Spaar indien gij trouwt! Marie Antoinette. Onze kinderen in de vacantie. Het menu van de week. Klopt de rekening? Sparen is in den tegenwoordigen tijd iets waar nog wel over gesproken wordt. De vraag: „Is sparen nog mo gelijk?" brengt ons tot nadenken en door het bewustzijn, dat het woord „sparen" op den keper beschouwd reeds lang zijn eigenlijke beteekenis heeft verloren. Men komt er niet meer toe in den tegenwoordigen economisch moeilijken tijd om zooveel geld terzijde te leggen, dat men zich daardoor een „rustigen ouden dag" kan verzekeren. Over het al gemeen kan men tegenwoordig slechts kleine bedragen wegleggen, om in noodgevallen tenminste over iets te kunnen beschikken. Wanneer men nu over sparen spreekt, bedoelt men daarmee „uitko men", bedoelt men de vaak geringe in komsten in zoo groot mogelijke waar de om te zetten. In dezen zin is het woord „sparen" als opschrift dan ook eigenlijk bedoeld. In dezen zin brengen wij de vraag naar voren: „Kan men, mag men trouwen, als men reeds als vrijgezel net uit komt met hetgeen men verdient? Er is reeds zooveel over gesproken, dat vele, vele jonge huwelijken abso- j luut onmogelijk zouden zijn, als alleen het inkomen van den man tot economi sche basis moest dienen. Er zijn inko mens die inderdaad slechts toereikend zijn om den jongen man zoolang hij nog alleen is een behoorlijk bestaan te ge ven. Wanneer beide jonge menschen nu ieder zoo'n klein inkomen hebben, och, dan wordt de proef al gauw geno men en gaat men er eerder toe over te trouwen; de jonge vrouw moet zich dan wel voor oogen houden, dat rekenen, goed rekenen, geboden is om rond te komen, maar dat moeten toch immers alle huisvrouwen. Velen van haar hebben in de prak- 1 tijk hare rekenkunst bewezen en weten dat één en één heel vaak niet twee maar anderhalf is. Behalve de mogelijkheid, dat twee zeer kleine salarissen tot één bron van inkomsten worden gevormd en daarvan wordt huisgehouden, zijn er ook nog zeer vele jonge mannen, die hun vrjj- gezellenleven gaarne door de zorgende hand van een vrouw gezelliger willen zien. De gedachte echter het juist toe reikende inkomen te moeten deelen en zich dan allerlei genoegens te moeten ontzeggen, doet hen al >ippenvel krij- gen; Wij willen echter hier slechts spre ken van die jonge menschen, die gaarne het meisje, waar zij van houden, willen trouwen, maar die nog wor den teruggehouden door een groot gevoel van ver antwoordelijkheid en zich afvragen of zij hun meisje wel mogen blootstellen aan velerlei zorgen in verband met hun kleine inkomen. De egoïstische mannen, die wij eerst noemden, schakelen wij ineens uit, daarover spreken wij zelfs niet meer. Wij noe men slechts hen, die gaarne willen trouwen en zich toch afvragen: „gaat het gaat het niet?" Laten zij tot zichzelf zeggen: Het gaat; het moet gaan! Zij hebben bij het opmaken hunner rekening gezegd: één en één is twee en moeten de tering naar de nering zetten en als uitkomst van de vraag hoeveel is: een en een zeggen: anderhalf. Wanneer het meisje, dat zij willen trouwen huishoudelijk is aangelegd en daarbij zuing, kunnen zij in vele ge vallen wel van het inkomen rondko men, dat de man tot nu toe voor zich alleen heeft gehad. We hebben hier de mannen op het oog, die op kamers wonen en de huur, die zij tot nu toe voor de „gemeubi leerde kamers" besteedden, kan dienst doen voor huishuur; de uitgaven voor voeding bedragen veel minder dan wanneer men op kamers woont en bui tenshuis eet en hiervan kunnen dus even goed twee menschen leven; wasch- geld wordt niet meer uitgegeven, daar de jonge vrouw het lijfgoed voor bei- den wascht; het wasschen aan huis geschiedt veel voorzichtiger, dus zal men langer met het goed kunnen doen. Dit zijn enkele punten, die wij u noe men. En de kleeding der vrouw, och, die behoeft ook niet zoo duur te zijn, want ieder, die maar een beetje handig is, maakt aan de hand van patronen haar eigen japonnetjes. Slechts in één geval is één en éép gelijk aan twee: bij het uitgaan. Men schen, die van elkander houden en dus uit liefde trouwen zullen zich dat gaarne ontzeggen. Hoe genoeglijk zal het niet zijn in eigen huis; men kan musiceeren, lezen, praten, plannen in. V rouw die geleden heeft. De acte van beschuldiging, waarin zij o.a. wegens verkwisting, financieele hulp aan den keizer, correspondentie met vijanden van de republiek en ver oorzaken van burgeroorlog werd aan geklaagd, is op 12 October gedateerd. Er werden veertig getuigen gehoord. Toen de voorzitter van de rechtbank haar daarna vroeg, of zij nog iets te zeggen had, antwoordde ze: „Neen. Ik koningin en gij hebt mij afgezet, kirT08 moeder en gij hebt mij mijn heh rn van mÜ weggenomen. Nu dit. doch°LfeC^S "li;jn leven; neemt Toen stond é™1,1 m6t langer W611-" artikelen van F,0puccBner op en las twee volgens verklaard?^» ril;! „0r: V.er" toinette op grond var, V Marie An- dood veroordeeld moe^16 ar^.lkelen ter Hierop trokken ha^ lfi*-, ten zich terug. Nu stond do rpeKt en sprak het doodvonnis uit °P Kalm, zonder het minste teeken j»nuwachtighoid hoorde zij het Vor arts aan. Daara* ging rri terug naar „Mijn mama wordt op het oogenblik door een beroemd kunstenaar geschil derd!" „Nou! De mijne schildert zich eiken morgen zelf!" (Karikaturen). haar cel. Een politieman hoorde haar zeggen: „Ik kan haast niet zien, waar ik loop," toen zij over een treedje in de gang struikelde. Hij gaf haar den arm, want hij vreesde, dat zij zou val len. Hij vermeldde tevens, dat het toen nog slechts half vijf was. Allereerst schreef de koningin toen een brief aan haar schoonzuster Eli- sabeth, bij wie haar dochtertje aan vankelijk nog had mogen blijven. Marie Antoinette moest in den loop van haar verhoor nog vernemen, dat het kind van haar tante weggenomen was. Zij beproefde niet eens, een brief aan haar kinderen te schrijven, daar zij wist, dat die hun toch niet zou be reiken. Toen wijdde zij zich aan haar gees telijke plichten. Zij had zich reeds te- j voren met een haar goedgezind pries ter op den dood voorbereid en gecom municeerd. Waar zij in den priester, die om tien uur dien morgen bij haar verscheen, een handlanger van haar j vijanden zag, verzocht zij hem om i slechts over onverschillige dingen te spreken. In den loop van den morgen werden de voorbereidselen voor haar terecht stelling gemaakt. Op de bruggen over de Seine werden kanonnen geplaatst. maken voor de toekomst, enz. enz., dit alles geeft veel meer vreugde dan het dure uitgaan in den verlovingstijd en kost veel minder. Wat gij op deze wijze spaart, wer kelijk spaart, kunt gij tot verhooging van het levensonderhoud van twee aanwenden.. Men heeft zijn doel bereikt! De laat ste toebereidselen zijn achter den rug en vergeten. Drie dagen lang heerscht er rust en vrede. Vader, moeder en kinderen zijn allen even gelukkig. Drie dagen lang, misschien vier. Dan echter worden de kinderen vaak kleine kwelgeesten. Vader moppert: dit heet nu ontspanning! Met een oor veeg wordt de heerlijke vacantievrede verstoord. Vaders goede luim is weg. Hoe komt dat dan toch? Op school zijn de kinderer aan een goede dagindeeling gewoon. Hoe er vaak ook gemopperd wordt over de school en het huiswerk, de dagen der kinderen zijn er door geruid. In de vacantie echter hebben zij plotseling den geheelen dag voor zich. Zijn de kinderen met de ouders aan zee en heeft vader met Wim een zand kasteel gebouwd, dan zal hij wanneer dat af is, zich gaan vervelen. Wat moet hjj nu maken? In den gereedgekomen burcht liggen vader en moeder languit in het zand of lezen hun couranten. Vader vindt, dat hij voor vandaag genoeg gedaan heeft en na eenige da gen flink zandscheppen heeft hij overal spierpijn. Hij wil nu zijn rust hebben en moeder zit er ook graag eens rustig bij, een rust waarnaar zij zoo verlangend heeft uitgezien. En de jongen?. Liesje is met haar ouders in een boschrijke streek; hier is het al niet anders gesteld. De eerste dagen maakt vader wandelingen in, de bosschen, maar heeft er nu schoon genoeg van. De ligstoel in den tuin van het pen sion trekt hem buitengewoon aan en het aardige Liesje wordt nu werkelijk lastig. Zij weet niet wat zij moet doen. Kinderen, die zich vervelen, zijn moeilijk om mee om te gaan. De ba rometer van de vacantiestemming daalt spoedig en wijst op „storm" en „regen". Is daar dan niets op te vinden? Heel gemakkelijk! Inplaats van voortdurend te berispen en te mopperen tegen die „ondankbare kinderen" geeft men ze een taak. De drang om bezig te zijn is bij kinderen veel grooter dan bij volwas senen, dit moet men niet vergeten en er paar handelen. Zij behoeven niet altijd te spreken en practisch werk is zeer welkom. Op allerlei wijze kan men de kinde ren bezighouden en het beste is 's mor gens een plan voor den dag op te stellen. Liesje moet boschbessen zoeken en zorgen, dat er met de koffie een heer lijke schaal op tafel kan komen. want men vreesde, dat het volk een poging zou doen om haar te redden. Larivière, een van de bewakers, be schrijft ons de laatste oogen blikken, die Marie Antoinette in haar cel door bracht. Zij zei treurig tot hem: „Lari vière, je weet, dat ze me gaan dooden. Zeg je moeder, dat ik haar dank voor al haar vriendelijkheid, en dat ik haar vraag om voor mij te bidden." Later kwamen de rechters in de cel met hun klerk Fabricius. Het vonnis werd weer voorgelezen en toen trad Samson, de beul, op de koningin toe en 1 zei: „Steek je handen uit." Zü deinsde terug en vroeg bevend: „Gaan jullie mijn handen binden? Dat hebben ze bü Louis XIV niet gedaan." Doch de rechters zeiden tot Samson: „Doe je plicht." Hij greep op ruwe wijze haar handen en bond ze stijf vast op den rug. De koningin kreunde zacht, doch wilde geen tranen laten zien. Toen nam Samson haar de muts van het hoofd en knipte haar haar af. Om elf uur was men gereed om de ge vangenis te verlaten. Marie Antoinette was nog altijd in de oude wlt-katoenen japon gekleed met de witte linnen muts op het hoofd. Nu begon de lange tocht door de volle straten in een kar, die door een wit paard werd getrok Ook daar waar meerdere kinderen zijn, laat men ze niet doelloos rond- loopen. In de duinen vertelt de visscher zijn netten, de jongens gaan bij den ouden zeerob zitten en kijken hoe hij dat doet. Tien tegen een zullen uw jongens wat geld vragen om wat visschersgaren te koopen, want zij willen het knoopen ook gaarne leeren. Vader en moeder behoeven zich om hun kroost niet meer te bekommeren en de vacantie-barometer stijgt.... stijgt! 'n Moeder. Zondag: Groentensoep. Biefstuk, doperwten, aardappelen. Roode bessen en frambozen met vanille vla. Maandag: Gehakt. Worteltjes, aardappelen. Drie in de pan. Dinsdag: V arkensrollade. Bloemkool, aardappelen. Beschuit met bessensap. Woensdag: Bloemkoolsoep. Groote boonen met ham, aardappelen, gewelde boter. Rhabarber. Donderdag: Koude rollade. Postelijn, aardappelen. Kruisbessencompöte. Vrijdag I: Gekookte zalm met botersaus. Sla met mayonaise, aardappelpuree. Watergruwel. Vrijdag II: Roereieren. Princesseboonen, aardappelen. Watergruwel. Zaterdag: Sla en komkommer met eieren. Gebakken aardappelen. Rijstebreirand met gestoofde aalbessen. Verschillende verzoeken hebben ons bereikt omtrent het geven van recep ten voor jam. We zijn nog volop in den tijd van versche vruchten en gaarne voldoe ik aan de verzoeken. Eerst wil ik u ech ter nog op enkele algemeene regels wij zen bij het bereiden van jam, die ech ter voor het inmaken van alle vruchten gelden. Alleen rijpe, gave vruchten mogen gebruikt worden, die, nadat ze voor zichtig schoongemaakt en gewasschen zjjn, opgezet worden met zooveel water, dat de bodem net bedekt is; hebben ze eenige minuten gekookt, dan wordt de ken. „Thans komt het er op aan, moed te houden," zei de priester, terwijl zij beiden op de kar klommen. „Moed?" antwoordde Marie Antoi nette. Ik heb al zoo lang moed gehou den, dat die mij zeker vandaag niet zal jjegeveh." Langzaam reed de kar door de me nigte. De meeste mannen namen hun hoeden af, doch enkele riepen spot tende opmerkingen. De vrouwen en kinderen mochten niet op straat ko men, doch er was toevallig een kindje op straat gebleven, dat haar een kus hand toewierp. Voor het eerst kwa men de tranen in haar oogen. Overi gens was zjj zeer kalm; zij zei o.a.. „Mijn ellende zal spoedig voorbij zijn, maar die van jullie begint nog pas." Op hetzelfde oogenblik, dat de klok ken twaalf sloegen, bereik'? de kar het schavot met de guillotine. De ko ningin liep snel de trappen van het schavot op, zoo snel, dat zjj daarbij een van haar schoenen verloor. Zij knielde ook dadelijk voor de guillotine neer en met een gebed op de lippen ontving zij den slag van het mes. (Nadruk verboden). Einde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 9