DE INNEMENDE LANDLOOPER
S. A. UKHEWtSStl i Za.
KONIJN's Vleeschwaren
NIEUWSBLAD VOOR DEN KELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlanésch overzicht.
Spaansche reisindrukken.
BRAGOM"
No. 6965
EERSTE BLAD
DONDERDAG 21 MEI 1931.
59ste JAARGANG
De behandeling van het Duitsch-Oostenrijksch tolver
bondsplan in den Volkenbondsraad. Naar het Haag-
sche hof om juridisch advies verwezen. - Henderson
tot voorzitter van de ontwapeningsconferentie benoemd
Een sterke actie voor de aansluiting van Oostenrijk
bij Duitschland. - Wijzigingen in het Belgische kabi
net. - Kabinetscrisis in Oostenrijk?
FEUILLETON
Zoo gemakkelijk te wasschen
Zoo moeilijk te verslijten
Kleur-, wasch- en zon-ecM
SPOORSTRAAT 122
"„O!"
URA
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Helderscha Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 1 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f 0.70,
11.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25,f1.25, f 1.35. Lossenos. 4 ct.; Ir.p.p.6ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag,
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Ja.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
AD VERTENTIËN
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewtjsno. 4 ct.
De behandeling van het Duitsch-Oos-
tenrljksche tolverbondsplan in den Vol
kenbondsraad heeft wel ontspanning ge
bracht. Dat beteekent niet dat het vraag
stuk opgelost is, doch op voorstel van
Henderson, den Engelschen minister van
buitenlandsche zaken, is het naar het
Haagsche Hof verwezen om juridisch
advies en met de aanneming van dit voor
stel was de groote spanning meteen ge
weken, blij dat men er mee was van deze
penibele kwestie af te zijn.
De beste thermometer voor de politieke
temperatuur op dit bizondere punt,
schrijft de ster-correspondent van de
„Nw. Rott. Crt." te Genève aan zijn blad,
vormen de stemmingen van Briand.
Eenige dagen geleden, toen hij als voor
zitter van de Europeesche commissie over
dit onderwerp sprak, was hij te opgewon
den om de formeele correctheid in het
oog te houden. Dinsdagmorgen gaf hij
voor het eerst weer, stralend van goed
humeur, een uiteenzetting, die geen on
wetende op het vermoeden zou hebben
gebracht, dat hij zoo kort geleden nog
deze kwestie als een groot gevaar voor
den vrede van Europa had gekenschetst.
Hij was van oordeel, dat de besprekingen-
in den Raad het geval op een hooger peil
hadden gebracht. Het was duidelijk, dat
hij zeer tevreden was met den loop dien
de zaken genomen hadden. Hoe krachtig
de Duitschers en Oostenrijkers ook aan
hun plan schenen vast te houden, toch
waren twee dingen reeds duidelijk: ten
eerste, dat de Duitschers hadden inge
zien, dat zij terdege met de stemming in
Europa moesten rekening houden, ook al
zouden zij een gedeelte van het plan
trachten uit te voeren; en ten tweede, dat
er zeer zeker voor de anderen met de
Oostenrijkers te praten zal vallen.
In deze discussie nam Curtius aanvan
kelijk een positie in, die te Genève moei
lijk te verdedigen is. Zijn stelling kwam
hierop neer, dat als het verbond niet ver
boden kon worden, er ook verder in den
Raad niet over zou mogen worden gere
deneerd. Als dit juist was, zou een groot
gedeelte van de redenen tot het bestaan
van den Volkenbond wegvallen. Men
komt toch vooral ook bijeen om allerlei
kwesties uit den weg te ruimen, die door
een juridische procedure niet kunnen
worden beslecht.
Marinkowitsj, de vertegenwoordiger
van Zuid-Slavië in den Raad, weps er
scherp en goed geformuleerd op, dat dit
een standpunt was uit den tijd van vóór
den oorlog, toen de macht der groote
mogendheden zich in bijzondere opvattin
gen van prestige kon uiten. Ofschoon Cur
tius op zijn stuk bleef staan, gaf hij toch
een nadere verklaring van het standpunt
der Duitschers, die Briand aanleiding kon
geven tot zijn optimistische beschouwin
gen.
Benesj was veel minder scherp dan men
van hem verwacht had. Laat men de
scherpe gedachtenwisseling tusschen Ma-
rinkowitsje en Curtius buiten beschou
wing, dan kan men zeggen, dat er een
opgewekte en zelfs vroolijke atmosfeer
heerschte.
Dit was het einde van een discussie, die
In zoo ernstige stemming begonnen was.
Het voorzitterschap van de ontwape
ningsconferentie was een vraagstuk dat
nog steeds geen oplossing had ontvangen,
doch dat in de zitting van den Volken
bondsraad van Dinsdagavond tot klaar
heid is gebracht, door een eenstemmig
verzoek tot Henderson om het voorzitter
schap te aanvaarden. Henderson heeft
deze uitnoodiging in beginsel aanvaard,
doch een bedenktijd van 12 uur verzocht
om telefonisch met de Engelsche regee-
ring hierover overleg te plegen.
Naar men zegt, moet Henderson de
voorwaarde hebben gesteld, dat de ont-
wapeningsconferentie niet te Londen zal
worden gehouden. In goed ingelichte
kringen zegt men, dat indien Henderson
|deze voorwaarde niet uit vrijen wil zelf
gesteld zou hebben, de Franschen met een
dergelijke voorwaarde zouden gekomen
zijn, daar zij niet willen toestaan, dat de
ontwapeningsconferentie een Engelsch-
man tot voorzitter heeft en tevens in de
Engelsche hoofdstad zou worden gehou
den.
De Volkenbondsraad heeft gisteren
middag definitief besloten dat de ontwa
peningsconferentie te Genève zal worden
gehouden. De openingsdatum blijft, zoo-
als in Januari j.1. bepaald, 2 Februari 1932.
Voor de aansluiting van Oostenrijk bij
Duitschland. Sinds de indiening van
het plan voor het tolverbod is de actie
voor de aansluiting te Weenen aanzienlijk
toegenomen. Met name Schober, de vice-
kanselier en minister van buitenlandsche
zaken, die al van zijn studententijd af zeer
nationalistisch was en daaraan ook uiting
gaf, heeft zich aan het hoofd van ver
schillende bewegingen in die richting ge
steld, op welken weg dr. Renner, de ge
wezen socialistische staatskanselier, thans
voorzitter van den Nationalen Raad, hem
volgt. In deze richting trekken Groot-
Duitschers, sociaal-democraten en platte
landers één lfjn; alleen de christen-socia
listen betoonen een zekere terughouding.
Er gaat geen dag voorbij, dat niet de een
of andere minister, Kamerlid, vakvereeni-
gingsman of een openbare of particuliere
organisatie in het tolverbondsplan aanlei
ding vindt tot een ondubbelzinnige uit
lating ten bate van Oostenrijks aanslui
ting bij Duitschland.
Thans wordt ook de pers met indruk
wekkende duidelijkheid voor de zaak ge
spannen. In snelle opeenvolging hebben
de bladen te Weenen en in de provincie
betoogen in dien zin gehouden, welker
opeenhooping, gevoegd bij de opvallende
wijze van publicatie een geweldige be
tooging voor de aansluiting beteekent.
Intusschen moet men zich wel voor
oogen stellen, dat hierbij, van enkele
groepen en menschen afgezien, het natio
nalistische gevoel pas in de tweede
plaats komt en dat de erkenning van de
onhoudbaarheid van den huidigen econo-
mischen toestand voorop gaat, met de
overtuiging dat de aanhechting met het
Duitsche rijk op dit gebied een verbete
ring teweeg zou brengen.
Vauthier, de minister voor kunsten en
wetenschap wordt door den liberalen af
gevaardigde Petit Jean vervangen. Char
les, secretaris-generaal van het ministerie
van koloniën wordt hoofd van dit depar
tement.
Ook de minister van posterijen, Fort-
homme, is afgetreden.
In den kabinetsraad heeft minister
president Jaspar Dinsdagavond medege
deeld, dat Bovesse, afgevaardigde voor
Namen, in de plaats van Forthomme mi
nister van posterijen zou worden.
Geruchten, dat ook minister Lippens
het plan zou hebben ontslag te nemen,
worden tegengesproken.
Onder de links-liberalen in den Senaat
bestaat ontevredenheid over de wijze,
waarop Jaspar tot reorganisatie van zijn
kabinet is overgegaan. Eenige ministers
zouden in het geheel niet op de hoogte
geweest zijn van de voor de deur staande
wijziging.
Men protesteerde in een vergadering
tegen het vervangen van den minister van
onderwijs, Vauthier, door Petit Jean op
het oogenblik, dat de taairegeling in het
parlement behandeld moet worden. Minis
ter Lippens woonde deze vergadering van
de links-liberalen bij.
Kabinetscrisis in Oostenrijk? De
binnenlandsche politieke toestand van
Oostenrijk wordt door de Oostenrijksche
bladen zeer pessimistisch beoordeeld. De
linksche bladen voorspellen Dinsdag
avond dat het kabinet gisteren zou af
treden. Terwijl wij dit overzicht schrij
ven is ons nog niets bekend, misschien
dat men elders in dit blad reeds bizon-
derheden daaromtrent vermeld vindt.
Het kabinet zou vervangen worden
door een minderheidskabinet, bestaande
uit christelijk-socialen en landbond. Men
acht het waarschijnlijk, dat de vroegere
christ.-sociale minister van financiën,
Kienböck, tot bondskanselier benoemd
zal worden.
De nieuwe regeering zou dan den natio
nalen raad ontbinden. De verkiezingen
zouden plaats hebben in October, gelijk
met die voor den bondspresident. Tot zoo
lang zou de regeering zonder parlement
regeeren.
trouwen van de arbeiders in de vroegere
verklaringen van de regeering. President
Hoover heeft in 1929 nog voor de organi
satie van arbeiders verklaard, dat tijdens
den duur van de huidige crisis de loonen
niet verlaagd zullen worden.
DE ONRUST IN BRITSCH-INDIË.
Een Reuterbericht uit Simla meldt, dat
bij een botsing tusschen dorpelingen en
politie in het dorp Khuyauswar, district
Ferozepore, in Punjab, 6 menschen ge
dood en 15 gewond zijn.
DE STAAT VAN BELEG TE MADRID
OPGEHEVEN.
De ministerraad heeft den staat van be
leg over Madrid opgeheven.
Besloten werd de medische faculteit van
de universiteit te Valladolid tot October
te sluiten, aangezien de studenten ge
poogd hadden hun 'professoren te dwin
gen hen zonder examen te absolveeren.
Toen dit geweigerd werd sloten de stu
denten hun docenten op.
In de samenstelling van het Belgische
kabinet zijn de volgende wijzigingen ge
komen. Baels doet afstand van het mi
nisterie van binnenlandsche zaken en
volksgezondheid en behoudt het ministe
rie van landbouw. Jaspar legt de porte
feuille van koloniën neer en wordt minis
ter van binnenlandsche zaken.
TIIE DARK CHAPTER
door
E. J. RATII.
23
Eenigen tijd lang reed Rawlins kalm
terug in de richting van Kilbourne
Heights, maar toen er een zijweg kwam,
sloeg hij dien in.
Aanvankelijk begreep Hilda hem niet.
Haar gedachten waren nog te veel bij
wat er gebeurd was, maar toen het tot
haar doordrong, dat Rawlins alleen maar
tijd zoet bracht om haar gelegenheid te
geven weer op haar verhaal te komen,
glimlachte ze even en boog zich naar voren
„Als je even stopt, kom ik voor zitten,"
zei ze.
Toen dit gebeurd was en de auto weer
hl beweging kwam, keek ze hem van ter
zijde aan. Zijn gezicht verried niets van
zijn gevoelens.
„Was hij er erg aan toe?" vroeg ze.
„Niet zoo heel erg, geloof ik."
Ze zuchtte.
„Maar ik wil wel weer teruggaan," zei
hij snel.
Hilda lachte, maar scheen zich plotse
ling te schamen voor haar luchthartig
heid.
»Ik moet je bedanken, Rawlins."
„Dat is niet noodig, juffrouw. Ik wou
liever u bedanken."
„Waarvoor?" vroeg ze verbaasd.
„Voor de goede gelegenheid."
„O! Dat had ik vergeten."
Eenige minuten verliepen, waarin ze
niets kon bedenken om te zeggen. Ze
had door willen rijden; ze begreep, dat
ze hem een uitleg schuldig was, maar het
viel haar zwaar. Toch had ze het gevoel,
alsof Rawlins haar begreep.
„Ik heb me heel erg vergist," begon ze
eindelijk.
„Het was tenslotte niet zoo heel erg."
„Jawel, Rawlins! Het was een groot
geluk dat ik niet met mijn two-seater ge
gaan ben en jou thuis gelaten heb, want
dan hadden we geen ruzie gekregen. En
als hij geen ruzie maakt, is hij heusch
heel aardig. En
„U zou toch niet met hem getrouwd
zjjn," zei Rawlins, toen ze zweeg.
„Denk je niet?"
„Ik weet het zeker."
„En waarom dan?"
„De oogen zouden u opengegaan zijn."
„Daar ben ik nog niet zoo zeker van."
„Ik wel."
Ze keek 'naar hem, wat hli voor haar
vergemakkelijkte door zelf strak voor
zich uit te kijken. Ze begreep zjjn kalmte
niet. Als hij zich triomfantelijk betoond
had, zou ze het gewoon gevonden hebben,
maar hij scheen volkomen tevreden te
zijn alleen met chauffeeren. Ze wilde hem
vragen, waarom hij zoo zeker was, maar
een zekere verlegenheid belette het haar.
„In ieder geval," zei ze, „sta ik diep bij
je in de schuld. Probeer het niet te ont
kennen, want het is een feit."
Hij boog even. Haar blik dwaalde af
naar zijn handen, die los rustten op het
DE TEWATERLATING VAN DEN
PANTSERKRUISER DEUTSCHLAND.
Dinsdagmorgen is rijkspresident Hin
denburg met den gewonen trein uit Ham
burg te Kiel aangekomen. Op het station
werd hij ontvangen door vice-admiraal
Hansen, chef van het marine-station van
de Oostzee. Bij aankomst van den trein
werd op den kruiser Königsberg, waarop
Hindenburg tijdens zijn verblijf te Kiel
zal vertoeven de standaard van den pre
sident geheschen. Per auto begaf men
zich naar het terrein van de Deutsche
Werke, waar de plechtigheid zal geschie
den.
Door het centraal-station en in de stra
ten waardoor de auto's reden werd Hin
denburg met gejuich begroet.
Om 11 u. 40 kwam hij op het terrein
aan. Boven de duizenden toeschouwers
kruisten vliegtuigen.
Nóg voordat dr. Brüning de dooprede
had uitgesproken zette het schip zich in
beweging. Hindenburg verrichtte de
doopplechtigheid. Het schip gleed rustig
in zijn element.
De plechtigheid, welke door ongeveer
60.000 menschen was bezocht is door alle
Duitsche en Oostenrijksche zenders uit
gezonden.
VERZET TEGEN LOONSVERLAGING
IN DE V. ST.
Enkele leden der regeering zijn
gekant tegen de door het kabinet voorge
stelde loonsverlaging, daar dit als een
zware slag wordt beschouwd voor het ver
VI.
Barcelona, 26 April 193L
Er was in de laatste dagen in Sevilla
eenige opwinding, maar aan de uithoe
ken der stad, en de rustige toerist be
merkt er weinig of niets van. Ai even
min als in Granada, waar wij, na een
niet vermoeiende, doch ook niet buiten
gemeen interessante spoorreis van een
halven dag zijn aangekomen. Voor
degenen, die geschiedenis waardeeren,
wordt het laatste stuk van den weg wat
interessanter, want het leidt langs tal van
van plaatsen, die met het fameuse ko
ningspaar Ferdinand en Isabella, en niet
met hen alleen, doch ook met den grooten
Columbus, verband houden. Immers, nog
maar zeer korten tijd is men van Gra
nada verwijderd of men ziet Santa Fe,
het plaatsje, waar het koningspaar ge
durende het beleg zijn hoofdkwartier
had. Tevoren is men reeds Pinos Puente
gepasseerd, waar de herberg gestaan
moet hebben, bij welke Isabella's koerier
den vertoornden Columbus inhaalde en
er toe bracht terug te keeren, omdat de
koningin bereid was zijne inderdaad
exorbitante eischen in te willigen. En
weer verder terug is Pena, en hier is de
Rots van de Minnenden, een Spaansch
ridder en een Moorsch meisje, die zich
aan elkander verbonden en vervolgd,
omdat zij daarvoor strafbaar waren, zich
van den top van de rots wierpen. De
aankomst in Granada is imposant, wan
neer de Siërra Navada zoo vriendelijk is
zich op den achtergrond te toonen, wat
deze bergketen, waarheen een prachtige
excursie voert, echter geenszins zoo
vriendelijk is om altijd te doen. Voor het
overige een station, gelijk men er door
de geheele wereld aantreft, een stations
straat, van belang ontbloot gelijk met alle
deze straten het geval schijnt te moeten
zijn. Maar dan komt men in Granada
zelf, welke stad wel eens veronachtzaamd
wordt, omdat daarboven op de heuvelen
het beroemde Alhambra is gelegen. En
een stad, die het toch zoo in alle opzich
ten waard is gezien te worden. Niet min-
vindi je ïoverd reven.
stuurwiel en daarna haalde ze haar zak
doek te voorschijn.
„Je knokkels bloeden," zei ze.
Hij keek er verwonderd naar.
„Stop even, Rawlins!"
Hij stopte, maar maakte een afwerend
gebaar, toen ze een verband begon te
maken van haar zakdoek. Daarna liet hij
haar maar begaan, omdat het haar blijk
baar plezier deed.
„Wil je soms liver, dat ik rijd?"
vroeg ze.
„Ik heb er niets geen last van, juf
frouw. Ik had het niet eens gemerkt."
Plotseling begon ze te lachen.
„Stel je voor, dat het je neus geweest
was, R-awlins
Hij lachte bij de gedachte aan die mo
gelijkheid.
„Dan zouden we er nog last mee gekre
gen hebben," zei ze. „Neuzen zijn niet zoo
gemakkelijk te verklaren. En Plotse
ling werd ze ernstig. ,.Tk zou graag willen
weten, wat je over het heele geval denkt,
Rawlins."
Hij schudde het hoofd.
„Heusch, Rawlins, ik meen het."
„Hij heeft flink gevochten."
„Dat bedoel ik niet."
„Als hij minder boos was geweest, had
hij er veel meer van terecht gebracht. Hij
wou te veel te gelijk doen."
„Je begrijpt me verkeerd."
„Hfl was in goede conditie en heeft
moed genoeg. Maar
„Rawlins!"
Hij wendde zich om en keek haar aan.
„Je weet, dat ik het zoo niet meen. Ik
bedoel mezelf. Ik ik zou wel eens willen
wieten, wat men in zulk een geval van
iemand denkt."
„Waarom?" vroeg hij.
Maar zonder mn pypje „DRAGON:5hag,
zou ih niet hunnen leven.
VIDG1NIA SHAG
5 CTS.PtR fa ONS
Rhdbowh vah nitua
Pittig en Qeuoto
voor pijp en cigaref
der dan in Sevilla treft hier het gemeng
de Moorsch-Spaansche karakter; niet
minder ook treft de reusachtige Kathe
draal, waaraan een afzdhderlijk verbon
den koninklijke kapel de praalgraven van
Ferdinand en Isabella en van andere
Spaansche koningen bevat. Prachtig ook
zijn de uitzichten, die men aan alle kan
ten in Granada heeft; pracfitig zijn de
gevels, die men er kan bewonderen, en
eerbiedwaardig aanouderdom is de
Universiteit, zoowat midden in de stad
gelegen. Buiten Granada verheffen zich
de kwartieren der zigeuners, die hier zijn
gebleven, ondanks dat het strenge edict
van Philips II alles wat Moorsch en uit-
heemsch was, trachtte te verbannen. Een
bezoek aan de Gitanen staat op het pro
gramma van eiken toerist,, maar levert te
leurstelling op. Want het is een tevoren
klaargemaakt schouwspel gelijk de
vreemdelingen bij ons in Marken aan
treffen, en kleur en heerlijkheid ontbre
ken er overdag aan. Wil men gaan, men
ga dan des avonds, maar onder goed ge
leide, want al is de veiligheid in Spanje
in den loop der laatste jaren wat ver
beterd het is te hopen, dat het zoo blij
ven zal, op deze uithoeken van de stad
met donkere schuilplaatsen is het waken
wel uiterst moeilijk. Men make echter
overdag den tocht in elk geval, want men
gaat hier over de heuvelen, die Granada
omringen, men ziet niet alleen de stad,
maar ook het Alhambra van verschillen
de kanten. Het eene gezicht is al mooier
dan het andere, en steeds weer treft de
schilderachtige omgeving, maar ook het
typisch Moorsch karakter, dat haar be-
invloedt.
En dan gaan wij naar het lang verwach
te en lang gezochte, naar het Alhambra.
Wij gaan erheen door het schitterend
mooie Albambrapark, en wij krijgen
eerst het door Karei V opgetrokken mo
derne paleis te zien, dat echter niet veel
meer heeft dan een voorgevel, omdat het
geld ontbrak het verder af te bouwen.
Wij staan dan tegenover het Alhambra,
paleis der paleizen, maar o wat is de te
leurstelling voor bijkans een ieder grootl
Want het is het eigenaardige van een
Moorsch paleis, dat het uiterlijk wéinig
aantrekkelijk is en zeker niet in overeen
stemming met het innerlijk. Hier in elk
geval niets van de Oosterscbe pracht, die
men van de platen kent. Maar dan komt
men binnen, en al dadelijk is de z.g.n.
Mijrtenhof voldoende om de aantrek
kingskracht van het Alhambra aan een
ieder te brengen. De vertrekken, de
hoven volgen elkander op; men be
speurt dat men is niet in een enkel paleis,
maar in een reeks van paleizen. Wat treft
is zoowel in de Sala de la Barca als in die
der Gezanten, de wandschildering, die
een verbazend weefsel vormt van guir
landes en rozetten, takken en bladeren,
die naar alle richtingen uitgaan. Het is
deze wandversiering, die aan het geheel
dat tooverachtig mooie geeft. Daartegen
over valt de Leeuwenhof, aldus genoemd
naar de twaalf leeuwen, die het groote
I waterbekken in het midden dragen, op
door zijn prachtig symmetrische afmetin-
j gen en z;jn witte pilaren. En elke zaal,
die wij daarna betreden, heeft weer een
eigen karakteristiek, haar eigen versie-
„Maar als ik er om vraag." „Zijn bloedroode hoofdstuk," verbeterde
„O, als u er om vraagt dan maar ze h_em.
ik denk niets slechts over u. U zult teleur
gesteld zjjn,
„Bloedrood dan."
Nog scheen ze te aarzelen en dit keer
„En toch wil ik het weten',' zeide ze trachtte hii niet haar gedachten te door
lachend. gronden.
Hij werd ernstig en rimpels verschenen 1 „Ik heb aangeboden je te betalen," zei
op zijn voorhoofd. Daarna schudde hij het ze langzaam, „maar ik denk, dat je er
hoofd. niet op gesteld bent. Heb ik gelijk?"
„Met uw permissie, juffrouw, maar ik „Ja, u hebt gelijk."
vind eigenlijk, dat we er heelemaal niet „Dan wel bedankt!"
over moesten spreken. We moeten trach-Ze stak hem haar hand toe, die hij
ten het te vergeten. U bent nu zenuw- j vluchtig drukte.
achtig. U weet het zelf misschien niet, J „Je behoeft die tasschen niet meteen
maar toch is het zoo. U zit er verlegen j thuis te brengen, Rawlins. Ik heb er nu
mee. Het allerbeste zou zijn, als u naar degeen haast mee. Als je ze zoo lang hier,
club ging om een ronde te golfen. Ik zal of misschien boven, bewaart, zal ik je -wel
u er heen rijden?" eens zeggen, wanneer ik ze noodig heb."
Het was de langste rede, die hij ooit tegen „Uitstekend, juffrouw."
haar had gehouden ,maar ze was er niets Ze knikte en liet hem achter,
tevreden over. Toch begreep ze, dat ver- j In diep gepeins verzonken liep Hilda
der aandringen overbodig zou zijn. j naar huis, maar haar gedachten waren
„Neen, ik speel vandaag niet, Rawlins. geenszins bij Herbert Wheeler, noch bij
Rijd nu maar naar huis. De volgende weg haarzelf, noch bii het ongelukkig avon-
rechts brengt ons weer naar den weg- J tuur. Ze peinsde over den raadselachtigen
wijzer." Wade Rawlins, die hoe langer hoe raad-
Hij knikte en sloeg den volgenden weg selachtiger werd.
rechts in. Hilda had het land, maar kon Ze trachtte zich iemand anders voor te
zich niet beklagen. Ze zwegen verder, tot- stellen, die opgetreden zou zijn als Raw-
dat ze Kilbourne Heights weer bereikt lins, maar ze kon niemand beaenken. De
hadden en de auto op haar plaats stond vechtpartij op den weg was niet eens de
in de garage. hoofdzaak. Van veel meer belang was zijn
Ze scheen ergens over te aarzelen, toen houding gedurende de periode, die daar-
ze uitstapte, maar Rawlins begreep haar. op volgde.
Groote sorteering,
in effen en gewerkt,
75 cent per el.
Verkrijgbaar bij:
Letop naam op don zelfkant
Vraagt onze stalen -collectie
ring. Men wandelt ze door, en gevoelt
reeds dadelijk, dat men iets meer tijd
noodig heeft om aan de pracht van de om
geving te wennen; men komt tenslotte in
de kleinere vertrekken, die gediend heb
ben voor de uitverkoren vrouwen van de
heerschers, en men vindt alles gerestau
reerd met een smaak, die inderdaad be
wondering afdwingt. Telkenmale treft
men bij voorkeur dames aan, onder wie
de Engelsche en Amerikaansche het
hoofdbestanddeel vormen, die in Wash
ington Irvings Alhambra-vertellingen
zitten te lezen. En ja, men moet het er
kennen, om het Alhambra te genieten,
moet men in de sfeer zich inleven, en er
enkele dagen ronddwalen om met de ver
schillende zalen en vertrekken vertrouwd
te geraken. Want het Alhambra is een ge
heel bijzonder paleis, dat de mooiste
kunst schenkt naast het heerlijkst natuur
genot in de cypressenhoven, in de nmooi
ste uitzichten over Granada en geheel de
omgeving, wanneer men zijn blik laat
gaan uit de boogvormige vensters. Wat
deze paleizen eens geweest zijn, hoe Fer
dinand en Isabella ze hebben gezien toen
zij den laatsten tijd Moorschen heerscher
hieruit verdwenen, valt niet meer na te
gaan. Een reusachtig complex moet het
geweest zijn, innerlijk al even kostbaar
als uiterlijk omvangxijk. Men zou het be
woond willen zien, en wanneer men zich
in een stil hoekje heeft teruggetrokken,
is gemakkelijk de verbeelding in het leven
te roepen, die elk oogenblik Moorscbe
dienaren of dienaressen ziet binnen
komen.
(Wordt vervolgd).
steeds versch
TELEFOON 339
„We zullen er natuurlijk over zwijgen,
zei hij.
Ze keek hem dankbaar aan.
„Jou vertrouw ik onvoorwaardelijk,
Rawlins, maar Wheeler
Bij de voordeur ontmoette ze Marian en
haar moeder en dadelijk zag ze, dat er iets
niet in den haak was; de angst, die haar
een oogenblik bekroop, verdween onmid
dellijk weer,
„Geen enkele man spreekt over zijn j „Goddank, dat je daar bent!" riep me-
eigen duistere hoofdstuk, juffrouw." i vrouw Kilbourne uit. We hebben je overal
Hilda glimlachte peinzend. gezocht."
„Mankeert er iets aan, moeder?"
„Dat zou ik meenen. René Fisher heeft
van uit de stad opgebeld, om te zeggen,
dat hij niet kon komen. Zaken of zoo iets."
Ieder ander oogenblik zou deze ramp in
druk gemaakt hebben op Hilda. Het feit,
dat ze een heer te kort zouden komen aan
tafel liet haar nu vrijwel koud.
„Hij had moeten begrijpen, dat we hier
niet een, twee, drie menschen kunnen krij
gen," kermde mevrouw Kilbourne.
„Daar heeft hij natuurlijk geen oogen
blik aan gedacht," zei zij en liet zich in
een stoel neervallen.
„Maar wat moeten we beginnen?"
Hilda zuchtte. Waarom moest zij altijd
alles in orde brengen?
XV.
Het was maar een huiselijk dinertje,
maar toch hield mevrouw Kilbourne er
van, alles in de puntjes te hebben. Boven
dien had ze ophef gemaakt van den sr*st
uit de stad, zooals gastvrouwen dat bobb
doen. Ze had bekend gemaakt, zonder in
details te treden, dat hü iets bttaondrre
was en het was een groote teleuritaelling,
dat ze nu nooit de proef op de eora aou
kunnen leveren.
„Het zou me niet zooveel kunnen sche
len, als het een groot diner was," zei ze;
„maar ais er maar een paar gasten bomen,
en er een meisje te veel is
Marian maakte een diep-tragtaeh ge
baar.
„Hii was bestemd voor Minnie Hartan."
zei mevrouw Kilbourne neerslaohtig. „Nu
is er niemand voor haar, tenzij ja, ten
zij
(Wordt vervolgd.)