Een schip dat vanzelf vooruitgaat. Ons kinderverhaal. De boschgeesten. Beste Jongens en meisjes! De laatste maand hebben jullie be paald goed uit willen zetten, te oordee- len tenminste naar de verschillende raadsels op rijm en de dikke stapel briefjes. Ook waren er een paar vriend jes en vriendinnetjes die vroegen waar om ze twee maanden vacantie kregen voor raadseloplossen en of het niet met een maand toe kon. „De scholen ^krij gen toch ook geen twee maanden," zoo schreven ze, „of gaat u soms twee maanden op reis?" Nee, de scholen krij gen geen twee maanden vacantie en ook ik ga ook geen twee maanden op reis (was het maar zoo!), maar mijn erva ring van vorige jaren is dat vooral de laatste weken van Juli, zoo goed als geen raadsels meer worden opgelost en dat, vooral wanneer het warfh is, het aantal inzendingen zeer gering is. Daarom heb ik besloten jullie twee maanden vacantie te geven, al vind ik het natuurlijk leuk van die vriendjes die liever een maand hadden, omdat ze daarmee te kennen geven dat ze het op lossen van de raadsels en het schrijven van de briefjes prettig vinden. En nu zal ik probeeren door de rijste brijberg briefjes heen te komen. Jetty Buisman. Het padvinders kamp in Milligen ken ik niet, Jetty, maar ik ben er wel eens heel dicht in de buurt geweest en weet dus dat het er erg mooi is en begrijp dat je veel genoten zal heb ben. Leuk dat de prins en prinses er ook nog geweest zijn. Was het mooi weer in de week dat je er kampeerde? Mon Bonte. Je hebt zeker wel begre pen, Mon, dat dat eerste briefje aan Mona Timmer de vorige week, voor jou bestemd was. De zetter had een verkeerde regel ge zet en daardoor las het een beetje raar. Was de Kegs film mooi? Agatha de Bie. Was je net zoo blij met je prijs als dat jongetje op je briefje, die met zoo'n oolijke snuit z'n hoofd uit die mand met eendjes stak? Heb je nu het boek al gelezen? Eerlijk schrijven of je het mooi vond, hoor? I n a Boels. Je rijmpje is aardig, Ina, maar wanneer krijg ik weer eens een ge dichtje van je? Of ben je het heelemaal ver leerd? Weet je nog dat je hoopte aan het eind van het jaar er tien in je schrift te heb ben? Dan moet je nog hard afmaken. Je hebt m'n naam en adres geraden, maar hoe ben jij daar nu weer achter gekomen? Toosje Weiland. Ja, die eigenge maakte raadsels van jou zijn aardig, Toosje vooral dat groote. Het was zeker voor het eerst dat je het deed? Antje Tijdeman. Dat is alweer een fijne week voor jou geweest, Antje. De vorige week een schoolreisje en nu een fiets gekregen en een hondje. Het fijnste zal je de fiets wel vinden en Joh speelt ze ker veel met Nora? een mooie naam voor een hond, hoor. Dat gedichtje vind ik erg aardig, maar hadt je toch niet zelf ge maakt? Dan kan het evengoed wel opge nomen worden, doch moet er bij vermeld worden, waar het uit overgenomen is en ook de naam van den dichter. Schrijf dat dus volgende week even. Meta Sinnige. De vorige week ben ik langs jullie huis gereden, Meta, maar ik heb geen schelpen gezien, hoor. Ik weet nu niet meer precies wat er aan je eigenge maakt raadsel van de vorige week man keerde, maar het spreekwoord was niet goed. A t i v. S t r ij e n. Als je nu weer een prijs wint, Ati, dan kan je het vervolg kiezen van Stijfkopje, het bestaat uit vier deeltjes en de andere zal je dus ook wel mooi vinden. Ik hoop voor je, dat je ze alle vier nog eens krijgt. Roosje Sc-hoorl. Natuurlijk, Roosje, mag jij ook meedoen met het oplossen. Nu is 't wel jammer dat het juist de laatste maand is, maar bij gezondheid hopen we in September weer te beginnen. Louise v. Schaik. Evenals de eigen- maakte raadsels van je vriendinnetje, zijn ook de jouwe goed, Louise. Ja, die broer van jou ken ik wel, als het tenminste die is, die vroeger op de drukkerij was. Jacobajetje Ox. Dat wil ik zoo maar niet gelooven, dat jij nooit boft. Wanneer het je eens een enkelen keer iets tegenloopt, dan kan je nog maar niet zeggen dat je nooit boft, want er zijn zeker tal van dingen die je mee- loopen. Let daar ook maar eens op. Zal je er voortaan om denken, dat je je raadsels vol ledig oplost. T i n y L e e n. Jij bent dus ook een raad selvriendinnetje dat dezen zomer nog ter elfder ure mee gaat doen. Maar het is goed, hoor, en ik ben benieuwd naar je grooten brief. Harm Leyen. Zoo'n grooten brief had ik bijna nog nooit van een van de vriendjes of vriendinnetjes ontvangen. Jij hadt dan ook een massa te vertellen, wat ben je aan het reizen geweest. Naar Rotter dam om je opoe weg te brengen, dip naar Amerika gaat. Hoe oud is je opoe, dat ze nog zoo'n groote reis durft te maken? Wat heb je genoten op de „Statendam". Ja, dat is net een heel groot hotel, zoo'n mailstoo- mer, je vindt er van alles en het zal dan ook wel een genot zijn er een reis mee te maken, 't Is jammer voor je dat je in de vierde klas moet blijven zitten, maar 't is toch be ter, anders kan je in de vijfde niet mee komen en dat is nog veel akeliger. Dus wees maar niet erg teleurgesteld, 't is bui ten jouw schuld. Johanna Koelemeij. Dat was een onverwachte verrassing, Joh, dat je een prijs won, net of hij zoo uit de lucht kwam vallen en je doet nou nog met eens zooveel pleizier aan de raadsels mee, dat geloof ik vast. Beppie Keizer. Wat een massa plaatsen ga jij in de vacantie bezoeken, Beppie. Ik kan me begrijpen, dat je Hilver sum mooier vindt dan Den Helder, maar je moet niet zeggen dat hier heelemaal geen boomen zijn, dan moet je maar eens in het Julianapark gaan zitten of naar de donkere duinen gaan, of langs de grachten wande len. Ik denk dat je ze niet eens allemaal tellen kan, probeer het maar eens. Als je een prijs wint, dan moet je hem op kantoor afhalen. Naar je schrift te oor- deelen denk ik dat je negen jaar bent. Heb ik het mis. Je eigengemaakte raadsels waren goed, hoor. L e i d a v. d. Kamp. Dat is een goed begin, Leida, je rijmpje was aardig en vindt je het hieronder. Annie Koningstein, IJmuiden. Beide meisjesnamen waren goed, Annie, zoo heel precies kijk ik niet, hoor. In Den Hel der zijn de aardschokken ook gevoeld. Heb je dat niet in de courant gelezen? Of lees je alleen 't Juttertje? Dat is ook eigenlijk wel voldoende voor jou. Als je groot bent ga je de heele krant maar lezen. Leuk dat jij verschillende raadselvriendinnetjes kent dat je daar vroeger in Den Helder mee speelde. N e 11 y K a g e r. Een volgenden keer krijg ik zeker weer eens een grooter briefje van je, Nelly? Jij boft dat je al tweemaal een boek hebt gewonnen. Annie Jansen. Ik vind het natuurlijk aardig dat je zoo je best hebt gedaan en de raadsels op rijm hebt ingezonden. Maar je rijmpje is nog niet geschikt om in 't Jut tertje te worden opgenomen. Je moet het nog wat beter leeren, maar dat komt denk ik ook wel. Mona Ti m m e r.Ja, dat zal wel nooit meer gebeuren, Mona, dat je naam twee maal onder de briefjes voorkomt, dat was een vergissing. Annie Walboom. Ik begrijp wel, dat je niet iedere week een versje kan ma ken, Annie, ik vind het toch al aardig dat je zoo je best doet en nu weer een eigen gemaakt raadsel inzendt, dat erg leuk is. Henk Kiljan. Daar is net heel wat gebeurd in de maanden dat jij geen raadsels opgelost hebt, Henk. Driemaal ziek, het is geen kleinigheid en ik kan me dan ook best begrijpen dat je niet aan het inzenden van je raadsels toekwam. Ik hoop nu maar dat je geen enkele week meer behoeft te ver zuimen. Jammer dat je ook die wedstrijden van P.P. nu niet mee hebt kunnen maken. Laura Hagen. Dat was een beetje dom van je, Laura, dat je maar steeds ver gat je raadsels in te zenden, waar liep je aan te denken? Tot volgende week, jongens en meisjes. Kindervriend. „Dioganes, wal; voer jij daar uit?" „Nou, ik ben aan 't verhuizen, dat zie je toch!" Interessante Blatt, Weenen. raking komt gaat de hnnt ,,:t u- kamfer, die mot hot water hi aan- vwmu. BteS ^•&ST,sS>rJur£in M" """w (Nadruk verboden.) (Slot) Plotseling schrok Jantje wakker. Wat was dat? De grond onder hem trilde en schudde, alsof er een aardbe ving op komst was. Hij wilde opstaan en hard wegloopen, maar nauwelijks was de gedachte bij bem opgekomen, of hij voelde hoe de grond onder hem weggleed. Hij sloot de oogen.. nu., maar hij viel niet. Toen hij de oogen weer opende, bemerkte hij, dat hij op een oroote hand lag, met vingers zoo groot als takken en naast hem lag Wim, die hem toelachte. „Fijn hè?" zei Wim. Maar het gekste was, dat de hand langzaam omhoog rees. Toen hij langs de vingers naar omlaag keek, zag hij een groote, dik-behaarde arm, die als een boomstam uit den grond oprees, al maar hooger, al maar hooger, tot aan de toppen der boomen. Daar hield de arm op met groeien. Toen hij schuw om zich heen keek, schenen de boomen hem bemoedigend toe te knikken. Plot seling bogen zich de boomtoppen naar elkaar toe. Heel in de verte doken witte schimmige gestalten op, die snel en onhoorbaar naderbij zweefden. Zij kwa men al dichter en dichter en Jantje werd heel bang. Dat waren de bosch geesten, die bij het vallen van den avond hun tocht door het woud begon nen op zoek naar kleine jongetjes. Hij wilde schreeuwen, hij kon zei* eons huilen. Met brandende lhi naar de lange, witte gestaCH nu naderbij waren gekomen en f kring om hen heen begonnen 6611 ven. Wat zagen ze er vreemd zag alleen maar een lang, wit kWi zü hadden noch hoofd, noch arni e" beenen en zü dansten, zü dansten i tje keek naar Wim, maar die lemaal niet bang. Met het hoofd armen gesteund keek hü naar de dedans en hü had er zelfs scta- Jantje werd nu een klein heet» 0at gesteld. Dadelijk zouden de „X weer weggaan. Maar wat was dat non? Toen liü omhoog naar de sterren W zag hii, dat op de stralen van de maan1 die groot en glanzend aan den hemS stond, een vreemde wagen naar ben! den gleed en vlak voor hem stilhield Büna onmerkbaar gleden zij van d« hand in den wagen, de geesten hifi! op met dansen en voort ging het c de ruischende boomtoppen, snel. Wim stootte hem aan „Fün hê?" Maar Jantje vond hetfej.' maal .niet fijn. Hoe het kwam wist;,4 tv» niet, maar plotseling begon hardop te lachen, zoo zelfs, dat heat- tranen over de wangen liepen. Dit schenen de geesten niet goed te vinden, want een van hen boog zich voorover en het hoofd van Wim ver dween in een gaping van een witten mantel. Toen de boschgeest zich weet terugboog lag er een jongetje naas Jan met een groote vuurrood© neus, di rood-gloeiend was als een stuk üzer. Ieder oogenblik verwachtte Jantje, dei er een vuurpijl of een donderbus uit te voorschijn zou schieten, maar niets van dien aard geschiedde. Wim lag dood stil en scheen in de aanschouwing van zijn neus verdiept Opeens zonder eenige overgang hield de wagen stil voor een groot wit ge bouw, waarop met gouden lettes stond: Kostschool van Wim. Zü gleden wagen en nauwelifks stonden zii «o ie stoep of de wagen en de geesten waren verdwenen. Wim deed de deur open en het volgend oogenblik stonden ze in een groote klas vol jongens. Voor het bord zat een onderwijzer, die een kaal hoofd had en een zwarten bril droe& Nauwelijks hadden de jongens de bit- nengekomenen opgemerkt of zij stoven de banken uit en begnnen in een kring om het tweetal heen te dansen. Ben va: de jongens zong een tweeregelig versje, waarvan de laatste regel door alle jor- gens werd meegezongen. Het verf? luidde: Wat heeft die Wim een rare nens, Zoo'n neus heeft nog geen reus! „Strtto!" riep de onderwijzer, die zün stool was geklommen en nu <W' gend naderbü trad. Alle jongens stoven weer terug in de banken en nu stonoe zü met z'n tweetjes voor den meester, die grasgroen van nijd zag. „Waar komen jullie vandaan, »wa jongens?" brulde hü woed***- Wim kon niets zeggen van te en Jantje durfde geen mori 1QÖ doen. De onderwijzer wew kwaad, dat hij dreigend zSnjS*: hoog bracht. Het werd doodstil klas. Nog even zag Jantje bet' gezicht van Wim, toen viel de - en het volgend oogenbïïk klonK ja0. gekraak alsof de hemel spleet--'' tje sloot de oogen, toen bil j, opende, voelde hii den wind wanden suizen. Toen hü keek, was er van het gebouw inb te bespeuren, heel ver zag M ver- ren, die zioh nog meer van wiiderden, beneden hem yci groote schaduwen omhoog- snel als boomtoppen afteekenw ja dorlük omstrengeld riolen win tje naar de aarde. Wim ba eigen neus weer terug, de r» was door den onderwijzer v Jantje sloot in doodsangst m oogen, hü voelde de bladeren pi* scheron, nog even».-- cea en.voet t Jantje opende de oogen J? verbaasd naar de 0% voorbü dreven. Boven vreedzaam de sterren. Hii ^or zudht van verlichting 611 v i,« n®, richten. Dit ging niet, want stüf in een wolben deken f H;i verdraaide het hoofd en Wim, die rustig sliep- AKee was dus maar weent, een hseoL afceJigo dto»^

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 10