DE INNEMENDE LANDLOOPER S. A. UKHEWtSStl i Za. KONIJN's Vleeschwaren NIEUWSBLAD VOOR DEN KELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlanésch overzicht. Spaansche reisindrukken. BRAGOM" No. 6965 EERSTE BLAD DONDERDAG 21 MEI 1931. 59ste JAARGANG De behandeling van het Duitsch-Oostenrijksch tolver bondsplan in den Volkenbondsraad. Naar het Haag- sche hof om juridisch advies verwezen. - Henderson tot voorzitter van de ontwapeningsconferentie benoemd Een sterke actie voor de aansluiting van Oostenrijk bij Duitschland. - Wijzigingen in het Belgische kabi net. - Kabinetscrisis in Oostenrijk? FEUILLETON Zoo gemakkelijk te wasschen Zoo moeilijk te verslijten Kleur-, wasch- en zon-ecM SPOORSTRAAT 122 "„O!" URA Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Helderscha Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 1 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f 0.70, 11.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25,f1.25, f 1.35. Lossenos. 4 ct.; Ir.p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag, Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Ja. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. AD VERTENTIËN 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewtjsno. 4 ct. De behandeling van het Duitsch-Oos- tenrljksche tolverbondsplan in den Vol kenbondsraad heeft wel ontspanning ge bracht. Dat beteekent niet dat het vraag stuk opgelost is, doch op voorstel van Henderson, den Engelschen minister van buitenlandsche zaken, is het naar het Haagsche Hof verwezen om juridisch advies en met de aanneming van dit voor stel was de groote spanning meteen ge weken, blij dat men er mee was van deze penibele kwestie af te zijn. De beste thermometer voor de politieke temperatuur op dit bizondere punt, schrijft de ster-correspondent van de „Nw. Rott. Crt." te Genève aan zijn blad, vormen de stemmingen van Briand. Eenige dagen geleden, toen hij als voor zitter van de Europeesche commissie over dit onderwerp sprak, was hij te opgewon den om de formeele correctheid in het oog te houden. Dinsdagmorgen gaf hij voor het eerst weer, stralend van goed humeur, een uiteenzetting, die geen on wetende op het vermoeden zou hebben gebracht, dat hij zoo kort geleden nog deze kwestie als een groot gevaar voor den vrede van Europa had gekenschetst. Hij was van oordeel, dat de besprekingen- in den Raad het geval op een hooger peil hadden gebracht. Het was duidelijk, dat hij zeer tevreden was met den loop dien de zaken genomen hadden. Hoe krachtig de Duitschers en Oostenrijkers ook aan hun plan schenen vast te houden, toch waren twee dingen reeds duidelijk: ten eerste, dat de Duitschers hadden inge zien, dat zij terdege met de stemming in Europa moesten rekening houden, ook al zouden zij een gedeelte van het plan trachten uit te voeren; en ten tweede, dat er zeer zeker voor de anderen met de Oostenrijkers te praten zal vallen. In deze discussie nam Curtius aanvan kelijk een positie in, die te Genève moei lijk te verdedigen is. Zijn stelling kwam hierop neer, dat als het verbond niet ver boden kon worden, er ook verder in den Raad niet over zou mogen worden gere deneerd. Als dit juist was, zou een groot gedeelte van de redenen tot het bestaan van den Volkenbond wegvallen. Men komt toch vooral ook bijeen om allerlei kwesties uit den weg te ruimen, die door een juridische procedure niet kunnen worden beslecht. Marinkowitsj, de vertegenwoordiger van Zuid-Slavië in den Raad, weps er scherp en goed geformuleerd op, dat dit een standpunt was uit den tijd van vóór den oorlog, toen de macht der groote mogendheden zich in bijzondere opvattin gen van prestige kon uiten. Ofschoon Cur tius op zijn stuk bleef staan, gaf hij toch een nadere verklaring van het standpunt der Duitschers, die Briand aanleiding kon geven tot zijn optimistische beschouwin gen. Benesj was veel minder scherp dan men van hem verwacht had. Laat men de scherpe gedachtenwisseling tusschen Ma- rinkowitsje en Curtius buiten beschou wing, dan kan men zeggen, dat er een opgewekte en zelfs vroolijke atmosfeer heerschte. Dit was het einde van een discussie, die In zoo ernstige stemming begonnen was. Het voorzitterschap van de ontwape ningsconferentie was een vraagstuk dat nog steeds geen oplossing had ontvangen, doch dat in de zitting van den Volken bondsraad van Dinsdagavond tot klaar heid is gebracht, door een eenstemmig verzoek tot Henderson om het voorzitter schap te aanvaarden. Henderson heeft deze uitnoodiging in beginsel aanvaard, doch een bedenktijd van 12 uur verzocht om telefonisch met de Engelsche regee- ring hierover overleg te plegen. Naar men zegt, moet Henderson de voorwaarde hebben gesteld, dat de ont- wapeningsconferentie niet te Londen zal worden gehouden. In goed ingelichte kringen zegt men, dat indien Henderson |deze voorwaarde niet uit vrijen wil zelf gesteld zou hebben, de Franschen met een dergelijke voorwaarde zouden gekomen zijn, daar zij niet willen toestaan, dat de ontwapeningsconferentie een Engelsch- man tot voorzitter heeft en tevens in de Engelsche hoofdstad zou worden gehou den. De Volkenbondsraad heeft gisteren middag definitief besloten dat de ontwa peningsconferentie te Genève zal worden gehouden. De openingsdatum blijft, zoo- als in Januari j.1. bepaald, 2 Februari 1932. Voor de aansluiting van Oostenrijk bij Duitschland. Sinds de indiening van het plan voor het tolverbod is de actie voor de aansluiting te Weenen aanzienlijk toegenomen. Met name Schober, de vice- kanselier en minister van buitenlandsche zaken, die al van zijn studententijd af zeer nationalistisch was en daaraan ook uiting gaf, heeft zich aan het hoofd van ver schillende bewegingen in die richting ge steld, op welken weg dr. Renner, de ge wezen socialistische staatskanselier, thans voorzitter van den Nationalen Raad, hem volgt. In deze richting trekken Groot- Duitschers, sociaal-democraten en platte landers één lfjn; alleen de christen-socia listen betoonen een zekere terughouding. Er gaat geen dag voorbij, dat niet de een of andere minister, Kamerlid, vakvereeni- gingsman of een openbare of particuliere organisatie in het tolverbondsplan aanlei ding vindt tot een ondubbelzinnige uit lating ten bate van Oostenrijks aanslui ting bij Duitschland. Thans wordt ook de pers met indruk wekkende duidelijkheid voor de zaak ge spannen. In snelle opeenvolging hebben de bladen te Weenen en in de provincie betoogen in dien zin gehouden, welker opeenhooping, gevoegd bij de opvallende wijze van publicatie een geweldige be tooging voor de aansluiting beteekent. Intusschen moet men zich wel voor oogen stellen, dat hierbij, van enkele groepen en menschen afgezien, het natio nalistische gevoel pas in de tweede plaats komt en dat de erkenning van de onhoudbaarheid van den huidigen econo- mischen toestand voorop gaat, met de overtuiging dat de aanhechting met het Duitsche rijk op dit gebied een verbete ring teweeg zou brengen. Vauthier, de minister voor kunsten en wetenschap wordt door den liberalen af gevaardigde Petit Jean vervangen. Char les, secretaris-generaal van het ministerie van koloniën wordt hoofd van dit depar tement. Ook de minister van posterijen, Fort- homme, is afgetreden. In den kabinetsraad heeft minister president Jaspar Dinsdagavond medege deeld, dat Bovesse, afgevaardigde voor Namen, in de plaats van Forthomme mi nister van posterijen zou worden. Geruchten, dat ook minister Lippens het plan zou hebben ontslag te nemen, worden tegengesproken. Onder de links-liberalen in den Senaat bestaat ontevredenheid over de wijze, waarop Jaspar tot reorganisatie van zijn kabinet is overgegaan. Eenige ministers zouden in het geheel niet op de hoogte geweest zijn van de voor de deur staande wijziging. Men protesteerde in een vergadering tegen het vervangen van den minister van onderwijs, Vauthier, door Petit Jean op het oogenblik, dat de taairegeling in het parlement behandeld moet worden. Minis ter Lippens woonde deze vergadering van de links-liberalen bij. Kabinetscrisis in Oostenrijk? De binnenlandsche politieke toestand van Oostenrijk wordt door de Oostenrijksche bladen zeer pessimistisch beoordeeld. De linksche bladen voorspellen Dinsdag avond dat het kabinet gisteren zou af treden. Terwijl wij dit overzicht schrij ven is ons nog niets bekend, misschien dat men elders in dit blad reeds bizon- derheden daaromtrent vermeld vindt. Het kabinet zou vervangen worden door een minderheidskabinet, bestaande uit christelijk-socialen en landbond. Men acht het waarschijnlijk, dat de vroegere christ.-sociale minister van financiën, Kienböck, tot bondskanselier benoemd zal worden. De nieuwe regeering zou dan den natio nalen raad ontbinden. De verkiezingen zouden plaats hebben in October, gelijk met die voor den bondspresident. Tot zoo lang zou de regeering zonder parlement regeeren. trouwen van de arbeiders in de vroegere verklaringen van de regeering. President Hoover heeft in 1929 nog voor de organi satie van arbeiders verklaard, dat tijdens den duur van de huidige crisis de loonen niet verlaagd zullen worden. DE ONRUST IN BRITSCH-INDIË. Een Reuterbericht uit Simla meldt, dat bij een botsing tusschen dorpelingen en politie in het dorp Khuyauswar, district Ferozepore, in Punjab, 6 menschen ge dood en 15 gewond zijn. DE STAAT VAN BELEG TE MADRID OPGEHEVEN. De ministerraad heeft den staat van be leg over Madrid opgeheven. Besloten werd de medische faculteit van de universiteit te Valladolid tot October te sluiten, aangezien de studenten ge poogd hadden hun 'professoren te dwin gen hen zonder examen te absolveeren. Toen dit geweigerd werd sloten de stu denten hun docenten op. In de samenstelling van het Belgische kabinet zijn de volgende wijzigingen ge komen. Baels doet afstand van het mi nisterie van binnenlandsche zaken en volksgezondheid en behoudt het ministe rie van landbouw. Jaspar legt de porte feuille van koloniën neer en wordt minis ter van binnenlandsche zaken. TIIE DARK CHAPTER door E. J. RATII. 23 Eenigen tijd lang reed Rawlins kalm terug in de richting van Kilbourne Heights, maar toen er een zijweg kwam, sloeg hij dien in. Aanvankelijk begreep Hilda hem niet. Haar gedachten waren nog te veel bij wat er gebeurd was, maar toen het tot haar doordrong, dat Rawlins alleen maar tijd zoet bracht om haar gelegenheid te geven weer op haar verhaal te komen, glimlachte ze even en boog zich naar voren „Als je even stopt, kom ik voor zitten," zei ze. Toen dit gebeurd was en de auto weer hl beweging kwam, keek ze hem van ter zijde aan. Zijn gezicht verried niets van zijn gevoelens. „Was hij er erg aan toe?" vroeg ze. „Niet zoo heel erg, geloof ik." Ze zuchtte. „Maar ik wil wel weer teruggaan," zei hij snel. Hilda lachte, maar scheen zich plotse ling te schamen voor haar luchthartig heid. »Ik moet je bedanken, Rawlins." „Dat is niet noodig, juffrouw. Ik wou liever u bedanken." „Waarvoor?" vroeg ze verbaasd. „Voor de goede gelegenheid." „O! Dat had ik vergeten." Eenige minuten verliepen, waarin ze niets kon bedenken om te zeggen. Ze had door willen rijden; ze begreep, dat ze hem een uitleg schuldig was, maar het viel haar zwaar. Toch had ze het gevoel, alsof Rawlins haar begreep. „Ik heb me heel erg vergist," begon ze eindelijk. „Het was tenslotte niet zoo heel erg." „Jawel, Rawlins! Het was een groot geluk dat ik niet met mijn two-seater ge gaan ben en jou thuis gelaten heb, want dan hadden we geen ruzie gekregen. En als hij geen ruzie maakt, is hij heusch heel aardig. En „U zou toch niet met hem getrouwd zjjn," zei Rawlins, toen ze zweeg. „Denk je niet?" „Ik weet het zeker." „En waarom dan?" „De oogen zouden u opengegaan zijn." „Daar ben ik nog niet zoo zeker van." „Ik wel." Ze keek 'naar hem, wat hli voor haar vergemakkelijkte door zelf strak voor zich uit te kijken. Ze begreep zjjn kalmte niet. Als hij zich triomfantelijk betoond had, zou ze het gewoon gevonden hebben, maar hij scheen volkomen tevreden te zijn alleen met chauffeeren. Ze wilde hem vragen, waarom hij zoo zeker was, maar een zekere verlegenheid belette het haar. „In ieder geval," zei ze, „sta ik diep bij je in de schuld. Probeer het niet te ont kennen, want het is een feit." Hij boog even. Haar blik dwaalde af naar zijn handen, die los rustten op het DE TEWATERLATING VAN DEN PANTSERKRUISER DEUTSCHLAND. Dinsdagmorgen is rijkspresident Hin denburg met den gewonen trein uit Ham burg te Kiel aangekomen. Op het station werd hij ontvangen door vice-admiraal Hansen, chef van het marine-station van de Oostzee. Bij aankomst van den trein werd op den kruiser Königsberg, waarop Hindenburg tijdens zijn verblijf te Kiel zal vertoeven de standaard van den pre sident geheschen. Per auto begaf men zich naar het terrein van de Deutsche Werke, waar de plechtigheid zal geschie den. Door het centraal-station en in de stra ten waardoor de auto's reden werd Hin denburg met gejuich begroet. Om 11 u. 40 kwam hij op het terrein aan. Boven de duizenden toeschouwers kruisten vliegtuigen. Nóg voordat dr. Brüning de dooprede had uitgesproken zette het schip zich in beweging. Hindenburg verrichtte de doopplechtigheid. Het schip gleed rustig in zijn element. De plechtigheid, welke door ongeveer 60.000 menschen was bezocht is door alle Duitsche en Oostenrijksche zenders uit gezonden. VERZET TEGEN LOONSVERLAGING IN DE V. ST. Enkele leden der regeering zijn gekant tegen de door het kabinet voorge stelde loonsverlaging, daar dit als een zware slag wordt beschouwd voor het ver VI. Barcelona, 26 April 193L Er was in de laatste dagen in Sevilla eenige opwinding, maar aan de uithoe ken der stad, en de rustige toerist be merkt er weinig of niets van. Ai even min als in Granada, waar wij, na een niet vermoeiende, doch ook niet buiten gemeen interessante spoorreis van een halven dag zijn aangekomen. Voor degenen, die geschiedenis waardeeren, wordt het laatste stuk van den weg wat interessanter, want het leidt langs tal van van plaatsen, die met het fameuse ko ningspaar Ferdinand en Isabella, en niet met hen alleen, doch ook met den grooten Columbus, verband houden. Immers, nog maar zeer korten tijd is men van Gra nada verwijderd of men ziet Santa Fe, het plaatsje, waar het koningspaar ge durende het beleg zijn hoofdkwartier had. Tevoren is men reeds Pinos Puente gepasseerd, waar de herberg gestaan moet hebben, bij welke Isabella's koerier den vertoornden Columbus inhaalde en er toe bracht terug te keeren, omdat de koningin bereid was zijne inderdaad exorbitante eischen in te willigen. En weer verder terug is Pena, en hier is de Rots van de Minnenden, een Spaansch ridder en een Moorsch meisje, die zich aan elkander verbonden en vervolgd, omdat zij daarvoor strafbaar waren, zich van den top van de rots wierpen. De aankomst in Granada is imposant, wan neer de Siërra Navada zoo vriendelijk is zich op den achtergrond te toonen, wat deze bergketen, waarheen een prachtige excursie voert, echter geenszins zoo vriendelijk is om altijd te doen. Voor het overige een station, gelijk men er door de geheele wereld aantreft, een stations straat, van belang ontbloot gelijk met alle deze straten het geval schijnt te moeten zijn. Maar dan komt men in Granada zelf, welke stad wel eens veronachtzaamd wordt, omdat daarboven op de heuvelen het beroemde Alhambra is gelegen. En een stad, die het toch zoo in alle opzich ten waard is gezien te worden. Niet min- vindi je ïoverd reven. stuurwiel en daarna haalde ze haar zak doek te voorschijn. „Je knokkels bloeden," zei ze. Hij keek er verwonderd naar. „Stop even, Rawlins!" Hij stopte, maar maakte een afwerend gebaar, toen ze een verband begon te maken van haar zakdoek. Daarna liet hij haar maar begaan, omdat het haar blijk baar plezier deed. „Wil je soms liver, dat ik rijd?" vroeg ze. „Ik heb er niets geen last van, juf frouw. Ik had het niet eens gemerkt." Plotseling begon ze te lachen. „Stel je voor, dat het je neus geweest was, R-awlins Hij lachte bij de gedachte aan die mo gelijkheid. „Dan zouden we er nog last mee gekre gen hebben," zei ze. „Neuzen zijn niet zoo gemakkelijk te verklaren. En Plotse ling werd ze ernstig. ,.Tk zou graag willen weten, wat je over het heele geval denkt, Rawlins." Hij schudde het hoofd. „Heusch, Rawlins, ik meen het." „Hij heeft flink gevochten." „Dat bedoel ik niet." „Als hij minder boos was geweest, had hij er veel meer van terecht gebracht. Hij wou te veel te gelijk doen." „Je begrijpt me verkeerd." „Hfl was in goede conditie en heeft moed genoeg. Maar „Rawlins!" Hij wendde zich om en keek haar aan. „Je weet, dat ik het zoo niet meen. Ik bedoel mezelf. Ik ik zou wel eens willen wieten, wat men in zulk een geval van iemand denkt." „Waarom?" vroeg hij. Maar zonder mn pypje „DRAGON:5hag, zou ih niet hunnen leven. VIDG1NIA SHAG 5 CTS.PtR fa ONS Rhdbowh vah nitua Pittig en Qeuoto voor pijp en cigaref der dan in Sevilla treft hier het gemeng de Moorsch-Spaansche karakter; niet minder ook treft de reusachtige Kathe draal, waaraan een afzdhderlijk verbon den koninklijke kapel de praalgraven van Ferdinand en Isabella en van andere Spaansche koningen bevat. Prachtig ook zijn de uitzichten, die men aan alle kan ten in Granada heeft; pracfitig zijn de gevels, die men er kan bewonderen, en eerbiedwaardig aanouderdom is de Universiteit, zoowat midden in de stad gelegen. Buiten Granada verheffen zich de kwartieren der zigeuners, die hier zijn gebleven, ondanks dat het strenge edict van Philips II alles wat Moorsch en uit- heemsch was, trachtte te verbannen. Een bezoek aan de Gitanen staat op het pro gramma van eiken toerist,, maar levert te leurstelling op. Want het is een tevoren klaargemaakt schouwspel gelijk de vreemdelingen bij ons in Marken aan treffen, en kleur en heerlijkheid ontbre ken er overdag aan. Wil men gaan, men ga dan des avonds, maar onder goed ge leide, want al is de veiligheid in Spanje in den loop der laatste jaren wat ver beterd het is te hopen, dat het zoo blij ven zal, op deze uithoeken van de stad met donkere schuilplaatsen is het waken wel uiterst moeilijk. Men make echter overdag den tocht in elk geval, want men gaat hier over de heuvelen, die Granada omringen, men ziet niet alleen de stad, maar ook het Alhambra van verschillen de kanten. Het eene gezicht is al mooier dan het andere, en steeds weer treft de schilderachtige omgeving, maar ook het typisch Moorsch karakter, dat haar be- invloedt. En dan gaan wij naar het lang verwach te en lang gezochte, naar het Alhambra. Wij gaan erheen door het schitterend mooie Albambrapark, en wij krijgen eerst het door Karei V opgetrokken mo derne paleis te zien, dat echter niet veel meer heeft dan een voorgevel, omdat het geld ontbrak het verder af te bouwen. Wij staan dan tegenover het Alhambra, paleis der paleizen, maar o wat is de te leurstelling voor bijkans een ieder grootl Want het is het eigenaardige van een Moorsch paleis, dat het uiterlijk wéinig aantrekkelijk is en zeker niet in overeen stemming met het innerlijk. Hier in elk geval niets van de Oosterscbe pracht, die men van de platen kent. Maar dan komt men binnen, en al dadelijk is de z.g.n. Mijrtenhof voldoende om de aantrek kingskracht van het Alhambra aan een ieder te brengen. De vertrekken, de hoven volgen elkander op; men be speurt dat men is niet in een enkel paleis, maar in een reeks van paleizen. Wat treft is zoowel in de Sala de la Barca als in die der Gezanten, de wandschildering, die een verbazend weefsel vormt van guir landes en rozetten, takken en bladeren, die naar alle richtingen uitgaan. Het is deze wandversiering, die aan het geheel dat tooverachtig mooie geeft. Daartegen over valt de Leeuwenhof, aldus genoemd naar de twaalf leeuwen, die het groote I waterbekken in het midden dragen, op door zijn prachtig symmetrische afmetin- j gen en z;jn witte pilaren. En elke zaal, die wij daarna betreden, heeft weer een eigen karakteristiek, haar eigen versie- „Maar als ik er om vraag." „Zijn bloedroode hoofdstuk," verbeterde „O, als u er om vraagt dan maar ze h_em. ik denk niets slechts over u. U zult teleur gesteld zjjn, „Bloedrood dan." Nog scheen ze te aarzelen en dit keer „En toch wil ik het weten',' zeide ze trachtte hii niet haar gedachten te door lachend. gronden. Hij werd ernstig en rimpels verschenen 1 „Ik heb aangeboden je te betalen," zei op zijn voorhoofd. Daarna schudde hij het ze langzaam, „maar ik denk, dat je er hoofd. niet op gesteld bent. Heb ik gelijk?" „Met uw permissie, juffrouw, maar ik „Ja, u hebt gelijk." vind eigenlijk, dat we er heelemaal niet „Dan wel bedankt!" over moesten spreken. We moeten trach-Ze stak hem haar hand toe, die hij ten het te vergeten. U bent nu zenuw- j vluchtig drukte. achtig. U weet het zelf misschien niet, J „Je behoeft die tasschen niet meteen maar toch is het zoo. U zit er verlegen j thuis te brengen, Rawlins. Ik heb er nu mee. Het allerbeste zou zijn, als u naar degeen haast mee. Als je ze zoo lang hier, club ging om een ronde te golfen. Ik zal of misschien boven, bewaart, zal ik je -wel u er heen rijden?" eens zeggen, wanneer ik ze noodig heb." Het was de langste rede, die hij ooit tegen „Uitstekend, juffrouw." haar had gehouden ,maar ze was er niets Ze knikte en liet hem achter, tevreden over. Toch begreep ze, dat ver- j In diep gepeins verzonken liep Hilda der aandringen overbodig zou zijn. j naar huis, maar haar gedachten waren „Neen, ik speel vandaag niet, Rawlins. geenszins bij Herbert Wheeler, noch bij Rijd nu maar naar huis. De volgende weg haarzelf, noch bii het ongelukkig avon- rechts brengt ons weer naar den weg- J tuur. Ze peinsde over den raadselachtigen wijzer." Wade Rawlins, die hoe langer hoe raad- Hij knikte en sloeg den volgenden weg selachtiger werd. rechts in. Hilda had het land, maar kon Ze trachtte zich iemand anders voor te zich niet beklagen. Ze zwegen verder, tot- stellen, die opgetreden zou zijn als Raw- dat ze Kilbourne Heights weer bereikt lins, maar ze kon niemand beaenken. De hadden en de auto op haar plaats stond vechtpartij op den weg was niet eens de in de garage. hoofdzaak. Van veel meer belang was zijn Ze scheen ergens over te aarzelen, toen houding gedurende de periode, die daar- ze uitstapte, maar Rawlins begreep haar. op volgde. Groote sorteering, in effen en gewerkt, 75 cent per el. Verkrijgbaar bij: Letop naam op don zelfkant Vraagt onze stalen -collectie ring. Men wandelt ze door, en gevoelt reeds dadelijk, dat men iets meer tijd noodig heeft om aan de pracht van de om geving te wennen; men komt tenslotte in de kleinere vertrekken, die gediend heb ben voor de uitverkoren vrouwen van de heerschers, en men vindt alles gerestau reerd met een smaak, die inderdaad be wondering afdwingt. Telkenmale treft men bij voorkeur dames aan, onder wie de Engelsche en Amerikaansche het hoofdbestanddeel vormen, die in Wash ington Irvings Alhambra-vertellingen zitten te lezen. En ja, men moet het er kennen, om het Alhambra te genieten, moet men in de sfeer zich inleven, en er enkele dagen ronddwalen om met de ver schillende zalen en vertrekken vertrouwd te geraken. Want het Alhambra is een ge heel bijzonder paleis, dat de mooiste kunst schenkt naast het heerlijkst natuur genot in de cypressenhoven, in de nmooi ste uitzichten over Granada en geheel de omgeving, wanneer men zijn blik laat gaan uit de boogvormige vensters. Wat deze paleizen eens geweest zijn, hoe Fer dinand en Isabella ze hebben gezien toen zij den laatsten tijd Moorschen heerscher hieruit verdwenen, valt niet meer na te gaan. Een reusachtig complex moet het geweest zijn, innerlijk al even kostbaar als uiterlijk omvangxijk. Men zou het be woond willen zien, en wanneer men zich in een stil hoekje heeft teruggetrokken, is gemakkelijk de verbeelding in het leven te roepen, die elk oogenblik Moorscbe dienaren of dienaressen ziet binnen komen. (Wordt vervolgd). steeds versch TELEFOON 339 „We zullen er natuurlijk over zwijgen, zei hij. Ze keek hem dankbaar aan. „Jou vertrouw ik onvoorwaardelijk, Rawlins, maar Wheeler Bij de voordeur ontmoette ze Marian en haar moeder en dadelijk zag ze, dat er iets niet in den haak was; de angst, die haar een oogenblik bekroop, verdween onmid dellijk weer, „Geen enkele man spreekt over zijn j „Goddank, dat je daar bent!" riep me- eigen duistere hoofdstuk, juffrouw." i vrouw Kilbourne uit. We hebben je overal Hilda glimlachte peinzend. gezocht." „Mankeert er iets aan, moeder?" „Dat zou ik meenen. René Fisher heeft van uit de stad opgebeld, om te zeggen, dat hij niet kon komen. Zaken of zoo iets." Ieder ander oogenblik zou deze ramp in druk gemaakt hebben op Hilda. Het feit, dat ze een heer te kort zouden komen aan tafel liet haar nu vrijwel koud. „Hij had moeten begrijpen, dat we hier niet een, twee, drie menschen kunnen krij gen," kermde mevrouw Kilbourne. „Daar heeft hij natuurlijk geen oogen blik aan gedacht," zei zij en liet zich in een stoel neervallen. „Maar wat moeten we beginnen?" Hilda zuchtte. Waarom moest zij altijd alles in orde brengen? XV. Het was maar een huiselijk dinertje, maar toch hield mevrouw Kilbourne er van, alles in de puntjes te hebben. Boven dien had ze ophef gemaakt van den sr*st uit de stad, zooals gastvrouwen dat bobb doen. Ze had bekend gemaakt, zonder in details te treden, dat hü iets bttaondrre was en het was een groote teleuritaelling, dat ze nu nooit de proef op de eora aou kunnen leveren. „Het zou me niet zooveel kunnen sche len, als het een groot diner was," zei ze; „maar ais er maar een paar gasten bomen, en er een meisje te veel is Marian maakte een diep-tragtaeh ge baar. „Hii was bestemd voor Minnie Hartan." zei mevrouw Kilbourne neerslaohtig. „Nu is er niemand voor haar, tenzij ja, ten zij (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 1