Een gezellig huis de taak der huisvrouw. Marie Antoinette. n. De gevaren van den zomer Het menu van de week. De gezelligheid van het huis hangt bijna uitsluitend af van den smaak en den zin voor orde van de huisvrouw. Haar taak is het dan ook, de gezellig heid van het huis aan te kweeken en het te maken tot een plaats, waar rust en afleiding is te vinden voor den man, die vermoeid van zijn werk thuiskomt, tot een plaats, die een gezonde en vroo lijke omgeving biedt voor haar kinde ren. De huisvrouw heeft grooten in vloed op de keuze der inrichting, ter wijl haar praktische zin voor elk stuk de juiste plaats en het juiste gebruik ziet. De moderne huurwoningen der groote steden zijn uit den aard der zaak alle volgens bepaalde schema's ge bouwd, nuchter en gelijkvormig. Het is het werk van de huisvrouw, één van die vele woningen te maken tot een werkelijk tehuis, dat aan de bijzondere behoeften van een bepaald gezin vol doet en ongemerkt prettig en gezellig aandoet. Daarvoor behoeft zij niet eens zoo veel uit te geven. Moet zij nieuwe meu bels koopen, dan kan zij voor betrekke lijk weinig geld (en met veel over leg) verwonderlijk goed slagen. Heeft zij werkelijk goede, oude erfstukken van haar familie over, dan zullen de mooi gewreven mahoniehouten meu bels, de diepe ouderwetsche sofa's dubbel gewaardeerd worden. Moeilij ker wordt de zaak wanneer het geen meubels zijn uit den praktischen en ge moedelijken ouden tijd, maar wanstalti ge producten van de daarop volgende overgangsperiode met tal van hinder lijke, gewrongen en ingewikkelde ver sierselen. Dan moeten er radicale maatregelen worden genomen. Die kosten niet eens veel geld. Men laat eenvoudig een goeden meubelmaker komen. Alle stof verzamelende versier selen zijn spoedig weggenomen en men krijgt de meubels in hun eenvou- digen, oorspronkelijken vorm terug Met blijde verbazing zal iedereen de ver andering begroeten, doch niemand is zoo verheugd als de huisvrouw, die jaar op jaar vele uren van onvrucht baar werk heeft moeten opofferen aan het stofafnemen. De meubels zijn een groote factor in het huis, doch ze zijn niet het eenige. Licht en zon, bloemen, lichte gordijnen, vroolijke kleedjes, kussens en lampekappen, allerlei schijnbare kleinigheden werken mee om een ge zellig ingericht huis te verkrijgen. De huisvrouw kan beter voor dit alles zor gen dan iemand anders, want zij brengt het grootste gedeelte van den dag in het huis door en heeft dus meer ge legenheid om op te merken wat hier ontbreekt, wat daar verbeterd moet Een vrouw die geleden heeft. Zoo gingen de veertig dagen lang zaam voorbij. Hoewel zij nog geen 30 jaar was, begon haar mooie bruine haar reeds te grijzen en haar fijne ge zicht vertoonde de teekenen van leed p,n zorg. Men kon weinig doen om haar het leven dragelijker te maken. Het licht in haar cel was slecht en bovendien werden op het laatst van haar leven haar oogen zoo zwak, dat F3 "iet meer kon lezen. Soms Fj met een speld wat op den Mppri'trok Fi draadjes uit een hindpn ,iraftte daar e8n Paar kouse- ïm£r h« ie Faken- En anders stond kaartspel van S^wee^ T™ Bij dit alles rustig en zoo waardig, dat lij vïnzdi de achting, zoo al niet de liefde van de gevangenbewaarders afdwong Ee van hen bemerkte b.v. eens dat de koningin de lucht van zijn' pjjp lliet goed kon verdragen, en dadelijk stop te hfl de pijp weg. Ba-alt, de conKnan- worden. Het dagelijks ge bruik leert haar, welke weg zij moet kiezen; het eigen werk aan de inrichting geeft voldoening. Bijna alle vrouwen houden van het handwerken, waardoor zij zich altijd aangenaam kun nen bezighouden en stukje bij beetje dingen kunnen vervaardigen, die hun huis aantrekkelijker maken. Zoo worden soms de kunstigste kleedjes gemaakt of kleine tapijtjes voor de erker, voor de schrijftafel, die niet onder doen voor echte tapijten. Ook eenvoudige handwerken kunnen een mooi effect teweeg brengen: van bonte wol kan men allerlei voorwerpen breien of haken, die zoo'n vroolijke aanvulling van de inrichting vormen; met eenvoudig borduurwerk kan men aardige kleedjes en kussens versieren. Niet elke huisvrouw kan hiervoor tijd vinden, doch dan is er toch nog veel te maken van de smaakvolle producten der industrie: vroolijk gestreepte stof- j fen, die niet verschieten, ook niet door de zon, bedrukt linnen e.d. laten zich gemakkelijk verwerken tot mooie gor- dijnen, kussens en kleedjes, die vooral J bij de lichte rieten meubelen zoo aar- j dig staan. Wat is het overigens jam- mer, dat men deze prettige, gemakke lijke rieten meubelen nog altijd ver bant naar balkon of vestibule en ze voor de kamers niet als volwaardig be schouwt. In een gezellige woning moet ook aan de levende natuur een plaats wor den ingeruimd. Niet iedereen is in de gelegenheid om dieren te houden, doch planten en bloemen mogen ner gens ontbreken. Eigenlijk moesten er in elke kamer een paar staan, zelfs op de schrijftafel in de studeerkamer. En voor alles op de etenstafel! Het kost heusch niet zooveel werk en wat ver andert de heele kamer er niet door! Zelfs in den winter kan men nog ge nieten van hyacinthen in glazen of van kleine roode en witte primula's in por- celeinen potjes, waar men maanden lang plezier van heeft. In de lente vult men de vazen met wilgekatjes of sneeuwklokjes, 's zomers niet eenvou dige veldbloemen, in den herfst met heide, bonte bladeren of takken met bessen. Zoo wordt ook bij de kinderen liefde gewekt voor bloemen, die de aantrekkelijkste versiering van een huis zijn. Een plank met bloempotten in de kinderkamer is een bron van vreugde; de kinderen kunnen sierboo- nen en Oost-Indische kers planten en met aandacht den groei van de planten volgen. En de heele kinderkamer doet prettig en vroolijk aan als daar voor de lichte ramen een rij bloeiende planten staat. Met deze middelen is e 1 k huis ge zellig te maken, hoe klein of hoe groot het ook is. Het komt er slechts op aan, kamer voor kamer te veranderen, te moderniseeren, op te fleuren en aan te passen aan de behoeften van het dage- lijksch leven. Dag aan dag werkt de huisvrouw met lust en liefde aan deze taak, niet altijd met haar handen, dik wijls alleen door rond te kijken, na te denken, te overleggen. dant van de Conciergerie, hing eens een lap tegen den muur van haar cel, omdat het er zoo vochtig was. Hier door had de koningin het later in het jaar dikwijls koud, zoodat zij 's nachts zelfs haar kussen op haar voeten moest leggen om ze eenigszins warm te krijgen. De zusters van St. Charité zonden haar daarom warme kousen; aan dezelfde kousen heeft men later haar lijk kunnen herkennen op het kerkhof van de Madeleine (waar nu de Chapelle Expiatoire is). Hel is tee kenend, dat Bault zich later over het ophangen van dien lap moest verant woorden; hij zei toen, dat hij liet ge daan had om te voorkomen, dat zij de gesprekken uit de aangrenzende vrouwengevangenis kon hooren en dat haar zoo misschien berichten kon den worden overgebracht. Onder de eenvoudige menschen van het volk had zij nog tal van aanhan gers. Op zekeren dag ging Bault vruchten voor haar koopeu. Bij het stalletje van een vruchtenverkoopster gekomen, zei hij: „Het moet wat goeds z{jn, want het is voor de koningin." „O, die arme vrouw," riep de ver koopster medelijdend uit. „Neemt u deae, dat zijn die beste die ik hefe, en Hoe beschermen wij onze zuigelingen De beste bescherming voor het kind is de moedermelk; daarom moet het in het warme jaargetijde niet gespeend worden, wanneer dit niet absoluut noodzakelijk is en zeker niet zonder eerst den dokter te raadplegen. Het kunstmatig gevoede kind moet uiterst voorzichtig behandeld worden; melk en pap moeten na het koken op eene koele plaats bewaard worden en alle kookgerei, fleschjes en spenen worden zorgvuldig schoon gehouden. In de middaguren mag het kind nooit buitenshuis gebracht worden in den fei len zonneschijn; binnenshuis en in de schaduw van boomen heeft het weinig last van de warmte, als de kleertjes maar dun genoeg zijn. Om dezelfde reden zijn koude afwasschingen aan te bevelen, evenals een niet te zacht bedje en een dunne lichte deken. Bij ongesteldheden. Bij elk teeken van ongesteldheid, j vooral bij braken en diarrhee, wordt dadelijk de dokter gehaald, in afwach ting van zijn komst geve men de baby niets te eten of te drinken. Tegen den dorst mag het alleen wat slappe thee hebben, die met saccharine, niet met suiker, moet wordt gemaakt en lepeltje voor lepeltje wordt ingegeven. Dat zijn alvast vier hoofdregels, die men onder alle omstandigheden in acht moet nemen. Nu nog een woordje over het afkoelen van de melk. Hoe be langrijk dit is, blijkt wel uit het feit, dat in 1912 nog 1/3 van alle zuigelin gen aan voedingsstoornissen (voorna melijk diarrhee) stierven, tegen 1/10 in 1930. Verder is in die jaren de zuige lingensterfte over het algemeen sterk verminderd, terwijl thans het aantal sterfgevallen in den zomer niet noe menswaardig mefer toeneemt. Deze groote verbetering is voornl. hieraan aan te danken, dat meer en meer in alle lagen der bevolking de moeders zelf hun kinderen gaan voeden, doch daarnaast heeft er toch zeker dok toe bijgedragen dat de melkcontrole steeds meer verbeterd is en dat de moeders er thans beter van op de hoogte zijn, hoe zij de melk moeten behandelen. Bereiding. Eerst wordt de melk gekookt om alle schadelijke bacteriën te dooden. Nu komt het er echter op aan, te voor komen, dat zich weer nieuwe bacteriën vormen. In den winter en op koude dagen is het genoeg, den melkkoker da delijk na het koken van het vuur te nemen, af te koelen in een grootere pan met koud water en dan op een knie plaats of in een goeden kelder te be waren. In het voor- en najaar en op koele zomerdagen wordt de melkkoker in een platte braadpan of andere leege bak gezet, waarna men bij voorkeur door een gummislang het leidingwater erlangs laat loopen, totdat de melk ge heel koud is geworden. Het water in den hak moet af en toe ververscht worden. ik wil er geen geld voor hebben." Ook Rosalie was vervuld van een eerbiedige bewondering voor de onge lukkige gevangene. In haar brieven vertelt zij uitvoerig, hoe zij haar hand- spiegeltje aan de koningin kon leenen, en hoe deze het tot den dag van haar dood heeft gebruikt. Natuurlijk had Marie Antoinette ook onder de aristo cratie vele vrienden, die alles deden om haar te redden. Zoo werd eens De Rougeville bij haar toegelaten. Bij liet ongemerkt een bloem vallen en keek de koningin straK aan Zij be greep echter niet dadelijk de bedoe ling; toen kwam hij dichterbij en fluisterde: „Til de bloem op." Over dit „voorval van de anjelier" zijn verschil lende lezingen verspreid; een ervan luidt, dat de koningin ongemerkt de bloem wist op te rapen en daarin een briefje vond, waarin haar vrienden haar te kennen gaven, dat zij haar den volgenden Vriidag zouden komen be vrijden, en dat een van de wachten was omgekocht om haar te helpen. Zij wendde zich echter tot den verkeerde met haar geheim, waardoor alles mis lukte. Of dit precies zoo gebeurd is, weten wij niet, doch zeker is, dat alle pogingen, om haar te bevrijden, mis Het koel houden van melk of ander kindervoedsel geschiedt natuurlijk het beste vat van aardewerk om koude en kast, doch die is tamelijk kostbaar en kan zonder bezwaar vervangen worden door een hooikist. De goed afgekoelde melkkoker of de gevulde fleschjes wor den in een emmertje in de hooikist ge plaatst, bij voorkeur met wat ijs. In warme landen is men oudsher ge woon, spijzen en dranken koel te hou den in aardewerk. De poreuse, niet verglaasde bloempot is in Europa het beste wat van aardewerk om koude en vochtigheid te bewaren. In een pan wordt een goed vochtige bloempot ge plaatst, waarna de pan halverwege met koud water wordt gevuld. De melk- fleschjes worden er met wat ijs ingezet en daarna zet men er een tweede, even eens goed vochtig gemaakte bloempot overheen. Als deze laatste bloempot iets kleiner is, zoodat de randen niet op elkaar komen, maar de potten in elkaar sluiten, zijn de resultaten het beste. Het fleschje. Een klein pannetje en kleinere bloempotjes (juist groot genoeg voor één fleschje melk) zijn aan te bevelen in kleine woningen, waar men buiten de warme keuken geen bewaarplaats heeft. Zoodra het kind een fleschje heeft leeggedronken, wordt dit goed schoongemaakt, opnieuw gevuld en weer tusschen de bloempotten bewaard voor den volgenden maaltijd In dit geval behoeft de melk slechts drie uur goed gehouden te worden, wat de kans op be derf sterk vermindert. Zondag: Eiersla met komkommer, Gevulde kalf borst, snijboon en, aardappelen. Karnemelkpudding. Maandag: Koud vleesch, Peulen, aardappelen, Flensjes. Dinsdag: Lamscoteletten Worteltjes, aardappelen, Citroen rijst. Woensdag: Varkensfricandeau, Bloemkool, aardappelen, Watergruwel. Donderdag: Bloemkoolsoep, Vleeschkoekjes met tomaten, stoofsla, aardappelen, gebruinde boter. Vrijdag I: Gebakken schol, Sla met komkommer en aardappelsla, Rijst met rabarber. Vrijdag II: Ommelet met tomaten, Doperwten, aardappelen, kwelde boter Rijst met rabarber. lukten. Zij moest herhaaldelijk voor de rechters verschijnen, gewoonlijk 's morgens vroeg. Bij het eerste ver hoor vroeg men haar o.a.: „Is u te vreden, dat Frankrijk geen koninkrijk meer is." Hierop antwoordde zij kalm: „Mijn voornaamste wensch is, dat Frankrijk groot en gelukkig zal zijn. Als het land gelukkiger is met een koning, dan hoop ik, dat mijn zoon op den troon zal zitten; is het gelukkiger zonder ko ning. dan hoop ik, in dat geluk te doe len.Bij een later verhoor werd zij er van beschuldigd, haar man te hebben aangemoedigd om het volk te bedrie gen. „Ja," zei ze, „het volk is bedro gen, maar niet door mijn man of door mjj. „Door wie dan," vroeg de rechter. „Door hen, die er voordeel bij had den. Het was niet in ons belang om dat te doen." Zij antwoordde zoo verstandig en rustig, dat de meeste menschen een verbanning verwar' tten, geen dood vonnis. (SM, voigt).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 9