan htósn
*ei h\i.
',PatJzal wel. Maar wil je me morgen
ochtend vroeg les komen geven?"
Hb aarzelde.
„Niemand hoeft het te weten," drong ze
aan. „Ik ga zoo dikwijls vroeg. Ik zal
Kane's zwempak voor je meebrengen; hij
staat nooit op voor het ontbijt. Ik moet dat
duiken leeren. Wade!"
I „Ik durf niets beloven, juffrouw
Marian. En u moet me nu verontschul
digen."
„Ga dan!" zei ze en keerde zich om.
„Ik zal het wel op de een of andere ma
nier in orde maken. En zeg
RawJin bleef staan.
„Waarover heb je vanochtend ruzie ge
had met Hilda?" vroeg Marian.
Haar nieuwsgierige toon waarschuwde
hem voorzichtig te zijn.
I „Ruzie?" herhaalde hij.
„Kom nou! Herinner je je onze af
spraak?"
Het druipnatte figuurtje in het jon-
genszwempak werd plotseling zakelijk.
„Heeft uw zuster gezegd, dat we ruzie
I gehad hebben?" Marian trok haar neus
op.
„Ik zeg je niet, wat er gebeurd is; maar
ik weet dat er iets gebeurd is, anders zou
ze niet gezegd hebben, dat
Een tergende stilte volgde. Rawlins
dacht aan zijn werk en liep snel naar de
auto. Hij liep net om de struiken heen,
toen een schel commando hem weer tot
staan bracht.
1 „O, Wade! Kijk nog even!"
Ze stond weer op de springplank en
wuifde hem toe. Ze dook achterover, on
berispelijk. Hij wachtte even, tot hij de
ders der openbare meening in Spanje om
trent de wijziging van regeerstelsel opge-
teekend heeft.
Om 4 u. komt Melquiadees Alvarez, door
een boodschapper geroepen, met moeite
ten koninklijken paleize, dat een vreed
zame menigte belegert. Hij vindt den
soeverein opgewonden, maar volkomen
beheerscht. Dezelfde koning, die een
maand geleden hem ter vorming van een
regeering de verplichting afdwong Ro
manones en Carcia Prieto, d.w.z. de
scherpste tegenstanders van zijn politieke
denkbeelden, erbij te kennen, verlaat
zich op het oogenblik op hem.
„Het oogenblik is gekomen, zegt hij,
om zooals u altijd gewild hebt de consti-
tueerende Cortes samen te roepen." Mel-
quiades Alvarez aarzelt geen seconde, hij
antwoordt:
„Onmogelijk, Sire. Daarvoor is het te
laat. Het volk dat u tot stemmen hebt ge
roepen, heeft zelf het antwoord gegeven,
dat ik van de constitueerende Cortes ver
wachtte. De oplossing, die ik Spanje aan
bood, is door de feiten achterhaald."
„Het is nog niet geheel te laat, ant
woordt de koning, wat wilt u dan, dat ik
doe?"
„Sire, ik zeg, dat tegenstand bieden niet
alleen ongeoorloofd, maar misdadig zou
zjjn. Uw volk heeft u moreel veroordeeld.
Stelt u niet, gelijk in Frankrijk Lodewijk
XVI gedaan heeft, aan een uitspraak
van andere orde bloot, Sire, u moet weg."
„Meent u dan, dat ik met alle leden
van de dynastie moet vertrekken of al
leen met mijn gezin?" ondervraagt de
koning.
„Sire, ga alleen met uw gezin."
Zoo precies waren de woorden van Mel-
quiades Alvarez aan zijn koning. Op het
zelfde oogenblik waren de republikein-
sche en socialistische gekozenen van Ma
drid hijeen ten huize van Maura, in het
onzekere welke houding aan te nemen..
Zij wisselden indrukken, ze wachtten
nieuws. Zouden ze de straat op gaan om
de macht te vermeesteren of om de ge
vangenis in te gaan? Eensklaps klinkt de
telefoon: de Cataiaansche republiek is te
Barcelona uitgeroepen. Hoop en bedrei
ging tegelijk. Dan vraagt Zamora zijn
vriend Alvarez del Vayo kolonel Macia
op te bellen.
Lange minuten, door commentaar ge
vuld en na drie kwartier de verbinding.
Eerst antwoordt een dochter van Macia.
Zij laat haar vader zoeken. Daar is hij.
Men hoort, dat Zamora hem gelukwenscht
met de beteekenis van de uren, die hij
doorleeft. Allen raken in geestdrift voor
de republiek. De Catalaan schijnt te be
loven, niets tegen Spanje te zullen be
proeven en hü richt bemoedigende woor
den tot de Castiljanen. Bijna op hetzelfde
oogenblik meldt Sanjurjo zich bij Miguel j
Maura aan. Het lot is heslist.
Sanjurjo is het hoofd van de burger
wacht. Hij komt zich ter beschikking van
het nieuwe bewind stellen.
Dan gaan de republikeinsohe leiders
op weg. Maura neemt bezit van het de
partement van binnenlandsche zaken, dat
hij van de vroegere heeren ledig vindt.
Hij installeert er zich en geeft de eerste
orders. Dit bericht verspreidt zich als een
loopend vuur.
In het paleis weet Alfons XIII geen
raad La Cierva is voor verzet en rekent
op zekere generaals. Dan komt Sanjurjo,
die zegt te zullen aftreden eer dan op het
volk te laten schieten. De koning moet weg
en alleen, want alles moet in een half uur
afgeloopen zijn. De koningin en de kinde
ren zullen later op hun gemak vertrek
ken. Een arbeidersdelegatie is den nieu
wen minister van binnenlandsche zaken
komen aankondigen, dat de tegenwoor
digheid van een eskadron cavalerie rond
om het paleis een uitbarsting is en 250
republikeinen met banden om den arm
zich op eerewoord verplichten de veilig
heid van de koninklijke familie te ver
zekeren.
Dit was de laatste wacht die in den
roode zwemmuts weer zag verschijnen.
„O, Wade!"
Maar hij zat in den wagen en sloeg den
motor aan. Het was te laat om terug te
keeren en haar een compliment te ma
ken.
„Kleine duvel!" mompelde hij, terwijl
de auto in beweging kwam. „Wat zou
haar zuster gezegd hebben?"
Hij lette nauwelijks op den weg toen
hij Kilbourne Heights achter zich had.
Hij had niet precies geluisterd naar de
aanwijzingen van mevrouw Kilbourne,
maar hij wist, dat het station ergens aan
den voet van den heuvel moest zijn, want
de spoorweg volgde de rivier; hij ver
trouwde dus meer op zijn gezond ver
stand dan op kennis.
Hij peinsde er over, wat Hilda Kil
bourne gezegd zou hebben. Hij dacht
niet, dat ze zich over hem beklaagd zou
hebben; hij geloofde niet, dat hij daar aan
leiding toe had gegeven en hij was er van
overtuigd, dat ze niet kleingeestig of on
redelijk was. Maar ze had iets tegen
Marian gezegd en Marian wilde het niet
voor niets vertellen.
De trein kwam binnen op hetzelfde
oogenblik, dat de auto der familie Kil
bourne voor het station stilhield. Rawlins
was op het nippertje door het ongelegen
oponthoud met Marian. Forensen met
kleine tasschen en pakjes stroomden naar
buiten. Rawlins zag chauffeurs, die hun
meesters begroetten en alle bagage aan
namen. Hij had met genoegen hetzelfde
Groei!
Het „Handelsblad" schrijft:
De snelle ontwikkeling van de lucht
vaart dreigt ons blasé te maken. Wij raken
zoo gewend aan stoute stukjes, aan den
onvermoeiden ondernemingsgeest van
vliegers, hier en elders, dat wij welhaast
vergeten om verbaasd te zijn wanneer er
weer een nieuw feit is volbracht. En in
Nederland, waar wij bovendien nog met
een natuurlijke dosis flegma en onbe
wogenheid zijn begiftigd, geldt dat al bij
zonder sterk.
Zoo zijn wii al lang gewoon geraakt aan
de gedachte van onze geregelde post-
vluehten naar Indië. Een enkele maal
dringt het besef van de beteekenis van
deze prestatie wat positiever tot ons door,
wanneer wij vernemen met welke moei
lijkheden en tegenslagen het concurree-
rende buitenland te kampen heeft. Het
Vertrek van een „Indië-vlieger" van
Schiphol, is geen buitengewone gebeurte
nis meer. De thuiskomst van een vliegtuig
uit de Oost is geen gelegenheid meer voor
eerewijn en redevoeringen. En bij het lee-
kenpubliek begint de meening al post te
vatten, dat het' alles nu „op rolletjes gaat",
en dat het even normaal is als de regel
maat van onze stoomvaartlijnen.
Maar wanneer dan een ervaren piloot
als Smirnoff, met twee nieuwelingen op de
Indische lijn, Hulsebos en Westraeten,
op een Vrijdag van Bandoeng opstijgt, en
den volgenden Vrijdag doodkalm zijn Fok
ker met een passagier op Schiphol neer
zet, en daarmee Indië op een week afstand
van Nederland brengt, zonder daarbij
halsbrekende en buitengewone risico's te
hebben genomen, maar door eenvoudig
wat meer dan gewoonlijk van zijn uithou
dingsvermogen en pilotenkennis en van
zijn bemanning te eischen, dan dringt
het toch weer even tot ons door dat daar
'ets heel bijzonders geschiedt. Dat daar
'de ondernemingsgeest van onze zeevaar
ders uit het eerste tijdvak van Neder-
land's Indische historie, bekroning vindt,
in een nieuwen tijd met nieuwe menschen
en nieuwe methoden en nieuwe energie.
Indië op een week afstand van Neder
land. De banden aangehaald door de na
tuurlijke ontwikkeling der techniek en
door den frisschen geest van onze lucht-
vaarders. Da tis een feit waarbij wij onze
gedachten wel weer eens even mogen
laten stilstaan.
Straks gaan wij, als alles goed gaat, den
wekelijkschen luchtdienst op Indië ope
nen. Naar Indië in een week, en elke
week! En uit Indië naar Nederland, in
een week en elke week!
Dat is een mogelijkheid die nu weer
wat nader binnen ons bereik is gekomen,
al zal het nog wel even duren voor de
groote prestatie van Smirnoff en de
zijnen zonder risico regelmaat kan wor
den.
Maar wij naderen. En die ontwikkeling
verdient van ons volk levendige en warme
belangstelling.
Het 16e vliegtuig te Medan.
Het 16de postvliegtuig is Vrijdag om
5 uur 48 min. uit Calcutta vertrokken en,
na een tusschenlanding van 9 uur 15
min. tot 10 u. 40 m. te Akyab om 15 u. 55
min. te Tavoy aangekomen.
Het vliegtuig is Zaterdagochtend 5 u.
50 uit Tavoy vertrokken en na een tus
schenlanding van 12 u. tot 12 u. 40, om 13
u. 15 te Medan aangekomen.
geacht, doch tevens, omdat het geen aan
beveling zou verdienen, indien de belast
bare opbrengst der drooggemaakte gron
den reeds kort na de inpoldering van
deze gronden zou moeten worden vastge
steld .Dit zou bezwaarlijk zijn, omdat de
cultuurwaarde van den grond dan nog
gering zal zijn en in verband hiermede'
de belastbare opbrengst dan zeer moeilijk
zal kunnen worden bepaald, waarbij nog
komt, dat een verhooging van de belast
bare opbrengst in volgende jaren slechts
mogelijk zou zijn, indien de gronden een
verandering ondergingen als bedoeld is
in art. 6, tweede lid van art. 7 der wet op
de grondbelasting.
Naar aanleiding van een andere opmer
king van eenige leden zeide de regeering
nog met de leden, die deze opmerking be
twisten, van meening te zijn, dat nering
doenden en andere personen niet door
middel van vrijstelling van eenige belas
ting behoeven te worden aangemoedigd
om zich op de tp winnen gronden te
vestigen.
Groote sorteering,
in effen en gewerkt,
75 cent per el.
Verkrijgbaar bij:
Letop naam op den zelfkant
Vraagt onze stalen-collectie
De vaste oommissie voor de Belastin
gen heeft verslag uitgebracht van haar
overleg met de regeering over het ont
werp tot tijdelijke vrijstelling van grond
belasting voor drooggemaakte Zuiderzee
gronden.
Bij sommige leden der commissie was
twijfel gerezen over de noodzakelijkheid
van de voorgestelde vrijstelling. In de ge
vallen, bestreken door de artikelen 35 en
(36 der Wet op de grondbelasting, berust
de vrijstelling op de overweging, dat het
ondernemen van werken, als in die arti-
j kelen genoemd, behoort te worden aan
gemoedigd.
In het onderhavige geval kan van een-
zelfden grondslag geen sprake zijn. De
voorgestelde regeling zal er slechts toe
J leiden, dat de drooggemaakte gronden
door het Rijk tegen een iets hoogeren
prijs dan anders zullen worden verkocht.
Hiertegenover staat, dat het Rijk over
een groot aantal jaren geen grondbelas
ting zal ontvangen. Naar de zienswijze
dezer leden komt hetgeen thans wordt
voorgesteld dan ook op niets anders neer
dan op het overstorten van een zeker be
drag van den eenen hoek van de schat
kist naar den anderen voor welke mani
pulatie geen enkele deugdelijke grond is
aan te voeren.
Andere leden daarentegen achtten den
j voorgestelden maatregel niet zonder
waarde. Naar hun meening heeft de ont-
j worpen vrijstelling in het bijzonder een
j psychologische beteekenis. De weten-
i schap, dat de drooggemaakte gronden
i gedurende een groot aantal jaren van
grondbelasting zullen zjjn vrijgesteld, zal
tot het koopen van die gronden en tot het
zich vestigen in de nieuwe Zuiderzee
plaatsen animeeren, ook al weten de be
trokkenen, dat deze vrijstelling den koop
prijs eenigszins doet stijgen.
In haar antwoord zeide de regeering,
dat de voorargument wenschelijk wordt
Binnenland.
KORENMOLEN AFGEBRAND.
Vrijdagnacht om 3 uur is te Winkel
(N.-H.) de korenmolen van den heer P. O.
Tijsen afgebrand. De molen was ver
zekerd. De oorzaak van den brand is onbe
kend.
OUDE MAN OVERREDEN.
Zaterdagmiddag ongeveer 12 uur, heeft
een der meelwagens van de firma Schut
uit Rhenen, die den Nieuweweg te Vee-
nendaal passeerde, den 85-jarigen W. B.
overreden. De man was onmiddellijk
dood.
VERSTEKELINGEN.
Het gisteren van Barbados te IJmui-
den binnengekomen Nederl. stoomschip
„Venezuela" heeft twee verstekelingen
aangebracht. Het zjjn negers, die in
West-Indië aan boord waren gekomen.
Zij zullen vermoedelijk naar West-Indië
worden teruggezonden.
Een, twee, kip ik heb je!
Zaterdag hebben we kunnen lezen van
het meisje, dat niet rood willende stem
men, zulks toch deed. Het algemeen kies
recht wie ziet het trouwens niet in zjjn
omgeving? heeft meer van die ver
legenheden.
In een beschouwing van J. W. Spren-
ger in de Vrijz.-üemocraat over de Sta
tenverkiezing in Noord-Brabant, waarbij
de v.-d. een zetel verloren, lezen wij:
„Maar waar kwamen dan die 8637 stem
men, in 1927 op onze lijsten uitgebracht,
vandaan? Een vooruitgang van 4840 stem
men in 1923 op 8637 in 1927 was werke
lijk phgnomenaal! Al dadelijk gingen er
stemmen op, dat onze partij dit hooge
stemcijfer verkregen had dank zq de ver
gissingen van tallooze roomsche kiezers,
die het vierkantje achter in plaats van dat
vóór hun uitverkoren candidaat rood
maakten. Ik heb dat niet willen gelooven.
Dat eenige honderden kiezers je kan
op geregelde tijden, en
neem zoo noodig avonds
een Foster's Maagpil. De
ontlasting geschiedt dan
volkomen normaal en
zonder krampen.
-0.65 per flacon.
jjjjg
gedaan voor den heer Kilbourne, maar
hij wist niet, hoe die er uitzag; het lag dus
voor de hand, dat hij bij de auto bleef
wachten, tot de eigenaar opdaagde.
Twee heeren van middelbaren leeftijd
bleven nog even staan praten, dicht bij
Rawlins.
„En denk er aan, vanavond," zei de een.
„Ik zal het niet licht vergeten. Maar
ik zal in ieder geval opbellen, als er iets
tusschen komt."
De eerste spreker knikte en liep door
met een chauffeur, dien Rawlins 's och
tends op de club gezien had. De ander liep
toe op Rawlins' wagen en zwaaide een
koffertje naar binnen.
Henry Kilbourne was groot en zwaar,
niet zeer indrukwekkend, maar toch met
zekere gewichtigheid in zijn optreden.
Zjjn bewegingen waren overlegd en door
dacht; hij nam overal zijn tijd voor, zon
der tijd te verknoeien. Voordat Rawlins
op kon springen om het portier te openen,
ging de heer Kilbourne al voorin zitten
naast zijn chauffeur.
„Ik rijd voorin," was alles wat hij zei.
Rawlins baande zich een weg dwars
door het drukke verkeer en trachtte den
hoofdweg weer te bereiken. Hij verbaas
de zich over de ontmoeting. Geen oogen
blik was de heer Kilbourne verbaasd ge-
jweest, niets verried dat hij een verande
ring in zijn personeel opgemerkt had.
Hij boog zich alleen zoo ver mogelijk
I achter het windscherm, om makkelijker
zijn sigaar aan te steken. Rawlins her
innerde zich, dat mevrouw Kilbourne had
gezegd, dat haar man soms zeer ver
diept was in zijn zaken. Hij zou hem niet
storen.
Ze hadden al een mijl gereden, voordat
de heer Kilbourne weer sprak. Het klonk
weer even onverschillig, als toen hij zei,
dat hij voor wilde rijden.
„Landlooper?" vroeg hij.
„Jawel, mijnheer."
Rawlins antwoordde even onverschil
lig. De heer Kilbourne knikte en zuchtte.
„Emily is er dus weer ingevlogen! Ons
geluk had zeker al weer lang genoeg
geduurd. Wanneer ben je gekomen?"
„Gisteren, mijnheer."
„Al iets gestolen?"
„Nog niet, mijnheer."
Bij deze woorden keek de heer Kil
bourne hem plotseling onderzoekend aan,
maar na eenige oogenblikken scheen hij
voldaan.
„Is Oswald weg?"
„Ja, mijnheer."
„Gelukkig. Dat hebben we er tenminste
van. Oswald was een prul."
De heer Kilbourne zat een tijdje lralm
te rooken, blijkbaar vergenoegd over het
nieuws, dat Oswald geen deel meer uit
maakte van het personeel.
„Ik zie, dat je den wagen netjes opge
knapt hebt," zei hij ineens. „Dat heb je
zeker gedaan om een goeden indruk te
maken."
„Jawel, mijnheer."
Weer keek de heer Kilboaroe hem ean,
I
s als om zich te vergewissen, dat de nieuwe
chauffeur zijn vragen ernstig beant
woordde.
„Je bent de zestiende of zeventiende
landlooper sedert we hier wonen," ver
volgde hij. „Ik raak den tel kwijt. Mijn
vrouw weet dat wel. lederen keer als ik
op reis ben geweest, zie ik, dat er zich
weer een ingeburgerd heeft. Hoe lang
ben je van plan te blijven?"
„Ik heb geen vaste plannen mijnheer."
„Je blijft niet lang. Dat doen xe nooit.
Heb je al met mijn dochter gesproken?"
„Jawel, mijnheer. Ze heeft me hetzelfde
gezegd."
De heer Kilbourne knikte.
„Ze heeft natuurlijk gelijk. Zo kent
landloopers evengoed als ik. Ik vertrouw
op haar oordeel. Heb je al kennis ge
maakt met Grosvenor?"
„De butler? Ja, mijnheer."
„Wat vindt je van hem?"
Rawlins begreep, dat er slechts één me
thode van converseeren mogelijk was met
den eigenaar van Kilbourne Heighte en
dat was, nooit te aarzelen.
„Ik vind hem een zuurpruim, mijn
heer."
Ten derde male maakte de heor Kil
bourne een studie van zjjn nieuwen
chauffeur. Hjj zei niet iadehjk wat, maar
klopte grinnekend de asch van zttn sigaar.
iDe auto verliet den hoofdweg en naderd*
het huis, voordat hij weer sprak.