POPULAIRE RUBRIEK BERNARD SHAW 75 JAAR. 495 VAN ZATERDAG 25 JULI 1931. Romantiek. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) DE LEVENSLOOP VAN DEN BEROEMDEN SPOTTER. IRONIE ZIJN SCHERPSTE WAPEN. „Enkel en alleen om de wille van de kunst had ik het niet de moeite waard gevonden om ook maar een regel neer te schrijven!" Evenals het geheele werk van den Ierschen satyricus een paradoxaal ka rakter vertoont, klinkt het bijna als een paradox, wanneer wij hier neerschrij ven, dat Bernard fehaw morgen, '26 Juli, zijn vijf en zeventigsten verjaar dag zal vieren. Vijf en zeventig jaar het is bijna ongelooflijk, het klinkt bij na als een bespotting van den vitalen grijsaard, wiens gedachtenleven nog niet de minste sporen van ouderdom vertoont. Integendeel, ieder probleem van dezen tijd heeft zijn volle belang stelling en het is met een jeugdige frischheid, die menig jong auteur hem zou kunnen benijden, waarmee hij de pen ter hand neemt om zijn oordeel over de problemen van dezen tijd te verokndigen. Ter gelegenheid van deze belangrijke gebeurtenis, over welker waarde de Iersche spotter ongetwijfeld met ons van meening zou verschillen, beschouwen wij het als een eer, een biografie van den kunstenaar te kunnen geven. George Bernard Shaw werd den 26sten Juli 1856 te Dublin in Ierland geboren. Zijn geestelijke ontwikkeling vertoont een eigenaardige vermenging van het Iersche en Engelsche intellect. Hij stamt direct uit een Iersche familie, waarin alle karaktereigenschappen van deze eigenaardig gecompliceerde droo- mersnaturen tot uiting kwam. Het zou echter een dwaasheid zijn om te gelooven, dat de Ier geen kijk op de werkelijkheid van het Teven zou bezitten, integendeel, door zijn onver- bloemden afkeer er van heeft zich deze kijk tot een abnormale scherpte ont wikkeld en ontbloot hij met een feil- looze onbarmhartigheid de zorgvuldig verborgen gehouden kanten van het menschelijk bestaan, die wij ongaarne in het heldere daglicht aanschouwen En een Ier zou nu eenmaal geen Ier zijn, wanneer zijn critiek niet in spot veranderde, vandaar de opmerking, dat „in het gelaat van iederen Ier het kreukeltje van den ironicus aanwezig is." Shaw heeft zelf in rake bewoor dingen het karakter der Ieren als volgt getypeerd: „De fantasie laat den Ier nimmer in den steek, overtuigt hem nooit, beverdigt hem nooit en is er door JEFF RICHARDS. Is er nog romantiek? Dit was-de vraag, die Julius Gondo- lan zich meermalen stelde en dan her haaldelijk met een meewarig hoofd schudden beantwoordde. Meneer Julius Gondolan verdiende den kost, of, eer lijker gezegd, trachtte den kost te ver enen niet het schrijven van verhalen. Selukte hem maar gedeeltelijk. Hij Mjvï t 'n-n' die onder den schuilnaam freule Anini-over de lotgevallen van Pseudoniem Himnel61 -611 die °nder het rubriek van he" wT??, dt ™oppe.n" blad" vulde. "Wekeli.iksch lamihe- Maar dat waren fl„ zijn hart raakten. Als dicht uSi t1- onder zijn eigen naam, Julius cfnnH lan. zich eenige bekendheid met zijn bundel „Seringen" had hij zijn ziel gelegd. En de^S slechts schuldig aan, dat hij de werke lijkheid niet in het gelaat kan zien, noch met haar een compromis kan sluiten. Hij kan alleen maar den neus ophalen voor dengene, die daar wel toe in staat is. Eindelijk komt het met hem zoo ver, dat hij de realiteit diep begint te verachten en dan schatert zijn lachen door de wereld; hij amuseert zich ten koste van anderen". Toch levert deze wijze van beschou wen een groote positieve winst op: van subjectiviteit is bij den Ier in zijn be schouwing van groote dingen niets te bespeuren, zijn zin voor objectiviteit doet hem slechts de groote lijnen zien en daarom is zijn oordeel altijd van ver ruimende beteekenis. Shaw is het levende bewijs voor de bestaansmoge lijkheid van deze winst. Onder de voor vaderen van den Ierschen schrijver hebben zich enkele Ieren bevonden, die behalve over een ruimen critischen blik, tevens over een bij deze lands lieden zelden aanwezige ruime mate van belangstelling beschikten, hetgeen deze menschen in staat stelde om in het politieke leven van het land een rol van beteekenis te spelen. Dezelfde eigenschappen hebben den huidigen vertegenwoordiger den ruimen blik op sociale politiek geschonken. Doch niet alleen de erfenis van die voorvaderen is voor de vorming van Bernard Shaw belangrijk geweest, de invloed van zijn moeder heeft niet weinig daartoe bij gedragen. Daar de vader wegens zijn egocentrischen levenskijk niet voor de taak van verzorger van het huisgezin was opgewassen, rustte op de moeder de verplichting de taak van den vader over te nemen. Het was een geluk, dat het lot haar een groote muzikale be gaafdheid had meegegeven, die haar niet alleen in staat stelde om met on derricht het benoodigde voor het levensonderhoud er bij te verdienen, doch daarnaast haar zoon een opvoe ding te geven, die later de grondslag van zijn vorming tot kunstenaar zou worden. De muzikale begaafdheid, die Bernard Shaw van zijn moeder geërfd had, heeft hem later in staat gesteld om als muziekcriticus aan de bladen „Star" en „The World" mede te werken. schare, die deze verzen had gelezen, wist, dat de romantiek meneer Gon dolan na aan zijn hart lag. Vooral Teddy Parker, magazijnchef in een der groote warenhuizen en een van Gondolan's beste kennissen, was van die omstandigheid op de hoogte. Hij kon met interesse luisteren naar Gondolan's uitvoerige gesprekken, waarin hij vooral het jonge hedendaag- sche meisje haar te nuchtere zakelijk heid verweet, haar volslagen gemis aan romantiek. Vroeger, toen was dat an ders. Daar kon men de boeken op na lezen, dat was de moeite waard. Teddy Parker werd door deze aan houdende verwijten niet van zijn stuk gebracht, bleef trouw meneer Gondo- 1 lan bezoeken en zijn oprechte jeremia des bluisteren. Hij scheen dat in een gemakkelijken rieten stoel gezeten zelfs met welbehagen te doen. Hij liep soms driemaal in de week aan, stapte direct door naar den tuin, ging zitten en liet meneer Gondolan zijn bezwaard hart uitstorten. Hij keek verwonderd, toen op een dag Julius Gondolan hem met glinste rende oogen tegemoet kwam en hem met trillende stem toefluisterde: Er is nog romantiek. Hij wist niet wat deze omwenteling had bewerkstelligd. Hij wist niet, dat Julius dien middag in den tuin gezeten zijn blik langs den achtergevel van het huis van ev .buren had laten De drukke werkzaamheden van zijn moeder brachten met zich mede, dat de jonge Bernard veel aan zichzelf werd overgelaten, hetgeen hen; er toe bracht om al heel jong zelfstandig te leeren denken. De periode op het gym nasium, die bovendien spoedig ten einde was, heeft heel weinig invloed gehad op den knaap, die zoo gaarne voor zichzelf dacht. Van grooteren in vloed waren zijn eerste praktijkerva ringen, op het een of ander kantoor, waaraan hij waarlijk niet vrijwillig zijn individueele krachten schonk, doch waartoe de omstandigheden hem dwongen. Toch raakte hij in deze pe riode van iets doordrongen, dat op zijn leven van groot belang is geweest; hij ontdekte het doelmatige van elke zaak. in ieder beroep, in ieder gebeuren. Het doelmatige trachtte hij in gedachten te cultiveeren tot schoone vormen, die toch hun realistisch karakter behiel den. Hij beschouwde, doch overdacht tegelijkertijd steeds eerst de conse quentie van een handeling en slechts in het geval, dat zij werkelijk voor de praktijk van belang bleek te zijn, kreeg hij er interesse voor. Geen kunst om de kunst. De rijpe kunstenaar Bernard Shaw verklaarde dan ook later: „Enkel en alleen om der wille van de Kunst had ik het niet de moeite waard gevonden om ook maar een regel neer te schrij ven." In dezen enkelen zin ligt de levensopvatting van Shaw voor een groot gedeelte besloten. De kunst al leen als doel, houdt volgens zijn be schouwing geen stand; kunst is verhef fing, doch niet noodzakelijk voor het leven, volgens de meening van Shaw behoort zij niet als doel, doch als on dergeschikte der bestaansfactoren ge rekend te worden. Het doel is in dub bele beteekenis voorwaarde en de kun stenaar behoort daar erekening mee te houden. Wij zullen geen langdradige beschouwingen houden over de geeste lijke ontwikkeling van Bernard Shaw, slechts wilden wij nog even met na druk er op wijzen, dat hij langzaam maar zeker van het Iersche gedachten- leven Vervreemdde. Shaw over het atheïsme. In zijn jeugd heeft Shaw een puri- teinsche opvoeding gehad, doch latei- heeft hij zich van den godsdienst af gekeerd en de strenge beginselen in een blad bespottelijk gemaakt; voorts baarde het veel opzien, toen hij in het openbaar voor de atheïsten een lans glijden en daar een allercharmantst, guitig blondinnetje had ontdekt, dat hem had toegelachen. En geknipoogd. Geknipoogd tegen hem, Julius Gondo lan. Dat kwam natuurlijk eigenlijk niet te pas voor een jong meisje, te knip- oogen tegen een dichter, maar Julius had het toch verbazend aardig gevon den. Een strenge stem had het meisje van het serre-raam weggeroepen. Maar niet lang daarna was ze weer even te j voorschijn gekomen en had mét een snel, nadrukkelijk gebaar een vaasje l met bloemen op de vensterbank ge plaatst. En bij die handeling had ze hem aangekeken. Even had Julius getwij feld. Daarna had hij geweten, wat dat beteekenen moest. In het vaasje ston den drie rozen en een tak seringen. Dat was romantiek. Dat was bloemen taal. Julius was naar binnen gesneld en had uit zijn boekenkast een boekje opgescharreld. Het was oud en ver geeld, maar wat hinderde dat? „Bloe mentaal voor minnenden." Dat was geen taal van vandaag of gisteren. Hij zocht en vond: Roode rozen beantwoorde liefde. Seringen bewondering, vereering voor uw persoon. Toen had Julius Gondolan diep en gelukkig adem gehaald en met dank bare blikken naar omhoog gekeken, durfde breken. Het is vanzelfsprekend dat protesten van de zijde der geloo- vigen niet uitbleven en voor Bernard Shaw werd al heel spoedig de grond gloeiend heet onder de voeten. Na nog enkele gevaarlijke artikelen was hij gedwongen om zijn bloedverwanten een groot plezier te doen, n.1. door tot een vertrek naar Londen te besluiten. Belangstelling voor Engeland. Onmiddellijk had toen het Engel sche volk zijn volle belangstelling. Den Engelschman leerde hij kennen als een man, die philosofisch noch cri- tisch, doch zuiver practisch en zake lijk met een egoïstischen kijk op de zaken tegenover het leven staat. En in Shaw ontwaakte het verlangen om ook te worden als deze menschen, die tien maal hun doel bereiken in den tijd, dat de Ier het een keer voorbijloopt. Doch hij was geen Ier geweest, wanneer hij dit verlangen niet had verdrongen en was teruggekeerd tot het standpunt van de beschouwing van zijn lands lieden. Shaw bemerkte hun verband met het sociale leven en nu werden zijn aanvallen van een scherpe en bijtende kracht. Shaw is in Londen enkele jaren praktisch werkzaam geweest, o.a. als vertegenwoordiger van een telefoon maatschappij. Tot na het bankroet van deze maatschappij eindelijk de dichter en schrijver naar een onbelemmerden uitweg zocht endie ook vond. Vijf-en-zeventigjarige, Ad Fundum! Dr. Geo Mc. Surry. Anecdcten uit het leven van den 75-jarigen Bernard Shaw; De lievelingsschrijver. Toen Bernard Shaw nog feuilleton redacteur aan een Londensch blad Het eenheidscostuum. Maatnemen overbodig! (Götz). naar serreraam en vaasje met bloe men. Op dat moment was Teddy Parker aan komen loopen en doorgestapt naar den tuin. En in de vreugde zijns harten besloot de zielsgelukkige Julius Gondolan om Teddy deelgenoot zijner vreugde te maken. Ze zaten in de tuinstoelen. „Je moet 'n ongemerkt naar de serre van onze buren kijken," zei Julius. „Daar woont een meisje, dat aan mij verwant is, dezelfde gevoelige-roman- ti&che geest. Zie dat kleine vaasje mei bloemen. Je zoudt het er niet achtei zoeken, maar daarmee vertelt ze mjj dat ze mijn liefde beantwoordt, dat ze be wondering en vereering koestert voor mijn persoon." Teddy Parker schaterlachte. „Het spijt me," zei hij toen, „maar zet dat idee uit je hoofd. Met dat meisje ben ik al maanden in stilte verloofd. Maar haar Ma is vreeselljk streng en laat haar weinig uitgaan. Daarom heb ben we die bloementaal uitgevonden. Kijk, drie rozen is drie uur; een tak seringen is een kwartier. Kwart over drie is ze vrij en zien we elkaar." Teddy Parker stak een sigaret op en keek op zijn horloge. „Jongen, het is al tien minuten over drie, het wordt tijd dat ik opstap." (Nadruk verboden.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 7