HET BINNENHOF
OF EN OW
Toen het „quorum" er niet was - Geestig
woorden-duel - In de Regeerings-keuken -
Twee groote figuren.
zij moeten het gevoel krijgen dat vech
ten tegen de bierkaai op het Prinsen
hof ten eenemale nutteloos is en al hun
beste en aanvankelijk met animo ver
richte arbeid daar. om zoo te zeggen
in het zand verstikt raakt... En dit
is misschien dan nog wel een van de
akeligste gevolgen van een en ander:
dat de arbeidslust en het initiatief er
bij deze diensten door dreigt gedood te
worden
Het I.T.O.S.A. De wieler
wedstrijden.
Het was goed dat er, juist in deze
dagen nu men wat moedeloos en zwart
gallig dreigde te raken door deze van
den Raad uitgaande sfeer van half
slachtigheid en papperigheid, in het
openbare, niet-officieele leven iets viel
mee te maken dat frisch en opmonte
rend werkte en van kracht en vlugheid
getuigde. Het Internationaal Turnfeest
Olympisch Stadion Amsterdam, dat
hier dezen Zaterdag en Zondag gehou
den werd en dat georganiseerd was ter
viering van het 45-jarig bestaan van de
hoofdstedelijke athletiek-vereeniging
„Kracht en Vlugheid"! Het werd een
zeer geslaagd feest niet alleen in den
zin van gezonde sportbeoefening, maar
ook in den zin van een gezonde, in de
vrije atmosfeer van het turnveld, als
het ware vanzelf en op gansch natuur
lijke wTijze tot stand gebrachte verbroe
dering tusschen Fransche en Duitsche
mededingersHet Gemeentebestuur,
met wethouder Polak vooraan, heeft,
mede zeer zeker ook omdat hier eigen
lijk op indirecte wijze 'n vredespropa-
ganda bedreven werd die echter, wat
meer spontaan en levend was dan veel
directe vredespropaganda die het zoo
dikwijls niet veel verder dan woorden
brengt, van dit internationale sport
festijn veel notitie genomen; het toon
de zoowel op het veld zelf als in de
stad (waar de wethouder b.v. vanaf het
ba'con van den Stadsschouwburg den
„viuggen en krachtigen" en fleurigeu
stoet der deelnemers gadesloeg) voort
durend belangstelling, deed bij de
opening officieele welkomstwoorden
spreken, enz. Een en ander stond wel
in scherpe tegenstelling tot de houding
van de Regeering die zich van een en
arder volledig afzijdig had gehouden,
wat ook afstak tegen de houding der
Fransche en Duitsche regeering die
eereprijzen hadden beschikbaar ge
steld.
Wie deze athletiek-wedstrijden als
toeschouwer meemaakte kreeg wel
sterk den indruk dat dit nu juist de
dingen zijn die we in het Stadion moe
ten hebben en waarvoor ons sport
park zich in alle opzichten voortreffe
lijk leent. Goede, echte sport, mede
dingers die er pleizier in hebben en
enkel en alleen om der wille van de
prestaties en de eer zelf zich meten en
een publiek dat zich vrijuit verheugt
zonder kunstmatig verwekte spannin
gen of opwindingZooiets steekt in
derdaad op gunstige wijze af tegen het,
nog altijd op den voorgrond tredende
zomersche gebeuren in het Stadion: de
wielerwedstrijdenZeker, die wed
strijden zijn, onder een groot deel van
het publiek nog altijd populair en wie
op de Donderdagavonden de stroomen
volgepakte, met tientallen extra bij
wagens rijdende trammen, de einde-
looze rijen taxi's, motorfietsen, fietsen
en wandelaars aanschouwt die naar en
van het Tuyl van Serooskerkenplein
vloeien krijgt oppervlakkig zeker den
indruk dat die professioneele wieler-
wedrensport toch nog altijd pakt.
Toch, dengeen die deze wedstrijden
enkele keeren meemaakt en de daar
heerschende stemming wat dieper ver
mag te peilen, krijgt al gauw het ge
voel, dat er zich hier een kentering
aan het voltrekken is. De echte sport-
vreugde, het echte enthousiasme is,
zou men kunnen zeggen, bezig te „eb
ben". Uiterlijk toont zich dat misschien
nog niet overmatig sterk, maar men
kan het „aanvoelen". Nu reeds ont
breekt kennelijk de echte spanning on
der de rijders zoowel als onder de toe
schouwers. In de rijders voelt men
voor en boven alles „het vak", de
plicht van het „werk" aan, en onder
het publiek voor alles de sleur en het
„op Donderdagavonden toch niets
beters te doen hebben". Er zijn er
mogelijk die mijn kijk hier te zwartgal
lig vinden. Ik zou daar, ten bewijze
V8hf de 'iu^s^eid van deze zienswijze,
ca ar* te'Sen kunnen aanvoeren dat de
ion-autoriteiten d'e deze wedstri,!-
Ko=„°fSauniseeren een en ander blijk-
1 oolt op soortgelijke wijze
^r ,An?iVOe!ef Dat valt op te ma-
einpen om H ?teeds herhaalde po-
£5™ TJ T middel van bijzondere
J P gramrna_nummers, zooals
wedstrijden voor tandems, triplexen
e.d„ wat leven in de brouwerij te bren
gen, als uit de wijze waarop' zy }n de
toelichtingen bij de officieels pro
gramma's steeds weer pogen te bewij
zen dat er, behalve de emotie verwekt
door het donderend-knallend rijden
der „groote motoren", toch ook nog
veel anders te genieten valt als men
definesses maar kent, finesses
die die men dan haarfijn gaat uiteen
zetten en die tevens worden aange
vuld met allerlei anecdotes en levens
beschrijvingen van bekende stayers
en sprinters. Ook dit doet mij bij
mijn oordeel blijven, dat we hier al
weer over het hoogtepunt heen zijn,
dat de „groote tijd" der wielerwedstrij
den op banen als die van het Stadion
al weer achter ons ligt en dat we in
dezen, hoe lang de zaak dan ook nog
mag blijven „na-ebben", aan het be
gin van de neergaande lijn staan.
Zij, die wèl wat anders te
doen hebben.
De categorie van stadgenooten die
deze -wedstrijden blijven bezoeken om
dat zij „toch niet anders te doen heb
ben", waar ik boven van sprak en die
de zaak nu nog, voorloopig, helpt in
stand houden gaat trouwens ook meer
en ineer slinken. Er komen er steeds
meer die op de zomeravonden wel wis
en waarachtig wat anders en, naar
hun oordeel, wat beters te verrichten
hebben! En dat zijn dan in de eerste
plaats zjj die de zomermaanden door
brengen alsforens met buitenver
blijf in hun eigen-gebouwde villatjes
in de volkstuin-complexen als b.v. dat
van „Zomers Buiten" aan den oever
van de Nieuwe Meer. Het enthou
siasme dat dan op de wielerbaan aan
het tanen is vindt men hier, in deze
uitgebreide zomersche volks-neder-
zettingen (die langzamerhand een on
zer merkwaardigste bezienswaardig
heden worden!) inrustieken, maar
uitermate levenskrachtige vorm her
leefd. Men moet het meemaken mét
welk een liefde en vurigen trots die
„volks-forensen" daar U, bij een be
zoek, van hun overwinningen op het
gebied der bloemen- en vruchten-cul
tuur vertellen, hoe zij geheel op
gaan in dit werk van dilettant-tuin
ders evenals in den arbeid van dilet
tant-architecten; men moet het zien
hoe zij daar inderdaad op vele plaat
sen, met de eenvoudige middelen van
luttele meters grond, wat goedkoope
zaden en ruwe afval van allerlei soort
bouwmateriaal, idyllische omgevingen
geschapen hebben, om te beseffen dat
hier met recht gesproken kan worden
van een nieuwe volksbeweging, die zoo
sterk in de opgaande lijn is dat zij nog
wel meer zomersche volksvermaken
dan de wielerwedstrijden alléén, in de
toekomst meer en meer zal gaan over
schaduwen.
Zij biedt tegenover veel wat in on
zen modernen tijd misschien tot pessi
misme stemt, een buitengewoon ver
heugend tegenwicht!
x) Niet „Hoover" deze keer! De
drukfoutenduivel ging in mijn vorigen
brief op den klank af en sprak van
„oever" waar „Hoover" stond!!
f WEEK-
U
KRONIEK
Den Haag, 8 Juli.
De Eerste Kamer heeft kans gezien
weet men om in ééne openbare
vergadering (die van den 2en Juli j.1.)
een dikken bundel wetsontwerpen af
te doen. Ik voeg hier dadelijk bij: ge
stemd werd er niet. Wie tegen een of
andere wetsvoordracht was, liet aantee-
kenen, dat hij geacht wilde worden
Etcetera. Eigenlijk hadden onze sena
toren verdiend, dat een van hen de
hooge vergadering den poets had ge
bakken, hoofdelijke stemming te vra
gen! Wanthet minimum van zes-
en-twintig afgevaardigden was er dien
Donderdag stellig en zeker niet. Wan
neer de maand Juli in het land is ge
komen, wordt 't een schier-hopelooze
taak, zoowel voor den President van
onzen Senaat als voor zijn collega van
het Lagerhuis, om (behoudens dan
in zeer bijzondere omstandigheden) het
„quorum" bijeen te krijgen. En ik
vraag mij met beklemd gemoed af,
hoe 't gaan zal, wanneer straks de Eer
ste Kamer het „staartje" van de parle
mentaire campagne, dewelke officieel
eindigt op den Zaterdag vlak voor den
vermaarden derden September-Dins-
dag, zal moeten aanvatten. Het sena-
toriaal zomerrecès is nog niet begon
nen. Er ligt nog een niet onbeduidende
collectie in voorraad!Wat daarvan
voor het recès zal worden afgedaan,
men kan er slechts naar gissen. Maar:
'dat wij nog minstens een paar zittin
gen voor de borst hebben: 't staat vast.
Evenals dit andere: van behandeling
der Pachtwet komt in dit zittingjaar
niets. Mr. de Gjjselaar (chr. hist.) lókte
aan het slot van den 2en Juli-zitting
Praeses De Vos van Steenwijk uit z'n
tent. En men kreeg te hooren, dat mi
nister Ruys de Beerenbrouck den voor
zitter op diens informatie had beduid,
dat de Memorie van Antwoord op de
Pachtwet stellig niet voor 1 October
door de Kamer zal worden ontvangen,
't Is niet onbegrijpelijk dat deze mede-
deeling teleurstelling wekte. En de
katholieke senator Blomjous maakte
zich tot tolk van deze ontstemming. In
een sarcastisch speechje over den slak
kengang in deze. Men moge denken
over de Pachtwet hoe men wil, zulk
een trage wijze van voorbereiding
eener zeer belangrijke wetsvoordracht
is werkelijk kras. Ik ben van meening,
dat men bij het beoordeelen van Re-
geeringsdaden voorzichtig moet zijn.
Er kunnen omstandigheden zijn, de
buitenwacht onbekend, die remmen-
den, tijdroovenden invloed hebben. Dat
valt niet te betw-isten. Maar in afwach
ting van de opheldering welke i.c. zeer
gewenscht is, zullen wel heel velen
in den lande zich bij 'sheeren Blom
jous' meening aansluiten. Ook wanneer
men spoed in deze betracht, kan de
Pachtwet dus niet voor November
't allerdrukst van het parlementaire
najaarseizoen! bij den Senaat in
openbare behandeling worden ge
bracht.
Het verslag der zitting van 2 Juli
heeft gemeld, welke ontwerpen toen
voor de bekrachtiging door de Kroon
zijn rijp gemaakt.
Ik teeken er slechts van aan, dat bij
de wijzigiiw? der wet op het Nijver
heidsonderwijs minister Terpstra de
belofte gaf, dat het mogelijke zal wor
den gedaan om de opheffing van het
stop-artikel niet tot een doode letter te
maken. Bestaande 8-jarige cursussen
zullen niet in 2-jarige mogen worden
omgezet.
Ook de wijziging der Woningwet is
den 2en Juli afgedaan. Waar de Twee
de Kamer kort geleden een frisch
weekje aan wijddeMaar toen waren
't de vele amendementen-mr. Van den
Bergh c.s., die vele uren vorderden.
Gelukkig mist onze Senaat nog steeds
het recht van amendement. Anders
werden Eerste en Tweede Kamer gan-
schelijk gelijk en gelijkvormig!
De soc.-dem. fractie liet aanteeke-
nen, dat zij tegen dit ontwerp was. En
namens deze fractie betoogde dr.
Wibaut, dat z.i. de wijze, waarop de
waardebepaling bij onteigening in het
belang der Volkshuisvesting is ge
regeld, beduidt: versterking der macht
van de particuliere grondbezitters en
-speculanten tegenover de openbare
besturen. Wat minister Verschuur ten
sterkste betwistte. Den grondeigenaar,
zei Z.Exc. van Arbeid, H. en N„
wordt recht gedaan. Anders niet.
Ook de wijziging der Octrooiwet is
den 2en Juli door den Senaat goedge
keurd. Wederom met de notitie, dat de
soc.-dem. fractie tegen dit ontwerp is.
Haar woordvoerder was tevens mr.
Mendels. En men kreeg bij deze ge
legenheid te genieten een allergenoe-
gelijkst woordensteekspel tusschen
twee mannen van geest, van fijnen
„spirit", zijnde: Exc. mr. Verschuur
en mr. Mendels.
Kern van het Octrooi-ontwerp is.
weet men de verlenging van den
tijdduur der Octrooien van vijftien tot
achttien jaren. Wat de heer Mendels
noch urgent, dringend noodig, noch
wenschelijk bleek te vinden.
De minister bracht daartegen o.a. in,
dat hii 't wel in sommige opzichten met
mr. Mendels eens was, maar: hij
vond den afgevaardigde „niet slechts
critisch, maar ook kregel". Eens kon
den zü 't toch niet worden. Mr. Ver
schuur dacht aan een strijd tus
schen stier en walvisch. Die kon ook
nooit worden uitgevochten. De heer
Mendels is volgens den minister,
eigenlijk vijand van alle octrooien.
En voegde Z.Exc. erbij, de ver
lenging, hier voorgesteld, sluit aan bij
wat in het buitenland geldt. Octrooi-
raad, Kamers van Koophandel te Am
sterdam en Rotterdam, Nijverheids-
raad: ze staan aan zijn kant.
De installatiën bij de laboratoria en
de utilisatie van de octrooien (dus: het
gebruik maken daarvan) zijn allengs
veel duurder geworden.
Mr. Mendeis bleek absoluut niet
overtuigd te zijn door de argumenten
van de groene tafel gekomen.
Ook nu bracht ik reeds in herin
nering werd het pleit zonder neu-
zen-telling beslecht.
Nog altijd is er in de Regeerings-
keuken groote bedrijvigheid.
Bekend is geworden, dat minister
Verschuur's ontwerp met betrekking
tot de Bedrijfsradenorganisatie geen
genade heeft kunnen vinden in de
oogen van den Hoogen Raad van Ar
beid welk college het met 2117 af
wees. En 't schijnt vrijwel vast te staan,
dat de Tweede Kamer de wetsvoor
dracht in het zittingjaar 19.31'32 zal
verw7erpen. Bijaldien minister Ver
schuur niet tegemoet zal komen aan
de voornaamste bezwaren ertegen
ingebracht.
In den totdusver nog altijd grillig
onstuimigen zomer 1931 is het groote,
mooie lichtpunt der wassende oppositie
tegen den oorlogsgruwel. Het Neder-
landsch petitionnement voor interna
tionale ontwapening vindt geestdrift.
De artsen, vereenigd op het Congres
van de Maatschappij ter bevordering
van de Geneeskunst, hebben zich
daarbij met warmte aangesloten.
Zoo gaat 't goed!
Tegen dezen heerlijk wassenden
stroom zal de gruwelijke geweldenaar,
god Mars geheeten, zich tenslotte niet
kunnen verzetten.
't Daghet in het Oosten!!...
De internationale ontwapening kan,
zal de redster worden.
Zooals het woord van President
Hoover van Europa voor het oogenblik
doodsgevaar heeft afgewend.
Twee mannen van beteekenis hebben
een mijlpaal bereikt, in den aller-
jongsten tijd, op de baan van hun
vruchtbaar leven.
Prof. Fabius, de Staatsraad, werd op
zijn tachtigsten verjaardag gehuldigd.
Deze anti-rev. staatsman en jurist
van groote kennis en niet minder
groote rechtschapenheid, is een fi-
i guur yan sterk karakter. Streng, op 't
stugge af, van woord. Ongevoelig,
voor „populariteit-gewin". Wat steke-
lig voor hen die gesteld zijn op het
„fluweelen handschoentje", waarmee
men wordt aangevat. Doch juist om dat
het hart-op-de-tong-hebben hoogge
ëerd ook door de verst van hem staan
de tegenstanders.
En de heer K. ter Laan, de soc.-dem.
afgevaardigde en (sinds zeventien
jaren) burgemeester van Zaandam,
werd zestig jaar.
Hij kan met prof. Fabius op een lijn
worden gesteld. Hoe groot ook het ver
schil is, ook wat politieke overtui
ging betreft, tusschen deze beide
markante figuren in het openbare
leven.
De werkkracht en -lust vap den
heer K. ter Laan zijn van „fabelachtige
soort". Het plichtsbesef, hem ingebo
ren, reikt (zou ik haast zeggen) elke
overschatting.
Van zijn vroege jeugd af is werken,
werken, studeeren, zich voor de pu
blieke zaak geven, opofferen, voor
dezen zoo sympathieken man iets ge
weest, voor hem geldend als de ge
woonste zaak ter wereld.
's Heeren K. ter Laan's ongewoon
plichtsbesef zal wel de bron zijn van
de voor ons allen onbegrijpelijke
prestatie, door hem gebracht in aller
lei functiën, ambten en betrekkingen,
welke hij achtereenvolgens of ook
wel: tegelijk vervulde.
Zulk een moet, bij het bereiken van
de zesde mijlpaal-van-tien in het rijke
leven evenals dit ten volle prof.
Fabius toekomt een enthousiast en
eerbiedig eeresaluut worden gebracht.
Mr. ANTONIO.
Professor: „Hoe oud zijn uw kinde
ren nu, mevrouw?"
Mevrouw: „Clasina is twaalf en
Freek tien jaar".
Professor: „Zoo, zoo, wat gaat die
tijd toch gauw hé, als u nu al 22 jaar
getrouwd bent!"
Zij: „Man, de dokter zegt, dat ik de
berglucht in moet!"
Hij: „Waarom? Je bent toch niet
zenuwachtig of afgemat?"
Zij: „Neen, maar dat ben ik wel
tegen den tijd, dat ik mijn koffers heb
gepakt!"