HEVEA 10paar miL£t2 KIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA feiten! andseh overzicht OEIIEHLMWEII GEMENGD NIEUWS. J SlUIMlKllii DONDERDAG 9 JULI 1931. 59ste JAARGAN De Fransche regeering heeft het plan Hoover aan vaard. De inhoud van de Fransch-Amerikaansche overeenkomst. - De pauselijke encycliek. De troebelen In Korea. FEUILLETON FIETSBANDEN hektloop end- Üzerster/f - Groote brand te Amsterdam. Valsche munters. Tjonge, daar zit spirit m! Een halve ton verduisterd. Massavergiftiging. Zoo gemakkelijk te wasschen Zoo moeilijk te verslijten Kleur-, wasch- en zon-echt KOMIJN SPOORSTRAAT 122 1 Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65 binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr.p.p.Oct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. AD VERTEN Ti ËN 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct De Fransch-Amerikaansche onderhan- deiMu&u hebben resultaat yehad. Een dbtoeeomis is gesloten, zoodat het pian Öoover in werking kan treden» al is het dan na et in den vorm als de Amerikaan- §ühe president aanvankelijk bedoeld had. Bat voornaamste is eohtar, dat de Duit- soüe schatkist in het komende jaar van de iiifiS"n van de herstelbetalingen zal wor den ontheven. De Fransche voorbehouden maken nu nog nader overleg uit tussohen Pranfa-ijk en de andere onderteekenaars het plan-Young en ai mag men nu ook verwachten» dat de verwezenlijking van het principe van Hoover hierdoor niet zal worden verijdeld, ei- zijn toch nog tal van moeilijkheden, die niet mogen onder schat worden. Over het ontstaan van het plan-Young weet de JMw. Rott. ürt." de volgende aar dige bizonderheden te vertellen: ikwi weet dat Hoover in zeer korten tijd omsloeg van een tegenstander van ieoer Ameiikaamsch moratorium tot zijn groot aatfcod. Dit was aldus in zijn werk gegaan. De Duitsche gezant te Washington was bij hem verschenen en had gezegd: JjutèsctiLaml kan. niet meer; er moet een mtasatorium komen. Kondigt Duitschland het zelf af dan is het een nieuwe finan- Cietée katasiroi'e voor de heele wereld en voor Duitschland de iinamcieele en verdere Gbsos. Want een verticale duikeling van bei orediet zal er het gevolg van zijn. Kuudigt Hoover het echter af, dan zal de Wepeid plotseling weer moed vatten". Hoover had beseft, dat hem niets meer qf mtoder dan een pistool op de borst Wend gezet en had daarnaar gehandeld De Du&teohe regeering is natuurlijk ook Uitermate ingenomen met de verwezenlij king van het Amerikaansche pian. In een baxiumatie tot het Duiteche volk zegt de Ééfflpamig o. a.: Do vérziende en bekwame politiek van preaident Hoover- is met succes bekroond, pe laoreele veriiehting en de hoop op ver betering van den oeconomischen toestand, wette» gepaard gaat met dieze gebeurtenis, zal aüerwegen vriendschappelijke en opti- mi«iecli8 -voeiens ten gevolge hebben. He* besluit tot doortastend optreden opent vergaande mogelijkheden tot een weder gezondmaking van de wereld. Het DuÉtedhe volk beseft, dat de definitieve uitvoering van het plan-Hoover het als het zwaarstbelaste, de naar verhouding grootste verlichting zal brengen. De Duitscihe rijksregeering erkent dank bar», dat Duitschland in het uur van het gSpoiste oeconomische gevaar goed begrip voor sijn toestand heeft gevondem. De inhoud van de F ranse h - Amerikaan sche overeenkomst. Aan dén tekst van de overeenkomst, die door de Fransche regsering is voorgesteld, ontleenen wij het volgende: iki de gehouden gedachtenwissdingen stelt de regeering vast, dat zij met de re- geeeing der Vereenigde Staten tot over eenstemming is gekomen inzake de basis van het voorstel van den Amerikaanschen Staatspresident Hoover en wel op de na volgende punten: la. De betalingen der geallieerde schul den worden van 1 Juli 1931 tot 30 Juni 1&32 uitgesteld. 2e. Het Duiteche rijk betaalt het bedrag van de onbeschermde annuïteit aan de Bank voor Internationale Betalingen, doch de Fransche regeering verklaart zich be reid de door het Rijk gedane betalingen in fondsen te beleggen, welke door de Puitsche Rifksspoorwegen worden gega randeerd. 3e. Alle betalingen vallen onder de door de Amerikaansche regeering voorgestelde betalingen en moeten in 10 jaarlyksche termijnen te rekenen van 1 Juli 1933, worden geamortiseerd. 4e. Dezelfde bepalingen gelden voor de fondsen van de Duitsche Rijksspoor- wegen. Met betrekking tot 3 verdere punten, welke niet direct de Amerikaansche be langen en de Amerikaansche regeering betreffen, legt do Fransche regeering nog een verklaring af. De pauselijke encycliek heeft nogal wat stof op doen waaien. Volgens den corres pondent van een Engelsch blad te Rome zou als gevolg van de scherpe encycliek de „godsvrede", die sedert het begin van de onderhandelingen voor de pers afge kondigd, opgeheven zijn. Vele aanhangers van den paus en anti fascisten beschouwen het bekendmaken van de encycliek van het buitenland uit als een meesterlijke zet, die gerechtvaar digd wordt door het feit, dat er kans was geweest op een vermindering in geval van draadlooze uitzending, of op een verbod van verkoop van de Osservatore Romano. De meeste menischen echter zijn het daar niet mee eens en er is maar weinig geest drift voor den algemeenen toon van het document. Zelfs zii, die aan den kant van den P«us staan, en zijn aanvallen op de behandeling van de Aziona Cattolica en op de politieke wijsbegeerte van het fas cisme goedkeuren, betreuren sommige uit drukkingen in de encycliek. Desniettemin erkent men, dat deze een scherpe aan klacht vormt tegen de fascistische regee ring. Zelfs sterke aanhangers van het fas cistisch regiem voelen, dat door de ency cliek de regeering het een en ander zoo niet alles verloren heeft van haar aan winst aan prestige door het regelen van de kwestie van het Vaticaan. Sommigen gaan zelfs zoo ver te beweren, dat de po sitie van de regeering nooit zoo slecht is geweest sedert de dagen van den moord op Mateotti in 1924. Misschien is het uit inzicht in het mogelijke van den toestand, dat die meeste bladen in hun commentaar betrekkelijk gematigd zijn gebleven. Te Pingjang zijn Dinsdagochtend 60 Koreanen gearresteerd. Er worden nog verscheiden Chineezen vermist. In het district Soeihai, ten noorden van Charbin, hebben Koreaansche landlieden er zich bij den Japanschen consul over beklaagd, dat het Chineesche gepeupel bevloeiingswerken voor den rijstbouw, die zij (Chineezen) hadden aangelegd, hebben vernield. De Japansche bladen-zijn eenstemmig in hun afkeuring van de Koreaansche wraaknemingen. Ofschoon men te Tokio verklaart, dat er geenerlei verantwoordelijkheid rust op de Japansche regeering voor de relletjes in Korea, heeft het kabinet be sloten, financieele hulp te verleen en aan de Chineesche slachtoffers. Er wordt op gewezen, dat de relletjes plotseling zijn opgevlamd. Alle voorzorgs maatregelen zijn genomen om te voor komen, dat ze zich zouden herhalen. De aanstichters zullen zwaar worden ge straft. door E. J. RATH. 40) „Dat ben ik ook, maar daarom durf ik éog wel", zei Marian minzaam. „Ik ben wiIt"banK bem te ver^el'en> wat Mevrouw Kilbourne keek naar haar rpan, maar deze wendde den blik niet af van zyn boomen. heusch met hem wilt spre- «en, Marian', zei haar moeder dne dan je best vriendelijk tegen hem te'zijn". Marian grijnsde. „Eu misschien hoef je niet te zeggen, dat het een officieele opdracht is van ié familie", vervolgde mevrouw Kilbourne „Je zoudt hem zelfs kunnen laten den ken, dat je den indruk hebt gekregen „Allemenschen, wat een helden zijn jullie!" riep Marian uit. „Ik zal het hem fertellen, maar ik zal het doen op mijn eigen manier". XXVI. Het kostte Marian eenige moeite Raw- lins te vinden. Hij was bij de Harlans, waai' hij aan Minnie's airedale terrier de eerste lessen in wellevendheid gaf. Min- me liet hem met tegenzin vertrekken, Biaar Marian, die altijd vindingrijk was, Binnenland. Bij Becht en Dyserinck. Een geweldige brand heeft Maandag nacht de Nederlandsche fabriek van bronswerken, voorheen Becht en Dyse rinck, Stadhouderskade 8082 te Am sterdam verwoest. Het complex is gelegen aan Stadhou derskade, Eerste van der Helststraat en Tweede Jacob van Campenstraat. De brand werd om kwart vóór twee ontdekt door een portier van de aan de overzijde van de Eerste van der Helst straat (en aan de Stadhouderskade) gele gen Heinekens Bierbrouwerij. Aan die zijde werd de eerste vuurgloed ontdekt, en in een minimum van tijd stond het geheele hooge, nog onder architectuur van Van Gendt gebouwde, bekende win kelhuis aan de Stadhouderskade, met zijn hooge spiegelruiten, in lichte laaie. Wild speelden de vlammen tegen den nachtelijken hemel. Ook het onder de zelfde kap gebouwde perceel Stadhou derskade 82, waarin Saarloos' Handelmij. in automobiel- en motoronderdeelen voor een deel gevestigd is, brandde al spoedig van beneden tot boven. Op het bovenhuis woonde de damestailleur J. Schlachter met zijn gezin, 'èn hij hem woonde in de heer A. Duurentijdt. Allen konden zich bijtijds redden. Bij het magazijn van de firma Becht en Dyserinck sluit zich aan, in de Eerst" van der Helststraat een laag fabrieksge bouw van de zelfde firma, en dat is weer op zijn beurt gebouwd tegen het dubbele hoekhuis van de Tweede Jacob van Campenstraat aan. Het lage fabrieksge bouw was spoedig door het vuur inge nomen. Ook in het hoekhuis van de Tweede Jacob van Campenstraat, in de gelijjc- straatsche verdieping, waar werkplaat sen gevestigd waren, doch waarvan de vier bovenverdiepingen bewoond waren, klommen de vlammen al spoedig om hoog. Gelukkig hadden ook hier de be woners zich tijdig in veiligheid gesteld. Juist toen men den brand aan dé zijde van de Stadhouderskade wat meester scheen te worden, het tot ruïne gewor den winkelgebouw van Becht en Dyse rinck zich met zijn nu looze topgevels, zonder dak, tegen den bleeken ochtend hemel begon af te teekenen, klom in het hoekhuis van de Tweede Jacob van Campenstraat de roode haan op het dak. Met groote kracht zette ook hier de brandweer haar strijd tegen het vuur voort. De gloed was op een oogenblik zóó sterk, dat de Magyrus-ladder ach teruit moest worden geschoven. Maar tenslotte won het water het toch van het vuur. De perceelen 69, 71 en 73 brand den echter geheel uit. De verdere aangrenzende huizen wer den gespaard, zoowel die in de Tweede Jacob van Campenstraat, als die aan de Stadhouderskade. Op de Stadhouders kade behoorde hiertoe ook het gesticht voor volwassen blinden, dat echter nog door twee andere perceelen van den brand gescheiden was. Intusschen wa ren de zes-en-twintig inwonende blin den toch in een der benedenzalen verza meld, om zoo noodig het huis te ontrui men. Met een groote macht streed de brand weer den moeilijken strijd tegen het ver nielende element. Omstreeks 4 uur had zij de overwinning behaald. Omtrent de oorzaak van den brand was nog niets vast te stellen. Een schade van 4 ton. Het blijkt, dat enkele bewoners van de perceelen in de Tweede Jacob van Cam penstraat niet verzekerd zijn. In totaal schat men de schade op 4 ton. De zaak was op beurspolis verzekerd. Hier in deze gebouwen had de firma, behalve de torenkamers, voorraad- en expeditieruimte gevestigd. Daar haar fa briek gevestigd is te Weesp en over het Y, kan het bedrijf doorgaan. Een goede slag. Maandagnacht, omstreeks 3 uur, zag een surveilleerende agent van politie in een pand aan de Willemstraat te Rot terdam licht branden en hij hoorde, dat daar een paar mannen blijkbaar aan het werk waren. Hij stelde zich verdekt op en luisterde aandachtig. Weldra merkte hij dat de mannen aan het vijlen waren en dit, gecombineerd met een paar op merkingen. welke hij hoorde maken, deed hem vermoeden, dat hier valsche munters aan het werk waren. Hij waar schuwde een inspecteur van politie, die weldra met enkele agenten ter assisten tie kwam. Toen men het huis binnen drong was het licht uit en men trof bij onderzoek 3 mannen in bed aan. De mannen deden alsof zij zwaar sliepen, maar allen waren geheel gekleed en had den hun schoenen aan. Het bleken 3 broers te zijn, n.1. de 31- jarige C. in 't H., de 29-jarige J. in 't H. en de 21-jarige G. in 't H. Zij beweerden van plan te zijn uit visschen te gaan en daarom gekleed te bed te liggen. Intus schen zijn J. en G. op 20 Maart al eens aangehouden als verdacht van valsche munterij en zit een vierde broer nog des wege in voorarrest. Men zal zich herinneren, dat eenigen tijd geleden een belooning is toegekend aan een schooljongen, aan wiens oplet tendheid het te danken is, dat 3 mannen konden worden gearresteerd, als ver dacht van valsche munterij. Zij hadden op Katendrecht kinderen boodschappen laten doen en hun daarvoor valsche guldens ter betaling meegegeven. Een van deze kin deren heeft later de mannen aangewezen, toen zij een van zijn kameraadjes op een boodschap uitstuurden en dit leidde tot de arrestatie van de 3 mannen. Dit waren de genoemde J. en G. in 't H., benevens nog een andere broer. J. en G. zijn later wegens gebrek aan bewijs weer vrijge laten. Deze antecedenten waren natuurlijk vol doende aanleiding voor de politie om aan het verhaal van de voorgenomen visch- partij geen acht te slaan en een grondig onderzoek in het huis in te stellen. In de j keuken vond men een volledige inrich ting om valsch geld te maken, benevens veel ingrediënten. Onder een matras vond men een matrijs en een aantal nagemaak te guldens, welke nog niet geheel gereed waren en in den zak van een kinderman teltje trof men een aantal valsche guldens I aan. De 3 mannen toonden zich zeer ver- i baasd over deze vondst. Twee van hen i beweerden van niets te weten. Zij woon den niet in dit huis en zij wisten niet, dat hun broer zich ophield met het maken van herinnerde hem er aan, dat hij een af spraak had om te tennissen waar niets van waar was en Rawlins was diplo matiek genoeg om het zich te herinne ren. Met een veelbeteekenenden blik wekte Marian zijn nieuwsgierigheid op, zoodat ze zonder veel moeite beslag op hem legde. Toen ze samen naar huis wandelden, deelde ze hem het nieuws mede. „Besloten jullie het met algemeene stemmen?" vroeg hij. Marian keek beleedigd. „Ik zei toch, dat ik er tegen was", her innerde ze hem. „Ik bedoel de anderen", zei Rawlins. „Ja en neen, Wade. Toen ze er samen over spraken, waren ze het er allemaal over eens, dat het tijd werd, dat je ver trok; maar als je ze eens één voor één te pakken kon krijgen, wed ik, dat ze geen van allen echt willen, dat je gaat". „Maar de officieele uitspraak is meestal beslissend", zei hij. „Ga je?" riep ze angstig uit. „Dat heb ik nog niet gezegd". Marian stak vertrouwelijk haar arm door den zijne. „Blijf dan!" „Wat vindt jij, dat ik moet doen?" „Dat weet je best; en ik weet heel goed, wat .ie zult doen ook. Je blijft!" „Maar ik zou wel eens willen weten, hoe lang", zei hij peinzend. „Nu, totdat totdat Marian keek hem onderzoekend aan. „Ben je verliefd op mijn zuster?" vroeg ze plotseling. De vraag verbaasde hem geenszins. Hij vertrok zelfs geen spier op zijn ge- I zicht. „Wat doet dat er toe?" vroeg hij. „Zij was het toch ook met de anderen eens?" „Dat moest ze wel. Ze durfden geen van allen eerlijk voor hun mcening uitkomen. Dat was duidelijk. Ben je verliefd op haar, Wade?" „Vindt je, dat ik het behoorde te zijn?" „Ik vind je een idioot, als je het niet bent", zei Marian kalm. „Ze is de beste partij uit de heele buurt". Rawlins keek haar verbaasd aan. „Je bent wel practisch", gaf hii toe. „Heb je ooit last van je geweten?" „Wordt nu niet hoogdravend. Wade. Iedereen weet, dat ze een goede partij is. Waarom ook niet? Vader heeft een hoop geld verdiend en dat kan zii toch niet helpen. Dat vind ik heelemaal geen be zwaar. Ik zal zelf ook eene goede partii zü'n, als ik wat ouder ben." Rawlins beet zich op de lippen, maar kon toch een glimlach niet onderdrukken. „Het is toch zoo", zei Marian minzaam, „tenzij vader failliet gaat natuurlijk. Dan kan ik er ook niets aan doen. Jii bent best goed genoeg voor Hilda. Zoodra we te weten komen, wie je bent, zullen jullie een keurig paar zijn." „Je hebt een groot vertrouwen, Marian „Het is maar een voorgevoel", ver zekerde ze hem, „maar je moest mii er zoo lang buiten houden. Ik heb jouw partij gekozen, toen ze je allemaal in den steek lieten. Kom nu^eens voor den dag met je groote geheim.' Rawlins trok diepe rimpels in zijn voor hoofd en keerde terug tot het eerste on derwerp van gesprek. Het is best mogeliik, dat je zuster heusch wil, dat ik weg ga", zei hij. „In dit geval heeft een logé niet veel keus. Het viel Marian op, dat hij haar vader Deze labah.'Ms werkelijk waar. Rook ik liever nog dan n sigaar „DI&ACröM" PURE VIOGIMIA SHAG Goedkoop aoor haar langzamen órand. Pittig en toch niet zwaar Voor pijp of cigaret iÖBUHO - 6ROnlNG&N valsch geld. De broer, die in het huis woont, beweerde daarentegen vast gesla pen te hebben en daardoor niet geweten te hebben dat zijn broers valsch geld maakten, terwijl hij sliep. De drie mannen zijn opgesloten. De valsche guldens zijn heel goed nage maakt. Het materiaal lood is veel zachter dan van de echte guldens en de klank is niet goed. De in beslag genomen guldens dragen het jaartal 1931. Er zijn er enkele van in omloop gebracht. Het onderzoek wordt voortgezet. B(J Arti et Amieitlae. Voor de Vacantiekamer der Amster- damsche Rechtbank heeft terecht gestaan een hoofdadministrateur der maatschap pij „Arti et Amicitiae" te Amsterdam, ter zake van verduistering van ongeveer 50.000. Over de jaren 1927 tot '30 had de verdachte, die het tenlaste gelegde be kende, uit de kas der maatschappij zich verschillende bedragen toegeëigend, in 1929 28.000, tezamen tot een bedrag van 50.318. Een getuige, die de boeken heeft onder zocht, deelde mede dat, om over geld te kunnen beschikken, verdachte de hand- teekening van den penningmeester en het bestuur behoefde. Niettemin werden de reglementen niet geheel nageleefd, daar sommige betalingen alleen geschie den op handteekening van den verdach te. De getuige deelde voorts mede dat verdachte goed stond aangeschreven bij de maatschappij, doch dat men daar in de administratie steeds zeer slordig was. De verdachte zeide tot zijn daad te zijn gekomen omdat hij verliezen, geleden door speculaties, niet meer uit eigen mid delen kon dekken. Voorts was het zijn bedoeling een kapitaal te vormen, waar mee hij personeel der maatschappij zou kunnen steunen, omdat z.i. de weduwen- en weezenkas niet die menschen ten goede kwam, waarvoor hij meende dat deze kas oorspronkelijk was gesticht. Requisitoir en pleidooi. De officier van justitie mr. Versteeg herinnerde er aan dat het bestuur der maatschappij geen vervolging wilde doen instellen om -verdachte in de gelegenheid te stellen het bedrag aan te zuiveren. De justitie heeft echter een onderzoek gelast, want zij, aldus de officier, houdt geen rekening met stand, maatschappelijke po sitie of financieele draagkracht. Spr. criti- seerde voorts het geldbeheer der maat schappij, dat in handen van den penning meester moest zijn, maar werd overgela ten aan een hoofdadministrateur, hetgeen in strijd was met de reglementen. Spr. acht het daardoor te meer begrijpelijk, waarom het bestuur zijn administrateur niet wilde vervolgen. Niettemin achtte spr. de feiten zeer ern stig. De verdachte geeft niet den indruk berouw te hebben van zijn daad; integen deel, hij wendt voor eigenlijk niet te be grijpen waarom hij terecht staat, en zegt zelfs niet in te zien dat door deze ver duistering maatschappelijke nadeelen waren ontstaan. De officier eischte twee jaar gevange nisstraf. Te Erica (Drente). Vermoede lijk ten gevolge van het eten van Groote sorteering, in effen en gewerkt, 75 cent per el. Verkrijgbaar bij: Letop naam op den zelfkant Vraagt onze stalen -collectie ondeugdelijke leverworst, dan 1S0 personen ziek. Meer en moeder niet noemde. Zou hii werkelijk dwaas genoeg zijn Hilda's zin te doen, zelfs al wilde ze, dat hij zou vertrekken? Het zou ellendig saai zijn als hii wegging. Ze zouden misschien den heelen zomer geen landlooper meer krijgen en als ze er kregen, zou hii waarschijnlijk ween een alledaagsche zijn. Bovendien was ze ge steld op Wade Rawlins. „Ik houd niet van menschen, die zich bii iederen aanval terug trekken," zei ze. „Ik beschouw dit niet als een aanval", zei Rawlins. „Logé's kunnen niet altijd blijven. Met chauffeurs is het iets anders." Bii deze woerden kreeg ze een idee. Als hii openlijk aangevallen werd. zou Rawlins koppig zijn. Bovendien was ze er in haar hart van overtuigd, dat hii ver liefd was en de kans, dat er romantische gebeurtenissen zouden plaats vinden op Kilbourne Heights liet haar hart sneller kloppen, zelfs al ging het alleen haar zuster aan. Maar hiervan zei ze niets tegen Rawlins. Toen ze thuis aangekomen waren, ver ontschuldigde Marian zich en ging op zoek naar Hilda, die ze in de bibliotheek vond, ijverig bezig met pogingen, zich te verdiepen in een boek. „Ik heb hem gevonden. Hilda." Hilda zag op, na eerst gekeken te heb ben op welke bladzijde ze was. „En hü wil niet weg", voegde Marian er aan toe. „Heeft hii ronduit geweigerd?" vroeg haar zuster langzaam. „Ronduit." Hilda hoopte, dat het haar lukte iets te verbergen, dat Marian niet aanging. Als hulpmiddel fronste ze de wenkbrauwen. I „Je hebt hem toch wel verteld, wat -we Te Erica (Drente) doet zich een geval van massa-vergiftiging voor, waarschijn lijk tengevolge van het eten van ondeug delijke leverworst. Zondagavond meldde zich de eerste patiënt bij dr. Stukje te Erica. De hulp werd ingeroepen voor het gezin Schuiling te Amsterdamscheveld, waar vader, moe der en twee kinderen ernstig ziek bleken. De arts stelde vergiftigingsverschijnse len, als braking, diarrhee, hevige rug- er allemaal van vonden?" vroeg ze. „Heb hem alles verteld, maar hij blijft." „Zei hy ook, waarom?" Marian keek naar het plafond en scheen na te denken. „Hii heeft me de reden niet gezegd," zei ze, „maar ik weet het wel." „Waarom dan?" „Tk heb hem bü de Harlans gevonden," zei Marian. „De reden is dus dunkt me cuideUik." „Bedoel ie „Natuurlijk. Je hebt zeif gezegd, dat Minnie knap was." Hilda keek neer op haar boek. Ze had gedacht, dat het uit was. „Hii deed alsof hij Minnie kunstjer leerde," vervolgde Marian. „Hm!" zei Hilda onverschillig. „Ik vind het best! Beschouw het zoo, als je wilt. Ik vertel je alleen maar, waar om hii geweigerd heeft. Hii zal in ieder geval wel goed genoeg zijn voor Minnie." Hilda keek haar zuster onderzoekend aan. „Marian", zei ze, „je weet, dat zoo iet: onmogelijk is." „Waarom?" „Omdat het zoo op een vreeseliike te leurstelling zou uitloopen." „O!" zei Marian, maar niet of het haar veel kon schelen. „Zie je niet, dat we verantwoordelijk zijn?" vroeg Hilda. „Wij hebben hem in kennis gebracht met onze vrienden. Ze hebben hem, ter wille van ons, in hun midden opgenomen. Ze denken, dat er niets aan hem mankeert. Het zou vreese- liik ziin, ellendig! Ik geloof er natuurlijk niets van, maar al was er een schijntje van kans. dan zouden we het nog moeten pijnen en hooge koorts vast. Het bleek, dat de vier zieken leverworst hadden ge* geten, die gekocht was bij den slager D, te Erica. Het derde kind in dit gezin, dat van deze worst niet gegeten had, was ge* zond. Spoedig kwamen zich meer patiënten aanmeldden, en overal bleek, dat heel4 gezinnen ziek waren, behalve enkelen, die niet van de worst gegeten hadden. Ook een knecht van den betrokken slageï behoorde tot de patiënten. Maandag den heelen dag groeide het aantal zieken aan, en Maandagavond be droeg het ruim 100, verdeeld over een twintig gezinnen. In sommige gezinnen liggen 9 tot 12 personen ziek. Enkele ge vallen zjjn hoogst ernstig. Aan kinderen van de gezinnen K., M. en S. heeft een geestelijke Maandagavond laat de heilige sacramenten der stervenden toegediend, Ook enkele volwassenen verkeeren in levensgevaar. Dinsdagochtend was in hun toestand nog geen verandering gekomen. Het aantal patiënten nam ook Dinsdag nog toe. Daar in meer dan 30 gezinnen in totaal ongeveer 50 K.G. van de worst ge nuttigd werd, wordt verwacht, dat de ziekte zich nog verder zal uitbreiden. Resten van de worst en braaksel zijn opgezonden naar het bacteriologisch in stituut te Utrecht en naar het laborato rium van den provincialen keuringsdienst te Assen. Dinsdagmorgen heeft de directeur van den gemeentelijken keuringsdienst te Emmen, de heer A. H. Steenbergen, de heele slagerij doen ontsmetten. Maandag was reeds beslag gelegd op alles, wat mogelijk tot opheldering van het geval kan bijdragen. De waarnemende inspecteur der volks gezondheid dr. Waanders te Nijmegen en de directeur van den provincialen keuringsdienst te Assen werden te Erica verwacht. altijd je adres voor de boterham. TELEFOON 339 verhinderen. De Harlans zouden het ons nooit vergeven en terecht. Al zijn wij ge dwongen al die dingen over onzen kant te laten gaan, dan kunnen we nog niet goed vinden, dat onze vrienden beleedigd worden." „Daar had ik nog niet aan gedacht," zei Marian. „Wat ga je doen? Het aan Minnie vertellen?" Hilda keek haar zuster verbaasd aan. „En ons belachelijk maken? Nooit? En waag het niet, er ooit een woord over te reppen." Er is maar één oplossing natuurlijk," vervolgde Hilda koel. „Hij moet een voudig gaan." „Misschien wel." Marian zuchtte. „Laat je het aan vader over?" „Hii wil niet. Bovendien kunnen we hem niet meer vertrouwen na gisteravond. Kane ook niet. Kane zou het toch^ niet kunnen. En moeder is hopeloos." „Ik heb miin best gedaan," zei Marian braaf. Hilda wierp haar boek op tafel en stond p. Ze kneep de lippen stijf opeen. Er was iets onheilspellends in haar houding, toen ze de bibliotheek vernet. Marian liet zich neerploffen op den divan, begroef het gezicht in de kussens en trappelde met de beenen in de lucht. „Nu zullen we zien, wat hij doet als hij ioor grof geschut bestookt wordt," juichte ze. „En Hilda is verliefd." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 1