AM SI rF R fïAWS RO H E 1» =r "1 BRIEVEN suiker er bij gevoegd, waarvom we rekenen op 1 K.G. vruchten 3/4 K.tr. suiker. We laten deze massa onder ai en toe roeren zachtjes koken, zonder deksel en verwijderen de schuim, die zich mogelijk aan de oppervlakte za vertoonen. Om te zien of de jam de vereischte dikte heeft, nemen we er een theelepeltje van en laten dit op een schoteltje bekoelen. Vloeit ze dan niet te zeer meer uit, dan is de jam gereed. We denken er echter wel aan, dat de jam, indien ze geheel en al koud is, ook stijver wordt. De potjes hebben we in sodawater goed gereinigd en flink nagespoeld en hierin brengen we de jam nog warm over, waarna de potten met vochtig perkamentpapier worden afgesloten. We kunnen verschillende soorten jam maken en enkele ervan zal ik u hieronder laten volgen: Rhafoarberjam. 1 K.G. stukjes rhabarber, 3/4 K.G. suiker. Rhabarber met aardbeienjam. 1/2 K.G. rhabarber, 1/2 K.G. aard beien, 3/4 K.G. suiker. Franmbozenjam en bessenjam. 1/2 K.G. frambozen, 1/2 K.G. roode bessen, 3/4 K.G. suiker. Perzikenjam. l.K.G. perziken zonder pitten, 3/4 K.G. suiker. Kruisbessenjam. 1 K.G. kruisbessen, 3/4 K.G. suiker. Pruimenjam. 1 K.G. pruimen, 3/4 K.G. suiker. Gelei is het ingekookte sap van vruchten, waaraan suiker is toege voegd. De vruchten worden schoon gemaakt en gewasschen, waarna ze in een schoonen doek of vruchtenpers worden gedaan en zoolang gewrongen of geperst worden, tot alleen het vruchtvleesch over is. Het opgevan gen sap wordt gewogen en 3/4 van dit gewicht wordt aan suiker toegevoegd, waarna het onder voortdurend roeren opgekookt wordt tot de vereischte dikte is verkregen en de gelei evenals wij dit bij de. jam beschreven, in potten wordt overgebracht. We kunnen gelei maken van roode bessen, frambozen, frambozen en bes sen, kersen, enz. Een weinig bekende jam, die toch bijzonder fijn is, de tomatenjam, is wel waard, zij het eerst bij wijze van proef, eens gemaakt te worden. We nemen 1 K.G. tomaten, snijden die aan plak ken, nadat ze van de steeltjes ontdaan zijn en flink zijn gewasschen en koken ze met een bodem water gaar, waarna we ze door de paardenharen zeef wrij ven en de hoeveelheid puree wegen, 3/4 van het gewicht aan suiker toevoe gen, benevens het sap van een flinke citroen en in laten koken onder af en toe roeren, tot de vereischte dikte ver kregen is; daarna warm in potten overbrengen en afsluiten. De volgende week zullen we aan an dere verzoeken tegemoet komen, n.1. het inmaken van uitjes en zoetzuur. Voorloopig hopen wij de verschillende lezeressen tevreden te hebben gesteld. Het doet ons genoegen, dat zooveel lezeressen belang in onze rubriek stel len en gaarne zullen wij de tot ons gerichte vragen blijven beantwoorden. Is er haast bij een of ander verzoek, dan sluite men postzegel van 6 cent in, geve duidelijk naam en adres op en het gevraagde recept wordt u toege zonden door de Redactrice „Onze Keuken" Theresiastraat 424, Den Haag. veer van matglas aangebracht op een zwartvilten hoed. Reboux werkt gaarne met heel kleine struisveertjes, die een aardig effect maken. Wij zagen van hem een geel, een groen en een wit veertje samen gebonden op een groenen hoed van soepel vilt. Ze staan dadelijk meer ge kleed dan andere veeren. De bollen van de nieuwe modellen zijn van voren iets hooger dan van achteren, hoewel ook verschillende an dere bollen worden gezien. Het zijn voornamelijk plooien in het vilt, die als versiering worden gebruikt, in plaats van de kleine veeren motiefjes. Vorm en lijn van den hoed nemen dus een voorname plaats in. De plooi loopt bij sommige modellen in het midden recht van voor naar achter, doch bevindt zich ook wel eens iets naar opzij; dit hangt er van af, hoe schuin de hoed gedra gen moet worden. De voorliefde voor Engelsch bor duursel neemt steeds meer toe. Men ziet op het oogenblik behalve japon nen, kraagjes en garnituren zelfs schoenen er van. Hierop zijn de gaat jes echter zeer klein en kunnen alleen op schoentjes van chreveauleer wor den aangebracht Tot nu toe gaven de elegante vrou wen aan turkooisen als siersteenen de voorkeur, nu is de bloedkoraal zeer in de mode. Vooral brunetten staan bloed koralen oorknoppen, bloedkoralen halskettingen en bloedkoralen broches bijzonder goed. Omdat een regenmantel een goede bescherming tegen den regen moet vormen, behoeft hij in geen geval leelijk te zijn. Er worden op het oogen blik zeer elegante regenmantels ge dragen van crêpe de Chine met groote zakken, raglanmouwen en een breede wildleeren ceintuur. Ook de water dichte regenmantels van genopte wol met een pelerine staan aardig. Er be hoort een handtasch van zwart kalfleer bij met een sluiting van wit kristal. Als garneering op effen japonnen worden op het oogenblik reepen ge bloemde stof aangebracht, b.v. van onderen op den rok of aan den onder kant van de tuniek. Dezen herfst zullen de hoeden niet meer zoo ver achterover worden ge dragen en daarmee schijnen de rand- looze hoeden hun tijd te hebben gehad. Wel zullen de barets nog êenigen tijd in de mode blijven, misschien in ge- wijzigden vorm. In het begin van den herfst zullen we echter als het nieuw ste bewonderen hoeden met een matig breeden rand en een goed gevormden bol, terwijl in de garneering dikwijls een paar veertjes zullen worden ge zien. Ze worden vrij schuin gedragen en laten alleen de linkerzijde van het haar vrij. Soms is de rand aan den linkerkant opgerold, soms is hij daar veel smaller dan rechts. De veeren- ornamenten zijn vroolijk gekleurd, in tegenstelling met de donkere kleuren der herfsthoeden. Talbot had zelfs een Links zomerjaponnetje van witte mousseline met blauwe noppen. De on derkant van schoot en rok zijn ge schulpt. Een fichu van witte mousse line, die met een blauwe rand is afge zet en een gedeelte van de armen be dekt dient als halsgarneering. Het japonnetje rechts is van ivoor kleurig crêpe Georgette en heeft een zeer ruim vallende klokrok. Als gar neering zijn hier smalle volants van mousseline gebruikt, die met roode noppen bedrukt zijn. De ingezette dee- len doen het lijfje veel op een bolero gelijken. De eerste school vacant'eweek. Uittocht en intocht. De eerste school-vacantie-week! Met alle teekenen van dien! Steeds meer tijdelijk gesloten woningen; in vele buurten zelfs heele rijen huizen, die met hun dichte gordijnen of neerge laten rolluiken in den zomerslaap ge vallen zijn. Daar tegenover en in tegenstelling met deze doodsche ver latenheid, een plotseling leven en druk vertier op vele zandvlakten aan de buitenrand der stad, vooral in West en Zuid tengevolge van het verrijzen van een twintigtal tentenkampen, waai de jeugd in verschillende z.g. vacantie- scholen wordt bezig gehouden. Het was een jaar of vijftien geleden dat Ons Huis, onder leiding van de directrice, Mej. Asperen van de Velde, in dezen het initiatief nam; een van de vele gelukkige initiatieven door deze instel ling genomen en dat de laatste jaren bij verschillende andere vereenigingen navolging vond. 't Eenige waar men iets tegen zou kunnen hebben in de naam! „School", klinkt, voor de kinderen, vooral als zij juist van de banken en uit de lokalen met een vrij vacantiegevoel komen niet aanlok kelijk! Maar het blijkt wel, ook in dit geval, dat de jeugd minder op een naam afgaat en er minder aan hecht dan dikwijls bij de ouderen het geval is. Het enthousiasme waar mede zij naar de vacantie-scholen heen tijgen en er naar hartelust spelen en zich vermaken, terwijl zij toch tevens heel wat nuttigs opdoen, be wijst het wel! En dan tenslotte nog het „teeken" van de druk-bezette treinen die, dadelijk vanaf Zaterdag middag j.1. al aan onze stations begon nen weg te rollen met de tallooze fami lies, die, ondanks de afgunst der tijden tóch nog wel kans hadden gezien ergens buiten, voor korten tijd pension te bespreken. Andere jaren wordt de leegte die deze van de stad wég-ebbende stroom achterlaat ruimschoots aangevuld door der, terzelfdertijd snel-wassenden toe- vloeienden stroom van vreemdelingen. Zoo is het dit jaar niet. Het vreemde- lingenbezoek blijft, - al liet het zich m den vroegzomer niet zoó slecht aan zien, vér heneden peil. De hoteliers en winkeliers die anders van dit be zoek naar behooren (en, eerlijk gezegd, ook wel eens... niét naar behooren!) profiteeren, trekken zure gezichten en de gidsen op de sightseeing autos, zoo wel als de leden die behooren tot het legertje propagandisten van diverse Marken- en Volendam-„trips" en die 's zomers met hun pampfletten en mon- delingen aanbevelingen het Stations plein onveilig plegen te maken, ver- toonen teekenen van moedeloosheid. Waar het de ondernemingen die het van zomersche „kijkers" moeten heb ben, aldus dezen zomer met den import van het benoodigde menschen-mate- riaal voor hun bedrijf niet al te best meer lukt, trachten velen van hen de onontbeerlijke „grondstof" dit keer zooveel mogelijk in de eigen omgeving te vinden.De stadgenooten die er nog zijn wordt zooveel mogelijk en na drukkelijk onder het oog gebracht, dat zij aan de vlak bij hun deut gelegen bezienswaardigheden en schoonheden in vele gevallen ten eenenmale onkun dig zijn en dat het toch werkelijk tijd wordt dat zy, door middel van (goed- koope!) rondritten en rondvaarten dat „gebrek aan hun opvoeding" eens over komen! Deze actie, die voor een deel zeker „gerechtvaardigd" is, heeft inderdaad al eenige successen kunnen boeken, zoo b.v. onder de leer lingen der middelbare scholen die men, met behulp der diverse directeuren, de laatste weken in vrij grooten getale in deze sight-seeing cars heeft kunnen binnenloodsen teneinde hun nu o>»k eens (dikwijls voor het eerst!) goed hun eigen stad te laten zien! Intusschen kómen er dan nog we] énkele „buitenlandsche gezelschappmt" voor een vliegend bezoek onze stads poorten binnen. En van die enkelen, die dit jaar niét in de groote hoeveel heid min of meer verloren gaan, maakt men veel werk. Zoo b.v. van het Amerikaansch gezelschap samenge steld uit een aantal leden van de Ver- eeniging van Vrouwen werkzaam in beroep en bedrijf en van een troepje Amerikaansche scholieren. Zij hebben alle aandacht, in de eerste plaats na tuurlijk van de pers, die het nu een maal in deze maanden niet alléén met de zeeslang af kan!! Onze petten-maniak. Jammer overigens ook voor.den gemeentelijken petten-levérancier dat er zoo weinig vreemdelingen komen en hij nu niet zijn nieuwste producten ook den buitenlandsche volken met trots kan toonen!.... Die gemeente lijke pettenleverancier is namelijk eenigen tijd geleden weer eens druk in touw geweest.De man moet een groot artist zijn en.... een handig zakenman. En het zal niet lang meer duren of ook Amsterdam zal op dit speciale modegebied een vermaard heid hebben verworven als Parijs met een Lucien Lelong, Poiret of hoe die mode-koningen ook mogen heeten. Onze hoofd-deksel-kunstenaar is weer eens aan het werk geweest 9r. dezen keer heeft hij het politiekorps duchtig onder handen genomen. Zoo om de paar jaar krijgt hier elke gemeentelijke dienst een beurtAfwiseling bele ven we op pettengebied de laatste jaren waarlijk genoeg! Het petten- drama aan de tram ligt ons nog versch in het geheugen en de gevolgen zijn nog duidelijk merkbaar. Toen de mooie nieuwe groote petten een paar milli meter te hoog bleken voor het type wagen, was er spoedig een nieuw model geschapen. Zoodat nu het tramperso neel met groote platte (bordpapieren pannekoeken, zeggen sommige dwarskijkers!) en met hooge kleine hoofddeksels getooid is. Een verwar rende overgangsperiode, waarin ve bijna niet meer weten wat nu eigenlijk de officieele uniform-pet is! Enfin: in de praktijk blijft het gelijk: o, de conducteur nu voor zijn twee en een halve cent aan de eene of aan de an dere pet tikt blijft hetzelfde! Nu moet, gelijk gezegd, de politie aan de algeheele reorganisatie gelooven, een reorganisatie waarvan overigens het nut den leek min of meer ontgaat en waarvan het voordeel, zou men zoo zeggen, eigenlijk voornamelijk blij den ontwerper en den leverancier ligt. De podtie-pet wordt n 1. tnans ontdaan van zijn „zeildoek plafond" en var, „laken bovenbedekking" voorzien De tijden dat er in de Jordaan en op d0 Eilanden bij ietwat „feestelijke" gele* genden, met bloempotten naar politie hoofden gekegeld werd, zijn voorbij- Anders zou men het nut van deze re-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 10