Moederdag. Huisdecoratie. Practische wenken. I 21 Mei. Het is niet teveel gezegd, dat men een mensch kan beoordeelen naar zijn verhouding tot zijn moeder. Men kan er zelfs een volk als geheel naar be oordeelen. Reeds het enkele woord „Moeder" is zoo groot, schoon, diep en hoog, omvat zoozeer het leven zelf, dat het bij ieder mensch een gevoel van eerbied op moet wekken. De beteeke- nis ervan is haast niet te beseffen, wanneer wij ons indenken, dat er zon der moeders geen menschelijk geslacht zou wezen. Het is een eeuwig en gehei ligd woord. De moederdag valt zeer toepasselijk in de bloeimaand Mei, wanneer de ge- heele natuur zich op haar moedertaak voorbereidt. De oorspronkelijke ge dachte, een jaarlijks terugkeerenden moederdag in te voeren, komt uit de Scandinavische landen en werd van daaruit het eerst door Amerika en later vooral ook door Duitschland overgeno men. Er is overal veel geluk en zegen door verspreid, dat althans op dien dag alle moeders met eerbied en dankbaar heid werden herdacht, dat jonge en volwassene kinderen gedenken, hoe hun moeder toch min of meer een mar telaarschap heeft gedragen en mis schien nog draagt. Alle moeders, die zich bewust zijn van haar hooge taak en roeping en oprecht naar de vervul ling daarvan streven, hebben er recht op, althans dezen dag de liefde en eer bied te ondervinden, die haar eigen lijk dagelijks toekomt. Laten wij daar om dezen dag gedenken. De natuur, waarin het hooglied der geboorte weer klinkt, waarin dag en nacht nieuwe wonderen ontstaan uit de moederaarde, kan als een symbool herinneren aan de kinderlijke liefde en eerbied voor onze moeders, die ons het leven schonken. Laten zij vooral dankbaar zijn, die het geluk hadden reeds bij hun eerste schreden door hun moeder te worden bewaakt, wier kindsheid en jeugd zon nig werden gemaakt door haar liefde, die bij het binnentreden van het veel bewogen leven waren omgeven door moederlijke liefde en zorg. Welk een smart en gemis ondervindt niet het moederlooze kind. Hoe moeten zij op een dag als deze verlangen naar ver loren en misschien nooit gekende moe derliefde. Wat is het niet tragisch, dat alle verlangens en gevoelens, die bij het geheiligde woord „Moeder" in hen opwellen, zich tenslotte slechts kun nen bewegen om een smallen grafheu vel. Zij kunnen op dezen dag slechts bloemen brengen op een graf, en zijn dan nog gelukkig te prijzen, wanneer zij weten, hun kinderplicht te hebben vervuld. Hoevelen staan niet met tra nen van bitter berouw aan het graf van hun moeder en zouden willen smeeken om vergeving, die zij tijdens het leven van hun moeder verzuimd hebben te vragen. Als uw moeder nog leeft, vraag haar dan op dezen dag die vergeving, voordat ook gij misschien de wreede woorden moet uitspreken: „Te laat!" Er is zoo dikwijls vervreemding ge komen. Misschien wel juist omdat de moeder in haar groote liefde niet in staat was, haar kinderen tijdig een wensch te ontzeggen, niet beseffende, dat zij juist door deze toegeeflijkheid komen in een andere sfeer dan die van het ouderlijk huis, dat juist deze moe derliefde de verwijdering in de hand werkt Laten alle zoons en dochters op dezen dag beseffen, dat het hun plicht is, die vervreemding te niet te doen, de liefdevolle harmonie met de moeder weer te laten opbloeien, zooals ook in de natuur alles bloeit, groeit en gedijt! Een moeder vergeeft en vergeet im mers zoo graag en zoo snel. Geen ge voel vloeit voort uit een zoo heilige en altijd rijkelijk vloeiende bron als de moederliefde, die er slechts op wacht, «ich opnieuw over haar kind te mogen uitstorten. Hoe meer zij te vergeven heeft, hoe nader het kind haar aan het hart Bgt. En vooral de dochters, die zelf moeder zijn of kunnen wonden wat moeten zij niet smartelijk elke verwij dering en tweespalt met hun eigen moeder ondervinden en alles in het werk stellen om daaraan een einde te ma ken. Zij kunnen zich immers des te beter indenken, hoe bitter het voor een moeder is, wanneer de verhouding mei haar kinderen den terugweg zoo ge makkelijk mogelijk maken, vooral wanneer kleinkinderen de armpjes naar haar uitstrekken. Dr. R. v- d. Heyden. (Nadruk verboden). Geverfde muren. Dikwijls verlangen wij onze kamers een ander aanzien te geven. Ingrijpende verplaatsing der meubels is in menig geval dan niet mogelijk en een andere wijze van verlichting komt gewoonlijk neer op een slechte verlichting. Wan neer slechts de klein van de wanden veranderd wordt, is er reeds veel be reikt. Kan de buisvrouw dit echter zelf doen.? Zeer zeker, als zij tenminste ge noeg vrijen tijd heeft. Zij heeft er niets anders voor noodig dan een stevige trapleer, goede kasten en goede verf. Als men uit misplaatste zuinigheid een inferieure kwaliteit koopt, bereidt men zichzelf een teleurstelling. Waterverf geeft een veel mooier effect dan olieverf, dodh is niet zoo duurzaam en veel smettiger. Bovendien is elke olieverf afwaschbaar, terwijl de enkele soorten afwaschbare waterverf duurder zijn door het speciale procédé, waarmee zij zjjn bereid. Waterverf is echter in sommige gevallen het gemak kelijkst aan te brengen, rul. rechtstreeks op het reeds aanwezige behang. Dit is echter alleen mogelijk, wanneer het behang nog in goeden staat is. Wü zul len nu eohter het moeilijkere geval be schrijven, n.L dat er barsten en scheu ren in het behang zijn. Dan moet in de eerste plaats het behang verwijderd worden; daarna wordt elk gaatje en scheurtje stevig diohtgestopt met een papje van krijt en azijn. Het gave behang of de gave wand wordt nu afgestoft met - een zachten doek, die over een ragebol is gebonden. Vette plekken kan men reinigen met tetrachloorkoolstof, omdat de verf er anders niet goed op blijft zitten. Ver volgens wordt de geheele wandopper- vlakte door middel van een goedkoop e witkwast bestreken met een mengsel van 2 liter heet water, 1 pond stijfsel en 2 ons aluin in poedervorm. Hierdoor verkrijgt men een gladde oppervlakte, waarover men gemakkelijk kan verven. Wanneer men nooit eerder een ka mer geverfd heeft, is waterverf het ge makkelijkst om mee te beginnen, ter wijl ook vlekken van gemorste verf op vloeren en houtwerk met een natten doek gemakkelijk kunnen worden ver wijderd. Bij olieverf moeten zulke vlek ken dadelijk worden verwijderd met een doek met terpentijn. Men kan zichzelf veel werk besparen door den vloer en eventueel nog in de kamer staande meubels te bedekken met kranten. Men koopt een goede kwast, die geen streperig werk geeft. Voor waterverf gebruikt men platte kwasten met korte haren, voor olieverf ronde borstels met lange haren. De meeste blikken verf zijn voorzien van een gebruiksaanwij zing en van wenken voor 'het mengen van verschillende kleuren. Voor men den muur er aan waagt, beproeft men zoowel water- als olieverf op meermalen gevouwen fesanten. Als de krant er niet vlot overheen glijdt, is de verf te dik en moet zij resp. met water of met ter pentijn aangelengd worden. Het is al tijd beter, te dunne verf te gebruiken dan te dikke, ook al moet men dan mis schien twee- of driemaal verven. Als het er alleen om gaat, een wand op te fleuren, is één keer verven met dunne verf bovendien ruim voldoende. Boven dien heeft een dikke verflaag, die in een® aangebracht is, de neiging om af te bladderen. Men begint zoodanig, dat de trapleer steeds naar links verschoven wordt. Geheel bovenaan wordt aangevangen, waarna men zoover naar beneden door strijkt als men kan zonder zich te veel te vermoeien. Wanneer men zoo een Strook geverfd beeft, gaat men eerst naar beneden om dit gedeelte van den begint men pas bij de volgende strook, muur van onderen af te maken; daarna eveneens van boven af. Men verft voortdurend met lichte streken; van onder eindigt men bij olieverf met een opwaartsche, bij waterverf met een neerwaartsche streek. De kwast wordt altijd flink in de verf gedompeld en dan tegen den rand van het blik afge streken. Schaapsvellen, die men dikwijls ziet gebruiken als voetkleedjes voor bed den, moet men van tijd tot tijd gron dig uitspoelen in lauwwarm zeepwater en daarna goed naspoelen in helder lauw water. Het drogen kan bespoe digd worden door het vel, in een schoo- nen doek gerold, flink uit te drukken. Met een kam worden de haren daarna goed uitgekamd en het vel ziet er weer zacht en nieuw uit. Lakwerk (Japansche theebladen, kapdoozen, enz.) mogen nooit met heet water of zelfs met sodawater in aan raking komen. Met olie en zachte lap pen worden de vuile 'plekken opge wreven. Daarna kan men nog met een stukje zacht zeemleer het lakwerk van de overtollige olie ontdoen. Koper poetsen. Vele huisvrouwen klagen erover, dat citroenzuur met zout of wijnsteenzuur het koper prach tig schoonmaken, maar dat het niet lang schoon blijft. Dit is vermoedelijk een gevolg van het feit, dat dadelijk na het schoonmaken overgegaan wordt tot poetsen, zonder dat het koperwerk eerst gewasschen wordt. Juist omdat de reinigingsmiddelen op het metaal inwerken, moeten alle resten daarvan zorgvuldig verwijderd worden. Daarna wordt het koper ge droogd en gewreven met een doek met het voor het poetsen geschikte poets- goed. Een goed vlekkenwater. Dit kan men maken door in 3 L. kokend water 125 gram bleekpoeder (chloor) en eenig Glauberzout te roeren en de oplossing een nacht te laten staan. Men zeeft ver volgens de vloeistof door een doek en bewaart ze in geëtiketteerde flesschen. Dit is noodig om vergissingen te voor komen, die noodlottig kunnen worden. Bü het gebruik heeft men twee scha len noodig, in de eene giet men wat vlekkenwater en in de andere koud water met een beetje zoutzuur. De bevlekte plaats wordt eerst in het vlekkenwater gedompeld en licht uit gewrongen, waarna men grondig na spoelt in het water met zoutzuur. Men bedenke echter, dat gekleurde stoffen er door verschieten. Ketelsteen. Emaille ketels kunnen ontdaan worden van ketelsteen door er onverdunde keukenazijn in te ko ken, waarbij men echter voortdurend moet opletten, omdat de azijn spoedig verdampt. Roestvlekken. Hierop laat men citroenzuur inwerken, dat met heet water af gewasschen wordt. Het zuur tast op den duur het linoleum aan; daarom late men het er niet te lang op blijven, terwijl de daarop volgende reiniging alle resten ervan moet weg- nemen. Vervolgens wordt het linoleum op de gewone wijze gewreven. Wildlederen handschoenen blijven zacht als men ze in lauw water, waarin men een weinig olijfolie heeft gedaan, verscheidene malen uitspoelt. (Nadruk verboden). EEN MIDDEL TEGEN ROOS. Een goed midedl tegen hoofdschil- vers is, om de hoofdhuid gedurende eenigen tijd vóór het naar bed gaan met Fransche brandewijn in te wrij ven. Men neme daartoe een leeg fleschje met druppelaar, vuile dit met brandewijn en besprekele daarmede de hoofdhuid rijkelijk, waarna men met de vingertoppen de huid masseert. Rosemarijnspiritus kan er ook zeer goed voor gebruikt worden. Gummischoenen, ringen van 5n- maakflesschen en over het algemeen alle voorwerpen van caoutchouc, blij ven zacht en soepel, als zij na iedere reiniging met glycerine worden inge wreven. ROOM. Room wordt heel vroeg stijf, indien men er vóór het kloppen een weinig zout aan toevoegt. DE ENSEMBLES VERDWIJNEN. Het ensemble, zooals wij het tot nu toe kennen met zijn onverbiddelijke eischen wat betreft de overeenkomst in kleur en stof, is aan het verdwijnen. Nu zal de strengste modecriticus niets kunnen zeggen van een deux-pièces, waarover men een geheel afwijkende bolero draagt, vooral wanneer het ceintuur in de kleur van de bolero is. En een rok, een blouse en een man teltje van geheel verschillende kleu ren en stoffen vormen samen het aller nieuwste Parijsche mantelpak. Het komt er alleen op aan, dat de kleuren bij elkaar goed staan, iets wat veel meer smaak vereischt dan het bij el kaar zoeken van precies dezelfde kleu ren. Er worden nu ook veel afzonder lijke japonnen ontworpen, die bestemd zijn om zonder mantel gedragen te worden en waar men desgewenscht eiken mantel overheen zou kunnen dragen. Het voordeeligst zal dus een mantel van een neutrale kleur zijn, (Nadruk verboden). YERSEY. De modes tof van dl seizoen. Agent: Zeg eens, vriend, wie heeft je gezegd om deze lantaarnpaal aldus te beschilderen? De voorstadsmeneer: Nou, eigen lijk niemand, ziet-u. Maar het is zoo verschrikkelijk moeilijk voor me om uit de bus te kunnen zien waar ik precies moet uitstappen. Passing Show, Londen. De practische geest van de moderne vrouw heeft ook in de mode nieuwe schoonheidsidealen weten te vinden. De wollen stoffen zijn zoodoende steeds meer tot dagelijksche kleeding der vrouw gaan behooren. Yersey is voor manteltjes buitenge woon goed geschikt en leent zich ook voor mantelpakken. Deze stof is ge makkelijk te verwerken, een naaister, die haar vak goed verstaat, kan er aar dige effecten mee bereiken. Er zijn verschillende weefsels: de grove en de fijne. Het grove weefsel, dat veel overeenkomst vertoont met de sportieve heerenstoffen worden ge woonlijk voor de reis en voor sport ge bruikt. Het fijnere leent zich beter voor gekleede japonnen en mantelpak ken. Dok de garneeringen, zonder welke de nieuwe mode eenvoudig niet denk baar zou zijn en die de kleeding zoo'u echt vrouwelijk aanzien geven passen zich geheel bij de nieuwe stof aan. Kraagjes, leeren ceintuurs, leeren bloemen, plisée's en de bevallige breede revers. De costuums van yersey van dit voorjaar zijn meestal in donkere kleu ren gehouden, terwijl voor den zomer aan de lichtere tinten van zijden yersey de voorkeur gegeven wordt. (Nadruk verboden). HET NIEUWSTE VAN HET NIEUWSTE. Voor de vrouw van smaak. Handbeschilderde hoeden. Nieuw zij ij de handbeschilderde hoeden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 11