P8PIMIR1 RUBRIEK
POPULAIR B>rVO^qö^\^riDÊ,HHl4DERi3CHE, COURAWT
Rondom de aardbol.
489
VAN ZATERDAG 6 JUNI 1931.
De geheimen der hoogere luchtlagen.
Wat zijn de verwachtingen van de stratosfeervlucht
0p de proef.
De Radio in Amerik en elders.
J
(AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
door
Professor Dr. Archenhold,
Directeur der sterrewacht te Treptow.
De Directeur der Sterrewacht
te Treptow, Prof. Dr. Archen
hold, gat' in een onderhoud met
onzen deskund. correspondent,
naar aanleiding van Prof. Pic-
card's ballonvlucht, zijn meening
te kennen over de wetenschap
pelijke beteekenis dezer onder
neming, welke wij hier weer
geven.
De poging van Professor Piccard om
met zijn begeleider Dr. Kipfer in een
luchtballon in de stratosfeer door te
dringen, behoort tot de grootste weten
schappelijke experimenten en is slechts
mogelijk onder inzet van het eigen
leven. Piccard is niet de eerste, die een
dergelijke poging ondernam. Reeds in
1901 hebben Prof. Berson en Prof.
Sühring een hoogte van 10.800 M.,
eveneens in een luchtballon, bereikt en
daarmede dus tevens de grens der stra
tosfeer. In 1927 slaagde de Amerikaan
H. C. Gray erin tot op 12.950 M. te
stijgen en in het daarop volgende jaar
(1928) was het kapitein Mola, die tot
11.000 M. doordrong, doch dit met den
dood moest bekoopen.
Het doel van deze pogingen was na
tuurlijk in de eerste plaats het weten
schappelijke onderzoek van de stra
tosfeer, die ons tegenwoordig nog voor
een. groot aantal raadsels stelt. (Wie
weet, hoe spoedig die thans zijn opge
lost!) Behalve de meteorologische w aar
nemingen hoopt men waardevolle
straalmetingen te kunnen verrichten,
die van het allergrootste belang zijn
voor het bevestigen van de theorieën
betreffende energie-omzetting in de
wereldruimte. Dat ook Piccard's tocht
slechts een kleine schrede naar de op
lossing van de tallooze puzzles en ge
heimen in deze sfeer kan zijn, blijkt
alreeds uit het feit, dat wij van hier uit
verschijnselen konden waarnemen, die
zich op 80.000 M. hoogte voordoen. In
samenwerking met Prof. Jesse gelukte
het mij op deze hoogte lichtende nacht
wolken waar te nemen, die zich met een
snelheid van 200 M. per seonde voort
bewogen. De oorsprong van het licht
verschijnsel dezer wolken is zonder
twijfel te zoeken in de aanwezigheid van
vulkanische stofdeeltjes en deeltjes
van kometen.
In ieder geval is het zeker, dat het
onderzoek van de stratosfeer ter plaat
se nog vele verrassende bijzonderheden
Die vrouwelijke nieuwsgie
righeid
't Is reeds heel lang geleden zóó
lang dat niemand eigenlijk meer weet,
welken koning het geweest is, van wien
de volgende geschiedenis verteld
wordt.
Het gaat over een koning, die eens,
op jacht zijn gezelschap verloren had,
en die moeite deed, om den weg naar
de verzamelplaats terug te vinden
maar tevergeefs.
't Liep al aardig tegen den avond
en nog dwaalde hij voort, niet weten
de, of hij eigenlijk dichter bij of ver
der van zijn kasteel, waar hij 's zomers
woonde, afraakte.
u zÜn blijdschap, toen hij
eindelijk menschenstemmen hoorde;
eenige passen deed hij in de richting
aan het licht zal brengen. Hebben
reeds de gamma-stralen van het ra
dium, die een overeenkomstige aether-
triliing veroorzaken als de Röntgen-
stralen, noch die een veel kortere golf
lengte bezitten, (er komen honderden
millioenen golven op een vierkante
millimeter voor) in dit opzicht een
zekere richting aan onzeonderzoekin
gen gegeven, wij kunnen ervan over
tuigd zijn, dat de stratosfeer nog ge
heel andere straalgroepen herbergt,
van wier bestaan wij thans nog niets
afweten. Reeds de ballontocht van Kol-
hörster heeft aangetoond, dat de uit
straling van radium of van de omzet
tingsproducten, de radiumemanaties,
tot een hoogte van 2000 afnam en vanaf
deze hoogte steeds grooter wordt.
Verder nam men de„ interessante
proef, op de Jungfraugletscher op een
hoogte van 3350 M. op een diepte van
9,8 M. onder de gletscheropperviakte
een ijshol te hakken en van daar uit de
uit de wereldruimte komende stralen
te meten. De stralen drongen spelen
derwijs door deze 9,7 M. dikke ijslaag
heen. Het is tegenwoordig boven alle
twijfel verheven, dat er in de wereld
ruimte stralen moeten bestaan, die de
gamma-stralen van het radium in sterk
te tienvoudig overtreffen. Opvallend
was het bij de Jungfrau-proef, dat de
stralen een sterke periodiciteit in hun
sterkte vertoonden, die geenerlei ver
band had met de stand van de zon.
Daarentegen kon men een merkwaar
dige afhankelijkheid .van den stand
van den Melkweg waarnemen. Als deze
direct boven de gletscher stond, werk
ten de stralen veel krachtiger, dan
wanneer de Melkweg aan den horizont
lag. Daaruit kan men de conclusie trek
ken, dat deze stralen waarschijnlijk af
komstig zijn van straalnevels of van
vaste sterren in of in de nabijheid van
den Melkweg. Deze vraagstukken heb
ben in zooverre beteekenis, dat zij ons
een basis geven voor den opbouw van
de ontwikkeling van den sterrenhemel
en den kringloop der wereldenergie.
Daar deze stralen doordringender
zijn, dan de gammastralen van de ra
dioactieve stoffen, is het zeer waar
schijnlijk, dat zij door ontleding van
radioactieve grondstoffen worden ver
oorzaakt, waarvan de opbouw nog veel
gecompliceerder is, dan dit bij de aard-
sche stoffen het geval is. Zij moeten
een hooger atoomgewicht bezitten, dan
toen bijlslagen hem nog beter op den
weg hielpen naar de plaats, waar hij
tenminste menschen vinden zou, die
hem wel op weg zouden helpen.
Jongen, jongen, daar wordt nog
ijverig gewerkt, dacht hij bij zichzelf,
toen hij maar onafgebroken de bijlsla
gen hoorde het waren zeker hout
hakkers die hij hoorde.
Dichterbijgekomen hielden de bijl
slagen weer op, en kon hij de stemmen
weer hooren, zonder de menschen nog
te zien of zelf gezien te worden.
't Was een mannen- en een vrouwen
stem
„Je zult toch moeten bekennen, dat
Eva héél wa't kwaad in de wereld ge
bracht heeft, door ongehoorzaam te
zijn, en van de verboden vrucht te ne
men, had ze dat niet gedaan, dan be
hoefden wij nu niet zoo hard te wer
ken."
„Eva deed niet goed maar Adam
had heelemaal wijzer moeten wezen!
In zijn plaats zou ik me niet hebben
laten verleiden
De koning kwam nu dichterbij, deed
of hij van het geheele gesprek niets
gehoord had en begon hun te bekla
gen.
„Het schijnt dat jullie hard moeten
werken voor je brood."
alle ons bekende stoffen en energie-
massa's, die bij de ontleding in eenvou
diger grondstoffen, vrij komen. Deze
energieën zijn waarschijnlijk veel groo
ter, dan die welke bij de ontleding van
Uranium en radium vrij komen. Als
de zon oorspronkelijk een gasvormige
sterrenevel of een reuzester geweest is,
moeten er groote massa's van deze
grondstoffen vrij komen, die bij een
voortdurende ontleding zoowel sterke
warmtestralen als groote massa's ener
gie in den vorm van kortgolvige stra
len in de wereldruimte zenden. De
vraag of deze energieën weer in atomen
vereenigd worden kunnen een ver
onderstelling, die Nernst te zijner tijd
zoo prachtig verdedigde is thans nog
steeds een groot raadsel voor ons.
De mogelijkheid, de stratosfeer te
bereiken was voor Piccard bij zijn start
een voldongen feit. Zijn ballon was be
trekkelijk zwak gevuld, en hij rekende
erop, dat het gas onder de inwerking
van de zonnestralen warmer zou wor
den, waardoor de opheffende kracht
steeds zou toenemen. Het gevaar lag
echter meer in het dalen, want op 5000
M. hoogte kon het voorkomen, dat de
draagkracht van de ballon zoo vermin
derd was, dat een valpartij niet tot de
onmogelijkheden behoorde. Een ander
gevaar lag natuurlijk daarin, dat de
alluminiumkogel door het uitgeademde
koolzuur gevaarlijk voor de beide koene
onderzoekers zou kunnen worden en
j de dood door verstikking hen dreigde.
Bovendien kon er iets gebeuren met de
gondel, zoodat de buitentemperatuur en
de verhouding tusschen de heerschen-
de druk op de beide geleerden had kun
nen gaan inwerken met het gevolg, dat
dan zeker de dood door te sterke in-
De woordvoerder van het tweetal:
„Heb uwes niet een kleinigheidje voor
ons, dame? We hebben met z'n tweeën
maar één paar schoenen."
Weekly Telegraph, Sheffield.
„En of, we werken van den vroegen
morgen tot den laten avond en nog
moeten we armoed lijden."
„Nu daar wil ik dan eens een eind
aan maken. Morgenochtend komen jul
lie op mijn kasteel, en dan zullen we
wel verder zien. Vertel me nu maar,
hoe ik er het vlugst kom."
Den volgenden morgen -vroeg lieten
ze hun houthakkerij in den steek en
trokken in gespannen verwachting
naar het kasteel.
Wat ze daar hoorden leek hun on
gelooflijk.
„Jullie zijn al zoo oud geworden met
hard werken nu is de tijd van rust
aangebroken en behoeven jullie voor
gebrek niet bang te wezen daarvoor
zal ik zorg dragen."
Ze kregen een huisje, waarin ze kon
den wonen een knecht om hen te
bedienen en alle dagen heerlijk eten.
Ze wisten niet of het werkelijkheid
of een droom waszóó goed had
den ze het hun geheele leven nog niet
gehad.
lederen middag werd hun tafel ge
dekt zelf mocht de vrouw dat nooit
doen schotels naar binnen gedragen
met allerlei spijzen en ze lieten ze niet
ongebruikt.
wendige druk had ingetreden.
Daar dergelijke experimenten slechts
mogelijk zijn door een leven op het
spel te zetten, is het steeds een opluch
ting, als zij met succes worden be
kroond. Wat door den tocht van Piccard
aan het licht zal komen, blijft nog af te
wachten. De medegenomen instrumen
ten zullen daar antwoord opgevën.
(Nadruk verboden).
Verleden jaar had Amerika meer
dan de helft van alle zenders ter we
reld, doch nu kan het dat niet meer
zeggen, hoewel het natuurlijk ieder
ander land op zichzelf beschouwd ver
vooruit is. Het bezit op het oogenblik
605 zenders tegen 650 ongeveer in het
overige gedeelte der wereld. Het is
ten achter geraakt, doordat er nu
slechts langzaam zenders worden bij
gebouwd in Amerika, terwijl Europa
juist op dat gebied een koortsachtige
activiteit aan den dag legde. De ver
houding tusschen de aantallen ont
vangtoestellen is ongeveer dezelfde als
tusschende zenders.
In Amerika streeft men echter, even-
alsin Europa, naar steeds sterkere
zenders, hoewel men er nog niet werkt
met de reusachtige antenneënergie
van sommige Engelsche, Duitsche en
Russische zenders. Wat betreft het
met zenders als het ware bezaaid zijn,
komt Cuba na Amerika op de tweede
plaats. Dat kleine landje heeft 70 zen
ders, al hebben die dan ook over het
algemeen een kleinere energie en al
liggen zij grootendeels in of bij Ha
vana. Canada heeft er 67, waaronder
verscheidene sterke. Over Rusland be
staan er geen officiële gegevens, doch
men heeft in dat land 47 zenders ge
hoord, terwijl het ook bekend is, dat
het vijfjaarsplan o.a. den bouw van 60
nieuwe zenders omvat, waaronder min
stens 12 met een antenne-energie van
100 K.W. Dan komt, wat het aantal
zenders betreft, Mexico aan de beurt
met 39 zenders, waarvan er 20 eerst in
1930 in bedrijf zijn gekomen. In dat
land werkt de radio in de eerste plaats
opvoedend en ontwikkelend. Daarna
komen Australië met 38 zenders, waar
van er 14 in 1930 in gebruik zijn ge
nomen, Zweden met 32, Duitschland
met 28, Frankrijk met 30 en Engeland
met 18 zenders. In Afrika heeft men
14 zenders, w.o. één die verleden jaar
midden in het oerwoud te Nairobi is
geopend. Siam, dat tevoren geen en
kelen zender bezat, heeft er in 1930
drie gebouwd in zijn hoofdstad
Bangkok.
Tusschen de schotels, die 's middags
op tafel werden gebracht werd er al
tijd één en wel een groote ge
plaatst met een deksel, dat ze, zoo werd
hun den eersten middag al dadelijk
medegedeeld, nooit mochten afnemen:
dien schotel moesten ze altijd zoo pre
cies laten staan.
Nu, de vrouw was natuurlijk bran
dend van nieuwsgierigheid, wat er nu
toch eigenlijk in dien schotel zou zit
ten maar telkens weer kwam het
uitdrukkelijk bevel: je mag dien niet
aanraken; de koning wilde beslist
niet, dat ze zouden weten, wat erin
was.
Op een goeden dag, dat ze weer al
leen aan hun welvoorziene tafel zaten,
hpmerkte de man, dat z'n vrouw niets
ax en zeer terneergeslagen was.
„Wat scheelt er aan? Hebben we het
hier nu niet best?"
Nu, dat kon ze niet ontkennen,
maardie gesloten schotel, die
maar altijd dicht moest blijven.
„Je bent dwaas! je weet toch. dat
we daar niet aan mogen komen?"
De vrouw begon bitter te weenen en
snikte, dat het zóó niet lang. r kon, ze
wilde nu weten, wat er in die schaal
zat.
De man liet zich bewegen, haar deo