De geschiedenis Plepneus en Bibbersnoet, DE HONGERIGE VOSSEN EN DE KIPPEN. Wenken voor de vacantie. Weg was de spin in een spleet van den muur. De mier kroop gauw onder een bloempot En 't was weer rustig in den tuin. I Nu zijn de vacanties overal weer begonnen en natuurlijk zitten we dan niet bij de pakken stil, doch trekken er op uit. Wie heeft tegenwoordig niet meer een fiets of tenminste een voer tuig, dat uiterlijke overeenkomst ver toont met de machine die men „fiets pleegt te noemen? Dat zullen er niet velen zijn! En dan ligt het voor de hand, dat wij onzen rugzak aangespen, onze tent op den bagagedrager pakken, sportbroek, sportjasje (of natuurlijk sportrok en sportblouse, dames!) aan trekken en op de pedalen klauteren, vol moed, op een zonnigen dag en met het verlangen eindelijk eens vrij van allen schooldwang, vrij van repetities, huiswerk en strafregels door Nederland te trekken en te genieten van al het schoone, dat ons eigen vaderland ons biedt. Maar.... weest voorzichtig! Neem alle maatregelen voor catatro- phes onderweg en haal geen dwaze dingen uit.. Het leek mij daarom wel goed, eens een aantal hulpmiddelen op te sporen, die jullie bij je reizen en in je kamp te pas zouden kunnen komen. Allereerst een raadgeving Bij drukkende warmte. Op reis, op wandel- en fietstochten kan men b.v. in bergachtig (Limburg) land veel last van de warmte krijgen. Als men tegen een heuveltje bij Arn hem oppeddelt en men heeft geen versnelling aan zijn vehikel, dan zal menigeen snakken naar een berg stroompje of een rivier, waarin hij zioh zou kunnen afkoelen. Doch dit zou niet straffeloos kunnen worden ge daan, daar de afkoeling op die wijze tè groot en schadelijk voor het lichaam is. Wèl kan men door onderdompe ling van de polsen, onderarmen en eventueel door de beenen en voeten met koud water te overgieten, reeds zeer verkwikt zijn. Vooral het onder dompelen van de polsen heeft onmid dellijk resultaat. t Het maken van een popieren drinkbeker. Het gebeurt op reis zoo vaak, dat wij een beker noodig hebben, als wij met meerdere personen uit één veldflesch moeten drinken. Wij nemen dan een stuk schoon papier (het behoeft niet eens zoo heel stevig te zijn!), knippen daarvan een vierkant (van b.v. 15 c.M. lengte), vouwen deze met twee tegen over elkaar liggende hoeken op elkaar, zoodat wij een driehoek krijgen. Deze driehoek leggen wij nu voor ons met de langste zijde naar ons toegekeerd, zoodat dus de beide omgevouwen pun ten van ons afwijzen. Nu vouwen wij de rechterpunt naar links, zoodat deze de tegenoverliggende zijde van den driehoek raakt, dus zoodanig, dat het omgevouwen deel van de rechterzijde evenwijdig loopt met de naar ons toe gekeerde basis. Nu draaien we het pa pier om en herhalen hetzelfde. De overblijvende punten vouwen wij om en steken ze in de omgevouwen hoe ken. Dan is de drinkbeker gereed. Een Vijf kippen zijn verdwaald. Twee vossen, reinaard en zijn oudste zoon, zijn hen op het spoor en loeren er op de kippen buit te maken. Nu is de moeilijkheid de kippen door het dool hof zóó naar het kippenhok te leiden, dat de vossen hen niet te pakken krij gen. Neem een puntig potlood en dergelijke beker is zóó stevig, dat men langzaam twee a drie bekers wa ter kan drinken, voordat het papier (wanneer dit héél slap is) gaat mee geven. Het openmaken van blikjes. Soms is het heel moeilijk om smalle, ronde blikjes te openen. Een blikje met schoensmeer, dat nog niet voorzien is van de moderne draai-openers, kan soms heel wat moeite veroorzaken, voordat het geopend is. Gebroken of omgeslagen nagels, pijnlijke vingers en gebroken messen zijn meestal het gevolg. Wij doen beter het doosje op zijn kant te zetten en het met de hand palm eenige malen over tafel te rollen. Gaat de deksel dan nog niet eraf, dan slaan wij het doosje een paar maal met den rand stevig op een hard voor werp; het wordt dan eenigszins ovaal en gaat nu gemakkelijk open. Ons reis-apotheekje. Menigeen zal al eens hebben meege maakt, wat het medenemen van een reisapotheekje een gemak oplevert. Daarom geven wij even een kleine op somming van wat wij noodig hebben om bij de meest voorkomende ongeluk ken de behulpzame misschien wel de reddende hand te kunnen bieden. Want de eerste maatregelen zijn maar al te vaak de meest doorslaande, en te late hulp kan geen baat meer brengen. Wij hebben noodig; 1 snelverband, 1 pak watten, eenige rolletjes gaas, een flesch gesteriliseerd water, een fieschje lijnolie, een fieschje kalkwater, minstens twee zwachtels (liefst van flanel), gewasschen taf, een tracht, steeds een anderen kip nemend, een weg te vinden naar het kippenhok. Men mag alleen vooruit en niet meer teruggaan, tenzij men in een dood- loopende gang is geraakt. In dat ge val mag men terug tot het eerstvolgend kruispunt en niet verder! Als de weg van een der kippen langs een vos fieschje azijn of een flacon ammoniak, een pakje gewoon keukenzout, een stuk zeep, een flesch melk, een fieschje cognac, eenige schoone lapjes, even tueel eenige spalklatten. Deze middelen kunnen wij gebruiken voor de volgende gevallen: Snij wonden: Hierbij bloed niet afvegen; liever direct met „snelverband" verbinden. Bij afwezigheid hiervan of als de wond vuil is, natte watten op gaas op de wond, waaromheen taft of zwach tel; steeds nat houden totdat dokter komt. Brandwonden. In iedere reis-apotheek moet aan wezig zijn: een fieschje lijnolie en een flesohje kalkwater of een „brand- z w a c h t e 1". Bij brandwonden neemt men dan gelijke hoeveelheden olie en kalkwater, waarin een zwachtel wordt gedrenkt, die op de wond wordt ge legd; óf men verbindt de wond met den brandzwachtel. Insectenbeet: Vóór alles niet krabben. De plaats, waar het insect gebeten heeft, met wat verdunde azijn of met ammoniak in smeren. Neusbloeding: Het hoofd, terwijl men staat, naar achteren buigen en langzaam adem halen. Vergiftiging: Neem direct een braakmiddel in, terwijl de dokter wordt gehaald, b.v. een lepel keukenzout of een glas zeep water; daarna een groot glas melk drinken. Flauwvallen: Direct dokter halen, onderwijl pa- gant fa&e kip verloren. Wie de meeste kTp -n ongedeerd in den stal brengt, is v innaar. Iedere kip moet een eigen weg volgen. Het is niet gemakkelijk. Als jullie één kip binnenbrengt, mag je blij zijn. Probeer het maar eens. tiënt op den grond neerleggen, zorgen dat het hoofd op den grond komt te liggen, dus niet ondersteunen en geen kussen. Men kan meteen gezicht en polsen met koud water behandelen. Verdrinken: Voorover leggen, opdat het water uit den mond kan loopen, alle slijm uit den mond nemen, en op den buik drukken; daarna kunstmatige adem haling toepassen. Nog enkele regels voor de reis. Neem als gewoonte aan, vooral op reis, steeds vóór het eten de handen te wasschen. Immers, den geheelen dag geeft men handen, vat allerlei voor werpen aan, die door mensehen zijn aangevat, die allerlei bacteriën mee voeren. En spaar de zeep niet. Het kan van voordeel zijn voor uw ge- heele toekomst, daar men, als men eenmaal flink ziek is geweest, steeds bevattelijker is dan in-gezonde men- schen. Wij willen met deze aanwijzing de serie nuttige wenken sluiten en hopen, dat gedurende de vacantie een dezer wenken zal blijken niet overbodig te zijn geweest. OPLOSSING: „WAT KLOPT HIER NIET?" Bij den vulpenhouder zit het knopje van den vestzakhouder naar den ver keerden kant; bij de krultang is geen scharniertje aanwezig, waarom de bei de helften draaien en waarmede zij op elkaar zijn bevestigd; bij de lamp is nergens een snoer aanwezig, dus kan de lamp niet branden; bij de pomp zit het slangetje boven inplaats van be neden, dus geeft de pomp geen lucht; bij de bril is de brug over de neus ver keerd geplaatst ten opzichte van de oorstukken. door G. Th. ROTMAN. - kad ons gauw ln eventjes.'2k liep6 de ga°™ k.®! haar man's paraplu, di6 ®reep plub.k stond.Tien groote stappen terug en Uchtt® paraplu hoog boven haar hoofd au «m ons er mee te vermorzelen. 20. Maar, o jongens, dat had je moe ten zien! We hebben ons slap ge lachen! De twee muizen, die naar de gang gevlucht waren, zaten toevallig juist in diezelfde paraplu en kwamen er nu wip! wip! achter elkaar uitsprin gen, tot groote ontzetting van me vrouw! Ze gooide de paraplu zoo ver als ze 'm zien kon! 21. Nou zou mijnheer Dikkerdak het eens probeeren! Hij raapte de paraplu op en begon ons te achtervolgen. We wisten op het'laatst heusch niet meer, waar we ons bergen moesten en klom men in doodsangst in het koord van de lamp. Maar nu ing Mijnheer Dik kerdak op een sl s.aan, en pakte de paraplu bij het ondereinde om er ons een verschrikkelijke klap mee te geven.- 22. Pats! Mijnher Dikkerdak sloeg, of hij een boom moest omhakken. Maar door de geweldige kracht, die hij zette, verloor hy zijn evenwicht. De stoel kantelde achterover, de knop van de paraplu bleef in het snoer van de lamp haken, en. daar hing mijnheer Dikkerdak. Hij durfde natuurlijk geen vin verroeren, uit angst dat hij zou vallen. Nou, wij er meteen weer van door!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 13