r i li ie ihof| OP EN OM 1 Parlementaire vragen. - De Senaat en Minister De Graalf. - Het ontwerp v. d. Bergh c.s. tegen den woeker. I ook dit jaar alle schijn heeft, dat van de zijde van het beroepstooneel alle po gingen op dit gebied zullen beperkt blijven tot het optreden van diverse opa's en opoe's, die'sprookjes vertellen, al dan niet aangevuld door een of ander „Marietje, dat een liedje zingt", daar vraagt men zich af of hier misschien niet een terrein braak ligt voor onze dilettantenvereenigingen. De laatste jaren heeft het diiettanten-tooneel, zoo wel bij studenten-lustra als bii andere gelegenheden meerdere malen blijk ge geven tot het verrichten van waarlijk artistieke daden en van pioniers-arbeid (waar het beroepstooneel, mede uit risico-overwegingen, meestal van af moet blijven) in vele gevallen zeer goed in staat te zijn. Het is lang niet onwaar schijnlijk, dat het, ook op het gebied van het openluchttheater, nog tot baan brekend werk ^eroepen is. Het is mü bekend dat in leidende kringen van het hoofdstedelijk dilettantentoo- neel, twee jaar geleden ernstig in deze richting gedacht werd en het lijkt me niet uitgesloten, dat er in dien tus- schentijd meer vaststaande plannen zijn beraamd en we op een goeden dag mo gelijk "lotseling voor een nieuw en frisch initiatief in dezen zullen komen te staan Nieuwe banen worden zoo dikwijls door „dilettanten" geopend; een ver nieuwing gaat zoo dikwijls, op menig gebied, van hen uit. Hebben we dat b.v. de laatste jaren niet beleefd met de film-kunst? Was het hier ook niet een troepje enthousiaste studenten en dilet tanten on filmgebied, die de z.g. Film liga stichtte en uit wier midden onze moderne Hollandsche cineasten als Joris Ivens voortkwamen, die, aanvan- kelijk op hun eentje en vèr van het groot-bedrijf der beroepslieden op rol prent-gebied, de kunst van het witte doek tenslotte een heel stuk vooruit wisten te brengen en wier invloed den laatsten tijd ook terdege in machtige burchten van de ^ezeten bioscoop-we reld, zooals Tuschinsky e. a„ voelbaar wordt?.. En zou iets dergelijks dan ook niet op tooneel-gebied, meer spe ciaal op openlucht-tooneel-gebied mo gelijk zijn? Koning Voetbal blijft nummer één! Nooit echter, hoezeer de proef ook moge slagen, zal een herboren en ver nieuwd openluchttheater zoovelen 's zo mers naar de tribunes in het vrije veld kunnen trekken als het bruine monster, dat 's winters met nog steeds onver minderde kracht doet. Zelfs de, toch ook danig pomilaire wielerwedstrijden kunnen in dit opzicht niet eens con- curreerenDat is weer eens gebleken toen dat monster dezen Woensdag avond in het Stadion, met den wedstrijd AjaxFeijenoord, 'n „knal"-afscheids- voorstelling in den avond gaf.. Een vrijwel uitverkocht „huis" en een toe loop, beter gezegd een „toe-rit" van heinde en ver., als waarop geen wie lerwedstrijd, ook al staan er nog zulke sterren van sprinters en stayers op het programma, kan bogen!.. Auto's met letters van alle provincies, bussen uit diverse plaatsen, ook uit Den Helder!.. Koning Voetbal kan gerust zijn! Zijn populariteit zal, ook al speelt men in dien tusschentijd nog zoo goed in de open lucht tooneel, ook al trapt men nog zoo snel on de pedalen, in de maanden van rust die thans voor hem aanbreken, geen greintje tanen! W E E K- KRONIEK Iets werkelijk-nieuws heelt bij de behandeling der Indische Begrooting voor 1931 in de Eerste Kamer ook het antwoord van minister De Graaff niet gebracht Het „passeeren" van dr. Colijn was een der punten van het debat, waarbij de senatofiale atmos feer, in den regel zoo kalm wat onstuimig werd. En voor wie z'n Pap penheimers der Eerste Kamer niet krachtens veeljarige ervaring „beter kennen" had 't zelfs den schijn, alsof de positie des ministers van Koloniën in gevaar kwam te verkeeren!De anti-rev. mr. Briët dreigde Z.Exc. fei telijk met de „ongenade" van zijn frac tie. En de toon der rede van den voor zitter der chr.-hist. fractie, prof. De Savornin Lohman, was niet veel vrien delijker. Beide senatoren huldigden dr. Colijn op een wijze, zóó overstelpend- bewonderend, in zulke gloeiende ter men, dat mr. Mendels volkomen terecht opmerkte: zulke taal kan een' man als dr. Colijn onmogelijk aangenaam wezen!En de geestige soc.-dem. af gevaardigde voegde er aan toe: „Ik heb zoo'n idee, dat de heer Briët van den leider der partij, waartoe deze be hoort, straks een geweldigen uit brander zal te verduren krijgen naar aanleiding van dat overmatig den heer Colijn hulde brengen!"... Minister De Graaff is een meester ln de kunst om de Kamer van antwoord te dienen zondereigenlijk iets te zeggen, waaraan men houvast heeft. Z.Exc. stelde voorop, dat ook hij alle bewondering heeft voor dr. Colijn's groote gaven en talenten. Waarom hij hem dan niet aan de Kroon voor de Indische landvoogdij heeft voorgedra gen, niet eens heeft gevraagd, of de heer Colijn eventueel bereid zou wor den bevonden, den Buitenzorgschen troon te bestijgen?Ik ben, aldus de minister van Koloniën, staats rechtelijk niet verplicht, zulk een vraag te beantwoorden. De heer De Graaff citeerde uitlatingen van verschillende groote figuren uit het verleden Thorbecke, Buys, De Savornin Loh man, om de juistheid van zijn stel ling te doen beseffen. Zeker staat min. De Graaff hier sterk. Trouwens, de Regeering kan krachtens grond wettelijke bepaling elke vraag, via Interpellatie of langs anderen weg, vanuit het Parlement tot haar gericht weigeren te beantwoorden op grond van 's lands belang. Dit is de theorie, in de praktijk der dingen behoort zulke weigering natuurlijk tot de groote uitzonderingen. Exc. De Graaff heeft óók wat de be noeming van mr. De Jonge tot Gouv.- Generaal betreft, toch wel iets „uit gelaten Maar: 't was een bitter klein beetje! En bovendien zóó vaag, dat de hooge vergadering er vrijwel niets aan had. In zijn dupliek „verduidelijkte" de minister in de vergadering van Vrij dag 29 Mei, dat van de Regeering niet kan worden gevorderd, dat zij reke- ning houdend met alle omstandig heden en overwegingen haar keus voorloopig bepaald hebbende, zich zou wenden tot een ander, in de ver wachting dat deze zou bedanken. Mr. Mendels maakte nog de opmer king, dat de minister óf op de kwestie van het passeeren van dr. Colijn voor het hooge Buitenzorgsche ambt heele- maal niet had moeten ingaan, óf de Kamer volledig had dienen in te lich ten. Halve aanduidingen versterken nooit de positie van dengeen, die er gebruik van maakt! Exc. De Graaff is een kundig en ook strikt-eerlijk bestuursman. Maar hij heeft nu eenmaal dat sfynx-achtige, geslotene, bureaucratisch-stugge, uiter lijk gansch-onaandoenlijke, welke eigenaardigheden het volgen van eene door hem uitgesproken rede nu juist niet tot een genoegelijke ontspanning maakt! Ten slotte had mr. Fock toch glad- gelijk met zijn opmerkingen, welk nut 't toch eigenlijk had om te gaan bespiegelen en napleiten over een be noeming, die goed-en-wel in het Staats blad heeft gestaan!Laten wij rus tig en met vertrouwen de daden van den nieuwen Landvoogd afwachten. Voor dat vertrouwen verzekerde de oud-G.-G., is alle aanleiding. Niet slechts mr. Fock heeft in den Senaat beduid, dat met den heer De Jonge weldra iemand van hoog, onaantast baar karakter en van uitgebreide ken nis warme toewijding, de leiding der zaken in de Oost in handen zal krij gen. Prof. Van Embden, de vrijz.-demo- cratische senator, wilde (weet men), dat de Minister den post voor verster king van de petroleum-havens zou terugnemen, daar er toch geen ge bruik van zou worden gemaakt. Het goedkeuren van aanvragen der Re geering met de wetenschap, dat ze „ongebruikt" zullen blijven, heeft zeker iets zonderlings. De Minister stelde daar tegenover, dat 't hier een krediet betreft, hetwelk moet worden gebruikt zoodra de tijdsomstandig heden 't toelaten. Met welke opvatting de Kamer zich vereenigde, een motie-Van Embden verwerpend met 21—7. De Surinaamsche Begrooting vor derde 29 Mei een „discussie" van c.a. v;jf minuten! Ook daarvoor mag ik verwijzen naar het verslag. De Senaat is tot nadere bijeenroeping geschei den. Ik herhaal: de Eerste Kamer heeft nog een rijke agenda af te wer ken alvorens zij met zomer-recès kan gaan. Het initiatief-ontwerp (wetsvoor- dracht, uit de Kamer voortgekomen) van de heeren Van den Bergh c.s. tot regeling van het geldschieters-bedrijf, dat op vrij laat uur Dinsdag j.L door de Tweede Kamer is aangesneden is op zeer vriendelijke wijze bij de Al- gemeene Beschouwingen door de Tweede Kamer ontvangen. Van allerlei kanten, door „vogels van diverse poli tieke pluimage" is hulde gebracht aan de zeer verdienstelijke wijze, waarop de bekwame soc.-dem. afgevaardigde mr. v. d. Bergh en zijn mede-voorstel lers de uiterst moeilijke materie, waar over 't hier gaat, in een wetsont werp hebben belichaamd, 't Betreft hier een maatschappelijk kwaad, waartegen door alle tijden heen is gestreden. En altijd vruchteloos!In den „Fran- schen tijd" gold een bepaling, rente boven de zes pet. per jaar verbiedend. De bepaling bleef „een wassen neus". Altijd waren er menschen, al of niet door eigen schuld, onbedachtzaamheid, in geldnood verkeerend, die heil zoch ten bij geldschieters, dan in menig geval onbarmhartig „gevild" werden. Dat is woeker. Doch van meer dan één kant is 't Dinsdag j.1. nog eens in ons Lagerhuis gezegd, wie kan aan duiden, waar de wezenlijke woeker be gint? Zeker, men heeft gevallen, waarbij gruwelijk-hooge rente wordt berekend. Vergeten mag men echter niet, dat bij al zulke gevallen de „risi co" voor den geldschieter ook buiten sporig groot is!En evenzeer kan men ontelbare gevallen aanwijzen, bui ten de woeker-sfeer liggend, waarbij ook heel-zware rente wordt berekend. Wat men dan woekeren noemt met uitgeleend geld geschiedt doorgaans met zoodanige trucs, loopjes, middel tjes, het „teekenen" van accepten en wissels voor sommen, veel grooter dan de geldnemer in handen krijgt, is een der „eenvoudigste"! dat de kans om den woeker onder Staats-duim te krij gen, vrijwel gelijk nul is. Beperking van de misbruiken, bescherming van den hulp-zoekende is dan ook het doel van 't hier-bedoelde initiatief-ontwerp. Men weet, het stelt voor: elke geldschiet-bank te verbieden, welke niet door B. en W. is goedgekeurd, de mogelijkheid der oprichting van ge meentelijke voorschot-banken bepa ling van het maximum-rente bij Alg. maatregel van Bestuur, verbod van ces sie, nietigheid der geldleeningen, welke niet aan de eischen der wet vol doen. Strafbepalingen tegen overtre ding. Ik wees erop, mr. v. d. Bergh c.s. hadden hulde-betuigingen voor hun arbeid in ontvangst te nemen. Er was ook kritiek, er werden be zwaren ontvouwd. Een van de voornaamste bleek te zijn, dat de oorspronkelijke bepaling in het ontwerp, dat niet meer dan 12 pet. interest zal mogen worden in reke ning gebracht, vervangen werd door die betreffende het vervatten van dat maximumcijfer in Alg. maatregel van Bestuur. De Regeering, draagt zij eventueel de tot wet verheven wets- voordracht de Kroon ter bekrachtiging voor, zou dien maatregel van Be stuur dus moeten uitwerken. Een extra- ordinair-lastige taak, duidde mr. Beumer aan. Zóó lastig zelfs, dat hii en noch de Regeering noch mr. v. d. Bergh een verwijt van zou maken, in dien zij daarvoor terugdeinsden. Maar intusschen is het volbrengen daarvan toch onvermijdelijk, wil men de lex- v. d. Bergh in werking brengen. Nu werden de voorstellers uitgenoodigd, te doen blijken, hoe zij zich den be- wusten maatregel van Bestuur denken. Er werden Dinsdag nog andere be zwaren ontwikkeld. Zoo kwam de chr.- hist. afgevaardigde Snoeck Henke- mans, die de zaken, waarover 't hier gaat als sinds vele jaren van-nabij be kend met al hetgeen op armenzorg c.a. betrekking heeft, zeer goed kan beoor- deelen, verduidelijken, dat geldlee- nen in de meeste gevallen uit den booze is. De menschen worden erdoor van den wal in de sloot geholpen!... Na tuurlijk bedoelt de heer Henkemans al die gevallen, waarin menschen door eigen schuld, boven hun draagkracht leven; door genotzucht in-piepzak ge raakt zijn; dermate in-de-put terecht gekomen zijn, dat geld-opnemen (zeker tegen abnormaal hooge rente) slechts zeer tijdelijke hulp brengt, terwijl de geldnemer er welhaast nog veel erger aan toe is... Bij dergelijke gevallen kan nu en dan rentelooze hulp eenige verlichting brengen. Maar, zooals reeds gezegd, het allerliefst heelemaal geen leentje-buur spelen!En daarom wil de afgevaar digde heelemaal niets weten van een geldschietersbeérijf. Dat moedigt z.L het geld-opnemen slechts aan. En komt bovendien keurigjes in de kraam te pas van hen, die met finantieelen nood worstelend, zooveel mogelijk „den schijn" willen redden. Den 2en Juni j.1. zat eerst de premier aan de groene tafel. Later zette min. Donner zich naast hem. Wie van beide bewindslieden eventueel het aanhan gige ontwerp zou moeten dragen, liet was een der punten, waarover mr. v. d. Bergh zich op Woensdag 3 Juni bij de verdediging van zijne wetsvoor- dracht zou hebben uit te laten. In de zitting van Woensdag 3 Juni heeft mr. v. d. Bergh, ook namens zijne mede-voorstellers het woeker- ontwerp verdedigd op de heldere, za kelijke, sympathiek-beknopte wijze, welke men van hem kent. Daaraan is stellig in ruimte mate te danken de vriendelijke stemming, waarmee de Kamer straks zeer waarschijnlijk het ontwerp zal aanvaarden, zij 't dan ook op enkele punten gewijzigd door den zin tot toenadering en samenwer king, waarvan mr. v. d. Bergh in zoo ruime mate, mag van onpartijdig standpunt worden gezegd, blijk geeft. De heer v. d. Bergh wees erop, dat het preventieve (Engelsch-Amerikaan- sche) anti-woeker-stelsel, in het ont werp toegepast, tot gevolg heeft, dat verkeerde praktijken slechts kunnen worden voortgezet met reusachtige risico. Zoowel civiel- als strafrechtelijk. Volledige gemeentelijke vrijheid in zake het leenbedrijf acht mr. v. d. Bergh niet gewenscht. Eenig toezicht moet er zijn, teneinde te voorkomen, dat men geld-opnemers gelegenheid biedt, wat al te veel vertrouwen te stel len in het goedgeefsche van de ge meenschap, i.c. de gemeente. De maximum-interestde groote moeilijkheid!... Mr. v. d. Bergh wist ook niet aanstonds een bepaald cijfer aan te wijzen voor den Algem. maat regel van Bestuur. Hij gaf toe, dat 12 pet. als maximum (per jaar) te klein is om eenige winst van waarde te kun nen kweeken. Edoch, voegde hij er aan toe men zal toch ver beneden de 48 pet. maximum van het Engelsche stelsel moeten blijven. De Regeering, voorgelicht door eene Commissie van Advies, zal in deze beslissing moeten geven. Een groot succes voor mr. v. d. Bergh was, dat bij de replieken - de beide anti-rev. afgevaardigden mr. Beumer en mr. De Wilde de verklaring aflegden, 't ontwerp te zullen steunen. De chr.-hist. heer Snoeck Henke mans volhardde bij zijn oppositie tegen het ontwerp! Belichaamde zijn afkeer van gemeen telijke voorschot-banken in een amen dement tot uitschakeling daarvan. Hij wil het toezicht op het woekerbedrijf beperken tot de particuliere geldschie ters. Was echter gedrongen tot het in trekken van zijn amendement, be seffend dat het geen kans op succes had. Deze verklaring illustreerde nog maals, dat de strekking van het ont- werp-v. d. Bergh c.s. bijna zeker meer derheid zal vinden. En het werd op Woensdag 3 Juni een festijn van over nemen van allerlei amendementen door de voorstellers. Alsmede: van in trekking van amendementen, waarvan men begreep, dat zij slechts nutte- en noodelooze stemmingen zouden vor deren. Voor de bijzonderheden raadplege men het verslag. Er is een nieuwe interpellatie ge boren. De scherpzinnige vrijz.-dem. mr. Oud is er de vader van. Hij zal de Re geering vragen stellen over de uitvoe ring der Tarwe-wet. Dat kan enkele parlementaire uur tjes kosten! De voormalige afgevaardigde van Stad-en-Lande, nu „politieke zwerver" Floris Vos heeft het pleit gewonnen met zijn motie, de Regeering vra gend: een ontwerp tot vrijstelling van registratie-recht van landelijke eigen dommen voor hen, die gedurende zekeren tijd, aan de overdracht voor afgaande, pachter van deze eigen dommen zijn geweest. Men weet, de heer Floris Vos had die motie in de plaats gesteld van zijn initiatief-ontwerpje, dezelfde strek king hebbend. De Tweede Kamer heeft zijn motie in hare zitting van 3 Juni j.1. aange nomen met 4825. Zij werd gesteund door links in haar geheel, de staatk.- geref., enkele katholieken en chr.-hist. Het vormt allicht een „troostprijsje" voor den heer Floris Vos, wiens kans om in het Lagerhuis na de eerstvol gende stembus-campagne terug te keeren, nu juist niet extra-groot kan worden genoemd!... Mr. -ANTONIG. j|

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 9