Is het noodig dat kinderen bang
zijn.
Bloemen in de huiskamer.
Het menu van de weok.
SNtltoRtïms,
Nieuwe gezichtspunten van
de moderne psychologie.
door
Drs. R. v. d. Heyden.
Kleine kinderen en bang-zijn, ziehier
twee begrippen, die wij ons nauwelijks
van elkander gescheiden kunnen den
ben. Het lijkt velen en in het bijzonder
het meerendeel der ouders vanzelf
sprekend, dat kleine kinderen bang
zijn. Als wij aan onze jeugd terugden
ken, herinneren wij ons zeker nog wel,
hoe bang wij waren voor spookachtige
verschijningen, inbrekers, muizen en
andere dieren, ja vaak bang waren voor
allerlei, wat wij niet onder woorden
konden brengen, en wat in onze kin
derjaren indruk op ons maakte.
Gedurende de prille jeugd, waarin
de toekomstige persoonlijkheid der
menschen gevormd wordt en vaak
reeds haar werkelijke gedaante aan
neemt, werpen donkere beelden hun
schaduw op den levensweg van het
kind.
Er zijn voorvallen in het leven, die
ons zoo vanzelfsprekend toeschijnen,
dat wij er zelfs niet aan denken, op de
diepere oorzaken ervan verder in te
gaan. Hiertoe behoort ook het bang-
zijn in de kinderjaren, behoort in over
drachtelijken zin de geheele psychi
sche ontwikkeling van het kleine kind,
dat nog niet in staat is, zijn gedachten
in woorden om te zetten.
Zooals het echter in het leven zoo
vaak geschiedt, openbaren zich bij na
dere wetenschappelijke beschouwing,
dergelijke vanzelfsprekendheden als
feiten, die niet te licht mogen worden
opgevat.
In een zeer bekend Amerikaansch
ziekenhuis waaraan de John Hopkins
kraamvrouwenkliniek is verbonden,
neemt men reeds gedurende meerdere
jaren proeven, die inderdaad zeer in
teressant zijn.
Ruim honderd der in die kliniek ge
boren zuigelingen worden tot het derde
en vierde jaar opgevoed volgens be
paalde psychische invloeden.
Men moet dit echter niet opvatten,
alsof men voor de kleintjes voordrach
ten over de relativiteitstheorie houdt,
want integendeel worden de kleinen
zeer eenvoudig opgevoed en geeft men
de babies slechts datgene, wat ze kun
nen opnemen, met andere woorden:
men beschouwt de kleintjes als natuur-
wezentjes, die vrij en niet beïnvloed
door de vaak denkbeeldige gevaren van
volwassenen ziph geheel en al zullen
kunnen ontplooien.
Ook wordt den kinderen niet telken
male voorgehouden, dat zij voor dit of
dat niet bang behoeven te zijn en men
laat hen, hoe vreemd dit wellicht moge
klinken, een eigen meening hebben
waar van buitenaf geen invloed op
wordt uitgeoefend.
De uitkomsten dezer methode waren
verrassend en bevestigden geheel en
al de theoretische opvatting der artsen;
alle kinderen volgens deze methode
opgevoed waren absoluut niet bang.
Proeven werden genomen, door
groote honden en andere dieren bij de
kinderen te brengen. In normale geval
len zouden kinderen gaan huilen en
zich onder bescherming hunner moe
der stellen.
Wat deze kleintjes deden? Zij, (Se
niet door een angstvallige moeder be
vreesd gemaakt waren, trippelden wel
gemoed op de dieren toe en aaiden en
liefkoosden hen; zelfs toen een in het
zwart gekleede en vermomde man de
speelzaal binnenkwam, was er geen
schijn van bang-zijn te bespeuren, geen
enkel kind huilde, wel vroegen enke
ten, wie of dit toch was.
Nadat men de kindertjes op deze
ytize gedurende geruimen tijd had ga
degeslagen, constateerde men, dat zfl
voor twee dingen overgevoelig waren
n.1. voor schelle geluiden en het ver
liezen van heit evenwicht, wat meti dan
ook zooveel mogelijk tracht
te voorkomen; overigens
zijn zij absoluut niet bang,
wat dus wel pleit voor de
opvatting, dat het bang-
zijn hen van buiten af
wordt bijgebracht.
Deze uitspraak is geba
seerd op de moderne opvat
ting, dat de ontwikkeling
van het kleine kind en
van den mensch in het al
gemeen, een gevolg is
van de opvoeding en geen erfelijkheids
kwestie.
De resultaten dezer angst-onderzoe
kingen zijn ook in de vakwereld in den
breede besproken en men meent dan
ook vooral een waarschuwend woord
tot de moeders te moeten richten, daar
zij ten nauwste bij de opvoeding van
het jonge kind betrokken zijn.
Het is een feit, dat het bang-zijn op
de karaktervorming van het jonge
kind een grooten invloed uitoefent en
op de karakterontwikkeling in de la
tere jaren zelfs beslissend kan zijn.
Wij moeten daarom trachten de jeugd
tot een flink geslacht op te voeden, wat
in onzen tijd zeer noodig is.
De moeders hebben het dan ook voor
een zeer belangrijk deel in de hand
het bang-zijn der kinderen te voor
komen, door hen een psychologisch
juiste en moderne opvoeding te geven,
waardoor zij vrijer en flinker tegenover
het leven zullen komen te staan.
(Nadruk verboden).
Eenige wenken voor het friseh-
houden.
Ook hij, die midden in een tuin
woont en vanuit zijn vensters de bloe
menpracht buiten ziet gaan en komen,
zal nooit verzuimen zijn huis van bin
nen ook te versieren met bloemen; met
die gave der natuur. En wie zou deze
gesneden bloemen niet graag zoo lang
mogelijk goed houden? Door een ter
zake kundige behandeling krijgt men
betere resultaten dan men zoo zou ver
wachten. Vanzelfsprekend is het, dat
de bloemen na het snijden niet lang
droog mogen liggen. Zonder toevoer
van vocht moeten zij wel verwelken.
En hoe later men ze in het water zet,
des te meer kracht hebben ze verloren,
die niet meer is in te halen. Het beste
is ze direct na het afsnijden in het
water te zetten, opdat de wonden niet
verdrogen. Is dit niet mogelijk, dan is
het ook goed de stelen vóór het in het
water plaatsen nog eens af te snijden,
opdat de wonden weer versch zijn en
beter vocht opnemen. Zijn de planten
reeds heelemaal slap, dan late men ze
met een nogmaals afgesneden steel een
tijdlang geheel onder water liggen.
Het water in de vazen veryersche
men dikwijls, minstens dagelijks, en
men lette er op, dat groote bouquetten,
of sterk verdampende planten dikwijls
eenige malen per dag water-aanvulling
noodig hebben. Rottingsversohijnselen
kan men voorkomen door het besproei
en (voorzichtig!) der bloemen en blade
ren met een zwakke oplossing van sali-
cylzuur in water, waarvan men ook een
scheutje door het water in de vaas kan
mengen. Het binnendringen van lucht
in de stengels der planten bespoedigt
namelijk het verwelkingsproces, voor
namelijk bij kruidgewassen; houtplan-
ten zijn daarentegen minder gevoelig
voor deze invloeden. Als men een bloem
onder water afsnijdt, houdt zij zich
langer goed, dan anders, daar dan de
lucht niet in de onder onderdruk staan
de celtusschenruimten kan binnen
dringen. Bjj bloemen, die erg duur
zijn, zal deze methode, om den levens
duur te verlengen, zeer zeker tegen de
meerdere moeite opwegen. Men doet
het beste, de steel van de bloem in een
met water gevulde schotel te leggen en
dan het mes er even overheen te halen,
Bij het uitnemen en verschikken in de
vaas is de snede dan door de water
druppel, die eraan blijft hangen be
schermd.
Nooit mag men bloemen, of bloem
dragende takken afplukken. Bij bloe
men scheurt men daardoor de wortels
uit den bodem los, bij struiken ontstaan
scheuren met schorsvezels, die niet
alleen ontsierend werken, doch boven
dien de gezondheid van de struik scha
den. Bij veel bloemen is het gebruike
lijk veel bladeren aan de steel te laten
zitten, zooals b.v. bij de seringen. Dat
is wel mooi, maar niet practisch, daar
de bloemen hierdoor spoedig verwel
ken. De vele bladeren verbruiken meer
water, dan de steel kan opzuigen. De
bloemen blijven veel langer goed, als
men minstens twee-derden van het
loof, onmiddellijk na het afsnijden ver
wijdert.
Verder moet men goed op den toe
stand der bloemen en der knoppen let
ten bij het afsnijden. In volle bloei
snijdt men viooltjes, primula's, afri-
kaantjes, aurikels, lelietjes van dalen,
narcissen, seringen, anjers, dahlia's,
zonnebloemen, asters, reseda's, muur
bloemen, violiers, campanula's, erica's,
malven, doroniciums, vingerhoedskruid
harpaliums, lupine, papavers, floxen,
pyrethrums, spirea's, chrysanthemums
en nog vele anderen af. In de knop
worden afgesneden: rosen, hyacinthen,
tulpen, lelies, gladiolen, anemonen,
sneeuwballen, appelbloesem, peren
bloesem, kersenbloesem, pioen rosen,
sleedoorn, en nog enkele anderen.
(Nadruk verboden).
VOOR DE PRACTISCHE
HUISVROUW.
Insectenbeten.
Muggen, wespen en andere insecten
hebben een buitengewone steekwoede.
Door het veronachtzamen van een
beet is reeds menigmaal bloedvergifti
ging ontstaan, die tot ernstige gevol
gen leidde. Het verdient dus wel aan
beveling de noodige voorzorgsmaat
regelen te nemen. Het beste is, geest
van salmiak in huis te hebben en dade
lijk nadat men door een of ander in
sect gestoken is, de plek hiermede te
bevochtigen. Men kan zelfs een klein
fleschje salmiak in de handtasch mee
nemen, wanneer men naar buiten gaat.
Menige wespensteek krijgt men, wan
neer men in een of andere uitspanning
een rustig uurtje denkt door te bren
gen en de boosdoeners, verzot op al wat
zoet is, om u heen zwermen en u trach
ten te belagen!
Vader: „Zoo, (tets u wensefrt mijn docfrter te trouwen? Mijn antwoord
hangt van uw finantioele positie af."
Sollicitant: „Wat een toeval! Mijn üaantieele positie hangt namelijk van
w antwoord af!" Bassang Show, Londen.
WAT ETEN WIJ DEZE WEEK?
Zondag:
Groentensoep
Kalfslapjes, peulen
Aardappelen
Aardbeien bavaroix
Maandag:
Karbonade
Bloemkool, aardappelen
Koude rijstpudding met bessensap
Dinsdag:
Bloemkoolsoep
Spinazie met spiegeleieren, aardapp,
Croutons in rabarber-compöte,
Broodjes
Woensdag:
Runder ribstuk
Stoofsla, aardappelen
Wentelteefjes
Donderdag:
Koud vleesch
Worteltjes, aardappelen
Schuim ommelet
Vrijdag I:
Gebakken schol
Voorjaars-sla, pommes frites
Citroen vla
Vrijdag 11:
Asperges met gesmolten boter
en eieren
Voorjaars-sla, pommes frites
Citroen vla
Zaterdag:
Gekruide gebakken lever
Postelijn, aardappelen
Hangop
De groentensoep voor Zondag zul
len we maken met de verschillende
voorjaarsgroenten, die er zijn en dan
bouillon maken van blokjes, waarvoor
we 1 per 3/4 liter rekenen; desverkie-
zende wat aroma toevoegen vóór wij
de soep opdienen. De aardbeien zijn nu
weer billijker in prijs en daarom kun
nen we Zondag een aardbeien bava
roix opdienen. 2 pond aardbeien, 5 dL
slagroom, 2 eiwitten, 150 gr. suiker en
20 gr. of 10 bladen witte gelatine.
De aardbeien worden van het steel
tje ontdaan, gewasschen en door een
paardeharen zeef gewreven en do
puree vermengen we met de suiker;
het beste is alles met elkaar te verwar
men, daar de suiker anders moeilijk
oplost. De gelatine is in water geweekt
en drukken we nu goed uit, waarna we
ze in een half kopje heet water laten
oplossen en bij de aardbeien puree
voegen. De room en de eiwitten klop
pen we flink stijf en roeren dit door
de puree nadat deze geheel koud is ge
worden; van tijd tot tijd zullen we in
de pudding moeten roeren, om het
zakken der gelatine te voorkomen en
daarna overbrengen in de omgespoel
de vorm.
Droge biscuits worden bij deze pud
ding gepresenteerd. De koude rijst
pudding heeft noodig: 1 L. melk, 150
gr. rijst, 150 gr suiker, pakje vanille
suiker, 2 eiwitten, 20 gr. gelatine en
een of andere essence.
We maken met de melk en de rijst
op de gewone, wijze rijstenbrij en roe
ren er daarna de suiker, vanille sui
ker en essence door en ten slotte do
geweekte en goed uitgedrukte gela
tine. De eiwitten worden zeer stijf ge
klopt en er door heen geroerd, waar
na wij de massa koud laten worden eö
er nu en dan in roeren, daarna over
doen in de puddingvorm. Voor de
saus is noodig: 21/2 dL. bessensap,
21/s dL. water, 25 gr. puddingmeel of
maizena, 75 gr. suiker en een stukje
pijpkaneel.
Voor de crouton met rabarber com
pote bakken we langwerpige, vier
kante en ronde stukjes brood aan beide
kanten in boter licht brr'n en beleg
gen ze daarna met rabarber compote.
De voorjaarssla bestaat uit 21/s ons
jonge spinazieblaadjes, 2 bosjes radijs,
1 krop sla, een handvol postelünblaad-
jes, (niet de stelen), wat sterrekers,
1 uitje, een paar tomaten en 1 hard ge
kookt ei.
De spinazie zoeken we uit, breken
de steeltjes af, wasschen ze terdege en
laten ze uitlekken, daarna maken we
de spinazieblaadjes aan met slaolie,