HEVEA
10paar miL£t2
KIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
feiten! andseh overzicht
OEIIEHLMWEII
GEMENGD NIEUWS.
J
SlUIMlKllii
DONDERDAG 9 JULI 1931.
59ste JAARGAN
De Fransche regeering heeft het plan Hoover aan
vaard. De inhoud van de Fransch-Amerikaansche
overeenkomst. - De pauselijke encycliek.
De troebelen In Korea.
FEUILLETON
FIETSBANDEN
hektloop end-
Üzerster/f -
Groote brand te Amsterdam.
Valsche munters.
Tjonge, daar zit spirit m!
Een halve ton verduisterd.
Massavergiftiging.
Zoo gemakkelijk te wasschen
Zoo moeilijk te verslijten
Kleur-, wasch- en zon-echt
KOMIJN
SPOORSTRAAT 122
1
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65 binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
f 1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr.p.p.Oct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
AD VERTEN Ti ËN
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct
De Fransch-Amerikaansche onderhan-
deiMu&u hebben resultaat yehad. Een
dbtoeeomis is gesloten, zoodat het pian
Öoover in werking kan treden» al is het
dan na et in den vorm als de Amerikaan-
§ühe president aanvankelijk bedoeld had.
Bat voornaamste is eohtar, dat de Duit-
soüe schatkist in het komende jaar van
de iiifiS"n van de herstelbetalingen zal wor
den ontheven. De Fransche voorbehouden
maken nu nog nader overleg uit tussohen
Pranfa-ijk en de andere onderteekenaars
het plan-Young en ai mag men nu
ook verwachten» dat de verwezenlijking
van het principe van Hoover hierdoor niet
zal worden verijdeld, ei- zijn toch nog tal
van moeilijkheden, die niet mogen onder
schat worden.
Over het ontstaan van het plan-Young
weet de JMw. Rott. ürt." de volgende aar
dige bizonderheden te vertellen:
ikwi weet dat Hoover in zeer korten tijd
omsloeg van een tegenstander van ieoer
Ameiikaamsch moratorium tot zijn groot
aatfcod. Dit was aldus in zijn werk gegaan.
De Duitsche gezant te Washington was
bij hem verschenen en had gezegd:
JjutèsctiLaml kan. niet meer; er moet een
mtasatorium komen. Kondigt Duitschland
het zelf af dan is het een nieuwe finan-
Cietée katasiroi'e voor de heele wereld en
voor Duitschland de iinamcieele en verdere
Gbsos. Want een verticale duikeling van
bei orediet zal er het gevolg van zijn.
Kuudigt Hoover het echter af, dan zal de
Wepeid plotseling weer moed vatten".
Hoover had beseft, dat hem niets meer
qf mtoder dan een pistool op de borst
Wend gezet en had daarnaar gehandeld
De Du&teohe regeering is natuurlijk ook
Uitermate ingenomen met de verwezenlij
king van het Amerikaansche pian. In een
baxiumatie tot het Duiteche volk zegt de
Ééfflpamig o. a.:
Do vérziende en bekwame politiek van
preaident Hoover- is met succes bekroond,
pe laoreele veriiehting en de hoop op ver
betering van den oeconomischen toestand,
wette» gepaard gaat met dieze gebeurtenis,
zal aüerwegen vriendschappelijke en opti-
mi«iecli8 -voeiens ten gevolge hebben.
He* besluit tot doortastend optreden
opent vergaande mogelijkheden tot een
weder gezondmaking van de wereld. Het
DuÉtedhe volk beseft, dat de definitieve
uitvoering van het plan-Hoover het als
het zwaarstbelaste, de naar verhouding
grootste verlichting zal brengen.
De Duitscihe rijksregeering erkent dank
bar», dat Duitschland in het uur van het
gSpoiste oeconomische gevaar goed begrip
voor sijn toestand heeft gevondem.
De inhoud van de F ranse h - Amerikaan
sche overeenkomst. Aan dén tekst van
de overeenkomst, die door de Fransche
regsering is voorgesteld, ontleenen wij
het volgende:
iki de gehouden gedachtenwissdingen
stelt de regeering vast, dat zij met de re-
geeeing der Vereenigde Staten tot over
eenstemming is gekomen inzake de basis
van het voorstel van den Amerikaanschen
Staatspresident Hoover en wel op de na
volgende punten:
la. De betalingen der geallieerde schul
den worden van 1 Juli 1931 tot 30 Juni
1&32 uitgesteld.
2e. Het Duiteche rijk betaalt het bedrag
van de onbeschermde annuïteit aan de
Bank voor Internationale Betalingen, doch
de Fransche regeering verklaart zich be
reid de door het Rijk gedane betalingen
in fondsen te beleggen, welke door de
Puitsche Rifksspoorwegen worden gega
randeerd.
3e. Alle betalingen vallen onder de door
de Amerikaansche regeering voorgestelde
betalingen en moeten in 10 jaarlyksche
termijnen te rekenen van 1 Juli 1933,
worden geamortiseerd.
4e. Dezelfde bepalingen gelden voor de
fondsen van de Duitsche Rijksspoor-
wegen.
Met betrekking tot 3 verdere punten,
welke niet direct de Amerikaansche be
langen en de Amerikaansche regeering
betreffen, legt do Fransche regeering nog
een verklaring af.
De pauselijke encycliek heeft nogal wat
stof op doen waaien. Volgens den corres
pondent van een Engelsch blad te Rome
zou als gevolg van de scherpe encycliek
de „godsvrede", die sedert het begin van
de onderhandelingen voor de pers afge
kondigd, opgeheven zijn.
Vele aanhangers van den paus en anti
fascisten beschouwen het bekendmaken
van de encycliek van het buitenland uit
als een meesterlijke zet, die gerechtvaar
digd wordt door het feit, dat er kans was
geweest op een vermindering in geval van
draadlooze uitzending, of op een verbod
van verkoop van de Osservatore Romano.
De meeste menischen echter zijn het daar
niet mee eens en er is maar weinig geest
drift voor den algemeenen toon van het
document. Zelfs zii, die aan den kant van
den P«us staan, en zijn aanvallen op de
behandeling van de Aziona Cattolica en
op de politieke wijsbegeerte van het fas
cisme goedkeuren, betreuren sommige uit
drukkingen in de encycliek. Desniettemin
erkent men, dat deze een scherpe aan
klacht vormt tegen de fascistische regee
ring. Zelfs sterke aanhangers van het fas
cistisch regiem voelen, dat door de ency
cliek de regeering het een en ander zoo
niet alles verloren heeft van haar aan
winst aan prestige door het regelen van
de kwestie van het Vaticaan. Sommigen
gaan zelfs zoo ver te beweren, dat de po
sitie van de regeering nooit zoo slecht is
geweest sedert de dagen van den moord
op Mateotti in 1924. Misschien is het uit
inzicht in het mogelijke van den toestand,
dat die meeste bladen in hun commentaar
betrekkelijk gematigd zijn gebleven.
Te Pingjang zijn Dinsdagochtend 60
Koreanen gearresteerd. Er worden nog
verscheiden Chineezen vermist.
In het district Soeihai, ten noorden van
Charbin, hebben Koreaansche landlieden
er zich bij den Japanschen consul over
beklaagd, dat het Chineesche gepeupel
bevloeiingswerken voor den rijstbouw,
die zij (Chineezen) hadden aangelegd,
hebben vernield.
De Japansche bladen-zijn eenstemmig
in hun afkeuring van de Koreaansche
wraaknemingen.
Ofschoon men te Tokio verklaart, dat
er geenerlei verantwoordelijkheid rust
op de Japansche regeering voor de
relletjes in Korea, heeft het kabinet be
sloten, financieele hulp te verleen en aan
de Chineesche slachtoffers.
Er wordt op gewezen, dat de relletjes
plotseling zijn opgevlamd. Alle voorzorgs
maatregelen zijn genomen om te voor
komen, dat ze zich zouden herhalen. De
aanstichters zullen zwaar worden ge
straft.
door
E. J. RATH.
40)
„Dat ben ik ook, maar daarom durf ik
éog wel", zei Marian minzaam. „Ik ben
wiIt"banK bem te ver^el'en> wat
Mevrouw Kilbourne keek naar haar
rpan, maar deze wendde den blik niet af
van zyn boomen.
heusch met hem wilt spre-
«en, Marian', zei haar moeder dne dan
je best vriendelijk tegen hem te'zijn".
Marian grijnsde.
„Eu misschien hoef je niet te zeggen,
dat het een officieele opdracht is van ié
familie", vervolgde mevrouw Kilbourne
„Je zoudt hem zelfs kunnen laten den
ken, dat je den indruk hebt gekregen
„Allemenschen, wat een helden zijn
jullie!" riep Marian uit. „Ik zal het hem
fertellen, maar ik zal het doen op mijn
eigen manier".
XXVI.
Het kostte Marian eenige moeite Raw-
lins te vinden. Hij was bij de Harlans,
waai' hij aan Minnie's airedale terrier de
eerste lessen in wellevendheid gaf. Min-
me liet hem met tegenzin vertrekken,
Biaar Marian, die altijd vindingrijk was,
Binnenland.
Bij Becht en Dyserinck.
Een geweldige brand heeft Maandag
nacht de Nederlandsche fabriek van
bronswerken, voorheen Becht en Dyse
rinck, Stadhouderskade 8082 te Am
sterdam verwoest.
Het complex is gelegen aan Stadhou
derskade, Eerste van der Helststraat en
Tweede Jacob van Campenstraat.
De brand werd om kwart vóór twee
ontdekt door een portier van de aan de
overzijde van de Eerste van der Helst
straat (en aan de Stadhouderskade) gele
gen Heinekens Bierbrouwerij. Aan die
zijde werd de eerste vuurgloed ontdekt,
en in een minimum van tijd stond het
geheele hooge, nog onder architectuur
van Van Gendt gebouwde, bekende win
kelhuis aan de Stadhouderskade, met
zijn hooge spiegelruiten, in lichte laaie.
Wild speelden de vlammen tegen den
nachtelijken hemel. Ook het onder de
zelfde kap gebouwde perceel Stadhou
derskade 82, waarin Saarloos' Handelmij.
in automobiel- en motoronderdeelen
voor een deel gevestigd is, brandde al
spoedig van beneden tot boven. Op het
bovenhuis woonde de damestailleur J.
Schlachter met zijn gezin, 'èn hij hem
woonde in de heer A. Duurentijdt. Allen
konden zich bijtijds redden.
Bij het magazijn van de firma Becht en
Dyserinck sluit zich aan, in de Eerst"
van der Helststraat een laag fabrieksge
bouw van de zelfde firma, en dat is weer
op zijn beurt gebouwd tegen het dubbele
hoekhuis van de Tweede Jacob van
Campenstraat aan. Het lage fabrieksge
bouw was spoedig door het vuur inge
nomen.
Ook in het hoekhuis van de Tweede
Jacob van Campenstraat, in de gelijjc-
straatsche verdieping, waar werkplaat
sen gevestigd waren, doch waarvan de
vier bovenverdiepingen bewoond waren,
klommen de vlammen al spoedig om
hoog. Gelukkig hadden ook hier de be
woners zich tijdig in veiligheid gesteld.
Juist toen men den brand aan dé zijde
van de Stadhouderskade wat meester
scheen te worden, het tot ruïne gewor
den winkelgebouw van Becht en Dyse
rinck zich met zijn nu looze topgevels,
zonder dak, tegen den bleeken ochtend
hemel begon af te teekenen, klom in het
hoekhuis van de Tweede Jacob van
Campenstraat de roode haan op het
dak. Met groote kracht zette ook hier de
brandweer haar strijd tegen het vuur
voort. De gloed was op een oogenblik
zóó sterk, dat de Magyrus-ladder ach
teruit moest worden geschoven. Maar
tenslotte won het water het toch van het
vuur. De perceelen 69, 71 en 73 brand
den echter geheel uit.
De verdere aangrenzende huizen wer
den gespaard, zoowel die in de Tweede
Jacob van Campenstraat, als die aan de
Stadhouderskade. Op de Stadhouders
kade behoorde hiertoe ook het gesticht
voor volwassen blinden, dat echter nog
door twee andere perceelen van den
brand gescheiden was. Intusschen wa
ren de zes-en-twintig inwonende blin
den toch in een der benedenzalen verza
meld, om zoo noodig het huis te ontrui
men.
Met een groote macht streed de brand
weer den moeilijken strijd tegen het ver
nielende element. Omstreeks 4 uur had
zij de overwinning behaald.
Omtrent de oorzaak van den brand
was nog niets vast te stellen.
Een schade van 4 ton.
Het blijkt, dat enkele bewoners van de
perceelen in de Tweede Jacob van Cam
penstraat niet verzekerd zijn.
In totaal schat men de schade op 4 ton.
De zaak was op beurspolis verzekerd.
Hier in deze gebouwen had de firma,
behalve de torenkamers, voorraad- en
expeditieruimte gevestigd. Daar haar fa
briek gevestigd is te Weesp en over het
Y, kan het bedrijf doorgaan.
Een goede slag.
Maandagnacht, omstreeks 3 uur, zag
een surveilleerende agent van politie in
een pand aan de Willemstraat te Rot
terdam licht branden en hij hoorde, dat
daar een paar mannen blijkbaar aan het
werk waren. Hij stelde zich verdekt op
en luisterde aandachtig. Weldra merkte
hij dat de mannen aan het vijlen waren
en dit, gecombineerd met een paar op
merkingen. welke hij hoorde maken,
deed hem vermoeden, dat hier valsche
munters aan het werk waren. Hij waar
schuwde een inspecteur van politie, die
weldra met enkele agenten ter assisten
tie kwam. Toen men het huis binnen
drong was het licht uit en men trof bij
onderzoek 3 mannen in bed aan. De
mannen deden alsof zij zwaar sliepen,
maar allen waren geheel gekleed en had
den hun schoenen aan.
Het bleken 3 broers te zijn, n.1. de 31-
jarige C. in 't H., de 29-jarige J. in 't H.
en de 21-jarige G. in 't H. Zij beweerden
van plan te zijn uit visschen te gaan en
daarom gekleed te bed te liggen. Intus
schen zijn J. en G. op 20 Maart al eens
aangehouden als verdacht van valsche
munterij en zit een vierde broer nog des
wege in voorarrest.
Men zal zich herinneren, dat eenigen
tijd geleden een belooning is toegekend
aan een schooljongen, aan wiens oplet
tendheid het te danken is, dat 3 mannen
konden worden gearresteerd, als ver
dacht van valsche munterij. Zij hadden op
Katendrecht kinderen boodschappen laten
doen en hun daarvoor valsche guldens ter
betaling meegegeven. Een van deze kin
deren heeft later de mannen aangewezen,
toen zij een van zijn kameraadjes op een
boodschap uitstuurden en dit leidde tot
de arrestatie van de 3 mannen. Dit waren
de genoemde J. en G. in 't H., benevens
nog een andere broer. J. en G. zijn later
wegens gebrek aan bewijs weer vrijge
laten.
Deze antecedenten waren natuurlijk vol
doende aanleiding voor de politie om aan
het verhaal van de voorgenomen visch-
partij geen acht te slaan en een grondig
onderzoek in het huis in te stellen. In de
j keuken vond men een volledige inrich
ting om valsch geld te maken, benevens
veel ingrediënten. Onder een matras vond
men een matrijs en een aantal nagemaak
te guldens, welke nog niet geheel gereed
waren en in den zak van een kinderman
teltje trof men een aantal valsche guldens
I aan.
De 3 mannen toonden zich zeer ver-
i baasd over deze vondst. Twee van hen
i beweerden van niets te weten. Zij woon
den niet in dit huis en zij wisten niet, dat
hun broer zich ophield met het maken van
herinnerde hem er aan, dat hij een af
spraak had om te tennissen waar niets
van waar was en Rawlins was diplo
matiek genoeg om het zich te herinne
ren. Met een veelbeteekenenden blik
wekte Marian zijn nieuwsgierigheid op,
zoodat ze zonder veel moeite beslag op
hem legde. Toen ze samen naar huis
wandelden, deelde ze hem het nieuws
mede.
„Besloten jullie het met algemeene
stemmen?" vroeg hij.
Marian keek beleedigd.
„Ik zei toch, dat ik er tegen was", her
innerde ze hem.
„Ik bedoel de anderen", zei Rawlins.
„Ja en neen, Wade. Toen ze er samen
over spraken, waren ze het er allemaal
over eens, dat het tijd werd, dat je ver
trok; maar als je ze eens één voor één te
pakken kon krijgen, wed ik, dat ze geen
van allen echt willen, dat je gaat".
„Maar de officieele uitspraak is meestal
beslissend", zei hij.
„Ga je?" riep ze angstig uit.
„Dat heb ik nog niet gezegd".
Marian stak vertrouwelijk haar arm
door den zijne.
„Blijf dan!"
„Wat vindt jij, dat ik moet doen?"
„Dat weet je best; en ik weet heel goed,
wat .ie zult doen ook. Je blijft!"
„Maar ik zou wel eens willen weten,
hoe lang", zei hij peinzend.
„Nu, totdat totdat Marian keek
hem onderzoekend aan. „Ben je verliefd
op mijn zuster?" vroeg ze plotseling.
De vraag verbaasde hem geenszins.
Hij vertrok zelfs geen spier op zijn ge-
I zicht.
„Wat doet dat er toe?" vroeg hij. „Zij
was het toch ook met de anderen eens?"
„Dat moest ze wel. Ze durfden geen van
allen eerlijk voor hun mcening uitkomen.
Dat was duidelijk. Ben je verliefd op
haar, Wade?"
„Vindt je, dat ik het behoorde te zijn?"
„Ik vind je een idioot, als je het niet
bent", zei Marian kalm. „Ze is de beste
partij uit de heele buurt".
Rawlins keek haar verbaasd aan.
„Je bent wel practisch", gaf hii toe.
„Heb je ooit last van je geweten?"
„Wordt nu niet hoogdravend. Wade.
Iedereen weet, dat ze een goede partij is.
Waarom ook niet? Vader heeft een hoop
geld verdiend en dat kan zii toch niet
helpen. Dat vind ik heelemaal geen be
zwaar. Ik zal zelf ook eene goede partii
zü'n, als ik wat ouder ben."
Rawlins beet zich op de lippen, maar
kon toch een glimlach niet onderdrukken.
„Het is toch zoo", zei Marian minzaam,
„tenzij vader failliet gaat natuurlijk. Dan
kan ik er ook niets aan doen. Jii bent
best goed genoeg voor Hilda. Zoodra we
te weten komen, wie je bent, zullen jullie
een keurig paar zijn."
„Je hebt een groot vertrouwen, Marian
„Het is maar een voorgevoel", ver
zekerde ze hem, „maar je moest mii er
zoo lang buiten houden. Ik heb jouw
partij gekozen, toen ze je allemaal in den
steek lieten. Kom nu^eens voor den dag
met je groote geheim.'
Rawlins trok diepe rimpels in zijn voor
hoofd en keerde terug tot het eerste on
derwerp van gesprek.
Het is best mogeliik, dat je zuster
heusch wil, dat ik weg ga", zei hij. „In
dit geval heeft een logé niet veel keus.
Het viel Marian op, dat hij haar vader
Deze labah.'Ms werkelijk waar.
Rook ik liever nog dan n sigaar
„DI&ACröM"
PURE VIOGIMIA SHAG
Goedkoop aoor haar
langzamen órand.
Pittig en toch niet zwaar
Voor pijp of cigaret
iÖBUHO - 6ROnlNG&N
valsch geld. De broer, die in het huis
woont, beweerde daarentegen vast gesla
pen te hebben en daardoor niet geweten
te hebben dat zijn broers valsch geld
maakten, terwijl hij sliep.
De drie mannen zijn opgesloten.
De valsche guldens zijn heel goed nage
maakt. Het materiaal lood is veel
zachter dan van de echte guldens en de
klank is niet goed. De in beslag genomen
guldens dragen het jaartal 1931. Er zijn
er enkele van in omloop gebracht. Het
onderzoek wordt voortgezet.
B(J Arti et Amieitlae.
Voor de Vacantiekamer der Amster-
damsche Rechtbank heeft terecht gestaan
een hoofdadministrateur der maatschap
pij „Arti et Amicitiae" te Amsterdam, ter
zake van verduistering van ongeveer
50.000. Over de jaren 1927 tot '30 had
de verdachte, die het tenlaste gelegde be
kende, uit de kas der maatschappij zich
verschillende bedragen toegeëigend, in
1929 28.000, tezamen tot een bedrag van
50.318.
Een getuige, die de boeken heeft onder
zocht, deelde mede dat, om over geld te
kunnen beschikken, verdachte de hand-
teekening van den penningmeester en
het bestuur behoefde. Niettemin werden
de reglementen niet geheel nageleefd,
daar sommige betalingen alleen geschie
den op handteekening van den verdach
te. De getuige deelde voorts mede dat
verdachte goed stond aangeschreven bij
de maatschappij, doch dat men daar in de
administratie steeds zeer slordig was.
De verdachte zeide tot zijn daad te zijn
gekomen omdat hij verliezen, geleden
door speculaties, niet meer uit eigen mid
delen kon dekken. Voorts was het zijn
bedoeling een kapitaal te vormen, waar
mee hij personeel der maatschappij zou
kunnen steunen, omdat z.i. de weduwen-
en weezenkas niet die menschen ten goede
kwam, waarvoor hij meende dat deze kas
oorspronkelijk was gesticht.
Requisitoir en pleidooi.
De officier van justitie mr. Versteeg
herinnerde er aan dat het bestuur der
maatschappij geen vervolging wilde doen
instellen om -verdachte in de gelegenheid
te stellen het bedrag aan te zuiveren. De
justitie heeft echter een onderzoek gelast,
want zij, aldus de officier, houdt geen
rekening met stand, maatschappelijke po
sitie of financieele draagkracht. Spr. criti-
seerde voorts het geldbeheer der maat
schappij, dat in handen van den penning
meester moest zijn, maar werd overgela
ten aan een hoofdadministrateur, hetgeen
in strijd was met de reglementen. Spr.
acht het daardoor te meer begrijpelijk,
waarom het bestuur zijn administrateur
niet wilde vervolgen.
Niettemin achtte spr. de feiten zeer ern
stig. De verdachte geeft niet den indruk
berouw te hebben van zijn daad; integen
deel, hij wendt voor eigenlijk niet te be
grijpen waarom hij terecht staat, en zegt
zelfs niet in te zien dat door deze ver
duistering maatschappelijke nadeelen
waren ontstaan.
De officier eischte twee jaar gevange
nisstraf.
Te Erica (Drente). Vermoede
lijk ten gevolge van het eten van
Groote sorteering,
in effen en gewerkt,
75 cent per el.
Verkrijgbaar bij:
Letop naam op den zelfkant
Vraagt onze stalen -collectie
ondeugdelijke leverworst,
dan 1S0 personen ziek.
Meer
en moeder niet noemde. Zou hii werkelijk
dwaas genoeg zijn Hilda's zin te doen,
zelfs al wilde ze, dat hij zou vertrekken?
Het zou ellendig saai zijn als hii wegging.
Ze zouden misschien den heelen zomer
geen landlooper meer krijgen en als ze
er kregen, zou hii waarschijnlijk ween een
alledaagsche zijn. Bovendien was ze ge
steld op Wade Rawlins.
„Ik houd niet van menschen, die zich
bii iederen aanval terug trekken," zei ze.
„Ik beschouw dit niet als een aanval",
zei Rawlins. „Logé's kunnen niet altijd
blijven. Met chauffeurs is het iets anders."
Bii deze woerden kreeg ze een idee.
Als hii openlijk aangevallen werd. zou
Rawlins koppig zijn. Bovendien was ze
er in haar hart van overtuigd, dat hii ver
liefd was en de kans, dat er romantische
gebeurtenissen zouden plaats vinden op
Kilbourne Heights liet haar hart sneller
kloppen, zelfs al ging het alleen haar
zuster aan. Maar hiervan zei ze niets
tegen Rawlins.
Toen ze thuis aangekomen waren, ver
ontschuldigde Marian zich en ging op
zoek naar Hilda, die ze in de bibliotheek
vond, ijverig bezig met pogingen, zich te
verdiepen in een boek.
„Ik heb hem gevonden. Hilda."
Hilda zag op, na eerst gekeken te heb
ben op welke bladzijde ze was.
„En hü wil niet weg", voegde Marian
er aan toe.
„Heeft hii ronduit geweigerd?" vroeg
haar zuster langzaam.
„Ronduit."
Hilda hoopte, dat het haar lukte iets te
verbergen, dat Marian niet aanging. Als
hulpmiddel fronste ze de wenkbrauwen.
I „Je hebt hem toch wel verteld, wat -we
Te Erica (Drente) doet zich een geval
van massa-vergiftiging voor, waarschijn
lijk tengevolge van het eten van ondeug
delijke leverworst.
Zondagavond meldde zich de eerste
patiënt bij dr. Stukje te Erica. De hulp
werd ingeroepen voor het gezin Schuiling
te Amsterdamscheveld, waar vader, moe
der en twee kinderen ernstig ziek bleken.
De arts stelde vergiftigingsverschijnse
len, als braking, diarrhee, hevige rug-
er allemaal van vonden?" vroeg ze.
„Heb hem alles verteld, maar hij blijft."
„Zei hy ook, waarom?"
Marian keek naar het plafond en scheen
na te denken.
„Hii heeft me de reden niet gezegd,"
zei ze, „maar ik weet het wel."
„Waarom dan?"
„Tk heb hem bü de Harlans gevonden,"
zei Marian. „De reden is dus dunkt me
cuideUik."
„Bedoel ie
„Natuurlijk. Je hebt zeif gezegd, dat
Minnie knap was."
Hilda keek neer op haar boek. Ze had
gedacht, dat het uit was.
„Hii deed alsof hij Minnie kunstjer
leerde," vervolgde Marian.
„Hm!" zei Hilda onverschillig.
„Ik vind het best! Beschouw het zoo,
als je wilt. Ik vertel je alleen maar, waar
om hii geweigerd heeft. Hii zal in ieder
geval wel goed genoeg zijn voor Minnie."
Hilda keek haar zuster onderzoekend
aan.
„Marian", zei ze, „je weet, dat zoo iet:
onmogelijk is."
„Waarom?"
„Omdat het zoo op een vreeseliike te
leurstelling zou uitloopen."
„O!" zei Marian, maar niet of het haar
veel kon schelen.
„Zie je niet, dat we verantwoordelijk
zijn?" vroeg Hilda. „Wij hebben hem in
kennis gebracht met onze vrienden. Ze
hebben hem, ter wille van ons, in hun
midden opgenomen. Ze denken, dat er
niets aan hem mankeert. Het zou vreese-
liik ziin, ellendig! Ik geloof er natuurlijk
niets van, maar al was er een schijntje
van kans. dan zouden we het nog moeten
pijnen en hooge koorts vast. Het bleek,
dat de vier zieken leverworst hadden ge*
geten, die gekocht was bij den slager D,
te Erica. Het derde kind in dit gezin, dat
van deze worst niet gegeten had, was ge*
zond.
Spoedig kwamen zich meer patiënten
aanmeldden, en overal bleek, dat heel4
gezinnen ziek waren, behalve enkelen,
die niet van de worst gegeten hadden.
Ook een knecht van den betrokken slageï
behoorde tot de patiënten.
Maandag den heelen dag groeide het
aantal zieken aan, en Maandagavond be
droeg het ruim 100, verdeeld over een
twintig gezinnen. In sommige gezinnen
liggen 9 tot 12 personen ziek. Enkele ge
vallen zjjn hoogst ernstig. Aan kinderen
van de gezinnen K., M. en S. heeft een
geestelijke Maandagavond laat de heilige
sacramenten der stervenden toegediend,
Ook enkele volwassenen verkeeren in
levensgevaar. Dinsdagochtend was in hun
toestand nog geen verandering gekomen.
Het aantal patiënten nam ook Dinsdag
nog toe. Daar in meer dan 30 gezinnen in
totaal ongeveer 50 K.G. van de worst ge
nuttigd werd, wordt verwacht, dat de
ziekte zich nog verder zal uitbreiden.
Resten van de worst en braaksel zijn
opgezonden naar het bacteriologisch in
stituut te Utrecht en naar het laborato
rium van den provincialen keuringsdienst
te Assen.
Dinsdagmorgen heeft de directeur van
den gemeentelijken keuringsdienst te
Emmen, de heer A. H. Steenbergen, de
heele slagerij doen ontsmetten. Maandag
was reeds beslag gelegd op alles, wat
mogelijk tot opheldering van het geval
kan bijdragen.
De waarnemende inspecteur der volks
gezondheid dr. Waanders te Nijmegen
en de directeur van den provincialen
keuringsdienst te Assen werden te Erica
verwacht.
altijd je adres voor de boterham.
TELEFOON 339
verhinderen. De Harlans zouden het ons
nooit vergeven en terecht. Al zijn wij ge
dwongen al die dingen over onzen kant
te laten gaan, dan kunnen we nog niet
goed vinden, dat onze vrienden beleedigd
worden."
„Daar had ik nog niet aan gedacht,"
zei Marian. „Wat ga je doen? Het aan
Minnie vertellen?"
Hilda keek haar zuster verbaasd aan.
„En ons belachelijk maken? Nooit? En
waag het niet, er ooit een woord over te
reppen."
Er is maar één oplossing natuurlijk,"
vervolgde Hilda koel. „Hij moet een
voudig gaan."
„Misschien wel." Marian zuchtte. „Laat
je het aan vader over?"
„Hii wil niet. Bovendien kunnen we
hem niet meer vertrouwen na gisteravond.
Kane ook niet. Kane zou het toch^ niet
kunnen. En moeder is hopeloos."
„Ik heb miin best gedaan," zei Marian
braaf.
Hilda wierp haar boek op tafel en stond
p. Ze kneep de lippen stijf opeen. Er
was iets onheilspellends in haar houding,
toen ze de bibliotheek vernet. Marian liet
zich neerploffen op den divan, begroef
het gezicht in de kussens en trappelde
met de beenen in de lucht.
„Nu zullen we zien, wat hij doet als hij
ioor grof geschut bestookt wordt," juichte
ze. „En Hilda is verliefd."
(Wordt vervolgd).